browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2019-36

Posted by on 20 October 2019

zaterdag 12 oktober.

Meestal ga ik zwemmen, maar vandaag ga ik hardlopen met mijn trainer. Hoe dan ook, ik vind dat toch wel spannend, want hij is (veel) sneller dan ik ben. En ik wéét best dat inhouden voor iedereen gemakkelijk is, maar toch… Ik weet ook dat de trainer alsmaar last heeft van blessures en dat het nog maar de vraag is of hij wel een uur met me mee kan lopen. Ik rij naar zijn werkplek bij de Koploper in Lelystad. Het is niet droog. Ik eet nog een banaan en ga naar de WC en dan zie ik trainer FW al en kunnen we gaan. Hij heeft nu last van een nieuwe blessure.

We doen het rondje van de Zeebodemloop, dat kent hij. Ik dacht de 10 kilometer, maar FW vindt 5km beter en dan ziet hij wel of hij nog een tweede ronde mee kan met zijn pijnlijke voet. Als ik daar loop, weet ik dat ik ooit eerder de Zeebodemloop deed. Eerst kletst FW over zijn blessure, over dat ik mijn hartslag laag moet houden en dus het tempo laag moet houden en dat ik dat dan uren kan volhouden. Klopt: ik word niet echt moe. Hij vertelt over zijn vakantie en we hebben het over mijn toekomst plannen. En dan vertel ik nog wat. De kilometers gaan snel voorbij en het is redelijk saai rechttoe rechtaan. We maken de 5 kilometer vol. Voor FW is dat meer dan genoeg, want zijn voet gaat echt pijn doen. Ik twijfel of ik zelf nog een keer hetzelfde rondje zal lopen, maar ja, nu ben ik er toch!

Ik weet niet zeker of ik de route nog weet, maar ik kom er vast wel. Ik beloof de hartslag laag te houden en doe nog een keer 5 kilometer. Ik vergis me maar 1 keer heel even en loop lekker rustig. Omdat ik hier niet moe van word en dat ook niet goed voelt, ga ik de laatste kilometer wel iets harder. Dat valt een beetje tegen, want dan moet je nog een brug over. Ik ben redelijk nat geworden van de miezer, maar ik ben wel blij dat ik lekker 10 kilometer gelopen heb.

13 oktober. Ik ben lid van een club hardlopende dames in Almere. Ik loop niet altijd met ze mee, want mijn tempo ligt gemiddeld iets hoger. De afgelopen nacht heb ik slecht geslapen. Er waren ook zoveel activiteiten: feestje gisteravond, de triatlon in Hawaii vannacht, de autorace om 7 uur… Maar ik sta om half tien bij de McDonalds, waar we met een clubje een rondje om het Weerwater gaan maken. Het is warm. We zijn met een ‘vrouw of 12’. Ik ga maar wat kletsen met deze en gene over hun doelen, de (halve) marathons die ze gaan lopen, hoe het ze gaat en er is ook een niet-Almeerse bij die verwonderd is over de platheid en het asfalt in Almere. Al binnen een kilometer maken we een fotostop.

We hebben al over het zand gelopen, want het rondje Weerwater is dik onder constructie! We lopen weer verder en ik voel me niet heel comfortabel. Ik hoeft niet sneller, maar mijn hartslag is niet heel erg laag. Ik voel me opgejaagd, alsof ik beter kan en niet mag. Het is lastig om te buigen in dat het niet hoeft. Eerlijk gezegd lijkt het alsof ik me beter voel dan de anderen.

Dat voor mij 7 kilometer een lachertje is en als ik losga, ben ik weg. Maar nu halen we de laatsten elke keer op en ook de wandelaars. Ik vind het niet erg om achterop te lopen en ik luister graag naar hun avonturen. We maken nog een fotostop en dan moeten we om de Esplanade heen. Zij gaan door de parkeergarage, ik neem de ‘omweg’ door de tunnel. Even ik. Ik pik ze gemakkelijk weer op, want voor sommigen telt de afstand wel degelijk!

Ik loop met een dame die vrijwilliger was bij de Challenge in Almere. En met de anderen. Het steeds stoppen en omkeren maakt me vermoeider dan aan 1 stuk door lopen. Als we bij de McDonalds zijn, heb ik ruim 8 kilometer gelopen. We gaan nog even bij de McDonalds vieren dat de Hardlopende Dames in Almere 5 jaar bestaan. Ik geniet van een warme chocomelk en met moeite van een mini-tompouce (ik doe immers goed aan afvallen) tot we uit de Mac worden weggejaagd. Leuk dat ik mee mocht lopen, maar nu ga ik thuis de Tacx uitpakken!

14 oktober: Zodra ik thuis ben krijg ik de mannen thuis zo gek om lekker een stukje te gaan fietsen op de mountainbikes! We stappen nog voor het eten op. We beginnen ieder op onze eigen mountainbike en WOW wat zit mijn mountainbike lekker! De ketting is helemaal schoongemaakt en de trapas vervangen en dat ding fietst opeens net zo lekker als mijn racefiets! Ik vlieg er wel zo’n beetje op!

Ineens verheug ik me op de winter, als ik zo kan fietsen! Robs fiets is zwaarder en Vincents fiets is ook al onderhanden genomen. Ik denk dat het ook een beetje komt door de wind, maar we gaan lekker hard langs de plassen naar de dijk. Daar neem ik de lange route en dan haal ik snelheden van 30+! Daarna ruilen Rob en ik van fiets. Dat hij ook even van zijn goede werk aan mijn fiets kan genieten. We hebben wind tegen en Rob kan me nu gemakkelijk bijhouden. Vincent heeft het zwaarder.

Na het brugje en jeugdland nemen we een klein stukje onverhard. Voor het idee. Dan ruilen Vincent en ik ook nog om van fiets, zodat ik ook zijn fiets kan ervaren. Dat is een beetje net te krap voor me, net te klein. Vincent daarentegen fietst ver voor ons uit op zijn vaders fiets! Was een grappig, gezellig, afwisselend, leuk, ontspannend rondje.

15 oktober. Ik ga weer eens meelopen met de triatlonclub. Omdat Vincent ook gaat, niet omdat ik daar nu perse zoveel zin in heb. We zijn met een klein clubje en we lopen richting Qonsío. Niet helemaal, maar wel in de buurt. We gaan loopscholing doen (bah) en dan sprintjes (nog meer bah) onder de A6 door en terug (mega-bah). Daarna rondes rennen van een kilometertje. Ik ga met MB aan het lopen en we kletsen. Ik weet dat ze meeleest, dus ik moet op mijn woorden letten ;-P Maar zo erg als ik tegen haar opkeek in het begin, zie ik haar nu als een van mijn grootste vriendinnen! De tijd kletst heerlijk weg en we lopen 5:30 op de kilometer. Drie keer. Tamelijk precies. Dan lopen we al kletsend uit door de Literatuurwijk waarbij ik mijn richtingsgevoel helemaal kwijt raak. Dat ben ik niet gewend en het verward me. Ik hoeft niet meer veel of hard of intensief te lopen, dus dat we ‘maar’ 8 kilometer hebben gelopen boeit me niet zo. Ik ga door naar het zwembad. We hebben een invultrainer en ik weet niet goed wat hij verzonnen heeft. Deze man heeft mij heel vroeger in den beginne de techniek van de borstcrawl uitgelegd.

Even inzwemmen en dan zijn we met zijn tweetjes in de baan en 1 ik-doe-mijn-eigen-ding-zwemster. De opdracht is heerlijk: 5 keer 200m met 30 seconden pauze. Tel er twee minuten af en je hebt je kilometertijd. Ik zeg tegen SLB: 22 minuten. En dan ga ik met achtje aan het zwemmen. Ik tel het elke keer keurig af en geniet van deze opdracht. Ik zwem door, maar niet te hard. Gewoon lekker tempo. En raad ‘s? Net iets over de 22 minuten. Omdat we de snelsten niet zijn, mogen wij de schoolslag overslaan en 10 keer 100m doen. Dertig seconden pauze en drie minuten eraf halen en proberen dezelfde kilometertijd te halen. Ik vind dat iets lastiger en tel met de bidon naar tien keer. Iets meer dan 23 minuten en dertig seconden. Ik ben wel een beetje vermoeid nu en doe nog een keer schoolslag en dan zit de avond er weer op!

16 oktober.

Ik kom thuis en neem Vincent mee uit fietsen. Voordat Rob thuis komt…. want Vincent gaat op Robs fiets. We fietsen het a6-rondje. Het is best wel koel en het regent. Niet dat ik bang ben om nat te worden van de miezer, maar je ziet al snel zo weinig meer door je bril! Op de Ibisweg hebben we wind tegen en stayeren achter een mountainbike is met al het opspattende water weinig succesvol. Eigenlijk is de fiets nog net te groot voor Vincent, maar hij fietst er lekker op. Rob heeft er natuurlijk geen bezwaar tegen als Vincent op zijn fiets fietst. Weer een half uurtje buitenlucht gehad!

17 oktober. Donderdag is een beetje de rustdag geworden. Een lekkere wandeling tijdens de baantraining samen met Rob vind ik heerlijk!

18 oktober. Het zou de hele dag gaan regenen, maar dat valt alvast heel erg mee. Het is zwaar bewolkt, maar redelijk droog. Ik moet eerst naar de pedicure en voor daarna ligt de voeding en de rugzak klaar voor een LLD. een langzame lange duurloop. Revanche nemen op de duurloop van vorige week waarbij de voeding op z’n zachtst gezegd ‘karig’ was. Nu heb ik een handfles met water en 2 gels er doorheen gemixt en een extra fles, zodat ik de eerste fles mee kan geven aan Manuel. Manuel gaat een stuk meelopen. Hij heeft zondag de halve marathon van Amsterdam en dit stukje rustig lopen met mij gaat hem wel lukken, maar geen 20 kilometer! Ik begin zelf om half 11, want Manuel moet nog iets anders doen en ik loop de wijk rond. Na dik 3 kilometer kom ik bij Manuel langs. Ik loop rustig aan op 6:30 en mijn hartslag moet onder de 150 blijven. Dat moet ik uren kunnen volhouden volgens de trainer. Ik ben ik korte broek en t-shirt. We lopen de omgekeerde route van vorige week woensdag. Op naar de Vaart en het Schanullekesluisje! En dan begint het te regenen. Niet een beetje zachtjes miezeren, maar een flinke Hollandse bui. Fijn is dat – not. Maar ik loop gewoon gestaag door en drink netjes door. We kletsen. Over Vincents school. Over het feest van Manuel. Over…. vanalles.

We gaan het Kotterbos in en dan volgt nog een fikse bui. Het verbaast me dat ik ook zo kan hardlopen: met een soort van gemak, zonder dat er iets moet of hoeft: geen tien kilometer in een uur, het hoeft geen halve marathon te worden, gewoon doorlopen en volhouden en drinken onderweg. Nat of niet. Genieten van de herfst, ook al komt die met regen. Met vallende bladeren. Genieten van de gouden confetti. En zo nu en dan bedenken dat het toch maar mooi is dat mijn lichaam het volhoudt. Ik drink netjes de hele bidon leeg! Die geef ik aan Manuel mee. Ik roep Manuel nog na dat ik dus echt niet van plan ben om 25 kilometer te lopen, maar stop bij 22 of 23. En dan gaat dat stiekem in het systeem zitten. Ik loop alleen verder, zonder muziekje op en over het onverharde pad. Vanwege het weer zie ik eigenlijk niemand anders hardlopen. Niemand anders eigenlijk… Ik loop wel te genieten van de luchten en van het water. Omdat ik nog een beetje nat ben van de buien en omdat ik het niet nodig heb, besluit ik niet te stoppen bij het Oostvaarderscentrum. Ik heb mijn bidon in de hand en het gaat prima zo. Gewoon het tempo temperen. Ik voel wel wat spieren hier en daar, maar niets pijnlijks of vervelends. Ik loop rustig door richting de dijk. Wederom genietend van hoe mooi het hier eigenlijk is. Ik zie er wel een beetje tegenop dat ik dadelijk op de dijk wind tegen heb. Sinds Manuel naar huis is, heeft het niet meer geregend. Ik raak de kilometertel een beetje kwijt. Ineens blijken het er 17 te zijn in plaats van de 15 die ik in gedachten had. Het gaat nog altijd prima en ik denk dat ik best 21plus aan kan zo.

Ik kom op de dijk en neem de lange route rechtsom de dijk op. Daar komt een zonnetje door! Het is echt heel mooi en ik maak een foto tegen de wind in. Het tempo is wel ietsje gezakt, maar mij maakt het niet uit. Ik ga 2,5 uur lopen, punt. De wind vind ik wel lekker, maar de zon is echt een kadootje. Helemaal als ik aan de andere kant ook de lange afstand neem en naar de prachtige donkerblauwe lucht kijk. Hoeveel kilometer ik er al op heb zitten zonder te stoppen, weet ik al niet meer precies, maar de halve marathon ga ik zeker lopen! En meer ook. Het lange fietspad af en dan moet ik nog iets langer door om niet over eenzelfde pad te komen in de wijk. Misschien haal ik de 21 kilometer niet binnen twee uur en een kwartier, maar daar gaat het vandaag ook niet om. Ik zie het in de verte regenen en de wind steekt op, maar ik neem nog een slok sportdrank als ik me even een beetje vermoeid lijk te gaan voelen. Het helpt! De regen verwaaid gewoon echt letterlijk voor me weg. Een beetje raar, maar ik geniet er van. En van het bladerdek waar ik overheen loop. Het geluid is zo fijn! Ik zie nog even op tegen het brugje, maar als ik boven ben blijft de tijd ook onder de 7 minuten en ik heb een halve marathon gelopen in 2 uur en 18 minuten. Niet eens slecht voor een training. En ik ben nog niet thuis, dus het gaat 22, 23 kilometer worden! Even spookt Manuels idee van 25 door mijn hoofd, maar ik druk het weg. Voor nu. Waarom zou ik? Ik loop rechtdoor en geniet van het weertje en dat de herfstkleuren zo mooi zijn. En dan zit ik op 22 kilometer en heb ik het idee over de Evenaar te lopen en door te gaan tot 25 kilometer. Mijn tweede bidon is ook leeg. Ik voel mijn knieën en mijn stuitje. Dat laatste is totaal nieuw. Ik steek over naar de Evenaar en dan word ik opeens wel moe. 23 Kilometer gingen hartstikke goed en nu is het opeens net zo leeg als de bidon. Ik wil een banaan halen bij de AH voor de after-shake. Maar bij de AH zit ik op ruim 24 kilometer. Dan ben ik net thuis onder de 25 kilometer. NIET DUS. Ik loop nog maar om de school heen, maar het gaat echt moeizaam. Ik moet soms een paar passen wandelen en daar baal ik van, maar ik wil nu de 25 kilometer wel volmaken! Er zijn veel scholieren die in de weg staan. Ik loop tot thuis en wil nu ook de 25 kilometer zonder pauzes volmaken. De 2,5 uur zijn al (lang) voorbij. Ik moet nog een klein blokje om, tel de meters bijna af en ben op 25 kilometer als ik voor het huis sta. 2 uur en 3 kwartier. Ik zet het lege flesje neer, trek het regenjasje aan en wandel direct door naar de AH om thuis de supershake te kunnen maken! Ik heb last van mijn stuitje. En erge last van de schuurplekken op mijn rug (de hartslagmeter onder de rugzak), tussen mijn benen en vooral op mijn billen! Ik ben er ook moe van. Ik heb bewondering voor de mensen die een hele marathon lopen zondag in Amsterdam. Het is toch nog een stukje meer dan mijn 25 kilometertjes! Maar goed, ik heb (mezelf) bewezen dat als je maar goed voedt en niet te hard wil gaan, je dat inderdaad uren vol kunt houden. Volgende keer (?) voegen we daar een potje vaseline aan toe voor op de billen 🙂

19 oktober.

Na een heerlijk lange en goede nacht slaap en een zalfje voelt ik me alweer een stuk beter! Ik moet het niet overdoen vandaag, dus ik ga alleen maar een uurtje zwemmen. Niet vooraan, want daar is Ar voor in baan2. Heerlijk met achtje. Gewoon doen wat er op het papiertje staat. Behalve 4x benen, (BB), we stemmen dat we maar 1x benen doen. En de 2×100 op hoog tempo halen we niet meer ‘helaas’.

Paddles

Lekker veel, duurtempo is wat te rustig voor me, maar dat is niks erg. De paddels moet ik afdoen, omdat mijn vinger die bij de fietssalto gekneusd is geraakt, nog pijnlijk is als die wordt afgekneld door een paddle. Paddles doe je om je handen om de techniek van insteken en doorhalen beter onder de knie te krijgen. Je vinger gaat onder een elastiekje en precies dat lukt me links niet zo best! Uurtje mooi me best gedaan. Hoeft ik niet meer op de Tacx.

20 oktober. Ik ga een vriendin helpen met verhuizen. Het uitpakken van keukenspullen. Ze woont nu in Almere Nobelhorst en dat is een mooie afstand om naar huis te lopen. Rob heeft me afgezet. Ik heb alleen vergeten mijn jas in de auto te laten liggen en die kan ik niet meenemen. Ik doe mijn korte broek en shirt aan en stop de andere kleren in de rugzak en ga maar. Jasje haal ik later wel op. Ik ga lekker lopen, zie wel hoe ver ik kom. Ik heb namelijk alleen een karig ontbijtje op, maar het afvallen staat nu even stil. Nobelhorst is nog één groot nieuwbouwproject. Ik vind dat lastig navigeren. Via een veld hoop ik tussendoor te kunnen steken, maar ik moet rechtsomkeert maken omdat er water ligt. Dan maar langs de grote wegen. Het gaat overigens wel lekker, ik ga gewoon door, de hartslag is laag en het tempo ligt net boven de 6 minuten per kilometer. Ik kom op de rustigere weg en ga een lekker tempo maken. Ik dacht dat het 7 kilometer was, maar ik heb er al twee op zitten en ik ben nog niet bij de mange, vanwaar het 5 kilometer naar huis is. Het tempo komt strak op 5:55 te liggen. Ook als ik het viaduct op ga. Ook als ik onverhard door het bos loop. Het voelt gewoon prima. Als ik bij de witte brug kom, begin ik me te bedenken dat mijn portemonnee nog wel eens in mijn jaszak kan zitten. Dat baart me zorgen, maar ik word er met de kilometer zekerder van. Ik besluit na 2 kilometer inlopen, 5 kilometer op 5:55 te lopen, maar het gaat ietsje harder als ik aan mijn portemonnee denk. Na 7 kilometer ben ik nog (lang) niet thuis. Het gaat nog goed, maar ik vertraag wel wat. Ik ga nog 2 kilometer uitlopen. Waarom is de laatste kilometer altijd de zwaarste? Ik heb trek, baal van de portemonnee en wil er gewoon zijn. Ik loop 9 kilometer vol. Morgenochtend haal ik mijn pasjes wel weer op, vanmiddag is de bank, mijn boek en een zak chips mijn vriend. Ik heb op een lage hartslag gelopen, op een prima tempo en ik heb nergens (meer) last van. Ik ben alleen de foto (al dan niet expres) vergeten.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

16 + fifteen =