browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2022-2

Posted by on 16 January 2022

maandag 10 januari – De fiets weer op! ?

Tja, de fiets binnen hadden we dan ook al 2 dagen niet meer gedaan. ? En gisteren heb ik ook niet veel gedaan, dus dit zal vast onwijs belangrijk zijn. Maar de zin ontbreekt alvast. Vooral omdat er morgen ook gefietst moet worden. Eigenlijk heb ik weinig last van de halve marathon. Ik begin toch echt te denken dat de hartslagmeter geen gelijk heeft gehad. `Maar goed, laten we eens zien wat de benen vinden van anderhalf uur (!) fietsen. Ik kan gelukkig naar de Makuri Islands. En -nog gelukkiger- Vincent wil wel mee Yathzee spelen. Dat gaat helpen!

Aangezien het fietsen supersaai is, beschrijf ik het Yathzee wel. Het eerste potje was een ramp ? . De dobbelstenen deden totaal niet wat ze moesten doen. Voor mij tenminste. Vincent waren ze wel goed gezind! Ik fietste over de daken en moest me soms even concentreren op het trappen met de cadans hoog en de hartslag laag. Toch nog een beetje moeie beentjes- heel klein beetje, want na een half uur vinden ze het allemaal prima te doen. Vincent ging even iets anders doen, terwijl ik verdwaalde in Neokyo, waar ik uit wilde.

Bij de intervallen kwam Vincent terug voor een volgend potje. Vincent hielp me de stad uit. En deze keer won ik glorieus! ? Het was doorbijten qua intervallen. De cadans in de rust torenhoog houden. Rond de 90. Ik deed het rondje Flatland. Toen mijn benen gewend waren, ging het wel goed met die cadans.

Het derde potje Yathzee was zowel voor Vincent als voor mij tien keer niks. We hadden er extra veel plezier om. Er was zelfs nog tijd voor een vierde potje dobbelstenen werpen. Daarna was het een beetje bedtijd voor de puber en ik appte en fietste de tijd vol, de ronde af (ik werd tweede van de drie dames) en ik heb me weer netjes aan het schema gehouden.

11 januari – Zwemmen buiten en fietsen binnen ?‍♀️ ? ?‍♀️ ?

Ik ben op het kantoor tot ik rond half 4 alleen naar Amsterdam rij om te gaan zwemmen. Ik ga in badpak, ik ga bijleggen. Weer ‘s een serie of wat lang. Ik ben lekker op tijd en om 5 voor 4 spring ik het koude water in. Om 4 uur ben ik gewend aan de kou. Ik zwem vanaf het begin met aandacht voor het adempunt. Eerst inzwemmen in een vrijwel lege baan! Die is vast meegenomen.

Voor de kenners: dit zwom ik als warming-up: 150 bc – 25school-25bc-25rug-25bc-50benen!- 100bc -100 bca. Het tempo is er wat uit, maar dat komt vast weer ooit goed. Dan 6 keer 200m waarvan 150 bijleggen en 50 ‘gewoon’ bc. Na de tweede keer werd het al saai! Het gaat ook redelijk goed, al moet ik dan 1 op 2 ademhalen. Het werd druk in de baan. Vanaf de derde keer werd na 100m al bijna-bijleggen. Keurig blijven tellen hoeveel van de 6 keer ik al heb gedaan en blijven bijleggen.

Het is lastig voor me om te blijven denken dat het met het tempo wel ooit goed zal komen, dat ik eerst moet oefenen en trainen. In de vijfde keer ging ik onder water uitademen en bubbels maken. Dan hoeft mijn hoofd nog amper het water uit! De laatste keer daar ook mee geoefend. Uitademen onder water, inademen op het stabiele punt, kortbij doorhalen. Daarna 200m met achtje. En dat kwam qua tempo in de buurt. 100m school om af te sluiten. Het was koud, maar niet te erg. Leuk dat het licht niet aan hoefde te gaan! Ik had wel lekker gezwommen! Maar omkleden blijft kleumen.

Eenmaal thuis is het lang wachten tot de Picnic komt met ons avondeten. En ik eet weer ‘keurig’, dus ik heb vandaag de taart van de collega en de patatjes voor de lunch al afgeslagen! Sterk zijn zit ‘m niet altijd in snel zwemmen of fietsen om het hardst. En dan komt het slechte nieuws in de vorm van het cijfer voor Engels van Vincent. Mijn gevolgtrekking is razendsnel: als ik ook nog een puber moet begeleiden, heb ik te weinig tijd om te trainen voor de hele triatlon. ? Ineens zitten we allemaal in een lastige positie: Vincent staat op blijven-zitten, Rob en ik moeten tijd zoeken om hem te begeleiden. En ik moet op de late avond nog een uur gaan fietsen. Met vreselijke intervallen. En nul komma nul zin. ? Meer twijfel dan zin. Het is maar een uurtje. Van het ene tempo in het andere. Ik zorg dat de hartslagmeter ook werkt!

Ik let nauwelijks op het fietsen. Wel kies ik een vlak stuk en ik ga zo netjes mogelijk de intervallen door. Ik twijfel en ik wik en ik weeg. Als ik bijlessen moet geven, hoeveel tijd hou ik over. Woordjes leren op de Tacx. Motiveren en organiseren kost ook tijd. Wie zei ooit dat grote kinderen makkelijk zijn? Omdat je geen oppas nodig hebt zeker?! Zouden er ook drommen vaders zijn die zich dat afvragen eigenlijk?


Na zo’n drie kwartier, ergens in de vulkaan, tijdens interval X, bedenk ik dat ik gewoon de Ironman moet doen met alle trainingsuren die daarbij horen. Ik geef als moeder het voorbeeld dat je je ergens voor moet inzetten en je doelen hoog kunt leggen en dat je dan ook kunt bereiken wat je wil. Niemand garandeert me dat hij overgaat als ik een uurtje langer woordjes overhoor! Na een uur spring ik zo snel mogelijk van de fiets. Het is laat, ik ga weer met nat gedoucht haar naar bed, ik ben nog wat mopperig. Maar mijn puber pakt het op: hij zal morgen voor zichzelf wel eens even organiseren dat zijn situatie optimaal is om cijfers op te halen. Misschien heb ik hem toch iets geleerd…

Woensdag 12 januari. Eindelijk weer hardlopen! op ?

Ik hou eerder op met werken. ‘al’ om vier uur. Zodat ik in het licht nog kan hardlopen. Illusie. Het is somber, donker, saai, grijs en grauw. Zoals ik me ook voel. Ik doe dezelfde spullen aan als afgelopen zondag. Maar dan zonder de rugzak en ik wacht tot ik zeker weet dat de hartslagmeter aangesloten is op het horloge. Mijn rusthartslag is wat hoog en mijn stress ook, dus ik verwacht maar weinig van deze loop in zone 1 en 2. Als ik 10 km per uur loop in zone 3 zoals afgelopen zondag, wordt dit heel lekker rustig. ? Geen muziek mee. Niet onverhard. Het is niet koud. De straat uit gaat redelijk goed: ik loop weer tien kilometer per uur, maar dan wel in zone 1. En dat blijf ik doen. Ik begrijp er helemaal niks van! Dit voelt als zone 1, is volgens de meting zone 1 en het is niet anders dan zondag. Alleen saaier. Grijs. Geen strand. Ik blijf zelfs de brug op behoorlijk binnen de zone!

De route is wat gek en buiten de gewone rondjes, dus ik weet niet precies hoe lang het gaat zijn. Grijs gebied. Ik ga (geïnspireerd door Yvonne van Vlerken haar verhaal) stappen tellen. Dat is echter onverenigbaar met zone 1. Gek genoeg ga ik dan uit de band. Moeten we nog iets op verzinnen, maar het tellen is een leuk idee. Ik tel 1 voet. Helpt ook nog niet. Dan door naar zone 2. Ik loop tussen de kassen door. Nu heeft de hartslag weer moeite om in zone 2 te blijven! Te laag ? Ik heb het warm zelfs. Bij een hartslag van 140 loop ik stelselmatig 5:40. Waarom o waarom liep ik zondag bij een hartslag van 157 zo traag dan? Ook op het asfalt! ? Ik maak rare ommetjes. Uiteindelijk moet ik ook nog 3 sprintjes doen van 20 seconden. Ondanks de sombere omstandigheden geniet ik daar onwijs van. Ik dribbel er een minuut tussendoor. Uiteindelijk loop ik dik 8 kilometer even hard als ik de halve marathon liep. Had ik daar een gemiddelde hartslag van 155, nu is de gemiddelde hartslag 139. Dat verschil is te groot. Iets klopt er niet. Met mijn hart en mijn hard.

13 januari. Rustdag! ? Wel een stuk gewandeld langs lichtkunstwerken op het water met Rob. Samen met het beoordelingsgesprek en het doelstellingengesprek op het werk meer dan genoeg stress voor één dag!

14 januari – Voor de zesde keer ongeveer terug naar de 6 landgoederen route. ?‍♀️ ?‍♀️

Omdat Joyce en ik activiteiten in de ochtend hadden, gingen we eens een keer ‘s middags lopen. We doen mee aan de Triple Trail Marathon Uitdaging van Just Run en (hoogstwaarschijnlijk) mogen de marathon trails in delen. We gaan vandaag een deel doen wat we al (een paar keer) vaker hebben gedaan van de routes vanaf Heidezicht. Thuis ga ik al een paar keer extra naar het toilet. Ik wandel alvast ‘in’ met Rob voor de lunch. Daarna pik ik Joyce op en we rijden naar Heidezicht. Het kost me veel moeite mijn horloge in te stellen. Ik heb 1 uur en 55 de tijd. 18 Kilometer moet lukken denk ik. Misrekening. Dit is puur trail. Ik loop makkelijk, maar de hartslag blijft niet binnen zone 1. Ik blijf kletsen. Genoeg frustratie én leuke dingen te delen!

Eigenlijk blijven we de eerste 5 kilometer lopen, op een redelijk tempo. Boven op de heuvel nemen we een gelletje. Alles is een beetje saai en grijs en allemaal al een beetje bekend. Het Capitooltje, de brugjes, de landgoederen.

Toch liepen we door een prachtig mooi bos wat ik nog nooit eerder had opgemerkt! Met rechte bomen.

Toen begonnen mijn darmen te rommelen. Lastig. Ik heb ergens in het bos een plekje gezocht, maar vanaf dat moment (ergens rond de 8 kilometer al) liep het niet meer zo lekker. Ik kon nog prima blijven kletsen en blijven lopen, maar diaree kost kracht en mijn benen leverden die ongenood in. Na wat ik een hele tijd vond lijken, kwamen we bij de rododendrons. Mijn lievelingsstukje!

We maakten nog een stapje voor wat eten, maar ik had geen zin om nog een keer het bos in te moeten duiken, dus ik nam een halve reep. Daarna liepen we “het hoekje ‘om'” langs het prieeltje en met de kunstmatige heuveltjes. We zaten ‘pas’ op 12 kilometer en ik was het een beetje zat eigelijk! Dat gebeurt me niet zo vaak. Ik wist niet of ik het binnen de tijd zou halen en het werd al schemerig en daarmee koelde het af. We liepen nog door het veld heen en voor het Spanderswoud waren mijn hoofd EN mijn benen er klaar mee. Meestal zegt Joyce dan: Ank, effe, maar vandaag was het mijn beurt: ik wil wandelen en het kan me niet schelen ook! Kon Joyce lekker vertellen en kletsen en hoefde ik alleen maar te luisteren en mijn billen bij elkaar te knijpen.

Normaliter zou ik er echt geen probleem mee hebben om via de vlonders te lopen, maar ik had het koud en was onverschillig en gedemotiveerd. Ergens wilde ik het binnen de tijd wel proberen, maar ik wilde ook snel weer terug zijn. Mijn benen waren klaar: die vonden over de natuurbrug lopen niet prettig en ze bleven maar zaniken om ‘wandelen’. Mijn hoofd was niet sterk genoeg. De hartslag was nu te laag. Eenmaal op de hei begon de tijd toch te tikken en stiekem wilde ik het wel halen, maar dan moet het wel kunnen. Dat laatste ontbrak. Ik ben zelfs een beetje misselijk aan het worden. Nog ongemakkelijker.

Koud? Te veel rust gehad? Is het elastiekje niet meer gespannen genoeg? Motivatiedipje? Ik zou het niet weten! Ondertussen loop ik de hei over en komen we nog een paar koeien tegen.

Ik voel me ongeveer net zo sloom, lomp en langzaam. Maar ik wil de ronde afmaken en wel binnen 2 uur en 17,5 minuten ook! Het lukt me net. Over dik 18 kilometer. Het is wel eens gemakkelijker gegaan! Dit rondje ligt me niet zo: ik weet dat de hitte me ooit eerder dwarszat en dat ik dit ook een keer in de herfst heb gelopen toen Joyce viel. We zijn ook een keer verdwaald. Ik laat dit stukje voor wat het is, maar een zesde deel van de Triple Trail Marathon zit er op met de Zes Landgoederen Route. Thuis loop ik nog even leeg, maar zonder loopstress stabiliseren mijn benen en darmen zich. (de datum op de Sky geeft ook te denken, merk ik later op) Ik ben wel ongewoon vermoeid van dit loopje, zeker gezien de hartslag en het tempo.

15 januari De Surrey Hills in Londen, een boek en een break ?‍♀️

En daar gaan we weer… Zoals altijd start ik net iets te laat omdat het me moeite kost om mezelf de indoor fiets op te hijsen. Boek pakken, bidon vullen, proberen of de Tacx lukt en dan toch weer terug naar Zwift… De moed zit al diep in de fietsschoenen. Twee uur rondjes draaien – helpt het nou echt. Ik denk bij mezelf dat ik geen zin heb in bergen, om vervolgens de “Surrey Hills”route in Londen te selecteren die ik nog open heb staan. Ik vergeet even dat hoogtemeters, een hartslagtraining en letten op de cadans een onmogelijke combinatie zijn. Vandaag zeker. Met lood in de fietsschoenen.

Mijn boek is spannend. Ik had in bed of op de bank moeten lezen! Alle aandacht gaat naar het boek. In de laatste 45 minuten lezen gaan er nog een man of 5 dood. Ik let totaal niet op de hartslag (te hoog) en ik merk ook niet dat Vincent een foto maakt! Dan is het boek uit. En leeg ook nog eens. ? En de fietstraining is nog lang niet ten einde. Het regent in de heuvels. Ik ga maar traag omhoog eigenlijk.

Heul traag en sloom en saai. Eigenlijk ben ik totaal ongemotiveerd. Mega. Ik erger me aan het trage tempo de Hills op. En aan de intervallen, waar ik totaal geen zin in heb ik me absoluut niet toe geroepen voel. Ik zoek alles op waar ik maar een seconde over denk en ik erger me aan al die andere mensen die over de sociale kanalen roepen hoe geweldig ze bezig zijn. Ik ben niet zo lekker bezig vandaag. Of gisteren. Even naar beneden fietsen is te snel voorbij.

Daarna hark ik weer naar boven. Probeer ondertussen thuis de boel een beetje draaiend te houden met de droger en een puber die naar zijn vrienden gaat voor huiswerk. Ik speel Candy Crush. Weer een Hill over. Weer de traagste fietser hiero. Ook de enige zowat. De muziek wil niet afspelen. Ik verveel en erger me rot.

En toch… Ik stap niet af. Ik heb een nulpunt zin en een hoogtepunt irritatie bereikt, maar ik stap niet af. Ik kap er niet mee. Hoe gefrustreerd ik ook ben. Hoezeer ik me ook erger aan de fietsuren. Ik kort de training zelfs niet in tot het minimale! Blijkbaar zit er ergens heel ver weg achter de sacherijn een klein blokje ambitie verstopt die deze vreselijke route met 1000 hoogtemeters af wil maken. Hoe sloom ook. Ik haal dat niet binnen 2 uur. Die er staat voor de fietstraining. Het zijn ‘maar’ 43 kilometer en ik zit pas op 38km na 2 uur en 9 minuten. Dan ga ik eerst lunchen. Even een break!

Ik sta virtueel te chillen, terwijl ik boterhammen met strawberries eet en afkoel. Na de lunch ga ik weer verder voor de laatste 6 kilometer met 200 hoogtemeters erin. Waarom?? Dat hele kleine blokje ambitie: ik ben nu bijna klaar met deze route, voor ik weer op dit punt ben, moet ik eerst nog een keer 800 hoogtemeters ergernis aan. Nu ben ik er al mee bezig. Het is eerst ijskoud, daarna gaat het weer omhoog en dan valt het wel mee. Alleen Fox Hill nog maar. ?

Ineens gloort er een doel: ik wil sneller boven zijn dan 2 uur geleden toen ik tegelijkertijd aan het lezen was. Ik zie de tijd staan en -warempel- ik doe mijn best. Geen stomme training meer met hartslaggedoe, gewoon de route af fietsen met een opnieuw opgestarte Garmin. En als ik boven ben is de route ook klaar, dat telt lekker af!

Veel sneller! En warmpel, ik ben ook nog eens even de snelste dame van het parcours waar ik een klimmersshirtje voor krijg. Ik race nog naar beneden voor een paar kilometer extra. Ik eindig op 47,5 kilometer en ik heb 2 uur en 37 minuten gefietst. Niet bijster snel, maar… daar zitten 1000 hoogtemeters in! En dat is echt veel. Zo in de polder. Op een kille, sombere, grijze zaterdagochtend. Waarop niks leuk is.

Iemand een potje motivatie in de aanbieding? Ik bied!

16 januari – Wandelen met z’n drietjes en hardlopen solo

We gaan met z’n drieën spullen verzamelen voor de toekomstige fiets van Vincent. We rijden naar Nieuwegein (met de auto) en door naar Lunteren. Als “DIe2” doosjes binnen zijn, gaan we een stukje wandelen. Lekker naar de Veluwe bij Lunteren. Ik ben wat mopperig. Niet vervelend, maar mokkig. Er is niet veel goed. Teveel hoogteverschil, te grijs, te koud, te veel bos, te veel wind buiten het bos, te veel mensen, te weinig bankjes, geen lunch. Maar het is zo heerlijk om buiten te zijn, geen haast te hebben, niet moe te worden en in een mooie omgeving ergens rond het middelpunt van Nederland te lopen! Gezellig met een puber-met-taak en met Rob.

Over de heuvels waar ik ooit een trailrun deed toen ik nog maar weinig van trailen snapte. Op het einde krijg ik wel last van krampen in mijn buik. Om mij te verrassen; de iets hogere hartslag, de trainers-sacherijn en de prikkelbaarheid te verklaren is mijn lijf deze maand eens aanzienlijk veel te vroeg! ? Zucht. Het is niet snel goed. Dat verklaart mijn sacherijn tenminste weer.

Aan het einde van de middag rijden we naar de familie BB in Nobelhorst. Ik heb de hardloopspullen al aan om naar huis te lopen. Eerst even een warming up met een ballon en 2 kleine meisjes! Ik moet 3 kwartier lopen en elke 5 minuten een andere hartslagzone. Eigenlijk had ik in het licht willen lopen, maar het is al vroeg donker en eigenlijk de hele dag somber. Ik weet niet precies hoe ver het is naar huis, maar ik hoop dat ik de 7 kilometer red. Ik hoop ook dat ik 3 kwartier haal omdat de lunch overgeslagen is, mijn lichaam een beetje raar reageert en ik vrijdag zo slecht liep. Dan ga ik maar!

Ik loop 5 minuten warm en dat gaat wel lekker. Want ik let maar niet op het tempo. Ik let nergens op. Gewoon een beetje dom hobbelen. Dan een hogere hartslagzone. Ietsje harder, maar het houdt niet over. Ik laat stappen tellen, letten op tempo, me blind staren op de hartslag en genieten achterwege. Ik loop alleen maar een beetje, zo’n beetje te doen wat ik moet doen. Het is droog. De kou valt mee.

Langs de manege waarvan we ons afvroegen hoe ver het is. Dan weer een andere zone: ik ben het kwijt, maar ik hou me zoveel mogelijk aan de zones. Ik probeer het verschil tussen ANT en aerobic te onthouden, maar het is hopeloos. Mijn hoofd loopt nauwelijks mee. Op de Trekweg mag ik lekker even los in een hoge hartslag. Op het asfalt gaat dat heerlijk. Eindelijk even genieten. 5 Hele minuten.

De brug over en het is eigenlijk al behoorlijk donker. Het is stom dat ik geen idee heb hoe ver het allemaal is en hoe ver alles uit elkaar ligt. Daar kan ik me gewoon geen enkele voorstelling bij maken. Zal ik over het wandelpad? Daar lopen vaak zoveel honden… Maar vandaag is het leeg. Ik ga nog wat van de ene hartslagzone in de andere. Dat lukt me allemaal wel, maar het gevoel voor tempo en afstand ben ik kwijt. Uiteindelijk kom ik na dik 7 kilometer langs huis.

Ik heb nog wat minuten over en ik loop de 3 kwartier vol. Het laatste stukje zet ik nog aan tot een enorme sprint en dat gaat zonder enige moeite. met een brede grijns. Dat is leuk! De training was verder net als de dag: saai, somber, grijs, beetje donker, suf. Enerzijds zwaar vanwege het geflipper van hartslagzones waardoor ik er niet 1 keer in kom, anderszijds te licht omdat ik me -op 5 minuten na, niet echt hoefde in te spannen. Ik loop gemiddeld 6:01 over ongeveer 7,5 kilometer. Bij een hartslag van 144. Zo anders als vorige week! Toen lag de hartslag meer dan tien slagen hoger! Het voelde vandaag hetzelfde. Toen ik 5:12 (!) liep, zat de hartslag net zo hoog als vorige week op het asfalt. Vorige week liep ik toen nog steeds 6:00. Dat geeft dus echt te denken. Andere hartslagmeter?

Ik heb deze week weer keurig allemaal groene trainingen afgeleverd. Heel netjes. ? Als ik kijk naar de grafiekjes en de data voel ik me de afgelopen week iets anders: het voelt als een zesje. Net een voldoende. Ik doe wat er staat, maar het verbetert niet en ik beleef er weinig lol aan. Dat kan zomaar van een kleine voldoende naar een onvoldoende terugvallen als ik denk aan weer fiets-ellende en als ik me afvraag of ik echt beter word. Hoe het terug moet naar de zeven van -zeg- een maand geleden, weet ik zelf even niet.’t Zal wel goed komen. Als de zon zich weer laat zien en de bomen weer groen worden. Of als het echt koud is en sneeuwt. Als mijn lijf weer een beetje normaal reageert. Als ik weer een beetje zin heb.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

15 − 14 =