browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2022-09 Corona

Posted by on 13 March 2022

1 maart Koppeltraining en coronastress

Ik had een dag vrij genomen. Meestal ben ik de tweede dag na een flinke inspanning moe en slecht geconcentreerd en ik dacht al dat 37 kilometer wel weerslag zou hebben. Ik was vooral blij dat ik een rustige, ontspannen dag alleen voor me had liggen: Rob naar kantoor, Vincent naar school. Uren stilte. In jaren niet meer meegemaakt!
Helaas werd de stilte doorbroken toen Vincent op school meldde dat hij zich echt niet lekker voelde. Ik maande hem toch nog een uurtje voor wiskunde te blijven. Maar daarna kwam hij naar huis met zelftesten. En daar kwam een positieve uitslag uit! Het is lang goed gegaan, maar daar was het dan. Corona in Huize de Boer. Weg rustige kalme dag. We gaan met zijn drieën in quarantaine. Soort van. Ik voel me nog goed – of toch niet… De rusthartslag is wat hoger. Mijn test is negatief. Oke, ik ga fietsen en hardlopen. Hardlopen ga ik doen naar de teststraat samen met Vincent die moet fietsen. Door al het geregel en de frustratie heb ik in plaats van een uur maar een half uur om te fietsen. Dat half uur ga ik maar meepakken en dan 12 (TWAALF) kilometer lopen en dan daarna nog maar even fietsen ofzo. Ik ga naar de Makuri Islands en Vincent slaapt al. Ik voel me onrustig. Ik probeer de cadans hoog te houden, maar de benen zijn vandaag slapper dan gisteren. De hartslagmeter werkt ook weer niet mee blijkbaar. Ik kom niet in de goede zones. Dat ding moet ik maar even aan de kant gooien. Fietsen tussen de neonlichten is niet goed om kalm te worden. Met 1 oog op de klok.

Nou ja, ik doe mijn best en dit wordt een koppeltraining en dat is het dan ook. Ik haal zelfs een half uur niet. Hup, de fiets af, renkleren aandoen, Vincent en zijn spullen pakken en snel richting de Rondebeltweg.

De eerste kilometer gaat rustig in iets van 6:30. Oke, dat kan, na zondag 37km te hebben gelopen. Ik vraag me af of de trainster dit expres doet of dat ze echt denkt dat ik dit kan. Maar ik denk ook van wel. Ik ga hard en dan fietst Vincent naast me en kletst wat. Hij vindt het niet erg dat het rustig gaat. Is hem al moeilijk genoeg! We zien de mannen in de bakjes aan de hoogspanningsmasten. En dan weer een snelle kilometer. Ik ga dan naar de 5:20. Dus als ik uitgerust ben zit er echt wel meer in. Het voelt echter niet gemakkelijk. Ook nu lijkt de hartslagmeter van slag. (mooie woordspeling!) Ik haal de hogere zone niet en dat is onwaarschijnlijk met hoe ik het voel.

Na de vierde kilometer moet ik naar de WC. Tja, het brood van de lunch is ook nog geen uur weg. Ik moet even wandelen. Dadelijk kan Vincent doorfietsen. Zou ik daar naar de WC kunnen, bij de teststraat? Dan moet ik wel bij hem zijn. Ik krijg echter kramp in mijn buik en moet even wandelen. Vincent fietst vast door. In de zesde kilometer voel ik me echt minder goed. Ik lach vriendelijk naar de bewaking bij de teststraat, verzwijg wijselijk dat mijn zoon binnen staat voor een test en mag even naar de Dixie. Jippie! Dan is het beter. Vincent wacht nog en ik ga alvast terug lopen. Even inhouden en echt een kilometer rust nemen. Desnoods even stappen. En dan weer een kilometer hard en ik tel af. Dat gaat de mist in, dat tellen. Als ik onder de Tussenring door ga, is Vincent klaar om naar huis te fietsen. Ik ga nog een keer hard op de Trekweg en nu klopt het tellen! Intussen voel ik alles wel. Mijn benen trekken en mijn hoofd heeft het zwaar: waarom vind ik dit leuk, voor wie doe ik dit ook alweer… Op de witte brug appen we weer en Vincent voorspelt me dat ik eerder thuis zal zijn. Ik weet niet of ik hem moet geloven. Ik loop de tien kilometer binnen een uur (exclusief dixie). Netjes toch, zo na zondag?! En dan nog een keer kilometer op stoom. Ik kan ‘m overslaan, maar dat doe ik niet. Ik vind dit lopen met kilometers en hartslag leuk. Dat heb ik nog nooit gedaan: elke kilometer een ander tempo kwam niet in het vorige schema voor. En volgende week staat er ook niet weer precies hetzelfde. Jammer van die hartslag. En dan zitten er 12 kilometer op. Ik had geteld op anderhalf uur, maar ik ben binnen 5 kwartier klaar. Ik ben net iets eerder thuis dan Vincent. Hij is te moe om 2 trappen op te lopen naar zijn bed. Ik ben ook moe. We zijn allebei positief: hij van een stomme coronatest en ik omdat ik 2 dagen na een loop rond de Oostvaardersplassen weer 12 kilometer kan hardlopen, waarvan de helft flink op tempo. Ik ga op de stadsfiets naar de cranio-therapie. En dan hoeft nog een half uur extra fietsen eigenlijk niet meer. Waarom zou ik?

2 maart Zwemmen

Ik ga alleen zwemmen als de zelftest negatief is. En dat is ie. Ik blijf wel een beetje bij iedereen uit de buurt. Dat vind ik niet zo erg. Het is wel retedruk! Als ik al in baan 2 ga, dan wil ik niet alleen maar voorop zwemmen. En ik heb overal spierpijn, dus ik ga met een achtje zwemmen. Het zal me wat vandaag. Ik doe het inzwemmen zelf. Dan moeten we 50 benen doen en dat lukt me ook en 100 armen en dat lukt me prima. Omdat niemand gaat, ga ik voorop. Ik ben hier om te zwemmen en niet om te suffen! Ik besluit het horloge ook aan te laten staan, als ik het bij benen weer vergeten ben. We moeten steigeruns doen. Wat mij betreft gaan we om de beurt voorop, dus ik wacht ook een keer! Dit is wat dat betreft echt een rotbaan: wel een grote mond, maar niemand die vooraan wil zwemmen, omdat het zwaarder is. Ik doe netjes een paar keer.

Dan gaan we 400 meter zwemmen en die wil ik best voorop doen, want van elke 100m zijn er 75 rustig. Dat doe ik dus ook. Ik ben gewoon een diesel die er pas na 200m in komt en dan door blijft zwemmen. Het gaat best goed. Ik voel me maar matig, maar dit kan ik gewoon. Ik word er wel ongelooflijk moe van. Ondanks het achtje. Zwem ik gewoon een halve baan met ogen dicht – dat is het voordeel van vooraan…. We doen rug en potdikkeme – dat heb ik door zeg! Dan nog iets, maar ik weet niet meer wat. Ik maak het uur vol en ik ben draaierig en doodop als ik aan de kant van het bad zit even bij te komen. Abnormaal. Maar wel negatief!

3 maart – Nopes ?

De zin is weg. De zin in wat-dan-ook. Ik wil niets. Gewoon niets. Nergens energie en animo voor. Ik ruim niks op, ik ploeter me door de was heen, ik werk wel, maar zonder aandacht. Ik weet al dat ik sowieso niet naar de baan zal gaan. Liefst loop ik zelf een stukje als het nog licht is, want het is zulk lekker weer. Maar het boeit me niet, al loop ik ook niks vandaag. Weer een negatieve test. We besluiten toch naar de teststraat te gaan, Rob en ik. Dan weet ik of ik zaterdag een wedstrijd kan doen. De enorme vermoeide desinteresse blijft. Het wordt donker. Moet ik echt lopen? Ik wil gewoon niet. Ik wil toch al niks. Om half 10 ga ik naar bed. Waar ik ook slecht slaap. Het is niks vandaag. En het is nog wel dag 19 van de cyclus.

4 maart – Wachten

Ik voel me niet lekker. Niet dat ik echt ontzettende hoofdpijn heb of vreselijke oorpijn of ernstige keelpijn, maar van alles een beetje: een beetje een opgezette keel, een beetje spierpijn, een zwaar hoofd en vooral pijn in mijn vingers (dat is meestal een heel slecht teken). Maar ik ben vooral totaal lusteloos: ik (= mijn hoofd) zou best willen rennen in de zon of fietsen, desnoods een flink stuk wandelen nu het eindelijk lekker weer is, maar de realiteit is dat ik alle moed moet verzamelen om de trap op te lopen. Dat eten dubbele tijd kost. Ik heb plots een talent gekregen om op een stoel te zitten en voor me uit te staren en alles te negeren minutenlang. Alles kost moeite. Wachten op de uitslag van de coronatest kost veruit de meeste moeite. Tussen de middag gaan Rob en ik samen even buiten wandelen. We moeten wat vitamineD inademen! Het voelt lekker en ik zou uren door kunnen stappen, maar even later voel ik me dan weer dizzy. Zo gaat het de hele dag: op en af. Lusteloos. Energieloos. De ontzettend lieve trainster appt me een beetje bezorgd. “Luister naar je lichaam”.

Ik wandel ook nog met Vincent. En zit op de bank. En lig op de bank. Ik slaap zelfs even! Dan voel ik me weer wat beter. Eventjes. Ik doe nog een zelftest omdat ik het wachten moe ben en die is negatief. We eten pannenkoeken. Dan komt eindelijk de officiële uitslag: negatief. Ik ga morgen dus mooi weer hardlopen! Ik voel iets meer energie, maar de kleine pijntjes en de vermoeidheid zeuren door. Misschien werken de afweerstoffen wel degelijk tegen Corona, zonder dat het virus de overhand neemt. Ik weet niet of dat kan. Mijn rusthartslag is niet schrikbarend hoog. Volgens Garmin was deze rust heel goed. De trainster is het met Garmin eens. Ik niet. Ik had liever lekker ver hardgelopen op deze mooie dag. Twee sportloze dagen achter elkaar… Dat is lang geleden! Dat was in maart 2020: toen had ik wel Corona, maar bestond er geen teststress en geen testen. Aan het begin en aan het einde ben ik door het virus geveld. Nu ben ik er klaar mee!

5 maart

Ik heb keelpijn, maar ik heb ook gelopen met hoofdpijn en zelfs met meer klachten. Toch doe ik even een zelftest voor ik naar de trail ga. Ik eet witte bollen en ik ga wel zien hoe ver ik kan lopen vandaag: of ik voor de tien of de vijftien kilometer kies. Het controlestreepje wordt roze. Chocomelk voor naderhand pakken. En dan wordt het streepje bij de C van corona heel licht roze. Maar het staat er onmiskenbaar. K?T


Ik niet voor de trail. Ik kleed me weer uit en in bed maak ik weer een afspraak bij de teststraat. Gezien hoe ik me voel is het wel duidelijk. Na alle negatieve testen is het wel helder. Ik voel me beter als ik opgestaan ben voor de tweede keer. Wandelen lukt nog. Voor de rest ben ik een ster in balen. En bankzitten. En futloos zijn. Niet erg ziek, maar erg suf. We zetten wel een Legoauto in elkaar! Een F1 wagen. Zittend werk. De grootste zorg zit ‘m in Hamburg over precies 3 maanden. Dat is al snel…. En ik sta nu echt STIL.

6 maart Positief – maar zo ben ik niet gestemd….

Midden in de nacht ben ik weer wakker. Ik kijk en de uitslag is binnen: positief. Zo voelt het ook, midden in de nacht. Ziek, zwak en misselijk. Moeite met ademhalen, slapen en een beetje koortsig. Ik lees wat en slaap weer verder. Als ik ben opgestaan voel ik me beter als ik me de dagen hiervoor heb gevoeld. Wat ook moet, want Vincent moet weer op weg geholpen worden en Rob is ook ziek. Dus nu is het echt menens. En het beddengoed wast zichzelf niet. Ik kan makkelijk de trappen op lopen en binnenshuis bewegen, maar na 2 kilometer wandelen moet ik uitrusten op de bank. De trainster stelt me gerust: ik moet rustig aan doen, veel drinken, eiwitten eten en Hamburg gaat wel lukken als er niks geks gebeurt. Adem in – adem uit. Drink veel thee. Helaas: Corona nog niet klaar met mij.

7 maart ? ?

De nachten zijn het ergst. Dan is er geen licht en geen lucht in mijn rechterlong. Verkouden. Veel pijntjes. Hoofdpijntje. Keelpijn. Moe maar niet kunnen slapen. Hijgend en hoestend wakker worden. En vooral de pijn in mijn vingers is ongebruikelijk. En een snotneus. Die snotneus had gemogen. De rest is teveel. Opstaan is een kermisattractie. Draaien joh! Maar uitstappen kan niet. Ook overdag is het anders als ik had gewild: er ligt een stapel tijdschriften, maar ik raak ze niet aan. Ik lig. Ik lig op de bank. Te appen. Alles op te zoeken. Van iedereen die wel kan. Ik drink thee. Echt heel veel. 10 kopjes van 250ml. Daar moet ik van plassen. En de gang bank-keuken-wc-thee-bank is vermoeiend. Pijnlijk zwaar. Daar helpt geen conditie aan. Geen longinhoud. Ik lees en puzzel. Slaap. Overdag. Geen idee hoe of hoe lang of hoe diep. Werken zou ik wel willen, maar de hersens werken net zo traag. Ik heb het de hele tijd net iets te warm. Een gloeihoofd. Eet chocolade. Na vieren gaat het weer slechter. Joyce komt met troostvoer. Daarna slaap ik weer. 

Maar brood herken ik ‘s avonds alleen nog aan de structuur. Dat vind ik vreselijk. Daar moet ik zowat om huilen. Het is smakeloos.  Ik speel Yatzee als Vincent fietst. Hij komt er ook doorheen, dus het kan wel, maar van yatzee en rechtop zitten word ik doodmoe. Vincent hoest. SG waarschuwt: begin niet te vroeg. De wedstrijd vrijdag vervalt. Gelukkig. Tijd voor herstel. Hoe lang? Hoeveel? Uitzichtloos. Angst om Hamburg. En jaloezie dat alleen ik er zo ziek van lijk te zijn. Rob is ook ziek. En zorgelijker dan ik. Buikpijn heeft ie. 

Morgen wil ik…. Me beter voelen. Weer buiten kunnen wandelen. Al is het alleen maar dat! 1 Dag beroerd en dan heel langzaam weer beter. Maar mijn linkerhand doet ontzettend pijn. Van niks. Kramp in mijn hand! Dat zijn de kleine tekenen die echt zorgelijk zijn. Alleen als het echt niet goed is voel ik die. Het voelt vooral wanhopig en oneerlijk. Vincent haalt mijn bewegingsdoel op de Apple Watch. Precies op de dag af twee jaar na de eerste coronabesmetting. Toen heb ik overleefd. Maar de Frysman was een maand later dan de Ironman. Toen was ik vooral moe. 


Gratis af te halen in Huize De Boer:

  • kermisattractie zodra je opstaat! Gegarandeerd rondjes draaien!
  • maak je groene ✅ vinkjeskwartet compleet! Met de besmetting en een positieve test, de booster en 2 vaccinaties mag je door voor de volgende ronde
  • gratis zwemoefening: ervaar hoe het voelt dat je onder water geen adem kunt halen! 
  • bovenstaande wordt geserveerd met hoofdpijn en oorpijn.
  • Hoesten is optioneel en versterkt alle bovenstaande effecten.
  • verwarming kan uit (prettig met de huidige gasprijs) ivm verhoogde lichaamstemperatuur
  • verveling en bankhangen worden bijgeleverd
    • Rob en ik kunnen alles aangeven, Vincent doet de verpakking.Wie maakt ons los?Eventueel in ruil voor een reep chocolade (godzijdank proef ik die nog, optimaal van genieten)

8 maart Dinsdag – dieptepunt. Ziekst

Ik slaap slecht. Kom maar heel moeilijk in slaap. En ik slaap steeds maar even. Ik heb het zeker nog half drie zien worden. Ik lees wel en voel me beter. Maar dat komt door de dubbele paracetamol. 
Om 7 uur voel ik me dan ook niet beter, maar slechter. Rob heeft gelukkig goed geslapen en voelt zich wel aan de beterende hand. Dat vind ik fijn en ik ben ook jaloers. Ik heb hier toch de beste papieren op de ‘milde verkoudheid’! Ik moet me niet aanstellen. Maar er is geen 5km meer om naar uit te kijken. Niks. Ik blijf liggen. Veel meer kan ik niet. Wil ik ook niet. Ik wil niks! 
Ik heb ontzettende hoofdpijn. Duizelig ben ik niet meer. Alles voelt zwaar. Ik ben koortsig, maar simpelweg niet in staat de thermometer te zoeken en te gebruiken. Ik heb totaal geen trek. Alleen in thee. Ik drink 6 koppen vandaag. 
Als ik rechtop zit om te drinken, zit ik te hijgen. Dus veel liggen en proberen te slapen. Dat lukt best, maar niet goed of diep of prettig. Met een hoestje is de rust weer weg. 
Ik lees en val in slaap. De lettertjes dansen. Alle geluiden zijn hard. Ik maak me niet eens meer druk of ik Hamburg haal, dan niet. Ik hou socials bij, maar ook dat kost moeite en ik dommel weer even weg tot ik slijm moet ophoesten. 
Het ergste is echter de ademhaling. Die wordt zwaarder en pijnlijker. Ik voel elke ademteug. Dat baart me grote zorgen. Echt liggen te hijgen. Abnormaal. Zeker voor mij. Ik snap hoe het voor de oudere mensen voelde. Dit wil ik niet. 1 Ding is zeker: ik ga niet naar een ziekenhuis! Laat me dan maar stikken. Serieus. Reageren lukt me niet, want ik ga huilen. Ik praat niet en doe niks.
Ik bedenk dat ik een bericht moet schrijven, mijn collega moet inseinen, Vincent moet opgeven voor R’dam. Maar ik kan niet echt iets. Vincent haalt thee voor me. Die is me te druk. La me me russssst. Rob zet het raam open. Dat is zo fijn: even frisse lucht. Ik kan iets beter ademen. 1 klein glimlachje als ik de wind voel. 
De tijd tikt gewoon weg. Nauwelijks mensen die me vragen hoe het gaat. En ik antwoord ook slecht. Wat zal ik zeggen: het gaat heel erg verkeerd. Dan zaniken ze dat ik de dokter moet bellen. Duh, die ziet me aankomen. Dan moet ik koorts gaan meten en dingen doen. Wat ik niet kan. 
Ik ga naar beneden. Broek aan. Jasje. En op de bank neerploffen. Kapot. Puf. Hijg. Ik probeer een puzzeltje, maar eigenlijk is alles te vermoeiend. Liggen-wegdommelen-hoesten-uithijgen.
Een gezond mens heeft veel plannen, een ziek mens maar 1: genezen.

9 maart Het gaat beter.

Ik kan adem halen. Dat voelt alvast goed! En ik kan op twee benen staan. Dat is ontzettend prettig. Ik stap zelfs onder de douche! Ook al zo heerlijk. En naar beneden om daar op de bank te liggen. Lezen in tijdschriften. Dat het daarbij ophoudt, neem ik op de koop toe. Als het niet beter was gegaan, had iets anders gemoeten. Ik heb alleen nog verhoging. Ik kan nog niet veel, maar ik kan tenminste weer adem halen! We stappen een rondje om het park. Heel, heel rustig. En daar moeten Rob en ik van uitrusten! Maar ik haal zelf mijn apple-watch doel. Ik doe een krachttraining, de bejaardenversie. Het maakt me ongelooflijk blij om even iets te doen en te rekken.

10 en 11 maart
Elke dag een klein beetje beter, maar gezond is een relatief begrip. Sneller moe dan normaal is, slijm in de longen, hoesten (niet overdreven hoor) en ik krijg bijna talent in voor me uit staren. ‘s Nachts slecht slapen. En de menstruatie komt er ook nog overheen. Ik kan me amper bewegen. Maar de was moet toch gedaan worden. En de kattenbak. En dan weer even uitrusten op de bank. Ik begin langzaam te twijfelen of het nog goed komt. En dan bedoel ik natuurlijk voor Hamburg. Iedereen zegt dat ik rustig aan moet blijven doen. Maar dat wordt moeilijker. Ik wil weer. Ik kijk uit naar de vlaktes van Zwift. En ik zou zo graag willen hardlopen! Maar we beperken ons tot een iets groter rondje om het park. Heel rustig. En een nog iets groter rondje om het park. Nog steeds rustig. Het buiten zijn doet me ontzettend goed. Dat heb ik zo nodig! En dan… inschrijven voor de Triami Sprint Triatlon! Dat is een kleine droom die uitkomt. 1 mei begint het seizoen. Kortom: de plannen zijn er, maar de uitvoering ervan ligt nog stil. Balen dat het juist deze week zulk heerlijk weer is geweest terwijl ik ‘uit’ stond. Ben ik er dan weer helemaal klaar voor? Gelukkig houdt de trainster contact. Ik blijf opschrijven hoe het gaat. Maar ‘beter’ is alleen een vergelijking met gisteren. En relatief.

12 maart Pick it up – Valt mee en tegen ?‍♂️

Ik heb nog veel last van het slijm in mijn rechterlong; dat voelt zwaar aan en zit vast. Prettig, want ik hoest niet, maar het maakt alles wel extra vermoeiend.
Wat doen mensen toch de hele dag als ze niet uren hoeven te fietsen, naar een zwembad gaan om te trainen en hard gaan lopen op de mooiste plekken? Dat zijn vast de mensen die niet verslaafd zijn aan sport. Iedereen, werkelijk iedereen zegt tegen me: “doe rustig aan, overhaast het niet.” Ik heb alle varianten gehoord. Ik wéét natuurlijk dat het goed voor me is en dat het herstel bevordert wordt als ik nu langer kalm aan doe. Weet ik! Maar mijn hoofd wil, nee moet weer sporten: ik voel dat ik gespannen en sacherijnig word. Kan iemand me vertellen hoe je een junkie van de drugs af houdt?! ‘tuurlijk weet de junk dat het volgende shot niet gezond is, maar het moet nu eenmaal… Ik sport. En dat is gezond. Beter dan een synthetisch stofje in je lijf spuiten of oproken. Ook al weet ik net zo goed als de junk dat ik niet meteen het volgende totale shot moet nemen, ik moet gewoon ergens weer blij van worden. Maar een beetje moet ik toch zeker testen?!
Ik wil fietsen vandaag. Liefst ook hardlopen en zwemmen en wandelen en huppelen en schoonmaken en dansen en dat alles weer vanzelf gaat, maar laat ik starten met fietsen. Binnen. Niet omdat het buiten geen lekker weer is, maar omdat ik dan op elk moment kan afstappen. ‘t Is er koud. En rommelig. Alles om me heen is rommelig. En ik ben prikkelbaar. Fietsen.
Opstappen en kijken wat er lukt. Het begin is moeilijk. Cadans omhoog en rondjes trappen. Dat gaat. Die spieren hebben niks geleden. Die benen weten nog hoe het moet. Maar de motivatie moet nog even komen! En de energie. Vooral dat ontbreekt, energie. Ik doe het sprintje en ik ga voluit, maar ik haal het niet bij vorige week. Deceptie.

Claartje Cadans vindt het een goede dag en goed van mij!

En dan fiets ik nog vlak! Ik verveel me. Ik heb hier naar uitgekeken de afgelopen dagen en nu verveel ik me alweer na tien minuten. ? Doorzetten is nog nooit een probleem geweest. Doet er echt iets pijn? Nee. Is er echt een beperkende factor? Nee. Is dit echt onmogelijk? Nee. Doorgaan dan. Dan zit het in een soort van fase van training: het is niet makkelijk, maar wie zegt dat je moet opgeven als het niet vanzelf gaat? Dan had ik dat al lang moeten doen!

Heuveltjes. Ik zet de cadans, tempo en afstand maar uit. Trappen en kijken naar de dino’s. Ik maak de route af. Volgens mij haal ik drie kwartier vandaag. Het wordt gaandeweg iets beter. Ik leg me er bij neer dat dit voor vandaag genoeg is. Met moeite.

Het laatste sprintje kan ik het niet laten: toch nog even voluit! Tot voorbij de verzuring. Met een dik PR. 6 seconden sneller dan daarstraks. Mijn hart werkt ook nog!

Ik ben bezweet en besluit meteen de krachttraining te doen. Iets simpels met yoga. Dat is te simpel en ik doe een serie buikspieroefeningen er achteraan. Voelt beter. Als Vincent gaat zwemmen (ik wil ook – ik wil ook) gaan Rob en ik wandelen in het Beatrixpark. HEERLIJK. Zon, onverharde paden, weer een beetje tempo en de kracht is er ook weer. Dat ik daarna moet uitrusten neem ik op de koop toe. Een beetje vertrouwen dat het ooit weer goed komt, krijg ik erbij geleverd.

13 maart Hardlopen oppakken na Corona ?‍♀️ ?‍♂️
Ik kan weer aardig uit de voeten aan alle kanten: ik kan het huishouden weer doen, ik werk de mail van het werk alvast een keer door en ik voel me weer behoorlijk aan de beterende hand. Nog niet top, want de longen zitten nog dicht. Ik hoest niet, maar ik voel een slijmlaag zitten in mijn (rechter)long(en) die het ademhalen gewoon wat lastiger maakt. Of hardlopen lukt ga ik merken. Da’s mijn graadmeter. Vincent gaat mee. Het is 15 graden, dus de korte broek en t-shirt komen weer achter uit de kast! Mijn benen, spieren, aanhechtingen, hoofd en hart werken nog prima. Geen druk, geen pijntjes. Alleen het ademen is gewoon zwaarder dan anders. Veel minder makkelijk. ‘t Moet van diep komen. Alsof ik een zakje over mijn hoofd heb, zeg ik tegen Vincent. Hij stelt voor om na elke kilometer te wandelen. Goed plan. Hoe lang we dat doen zullen we wel zien. Maar het zijn elke keer kleine stukken. Dat helpt met op adem komen.

Het is voor de rest helemaal heerlijk. Zolang ik er niet aan denk, dat ik vandaag blij zal zijn met 6 kilometer waar ik 2 weken geleden nog moeiteloos 37 kilometer kon. Als ik er niet over nadenk hoe stom wandelpauzes zijn die ik echt nooit nodig had. Als ik er maar niet bij stilsta dat ik me niks van de hartslag aantrek en op de omgeving let.

Het is mooi en lekker buiten. We gaan een stukje hard lopen, omdat Vincent wil weten of hij dat nog kan. Hij heeft meer last van alle spieren. Maar hij versnelt moeiteloos en ik kan ook even doortrekken, maar ik begin meteen te hijgen. Met de trouwe wandelpauzes als elke kilometer vol is, krijg ik er een stukje door het bos bij. Ik loop verder prima, maar we mogen niks overhaasten.

De brug omhoog lopen, daar raak ik nog buiten adem van. Over 5 kilometer doen we 32 minuten. Valt me mee, want dat is inclusief wandelpauzes. Dus tussen het wandelen in loop ik best lekker door op 5:40. Ik kijk er niet naar. We lopen nog door het park. Het is hartstikke gezellig om samen te lopen. Voor Vincent lijkt het helemaal een huppelt, maar het gaat ook bij hem niet vanzelf. We maken 6 kilometer vol met een gemiddelde van 6:21. Dat valt me mee.

Onttrainen noemt mijn Garmin dit. Dat zie ik NOOIT staan! Nog nooit vertoond dit. Als je bedenkt dat ik dinsdag de bank nog niet haalde was dit een prima dag! Als ik bedenk dat ik anderhalve week geleden nog 12 kilometer kon hardlopen is dit een slechte dag. Ik zal het ermee moeten doen. Niemand heeft ooit gezegd dat alles vanzelf gaat. Maar als ik om me heen kijk, lijkt dat voor anderen wel zo te gaan: die fietsen weer lekker honderden kilometers en lopen tientallen kilometers weg. Wacht op mij!!! ? Laten we het zo zien: ik ben op hoogtestage en doe het met de helft van de beschikbare lucht ?

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

four × three =