browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2021-23 Twee maal Trail des Fantomes en wat andere trainingen…

Posted by on 8 August 2021

Maandag 2 augustus Uitfietsen van het werken

Weer een dag werken. Dat kost iets meer energie als vakantie houden. ’s Avonds gaat Vincent naar de fietstraining.

Ik fiets met hem mee naar het Fanny Blankers Koen park en daarna fiets ik door. Mijn benen vinden het maar niks. Die herrinneren mij er aan dat ze gister nog iets van 70 kilometer dienst hebben gedaan. Van alle kanten. Ik neem het ommetje langs het Boat House. Dan rijden we verder richting het huis van SG om iets bij haar af te geven. Ik moet nog denken wat ik daarna eens zal doen… Uhm… Als ik eens het rondje van de NoorderplassenWestTriatlon zal doen… Dat is 12 kilometer. Ik moet ook nog een stuk op hogere hartslag fietsen, dat lijkt mij een mooie uitdaging. Over de 12 kilometer naar de start van het rondje doe ik dik 31 minuten. Ik wil de volgende 12 kilometer sneller doen! Het voelt toch anders zonder wedstrijddruk. Ik ga wel hard, maar niet echt superhard. Ik fiets wel door, maar er is niemand om op te jagen zeg maar.

De rotonde vind ik vooral grappig. Ik zet wel door en binnen een uur heb ik 25 kilometer gefietst. Daar ben ik dan weer tevreden over. Ik ga terug via de dijk.

Het tempo en de hartslag gaan weer lekker omlaag. Op de dijk leggen mijn benen zich neer bij het eindeloze trappen. Ik geniet van de omgeving. Langzaam tel ik uit dat ik te veel tijd heb voor de route. Ik ga wel door tot bij de gevangenis en dan via het industrieterrein. Dan doe ik vanaf het moment dat ik de dijk af rij, versnel ik weer. Dat is op het industrieterrein even gedoe en dan zijn mijn benen er echt klaar mee. Ik ga langs de Vaart aan het fietsen en bedenk waar ik de brug over kan om terug te rijden. Ik zet nog even aan, want ik raak nu toch uit mijn tijd. Op het laatste moment besluit ik de brug niet over te gaan en door de wijk terug te rijden. Ik hoop toch dat ik de 50 kilometer haal vandaag. Eigenlijk vond ik 45 genoeg, maar de 50 moet lukken. Net niet binnen 2 uur denk ik, maar toch… Vincent is al klaar met zijn tochtje en we fietsen een klein stukje om door de wijk. Netjes 50 kilometer gehaald! Ik rommel met de trainingen in TrainingPeaks.

Dinsdag 3 augustus. Bij elk bankje ? 5 squats – een melige misrekening!

Voor de Bingokaart van Trispiration moet ik bij elk bankje 5 squats doen. Ik heb dat in Drenthe al geprobeerd, maar toen bleef ik steken op 1 bankje. Dat vind ik niet tellen. Ik ga nu langs de Oostvaardersplassen, daar staan zeker 3 bankjes. Op het schema staat ook krachttraining, die pik ik wel gelijk mee. Ik loop langs de Laan der VOC door naar de Evenaar. Dan kom ik bij de tennisbanen. Daar staan -UCH- 4 bankjes!

Ik maak bij elk bankje een foto. Gedoe dus: horloge uit-foto-5 squats-horloge aan-100m lopen-horloge uit- foto- 5 squats. En dan blijken er op de Evenaar wel HEEL ERG veel bankjes te staan! Ik ga de berg in elk geval overslaan. Straks langs de plassen zijn het er maar een paar. Dacht ik. FOUT. Niks 3 bankjes, maar zeker een stuk of 8!

2 Bij elkaar, een losse stoel, weer een bankje, nóg een bankje en langs het water weer een bankje! Ik heb me werkelijk nooit gerealiseerd hoeveel bankjes hier staan. En elke keer datzelfde riedeltje met foto en squats en horloge. Intussen moet ik naar zone 3. Voor een kwartier. Daar val ik dus elke keer uit en dan moet ik weer opstarten en snel naar zone 3 gaan, voor ik bij het volgende bankje ben. Dat is een supergoede oefening voor me! De squats doen me niet zoveel. Die doe ik lachend. Tot ik bij het Oostvaarderscentrum kom. Daar staan wel 40 bankjes!

Ik kijk maar 1 kant op en daar staan er 3. 15 Squats. Lijkt me een aardige deal. En weer verder. Nog een bankje. Telefoon weer opgeborgen en daar is het volgende bankje alweer. Ik word er echt melig van. Gelukkig komt er dadelijk een stuk zonder bankjes! Hoezeer je je daarop kunt verheugen… Kan ik eindelijk even doorlopen. En ondertussen appen dat de Picnic boodschappen vroeger komen dan verwacht en dat ik dat niet zal halen. Ik loop gewoon door. Intussen terug in zone 1. Het tempo is wat verlaagd. Ik geniet wel van een heel stuk zonder ook maar één bankje! Ik denk dat ik stop bij de volgende kilometer. Maar het bankjesloos en dus stop-loos lopen is wel vol te houden. Tot ik de wijk in ga. Bankje. Hoezo staat hier ook een bankje?

Wat zeg ik – VIJF bankjes! Ik doe 25 squats. Vijf-en-Twintig. Op de brug zit 1 bankje. Ik besluit het park door te gaan. Hoe dom kun je zijn… Maar goed, daar is het dus 1 groot bankjesfeest. Verborgen achter struiken, bij de speelplekken, voor de speelplekken, tussen de speelplekken.

Het begint te regenen, maar dat vind ik niet erg. Ik ben blij dat ik elke keer een foto heb gemaakt, want de tel ben ik al lang kwijt! Ik loop de 7 kilometer vol. Als ik de foto’s natel en de bankjes schrik ik bijna: 33 bankjes! Drieendertig stuks! Op 7 kilometer! Dus 165 squats. De krachttraining streep ik onmiddellijk af. Ik heb er lol van gehad, dat zeer zeker.

4 augustus. Zwemmen op de Spiegelplas. ?‍♀️ ?‍♀️ ?‍♂️

EzN, iemand die ik ken van een hardloopgroep van heel lang geleden, doet mee aan een soort triatlon uitdaging waarin ze elke week een onderdeel doet. 42 Kilometer lopen was geen probleem voor haar, maar 180 kilometer fietsen in een week was best een ding. Ze hoeft maar 1800m te zwemmen en ik stelde voor dat ik met haar mee zou gaan. Dat nam ze gretig aan en ik werd anthousiast van haar locatie in Nederhorst ten Berg: de Spiegelplas. Daar lag heel vroeger onze zeilboot! Toen ik nog bang was van water. Ja, wat zal zwemmen daar gaaf zijn. Vincent gaat mee. EN zwemt niet zo snel. Zij gaat in bikini, ik in trisuit met mouwtjes en Vincent in wetsuit. Ik neem mijn achtje mee.

EN zwemt in wat zij een borstcrawl noemt, maar ze doet haar hoofd niet onder water. Ik pees om het vlondertje heen en ik zwem heerlijk. Ik denk alleen maar: ik zwem in de spiegelplas, ik zwem in de spiegelplas. Net Dory. EN zwemt echt lekker rustig! Om haar houding iets te verbeteren, krijgt ze mijn achtje. Met je hoofd boven water, zinken haar voeten enorm. Vincent heeft alle tijd om met haar te kletsen. Kletsen op het water! Wel heb je ooit… We gaan naar de boei. Soms gaat Vincent er even vandoor en daarna stuif ik naar de boei. En terug. Zonder achtje dus! Ik zwem echt lekker- niet normaal. Ik haal ze weer op. Zij kwebbelen vrolijk verder op het water. Mijn horloge is compleet van slag (letterlijk en figuurlijk), want ik zwem mega-afstanden in toptijden. Ik zwem met EN mee terug, terwijl Vincent het alweer koud heeft en zelf terug zal zwemmen. Best even akelig om je kind zo alleen op het water te zien. Door het rustige tempo heb ik alle tijd om te genieten van de kleuren van de lucht en de kerktoren in de verte. Het is echt supermooi.

Ik doe een soort combi schoolslag en borstcrawl een paar slagen en ik zwem om EN heen. Dan wil ik ook nog naar de andere boei. De gele. Ik laat EN gaan en denk even op en neer te stuiven. Het ging eerder ook al hartstikke goed. Op deze boei staat het nummer 6. Het blijkt iets verder te zijn als ik dacht. Als ik terug moet zwemmen, zet ik fiks aan. Zonder hulpmiddelen! Ik ga echt heel erg goed, maar wat moet ik mijn best doen om tegelijk met EN weer aan de kant te komen! Mijn horloge vindt dit juist de langzaamste 500m; het rare ding.

Ik heb dik 2700m gezwommen, bijna het dubbele van de rest! De zon gaat onder in mooi rood. We kletsen nog even na. Ik vond het echt geweldig.

Donderdag 5 augustus. Zwemmen in de Reigersplas ?‍♀️ ?‍♀️

Nog een dag werken. Ik merk dat dat best energie kost. En me druk maken over de Trail de Fantomes. En over Rob zijn gekeusde teen. Ondertussen vind mijn lijf het weer eens tijd voor de menstruatie, wat deze keer weer vervroegd is! Ik kan nog net bij de pedicure terecht voor een steunnagel. En dan kan ik om 7 uur weer gaan zwemmen. Weer! Met DdR deze keer. We liepen ooit samen ‘haar’ halve marathon in Linschoten en toen zag ik water en ik zei haar hoe geweldig buiten zwemmen was. Ze begreep er niks van. Nu is ze zelf getransformeerd tot triatlete en doet ze niets liever dan buiten zwemmen. We gaan saampjes naar de Reigerplas. Daar heb ik omheen gefietst en langs gerend, maar erin zwemmen… dit is de primeur!

We gaan een vierkant proberen te maken. Het is fijn dat we er allebei instaan als: dit is een training, snel hoeft niet, stoppen mag, wachten op elkaar moet en genieten is niet moeilijk. Naar het bootje eerst. We hebben een vierkant in ons hoofd. Bij het bootje spreken we het volgende bosje af. Ik zwem alles met achtje vandaag. Lekker makkelijk maken! Dan zwemmen we naar de paal, maar door de zon wijken we iets af. Daarna terug naar het beginpunt. Op elke ‘hoek’ wacht DdR op me. Ze zwemt iets harder.

Het water is heerlijk. De stilte is geweldig. De kleuren zijn fantastisch. We hebben de tijd en na het ‘vierkant’ wil ik eigenlijk ook nog naar het brugje. Horloge uit, horloge weer aan en door voor de volgende uitdaging!

Halverwege wacht ze me weer op. Dan lig je zomaar opeens, midden op de plas, met niemand in de wijde omgeving, een praatje te maken! We gaan verder naar de brug. Zo nu en dan verrek ik van de kramp in mijn buik, maar ik trek me er niks van aan. Het pakje is rood en de eerste dag is niet zo erg. Bij het brugje stikt het van de plantjes. Die vind ik wel grappig, maar dit zijn er veel en ze lijken vies. Onder de brug door. Eigenlijk wil ik de andere brug ook wel, maar de plantjes weerhouden ons ervan. We gaan weer terug zwemmen. Ik heb er al een kilometer opzitten na de herstart!

Nu tegen de zo’n beetje ondergaande zon in. Ineens heb ik een slag te pakken. Rust, kalmte, ik hoeft niks. Geen haast, geen stress meer in mijn hoofd, geen krampen. Kalme vingers en ik maak me niet druk om de slag. Heerlijk 1 op 4 ademen en slag na slag afmaken. Letterlijk en figuurlijk ‘in the flow’. DdR kijkt zo nu en dan om. Ze hoeft niet op me te wachten, ik zit er zo lekker in! Ik zal nu de 2000m in de tweede ronde ook volmaken ook! Ik zwem nog wat heen en weer en DdR maakt de foto’s. Het is een geweldige meid: we kletsen heerlijk verder bij het omkleden en in de auto naar huis. Ik denk dat wij veel vaker gaan zwemmen! Leuk om op verschillende plekken te gaan. 

6 augustus. Welkom in de Ardennen! ??

Vincent, Joyce en ik reizen naar de Ardennen voor de Trail de Fantomes. ’s Morgens moet ik nog alles inpakken. En ik ben al hyper en onrustig. Het is topsport om binnen 3 uur alles in te pakken en klaar te maken. Joyce rijdt ons door Luik naar de Belgische Ardennen en even voor drieen staan we op de camping bij de stacaravan. Het lijkt helemaal vakantie! We mieteren een hoop spullen een krappe stacaravan in. Maar er is een WC en een koelkast en plek voor veel chips. We spelen een spelletje Yatzee en dan gaan we een stukje wandelen. Naar het dorpje Dochamps. En dan langs de kerken langs de weg. We zien een mooi pad het bos in en ach – why not. Even later staan we bij een oude spoorwegovergang. Leuk! Helemaal begroeid en verlaten.

We lopen erlangs over het pad en dan zoekt Vincent een kleiner pad uit. Joyce en ik volgen liever de spoorlijn, maar gaan een kijkje nemen. Bij een prachtig stroompje en langs een soort verdelde vijver.

We lopen terug naar het spoor en dan gaan we over het spoor lopen. Is toch verlaten. Hartstikke lekker vlak en prachtig.

Maar of het de goede kant op gaat… Het maakt niet uit, we genieten er van. Na een kilometer of 6 zien we een verlaten wagon in een dorpje en volgt de uitleg op de borden. Het is megacool.

Maar de weg terug… dat is nog iets anders! Nog een dikke 3 kilometer stappen. We verlaten de verharde weg niet meer.

Bij de camping aangekomen is het 7 uur en Joyce vergaat bijna van de honger (die heeft de lunch geskipt). We lopen langs de patatkraam en eten friet in de caravan. Het idee was om daarna nog pannekoeken te maken, maar het zit overal zo tussenin dat we kiezen voor broodjes met knakworst. En chips als toetje. Wie zei ook weer dat je vlak voor een loopuitdaging niet te vet moest eten? We hebben enorme lol. Grappige vakantie zo. 

7 augustus De Trail des Fantomes ? 10 kilometer met Vincent

Vorig jaar hoorde Vincent van het avontuur van Joyce en mij in Belgie en dat wilde hij ook! In december leek het best een goed idee: op zaterdag 10 kilometer met Vincent en op zondag met Joyce de 24 kilometer. Maar toen we vandaag in de auto zaten en naar het verkeerde adres reden en het begon te regenen, kreeg ik toch buikpijn van de twijfels. We mochten tussen 10 en 11 uur starten. Dit jaar is het maar een week waarin iedereen mag starten en geen maand en vandaag was de eerste dag. Bij het Landgoed waar het begint dit jaar, was het behoorlijk druk. De regen hield zo’n beetje op. Vincent deed mijn regenjasje aan. We haalden de startnummers op. Joyce maakte nog een foto van ons en toen gingen we. Iets later als ik had gehoopt om even over half 11.

Ik vond het vanmorgen vroeg toen ik moest opstaan. Spanning voelde ik niet. Ik vond het niet slim dat we verkeerd gereden waren, maar toen het regende was het eigenlijk wel goed. Toen we aan kwamen rijden vond ik het wel spannend. Ik had er wel enorm zin in! Ik denk dat de zin meer was dan de spanning.

Vincent

We gingen eerst gewoon een beetje over de weg, langs de parkeerplaats omhoog en verder door het veld ook naar boven. Kwestie van gewoon blijven lopen. Niet veel bijzonders als er even inkomen. De eerste kilometer zat er al snel op, binnen de acht minuten.

Aan het begin vond ik het nog echt leuk en genieten. Helemaal het uitzicht vanaf boven, dat was echt prachtig.

Vincent

Als tijdverdrijf had ik bedacht om te gaan kwartetten met rare dingen: we passeerden wandelaars op de 10 kilometer met honden en gingen dus honden ‘verzamelen’. En auto’s op het parkoers (ja, die waren er dus!). We zaten allebei op 2 binnen 2 kilometer. We gingen het bos in en toen zagen we het water rechts van ons liggen. Dat is het meer van Nisramont! Vincent dacht even: moeten we daar oversteken?! Maar we mochten erlangs.

Over zo’n smal pad langs het water, beetje omhoog, beetje stenen, boomwortels, andere wandelaars en hardlopers die minder tijd nemen om te genieten. Wij hadden de tijd. De zon brak door en dat maakte de Ardennen echt supermooi. Ik dacht nog: snel filmen, dat is dadelijk vast weer weg, die zon!

Ook de tweede kilometer liepen we vrijwel onafgebroken door. Toch had Vincent al snel in de gaten dat er niks, maar dan ook niks in Nederland is waar dit mee te vergelijken valt! En toen begon de klim. Wandelend omhoog. Puffend.

De nachtmerrie begon toen we omhoog moesten lopen. Wandelen! Het was een takke-end naar boven, maar het einde zag je niet. Je zag wel hoeveel mensen er voor je liepen.

Vincent

Een hoop mensen. Sommige sneller en anderen ook wandelend. De zon scheen nog steeds, dus Vincent had niet zoveel aan het regenjasje. We kwamen boven bij de huisjes en staken over deze keer het bos weer in. Ik liep alleen maar te bedenken hoe fantastisch het was dat we hier samen liepen.

Boven ging mama weer sprinten. In het bos stond het hartstikke vol met pijlen. Gek genoeg liepen we eerst een keer over de finish! Dat vond ik wel erg leuk, daar was het gezellig en daar had je dan wedstrijdgevoel, net als in een wissel.

Vincent

Toen kwamen we weer door de start-finish. Een beetje gek om door de finish te lopen, terwijl je daar nog lang niet bent. We liepen de andere kant langs de single tracks op. En toen ineens ging het naar beneden. Als een soort glijbaan zeg maar. Maar dan zonder de baan en met beperkte glijmogelijkheden. Van boompje naar boompje en hopen dat de modder niet gladder is. Dat alles onder de modder komt te zitten, neem je maar voor lief! Daar moet ik altijd even aan wennen: vies worden en smerige handen krijgen. En Vincent ook. Ik moest wel even over wat barrieres heen… Zeg ik tegen Vincent: gewoon gaan en zelf sta/zit ik te twijfelen! We kwamen langs de rivier. Ineens begreep Vincent mijn ellenlange kilometer tijden: van wandelen geen sprake meer. Klimmen en klauteren over de stenen heen. Onder bomen door, over wortels heen stappen en tussen modder en gladde stenen door manouvreren. Vincent genoot en ik ook!

Ik dacht nog dat dat het ergste was en dat het hierbij zou blijven…

Vincent

Gelukkig had ik nog niet naar Joyce geschreven dat we al op een derde waren. En toen kwam de rivieroversteek. Daar lag tie. Vincent stapte er dapper in.

Ik zette de GoPro aan. De stroming was sterk, de rivier breder dan vorig jaar. Dat filmen kost wat balans en je kon er op wachten: plons. Ik schoof van een steen af! Niet erg, niet koud, niet problematisch en ik had alles nog eens gefilmd ook!

En dan zegt ze tegen mij dat ik niet in het water moet gaan liggen omdat je dan teveel afkoelt 😉

Vincent

Na twee minuten sta je druppend aan de andere kant. Ik zal besparen wat dat met de onderdelen van het maandelijkse feestje doet, maar eigenlijk was er geen probleem. Alles waterdicht verpakt en anders mag het nat worden.

Wat Vincent had herkende ik wel: je bent zo vol adrenaline dat je een springend geitje bent! Het was wat rustiger ook, omdat we nu alleen maar mensen van de 10 kilometer zagen. We konden een beetje doorlopen. Ik had het niet nat of koud gelukkig. De zon bleef ons vergezellen. 


Toen kwam de klim omhoog. De Klim. Eerst een stukje touw. Verder zie je de rotswand voor je en is het enige wat telt de volgende stap. Waar zet ik die neer? Wat kan ik vastpakken? Het is echt heel klein opeens: de volgende pas. De volgende greep aan een wortel. Niet omhoog kijken. En zeer zeker niet naar beneden! Het is druk op zo’n plek. Inhalen onmogelijk. Vincent voor me uit. Ik liet iemand passeren. Dat had ik niet moeten doen. Ik keek omhoog en zag een smalle richel. Ik keek opzij en zag mensen iets doen met afdalen. Die smalle richel waar Vincent op stond, benam me letterlijk en figuurlijk de adem. Hoogtevrees ken ik nauwelijks, maar nu… Ademhaling niet onder controle, angst voor Vincent en het gaat loodrecht omlaag.

ik merkte wel dat ze er last van kreeg. Maar ik weet heus wel wat ik doe!

Vincent

Mensen laten passeren kan echt alleen een stukje verder waar een rots het uitzicht beneemt. Ik zit letterlijk en figuurlijk aan de rand van paniek. En dan lijkt het nog erger te worden: omlaag. Recht omlaag zo ongeveer. Ik had het al gezien en begrepen. Voor mij is het lang niet zo erg als de afgrond en het smalle pad en ik krijg mijn ademhaling weer in het gareel.

De tijd nemen en een modderkont voor lief nemen, dan hoop ik zonder ongelukken weer terug aan de rivier te komen. Er zijn veel mensen. Sta je zelf op de foto? Vraagt de mevrouw achter me. Meestal niet! Roep ik. Maar nu kan ik je niet mijn toestel geven. Vincent balanceert wat lager en die vindt het niet zo aardig van me. Ik ga echt op mijn billen omlaag. Stukje bij beetje. Steen! Hoor je regelmatig. Het advies is om langs een boom op links te gaan, daar is een soort van ‘pad’. Als je zoiets op elk ander moment in Nederland zou tegenkomen, zou de benaming pad totaal niet in je opkomen, maar hier, na deze afdeling is het bijna een soort trap!

Zo staan we trillerig weer naast de rivier. Nog niet op de helft en al bijna een uurtje onderweg. Nauwelijks tijd om ons er iets van aan te trekken.

We gaan langs de rivier, maar alle snelheid is er uit. Zo’n klim en afdaling vergt veel energie. Alles nat en vies. En het ‘pad’ wordt onderbroken door boomstammen waar een klauterpartij gewenst is (of volgens Vincent: je kan er overheen springen) en stenen waarvan je hoopt dat ze niet te glad zijn. De mevrouw maakt een mooie foto van ons en we kletsen even over de weglopers die bij 10 kilometer vragen naar eindtijden. Dan pikken we weer wat energie op en we gaan doorhobbelen. Hardlopen is wat veel gevraagd. Er loopt een tijd een stel voor ons, maar we halen ze in. Geen haast. Dat stadium zijn we al lang gepasseerd. We hobbelen, schuifelen, stappen en gaan de rivier langs.

Een kilometer in 24 minuten. Vincent is er nog blij om ook, omdat we er vorig jaar een half uur over deden! En dan weer naar de rivier. Ik pak de GoPro er maar niet meer bij. Dat geeft meer stabiliteit en nu storm ik bijna het water door!

Ik kan Vincent zelfs nog op de foto zetten voor hij het water uit is. De stroming is nog steeds sterk en het water komt boven mijn billen. Meteen begint weer een klim. Deze herken ik van vorig jaar. Halverwege is een huisje. Het uitzicht is gaaf. Dit is makkelijker dan de eerderen. Er is meer mos, meer houvast en het grootste probleem is dat het nu weer drukker is. Ik denk: had dan niet zo lang getreuzeld bij de rivier. Ik merk dat ik geirriteerd raak – foute boel. We zitten ook al over de 6 kilometer heen en… door alle perikelen zijn we weer eens iets vergeten! We komen op een breed pad: “eten” zeg ik tegen Vincent. Hij neemt een Mars en ik een gel. Niet eerder vertoond: ik knijp de gel twee keer uit en vind het zo lekker! Note to self: dit MOET morgen beter! Op het brede pad zouden we kunnen rennen, maar met volle mond even niet. Ineens staat er een bord dat het nog maar 2 kilometer is! WTF! Ik zit nog niet op 7 kilometer! Dat wordt wel een hele korte tien kilometer tocht dan. Daar heb ik niet voor betaald! We gaan weer hardlopen. Wat er van het tempo over is tenminste. Vincent jubelt: we gaan weer sneller, dit duurde maar 14 minuten! We lopen door over wat zowat een makkelijk begaanbare route is. Je past je heel snel aan…

Dan nog 1 keer omhoog. Ik weet dat het de laatste keer is. Gewoon omhoog. Door het dennenbos. In haarspeldbochten. Er zijn geen trapjes meer, maar een touw is ook niet meer nodig. Al vindt Vincent van wel. Die raakt steeds leger en is blij dat we nog maar anderhalve kilometer hoeven.

Ik was kapot daar, hoe ik dat heb overleefd… Geen idee. De mars viel ook een beetje verkeerd.

Vincent

Ineens voel ik de gel en wat veerkracht inkicken: ik haal Vincent in en kachel naar boven. Hij volgt wel, maar zijn zinnetje is verminderd. Een breed pad in de volle zon: dan stuiter ik zo snel mogelijk naar de schaduw toe! En wacht natuurlijk eventjes op mijn kleine held.

Hier had de zon niet hoeven te schijnen van me, of juist wel: het geeft me energie om door te gaan. Dan komen we weer op het stuk waar we eerder waren. We gaan mensen inhalen die wandelen. Vincent is leeg. De Mars kwam veel te laat en ik voel me daar vreselijk schuldig over. Hij wandelt, ik huppel nog een beetje het bos door.

Ik maan Vincent weer te gaan hardlopen en te blijven rennen. Dat is het deel training: geen zin meer, weinig kracht meer, weinig meer te bedenken, alleen maar blijven rennen.

Het is nog 500m en we completeren het kwartet ‘honden’. Dan lopen we samen het terrein op. Ik heb Joyce geappt voor en na de laatste klim, dus ze weet dat we komen. Samen passeren we de juichend de finish. Ik ben trots op Vincent. Die is alleen maar moe.

Ik zeg Joyce even gedag, doe mijn rugzak af en moet en zal dan de 10 kilometer volmaken. Voor 8,75 kilometer ben ik hier niet en ik kan dat gewoon niet accepteren! Vincent vindt het prima en die gaat uitrusten en een medaille zien te scoren. In alle rust loop ik het parkeerterrein nog eens langs en nog een keer naar boven van het begin. Ik keer om en loop 10 kilometer vol. In dik 2 uur.

Ik ben nog niet moe, maar morgen het dubbele… Daar moet ik nog maar niet over nadenken! Zoals gewoonlijk ben ik snel weer bij, maar Vincent is kapot. Joyce heeft zich ook vermaakt: ze heeft ingelopen en nieuwe schoenen gekocht. We sjaffen een medaille en dan merk ik pas dat alles nat is aan kleding. We gaan bij de auto omkleden en Vincent gaat zitten. Voor het komende uurtje. Ik ga nog een paar hele smerige dingen dumpen, een suikerkoek halen, mijn handen wassen en Joyce en ik gaan samen de spullen voor morgen wegzetten op een paar extra punten. Langzaam betrekt het weer. Dit was een goed begin zeg ik!

Vincent is na een tijdje ook weer bij en fietst de camping rond. Het regende ’s avonds. Gelukkig zitten we droog in de caravan!

Gedurende de nacht regent het nog meer en vaker. 

Zondag 8 augustus. Trail ?‍♀️ ?‍♀️ de Fantomes part 2️⃣

Door al die regen begin ik te twijfelen of de 24 kilometer een handige afstand is. Dan hikken we op de tijd, moeten we ons haasten en met alle modder die gecreeerd wordt met al die neerslag is dat onverstandig. Het zal glibberig en op de afdalingen gevaarlijk worden. De middag belooft nieuwe buien en dan zouden wij moeten haasten? Niet handig. Ook niet als Vincent op de post op ons moet wachten. Ik bedenk dat ’s nachts. Het eerste wat ik Joyce voorstel om 8 uur ’s morgens is, om de afstand terug te brengen naar 18km. Ze gaat akkoord zonder problemen. Het omzetten kunnen we zelf doen en gaat via de app. Voor we opstaan, is het geregeld! Dat geeft wat rust.

Vincent neemt de fiets mee naar het startpunt en zal naar het vakantiehuisje terug fietsen. We eten, verzamelen de spullen en dan rijden we weer naar Nisramont. Vincent neemt de GoPro mee. Het eerste wat opvalt is, dat er nog niet de helft van het aantal auto’s staat van gisteren! Dat is alvast prettiger op het parkoers. Het is droog. Iedereen heeft korte mouwen, dus wij doen maar mee. Nog een keer naar de Dixie, de afstand controleren (we staan nu inderdaad voor de 18 ingeschreven) en dan maakt Vincent nog een plaatje van ons voor we elkaar gedag zeggen.

We beginnen rustig aan met naar boven hobbelen. Het is heerlijk dat er minder mensen zijn! Om straks de 21km vol te maken, ben ik bereid om -als dat lukt- het beginrondje nog een keer te doen.

Naar beneden bevalt mij veel minder! Mijn bovenbenen zijn ‘gevoelig’, zeg maar. Pijnlijk. Die hebben gisteren al gewerkt. Werkelijk, als mijn hersenen in mijn benen zaten, was ik omgedraaid! We komen langs het meer van Nisramont en hier en daar worden we (op zijn vlaams) “voorbij gestoken”. Maar de drukte van gisteren is ver weg gelukkig.

We hobbelen door en op precies hetzelfde punt als gisteren komt de zon door! Dan komt de klim naar boven. 2 Franse knullen doen ook rustig aan met hun lange benen. Wij zijn om te genieten hier, de tijd gaat ons lukken. Ik hik wel een beetje aan tegen wat er nog komen gaat. We komen boven in flinke stappas.

Dan een stukje asfalt. Joyce is al best moe, die moet even wennen aan de hoogtemeters. Ik maak lekker veel foto’s. Alle spullen zijn nu hartstikke goed geregeld: alle voeding staat klaar, Vincent heeft de Apple Watch, de rugzak is gevuld en ik heb een doortimmerd voedingsplan. We gaan door het bos terug naar de finish. Het pad is al aardig ingesleten! Straks weer…

Ook het graspad na de startlocatie is al platgelopen. Het is vandaag allemaal beduidend modderiger. Dat wordt wat dadelijk op de afdalingen. Eerst het wat rustigere afdalen, maar ik vertrouw mijn spieren vandaag minder. Kunnen en willen ze me echt nog wel dragen? We komen op de plek waar ik gister even afgleed en daar moet ik dan echt overheen. Omhoog wacht ik wel even op Joyce, als we naar beneden gaan, ben ik de vertragende partij.

Modder heeft als voordeel dat je er wel een soort van traptreetjes van kunt maken, maar het is ook iets glibberiger. Intussen zijn er al zoveel mensen afgedaald, dat het er niet beter op is geworden. Het trapje slijt al weg. En het stuk daarna is nog meer glijden dan gisteren. Voorzichtig maar. Ik hou iedereen op als ik achterstevoren aan het touw omlaag ga! Jammer dan…

Na het touw is het nog veel verder omlaag. Vertrouwen op eigen kracht en hopen maar. Ondertussen schieten er links en rechts mensen voorbij. Dat geeft weinig rust om je eigen tempo te doen. Dat er maar 1 steentje verkeerd hoeft te liggen, bewijst Joyce door flink onderuit te glijden. Schrikken, schrammen, modderig en in vele talen wordt er meegeleefd, maar het gaat gelukkig goed. Dan over de stenen klauteren. Dat maakt het niet rustiger of makkelijker. De drukte en de vele mensen maken het nog veel erger. Opzij stappen waar dat eigenlijk niet kan, zoiets. Al die stomme grappen. Naast ons zie ik de regen in stralen naar beneden vallen, maar ik merk er niks van. Ik moet opletten waar ik mijn voeten neerzet. Meer niet.

Bij het oversteekpunt van de 10 kilometer stoppen wij even voor een gel. Even de onrust een beetje uit. Laat alle racers maar voorgaan! Joyce is wel geschrokken van het vallen, hoe snel het kan gaan. We ploeteren verder langs de rivier. We wijzen nog een paar mensen terug naar de 10 kilometer. Ik ben blij dat ik niet met ze hoeft te ruilen, want de klim en afdaling aan de andere kant van de rivier wil ik met dit weer niet overdoen! Maar ja… ik weet niet wat er nog komt… Ineens staan we tot de enkels in de modder.

Hier hebben we wel mee getraind, maar dat was poldermodder en dit is Belgische kleffe modder! Gelukkig is het niet heel lang. We gaan weer stijgen en dat doe ik in mijn eigen tempo. Ik kijk wel telkens om of Joyce ook nog komt. We komen in het bos en gaan richting het 6km-punt, waar onze eerste eigen bevoorrading staat. Het bos is prachtig. Net als vorig jaar geniet ik enorm. Nu nog meer, want ik ben nog wat frisser.

De geel-oranje kleuren van de paddestoelen en de zachte ondergrond en de groene omgeving zijn geweldig. Ik kan hier zo nog een keer lopen! Dit stukje van vorig jaar is de reden dat ik nog een keer kom, hihi. Joyce voelt het intussen anders: die baalt dat iedereen voorbij loopt alsof het vanzelf gaat en dat het bij haar niet zo is. Niet dat mijn bovenbenen al iets toegeven, maar ik kan me voorstellen dat het voor Joyce lijkt alsof het mij vanzelf gaat. Ik ga haar ophalen. In dit bos vind ik dat niet zo erg. Maar ik kan haar ook niet opbeuren van de motivatiedip. We komen bij onze eigen bevoorrading. Ik drink de halve liter sportdrank zo weg!

We lopen samen over het brede pad naar beneden en ik vertel Joyce van de mensen die hier niet kunnen lopen. Samen met de cola pakt ze het wel weer op. Het worden single paden afdalen met veel stenen.

Wat mijn bovenbenen echt niet prettig vinden en dat voel ik grondig! Kan Joyce mooi voor… We zien niemand meer. Ik dacht wel: er hing hier toch een touw vorig jaar? En ja, daar is het al. Achteruit naar beneden. Ik laat 2 of 3 mensen voor, maar ik kan niet iedereen voorlaten, ik mag ook gewoon van het touw gebruik maken. Daar is lang niet iedereen het mee is, zo blijkt als ik halverwege hang. 3 Mensen moeten mij inhalen terwijl ik daar hang. 1 Lijkt zelfs nog pissig dat ik niet uitwijk, wat niet kan. Een ander gaat dan maar zonder touw. Noujazeg. Het irriteert Joyce en mij enorm, dat respectloze.

We gaan door een riviertje heen en al snel zijn alle snelle nepperts weg en kunnen we genieten van de prachtige omgeving. Er zijn watervalletjes glinsterend in de zon. Vorig jaar zat dit aan het eind en was het vooral doorgaan, nu lopen we flink door. Wij hoeven niks te bewijzen! We halen het ook wel en met de kortere afstand is de druk eraf.

We krijgen nog een touw voor onze neus om naar boven te gaan. Het touw slijt intussen! Ik kom makkelijk boven. 8 Kilometer en we slaan af naar de 18 kilometer route. Een heleboel haast-makers kwijt.

Ik neem een Marsje en drink weer. Breed pad en rust. Lekker! Over de velden in de zon gaan we richting de rivier. De allereerste keer liep ik hier de Trail de Fantomes in tegengestelde richting. Dat lijkt echt lang geleden! We komen bij de rivieroversteek. Dit was vorig jaar in tegengestelde richting ook de oversteekplek. Eerst even een plasje voor je het koude water in moet. De rivier is breed hiero. Ik stap het water in en het is een kwestie van balanceren en kleine stappen maken. De rivier komt niet zo hoog.

Halverwege sta ik stil voor foto’s en dan komen de druppels. Die worden een gordijn aan regen! Nergens buien, behalve als we midden in de Ourthe staan! Het is bijna grappig en in elk geval niet erg, want nat worden we nu toch. Ik wacht in het water op Joyce en film haar. Ook zij komt aan de overzijde, nat van de rivier en de regen. We komen mensen tegen die een dag eerder de Trail de Fantomes liepen. Met een Tacx-bidon uit Zeeland. Ze maken een foto van ons – IN DE FELLE ZON. De regen is opeens weer weg.

We lopen langs de rivier. Er is echt niemand en dat is erg fijn. Het is hartstikke mooi. Dit is de reden om naar de Ardennen te gaan! De zon op de rivier, de rust en de grote stenen, die wel glad lijken, maar waar mijn trailschoenen op gebouwd zijn.

We rennen niet echt, want er zijn veel obstakels. Bomen onderdoor of er overheen. Ik heb intussen contact met Vincent, hij fietst lekker rond en ziet veel leuke auto’s. 10 Kilometer in 2 uur. Het is raar, maar daar ben ik blij mee, want we halen het gewoon, wat er ook nog komen gaat! We gaan langs een smal stroompje omhoog.

Ik heb op mijn horloge gevonden dat dit klim 6 van 9 is. Dat stemt me wel blij. Maar het gaat niet zozeer om de klimmetjes, maar om afdalen. Langs het water is het erg, erg mooi. Ineens blijken er toch nog andere mensen te zijn op de 18 kilometer route! Dan komt een steil stuk stijgen. Ik ga naar boven en dat gaat echt goed. Stap voor stap en de boomwortels zie ik als een trapje. Ik kom boven bij het veld en keer om voor Joyce. Mag zij lekker voor!

Ik beloof mezelf telkens boven een stroopwafeltje, maar boven ben ik het weer vergeten. We gaan samen lopen en weten waar we zijn, want hier waren we vorig jaar dus ook bij het meetpunt. De mensen die ons nu inhalen zijn hartstikke lief: ze hebben geen haast. Het single pad is mooi, maar intussen went het ook wel zo’n beetje. Dit is mijn dipmomentje. Nu ik het opschrijf, heb ik het vermoeden dat het uitblijven van de stroopwafeltjes er wat mee van doen heeft, maar ik moest mijn best doen om niet te denken dat het nog een heel stuk is. We komen bij een bankje en ik ga er voor de lol zitten. Joyce komt erbij in het zonnetje. Een lieve Franse voorbijganger zonder haast fotografeert de ‘oude dames’ op het bankje.

We gaan weer verder omhoog. Opeens zijn we bij onze tweede eigen bevoorrading! Ik drink de halve bidon leeg en zet de spullen iets verder weg. Ik kom er helemaal van bij en realiseer me dat we nog maar 5 kilometer te gaan hebben. We gaan het bos door en dan raak ik de weg wat kwijt. We zouden toch in het dorp moeten komen? Maar dat is verder weg dan ik dacht en we gaan weer naar boven. Dan ineens komen we het bos uit tussen de huizen. Overgangetje! Op het asfalt gaan we weer hardlopen, dat voelt zó gek! En daar is de bemande post. Kleine vrolijke verrassing. Tot mijn verbazing is het er ook best druk met hardlopers die uit de hoeken en gaten komen. Ik eet veel tucjes. De stroopwafeltjes blijven op hun plek. Ik neem een mueslireep mee. Op het moment dat we het meetpunt passeren, schiet mijn horloge naar 14km. Het aftellen kan beginnen!

We gaan naar beneden. Het regent weer een bui. Die daarna over is en dan zijn we op de velden. We blijven een kilometer lang hardlopen en dat is de snelste kilometer van de dag! We passeren rugzakwandelaars en andere lopers steken ons voorbij. Dan is er modder. Met hoofdletters. We zoeken een stukje er omheen, maar wat zou het eigenlijk? Dadelijk in de rivier spoelen we het wel weer af! Die rivier is er al snel. Nog een korte sanitaire stop, want de heren kijken toch niet om die in het water staan en dan gaan we.

Geen regen deze keer, maar wel meer stroming. Meer balanceren. Ik maak even foto’s en dan snel door. Joyce krijgt een helpende hand van de Franse rugzakmeneer. Het ziet er vriendelijk uit en het helpt haar niet weg te glijden.

Dan gaan we weer een stuk flink stijgen. Wacht ‘s: hier liep ik ook met Vincent! Dit is bij het huisje! Hier kreeg ik gisteren teveel trek. Nu gaat dat veel en veel beter. Ik ben daar trots op. Erger wordt het nu niet meer echt. Ik eet de mueslireep op. Nu kan mijn maag dat nog wel verwerken. We lopen nog een stuk langs de rivier hard, redelijk vlak en goed te doen. Weinig obstakels en stabiele ondergrond. Je past je aan! Dan begint de laatste klim. Ik stamp weer naar boven en vind het een beetje jammer ergens.

De afstand is korter dan 18km, maar dat wisten we al. Ik voel me nog goed en eigenlijk wil ik de 21 kilometer vollopen. Ik heb meer gelopen als Joyce en zal de 18km halen. Joyce blijft steken onder de 17 kilometer. Een extra ommetje langs het Meer van Nisramont lukt me wel. Ik wil het graag. Joyce denkt er even over. Maar als ze boven komt, is haar eindenergie in zicht.

We rennen nog over de velden. Als het nog 1 kilometer is, besluit Joyce de race de race te laten. Ik mag alleen verder als ik dat wil. Mag zij op mij wachten! In de overtreffende trap wachten dan maar meteen na de finish straks. We lopen door het bos. Er zijn meer mensen die aan het einde van het latijn zijn en we halen (voor de eerste keer!) iemand in die ons niet weer inhaalt en blijft wandelen. We zijn weer in het bos op het vaakst belopen pad. Ja, ik ben moe, maar verre van kapot of uitgeput. We gaan het halen binnen 4 uur. Samen lopen we de finish over in 3 uur en 56 minuten.

Het is er lekker rustig nu. Joyce is er klaar mee. Ik stop even het horloge, geef haar mijn startnummer en we laten ons samen op de foto zetten. We hebben niet genoeg ons best gedaan om laatste te worden: daarvoor hadden we nog ruim een half uur langer moeten genieten! We staan in de top tien – van onderaf. Joyce laat naar haar wond kijken en ze zal op me wachten. Ik ga weer verder en denk: eten! Ik neem hardlopend een gel en lurk het water leeg als ik naar boven loop. In mijn uppie, alleen, helemaal voor mezelf en op mezelf. Ik vind het heerlijk om met Joyce of Vincent te lopen, maar alleen ik is het meest puur. Ik kan blijven rennen als ik kan, zo hard ik kan en ik hoeft niks te zeggen of doen. Ik let op de pijlen, op de omgeving en dat is het dan.

Er is niemand meer. Ik maak een paar selfies en blijf lopen. Stuur Vincent snel de finishfoto. Naar beneden richting het meer en weer een kilometer erbij verzameld. Wat mijn benen er ook van vinden (die vinden dit niet oke, merk ik). De stilte en de kalmte neemt bezit van me. Brugje en dan het trailpad langs het water.

Er zijn schreeuwende kinderen, Nederlands natuurlijk en ik kom een swimrunkoppel tegen in wetsuit met paddles. Dat is alle drukte. De zon schijnt op het meer. Fijn dat ik hier kan lopen en me tegenover niemand schuldig hoeft te voelen. Het is heel dicht bij mezelf zijn.

De klim weer. De trapjes zijn na alle glibberpartijen met mos als enige houvast lollig. Het gaat nu loeisnel voorbij zonder andere mensen op het parkoers.

Ik kom bij de huisjes en loop over het asfalt. En daar is tie: de halve marathon. Met 1000 hoogtemeters. Lang over gedaan.

Ik sta in de zon op asfalt en ben te moe om te juichen. Nog 1 keer-echt voor het aller-allerlaatst- het bos door. Aha: er is ook een beetje een einde aan mijn energie en dat is in zicht! Ik hoef, wil en ga niet meer echt heel hard lopend. Alle doelen gehaald en het is goed zo. Ik ga ruim langs de finish af.

Ruim 30 kilometer in 2 traildagen. Uitdagend was het zeker! Joyce heeft mijn tweede medaille. Er zijn nog maar een handvol auto’s. Ik ben wel eens meer kapot geweest. Dit moet voeding zijn! Lijnen gaat dan misschien niet zo best, maar vandaag had ik het eten onder controle. Ik vreet nog verder in de auto als we de tasjes weer ophalen. Mijn benen vinden er wel degelijk iets van wat heel kort samen te vatten is: AUW. We gaan naar Vincent terug in de stacaravan en dan ben ik moe. Gewoon vermoeid. Na de douche gaan we de beloning halen: Belgische frieten met mayo in Houffalize.

In de avond regent het weer. Het is een geweldig weekend in de Ardennen. Echt fantastisch en enerverend. Wat een topprestaties zijn er neergezet zeg. Ik ben trots, blij, tevreden, gelukkig en enthousiast.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

five + 18 =