browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2022-07

Posted by on 20 February 2022

A Bad Week. Ik ga dan ook niet heel uitgebreid over allemaal trainingen schrijven, want het was gewoon niet veel soeps. Het zit tussen trainer en trainster in en ik heb last van een motivatiedip van jewelste. Het weer is somber, ik ben moe en vooral sportmoe. En dan ook nog die tijd van de maand: een slechte combi. Niet dat ik het niet overleef of allemaal trainingen ga overslaan: integendeel! Maar de zin is heel ver te zoeken en ik voel me nergens goed bij.

Maandag 14 februari. De helft volgens de training, de andere helft ‘zelf’ ?‍♀️

Totaal geen zin: onrustige werkdag met reizen en sociaal zijn. Ik ben sport-moe. Alarmfase 1. Geen zin. Toch doen. Maar ik ruil de dagen om: vandaag een uurtje en morgen anderhalf uur.

Mijn benen zijn weer helemaal bijgetrokken van het lopen, dat is het niet wat er dwars zit. Spierpijn of ‘ergens last van’ is bij mij zelden het geval. Ook nu niet. Mijn hoofd heeft geen zin (meer). En meestal dan zeker niet in binnen fietsen. Weer Watopia. Weer virtueel. Weer hetzelfde geduns met ‘binnen de hartslag’ en ‘cadans hoog houden’. Er is weinig variatie.
Het eerste half uur hield ik mij aan de training en de hartslagzones. Ik word niet moe, ik hou me de hele tijd in en ik verveel me. Het is niet leuk: ik fiets vlak, maar ik kom niet boven de 1,5watt/kg uit. De cadans ligt rond de 80, maar soms ver er onder. De intervallen stellen niks voor en ik zit aan de bovenkant van de zones en net er overheen; inhouden, kalmeren, geen inspanning. Alleen om de cadans hoog te houden soms een beetje. Mijn benen voelen niks. Dat maakt het er niet beter op. Iedereen met minder doorzettingsvermogen dan ik was afgestapt. Maar dat komt in mij niet op.


Het tweede half uur ga ik op inspanning fietsen. Active is dan hartslag 130-138. Lekker. Gewoon doortrappen, maar niet kapot gaan. Dan harder. Hartslag komt rond de 145-147. Ik voel het. In mijn benen. En ik zweet een beetje. Dan 1 minuut hard met een hartslag rond de 150- 155. Dat is doorbijten en aftellen. De rust is eens een keer welkom op ‘n hartslag rond de 126-130. Dat doe ik drie keer en dat voelt goed. ? Ik voel dat ik iets doe. Iets moet presteren. Ik wil drinken in de rust! Weg verveling. Ook al blijft alles virtueel vlak. Mijn inspanningsniveau ligt dan rond de 2.0watt/kg en in hard op 3.0.
Eindelijk het gevoel dat ik een half uurtje getraind heb.


Hoe vaak heb ik de trainer dit intussen gevraagd? Of hoe duidelijk moet dat zijn uit de gegevens dat het eerste half uurtje niks te trainen was? Geen idee of ik enorm vooruit ben gegaan in al die tijd en er sinds oktober niks gewijzigd is of dat ik de laatste weken enorm achteruit ben gegaan omdat ik zwaar onder mijn kunnen heb getraind. De nieuwe trainster is de aanstichtster van mijn ‘eigen’ half uurtje, want die vroeg of de hartslagzones goed staan. I wonder…. Ik ging er van uit dat de trainer wist wat hij deed; maar misschien was dat niet zo. Misschien was het eenzelfde foutje als bij het zwemmen. He, daar baal ik van. Streep eronder, ik ga door met een vrouwelijke trainster en heb de trainer gemaild dat ik niet meer met zijn schema’s verder train. Ik krijg uiteraard geen reactie, want de communicatie tussen ons laat erg te wensen over. Van beide kanten. Ik omdat ik het al een tijd geleden opgegeven heb (waarschijnlijk al toen hij mij ‘hilarisch’ vond) en vanuit hem is er geen interesse whatsoever.

De training is groen. ✔️ ik krijg zin om een nieuwe ftptest te doen. Mooie meting. Dan weet ik of ik vooruit ben gegaan en of de hartslagzones kloppen op de fiets.
Al met al 250ml vocht verloren. In t laatste half uur. Want ik weeg tegenwoordig voor en na de training.

Dinsdag 15 februari.? en weer ?‍♀️ , maar zonder spirit

De trainster leest mee in Garmin en pakt onmiddellijk het probleem op: sportmoe is een red flag waarvoor ik haar gewaarschuwd heb. Zelfs als ze over een paar weken nog maar de helft doet, is onze communicatie nu al beter dan ik ooit eerder heb meegemaakt! Ze raadt me aan te wandelen en een training over te slaan. Die wandeling vind ik een topidee, overslaan kan ik niet. Ik ga ‘s middags lekker alleen wandelen. HEERLIJK. Wat moet ik anders met mijn tijd?

De trainer mailt me dat hij de opzegging ontvangen heeft en even later appt de trainster me dat ze snapt hoe onmogelijk overslaan is voor gedreven triatleten die alleen maar groene trainingen moeten halen in Training Peaks. De wandeling voelt als een moment om alles op een rijtje te zetten. Dat is niet makkelijk, maar het voelt goed. Ik app met Joyce. Het druppelt wat, maar dat maakt me niet uit. Ik verwonder me. Over het beeld, over de tuinmannen, over de zwanen. Bij wandelen hoeft het niet snel-tempo-hartslag. De hartjesballon waait voor me uit. Mooi. Ik haal brood bij de winkel. Als ik thuiskom begint het hard te regenen.

Toch ga ik ‘s avonds nog fietsen. Onder het mom van: ook al heb je geen zin, probeer het! Het werkte niet. Ik kreeg geen zin; er zat geen energie in de benen om de virtuele mountainbike een virtuele berg op te duwen; er was geen spirit te vinden op de Spirit Forest Route en een hogere hartslag in de tempoblokjes kwam er ook niet uit.

Wel een boel Engelse woordjes geleerd met het kind en 1 HELE GROTE overwinning gehaald: na een uur van de fiets afgestapt en de anderhalf uur niet vol gemaakt. De eerste training in een half jaar tijd die ik NIET volmaak omdat het niet goed voelt!! Nog niet eens doorgebuffeld tot de training groen was. Wat niet kan, dat lukt dan niet. Dat accepteren is een grotere overwinning dan de training afmaken.

Zelfs de trainer reageert nu dat ik ook wel eens een training mag overslaan. Maar weet je: hardlopen vind ik te leuk om over te slaan, met zwemmen heb ik elke slag nodig en fietsen… tja, dat ben ik gewend met tegenzin te doen. Hoezo overslaan? Dan zet je het toch niet in het schema? Doelloos trainingen in een schema zetten is niet het werk van een trainer dunkt me. Dan moet ie dat weghalen of weglaten. Ergens voel ik me nog verder van huis: nu heb ik 2 trainers, Manuel, Joyce en 2 mannen thuis die allemaal tegen me zeggen: doe dan eens een keer niks. En ik kan dat niet, niks.

16 februari Zwemmen ?‍♀️

Tussen de middag wandelen vind ik heerlijk. Samen met Rob bijkletsen. Om half 6 echter, lig ik weer in het water. Ik ben toch bij het zwembad, voor Vincent en ik heb maar 3 kwartier want dan moet ik door naar de sportdietist. Zin ontbreekt voor alles. Behalve op de bank liggen en snoepjes schuiven. Maar ook dat vind ik na 3 minuten al saai. Alles is saai. Alles. Maar goed: ik ga naar baan 3, dat is minder vermoeiend dan voorop moeten zwemmen. Achterop. Eerst 150m inzwemmen met achtje, dan 150m bijleggen half zonder achtje. Het gaat een stuk beter!

Dan als een-a-laatste in de baan 50 bijleggen (zij doen vlinder) 50 rug (he dat kan ik!) 75 school, 100bc (he anderen: hou op met dat achtje) en dat twee keer. Verschillen in de baan zijn groot, maar ik heb drag mee. Dan 6×100 eerste halve baan benen en afzet. Eerst achter W maar die stopte na 2 of 3 keer. En toen deed ik met achtje en 1 keer 50m minder. Daarna zwom ik 50m bijleggen uit en door naar de dietist. Baan 3 is echt relaxter! Blij dat ik gegaan ben. Het was niet zinloos.

17 februari ROOD

Een dag op kantoor. Een lange dag. Buiten schijnt de zon. Ik ben bezig met de klantendag. We hebben een meeting. Ik luister, maar in mijn hoofd zit geen animo. We eten gezellig samen chinees. Ik mag en ga vandaag de training overslaan. Dat is moeilijk voor mij. Nu is er niks waarvoor ik naar huis hoef. Niks waar ik me voor in moet spannen. Er is niks om naar uit te kijken. Een training overslaan… Dan wordt ie rood in training peaks. Ik werk sinds juni 2020 weer volop met training peaks. In al die tijd was er 1 week met 2 rode trainingen: toen was zwemmen niet mogelijk. 11 juli 2020. Dat was de laatste rode training. Sinds die tijd zijn alle trainingen groen (keurig binnen de tijd) of geel (vaak net over de tijd heen en maximaal 3 keer net te kort) of oranje (ver over de tijd heen, nooit er onder). Vandaag wordt de looptraining ook rood. Dat kost mij meer moeite en energie dan toch maar een stukje gaan hardlopen.

Gelukkig werkt de trainster straks niet meer met training peaks. Geen kleurtjes meer. Geen druk. Geen ‘moeten’. En morgen kunnen we in verband met het weer en de tijd ook al niet naar het bos. Het is een moeilijke dag voor mij. Het eerste wat ik doe als ik thuis kom, is Rob meenemen voor een wandeling rond de wijk. Ik moet frisse lucht hebben! En de rode ring van de Apple Watch moet ik toch halen. Ik ben meer van blauw. Rood is zo niet mijn kleur!

18 februari Lopen in Almere met Joyce en wind ? om de hoofden leeg te waaien

Vanwege het weer en de onrust (bij Joyce, maar ook bij mij) was Almere een prima optie. Ik kan niet zo goed denken over de route of wat ik wil. Na 4 dagen niet hardlopen, ben ik onblij. Lopen is mijn verslaving. Ik ben nu bang dat ik niet meer weet hoe het moet!
Het zou gaan regenen, maar dat viel mee. Het zou gaan waaien, maar dat viel (mij) ook best mee. Ik ging aan het kletsen, dan hoeft Joyce alleen maar te luisteren. Ik heb genoeg te mokken (school, alle kennissen, alle trainingsperikelen). We waren zo in Nobelhorst en over de brug.

Daar viel de wind echt weg, zo langs het water. De kilometers gingen redelijk vanzelf, maar ik vind onder mijn tempo lopen ook niet altijd gemakkelijk. En te merken dat Joyce het naast mij wel moeilijk heeft, vind ik helemaal niet gemakkelijk. We stopten/aten pas bij Haven na 7km. Deed me even goed. Dan door naar het Oor. Ik had een dikke zin-dip, maar doorlopen helpt dan. Niet nadenken: doorlopen!

Toen langs het Weerwater; is toch apart mooi. De zin kwam terug. We zagen weinig andere lopers. En dan een stukje wandelen in de stad. Joyce was een stuk vermoeider dan ik, maar dat heb je met een zwaar hoofd. Dat sleept traag mee. Langs de Esplanade lopen en ik bedacht de nieuwe brug als doel.

Dan langs het Weerwater met dikke wind, ik was in mijn nopjes en vergat alle voeding! Wind tegen, werken, vechten, even jezelf tegenkomen: ik geniet daar enorm van. Op de brug echt genoten van het feit dat ik daar vaker onderdoor heb gezwommen dan overheen heb gelopen -dit is de eerste keer lopend! Wonderlijk.

Dan door de wijk. Joyce had het zwaarder en ik makkelijker. Langs Vincents school. Het was gek dat mijn hartslag onwijs flipperde tussen te hoog en te laag. Ik trok me er niks van aan. Langs de woonboten en toen deed ik nog sprints. Ik had 18km in mijn hoofd en dat werden het er dus ook. Niet moe van, wel vermoeid. Ik kon het nog, hardlopen.

19 februari. Fietsbellen ? ? / ?

Een nieuw record: Ik ben nog geen vijf minuten aan het fietsen en ik ben het al helemaal zat! Dan moet ik nog 130 minuten… Hoe dan?! Dadelijk kan ik mijn zus bellen. Zij zit niet op de fiets, maar bellen kan ze wel. Ik doe saai het rondje Reverse Eight in Watopia. De hartslag laat ik totaal voor wat ie is. Een beetje leuk mag ik het best maken voor mezelf. De cadans en de intervallen laat ik ook links liggen. Ik trap gewoon. En we kletsen. Over Corona. In hun huis. Over schoolgaande kinderen. In mijn huis. Het regent in Watopia! Buiten schijnt de zon, maar ik fiets in de regen. Volgens mijn zus mag ik niet klagen, want ik word niet nat.

Soms drink ik wat. Soms klim ik wat. Soms versnel ik wat. Soms is de cadans wat hoger. Er komen intervallen voorbij, maar ik zie ze nauwelijks. Er komt een pakje binnen bij mijn zus. Het onweert in Watopia. Ik tel de kilometers: 27 in het eerste uur. Dan kom ik er een beetje in. We bellen lekker verder. Nog een keer hetzelfde rondje. Ik neem een paar PRs mee op wat sprintjes. Met nog een half uurtje te gaan, zijn mijn zus en ik uitgekletst. De laatste kilometers doe ik wel alleen. Ik wil en maak de 60 kilometer vol. En 500 hoogtemeters. En 2 uur en een kwartier lekker net niet.

‘s Middags ga ik zwemmen. In het uurtje van de kids. Ik weet zelf even geen training en ik heb geen zin in bijleggen. Ik wilde liever niet zelf iets verzinnen, maar het scheelt gewoon een uur als ik al om 4 uur ga. Er zijn 2 andere volwassenen in de baan en in totaal 5 kinderen en 3 zwemtrainers. Ik begin gewoon te zwemmen met pullboy. Na een paar honderd meter denk ik: het gaat goed, ik ga 1000m zwemmen. Zie wel hoe het lukt. Het gaat prima: ‘k heb het ademmoment, ik kan 1 op 4 ademen en ik kan doorzwemmen. Baan na baan na baan. Ik voel me vandaag niet zo sterk en goed als “alle” anderen. Ik ben niet snel of goed of sterk of een uitblinker. Maar ondertussen zwem ik de kilometer met een pullboy als hulpmiddel wel in 21 minuten! Voor mij is dat lekker snel. Ik heb 50m teveel gedaan, dus eigenlijk was ik na 20,5 minuten al klaar.

Ik klets even met de andere man in de baan die zichzelf ook niet snel vind. Omdat ik geen opschepper ben, zeg ik niks, maar ik ben degene die 6 jaar geleden nog niet eens dácht aan zwemmen of een borstcrawl. No way. En al helemaal niet aan het zwemmen van 1000m zonder hulpmiddelen. En nu ga ik het proberen. Ik blijf kalm zwemmen en let op mijn hoofd wat niet te ver uit het water mag. Ik hou mijn horloge in de gaten voor de afstand. Al met al doe ik er 22 minuten en 10 seconden over. Dat is voor mij een toptijd. Zonder achtje! Dat ik het kan is al tof, maar dat ik nu net zo snel ben als vroeger met alle hulpmiddelen is echt vooruitgang. Dat wilde ik weten van mezelf. Dan moet ik even denken wat ik nog wil. Ik bedenk 1 op 3 ademhalen. Normaliter doe ik 1 op 2 of 1 op 4 aan de rechterkant. Standaard. Maar nu moet ik dus links en rechts proberen. Eerst doe ik 100m zonder pullboy. Maar dat is een enorme energieverslindende bezigheid. Ik pak de pullboy erbij. Het ritme verandert totaal en ik merk nu onmiddellijk als ik op het verkeerde moment ademhaal! De slagen worden een stuk langer. Ik doe nog 400 meter. Heb ik in totaal 2500 meter gezwommen. Leuk hoor.

We moesten nog iets halen in de stad. Got, wat liepen Vincent en ik hard! We waren net op tijd voor de winkel sloot. 9:40 liepen we gemiddeld. Het telt bijna als hardlopen. Het begon hard te regenen toen we terugliepen.

20 februari – Regen, wind en rennen met Vincent. ? ? ?‍♀️ ?‍♂️

En de regen houdt niet meer op. Het is somber, saai en neerslachtig in Nederland. Ik ben jaloers op iedereen die op een zonnig eiland zit en lekker kan trainen buiten. Of iedereen die leuk in de sneeuw zit en vrij heeft. Ik voel me somber, saai en neerslachtig, al gaat het wel iets beter dan aan het begin van de week. Ik ‘moet’ zoveel: bloggen-strijken-schoonmaken-boekuitlezen-organiseren-pianospelen-administratiebijwerken-opruimen-naardewinkel-enwatalnietmeer. Om 12 uur stond Vincent beneden om te gaan lopen, maar ik was naar de winkel toe. Dus we gingen gelijk maar om half 1. Het leek een beetje droog. Korte mouwen, regenjas, fijne schoenen. We liepen eerst wind mee, maar zone 1 bleef het niet. Bij een tempo van 5:40 liep ik lekker in zone 2. Op het omslagpunt natuurlijk. Het liep prima. Met wind in de rug dus. Maar ik wilde niet onverhard gaan stampen.

Toen wind van opzij. Dat werd al wat stiller tussen ons. Maar ik vind dat lekker! Afzien, doorbikkelen, voelen dat je er voor moet werken, je best doen, tempo vasthouden en vechten tegen elementen. Stiekem vind ik dat beter dan zon, bergaf, hitte, stralende blauwe lucht en knisperende ski-kou. Vincent is het pertinent oneens met me. Zeker als het dan ook nog begint te regenen, wat aanvoelt als hagel in je gezicht. Ik loop gewoon door in zone 2. We hebben maar een klein stukje echt hard wind tegen. Big smile bij mij, Vincent trekt zijn capuchon nog iets meer aan en roept: “doen alsof dit leuk is!”

Hij gaat rechtstreeks naar huis, ik loop nog om de wijk heen, want ik heb tijd genoeg en ik mag nog sprints doen. In mijn eentje ga ik net zone 2 ook uit, maar het tempo blijft hoog liggen. Voor mijn doen. Niet stoppen, niet denken, mijn eigen stappen nemen, doen wat ik kan. De sprintjes volgen wind-tegen. Eigenlijk nog leuker, stiekempjes. Maar de laatste keer ik om en doe ik wind mee. Het scheelt wel. Eigenlijk is 20 seconden hard en een minuut dribbelen inmiddels ook achterhaald. Ik maak de 8,3 kilometer vol.

Iemand op een zonnig eiland heeft dat gisteren gepost als run. Ik was ietsje sneller gemiddeld en mijn hartslag was aanzienlijk veel lager, terwijl wij redelijk dezelfde zones hebben. Ik had geen zon, geen pauze, niks bergaf en vooral wind tegen en regen in plaats van parasols, easy going, fotomomenten en boulevards. Als ik binnen zit en lekker warm heb gedoucht (voordeel was dat Vincent al klaar was!) vervloek ik de somberheid buiten weer, terwijl ik heel veel strijkwerk heb. (alias krachttraining)

Een rustige week. Weinig uitdaging. De uitdaging zat ‘m vooral in het niet – doen. In het afwegen. Alles was wat dubbel: ik wilde niet en deed wel, ik trainde niet, maar leerde wel en ik ga niet vooruit en toch ook weer wat harder dan normaal, de trainer die niet sterk reageert en een trainster die scherp is, ik liep te weinig en fietste teveel, het was saai en het stormde.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

4 × 4 =