browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2020-3

Posted by on 26 January 2020

Maandag 20 januari. Ik ging weer yoga-en! Deze keer zocht ik een workout op via YouTube. Voordeel: dan hoeft ik het alleen maar na te doen. Nadeel: Je moet steeds opkijken! Dat laatste vond ik wel erg onhandig. En het was in het Engels. Ik deed zo goed mogelijk mee, maar de spieren rekte minder goed mee dan vorige week.

Dinsdag 21 januari. Ik ging zwemmen. MW ging mee en we zwommen ook samen in baan 2. M was er niet, dus ik moest voorop. Dan neem ik er mijn achtje bij! Na het inzwemmen gingen we afstanden zwemmen. De dinsdagen zijn voor endurances! Daar hou ik van.We moesten 50m op tempo, dan 150 m kalm. Meteen daarna 100m snel en 300m rustig. 600m in totaal dus! ik moest ze uittellen en dat ging redelijk. We zwommen met verschillende tempo’s in de baan en de laatste 2 lapte ik. gelukkig zwom GN achter me aan en zij hield me bij. Ik vond het aan de ene kant lastig dat ik mensen moest inhalen, want dan denk ik dat ik niet in baan 2 thuishoor, maar aan de andere kant voelde ik voor het eerst enige comepetitiedrang in het zwemmen! Inhalen-inhalen. In de tweede keer 100m snel hield ik de man in baan 3 bij. De derde keer raakte ik de tel wat kwijt en ik denk dat we 50m teveel zwommen. We deden nog een schoolslag. Ik ben van de klachten af in mijn lies en om mijn blaas. Ik zwom ook nog een paar banen zonder achtje. Dat lukt nog best! Ik had veel gezwommen.

Woensdag 22 januari. Ik bracht Vincent en de auto weg naar school en de garage. Toen ging ik een halve dag werken. Daarna haalde ik Vincent weer op en moesten we lunchen. Ik zat eventjes op de bank en toen volgde de sportmiddag. Ik heb zaterdag een ATB-wedstrijd en ik heb nog METER onverhard gefietst. Ik ga naar het Kotterbos. Erheen fietsen lukt me nog wel en dan ga ik de heuveltjes op. Dat lukt ook nog! Dat verbaast me, maar het voelt wel leuk. Daarna echter volgt de modder. De vieze klei-achtige modder. Ik moet wandelen. En dan zijn de schoenen ook smerig. Ik weet weer waarom ik het Kotterbos niet zo leuk vind om te fietsen. Er zijn kerels met bosbouw bezig. Ik hobbel lekker verder, maar ik laat een modderpad rechts liggen. Ik fiets wel even terug om onder de bomen door te gaan. Het tempo is abominabel, maar ik fiets!

Ik weet dat ik nog meer modder tegen zal komen, maar het verre stuk wat alleen maar uit modderkleirotzooi bestaat, ga ik echt niet doen! Ik blijf fietsen, maar mijn fiets wordt zwaarder van de plakzooi. Ik ga over de verharde weg ik fiets nog tot het brugje. Dan over de Trekweg terug en ik ga (stiekem) de natuurbrug over. Ik kom niemand tegen die het er niet mee eens kan zijn. Pas bij de berg en daar ga ik dan maar omheen. Ik maak fotootjes en fiets weer terug naar huis. Daar wacht Vincent me op om te gaan hardlopen. Hij hoeft niet hard, ik ga niet hard. Tenminste… dat hoeft niet, maar ik loop toch lekker door.

Een klein rondje van 5 kilometer. De laatste kilometer heb ik het niet gemakkelijk. We hebben heel even tijd om af te spoelen en dan moet de auto weer opgehaald worden. Die afspraak loopt iets uit, waardoor we te laat zijn bij het zwemmen. We missen het inzwemmen. Ik doe alles met achtje en de opdracht met benen doe ik helemaal niet netjes zelfs. Het is veel kort werk. Iemand anders zwemt maar lekker vooraan, ik doe (niet al te fanatiek) mee. En dan heb ik weer eens 3 sporten op 1 dag gedaan. Heb ik minder last van dan van een rustweek waarin mijn blaas de tijd krijgt om te keren!

Donderdag 23 januari. Een lange dag op het werk. Veel verschillende karweitjes. Ik word er moe van en eet teveel rozijntjes waar mijn darmen minder blij van zijn. Ik wil niet naar de baantraining. Gewoon nul zin in. Terwijl Vincent wel dapper zijn rondjes rent, ga ik met Rob wandelen en dat is veel gezelliger! Het is ook mooi met de lage mist. En koud.

Vrijdag 24 januari. Ik zet het weer op een wandelen, maar nu bij de bossen in Baarn. En met een vriendin en haar hond. Dat gaat niet zo snel en onderweg stoppen we om de bal weg te gooien, de hond te laten zwemmen en kennis te maken met andere hondenbezitters. We kletsen wat. Ik heb loopkleren mee, maar Manuel appt of ik later mee wil en hij is niet in de buurt van Lage Vuursche. Na de lunch ga ik naar huis en even later haal ik Manuel op. We gaan gewoon lopen. Ik heb een opdracht, maar gewoon lopen vind ik ook goed. Manuel voelt zich niet helemaal lekker en is ook bij de fysio geweest (maar het komt gemakkelijk goed!) en dit is één van de weinig keren dat hij het moeilijker heeft dan ik. Niet dat ik hard ga, maar toch… het is ook erg koud, ik heb handschoenen aan. We kletsen even bij en na een kilometer krijg ik de pas er in. We zitten net onder de 6:00 minuten per kilometer. We gaan door het Kotterbos. We lopen asfalt en kwebbelen als twee oudjes. Ik zeg Manuel elke keer dat we nog niet naar huis gaan, we gaan via het Oostvaarderscentrum. En dan nog via de berg. Ik krijg daar spijt van diep in mijn hart, maar nu zet ik ook door tot tien kilometer in een uur! De laatste kilometer is even doorwerken en ik heb het warm, maar we halen het! Dan nog het rondje uitdribbelen.

Zaterdag 25 januari. We moesten vroeg op om naar het Henschotermeer te gaan. Eerst het fietsenrek op de nieuwe auto. Dan de van-klei-ontdane ATB van mij op het fietsenrek. De heren schaamden zich voor de mooie auto, maar ik ben blij dat de achterklep tegelijk open kan! We rijden naar het Henschotermeer en het is koud buiten. Vincent zal daar gaan hardlopen en ik ga fietsen. Het is koel. Ik ben slecht voorbereid: eigenlijk heb ik veel te weinig gefietst en ik weet ook niet of ik het wel warm genoeg heb. Ik zet snel mijn fiets weg. We kletsen even met de anderen en luisteren naar de briefing. Dan gaat Vincent van start. Hard. Vooraan. Ik zorg dat ik mijn spullen aan heb en klaarsta. Ik zie al kids de brug over komen rennen en 1 daarvan lijkt Vincent te zijn. Of niet? Want die rent eigenlijk wel heel erg mooi. We denken dat zijn ene, altijd wel snellere clubgenoot voor hem loopt, maar dat is niet waar. Hij is van de club het snelste en hij loopt steeds mooier. Na een dikke 11 minuten mag ik aan de bak! Ik pak het losse startnummer over en pak mijn fiets en ik ga.

Bij de eerste heuvel moet ik al afstappen. De versnelling staat niet goed. Dan door het bos en 1 van de jongens haalt me in. Ik ga proberen hem bij te houden, maar ik heb nog niet gelopen. We slingeren over de parking en veel mensen halen me in. Het zal me wat! Door het bos gaat het prima en er is geen modder te bekennen gelukkig. Ik vind de wortels soms nog wat akelig. Ik hou het jochie in het vizier. Gewoon hard trappen kan ik wel! Dan gaan we de heuveltjes en het zand in en dat kan ik dus niet. Ik zie Krista en mijn andere vrienden die de lange cross moeten doen. Ik vind dit al genoeg! De heuveltjes trek ik slecht en ik moet vaak afstappen. Het andere jochie haalt me ook in. Las de heuveltjes voorbij zijn, komt het nare zand. Ik verlies veel tijd en ik heb het bloedheet! Ik heb trek en ben blij dat ik niet meer hoeft te lopen. We komen langs de beginplek en nu staan mijn versnellingen wel goed en kom ik de heuveltjes redelijk op.

Er is nog 1 man en na de laatste bergjes kies ik een andere versnelling en ga aan het trappen. Dat kan ik wel! Ik zie de jongens in de verte aan de andere kant van het parkeerterrein. Kijk, nu worden zij moe! De aardige man biedt me wat water aan. Ik hoeft niet en laat hem langszij gaan. Nu maakt het me niet meer uit en ik zet het gas open. Ik scheur lekker rücksichtlos over de bospaden. Ik haal de andere man bij en we halen iemand in. We komen vlak bij de jongens. Die tijd geef ik Vincent terug! Ik ben erg blij als ik er ben en Vincent trekt het startnummer me bijna uit mijn handen om te gaan rennen. Ik zeg wat mensen gedag en loop Vincent een stukje tegemoet om samen te finishen. Hij wordt net door een ander manneke ingehaald en sprint keihard verder. Ik kan zo snel niet. Niet in het zand en niet op zijn tempo. Hij loopt zo krachtig en hard! We finishen in iets van 57 minuten. Ik pak mijn fiets en doe een jas aan en dan maken we nog een foto dat we samen finishen, maar het de medaille om. Ik zeg nog wat mensen gedag en dan gaan we.

‘s Middags gaan we nog zwemmen. Vincent heeft spierpijn en ik heb nog energie. Niet zoveel zin, maar hopelijk komt dat in het water wel. Ik zwem 300m in met achtje en dan doe ik de training van dinsdag met 3x600m in verschillende tempo’s, maar zonder achtje! Dan heb ik minder drijfvermogen en moet ik mijn benen gebruiken. Dat kost veel meer energie en gaat dus langzamer. We zijn met zijn tweetjes in de baan, ieder een kant en ik zit niemand in de weg. Ik tel en let op de ademhaling. Heel sterk zwem ik niet, maar ik doe de 50m hoog tempo-150 m rustig – 100m hoog tempo-300m rustig drie keer zonder hulpmiddelen. Ik adem dan in de rustige stukken één op twee op 50 of 100 meter, dan één op drie, en dan één op vier. Zo hou ik het bij. Ik zwem zo’n 15 seconden langzamer dan met achtje. Valt me mee. Ik zwem nog 300m met achtje en doe dan 100m schoolslag/borstcrawl om het af te leren. Ik zwem 2600m weg. Ik heb veel slagen nodig om aan de overkant te komen. Maar ik heb mooi een uur gezwommen en ik heb een medaille, dus de hamburger is ook verdiend.

Weer een leuke houten hanger!

Zondag 26 januari. Er werd een social-trail georganiseerd. Rondom Lage Vuursche. Dat leek me wel leuk. Ik moet langzaam aan doen. Dat lijkt me wel fijn. Ik rij naar het vd Vlak hotel waar uiteindelijk maar een paar mensen verzamelden. Kon ik meerijden. Ik ben geen kletser. We waren mooi op tijd, tas in een auto, spullen mee en ik was werkelijk overweldigd door het groot aantal mensen. Ik schat een man of 50/60. We moesten wachten op organisator PL. Er waren drie afstanden: 11,16 en 21. Ik ging de 16 doen. Tegen half 10 gingen we lopen. Ik luister liever dan dat ik klets.

Maar er zijn teveel mensen voor de kleine paadjes. Ik merk dat ik moeite heb om ervan te genieten. Het is te druk, teveel rijtje-lopen. Je ziet alleen maar de grond voor je. Alles afstanden lopen nog door elkaar. Het tempo viel me mee en was goed vol te houden. Ik had het snel warm. Ik vond de kerkklokken die in de verte luidden echt gaaf, maar ze werden overstemt door voetstappen en geleuter. Ik kon ze ook niet plaatsen. Ik liep achter iemand met een prettig tempo, waarvan ik dacht dat hij toch wel sneller moest lopen en toen ik daar naar vroeg kreeg ik het hele verhaal te horen. Indrukwekkend. Inmiddels waren er wat bredere paden en liep het allemaal wat verder uit elkaar. Zo kletsend kan het tempo best wat omhoog merk ik dan. Ik liep eigenlijk iets te hard, maar het ging wel. Met zoveel mensen om me heen kan ik niet goed de route volgen of me bezig houden met waar we ons bevinden of hoe mooi het is. Joyce kon er niet bij zijn en ze appte me dat ik voor haar moest genieten, maar dat lukte me niet echt. Na het oversteken van de straat merkte ik dat ik de zin ook niet echt had. Mijn tempo mocht naar beneden en ik toch naarstig naar de button ‘enjoy’, maar hij zat niet op de goede plek. Dan moet ik even wat drinken, want ik had mijn sportdrank bij me. Ik telde een beetje af naar de post toe, waar koffie, thee en pannenkoekjes waren. En heel, heel veel mensen.

Ik dronk thee en toen gingen we wel in drie groepen. De tien ging eerst weg en daarna de 21km en toen ons groepje. Het was al aardig uitgedund en dat was prettig. De tempoverschillen waren groot, maar dat is al snel zo met 15 mensen. Ik weet nog dat ik de paadjes even heel erg leuk en klein vond, maar verder was ik te druk met niet struikelen en boomwortels kijken dan met genieten of bezig zijn met de omgeving. Je laat je leiden en hoeft niet verder te kijken. Het avontuur is eraf. Het tempo is eraf. Ik heb geen innig contact met die mensen.

We liepen door de modder waar ik vorige week met Rob en Vincent wandelde. Dat vond ik wel even leuk, want daar wilde ik best graag hardlopen en nu deed ik dat opeens! De zon kwam er doorheen. Voor Lage Vuursche stopten we om op elkaar te wachten. Ik had de pauze knop aan. Maar dat wachten telkens is niet echt iets voor mij. Bij Drakesteijn wachtten we weer en PL gaf uitleg. Toen liep ik met PL’s zusje mee die een heerlijke kletstante is. We stopte nog een keer voor de ‘afstekers’ en toen kletsten we verder. Maar noch de zon, noch de lieve kletszus, noch de prachtige route: ik voelde me een beetje afgestompt.

En weer even wachten om daarna een mooi paadje in te gaan en door te slingeren. Het is wel lekker sociaal en rustig om wat vaker te stoppen, maar het is voor mij elke keer weer opstarten. Ik nam nog maar eens wat sportdrank om de moed er in te houden. Vaak begon ik lekker rustig wat achterop, maar dan had ik toch net een iets hoger tempo en dan ging ik weer naar voren. Eén van de heren begon me uit te vragen over mijn hele triatlon. Ik vind het gek en heb moeite om er dan trots op te zijn. Ik voel me vandaag een brokje net-niet goed en dan kan ik me niet herinneren dat het ooit en prestatie is geweest. Toen liepen we naar de “folley” Wolfsdreuvik.

Voor mij de reden om met deze trail mee te gaan. Ik vergat alles. Het torentje was in het echt nog ehhh- echter dan ik had gedacht. Het torentje bekoorde me. Eventjes genoot ik tot in mijn hart van het sprookjesachtige torentje in de zon. Voor het eerst vond ik dat de rest te snel verder wilde. Ik bleef achter en keek nog om.

We liepen tussen prachtig en eveneens sprookjesachtig groen mos door, maar mijn hoofd bleef bij het torentje hangen. Ik hoefde alleen nog maar terug naar huis nu. We bleven een beetje wachten hier en daar en het was voor mij een kwestie van gewoon maar doorstappen.

Kon me niet meer schelen of het 15, 16 of 17 kilometer zou worden. Mooie vennetjes, de kuil: het kon me niet meer bekoren. Na het zoveelste stopje met nog een kilometer te gaan wilde ik alleen maar naar huis. Weg van deze kudde. Mijn lijf wilde wandelen. Dat deed ik ook even en toen zette ik de knop om: hardlopen en blijven lopen. Na maanden zoeken had ik het potje ‘doordrammen’ weer eens open gekregen. En dáár genoot ik van! Ik was echt even op mezelf en voelde me goed. Zo’n 800 meter slechts. Toen waren we bijna klaar en we zouden als groep aankomen, dus we moesten wachten op de langzaamsten. Ik viel letterlijk en figuurlijk stil. Het laatste stukje hobbelde ik achterop. Ik had geen woord meer te zeggen, geen centimeter zin meer en al helemaal niet in drukte of pannenkoeken. Naar huis. Weg. We gingen ook snel weer gelukkig, maar ik voelde me erg ongelukkig toen ik even binnen in de serre moest wachten. Vraag van mij niks, ik wil nu even niemand zijn. Ik had 16 kilometer getraild en daarvan alleen een torentje en een kilometertje echt genoten.

Volgende week doe ik het nog een keer, in alle rust, met alleen Joyce samen. Dan moet ik de route doen, moet ik om ons heen kijken, dan hoeft er echt niks en als dat ene moment er is dat ik niks wil zeggen, dan hoeft dat niet. (maar met Joyce is die kans klein) Als we naar huis rijden, luister ik weer naar de clubverhalen van Just Run. Ik ben er moe van en dat verbaast me wel. Ik geniet nog 1 keer na: ik heb al mijn sportdrank opgedronken! En nog een voordeeltje: ik sta bij anderen op de foto. 🙂
Ik heb weer een week lekker doorgesport. Met de wandelingen erbij zit ik boven de 10 uur, zonder de wandelingen op de keurige 8,5.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

five × one =