browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2019-27 (Tussen haakjes)

Posted by on 2 August 2019

29 juli

Vincent gaat wel, maar ik ga niet naar de fietstraining (want de blauwe plekken zijn nog niet weg). Ik ga samen met Rob wandelen. We zwerven door het bos (achter de sauna en de scouting) en eten een McFlurry.

30 juli

Ik wil wel weer fietsen (zeker nu de racefiets gemaakt is) maar ik durf nog niet zomaar in mijn uppie. Gelukkig heeft Vincent vakantie (voor mij dan), dus kan hij mee. Ik heb de hele ochtend gesprekken gehad (voor een nieuwe baan). We gaan een uurtje fietsen, zoiets. Rustig aan naar de sluizen (op de Knardijk). Het gaat me goed af, ik ben gelukkig niet (meer) bang ofzo. Bij de sluizen gaan we rusten op een bankje. Vijf hele minuten. En een foto.

Als we terug fietsen, wil ik nog verder dan Vincent (die gister wel een fietstraining had dus). Ik fiets nog langs de plas en besluit dat ik graag weer wil gaan werken. Ik maal niet om het tempo (wat rustig is) en hoeft de dijk ook niet te halen (omdat ik dan een stukje dubbel fiets).

31 juli

We gaan op avontuur: Joyce en ik. We gaan de bossen door, de heuvels over, de trappen op, de regen (niet) door, de route zoeken, de trein nemen. We gaan (net niet) voor de regen uit, voor onszelf, voor de lol en om bij te praten. We nemen de NSroute tussen Driebergen-Zeist en Maarn, we nemen de omweg langs de Piramide van Austerlitz, we rijden samen naar Maarn (in Robs auto)

Paar dingen -al dan niet vrijwillig- uitgeprobeerd met wisselende kans op herhaling wegens succes:

  • ik was bang om te vallen. Maar ik val nooit tijdens het hardlopen, dus waarom zou ik?! Binnen 1 km, wat zeg ik, we waren nog op het stationsplein bij Zeist: boem, daar lag ik. Er kon nog een blauwe plek bij om mijn been. Mijn hand hield ik een paar kilometer omhoog en die is nu geel gevlekt met blauw. Gelukkig vind ik blauw een mooie kleur Niet nog een keer herhalen.
  • ik had een handflesje bij me. In combi met bovenstaande minder sterk, maar gevuld met water en gel erdoor gemengd kijken of dat de gel naar binnen brengt. Heerlijke ranja, goed te drinken, lekker houvast en goeie sponsor op het flesje: nooit gedacht, maar dit is mijn ding! in de herhaling Tot ik de flesjes kan wisselen bij de HD!
  • een ns-wandelroute van station naar station: goed aangegeven meestal, en anders is er een beschrijving. Had ik uitgeprint op papier; van dat knisperende spul wat raar doet als het nat wordt. Top idee! Zowel dat papiertje als de route! Zelfs wij zijn niet verdwaald! Op de lijst voor-herhaling-vatbaar
    Tip van de dag: doe eerst de treinrit en loop terug naar je auto met droge spullen erin!
  • Trailtempo aanhouden. Stopjes voor foto/genietmomenten/kaart en route kijken/toeristische attracties/mul zand: allemaal inbegrepen. Flink wennen. Soms zelfs wandelpassen gedaan. Tijden boven de 6/7 minuten per kilometer. De uitslag op welke lijst dit item komt blijft nog grijs: het was heel erg prettig, maar het voelt raar alsof het niet echt hardlopen was.
  • de Piramide van Austerlitz op willen. De trap is steil, lang en de benen verzuren. Daar betaal je ook nog eens teveel voor. Boven is het kil omdat de wind aantrekt en je de regen aan ziet komen. Maar wel op de lijst voor herhaling vatbaar. Zeg nou zelf: anders moet je niet van de route afwijken toch?!
  • Met Joyce gaan. Het hoeft niet hard, want we zijn twee kneuzendames bij elkaar. Zij kan niet tegen zand, ik kan niet omhoog: waarom de Utrechtse Heuvelrug ?! Zij kletst, ik klets; een terras zou veel logischer zijn. Zij een ff-momentje, ik een poe-poe-momentje: samen op de bank zou nóg logischer zijn! Maar nee: deze staat met stip boven aan de lijst doen we nog een keer Gelukkig grossiert de NS in wandelingen!

We lopen 17 kilometer in ruim 2 uur. Zonder de pauzes. We zijn 2 uur en drie kwartier onderweg geweest.

1 augustus

We hebben iets te vieren (nou, ja, ik eigenlijk): want ik heb vanaf september weer werk! Ik ben blij (wat zeg ik: dolblij) en door het dolle heen. Ik heb ineens energie voor tien. Ik zou met de trainer een 1 op 1 training hebben met lopen, maar hij gaat liever fietsen. Het is mij ook goed (want nu is het nog mooi weer en morgen niet). Ik vertrek vroeger en scheur heel Lelystad rond (langs de Vaart, de witte brug en het haventje).

Ik ben nog te vroeg (ik kan het ook niet inschatten he) en maak nog een rondje over het fietspad (bochten oefenen). Ik heb een muziekje aanstaan (ik zing nog net niet mee). De wind is fors (hard zeg maar). Ik besluit dat die arme trainer met mij mee tegen de wind in de Oostvaardersdijk af zal moeten (hebt ie effe pech met mij vandaag!) We trappen hard, we kletsen en ik vertel hem hoe ik de Frysman heb ervaren (dat verklaart een hoop voor hem) en ondertussen ploeteren we tegen windkracht 5 in. Ik had met hem moeten gaan zwemmen (maar dat praat niet handig)! Na een dikke 2 uur en zestig kilometer sla ik af naar huis en mag de trainer (met) de wind mee(nemen) naar huis.

2 augustus

Ik ga fietsen met Manuel (soort van infietsen). Het is de hele ochtend droog, dus laten we dit maar snel doen. Daarna heb ik een (best wel zware) hardlooptraining staan. Ik heb niet zo’n zin in fietsen (maar dat ligt niet aan het gezelschap). Na 20 minuten begint het te regenen (geloof nooit de buienradar). Manuel fietst nog verder, ik zet mijn (natte) fiets in de schuur. Nu begint mijn hardloopoefening: 2 minuten inlopen (of zou ik dat al fietsend al hebben gedaan), dan 4 keer 2 kilometer zone 3 a 4 en 400 meter pauze zone 2. Het regent (nog steeds). Ik ga alleen in trisuit (het is niet koud). Het tempo gaat lekker omhoog (als ik ingelopen ben dus). Ik word zeiknat. Maar het gaat weer goed! Ik sop en kraak (mijn schoenen en sokken dan). Ik hijg en ploeter. Het ruist (van de regen op de bomen) en schuurt (het trisuit). Ik haal mensen in (die wandelen in vol regenpak). Ik ga helemaal om over het Kotterbos (Manuels idee). De tweede 2 kilometer gaan ook lekker hard (maar iets minder dan de eerste). De regen stopt.

Maar ik sop, schuur, hijg, ruis, drup gewoon door. Manuel fietst me voorbij (ik was hem samen met de trainer net aan het vervloeken). De zon komt er zelfs een beetje door. De derde keer 2 kilometer gaan nog iets langzamer (maar ik vind vijf-vijftig ook goed). Dan wandel ik het viaduct (over de Hogering) op (je leest het goed!) De laatste 2 kilometer kan ik weer iets harder (omdat je weet dat het daarna klaar is), omdat ik weet dat ik 10 kilometer weer eens haal binnen een uur. Ik zie uit naar hersteldrank en een douche. Wetend dat ik daar tevreden zal staan als ik 10 kilometer haal binnen een uur! En dat lukt me (natuurlijk).

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

fifteen − 13 =