browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2022-24

Posted by on 15 July 2022

11 juli – De NPW achtste triatlon + wat extra’s – let’s try someting new

Totaal geen zin in deze wedstrijd: mijn hoofd staat er niet naar (ik moet op vakantie), de lokatie is zo saai (zoveel asfalt), fietsen zit me niet lekker en het gezelschap is zo vervelend qua kijk-mij-eens-shinen. Er zijn gelukkig op de 40 mensen deze keer ook heel veel mensen die wel echt leuk, lief en aardig zijn en waarvan ik blij ben ze te zien. Verder een routine-klusje qua afstand, dat ik alleen maar doe om af te kunnen strepen van de triatlonafstanden. Van de trainster mag ik een keer proberen of ik voluit kan fietsen en wat dat met lopen doet, maar nogmaals: mijn hoofd is er niet echt bij. Alles klaarzetten en het wetsuit aan. Ik vind het spannend en ik ben ongeinteresseerd tegelijk. Er zijn veel mensen. Dan blijkt dat we niet via de steiger kunnen. Jammer hoor dat dat gladde stukje steiger vermeden wordt, maar niet heus. We zullen nu meer moeten zwemmen. Het water is lekker warm. Ik geloof dat we pas na zeven uur van start gaan.

Drukte om me heen en ik heb last van al die mensen. Waar zal ik eens heen zwemmen? Maar ik ga gewoon mijn eigen lange slagen maken en druk de gedachte wat-doe-ik-hier-eigenlijk weg. Ik vind ruimte en voor ik het weet ben ik al bij de groene boei. Ik denk eventjes aan afsnijden, maar dat vind ik niet eerlijk. Ik zwem op met een gouden badmuts rechts van me. Dan alweer terug en ik kom veel zwemmers tegen en moet wat uitwijken naar rechts, naar de gouden badmuts, die maar rare grote slagen maakt. Ik navigeer niet zo best, maar er zijn genoeg mensen voor me om de weg te wijzen. Ik kijk even op mijn horloge op de 500m: 10:33. Tsjakka. Ik heb liever het smerige water dan het trapje.

Ik pak mijn slippertjes en zie Vincents slippers nog staan, maar Rob verzekert me dat hij het water al lang uit is. Ik hobbel naar de fiets en wordt gehinderd door een meisje met step. Pas de derde keer vraag ik haar aan de kant te gaan. Dan ben ik al bij mijn fiets. Het wetsuit is snel uit en de fietsschoenen snel aan. Ik zie veel mensen nu pas het water uit komen, maar ik ben vooral bezig met mezelf. Fietsen – gatver. Hoppa, gaan! Ik kom lastig opgestapt en lastig op gang. Fietscomputer aan, inklikken lukt niet en zal de hele tijd niet lukken. En dan snelheid oppakken. Ik ga hard. Liggen durf ik nog niet zo goed. Ik zie het randje van de straat. Voor me een paar mensen. Omdat ik dit niet leuk vind, laat ik het maar zo snel mogelijk afhandelen. Rare gedachte. Maar het helpt als een tierelier. Ik ga genieten van de snelheid. Voor me fietst nummer 25. Fijn, een richtpunt. Ik ga net iets sneller. Nu tenminste. Vincent ligt derde zie ik. Bink. Op de rotonde loopt nummer 25 weer uit en dan haal ik hem op het lange stuk met wat meer wind bij. Als we wind tegen hebben ga ik er zonder scrupules achter ‘m fietsen. Stayeren! Samen halen we een andere dame in. Er liggen er twee voor me. Nu nog één.

Dan het rondje maken en ik doe het snel, zeker voor mijn doen. Weg uit die drukte en onrust! En weer wind mee. Ik durf even te gaan liggen als ik nummer 25 achter me laat. Ik ga echt de hele tijd 30+. Lachen. Nummer 25 trekt me nog even voort en dan heb ik energie verzameld om hem voor de rotonde voorgoed achter me te laten. Zal ik afsnijden? Maar nee, dat is net zo lastig. Vincent stayert ook. Ik vind de lachende mensen leuk die ik zie als ze me tegemoet rijden. Inmiddels lig ik vooraan bij de vrouwen.

Ik zie een ander doelwit en die haal ik bij. Ik ken hem en hij mag me dadelijk voorblijven en uit de wind houden. Samen halen we zelfs nog iemand in! En dan haal ik ze allebei in voor het wisselpunt, zodat het stayeren niet opvalt.

Ik kijk om me heen en denk enigszins triomfantelijk: wie had dat nou gedacht, die Anke aan kop! Ik zie alleen KH en denk: als jij het kan, dat hard fietsen, kan ik het ook. Ik weet niet wat ik daar straks hardlopend van vind en ik hou mijn hart vast, maar het is een oefening. Een dappere poging. Ik heb het nog niet eerder gedurfd om hard te fietsen. Dag Rob, ik geef hem een kusje vanaf de fiets.

Ik hou de man voor me niet bij en fiets de laatste ronde wat meer alleen. Ik zie dat GN achter me zit, maar ik heb een voorsprong, al weet ik dat zij ook hard loopt. De laatste keer tegen de wind in moet ik alleen doen en ik pak een hogere cadans. Hopelijk helpt het bij het lopen. De 25km fiets ik in 45 minuten. Voor een achtste triatlon staan 20 fietskilometers, maar hier zijn dat er 27. Daar moet je de winst dus op pakken. Ik fiets volkomen berekenend. De halve bidon is leeg en daar voel ik me goed bij. Ik besluit geen gel te gaan nemen. Gewoon maar rennen dadelijk.

In de wissel loopt KH mee. Mijn schoenen gaan lastig aan. Ik sla de sokken toch maar over, omdat ik de voorsprong nodig heb. Gel in de zak en voelen. Mijn voet doet meteen pijn in een spiertje, mijn schoenen zitten niet lekker, de passen voelen niet krachtig en ik ben er niet gerust op. De ademhaling zit echt heel erg hoog. In de eerste kilometer voelt het al helemaal verkeerd. Oerzwaar. Ik voel nog even het asfalt op de knie, maar dat trekt weg als HL me inhaalt en aanmoedigt met mijn naam. Ik kom de fotograaf tegen en vraag hem hoe laat het is. Mijn collega zou er om 8 uur zijn, maar die is vast alweer weg, want het is al kwart over 8. Het tempo ligt erg hoog met 5:01 over de eerste kilometer. Ik heb nu al geen zin meer.

AA komt er net aan om aan te moedigen. Mannen lopen me voorbij alsof ik loop te sloffen. HB loopt me voorbij. En daar zijn twee toppers met water! Ik gooi het over me heen. Dat frist me op en ik vind het even zelfs leuk, dit lopen! Heel even. Ik loop lekker te boeren. Na de eerste ronde roept DdK dat ik eerste vrouw lig en dat irriteert me mateloos. Ik ben hier mijn eigen wereldprestatie aan het neerzetten: zo hard gefietst en nu hard lopen, dat is totaal onafhankelijk van de positie in het veld. Niet boeiend. Nu moet ik me er weer mee bezig houden. Ik hou het vol, het hoge tempo van rond de 5:10. Er zijn leuke jochies verderop in het gras: “lekker snel hoor mevrouwtje” Ik moet naar de WC, ik heb het heet, ik vind het niet leuk en ik stamp door. De fotograaf roept weer de tijd. “Voor het donker ben je thuis!”

Lachen helpt. 3 Kilometer alweer ofzo en als ik dit volhou ben ik met 12 minuten wel klaar. Geruststelling. Geen WC, geen gedoe, 2 slokken water en daar is Vincent die al klaar is. “Je ligt eerste mama”, rot toch op zeg. Ik mag nog een rondje. De ademhaling wordt weer zwaarder. Komt het door de band? Ik vind twee vlechtjes ook niet zo handig, die beuken. Ik zag dat GN achter me zit en ik laat ook wat mannen achter door dit tempo vol te houden. Eigenlijk wil ik niet vooraan eindigen, dat past me niet. Mijn rechterhiel is stuk aan het gaan in de schoenen en dat doet ontzettend veel pijn. Ik merk dat ik dit niet voor mezelf doe, zo voelt het niet. Ik doe het voor Joyce en de trainster, die moeten maar trots op mij zijn. In de vierde kilometer voel ik al dat ik dat zelf niet zal wezen. Ik hou het vast, maar goed of leuk of prima past al weer niet meer. Op het laatste stukje haalt een vrouw me in. Het voelt een beetje als een opluchting, of moet ze nog een rondje? Ik loop 5 kilometer in 25:40 of zoiets en dat vind ik echt geweldig. Lukt me dus na 27 kilometer heel hard fietsen! Ik kom als tweede over de streep in iets van 1 uur en 32 minuten.

Mijn hiel doet onwijs pijn. Er zijn nog veel aardige mensen en ik klets even wat en neem mijn welverdiende medaille mee. Vincent is derde geworden overall. Bij zijn looptempo verbleekt dat van mij. Zijn fietstempo met stayeren zorgt voor mijn ‘leuke poging’. Ik bedank meneer nummer 25 en vind het leuk te horen van een man dat ze me gewoon niet konden bijhouden, niet lopend, niet fietsend. Maar trots, echt blij: dat ontbreekt weer eens. Ik wil M&Ms en snoepen en dat ik geen pijn heb in mijn hiel. En ik zou blij en trots willen zijn, maar het komt niet. Het voelt als: ‘zo gedaan, streep die achtste maar weg’. Experiment gelukt: ik kan hard fietsen als ik durf en daarna hardlopen, maar leuk vind ik dat niet. Mijn hoofd staat er nog steeds niet naar als de M&Ms op zijn. Een combinatie van hormonen, vakantiestress, slecht slapen en vermoeidheid.

Deze NPW triatlon doe ik voor de derde keer. Al zijn de afstanden wat gewijzigd. 1 Keer ging ik maximaal hard, maar toen bungelde ik onderaan in het veld. De keer daarop deed ik gewoon, niet maximaal. Scheelt vooral in het fietsen. Gek genoeg ging ik vorig jaar nog ietsje harder met fietsen (nu 33 gemiddeld en toen 33,1) en rende ik maar iets langzamer. Het zwemmen ging echt veel beter dit jaar (maar nu met wetsuit). En nu sta ik aardig bovenaan in een veel drukker veld. Maar vooral de hartslag is aanzienlijk lager. Zo voelde het niet, maar dat is denk ik toch echt de supercompensatie.

Dinsdag 12 juli – Sloompjes fietsen voor ijs

Geen zin. Nergens in. Ik slaap maximaal 3 uur. En dan is niets leuk, makkelijk of prettig. Dan is nergens energie voor. Niet voor werken, niet voor piano spelen en niet om iets te verzinnen. Vincent gaat wel mee. We gaan naar Almere Haven om te kijken waar ik de cadans meter ben verloren. En daarna een ijsje eten bij Mariola. We komen weer totaal via een andere kant door Almere Haven. Nieuwe paden, nieuwe gebieden. Vincent doet de route. We vinden het elastiekje van de cadansmeter wel, maar de meter zelf niet. Ook niet na zorgvuldig speurwerk. Dan rijden we door het centrum van Almere Haven en we nemen allebei een ijshoorntje met 2 smaken.

Ik heb geen zin om te fietsen. Er zit ook geen tempo in. We gaan terug via het centrum en Vincents school. Een ommetje extra! Ondertussen spelen we ik-heb-iemand-in-mijn-hoofd en dat is erg leuk. Maar verder is het fietsen en alles gewoon ruk. Alsof ik niet geslapen heb. Wat ook zo is!

woensdag 13 juli Zwemmen TVA training

Een dag hard werken op kantoor vol goed nieuws en nieuwe mensen en een paar eindjes die ik vandaag moeiteloos aan elkaar knoop, nu de hormoonstorm weer is gaan liggen. Of eigenlijk: losgebroken is. Niet de ideale dag om te gaan zwemmen. Ik heb ook weer geen zin. Zucht. Vincent ook niet. Maar we gaan toch! Node. Ik vertrek laat op het werk, wat helemaal de goede kant op gaat. Ik twijfel lang, maar het wordt de iets snellere baan. Vincent kijkt en roept bestraffend dat het achtje weg moet. Ik luister braaf. 50 Meter! Dan pak ‘k het achtje erbij. Achter me zwemmen 2 meiden die normaliter echt een stuk sneller zijn dan ik. Al vinden zij van niet. We doen 5 keer 50m waarvan 25m heen techniek. Met achtje dus. En vooraan. Ik neem de pauze nooit zo ruim. Dan moeten we 4 keer 100m versnellen. Ik doe afgewisseld met en zonder achtje. WH houdt het niet bij. Met achtje niet. SZ wel. Achter mij! Met achtje. Ondanks dat ik geen zin heb, gaat het wel erg goed. Degelijk. Lange slagen, goede doorhaal. Wie doen 2 keer 200m op wedstrijdtempo. Hoe moet ik nou weten wat dat is?? De eerste keer met achtje zit ik op 1:53 gemiddeld. Dat mocht ik willen zeg. De tweede keer ga ik achter SZ en zitten we op 2:06. Zonder achtje. Dat lijkt er meer op. Dan 100m rugslag. En ik had al geen zin. Maar ook daar kom ik in en dan ram ik wel door. We doen ook nog 4 keer 75m, waarvan de laatste 25m sprint. De eerste en laatste keer met achtje zijn niet eens zoveel sneller dan de middelste twee zonder. Schoolslag. En dan moeten nog 450m zwemmen. Doeig. Echt niet. Met achtje doe ik er 500 en die gaan binnen 10 minuten. Geen zin is ook een optie om gewoon flink door te zwemmen.

Donderdag 14 juli. Hardlopen.

De laatste drukke werkdag voor de vakantie. Niet naar de baan vandaag gelukkig. Ik ga met Vincent hardlopen. We moeten allebei 40 minuten. Hij in intervallen, ik gewoon lekker kalm aan. Het inlopen kunnen we samen doen. Het voelt alsof ik een olifant ben. Knieen doen pijn, ik sleep en voel me zwaar. Het is een kwestie van goede afspraken: Vincent loopt 4 minuten in zijn zone 3 en ik hobbel verder. Hij wandelt en wacht. Als hij (met gemak) van me wegloopt de prachtige avondzon in, loop ik wat makkelijker. En iets sneller. Het is mooi om te zien, dat jochie voor me in het prachtige licht.

Hij wacht netjes en maakt een foto. Ik ga steeds iets sneller. Dus ik ga de 5km versnellen nog maar eens proberen. De derde kilometer onverhard is flink aanzetten, maar het gaat steeds beter en krachtiger. De dikke loggigheid maakt plaats voor flinke passen en een stevige afzet. De laatste kilometer wordt een vette uitdaging! Met viaduct erin moet ik rond de 5 minuten uitkomen. Domme actie, maar ik wil en zal! Mijn ademhaling komt weer hoog te zitten en het is zweten en afzien. Maar ik red het. Km 1 in 6:04 en km 5 in 5:02.

Wacht en wandel op Vincent en een foto voor hem maken van de auto. Dan wil ik in de laatste kilometer weer terug naar 6:04. Dat lukt precies. Het voelt beter nu we gelopen hebben. Vincent heeft het ook keurig gedaan. Ik ga hem coachen en begin al iets meer van de data te begrijpen. Dat is ook leuk!

15 juli. Inpakstress afreageren op de fiets en rennend. Half.

Ik ben ongedurig. Na ‘kerstinkopen moeten doen bij Albert Heijn’ staat inpakken op de lijst van Vreselijke Dingen. Kerstinkopen hoeft nog lang niet, maar om op reis te gaan met het vliegtuig is inpakken en organiseren een must. Onrustig. Niks vergeten. Alles moet gewassen worden. Passen in de koffer. Papieren in orde gemaakt. Onrustig. Er staat 3 uur aan training, maar het wordt ‘m niet. Bij lange na niet. Ik denk zelfs ernstig aan overslaan, maar dat kan ik niet. Na het eten ga ik met Vincent de helft van het fietsen doen: een uurtje. Rustig aan. Omdat het hierna 3 weken niet meer kan.

We kletsen en het gaat wel lekker. We evalueren de NPW triatlon. Daar heeft ie wat aan. Ik heb geen fietscomputertje voor mijn neus, dus ik ben niet bezig met snelheid of cadans. Dat is wel eens lekker. Naar de sluizen en terug.

Langs de Lepelaarsplassen. Ik krijg er niet echt gevoel bij van leuk of fijn. Het gaat goed hoor en ik ga zelfs 4 keer een minuut versnellen. Dat lukt ook allemaal, maar mijn hoofd zit nog in de stand niks-vergeten en de-laatste-was. Afstand en zo maken me eigenlijk ook niet uit. Ik had er 6,5 kilometer lopen aan moeten koppelen, maar daar heb ik helemaal geen zin meer in. En dat is onmogelijk met de was. Drie kilometer dus. De eerste kilometer hard. Kei Hard

Ik loop zo hard als mijn ademhaling het toestaat. Mijn spieren of mijn hartslag zijn niet de beperkende factor, maar ik krijg simpelweg niet genoeg lucht. Toch loop ik een kilometer in 4:49! Dat is voor mijn doen heel, heel hard. Zeker op de weg met bochten.

Daarna 2 kilometer rustig uitlopen en lekker door het park. Dan blijft het tempo hoog. Daarna snel de wasmachine aan en de laatste dingen in de koffers duwen. Op naar een andere tijdszone. Een ander land. Een andere omgeving. De hardloopschoenen en het trisuit zijn ingepakt.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

20 + 2 =