browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2019 OD Zandvoort

Posted by on 16 June 2019

Deze zondag staat in het teken van de triatlon in Zandvoort. Eerst zal Vincent starten, daarna ik. We zijn ruim op tijd en Vincent heeft de tijd om alles klaar te zetten in twee verschillende wisselzones. Je zwemt in de zee, dan haal je boven op de boulevard je fiets op en fiets je over het circuit. Daar laat je je fiets achter en doe je loopschoenen aan en dan over de boulevard lopen. Vincent doet de 380m zwemmen, 8km fietsen en 2,5 kilometer lopen. Het is wat rommelig, omdat er geen badmutsen zijn. Tijdens de zwemstart, blijkt dat de kinderen in de branding zouden moeten zwemmen, dus de route wordt 1 minuut voor de start nog aangepast. Het is wel wetsuit aan gelukkig! Vincent vindt de zee niks: zout, onrustig en hij kan zelfs stukjes dolfijnen. Ik loop met hem mee. Met al die verschillende plekken is het voor toeschouwers ook een heel gedoe. Ik moet flink doorlopen als Vincent eenmaal het water uit is. Ik zie Vincent voorbij fietsen en ben verbaasd dat hij al zo snel is! Op mijn slippertjes en in mijn jurk loop ik het circuit op naar de wisselzone. Ik ben ruim op tijd en hij wisselt prima! Dan haasten we ons naar de finish. Ik roep ‘m ruim op tijd toe te juichen! Komt ie zo mooi door dat hij in de aftermovie kan schitteren 🙂 Het is nog vier uur wachten voor ik ga starten en ik ben zomaar drie uur onderweg, dus we zorgen dat Vincent met iemand mee naar huis kan rijden.

Ik heb alle tijd om alles klaar te zetten. Fiets pakken, spullen verzamelen. Loopspullen bij de tweede wisselzone op het parcours leggen. Elke keer als er ‘bedreigende’ gedachten op me af komen in de trant van kan-ik-dit-wel, durf-ik-dit-wel, val-ik-niet-van-mijn-fiets, zijn-er-golven-in-de-zee of dadelijk-verongeluk-ik-net-nu moet ik hardop tegen mezelf zeggen: “ga weg, dit heb ik niet nodig”. Ik kort het af tot: ‘nee, niet nodig’. En dan is de gedachte weer weg. Fiets klaarzetten en naar de zee kijken. Insmeren. Voeding op de goede plaatsen. Kletsen met deze en gene. En dan richting de start met het wetsuit op de arm. Het is een heel eind om 1,5 kilometer over het strand te lopen! Zouden-er-kwallen-zijn: NEE, niet nodig. Is-het-water-zo-vies-als-Vincent-zegt: neeeee, niet nodig. Halen-we-het-wel: niet nodig. Alhoewel dat laatste wel een probleem zou kunnen worden…. We zijn net op tijd: hup, wetsuit aan en een reep naar binnen die nog lekker is ook en dan kan ik er nog net even inspringen. Ik herinner mezelf er keer op keer aan dat dit en bucketding is, dat ik het geweldig vind in de zee te zwemmen. Ik start samen met MW en MW: dat stemt me altijd gerust. Ik ben de enige met een blauwe badmuts. En hup, we gaan al!

Niet vooraan, dat hoeft ik niet. En dan zwem ik in de zee! Lange slagen. Rustig ademen. Ik constateer al snel dat het niet koud is, niet vies is, niet ernstig golft. Het is geweldig. Elke slag is een overwinning! Ik zwem een stukje langs MW. Ik kijk in de verte, kan de bodem niet zien. En elke keer als er een vervelende gedacht opkomt, ga ik terug naar het idee dat dit een bucketlijst streepje is, dat ik lange slagen moet maken, dat ik aan de goede kant adem voor deze keer, dat ik ook 1 op 4 kan ademen. De voordelen zijn veel groter dan wat ik ook bedenken kan! Ik geniet er ontzettend van, dat ik zwemmend vooruit kom. Ik zwem op de boei af, maar voor ik daar ben, moeten we al terug richting het strand. He, jammer… Ik vond het echt een briljante ervaring! ik dolfijn de golven door. De anderhalve kilometer ging me veel te snel. Ik hobbel het strand op met een grijns van oor tot oor. Ik stroop mijn wetsuit al af en klim rustig omhoog. “Hup, hup” roept iemand, “Het is een wedstrijd, lopen!”. Voor mij is het al klaar eigenlijk; dit was zo cool en fantastisch! In e wisselzone sta ik te kletsen terwijl ik mijn fiets pak. Ik heb de racefiets bij me, in verband met de bochten ga ik toch niet liggen op de tijdritfiets. Hup, het circuit op. Straks rijd Max Verstappen hier, maar nu ik op mijn fiets! De grijns is nog lang niet weg en ik doe dit voor mij lol! Ik zwaai en straal. Ik heb in de zee gezwommen – IK, die water zo eng vind! En trappen maar… Ik ga lekker de bochten door, schakel de heuvel op en ga hard naar beneden. Ik zet de hartslag voor in plaats van de snelheid: het boeit me niet hoe hard ik ga. Op de finishlijn zwaai ik naar Rob en ik neem een snoepje. Elke keer neem ik een snoepje. Snoepjes op = weer naar binnen.

Ik rij met een paar mannen mee. Een beetje hetzelfde tempo. Het is druk op het circuit. Omhoog, omlaag en snelheid meenemen omhoog. Aan de andere kant van het circuit drinken. Bochten door, omhoog naar het midden en dan langs de wisselzone. Er komt even wat wind tegen. Het is zo druk dat ik wel moet stayeren. Dan weer naar boven naar de finishlijn en het volgende snoepje. Ik geniet met volle teugen.

Onderweg vraag ik een meneer of die mooie meid zijn dochter is zelfs! Ik neem de tijd, maak me niet druk en zit lekker in het moment. Na zes rondjes worden de snoepjes wel saai…

Ik drink ook genoeg. Het wordt rustiger op de baan en ik haal MW in. Ik haal wel meer mensen in, maar zelf wordt ik ook (letterlijk) voorbij gezoefd. Het verbaast me dat het zo rustig wordt, want ik fiets niet heel zacht ofzo.

Na 8 snoepjes vind ik het genoeg geweest. Ik ga wisselen en vergeet bijna mijn helm af te doen. Dan ga ik lopen. Gewoon rustig. Niks forceren. Het is best warm en ik moet heel blijven. Naar boven loop ik nog met iemand mee die sloft, maar die loopt net te langzaam. Ik doe wel mijn eigen ding. De boulevard op. Daar is het druk en vol met auto’s. Ik ben nog steeds blij. Elke keer als ik terugdenk aan de zee. Ik kijk naar de auto’s in de file die op ons lopertjes moeten wachten. Grin. Ik kijk naar de mensen die een dagje strand doen en ons voor de voeten lopen. Mijn tempo moet kalm blijven voelen. Ondertussen kruipt het van 5:50 naar 5:30, maar het gaat om het gevoel. Er staat een donkere vrijwilliger met prachtige witte tanden: hij is mijn held! Ik vind het bankje ook gaaf: de ideale plek om met Manuel naar het water te gaan kijken denk ik zo. Op 4 kilometer neem ik netjes de gel, vlak voor de post, zodat ik het ding kwijt kan. Ik kijk vooruit naar de flats: dan weet ik straks tot waar ik moet. Iets eerder als ik denk, zit het keerpunt. Bekertje water en een spons en weer terug naar de oversteekplek en langs het bankje. Ik blijf kalm voor het gevoel lopen. Ik krijg al door dat ik niet de eerste, maar zeker niet de laatste ben! MW loopt achter mij, ik kom haar tegen. De route loopt iets anders dan vorig jaar. Vlak voor me neemt een oudere meneer op de fiets het fietspad waar wij lopen, ik moet hem ontwijken en hij mij en daardoor valt hij. Gelukkig loopt de vrijwilliger er snel op af. Vincent had me voorbereid op een stukje onverhard en dat blijkt zelfs een parkeerplaats te zijn. Warm en benauwd. Ik ga nog een rondje doen. Het lijkt een stuk stiller intussen. Nog een keer langs de rotonde. Het helpt me dat ik nu weet tot welke flat ik moet lopen: die lijkt niet eens zo ver weg meer. Ik zie mensen keren op de wegen, terwijl ze daarna door hadden mogen rijden. Er komt ook een hele club motoren voorbij. Het heeft geen zin om iets te gaan tellen; het is niet nodig, ik loop gewoon lekker kalm aan en het gaat goed. Ik tel al uit dat het geen volle tien kilometer gaat worden. Zal ik dan nog een extra gel nemen? Oversteken, de mooie zwarte man groeten en een high 5 geven en bij de post vraag ik of ze me ook wil besproeien bij terugkomst. Ik ben net iets te snel, maar maak mezelf lachend nat met een spons. En weer langs de grote foto’s en meneer MW haal ik in. Dat vind ik lastig, maar mijn tempo ligt iets hoger. Ik ben alweer op de terugweg van dit mooie avontuur! Ik ben nog heel, ik ben niet kapot, ik geniet nog steeds na van het zwemmen in de zee. De vrijwilliger ziet me aan deze kant niet lopen helaas. Bij het oversteken bedank ik de vrijwilligers. Dan weer over het stenige stukje parking en daarna de poort door het circuit op. Ik zou het bijna jammer vinden dat het erop zit! Ik ren nog even over het circuit en kan met gemak nog iets versnellen ook.

Het is inderdaad geen tien kilometer geworden. Juichend en vooral jubelend kom ik over de finish. Ik ben helemaal hoteldebotel van blijdschap!

Ik spreek vrijwilligster EM aan en sta te springen van blijdschap dat ik het zo leuk vond. Het enige wat ik tegen Rob zeg: het was zo leuk, het was zo gaaf! Na mij komen MW en meneer MW binnen en ik maar springen!

We wachten nog op de prijsuitreiking, want MW is de enige in de categorie 50+. Maar ze komt niet aan de beurt, want ze heeft een ronde te weinig gefietst zal achteraf blijken. Helemaal blij gaan we naar huis. We eten nog iets bij de McDonalds in Amsterdam en het wordt best laat al met al. Ik vond het echt een hele erge leuke wedstrijd! Uitslag is niet zo boeiend, maar voor de volledigheid:

Ik was 7de van de 13 vrouwen, 6de van de 7 veertig-plusters, 109de finisher en ik heb nog altijd 69 mensen achter me gelaten. 2:31:58 heb ik er over gedaan. Allemaal niet zo interessant: ik ben heel gebleven en heb met volle teugen genoten!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

nineteen − seven =