9 Mei SNOTverdommeverkouden ?
Mijn neus loopt het allerhardst. Onafgebroken. De hele dag door. Zakdoekjes zijn niet aan te slepen. Nieuwe halen bij de AH is een hele opgave. En ik haal Citrosan. Alles wat maar een beetje kan helpen, neem ik aan! IK WIL DIT NIET. Ik wil doortrainen en de kracht vasthouden. IK WIL NIET NIKS DOEN. Echt waar, ik baal hier zo ontzettend van! Dit kan ik zo niet gebruiken. ZO NIET. Maar ik kan er ook niks aan veranderen, dus ik moet me erbij neerleggen. En dat is net zo moeilijk, want mijn hoofd ziet het probleem niet. Die wil gewoon hardlopen en fietsen, ook al is het wat langzamer. Dus ik ga ‘s avonds toch fietsen. Als ik een hele dag kan werken (weliswaar vanuit huis en met wat minder concentratie), kan ik ook fietsen toch? Ik zou op de tijdritfiets moeten gaan, maar ik pak de racefiets. En ik neem Vincent mee. Kan hij als oppas fungeren. Hij heeft een route naar de IJspressie in Almere Poort. En de foto-manie.
Vincent fietst op zijn dooie gemakje. Ik mis kracht. En energie. En lucht. Mijn neus loopt nog steeds, mijn longen zijn wat pijnlijk, mijn keel raspt. En het voelt alsof ik heel, heel hard moet werken. Terwijl er geen tempo in zit. En er geen tempo uit wil ook niet. Ook geen hoge cadans. Ik moet al ter hoogte van de atletiekbaan aan Vincent vragen of het een rondje Noorderplassen mag worden. Verder ga ik niet komen vandaag. We rijden langs het huis van Vincents klasgenoot en langs het huis van mijn collega. Ik drink wel veel! Dan de dijk op.
VLIEGJES. Hele wolken. Weet je hoe vreselijk het is om door vliegjes heen te fietsen met een verstopte neus en zonder snelheid te kunnen maken? Hopeloos. Afzien is het.
Ik ga voorop, want het maakt me niet uit ook. Kan Vincent misschien iets rustiger ademen. Overal kriebelt het. Hoe ver is het in vredesnaam nog naar huis? Ik heb het hartstikke zwaar en we fietsen echt tempo nul. Ik baalde al van die verkoudheid, maar zo wordt het wel heel erg. Dan is het fietspad weer open naast de Oostvaardersplassen!
Ik ben er heel bij mee en geniet van elke meter. Voor even is het niet zo erg dat het lekker lang duurt. Wat ben ik blij dat ik thuis ben! Hopeloos dit.
10 Mei – De helft van de training op halve kracht, maar het is beter dan niks.
Na een uurtje infietsen stond er 7x3km. Ik had zo’n zin in een halve marathon! Maar het was wel duidelijk dat dat ‘m vandaag niet ging worden. Toen ik opstond voelde ik me een heel stuk beter. Geen lopende snotneus meer, weinig keelpijn en ik had goed geslapen. Gelukkig maar, maar ik reken me niet snel rijk. ?? Niet te snel beginnen! Niet doen! Hou je in! Te vroeg beginnen is schadelijker dan nog een dag rust! Zegt het engeltje. Maar het duiveltje roept: Ga nu! Wanneer anders? Gewoon rustig aan doen en dan kan alles! Kijk nou hoeveel beter het gaat! ? Het wordt een compromis: eerst kijken of het fietsen lukt en dan mag ik pas hardlopen. Maximaal 4 van de 7 keer, maar liever 3 keer 3 kilometer. Ik ga pas laat fietsen. Alleen. Op de tijdritfiets. Met muziek aan. Wind mee op de Ibisweg. Gaat best lekker. Maar dadelijk wind tegen. Geen gehoest. Geen extreme moeite zoals gister. Geen snot. Liggen en trappen. Tot op de Knardijk. Dan niet over de sluisjes, maar eerder weer terug. Liggen en trappen. Tempo niet van belang. Valt mee. Ik maak een foto bij het bord op de brug.
Even hoesten en dan zie ik beneden mensen fietsen. Gewone stadsfietsers, 4 stuks. Ik moet nog de bocht omlaag maken en dan vanaf de Praambult kan ik ze gaan inhalen. Tegen de wind in. Liggen en trappen. Het is leuk een doel te hebben! Hoe idioot ook: stadsfietsers… Ik red het voor het Kotterbos net. Ze zijn allevier lekker langzaam. Ik merk dat het best goed gaat en maak de 70 minuten vol en de 30 kilometer ook. Ik kan hardlopen. Ik denk dat de hartslagmeter in staking is. Ik kom niet boven zone 1 uit. Ik drink driekwart bidon leeg. En thuis eet ik een Maurten gel. Nog een keer proberen hoe die valt.
Vincent gaat mee. Als controle. Anderhalve kilometer zone 1/2 en anderhalve kilometer zone 3. Ik kom ook nu niet in de zones uit. Raar toch? Het voelt niet makkelijk. Maar ik loop wel gewoon. Het voelt slepend. Na anderhalve kilometer (best ver) ga ik versnellen. Ook nu niet in zone 3. Maar ik loop wel lekker door.
Vincent kwebbelt lekker verder. Dat er een nieuwe waterpartij is. En over school. Ik ben stil. Ik wil stoppen na 3 kilometer. Gewoon even stilstaan. Moet toch kunnen? We gaan lekker over het fietspad wat weer open is. Heerlijk! Alles is herkenbaar. En toch was het maanden geleden.
Ik moet even op mijn knieën leunen bij het stilstaan. Maar het gaat goed, geen gehoest, dus weer door. Vincent dwingt me met zijn kijk op auto’s op de dijk steeds om rechtop te lopen. Anders ga ik sloffen. Het wordt niet makkelijker, maar ik kan dit wel.
Ik versnel weer en kijk uit naar de 6 kilometer om weer stil te staan. Ik moet echt even uithijgen. Stom is dat. Maar nog stommer is dat ik echt ontzettend veel moeite heb om weer te gaan hardlopen. Kan ik hier niet gewoon blijven staan?! Die gedachte heb ik echt zeer zelden. We gaan langs de kassen terug. Vincent wil rechtdoor de wijk in, ik wil via de andere brug. Onze wegen scheiden zich. Kan hij zijn eigen tempo doen en ik kan gaan wandelen als het op is. Wat ik niet doe. Alleen loop ik weer door. Voor mezelf. Ik zie mijn rode t-shirtje ver voor me uit lopen. Mijn tempo is drastisch gedaald. Na 9 kilometer stop ik weer aan de andere kant van het park. Ik wil de 10 kilometer volmaken. Want dan heb ik een vergelijkingstijd. Ik ren rondjes om het huis in traag tempo. Volgens Garmin heb ik er iets van 57 minuten over gedaan, maar ik vind dat 62 minuten tellen. All-in tijd. En dat valt me eigenlijk nog mee. Thuis hoest ik een keer of twee mijn longen naar buiten en ik val zowat van mijn stokkie met het neus snuiten. Verder gaat het goed. Beter in elk geval dan de afgelopen dagen. Maar vorige week ging het zoveel beter! Beter iets dan niets. ? Mijn Garmin is uitermate positief en vind mijn VO2max hoger dan ooit tevoren en mijn rusthartslag is uitzonderlijk laag. Opvallend.
11 Mei ??♀️ – maar eens kijken hoe dat gaat.
In de ochtend laat ik mijn tijdritfiets afmeten. Of eigenlijk: mijn triatlonfiets. Dat is met de racefiets zo goed bevallen! Kijken of ik met ProLite nog iets meer snelheid kan opbouwen als de fiets mij optimaal past.
Helaas kan ik ‘s middags niet meteen gaan testen, want er moet ook gewerkt worden. ‘s Avonds staat er een zwemtraining op het programma. Bij de TVA. Ik ben niet echt in de stemming. Benieuwd hoe het gaat lukken met de verkoudheid. Het gaat beter, maar ik ben er nog niet. De ergste ellende is eraf, maar hoesten en slijm zit er nog. Ik ga met 3 andere ‘meiden’ in baan 4. Om de beurt vooraan, wat ik liever niet wilde, maar dan hebben de andere drie met pullboy mooi pech en moeten ze rustig aan doen. We doen veel met de brede insteek. Tja, die zit er wel in. Nu de doorhaal nog. Ik kom er niet echt in. Niet vanwege de ademhaling, maar gewoon; ik ploeter er een beetje doorheen. In de rust ben ik erg aan het hoesten. Al met al maak ik de zwemtraining af met iets van 2200m, maar dat is een beetje gesmokkeld hier en daar.
12 Mei Baantraining. ?♀️ Als dat lukt.
Nog steeds hoesten en regelmatig de neus snuiten. Maar ik wil graag weer hardlopen en tempo’s proberen! Als dat me maar lukt… na weken afwezigheid melden Vincent en ik ons om 7 uur bij de atletiekbaan. Er zijn veel mensen op deze prachtige avond. Bij het inlopen klets ik met RV. Dat lukt me gewoon op een aardig tempootje. Ik stop mijn horloge na de steigerun brug op. En dan iets met lantaarnpalen. Ik heb slecht geluisterd. Weer op de baan moet ik langs het toilet. Te laat volkoren brood gegeten… Ik mis 1 van de versnellingen op de baan. Ach, wat jammer…. ? Dan de kern-opdracht. 2x 1000m, 2x 800m, 2x600m, 2x400m (en voor de snelsten 2x200m). De eerste keer time je de afstand en hoe korter de afstand hoe sneller je gaat. De tweede keer loop je op gevoel zonder op het horloge te kijken en dan precies even hard als dat lukt. Gaan we zien en voelen.
Ik loop de 1000m in 5:01, maar dan ben ik nog niet helemaal rond, omdat ik niet in de binnenbaan loop. Dan een minuut stoppen en stilstaan (en het horloge uit dus). Nog een keer en ik kijk echt niet op mijn horloge, maar het moet easy aan blijven voelen. 5:02, maar de baan rond ben ik een seconde sneller. De trainer vraagt persoonlijk aan mensen hoe het gaat! Da’s aardig. Dan 800m. Ik loop gewoon maar op gevoel, want ik weet niet precies wat sneller is. De tweede keer loop ik op gevoel harder. Tja, ik moet er altijd inkomen! Dan 600m. Ik ga lekker door en het valt mee met hoesten. Als ik stilsta, merk ik dat ik die tijd echt nodig heb. Er is wel sprake van enig energieverlies en het loopt niet zo makkelijk en vanzelf als eerder op de baan.
Vincent loopt lachend en genietend tegen de richting in. Ik probeer de 600m te tellen. Dan zou ik voor de tweede keer een richttijd hebben en even snel moeten tellen, maar het lukt me niet echt goed. Over het algemeen is de tweede keer telkens ietsje sneller. Een paar seconden maar. Ik zie het straks wel terug in de grafieken.
De 400m moet ik echt aanzetten en best diep gaan, maar tegenwoordig schrik ik daar niet meer voor terug. De laatste 400m echter is Anke een beetje op en die gaan beduidend langzamer dan de eerste. Dat voelde ik al bij het meetellen. So be it. Ik loop nog anderhalve ronde uit tot ik op 10 kilometer zit. Omdat ik het horloge veel heb gestopt, lijkt dat superhard te zijn gegaan! Erg blij dat me dit gelukt is, maar ik moet morgen niet extra veel gaan fietsen. Gewoon de 5 uur die op het schema staat.
13 Mei Vrijdag de dertiende – Vijf uur fietsen samen met HB
De dag starte een beetje rommelig: de fiets was toch nog niet helemaal geprepareerd en toen ik de straat uit reed, bleek ik de verkeerde schoenen aan te hebben. Ik had een andere afspraak moeten maken met de wind, want nu moest ik tegen de wind in naar het Bloq van Kuffeler, waar HB me opwachtte. Dan omkeren en wind mee. De hele Oostvaardersdijk af. Dat is een stuk rustiger qua geluid en het gaat lekker snel. Konden we leuk kletsen! Over de kinderen, schoolexamens (van HBs dochter) en uiteraard over sport. We waren snel in Lelystad en door naar de volgende dijk. Heerlijk weer: bewolkt, niet koud en windkracht 5. Zolang die mee is, alles prima! HB stelde voor door te rijden naar Lemmer en de wind gewoon in de rug te houden. Ik dronk regelmatig, lag op de fiets. HB had ook de tijdritfiets. Hij vertelde over het volleybalweekend en we spraken over alcohol. Ja, de meest uiteenlopende onderwerpen! HB heeft eigenlijk nog helemaal niet zover gefietst dit jaar.
Zo waren we al snel bij de Ketelbrug. De tempoblokken liet ik links liggen en ik lette daar niet op. De wind draaide met ons mee. We hadden een korte plas- en bijvulpauze. Met uitzicht op Kampen.
Hierna zullen we de rest van de route wind tegen krijgen. Ik zit op een gemiddelde van 30,8. Ik nam de tweede Maurtengel. Voorbij de Roggebotsluis draaiden we tegen de wind in. Dat merk ik in het begin nog niet echt. Helaas wordt kletsen door de wind moeilijker, maar we gaan stug door. Omdat het dan niet meer opschiet, heb ik het even best lastig. Ik weet niet zo goed waar ik blijf. Langs de vakantieparken en het water en Biddinghuizen.
We komen langs het water te rijden en ik heb het wat moeilijker. De gel valt niet helemaal goed; ik moet eigenlijk plassen, maar er is geen plek en ik vind het gewoon een heel eind weer! Ik zit niet meer helemaal makkelijk en ik maak me zorgen over de wedstrijd van morgen en buiten zwemmen en op de korte termijn: met dit tempo thuis halen. HB kletst lekker door over zijn werk en nieuw aan te nemen collega’s. Heerlijk! Hoef ik alleen maar luisteren en vooral te fietsen. Ik las een plaspauze in.
Rondom Zeewolde kwebbel ik weer; over JB en over hoe Rob en ik getrouwd zijn. Dat hielp ons de bossen door met een aantal bochtjes. De bossen houden de wind dan wel weer tegen. Ik neem lekker een stukje reep, dat bevalt mij prima. We komen bij de brug bij Nijkerk.
HB stelt voor om binnendoor terug te gaan. Goed plan! Anders moeten we helemaal om over Almere en ik ben al dik 4 uur aan het fietsen. Intussen al dik 100 kilometer. Het gaat dus qua snelheid goed. En ik hou de cadans ook hoog. Maar ik vind het totaal niks makkelijk! Wel leuk om langs deze weg naar Nijkerk te fietsen: daar kan ik elke keer aan denken als ik in de auto rij. En dan valt mijn telefoon uit het rugzakje, ik tik ‘m er op 1 of andere manier uit. OHNEE. De telefoon doet het nog, maar het glas is helemaal beschadigd. Maakt me niet rustiger.
Vrijdag de dertiende is goed afgelopen….
We komen bij de Grote Trap. Ik vind de Grote Trap echt groots niks. Wind van zij, vermoeiend en het lijkt zo dichtbij, maar het is nog zo ver. Als toetje hebben we op de Ibisweg wind tegen. Dat irriteert me en tegelijkertijd vind ik het heel erg grappig. Op de Trekweg gaat HB naar links en ik naar rechts. Hij heeft meer en harder gefietst- grappig is dat. Na precies 5 uur en een paar minuten ben ik thuis. 137,5 Kilometer met een gemiddelde van ongeveer 27,5 km/u. Het was een supergezellige rit! HB is prima en vooral verrassend gezelschap. Toch ben ik niet ontzettend blij en trots. Is 130 kilometer normaal geworden? Is het toch wat voedingsgebrek? Zijn dit de eerste zenuwen, want ik moet er niet aan denken dat ik nog meer moet fietsen en daarna nog moet rennen. Ik moet er niet aan denken dat ik morgen een wedstrijd’je’ heb. Of is het toch honger? Misschien omdat ik vannacht door het hoesten niet zo goed heb geslapen. Of een restje verkoudheid. Anyway: het grote geluk en de trots en de euforie blijft even weg. Ik neem wel lekker rust, eet veel pannenkoeken en ben klaar voor de OD morgen.
14 Mei 2022 – OD DTS HRLMMRMEER & uitfietsen ?
Redelijk slapen, mijn boek uitlezen en dan alle spullen de auto in. Ik heb weer ouderwets moeite met eten. Verder ben ik redelijk gelaten. Ik zie op tegen het koude water, buiten zwemmen, weer fietsen en daarna nog een stuk hardlopen. Als we naar het terrein toe lopen, begin ik toch weer zenuwachtig te worden. Ik wil vooral niets kapot maken vandaag. Dus ik ga met sokken aan en ik ga niet het onderste uit het kannetje halen. Startnummers opplakken en de fiets en spullen in de wisselzone dumpen. Ergens heb ik er wel zin in! Dan de briefing en opeens slaan de zenuwen ontzettend toe en is de angst er weer! Kokhalzend werk ik de banaan weg. Ik ga nog gauw even het water in – KOUD. En dan terug naar de startlijn, niet vooraan gaan staan en Vincent moet me bijstaan. Als ik mijn ogen dichtdoe, kan ik de angst buitensluiten. Belangrijk leermoment.
Start en rustig het water in. Het is even koud. Ik doe de polo-borstcrawl. Mijn hoofd moet even wennen! Maar al snel pak ik de borstcrawl op. En dan slaat het toe: dit is zo gaaf! Ik geniet tot in mijn koude tenen! Oh, wat had ik dit gemist! Maar het is beter dan ooit: ik voel me kalm, vind mijn weg en mijn armen doen hun werk. Ik zie de boeien en ik zwem lekker een beetje om en achter de anderen aan. De kleine boeien rond ik linksom om de drukte te vermijden. Hoppa, door! Het is zo leuk. Ik heb geen idee hoe hard ik zwem of ik laatste ben en hoe lang ik dit nog mag doen, maar het boeit me niks. Ik heb ‘t nog nooit, nooit, nooit zo naar mijn zin gehad in het water. Ik kan zelfs vaak 1 op 4 ademhalen! Ik zie wel iemand op zijn rug zwemmen en er zullen ook mensen het te koud hebben. Maar ik niet. Nog een boei, lekker een beetje krap er langs, ik zie nog mensen achter me. Ik ben blij dat ik nog een rondje mag en dat er geen landlap is, maar dat we mogen blijven zwemmen! Niks koud, geen moeite. Ik ga niet meer dood in het water. Hopelijk is Hamburg ook zo kalm. Ik zwem met 2 mensen in mijn buurt. Versnellen doe ik lekker niet. Bij de boei ontdek ik dat ik ook nog de bodem kan zien! Ohja, buiten zwemmen was alleen al daarom supercool. Koud heb ik het al lang niet meer. Door de verkoudheid en de banaan die zich doet gelden is er wel een momentje minder easy, maar ik permitteer me om even om me heen te kijken. Het is een ontzettende overwinning dat zwemmen het vechten helemaal voorbij is. Bijna jammer dat ik dadelijk moet gaan fietsen. En dan ga ik wat traag het water uit. 1500m heb ik geklokt. Wissel 1. Ik heb geen haast, doe het liever goed dan snel.
Ik doe rustig het wetsuit uit, pruts even met de sokken, zet de fietscomputer aan, de helm op, startnummer om en dan loop ik een klein stukje met de fiets en stap ik op. Daar staan Rob en Vincent.
Het gaat me wel goed. De racefiets zit voortreffelijk, het trisuit zit prima en ik zit ook prima. Stukkie fietsen. Na wat gedoe in het bos heb ik wind mee. Ik lach hardop. Van plezier. Lekker fietsen. Om me heen kijken en we zien wel. Ik kijk veel naar de andere mensen. Naar de huizen langs de dijk. Naar de eendjes. Naar de paaltjes. Ik zie mijn snelheid en die is aardig. Ik gok 29-30 te gaan rijden. Niet overdrijven na de rit van gisteren. Maar het gaat harder. Altijd leuk. Blijven lachen. Blijven verwonderen. Voorzichtig langs de paaltjes. Iedereen die me inhaalt, heeft slechter gezwommen. Maar ik doe toch mijn eigen wedstrijdje. Joh. Doordat het op en neer is, zie je veel andere deelnemers. Keren op de parkeerplaats. Bewoners. Een jurymotor. Blijven lachen, meid. Ik lig heel veel. Kikkers. Bocht. Go Jordan. Dan komen we langs de vliegtuigen. Gaaf. Supergaaf! Achter me hoor ik gerommel en dan haalt een KLM me in en vliegt ie voor me uit. Prachtig. Daarna tussen de weg en de schapen door. Ik drink redelijk. Geen grote slokken, maar wel veelvuldig. Van tijd tot tijd hoest ik flink. ‘Vliegje’, vraagt een vrijwilliger. En weer terug. En dan staan Rob en Vincent op de kruising.
Het gaat goed, roep ik lachend! Ik weet dat ik nu weer een stuk krijg waar ik hard kan. Gebruik van maken. De tripro meneer zit nog langs de kant. Die is onwel. De eendjes zijn weg. Netjes langs de paaltjes. Rare wandelaars midden op de weg. Blijf lachen mensen. Mooi dat je hier mag en kan fietsen. Geniet er van. Net als ik. Bedankt vrijwilligers! Iemand tegen de paaltjes gefietst. Auw. Ik haal ‘s iemand in en mensen halen mij in. Niet stayeren daaro. En dan de stomme weg weer. Ik moet eigenlijk plassen. Maar dat lukt nog niet. Moet ik testen. Dan weer langs de vliegtuigen. Deze keer kom ik zelfs 2 KLMs tegen! Helemaal geweldig, zoals die in de lucht verdwijnen. Harder dan ik fietsen kan. Als we naar Canada vliegen, kan ik weer zeggen: daar fietste ik. Ik haal 2 mannen in die samen fietsen. Hallo, we doen een triatlon heren. Dan weer langs de schapen. Nog een vliegtuig achter me. Ik moet nu plassen! Stayer niet zeg. Nog wat drinken, maar plassen lukt nog niet. Ik moet het nu testen, nu kan het! Dag vrijwilliger die roept: alleen nog maar een stukkie lopen. Bedankt voor de reminder. En dan is het stil op de weg. PLASSEN NU. Moeizaam. Maar ik ervaar het wel. Water erover en door. Ik ga terug richting de finish en er zijn nog altijd mensen achter me, al zijn dat er niet meer zoveel. Boeie. Ik neem een gel. Goed he, ik ben echt lekker bezig. En dat met een gemiddelde boven de dertig. Ik push flink op de fiets. Niet over de grens, maar wel dicht erbij. Vlak voor het bos moet ik even zoeken hoe en wat en waar. Ik dacht dat ik om de wisselzone heen moest, maar ik kom er op hetzelfde punt in. Afstappen. Horloge omzetten.
In de wisselzone lukt het plassen wel. Minder handig moment. Ik heb net de loopschoenen aan. Ik wil door! Ik heb veel gewonnen in het zwemmen en fietsen, dus lopen kan behoudend. 2 gels in het trisuit proppen. Mooi dat dat goed past op mijn been. Ik moet de uitgang zoeken. Gekkigheid. Dat doe ik ook rennend trouwens. Daar zijn Rob en Vincent weer!
Ik voel het qua hardlopen: niet te hard gaan. Gewoon inhouden. Het zijn toch tien kilometer in de volle zon. De route is apart: glooiend en slingerend. Ik kijk naar de andere mensen die ook in het park zijn. Honden, vissers, mensen op de bankjes. Het tempo ligt te hoog, maar het voelt niet zo. Ik merk het straks wel. Langs vlonders. Stukje onverhard en daar is Z. Grappig. Het dringt tot me door dat ik er al een trainingsweek op heb zitten. Afmaken dit. Zoveel mogelijk in het moment blijven. Viaduct op is lastig, maar straks mag ik omlaag. Trappen de berg op. Ik neem ze rustig en tel ze. 82. En dan pak ik snel het lopen weer op, want het gaat omlaag. Lekker dit. Het viaduct omlaag vind ik wel leuk. De kilometertijden zijn veel te snel, maar ik blijf voelen hoe het gaat in plaats van te kijken naar hartslag en tijd. Het gaat. Ondanks de zon. Anke loopt in de zon met een soort tempo van 5:30 en ik vind het allemaal wel goed. Apart. De inhoud is meer dan aanwezig. Voor een ODtje draai ik mijn hand niet meer om. Er staat een vrolijke mevrouw die roept dat het er soepel uitziet. Ik antwoord dat het zo niet helemaal voelt! Ik kan dus ook nog in volzinnen praten. Zo erg is het allemaal niet. Maar de schaduw is prettiger. Ik zie ze zwemmen, kom op jochie van me. En dan nog een rondje. Stom keerpunt. W had ik al gezien bij het fietsen en hij gaat nu weg en moedigt me nog even aan. Hij gaat naar de Dixie. Ik ben een beetje jaloers. Helaas moet ik weer. Maar dat gaat nu even niet. Stomme darmen. Bij de post stap ik even voor een paar slokken water en water over me heen. Ook hier zitten kikkers. En dan denk ik: probeer de Maurten gel. In een wedstrijd is dit je enige kans nog. En als het mis gaat, wandel je dit uit. De gel is lastig weg te krijgen. Niet omdat het vies is, maar het lijkt veel. Echt even wegwerken. In twee keer. Weer een leermoment. Ik ben nog redelijk helder al met al. Zolang ik de gedachte ‘en-dit-maal-vier’ maar buiten kan sluiten. ZGvG moedigt me weer aan, maar ze hoort niet dat ik roep dat ik gister al 140km heb gefietst.
Ik ga iets minder hard. Mij om het even. Bijna ga ik verkeerd omdat ik afgeleid ben door een meneer die staat te plassen. Tja, zo haal ik tien kilometer wel! Niet veel hoor. En dan het viaduct weer op. In de brandende zon. Oei. Dan maar iets minder snel. Kleine stapjes. Ik ga het toch wel halen nu. Deze keer tel ik 83 traptreden. Ik haal mensen in omdat ik het snel weer op een lopen zet. Mijn darmen komen tot rust, al moet ik nog wel en ik voel de Maurten gel indalen. Prettig spul. Nu mag ik door de brandende zon naar beneden. Beter. Een hoek om de schaduw weer even in. Ik loop al 8 kilometer en binnen een uur gaat me dit lopen lukken. Intussen is het vanzelf er af. Ik roep tegen iemand anders nog: keep on smiling en ik spreek een vrouw dat ze moet blijven genieten. Maar ook voor mij gaat het niet meer vanzelf. Ach, het is nog maar 1 kilometer. Leuke pubers die “Go Bro’s” roepen. Ik maak 10 kilometer vol in iets van 57 minuten. Mooi gedaan. En dan naar de finish. Ik ga niet meer sprinten hoor, ik geniet van het moment. Dadelijk kan ik weer een afstand van mijn lijstje afstrepen.
Ik kom over de finish zoals ik dit ook ervaren heb: lachend van plezier. Het was leuk. Ik ben achtste van mijn age group. In een mooie tijd van 2:47:04. Sneller als ik had gedacht. Ik ben snel weer op adem. Niks kapot. Niks kapot gemaakt. Niks verkeerds. Rob wacht me op. Na een paar snoepjes en het inleveren van de chip, ga ik gauw naar de Dixie. Geen diarree of leegloop, maar gewoon een grote boodschap. Er is zelfs papier. Dan wachten op Vincent en rondhangen. Mijn trisuit zit echt heerlijk. Ik ben niet ongelooflijk moe of heb ook maar ergens last van. Zelfs geen honger. De medaille is prachtig.
Vincent wordt in zijn heat tweede, maar overall haalt hij het podium niet. Dus we kunnen naar huis. Ik heb de hele dag mijn shirt “in training voor Hamburg” aan en daar spreekt een vrijwilliger me op aan! Heeft ie zelf vorig jaar gedaan en het water was toen net zo kalm als het vandaag was. Volgens hem is het fietsen ook vlak en het lopen is leuk met parkjes. Een geruststelling.
Ik zou graag willen uitzwemmen in plaats van uitfietsen en weer op de fiets moeten stappen. Helaas krijg ik het net niet geregeld, want ik heb geen badpak en ik wil niet om 6 uur. Ik voel me in staat nog te gaan zwemmen. Met gemak. Eenmaal thuis ben ik wel moe, maar ik heb geen zin in een hamburger en ik eet roerbakgroente bij de friet.
Ik ben achtste in mijn leeftijdsklasse. Van de 13. Mooi. Neem ik meer dan genoegen mee. Ik heb nog nooit eerder zo hard gezwommen. Daarbij opgeteld dat ik ook relaxed en soepel heb gezwommen is dat grote winst. Ik heb gemiddeld iets van 30,4 gefietst. Ook mooi. En hardlopen met een gemiddelde van 5:43. Kan ik toch ook niet ontevreden over zijn? Ik ben een vrouw van 48 en dit is wat ik doe. De allergrootste winst is dat ik het zo leuk vond en dat ik heb geleerd te genieten van wedstrijden.
Het liedje van de dag:
When we all give the POWER
We all give the BEST
Every minute of an hour
DON’T THINK ABOUT THE REST
When you all get the POWER
You all get the BESTWhen everyone gives EVERYTHING
And every TRI everybody’s WIN’sNa, na, na, na-na
Live is Life – OPUS – 1984 (songtekst aangepast)
Na, na, na, na-na
En dan ga ik fietsen. Alleen. Vincent wil niet meer mee. Muziekje op. Soms zit het niet in grote dingen: geen mega-afstanden, niet in een wedstrijd. Soms zijn het kleine trainingen die dapperder zijn dan de rest. Dit is er zo één. Om na de rit van gisteren en de wedstrijd van vandaag weer op de fiets te stappen: dat moet je durven en daar moet je de wilskracht voor hebben. Present. Ik heb wel hoofdpijn van de zon, maar ik neem een paracetamol en ga trappen.
Langs de vaart heen naar de brug bij de Groene Kathedraal, aan de andere kant terug. Het is rustig en stil. De zon is prachtig. Ik hoef niet hard te gaan, en ergens geniet ik er wel van. Dat het lukt, dat het kan, dat ik het doe en dat het gewoon gaat. Ik ben wel iets te koud gekleed. Het tempo valt nog redelijk mee. Een dik uurtje fietsen – appeltje eitje. Net geen 30 kilometer in 72 minuten. Ik fiets er niet voor om.
En dan in de douche en eindelijk even ontspannen. Op de vaatwasser en wasmachine na. En de blog schrijven. En alle administratie bijwerken.
15 Mei – A million thoughts ?♀️?? in het warme bos.
Ik lig lekker op de bank en ik lees het boek van Els Visser. Ik ben geen Els-fan, maar als zij uren kan zwemmen, kan ik vast ook een stukje hardlopen op deze bijna tropische dag. Ik ga het bos in, daar is meer schaduw. Insmeren, korte spullen aan en de opdracht is 7 keer 6 minuten (een kilometertje) en dan 30 seconden wandelen. Let’s do it! Er komen tijdens zo’n loop duizenden gedachten voorbij. Laat ik er eens een paar optekenen.
- Rustig aan, zone 1 – daar kom ik zo wel in
- Lekker sloom tempo zo
- Ik liep gisteren nog he
- Het is nu al warm zeg, ik ben de straat nog niet uit
- Eend op de weg
- het is best rustig
- De brug op, gelukkig schaduw
- Ik mag al wandelen! Mooi, doe ik, brave meid
- Blij dat ik die Els niet ben
- 30 seconden zijn echt zo voorbij
- Brug af
- Die meneer fietst sloom omhoog, maar oh – hij heeft een zak potgrond achterop
- Hoop mensen hier
- Lekker tempo, voelt nog steeds goed, lage hartslag (blik op het horloge)
- Ik kan ook langs de plassen gaan, maar nee, het bos heeft meer schaduw
- Ook meer dan het asfaltpad
- Dit is een training voor de warmte, misschien is het straks in Hamburg ook warm – ik hoop van niet
- Waar zouden die mensen naar staan te kijken, richting de bomen?
- Ik neem het buitenpad rechtsom
- Ik hoor kikkers
- Alweer wandelen. Dit ging snel; een kilometer binnen 6 minuten.
- Hoezo geen zon in het bos? Schaduw is er al helemaal niet!
- Lang geleden dat ik hier liep
- Wat doet die auto daar op het fietspad
- Zon én onverhard: goed gekozen anke
- hitte adaptie
- Hm, die leuke man en ere vrijwilliger, *grijns* – lachen helpt het tempo omhoog
- Kan ik niet iets op Facebook schrijven voor alle dames, dat we leuke vrijwilligers moeten hebben langs de kant
- Daarachter is schaduw!
- Ik heb in Hamburg weinig aan de vrijwilligers haha
- Oh, dat was een nog snellere kilometer!
- Wandelen tussen de mooie bomen, fijn
- Groen hier, toen ik hier vorige keer was, was het winter en kaal.
- Groen is best een mooie kleur
- Geen hert te bekennen. Ik zou als hert ook blijven liggen
- Ik heb een beetje te weinig gedronken
- Voelt het verder nog goed? Ja
- Weer de volle zon in. Ik moet er om grinniken
- Doodse stilte hier, geen mens te bekennen
- Nou ja, heel veel vogels.
- Een mooie grote vogel rechts
- Hoor ik een generator? In de verte. Bij de kassen. Ben ik daar al?
- Afslag. Iets te ver doorgelopen.
- Aha, hierom ging het net zo goed: nu een zuchtje wind tegen.
- Wind is wel verkoelend
- Jesses, ik had hier toch echt wel schaduw in gedachten
- Hier heb ik al eerder gedacht dat het totaal niet meer ging
- Toen moest ik naar de WC. Nu nog niet! Heel fijn
- Hoelang heb ik gedaan over 5 kilometer eigenlijk? Laat los.
- Ik zweet me een ongeluk
- Nog steeds niemand
- Vogelgeluiden
- Ha, eindelijk schaduw
- hartslag is inmiddels iets hoger
- Het supermooie pad
- Lekker koel
- Hut
- Als ik een hert was, zou ik lekker hier blijven liggen
- Geen hert te zien
- Geen krokodillen ook maar ik heb ze nog niet verjaagd
- Weer zon
- Daar zit iemand met een thermosfles. Wat zou er in zitten?
- Is het een man of een vrouw? “goedendag”
- Vlindertjes, twee – doe mij ook vleugels
- Nog maar een kort moment wandelen, 30 seconden worden echt steeds korter!
- Door het hekje.
- Ik heb geen zin meer.
- Mijn benen doen pijn
- Stel je niet aan
- Mijn benen verzuren
- Jammer zeg
- Nog 1 keer, zal ik daarna stoppen?
- Deze maak ik af
- Dan maar rustiger
- Dan maar geen kilometer binnen 6 minuten
- Ik hoop de brug net niet te halen: wind tegen, asfalt, hitten en omhoog
- Hier in het bos is het koel
- En geen vliegjes
- Jakkes, wel de brug op dus
- Zoek motivatie: boven zijn voor de 6 minuten om zijn, hupsakee!
- Ik heb nog maar 70 seconden en boven is zo ver
- Komop benen, auw
- Ik ga het halen, nog 37 seconden en boven komt dichterbij
- Ik wil niet meer!
- Boven en gehaald. Klein beetje blij.
- Wandelen
- Misselijkheid?
- En ik moet nog naar huis, hoe dan
- Ik kan gewoon wandelen.
- Duurt te lang
- Naar beneden kan ik nog wel rennen
- Mijn benen niet, voelt verzuring zo aan?
- Hier is schaduw, doorlopen
- Hoor ik nou een ouderwetse telefoon? Oh, van die meneer daar met die hond
- Verder is hier niemand
- Jakkesbah weer zon
- Ik ben er klaar mee
- leuk stel pubers hangen daar te lachen, wat zouden ze delen
- Ik ren de witte brug nog over
- Niet van harte
- Zwemmers? hier?
- Ach, die knul in zijn zwembroek
- Het is dat het water zo goor is
- Mijn benen doen serieus pijn
- Ik moet weer
- Onrust in de straat
- Got, ik ben d’r ZO klaar mee
- Horloge aan laten staan?
- Nog een keer 6 minuten rennen
- Ik tel uit op mijn vingers dat 45 plus 6 51 is
- Na 50 minuten moet ik wandelen
- Ik voel me niet lekker
- Echt te weinig gedronken
- Kippevel
- Om het Picnic autootje heen
- Wandelen. Eventjes
- Rennend sneller thuis
- om de kindertjes heen met waterpistolen
- Rennen is een groot woord. joggen ook voor dit tempo
- Slepen
- Ik moet echt weer schijten
- Snel naar huis maar
- Toch dik 8 kilometer
- Klaar, thuis, deur open
- net op tijd op de WC
Dit is maar een klein deel van de gedachten. Er fladderen er nog veel meer voorbij. 8,5 kilometer met een gemiddelde van 6:15. Grotendeels in zone 1 gelopen. De laatste 1,5 kilometer gingen helemaal ruk.