browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2020-27 De Trail de Fantomes

Posted by on 9 August 2020

Vorig jaar ergens hebben Joyce en ik bedacht dat we wel een keer samen een echte trail willen lopen. Een wedstrijdje. We dachten dat we 33 kilometer wel zouden redden. En dan de grote van de groten: de Trail de Fantomes! Ingeschreven ergens in december, maar 2020 bracht ons andere zaken: eerst een blessure van Joyce waardoor ze pas in maart weer kon gaan opbouwen en toen vanaf maart legde Corona de plannen stil. We trainden door. En werd daar de ene na de andere wedstrijd afgezegd, de Trail de Fantomes bleef heel lang staan. En toen was daar opeens het bericht dat het doorging!

In een -voor ons en mij- ideale vorm: geen duizenden lopers die op 1 dag starten tegelijk, maar maximaal 150 deelnemers per dag, verdeeld over een maand. Je kon zelf je dag kiezen. De route was anders dan normaal, de afstanden-keuze beperkter. Wij kozen voor 27 kilometer en legden de B&B vast in het startdorp Maboge. We trainden verder en ik verzuchtte: “alles best, als het maar geen 25 graden of meer wordt….” Helaas voor mij was dat ijdele hoop. Temperaturen boven de 30 graden werden voorspeld. We hadden negen uur de tijd voor deze race. Maar hoe hou ik mezelf 9 uur op de been met de voeding?! Samen met de trainer bereidde ik alles zo goed mogelijk voor. En toen bleek dat we een uur eerder mochten starten, was ik behoorlijk blij! De langste tijd dat iemand er over had gedaan was 8 uur. Wij gingen niet voor een tijd. Deze twee poldermeisjes gingen dit doen.

Vrijdag 7 augustus gaan Joyce en ik naar de Ardennen. In een auto zonder airco, maar we kletsen ons ongans. De hele route door. We stoppen een keer voor een broodje en ik neem 2 bolletjes met rauwkost. Jammie! Ik was brood en lunch vergeten. We deden het stukje bij beetje. Eerst Maboge vinden, dan door naar de punten waar we extra water/sportdrank/cola gingen plaatsen. Het was even zoeken en we zagen geen bordjes, maar we zaten echt op de route volgens het horloge.

Hier is ongeveer het 21 kilometerpunt en er staat een geel plastic tasje met onze eigen bevoorrading.

We zochten ook bij de post bij Nadrin hoe het eruit zag en extra spullen plaatsen. Dan naar de B&B. Dat is gek, met een mondkapje. De kamer is groot en dubbel uitgevoerd met een boven en een beneden. Dan naar La Roche om te eten met macaroni. Het wordt spaghetti met 4-kazen. Ik heb de hele dag sportdrank gedronken. Lekker gegeten en toen weer naar de b&b voor thee en kippebouillon en alles klaarzetten. Ik sliep boven in de hitte en Joyce beneden. Nou ja, slapen…. ik heb wel veel wakker gelegen. Uit onrust. En ik moest plassen.

Om 6 uur ging de wekker. Bolletjes eten. Ik had trek (niet zo best) en at er moeiteloos 2 en een derde tijdens het aankleden. Om kwart voor 7 ontbeten we beneden en nam ik extra kwark met banaan. Ik dronk nog een bidon sportdrank leeg. We hadden afgesproken dat we bij elkaar zouden blijven, hoe dan ook. Samen finishen of samen niet finishen, geen andere mogelijkheid. Van andere lopers hadden we gehoord dat het veel vallen was en een grote hike in plaats van hardlopen. Dat baarde ons zorgen. En het zou heet worden. Bloedheet. 35 graden. Daarom mochten we dus al om 8 uur starten. Daar stonden we dan met een man of tien. Ik vond het 1 keer overweldigend spannend, maar meestens was het te doen qua stress, omdat we samen waren. 

We zouden rustig beginnen en elke kilometer onder de 15 minuten was winst. De start lag verderop. We dribbelden en ik starte mijn horloge later, net voor de start. Vanaf daar ging het naar beneden. Onverhard, breed pad. Joyce zei de hele tijd: “naar beneden is geen goed begin, want we moeten omhoog!” Maar ik vond het lekker met een tijd van 7 minuten de eerste kilometer te doen. Dat was winst! We werden veel ingehaald, dan stapten we gewoon opzij. Ieder zijn eigen race. Toen ging het even stijgen. Dat was slikken. En daarna ging het heftig stijgen. Ik herkende dat. Van boomtak naar boomtak. Klimmen. Stap voor stap. Laat het rennen maar zitten. En dan een prachtig uitzicht als beloning.

Ik ben hier volgens mij wel ooit eerder geweest in 2016.

Daar rennen de anderen voorbij, maar wij maken een foto. We blijven op hoogte en smal pad. Stijgen kost meer tijd, maar de tijd blijft op 10 minuten.

Op 5 kilometer gingen we aan het stijgen. Zonder rennen. Een stel liep ons voorbij. Ik kan stijgen, gewoon rustig. Niet rennend. Joyce blijft iets achter. Ik stap door en door. Op exact 5km neem ik een gel. Ik ben trots op mijzelf!

Boven wacht de man op zijn vrouw, maar in de felle zon kan ik niet wachten. Ik wacht in de volgende bocht op Joyce. Op cp1. Een mooi, smal, redelijk vlak pad met veel groen. Joyce geeft aan dat ze het heel, heel erg zwaar heeft. Ik maak me zorgen, maar wil haar niet dwingen. Al moet ik haar startnummer nemen, zij zal ook 27 lopen! Maar goed, we beslissen nog niks. Ik voel me prima en de gel werkt goed.

Hier loop ik hardop Het Land van Maas en Waal te zingen! En andere kinderliedjes. Gewoon omdat het kan 🙂

Ik drink veel, lekker lurken. We komen op de afslag voor de 13 en dat herkende ik van vorige keer. Godzijdank hoeven we nu niet de heftig zonnige helling op, maar mogen we langs een prachtig riviertje lopen. Omhoog. Ik ga en ga en ga en ga. En dan even wachten tot Joyce er ook is. Nu is het uitkijken naar de post op 9 kilometer. We lopen over een breed pad te kletsen. Nouja, ik klets 🙂 dan komen we in Nadrin op de verharde weg. We proberen even te rennen, wat raar voelt na al het flinke doorwandelen en op asfalt in het zonnetje. We moeten even goed kijken en daar is onze persoonlijke bevoorrading! Ik drink de 500ml sportdrank moeiteloos leeg. Met verbazend gemak.

Zo ziet de post eruit. Tonnen met water en een vuilniszak.

Even wat kletsen bij de post en dan door. Nog even verhard, maar al snel een smal pad op. We gaan weer stijgen en ik voel me echt top door de sportdrank. Op 10km sla ik de gel over. Ik maak me wel zorgen dat ik niet genoeg water heb en neem een flesje over van Joyce, dan draag ik het tenminste zelf!

We lopen langs de rivier en dat is mooi en goed te doen en we blijven rennen. Joyce gaat mee de 27 lopen. Hoe langzaam ook. Ik vind dat geen probleem en ga niet voor haar uit lopen. Wel stukken, maar nooit ver. Joyce loopt achter me langs de prachtige rivier en er wandelen 2 jongens tussendoor. Dan gaan we stijgen. Door weer een prachtig dal en ik voel me perfect en ga maar door.

Ik sta stil voor checkpoint 2. Het duurt lang voor Joyce komt en ik ga zelfs even terug (wat gaat dalen toch veel gemakkelijker).

Joyce heeft met de knullen gekletst. We lopen samen cp2 over. Dan een stukje verharde weg op in de volle zon. Het is pas half 11. Meestal valt de warmte mee, vooral in het bos. Maar op de open paden warmt het nu wel flink op. Wij wandelen flink door en joggen als het afdalen en de zon dat toelaten en het pad wordt heel smal. Ik klets weer.

We komen bij een kruis en dalen af naar de rivier. Over een breed pad naar beneden in de zon. Het uitzicht is mooi en ik maak een foto.

We komen langs de rivier en dat loopt gemakkelijk. We rennen weer. Ik verbaas me dat het pas 11 uur is. De camping is vol aan de andere kant. Al die mensen hebben het warm, maar wij niet echt. Mijn telefoon is leeggelopen. Het fototoestel is aan blijven staan. Ik vervloek mezelf eventjes. We moeten een viaduct op en we staan ineens op een overvolle hete parkeerplaats aan het Nisramont meer. We mogen snel het bos in en dat vind ik fijn. Ik word gek van al die mensen. De aftakking voor de 42 laten we links liggen. We dalen weer even. Maar al snel staan we tussen de kanoërs die geen stap opzij doen en me onwijs irriteren. Ik heb geen tijd om me druk te maken, want we moeten de dam over. Niks voor mij.

Er zijn doorkijkluikjes die ravijnen voor me zijn. Ver omlaag kijken aan de ene kant en ik wil er snel weg, te druk en onrustig. Dan weer omhoog.

De pijlen en de route zijn onmisbaar en erg duidelijk. Hier is de 42 kilometer afgesplitst.

We komen wandelaars tegen die 15km doen. Dan flink stijgen en 1 keer boven zien we niet direct een bordje. De route is onwijs goed bewegwijzerd. Kan niet missen. We lopen even verhard en zitten op 16km, maar we zien geen post. Wel een man met ‘n Mercedes en drank. Joyce gaat hem vragen en hij is niet van de post, maar heeft wel koel water. We drinken opeens veel. Mijn water is zo goed als op. Een paar tellen later staan we toch bij de post en bij cp3. Ik vul mijn waterzak.

Even een appje naar huis en mijn telefoon bijladen. En dan verder afdalen, maar ik merk dat m’n waterzak klotst en dat is niks. Niet te rennen. We komen langs de rivier, maar daar is niet te lopen. Het pad ontbreekt grotendeels. Ik vind het niks en voel me instabiel door de drinkzak die klotst.

Op en neer over stenen. Vreselijk vermoeiend. Ineens staan we voor een rots die steil omhoog gaat. Met een touw.

Dat is een inspanning! Daarna gaat de stijging nog verder. Zonder touw weliswaar, maar het blijft omhoog gaan en de zon is inmiddels voelbaar. Aan de andere kant van het dal zitten mensen op een steen. Ik ga een heel smal paadje in, wat nog verder stijgt. Gelukkig merk ik het niet, maar Joyce is hier en daar tijdens de tocht wel bezorgd over de afgronden vlak naast de smalle paden…. Joyce zei nog: naar de volgende post kost ons uren en ik kon dat maar moeilijk geloven. Maar deze kilometer kost ons een half uur!

Zo gaat het omhoog! Wij komen van beneden.

We liepen even vlak. Intussen is het rustig om ons heen. Lekker! Wel raak ik het spoor wat bijster. Ik besluit onmiddellijk een gel te nemen. Boven ontlucht ik de rugzak eindelijk. We lopen door de felle zon en intussen is dat echt loeiheet. Dan het bos weer in omhoog en ik stap flink door. We tellen nu de hellingen af. Maar dat is nog een foute inschatting! Ineens moeten we weer met een touw omhoog. Dat kost echt kracht.

Maar dan ben je er dus nog niet! Dan moeten we naar beneden!! En dat is nog steiler. Ook met touw ga ik op mijn bips omlaag.

Letterlijk en figuurlijk niet geheel vlekkeloos. Het touw is nog niet eens de helft van de afdaling en we zoeken ons een weg door een droge rivierbedding met losse stenen. Deze kilometer duurt meer dan een half uur en ik voel me gesloopt. We zitten straks op een halve marathon na een uurtje of 4,5. We gaan gewoon omhoog en ik kijk uit naar de extra drank, al ligt die niet precies op de route. Ik ben even volledig alleen in een stuk bos waar het stil en prachtig is.

Zie hoe duidelijk de pijlen de weg aangeven!

Ik krijg Joyce niet geappt dat ik door wil lopen voor de drank, maar ze is dichterbij dan ik dacht. We zijn ruim op 21 kilometer en ik moet iets extra hebben aan voeding. Ik loop om, terwijl Joyce op me wacht op de route. Ik wandel alleen nog maar. Dan moeten we 6 kilometer ook redden.

Ik klok de sportdrank weer weg. We stoppen de flesjes weg en vinden zeer welkome pretsils (chips) om te eten. We hobbelen weer stukjes naar beneden, maar de benen voelen pappig aan. Flinke looppas is ook goed. Breed pad. Doorlopen. Nog 3 beklimmingen. We zijn bijna bij de rivier en dan weer omhoog. Nog een touw denk ik, want we raken er bijna aan gewend. De rust is van korte duur, want naar beneden volgt razendsnel. Met touw. Dit is wel de steilste.

Ik ben er bijna klaar mee en het laatste stukje geef ik me over en vertrouw ik even op het restje evenwichtsgvoel. Dan door een dalletje en nog 2 zware beklimmingen. Een touw, met knopen erin. Dus echt optrekken. Hijgend sta ik boven.

Weer door, want we zijn nog niet op de helft naar boven. Het blijft een breed pad. Ineens sta je boven in de felle zon. Die is zo heet dat je echt lucht als een dikke deken op je voelt. Je zou bijna naar de bosrand willen rennen, maar dat kan niet meer- dat rennen. Er staan bordjes langs de kant hoeveel kilometer het nog is. En een kilometer met klimmen en afdalen kan zomaar veel tijd kosten. We worden moe en ik weet het niet meer precies. Het was een mengeling van aftellen, angst voor wat nog komt aan dalen en overleven. De kans om te vallen wordt groter met de tijd die je onderweg bent en vermoeid raakt. Je moet de hele tijd onafgebroken letten op de route voor je, op boomwortels, stapjes en je voeten op blijven trekken. Ik heb gemerkt dat lurken aan water en stijgen mij goed helpen, omdat ik dan ook door mijn mond adem en ik dan drink. We dalen gewoon af langs de rivier. En dan weer omhoog. Dan ben je al lang blij dat het geen gedoe is met touwen. Het is de laatste grote stijging. Dan komen we weer aan de rivier. Daar staat een jongen te kotsen. Hij is er slecht aan toe en wij gieten water over hem heen. Hij loopt met ons mee. Joyce kletst tegen hem.

Ik geef hem een winegum en hij krijgt onze cola. De Belg uit Brussel knapt op. Ik wil alleen maar de rivier oversteken, maar dat is nog een keer omhoog en omlaag. Ik kijk er naar uit en vertrouw de slecht voorbereide Belg niet zo erg. We lopen langs koeienvlaaien en gras langs het water.

De laatste kilometer lijkt een eeuwigheid. Een oneindige opgave. Ineens moeten we nog een keer door de stof omlaag. En dan eindelijk de rivier. Koel. Zonder angst stap ik er doorheen.

Jonas gaat liggen. Hij koelt teveel af. Weet niet zo goed wat hij doet, die gast: hij dacht er 2,5 uur over te doen op een litertje water en zonder telefoon of startnummer. Het is hier druk rond de rivier de dagjesmensen verkoeling geeft. Kan ik niet meer hebben. Ik wil finishen binnen 6 uur en 39 minuten. Het is nog “quarante” (??) meters volgens die Franse mevrouw, maar mijn hoofd kon daar geen kaas van maken. Omhoog. Nog meer stof en stijgen. Ik ben er klaar mee. Laat dit maar afgelopen zijn. En dan sta ik boven voor de finish. Ik wacht op Joyce. Er komen auto’s voorbij en er zijn heel veel mensen. Nu moet Jonas maar een foto van ons maken; is ie niet voor niks meegegaan!

Het is gelukt binnen 7 uur, binnen 6 uur en 45 minuten zelfs.

Ik ben flabbergasted. Het is zo druk, zo onoverzichtelijk. Ik wil de 28 volmaken, ik wil hier weg, ik ben blij, ik ben trots op Joyce, ik ben blij dat de voeding klopte, ik ben er klaar mee, ik wil Jonas netjes afleveren, we zijn geen moment in gevaar geweest, we hebben het gewoon geflikt en ik wil drinken. Maar bovenal tol ik. Alles in en aan me tolt. Meer figuurlijk dan letterlijk. Ik app Rob en Vincent dat het gelukt is. Ze zijn blij voor mij. Ik loop op en neer. Moet uitkijken voor auto’s en dan met Joyce terug naar Maboge. Ik blijf nog even tollen. Foto bij de zuil.

Waar we 7 uur geleden ook waren! Maar nu met modderbillen….

De klok slaat drie uur. Medaille halen. Mondkapje op. Een plekje zoeken. Bier drinken. Appen met de trainer die gelijk reageert. Emoties. Joyce kletst. Ik drink bier!

Het is lekker, maar raakt me hard. Ik waggel de b&b weer in. Als een bezopen katje. Kletsen met een triatleet. Rust. Dan pas lijkt het heet. Ik ben niet verbrand, heb alles goed gedaan met voeding en daar ben ik super-super tevreden over. Ik drink een liter chocomelk als hersteldrank. Geen schuurplekken, geen pijntjes, maar wel overweldigend moe. Na de douche ga ik een half uurtje slapen! Daarna krijg ik een aanval van extreme sjacherein en gaan we eten in La Roche.

De hamburger valt erg tegen en de friet krijg ik niet weg. De honger ontbreekt ook. Mijn zin is op. Ik functioneer. Da’s alles. Rij mee, bel met Rob en Vincent. We hebben er officieel 6 uur en 36 minuten over gedaan. Daarmee zijn we niet laatste geworden, zelfs niet in de top 10 van onderaf. Ik slaap in de koelere kamer beneden naast Joyce. Al die social media maakt me bijna gek. Ik kijk morgen maar. Nu slaat de kerkklok al niet meer (die stopt om 10 uur). De dag zit er op. Challenge 1 van 3 afgerond. Met een dikke, dikke voldoende!

9 augstus. Na een nachtje redelijk slapen, maar niet teveel, pakken we de rommel in en gaan nu lekker van het uitgebreide ontbijt (met chocoladebroodjes) genieten! En kletsen met de vrouw van de triatleet. Joyce en ik hebben gisteren bier gedeeld na afloop, maar mijn ‘prijs’ ligt nog te wachten: zwemmen in de Ourthe! We lopen erheen (mondkapje op) en dan ga ik het water in. Ik loop terug voor mijn schoenen. In het water twijfel ik even, maar als je er eenmaal door bent is het heerlijk!!

Het is net diep genoeg om op en neer te zwemmen.

lekker laf met een achtje!!

Even later komt Joyce ook en ik ga ietsje verder. Door al het stoppen, raakt mijn horloge de lengte totaal kwijt. Joyce’ horloge is er nog veel erger aan toe, die heeft nog nooit gezwommen in open water!

Ik ga op en neer zwemmen, terwijl het snel drukker wordt. We maken foto’s en ook filmpjes. Op de bodem kun je heel goed de steentjes zien. Het is geweldig om hier te zwemmen!

Als ik voorbij de boom zwem, zie ik opeens 2 dikke grote vissen naast me! Ik schrik me het apezuur. Gelukkig kun je overal staan. Ik ben niet bang, plantjes en nu ook stenen ken ik wel, maar dikke vissen…. Dat is nieuw!

Eigenlijk is een half uurtje nog veel te kort, maar we moeten nog verder inpakken, afspoelen en naar huis rijden.

Ik ben trots op d’r! Met haar sneeuwmannenbadmuts!!

Ik heb geen andere schone kleren meer dan de reserve-sportkleding. pas tegen half 12 verlaten we de B&B, maar niemand doet moeilijk. Op de weg terug halen we lekkere broodjes die we in de auto opeten, omdat het REGENT dat het giet! Een enorme onweersbui trekt over. Wij hebben medelijden met de andere deelnemers, maar gelukkig bereikt dit noodweer Maboge niet. We zijn rond 4 uur weer thuis en daar lijkt het veel heter. Ik heb voor Joyce nog een kettinkje met een hardloopstertje gekocht, voor ons allebei dezelfde. Ik ruim snel alles op. Nu eet ik wel lekkere Almeerse friet en een echte huis-hamburger! En dan ga ik met Vincent uitfietsen!

De zonsondergang in Almere. Niks saais aan zeg ik!

Het gaat heel rustig aan. Niet omdat ik ergens last van heb, maar omdat ik heel moe ben. Heel moe! Het was een prachtig avontuur. Geweldig. Het voelde als een vakantie. Een belevenis. Iets om later, als deze poldermeisjes oud zijn, met veel genoegen op terug te kijken! Bovenal was het fantastisch om dit samen met Joyce te doen. Als ik alleen was geweest, was ik waarschijnlijk een half uurtje sneller geweest. Maar dat half uurtje weegt in niets op tegen het feit dat we dit samen mochten en konden doen. Echt fantastisch!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

five − 1 =