browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2019-29 Wandelen in Luxemburg

Posted by on 14 August 2019

11 augustus

We hebben een weekendje samen: Rob en ik. Vincent logeert bij familie en wij rijden op zondag door naar een hotel aan de rand van Luxemburg. Met zwembad en ontbijt. Tijd voor ons samen. Als we er zijn met 1 tasje per persoon gaan we naar het centrum voor de McDonalds. Te voet. Dat is namelijk maar 4,5 kilometer. Berg op. Dus. Langs de grote weg. Na 2,5 kilometer bedenk ik pas dat we ook weer 4,5 kilometer terug zullen moeten lopen! En nou is 9 kilometer best een leuke hardloopafstand, maar wandelend… Op een zondagavond… Omhoog… (en straks omlaag) We kijken naar de bussen, maar hebben geen idee hoe dat werkt en wat dat kost. Dan lopen we langs het park – onder ons. Dat was leuker geweest dan de weg, maar dit is wel recht op het doel af. Tot we de glazen lift zien, die vanuit het park omhoog gaat. Had een klimmetje gescheeld langs een drukke weg!

Voor op de terugroute. We komen bij een fontein en een mooi uitzicht over de stad. Vanaf dat moment ben ik de weg kwijt. Een gewone plattegrond van Luxemburg is niet te maken, want er liggen dalen en parken tussen. Er zijn diverse lagen. Hoog daarboven een rode brug. Maar zelfs dat is geen punt wat je overal kunt zien. En 1 rivierbedding is ook geen gegeven, zo zal blijken. Nu eerst de beloofde hamburger! We krijgen er een extra glas bij en na het eten (op het terras) lopen we even richting het station. Om te kijken voor de bussen. Echter… Er is 1 ding wat we in al die tijd niet gezien hebben: het station! We komen bij een plein met een gouden (gele) vrouw op een sokkel en een majestueus uitzicht.

De rode brug en de lift zijn uit het zicht verdwenen (ik zou niet meer weten welke kant ze op zijn) en ik beslis dat ik Luxemburg leuk vind als ik uitkijk over de trapjes, de bruggen, de kerkjes, de huisjes en de laagjes. In de verte een brug waar ik graag overheen wil. Omdat er een dubbele laag is. En dan door het park terug is het idee. Leuker dan de weg toch? Beter dan de bus toch? We gaan over de brug onder de brug. Ik kan het niet anders omschrijven. Eng. Doodeng. Je kijkt via een (suf) gaas zo naar beneden. Ik durf alleen in het midden te staan. En dan waait het er ook nog.

Aan Robs hand kom ik over de brug onder de brug. En dan aan de overkant nemen we een trap omlaag naar het park beneden. Robs knie houdt niet van trappen. Die van mij gaan knikken van hoogtes, Robs knie reageert met pijn op vele treden omlaag. Het trapje wat ik van beneden zag, mag ik van hem dan ook alleen op en af lopen!

En dan door het park. Ik zie hardlopers en boven ons ligt de stad. Het is mooi weer en ik vind het prachtig! We kijken op Google Maps of Apple kaarten en komen tot de conclusie dat het goed komt als we het water maar volgen. Dan komen we weer bij de weg naar het hotel. Intussen geniet ik lopend door een prachtig rustgevend park! Met een skatebaan en bruggetjes en ommetjes en struiken en veel groen. We gaan een muur over met trappen en over een muur, terwijl onder ons iemand gaat basketballen.

Het water is echter een minuscuul stroompje. Onder de spoorbrug wordt het breder en we volgen het water langs de moestuintjes en langs de grote bouwwerken langs het spoor. Hier is de stad moderner. Meer stad, maar zonder de vuile afbraak-verschijnselen. We gaan omhoog langs het spoor door sjieke wijken. En dan kijken we weer op de kaart als we langs een grote weg komen te wandelen. De rode brug moet toch om de hoek liggen? Ergens zijn we vreselijk de mist in gegaan! We klimmen langs de weg (over het voetpad) omhoog en zitten dan nog 6 kilometer van het hotel vandaan! Zes! Hoe?! De vraag: ‘hoe komen we terug’ is beter. We vogelen uit waar we zijn en constateren dat we nog (1 of 2) heuvels over moeten steken. Vanaf het treinstation gaan we de woonwijken in. We hebben toch een treinstation gezien dus! Maar kijken wat de bus kost hield ons niet bezig op dat moment. Gelukkig is het goed weer en hebben we het warm. De woonwijken zijn vriendelijk. Ruim, rustig en heel stil. Veel mensen wonen hier tijdelijk of iedereen is massaal met vakantie. Wel leuke vrijstaande huisjes.

Na een flinke doorsteek komen we in het zakencentrum. Van het oude park, de moderne woonwijken in het deel met grote gebouwen en veel glas. Dat zal voor mij Luxemburg worden: dit staat naast elkaar zonder elkaar te bijten. Eclectisch. Veelzijdig. Tussen moderne kunstwerken door over een brede boulevard met een tram op de groenstrook. We lopen naar de Kinepolis. Ondertussen zitten we al dik over de 10 kilometer heen. Heel dik. We zullen nog 1 keer om de berg heen moeten terug naar het hotel. Achter de Kinepolis is het stil en er ligt een groot verlaten parkeerterrein van de luxExpo. Na een onaf gebouw steken we over langs de tramremise en dan lopen we het bos in. Nog 2,5 kilometer terug naar het hotel. Door het bos. Geen spoortje stad meer te zien of horen. We dalen af en ik denk dat we de 10 engelse mijl zullen halen op deze zondagavond. Hoezo leek 9 kilometer daarstraks een heel eind?! We komen 1 fietser tegen op dit fietspad, wat wellicht drukker is op maandagochtend. Het blijft steken op dik 15 kilometer. In het hotel trekken we een paar conclusies:

  • Het water splitst zich (meermaals) en bij de spoorbrug hebben we de verkeerde gevolgd.
  • Bij de Kinepolis zit een McDonalds Café (3 kilometer van het hotel)
  • Tramtickets kosten 4 euro per dag per persoon
  • Een knieband is een vereiste voor Rob
  • Er zit een enorme hypermarche en winkelmall op Kirchberg, het financieel centrum
  • het bed slaapt uitstekend! En de douche is ook prima trouwens.

12 augustus.

Met de kennis die we hebben opgedaan en gevulde rugzakken gaan we weer de stad in. Het fietspad omhoog is inderdaad drukker op maandagochtend: er rijdt 1 autootje om de putten schoon te maken en 1 persoon op de fiets. Tjonge… het zakencentrum is gevuld. Terwijl wij sliepen en liepen, is de parkeerplaats bij de luxExpo helemaal vol komen te staan. We gaan inslaan bij de hypermarche, nemen de tram vandaag en willen kijken bij de McCafe bij de Kinepolis. In de hypermarche hebben ze alles. Alles. Grasmaaimachines, iPads, groente, fruit, Lego, koekjes en wat je al niet kunt bedenken. In veelvoud. Echter een ruitjesschrift met harde kaft ontbreekt. We nemen koekjes en drinken mee en kopen een kaartje voor de tram die elke 7 minuten vertrekt. De tram is modern. Rob denkt een F1 auto te zien. Bij Pfaffenthal stappen we uit. Midden op een drukke weg. Ik ben de richting alweer kwijt! We willen met de glazen lift omhoog. Nou ja, “we willen”… Ik zie er tegenop, maar goed! We steken de drukke weg over en na 2 minuten staan we in een park. Een bos. Tussen de oude bouwwerken. Bij een ruïne. Huh? Geen aangelegd park, maar een echt oorspronkelijk bos met onverharde paadjes. En we kijken uit over de stad van de andere kant als gister. De lift ligt tegenover ons. Helaas ligt er een dal tussen!

We dalen af met mijn route op de telefoon. Dan staan we in een oude stad die niet onderdoet voor Italiaanse of Spaanse dorpjes: gekleurde huisjes, stenen bruggetje en torentjes. We komen bij de lift die gratis is en ons de stad in zal brengen. Het valt me mee. Je kunt mooi uitkijken. Maar boven is een uitkijkpunt van glas en daar omheen gaaswerk. Vooral dat gaaswerk, waar de wind doorheen waait, maakt het me niet gemakkelijk. Op het glas staan, durf ik niet.

We lopen door een park. We hoeven nog niet naar de McDonalds en ik wil naar de Casematten, al weet ik niet waarom. Ik zet de telefoon-kaart op ‘door de stad’ en het is er nog rustig. Voor het paleis is niemand. Ineens staan we aan de andere kant van het dal bij een andere (nog) oude(re) stad. Onder ons. Hoe het zich aan elkaar verbind, weet ik nog steeds niet. Er zijn vele uitkijkpunten op de muur.

Midden door de stad rijden (moderne) treinen tussen de ruïnes en vestingwerken door. Het is bewolkt vandaag. We staan een tijd te kijken en willen dan een wandelroute gaan volgen. Die staat op sjieke borden. We lopen naar beneden richting de spoorbrug, maar zijn de wandeling dan alweer kwijt! Op internet kunnen we niks vinden, maar de tourist info is ook te ver weg. Terug naar de Casematten dan maar waar de route begon. We hoeven niet in de casematten, maar weten wel de uitgang te vinden: een trap die Rob al af wilde lopen. Daar zien we dat de wandeling vervolgd wordt naar links.

We dalen af met onder ons de oude stad en boven ons… ook een oude stad! Er ligt een klooster. We lezen niet alle informatieborden. Wij zijn op zoek naar de plek waar we twintig jaar geleden samen op de foto zijn gegaan. Deze foto hangt bij Robs ouders in de kamer. Toen foto’s nog afdrukken waren zonder EXIF-informatie. Waar het precies is, we hebben geen idee. We weten hoe de torentjes op de achtergrond staan en meer niet. We dalen af over de klinkerwegjes. Robs knieband doet goede dienst. Er zijn meer mensen de route aan het volgen, met wisselend succes en tempo. Wel veel Nederlandstalig. Bij een heen en weer punt met veel trappen ga ik alleen even kijken.

Het lijkt wel een puzzel soms; met trapjes, doorsteekjes, hofjes en doorkijkjes! Alles is keurig netjes. Dan begint de regen en we moeten een paar open trappen op omhoog. Via een toren, op zoek naar het volgende (sjieke) bordje van de route. Ik doe de heen en weertjes en we komen aan de goede kant voor de foto. De regen stopt weer. Ik loop boven langs en rond en Rob wacht beneden even.

Ineens staan we op een binnenplein. Ineens staan we op de muur aan de andere kant. En opeens staan we op de plek waar we twintig jaar geleden ons lieten vastleggen op een kiekje! Nu begint het weer te regenen en er is niemand anders om ons te fotograferen. Hoe we die plek ooit hebben gevonden, ergens in een parkje, net van de route af die we kwijt waren is een raadsel. Nu zijn we de route weer even kwijt. Hetzelfde parkje! We weten er niks meer van.

We lopen verder en het is weer droog. Ineens staan we aan de andere kant bij de andere spoorbrug. Er zijn dus verschillende dalen en verschillende spoorbruggen. Hier hadden we gister een trapje omhoog moeten nemen! Nu nemen we het trapje naar beneden en we komen weer over het muurtje.

We lopen langs het ministroompje en dan ineens de stad weer in. Ik bedoel dan: het echte centrum met drukke smalle wegen en winkels. We nemen de lift naar boven, gewoon een inpandige lift en staan bij de vrouw op het sokkeltje. We lopen naar de McDonalds, want we hebben een beetje zin in iets drinken en een hapje. We nemen plaats op het terras onder een grote parasol en dan barst de regen goed los! Het giet. Wij zitten (net) goed. De regen zal weer stoppen en dan…. Dan weten we het even niet. Wat zullen we eens gaan doen? Winkelen is niet echt aan ons besteed, de casematten hoeft niet zo. We wandelen weer terug naar het begin van de wandeling, want daar is nog een wandeling. Eerst langs de touristinfo. We nemen een kaartje mee. Je weet maar nooit… En naar de openbare toiletten. De toiletten zijn bijna knusjes te noemen met schilderijtjes en tierelantijntjes. Ze zijn superschoon. Weer een plusje bij de stad Luxemburg! Dan terug naar het begin van de wandeling door de Rue d’Eau/Wasserstraasse. Vanmorgen hebben we 3 km gewandeld naar de metro. De eerste wandeling was 4,5 kilometer. Nu volgt een wandeling van 4 kilometer. En we lopen tussendoor van hot naar her. Het gaat een lange trip worden! Maar we nemen veel pauzes om te kijken en te rusten en te genieten. Het is nu wel druk bij het paleis, waar vanmorgen niemand was. Deze wandeling voert ons naar de andere oude stad. Maar niet via de geijkte weg! We komen door achteraf straatjes, onder een oude poort door en langs beeldige torentjes.

Ik raak helemaal gek op Luxemburg. Wat een variëteit! Deze wandelroute is veel gemakkelijker te volgen dan de andere. Echt elk bord is volkomen duidelijk. Je hoeft maar te roepen om een bord en daar is tie al. We wandelen weer eens naar beneden de lieflijke oude stad in. De regen is gestopt en alles glimt in een zonnetje. Dan is het weer snel warm. We komen bij de lift en omdat ie toch gratis is, besluiten we nog een keer omhoog en omlaag te gaan. Nu waait het boven minder en durf ik me iets meer te bewegen, maar op het doorzichtglas staan, no way.

En weer omlaag met de lift om de route te vervolgen. Niet over het schattige bruggetje waar we vanmorgen liepen, maar om de stad heen. Langs de oude poort, over een oude brug met trappetjes omhoog naar de andere poort. Het is echt supermooi. Superlatieven, maar het is zo. Het kan een Frans stadje zijn, of een Italiaans. Maar het is Luxemburg.

Boven ons een moderne brug. We nemen de trapjes omhoog. Spijt! Het zijn veel trapjes. Open. Maar het is wel erg mooi. Carcasonne-achtig. We komen langs de trein en wachten tot de oude boemel langskomt. Er vallen weer druppels, maar het went. Dan staan we weer boven op de muren aan de andere kant. Hier waren we vanmorgen ook! Dan nemen we de “aussteig” naar Obergrunewald. Ineens lopen we door het bos over een onverhard pad. Het is raar te weten dat je nog steeds midden in de stad bent. Als ik al niet weg was van de stad, dan raak ik nu echt in de ban. Een trailpad tussen de oude stad en de moderne gebouwen!

Jammer dat het weer zo hard omhoog gaat. Openen staan we op een wijde vlakte tussen een oude vesting. Niemand anders dan wij. Elk ander zichzelf respecterende stad zou dit afsluiten en toeristen geld vragen. Hek er omheen. Maar hier niet. Hier staan de bordjes precies zo dat je helemaal rondloopt. Onder je de oude gekleurde huisjes, boven je de moderne glazen gebouwen. Daartussen in gras en oude vesting. Het is een geweldige samenkomst van alles wat mooi is. Trapjes onder de vesting door, zuilen die bijna gotisch zijn, uitzicht op de oude spoorbaan waar hedendaagse treinen rijden. Het regent, maar ik heb een roze bril op en een blauwe regenjas aan.

Dan verlaten we het fort weer, terwijl we bewondering hebben voor de bordjes die zo zijn geplaatst dat ze je keurig rondleiden. En weer gebeurt het: midden door het bos dalen we af langs trapjes (niet Robs voorkeur) richting de spoorbrug.

En dan sta je aan de voet van de brug die Belgisch aandoet. Alleen dan schoon. En glinsterend van de druppels en de zon. We klimmen nog 1 keer omhoog en zijn weer bij de casematten. Nu willen we graag terug naar de metro, maar… via de grote brug! Die willen we ook overlopen. Lijkt me erg eng, maar goed. We lopen door de winkelstraten en een park langs een neo-klassiek gebouw naar een drukke kruising. Daar staat (hoe dan) een achtbaan! Die had ik niet eens kúnnen bedenken. Het is de kermis die wordt opgezet. Wij gaan de drukke boulevard op en de enorme rode brug over. Het valt me mee, want het hek is hoog en ziet er vanaf beneden heel anders uit dan vanaf boven. Het uitzicht is gaaf. Je ziet de stad die niet logisch verbonden is en torent uit boven de vestingen, ruïnes en huisjes.

Stilstaan is erg eng, dan voel je dat de brug beweegt door de tram en auto’s. Dan zijn we weer bij Pfaffenthal. Een ervaring rijker. Het idee is als volgt: we gaan met de tram naar de Kinepolis en de McDonalds en kijken waar de F1 auto staat. Die willen we fotograferen om Manuel van zijn jeugdtrauma af te helpen. Hij heeft een speelgoedautootje de brug af laten rijden als kind in Luxemburg. We kijken, maar zien de F1 auto niet. We komen bij de mac en gaan iets eten. Robs knie doet pijn. Deze mevrouw begrijpt ons minder goed, maar we scoren weer een glas! Plan b: we gaan met onze dagkaart (als enige betalende klant, want niemand scant of koopt een kaartje!) nogmaals met de metro op en neer. Over de brug. Tot de eindhalte.

Of 1 eerder. En zoeken de F1 auto. Want Manuel helpt onze katjes. Dan blijkt dat de metro’s elkaar precies ter hoogte van de mercedes-bolide elkaar kruisen! We gaan over de brug en langs de (enorme) kermis in opbouw. Aan de ene kant de kermis, aan de andere kant de begraafplaats. Aan de ene kant een mooie moskee, aan de andere kant een oeroude begraafplaats. We stappen uit en in en gaan terug met de metro. we weten nu waar we uit moeten stappen voor de F1 auto. Nog een stukje lopen! De afstand loopt aardig op. De Mercedes F1 auto staat in de etalage.

We nemen daarna voor 1 halte weer de metro. Want we gaan nog wat drinken en snoep inslaan voor vanavond. En dan nog 1 halte verder tot het einde. Nu staan we bij de expo en het begint te regenen. Als we oversteken schijnt ook de zon en begint het harder te regenen. De regenboog eindigt waarachtig aan de overkant! Als we er zijn is de regenboog de stad in getrokken. Helaas zonder de regen mee te nemen. In het bos gaat het nog harder regenen. Tot onze grote verbijstering is het pad juist nu het meest druk: twee fietsers, 2 hardlopers en een wandelaar! Wij worden drijfnat.

Het minst erge moment van de dag: nog 2 kilometer en we zijn bij het hotel. We hebben 20 kilometer gewandeld. TWINTIG. Rob gaat liggen. Ik ga zwemmen. Met achtje. In het ietwat volle bad. Op en neer. Ik heb 20m ingesteld, maar het zijn er maar 18. Ik trek me van niemand iets aan en zwem er netjes omheen. Op. en. neer.

Een half uur lang met achtje, 15 minuten zonder achtje. Dan gaan ze sluiten. Niet iedereen trekt zich er iets van aan, maar ik vind het wel goed geweest vandaag. Een prachtige dag in een prachtige stad die echt mijn hart gestolen heeft; prachtig saampjes.

13 augustus. We hadden bedacht dat we vandaag lekker door de natuur zouden gaan wandelen. En dan ongeveer 7 kilometer, zodat we een marathon in 3 dagen gewandeld hebben. We rijden naar Echternach. Omdat we niet precies weten waar we moeten parkeren, draaien we om in Duitsland! Bij het station zijn nul plekken meer, dus we rijden door richting Berdorf om naast de mooie weg te parkeren. In Berdorf hebben we alle plekken gezien en kiezen we er 1 uit. Die ligt het dichtst bij Berdorf in het bos. Dan gaan we wandelen. We volgen de E1. Waarom en waarheen is niet precies duidelijk, maar we gaan richting “iets”. Het is een breed en prettig bospad.

We kletsen wat, we stappen lekker door. Er zijn veel mede-weggebruikers, veel toeristen. Het leukste is om “tschuss” tegen alle andere Hollanders te zeggen 🙂 We komen op een uitzichtpunt boven op een rots, waar je met een trapje heen moet. Goed idee om daar even lekker te zitten, maar er zit al een Nederlands gezin met 3 jonge kinderen. En commentaar op mijn triatlon-shirt. Wij zeggen eigenlijk niks en genieten van het uitzicht over Echternach. En ik eet koekjes. Dan gaan we weer verder als we goedemiddag hebben gezegd. We komen bij een mooi vennetje.

Hier maak ik gebruik van de ruime (maar zeer open) dixie en we zitten even op een bankje. Deze keer verstoort een groepje Belgische jongens de stilte. We wandelen weer verder. Het plan is om aan de ene kant van de weg (de 364) heen te lopen, over te steken na ongeveer 3 á 4 kilometer en aan de andere kant terug te lopen. We vinden echter niet echt een fijne oversteekplek. Bij het Hotel wandelen we daarom maar gewoon door richting Echternach. Het is heerlijk weer: droog, niets te heet en een beetje bewolkt. We komen langs een scoutingterrein en een camping. En dan dalen we af Echternach in. We zijn al 7 kilometer onderweg en moeten dus terug. De wandelmarathon-in-drie-dagen zit er dus al op! In Echternach komen we op de parkeerplaats en langs het water. We willen Duitsland wel in lopen, maar dat blijkt nog wat ver te zijn. Er vallen 15 druppels regen. We zoeken de volgende route uit en lopen een stukje langs het water en naar de abdij/kerk.

Als we daar zijn schijnt de zon alweer volop. We twijfelen heel even over een terrasje, maar dat is niet echt iets voor ons. We wandelen liever terug met onderweg een bankje. Aan het einde van de winkelstraat bij het station pikken we de gele stip op blauw-route op. We gaan aan het klimmen. Langs de mensen die bessen plukken. Over een klinkerpaadje. Hoger en hoger.

Het is best steil! Langs het Mariabeeld. Je kijkt al uit over de abdij heen! We zitten even op een bankje bij te komen en laten alle andere toeristen passeren. Dan weer verder klimmen over het klinkerpad. Bij een uitkijkkiosk is het hartstikke druk. Het ziet er mooi uit, maar we blijven niet staan. Wij gaan door met stijgen in het bos. Rob begint net te klagen dat hij meer rotsen had verwacht als er aan zijn wens voldaan wordt. Hoge rotspartijen doemen uit het bos op. Het is wel druk op deze route. En dan komen de trapjes. Heel veel trapjes. Heel veel treetjes. Tussen de rotsen door. Prachtig! Maar niet heel fijn voor Robs knie.

Bij het op-en-neertje naar het uitzichtpunt mag ik de rugzak dan ook even bij Rob laten om een foto te gaan maken. Het uitzicht is weids en erg mooi! De rivier loopt er als een lint tussendoor en je ziet Echternach liggen. Er is helaas ook een rolstoelplatform en banken en veel toeristen. Ik ga de treetjes weer af en tel ze: 106 stuks. We gaan verder: trapjes, rotsen, heel veel groen. Het is echt mooi. Maar ook vermoeiend. Ineens krijg ik trek. Niet dat ik honger heb, maar ik raak verveeld. Ik vind het niet meer ‘leuk’. Heb ‘geen zin meer’. We gaan een tijdje op een bankje zitten en eten en dat helpt mijn spirit weer omhoog. Ik zie weer hoe mooi de rotspartijen zijn en de bruggetjes en de smalle paadjes. Ik kan weer tegen de jankende kindertjes en de vele boomwortels.

Na een parkeerplaats wordt het pad weer smaller en de neemt de drukte af. We lopen ‘langs’ de auto die aan de andere kant van de weg staat: meters hoger en van ons gescheiden door een paar steile wanden! Dan volgen we de route maar even verder…. Ik denk: prima, als het 13 kilometer wordt, dan hebben we 50 kilometer gewandeld door Luxemburg! We komen door een kloof. Niet dat er water is, want alles is droog, maar er is wel een brug en supersteile wanden recht omhoog. Dit is weer dicht bij een parkeerplaats, dus het stikt er van de mensen, maar dat mag de pret niet drukken. Als bonus komen we zelfs door een paar grotjes!

Dan gaan we weer omhoog. Terwijl ik andere toeristen op de foto zet, heeft Rob gekeken welk pad we moeten volgen. We gaan over een gewoon bospad omhoog. Net zo lang tot we de weg oversteken en weer bij de auto zijn. Dik 13 kilometer. Het is mooi geweest! We rijden naar Diekirch voor de McDonalds en genieten van het Luxemburgse landschap, terwijl de auto het werk doet. De beentjes zijn moe. Van ons allebei. Maar mijn armen kunnen nog hoor! En het zwembad ligt er nog. Ik neem wel een achtje mee. Het is niet druk op dit tijdstip.

leuk achtergrondplaatje om elke keer naar toe te zwemmen 🙂

Ik ga proberen om met zo weinig mogelijk slagen naar de overkant te komen. Het houdt me goed bezig. Zodra ik me laat afleiden, gaat het mis. Echt een goede oefening! Het tempo wordt niet eens zoveel lager, maar ik heb minder energie nodig. Ik zwem maar en zwem maar. Ik ga zelfs even zonder achtje. Tot de russen komen. Ik weet niet zeker of het russen zijn, maar het fatsoen komt niet met ze mee en ik versta er niks van. Een jongen springt haaks op mijn banen, zijn moeder met baby gaat in mijn baan staan en ze bezetten het bad zo’n beetje. Het is me ook zat geweest. Ik ga uitdruppen, douchen, nog wat lezen en dan heerlijk vroeg slapen!

14 augustus Het idee is dat ik nog kan hardlopen als ik vroeg wakker ben, maar ik heb er geen zin in. Lekker een keer blijven liggen nu het kan en dan snel inpakken, ontbijten en om 10 uur stappen we in de auto. Eindelijk eens iets netjes volgens plan 😉 We rijden via Eindhoven om de kinders (onze eigen+neefje en nichtje) op te halen en dan door naar huis. We zijn om half 3 weer bij de katertjes en om half 4 draait de wasmachine en is alles opgeruimd. Ik twijfel over lopen, maar nu is er tijd en ik ga gewoon. Ik neem niet meer de moeite de training in het horloge te zetten. Gewoon proberen: iets met 15 minuten inlopen en dan 2 minuten op één of andere hartslagzone. Mijn benen willen best wel eigenlijk. De kuiten zijn wat stram en mokken de viaducten op. Ik geef zone 2 en de andere zones op: gewoon lekker hardlopen nu het even kan. Op het moment dat ik dat beslis, dat ik de tijden los kan laten, gaat het vanzelf.

Ik neem de ommetjes over de berg en over de onverharde paden. Stoppen mag, maar niet voor 5 kilometer. Het tempo zit er goed in. Bekend terrein, maar niet minder mooi dan Luxemburg en vooral heerlijk plat! Langs de Oostvaardersplassen. Vanwege de protesten van mijn onderdanen laat ik de berg voor wat ie is. Ik wil nu wel de tien kilometer halen (dat vreselijk hoofd haalt zich vanalles in zijn -ja- hoofd). Ik ga dus nog even via het fietspad door het Kotterbos voor een stukje. Het wordt wel zwaarder en dat hoofd wordt toch ook steeds roder. weer onverhard en ik vind dat het tempo best omlaag zou mogen, maar het lukt me niet echt. Ik zit er nu lekker in! En dan komen de tien kilometer dichterbij. Ook al moet ik net een rondje om het huis en ben ik moe en moet ik naar de toilet, ik rammel het binnen 58 minuten vol. Snel douchen en pannenkoeken eten!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

one × one =