browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2022-27

Posted by on 14 August 2022

8 augustus Welkom terug-fietsen ??
We zijn weer thuis. Na een hele lange nacht met maar een paar keer wakker door de stilte, ben ik eigenlijk wel weer bij! Het valt me mee. Ik heb wel hoofdpijn, maar het vochttekort is nauwelijks op te lossen. Lekker hoor, weer gewoon standaard ontbijt, alle was kunnen doen en in een groot huis leven met frikandellen en hagelslag. Ik loop nog achter met het bloggen, maar dat komt vast wel weer een keer op orde. In de avond gaan Vincent en ik fietsen. Ik heb mijn fiets gemist en het is best een beetje magisch om mijn paarsblauwe gevaarte weer uit de schuur te halen en bandjes goed op te pompen. Geen idee hoe het gaat! We gaan het rondje Oostvaardersplassen doen. Ik pak deze week per dag de training die me het beste past uit het schema. Dat is eerst gewoon weer fietsen. We hebben wind tegen op de Oostvaardersdijk. De Oostvaardersplassen zijn inmiddels verandert in een mooie groenvlakte zonder plassen. Oostvaardersvennen. We gaan een alfabet doen met mensen die we kennen. Valt nog niet mee, maar het leidt mooi af van de wind! Op de Knardijk gaat het iets harder, maar niet zoveel. Vincent is vermoeider dan ik ben. We nemen de weg en er staat een auto stil voor de paarden. Als er nou een beer zat of een moose… We gaan even kijken op de Praambult. Er zit een meneer heel enthousiast te zijn over wel duizend herten en 3 zee-arenden. Ik mag even van zijn verrekijker gebruik maken en dat vind ik grappig en mooi.

We fietsen weer verder tussen alle vliegjes door en denken nog een keer met een alfabet aan alles wat in Canada was. We maken het fietstochtje af op 35 kilometer en dat gaat minder snel dan ik had gehoopt. Die moeten we nog even terugpakken! Ik ga naar het toilet en doe een loopbroek aan en dan ga ik nog even het bekende rondje hardlopen. Ik moet toch aan de 10.000 stappen komen! En dat gaat rennend nou eenmaal het snelste. Ik zie wel hoe het lukt. Het gaat aardig. Niet vanzelf of supergemakkelijk, maar gezien de lage hartslag en het tempo de eerste drie kilometer helemaal prima. De zonsondergang boven de plassen is eigenlijk ook wel mooi.

En het is best fijn als alles bekend is en vlak. Ik neem de korte route over het trapje. Soms stop ik gewoon lekker eventjes. Ik maak de 6 kilometer vol en dan is het wel weer best!

9 augustus Warme duurloop met Vincent en jetlag

Bij een jetlag horen slaapproblemen. Moeite met in slaap komen, opeens klaarwakker: ik snap het. Ik mag weer werken. Het is lastig besluiten te nemen als je moe bent. Vincent heeft van zijn trainster een uur lopen opgekregen. Ik zoek voor vandaag ook het hardlopen uit: 2 km zone 1, 6km zone 2 en dan 1km zone 3 en 1km uitlopen. We gaan richting de dijk. Zone 1 voelt als hobbelen, gaat als hobbelen en lijkt op hobbelen.

In de zon. Vincent heeft het rugzakje met water. In het bos gaan we door naar zone 2, maar dat gaat nauwelijks beter, makkelijker of soepeler. We houden rechts aan. Tot we op het fietspad komen, dan gaan we naar links. En ik ga links een klein rondje extra maken over de parkeerplaats.
Vincent kwalificeert deze zware, trage, ongemakkelijke loop als Kwalitatief Uiterst Teleurstellend. Afgekort als K. U. T. Ik ben het met hem eens, maar hardlopen gaat altijd nog sneller dan wandelen. Na 8km moet ik nog een km zone 3 doen. Vincent gaat rechtstreeks naar huis. Natuurlijk moet ik in de zon, het viaduct op, van start. Zucht. Daarna over het asfalt door de schaduw gaat het lekker. Ik haal Vincent weer bij.

Ik maak tien kilometer vol, hij maakt een uur vol. Ging niet makkelijk, maar Garmin is zeer tevreden en ik zit weer op VO2Max van voor de vakantie.

10 augustus – Zwemtraining

Volgens Garmin heb ik uitmuntend geslapen. Het voelt anders. Werken gaat wel, maar niet heel geconcentreerd. In blokken. Ik maak een flinke wandeling tussen de middag. Met Rob en met Manuel. Op slippers. Hoofd is er toch niet helemaal bij! Om half 6 gaan we zwemmen, Vincent en ik. Bij de TVA in Almere Stad. Daar zijn maar 6 banen in plaats van 8. 1 Voor de 2 jeugdleden. Ik klets met mensen. Ik zwem in in baan 2. Maar daar zijn dus 6 mensen en 3 in baan 3. Dan schuif ik wel op. Wel met pullboy! Achter de 3 mannen aan. We doen een lange stint van 100 meter borstcrawl (BC), 50m rugslag, 100m bc, 50m schoolslag en 100m bc. 1 Man is zo snel, dat hij een baan opschuift. Ik moet flink doorwerken. Ook wel eens leuk: even wat training wakkerschudden! De halve triatlon is over een maand. OK.

We gaan een piramide zwemmen. 200-100-50-100-200: 200 rustigst, 50 snelst. Ik neem alles los op en zwem achteraan, maar de tijden zijn superstrak gelijk en hoog. MB komt in onze baan erbij. We moeten 50m schoolslag doen. Kan ik wel blijkbaar. Zwemmen met schoolslag en wandelend een halve marathon. Ik zie mogelijkheden. Nog een piramide: 50-100-200-100-50. 50 snelst, 200 rustigst. Ik zit er intussen in en kom gewoon mee. Nog ‘s 50 schoolslag dacht ik. En dan 4 keer 100m bc waarvan de laatste 25m aanzetten. Elke keer netjes rond de 1:57. De laatste doe ik zonder pullboy. Aanzienlijk minder snel! En dan is het mooi geweest. Ik heb goed gezwommen.

11 augustus. Bloedhete, zware baantraining. ?

Weer gewerkt op kantoor. Ik kan met de hitte omgaan, al voelt 30 graden in Nederland met een to-do lijst anders dan in Canada tijdens de vakantie. Heel gek 😉 Ik heb geen zin in de hitte van de training, maar Vincent moet van zijn trainster, dus ga ik ook maar. Hopelijk is het niet druk en hopelijk is het niet te moeilijk… We hebben training van GN, met zo’n 10 volwassenen. Twee rondes inlopen om de baan heen gaan nog wel. Dan 400-800-600m in MAXIMAAL zone 3 (echt niet meer vandaag) en 200m die in zone 4 mogen. De pauze is 100m dribbelen. Na de serie volgt een wandelpauze van 400 meter. De eerste 400m lopen we nog in een groepje, wat ik altijd lastig vind. Ik weet niet precies waar mijn zone 3 eindigt, maar ik gok zo rond 157? Dat hou ik een beetje aan. Ik zit niet makkelijk te hoog, maar ik ga ook niet erg hard. De ademhaling zit hoog. Dribbelen lukt ook nog samen. Dan laat ik ze in de 800m even gaan.

Mijn eigen tempo werkt het beste, laat de rest maar sneller zijn en doorkletsen. Mijn motivatie moet ik zelf zoeken, ergens vandaan halen en vastpakken. De 600m; daar ben ik de afstanden al bijna vergeten 😀 Ik ben moe! Ik drink wat in de hoop op iets energie. Dan nog 200m hoger tempo. Dat vind ik dan fijner. Maar het best bevalt me de 400m wandelen! Dat kan ik! Echt, op een flink tempo en ondertussen drinken en bijkomen. Ben ik behoorlijk goed in! Dan haal ik ze weer in zelfs. Daarna pak ik de draad weer op met hardlopen. Maar de zon is erg fel en het is hartstikke warm.

Soms dribbel ik en soms wandel ik. De sleutel van deze training is verstandig zijn. Geen grenzen opzoeken, maar die juist zorgvuldig bewaken. En kalm blijven. Dan red ik het wel. De tweede serie gaat best prima, als ik me er maar bij neerleg dat snelheid er niet toe doet. Van tijd tot tijd stop ik mijn horloge in plaats van deze te lappen. Ook vermoeidheid. Bij het wandelen sluit ik mijn ogen.

Nog een serie dan maar. De 400m gaan elke keer weer prima. De 800m vallen me zwaar. Ik besluit de 600 over te slaan en me nog 1 keer uit te leven in de 200m. Ik zie straks wel hoe snel het ging. En dan ben ik moe en ga ik lekker z i t t e n te wachten tot Vincent ook klaar is. Geen tien kilometer meer willen halen, gewoon zitten en het is me wel goed. Dit was geen makkelijk training en ook niet snel of goed, maar wel heel erg sterk op andere vlakken: behoudend, berekenend, op gevoel.

12 augustus. Fietsrit Almere – Stompetoren – Maxis

Heel lang geleden, voor ik dacht aan hardlopen of triatlon werkte ik als video-editor. Mijn kind was nog heel klein met luiers aan en ik werkte in Hilversum. Ergens in die tijd heb ik een videoclip gemonteerd en dat heeft de (Turkse) zanger altijd onthouden. Ik monteer niet meer, ik ren en zwem en ik heb een puber, maar hij zingt nog en is nog meer gebrand op doorbreken dan jaren geleden! Hij heeft videoclips opgenomen en gevraagd of ik mee wilde kijken en denken. Dat wil ik best! Maar het moet te combineren zijn met het huidige leven, sport dus! “Ik kom op de fiets”, appte ik. “Dan spreken we wel in de buurt af, op zo’n 30 km van je huis?” was het antwoord. Ik moest er om lachen en zei dat dat loopafstanden zijn! Kortom: ik ga op de fiets richting Alkmaar, naar Stompetoren en hij en zijn vrouw zorgen voor een gevulde omelet en een douche. Triatleten doen het voor minder… 70-72 kilometer. Route op de fietscomputer. Zonnebrand. 4 Bidons. Muziek op de Shokz. Elk uur een sportreep. Almere door over het Spoorbaanpad. Saai, maar behapbaar. Hoef ik niet op de route te letten. De hitte valt mee. Nu nog. Over de brug. Bij Muiderberg denk ik: laat ik eens precies de fietsroute op de fietscomputer volgen, dan weet ik straks in Purmerend dat me dat lukt. Ik rij een woonwijkje in en sta opeens voor een trapje, waar ik bijna vanaf verongeluk! Stom ding. Voorbij Muiderberg weet ik de weg weer en ik scheur naar Muiden. Vlaggen, koeien, kasteel.

In Muiden moet ik wachten voor de brug en de sluis. De hele ronde. 4 minuten lang. Het moment voor een reep! Dan weer door over de rechte wegen naar de centrale. Ik ken de weg en zie de pijlen van Trispiration. Pas vanavond zal ik bedenken dat de F voor fietsen staat. Langs de schapen in de schaduw, over de fietssnelweg en over de beha-brug. Dan de volgende ophaalbrug die open staat. 6 minuten lang.

Weer drinken en de bidons wisselen. De brug wordt vochtig gehouden. Nu ga ik een minder bekend stuk in. Ik vind het fietspad en 1 man fietst achter me aan. Fietspad afgesloten. GVD. Ik naar links, man naar rechts, man heeft gelijk, ik achter hem aan. Fijn, dan zie ik hoe het fietspad loopt. Richting Purmerend aanhouden, fietsroute is volledig overbodig nu. Leuk dorpje, lekker Hollands met ophaalbrugje en huisjes. Ergens pik ik de route weer op langs de grote saaie weg. Ik haal de man in. Hij stayert. Kort gesprekje bij stoplicht: hij naar de familie op Texel vanuit Woerden, ik naar Alkmaar. Purmerend door. Maar 1 keer verkeerd: niet de winkelstraat in. Man (gelukkig) kwijt. Rondje stoplichten en dan onder de A7 door en langs het kanaal/de vaart. heerlijk. Temperatuur lager, mooi.

Molens. Bootjes. Rustig breed fietspad. Wind mee. Omkeren want ik moet naar rechts de polder in. Beemster-land. Verrassend. Schaduw, prettig fietsen, heel Hollands met huisjes, kerkjes en omgekeerde vlaggen. Ruimtelijk. Weg naar links is -jawel- afgesloten. GRMBL. Volgende weg naar links dan maar. Mooi met bomen op weg naar Schermerhoorn.

Een lieflijk plaatsje, maar ben ik Stompetoren al voorbij of niet? Een blik op de kaart zegt van niet, nog een paar kilometer verder. Ik kom er aan! Op hoog tempo langs een weg (nu niet meer afgesloten) en dan Stompetoren in. Ik vind het huis snel in dit minidorp. Lieve mensen. Heerlijke omelet. Lekker koele douche. Leuk onbegrip: “je fietst toch niet echt weer terug, we zullen je wel brengen!” Verhalen over werk, muziek, video kijken en triatlon. Passie is een gedeeld begrip.

Half vier: ik moet echt weer gaan. Bidons vullen, trisuit aan in plaats van de jurk (er zijn dagen dat ik me niet 3 keer omkleed) en tegen vier uur stap ik op de fiets met een andere route die de afgesloten weg vermijden zal. Ik zie op tegen de hitte. Ik had moeten opzien tegen de andere route! Ik mis een weg (blijkbaar) en zit op een lange rechte weg zonder schaduw. Als er wel even schaduw is en een paar huizen is het tof, maar ik leg het tempo hoog om hier snel vanaf te zijn. Ik kom bij West-Grafdijk en wil naar Purmerend. Ik moet Grafdijk door slingeren. Hmmm. En dan weer langs het water! Dat snap ik! Straks komt het goed. Tempo lekker heel hoog. Koelte. Mensen in het water. Leuke omgeving. Flink doortrappen naar Purmerend. Tot hoe ver ga ik door, want naar huis toe gaat ‘m niet worden. Maxis, Muiderberg? Ik ga superlekker, maar hoe lang nog? Trisuit zit echt superlekker, koelt zelfs af ook al is het zwart. Molen.

En dan Purmerend weer in. Ik heb ontdekt dat ik gewoon het lijntje van de heenweg kan volgen. Duidelijk. Zo kom ik Purmerend door. 100 Kilometer. Hoe ver is het nog? Ik besluit tot de Maxis te gaan. Niets overdrijven. Ik ga anders verbranden. Die hitte voel ik. Langs de grote weg en Watergang. Hoog tempo. Ter compensatie. 1 Man haalt me in. 110 Kilometer. Het fietspad wat dicht is. Gelukkig kan ik het lijntje volgen. Veel drinken. Ik stop bij het leuke dorpje even om te appen naar Rob en om te eten.

Om 6 uur bij de Maxis. En dan Amsterdam weer in. Geen gedoe met de brug, alleen drukte en stoplichten. De fietssnelweg is nu drukker. Schapen zijn iets meer verspreid in de schaduw. Ik mis de afslag gek genoeg. Want ik zit op 127 kilometer en het kunnen er dus 130 worden. Nog even kijken waar de Maxis nou precies is: achter me.

Schapen halen heel vaak adem in de hete zon, echt hijgen. Gossie. Over de parkeerplaats, 130 volmaken, Rob zoeken, Rob vinden. Klaar. Mooie tocht geweest. Een beetje een watje dat ik niet naar huis ben gefietst, maar 6 uur is laat genoeg. Ik moet nog wandelen voor de stappen en nog eten. Dit was goed zo. Niet verbrand. Niet hard gereden al met al en een matige cadans. Maar wel in Stompetoren geweest en wat respect afgedwongen – ook altijd leuk.

13 augustus – Trapfrequentie, tempo en geen zin

Ik heb totaal geen zin. Niks niet. Het is warm en benauwd in dit beklemmende land. Weer fietsen- bah. Mag ik overslaan? Ik heb nieuwe hardloopschoenen en ik wil niet weer fietsen. Het is kwart over 8, ik heb een bak M&Ms voor me staan en die wil ik liever opeten, maar ik ga NU fietsen. Als het echt niet leuk is, ben ik na een kwartier weer terug.

Soms is het meest dappere überhaupt om óp de fiets te stappen! Vandaag zeker. Ik erger me al snel aan de cadans. Trapfrequentie, noemden ze het gisteren. Altijd te laag. Ik ga vandaag een trapfrequentie (dat woord snap ik tenminste) halen van 80 of meer. Veel rondjes maken. Leuk is het toch al niet. Na 5km ga ik een tandje opschakelen en hou ik de cadans hoog. Dan wordt het ietsje leuker. Ik haal iemand in. En ik zet de cadans op mijn horloge. De fietscomputer ligt thuis, dus ik word niet afgeleid door tempo. Wat best hoog ligt. Dan haal ik een oudere meneer in op een dito racefiets. ZONDER HELM. Doodeng vind ik dat. Dom vind ik dat. Natuurlijk is deze meneer zelf een top-wielrenner, maar al die anderen hoeven dat niet te zijn. Hij gaat achter me hangen. ZONDER HELM. Ik ga hard en ik wil niet op iemand anders letten die levensgevaarlijk bezig is. Dus ik roep dat ik naar links ga over de weg. Hij zit namelijk links van me. En ik roep dat ik naar rechts ga. Meer wil ik niet met deze oen te maken hebben. Ik ben zelf bezig: liggen, rondjes trappen en tempo en cadans hoog houden. Op sommige momenten heb ik het echt koud! In de schaduw en langs het water. Ik ga naar rechts de Knardijk op. Meneer haakt af en ik roep nog: volgende keer een helm op! maar ik weet niet of het doordringt. Dat stukje is het lastigst: redelijk hoge versnelling, veel bochten, fietstechniek nodig. Fietspad terug op. Ik vind de snelheid zelf wel leuk, maar ook wat eng: ik mis simpelweg het reactievermogen voor deze snelheden! Ik stop even om een foto te maken van de ondergaande zon.

En dan weer door met een volgend blokje. Ik schakel nu elke keer een tandje lager en dan is het zaak het tempo zo hoog mogelijk te houden. En de vliegjes te negeren. Mijn gemiddelde lag net op 28 en de cadans op 84. De cadans zakt nog even naar 83 en het tempo gaat omhoog naar 28,3, maar de cadans wil ik naar 85 brengen. Dus door de stad heen op een hoge cadans, terwijl het niet meer zo licht is. Ik merk dat dat tempo kost, maar het is kiezen of delen. Kortom: ik leer heel snel dat veel bochten cadans en tempo kost. Daarom zijn de rechte dijken zo ideaal! Ik vind dit heel leerzaam, maar genieten van de training lukt me niet echt. De zin komt niet. Mocht ik op deze manier nog meer ontdekken, dan lijkt me zonder zin fietsen vooral heel erg zinvol!!

14 augustus – Zwemmen, fietsen, hardlopen

Het is een bloedhete zondag. Weer. Ik ga op tijd met Vincent naar het water. Dat was tenminste het idee, maar vroeg opstaan valt niet mee! Voor mij deze keer, want vandaag is de puber mooi op tijd. Ik niet. We vertrekken pas om half 11 en ik weet niet zo goed waar ik heen wil: bij de dijk of naar de Noorderplassen West? Als we langs de Noorderplassen dichterbij rijden, besluit ik daar even te kijken en de drukte valt mee. Ik doe het pak aan en dat is wel heel erg warm als ik in de zon moet wachten tot Vincent ook klaar is. Dan het water in. Niet koud en al snel blijken de plantjes ook mee te vallen. Zwemmen gaat lekker. Goed overleg naar de eerste rode boei. Ik blijf iets minder wachten, want Vincent kan prima zwemmen. Als de boei al aardig in de buurt is, daag ik hem uit: “wie er het eerste is” Natuurlijk wint hij gigantisch, maar voor ons allebei is de snelheidsprikkel wel even goed! De vogel vliegt weg. We gaan naar de groene boei op links. Ik moet letten op lange slagen en navigeren. Dat navigeren gaat goed en ik denk regelmatig aan de lange slagen. We blijven bij elkaar, want er zijn wel wat boten. Dat merkt Vincent meteen aan de golven. Het is verder echt glad water! Het tempo zit er dan ook best in en het gaat ook lekker makkelijk. Ik vind het in elk geval leuk! Niet zo leuk als in helder Canadees water, maar goed genoeg. We zwemmen naar de volgende rode boei. Die is voor Vincent wat te ver, maar op een gegeven moment zeg ik dat ik er om heen ga zwemmen en hem dan weer tegemoet zal zwemmen. Als we weer samen zijn, groeten we een bootje en gaan we terug naar de groene boei. Een beetje iets meer tegen de wind in en door de vaargeul, dus ik blijf bij Vincent. We gaan een flink stuk zwemmen vandaag! Dan terug naar de rode boei, we doen het bijna in 1 keer zonder al te veel pauzes. Vincent geniet ook, want hij hoeft niet zo hard te zwemmen, maar het is wel een end voor hem. Als we bij de rode boei komen, roep ik tegen de vogel: “he, aftiefen” en de vogel vliegt verstoord op. Vincent moet er hard om lachen. Terug naar het strandje is altijd best een stuk, maar ik ben voorbereid. Vincent niet heel erg. Hij wordt moe en gaat over op schoolslag. Ik zwem door (met zijn medeweten) en ineens kom ik in een slag! Het gaat vanzelf, een zwemmachine. 1 op 3 ademen en doormaaien zonder moeite. Dit zou ik uren vol kon houden en het is me een partij leuk en zalig! Ik ga nog terug naar Vincent en dan weer richting het strand. Ik mag van hem de spullen alvast uit de auto halen. Ik pak de prettige slag op, maar er liggen wat boten te klooien bij het strand, dus dan ben ik liever met zijn tweeën. En ik zwem graag de 2500m vol. We zwemmen een uur en voor Vincent is het de langste afstand ooit buiten. Snel het pak uit! En dan breng ik Vincent naar zijn meissie toe.

Ik erger me weer eens. Dat heb ik elk jaar weer: iedereen fietst zo ongenadig hard! Ik heb vrijdag op mijn lange duurrit (zonder alle pauzes) nog geen 27 gefietst, maar alle dames die enigszins vergelijkbaar zijn met mij halen (met gemak, in een groep, met een buddy) de 28. Keer op keer. Dt is mij gister 1 keer gelukt, maar de 28 van gister is al een prestatie voor mij. In de wedstrijd komt dat wel een beetje goed, maar het is zooooo frustrerend! Wat doe ik verkeerd?! Na het eten neem ik Vincent mee. Als buddy, om me uit de wind te houden en om het tempo hoog te houden. Ik zoek een route uit met de wind mee en die eindigt bij Joyce die ik al veel te lang niet meer heb gezien, waardoor de vertragende stadsomgeving vermeden wordt. Lange rechte wegen. Het is rustig en het tempo zit er strak in en Vincent fietst ook door, zodat ik wel mee moet! Ik hou de cadans hoog. Misschien helpt dat. Ik moest intervallen doen: 4 minuten hoge zone en 30 seconden pauze. En dat 5 keer. Ik zal de even keren doen, Vincent gaat de oneven keren voorop. De eerste keer ga ik hard en diep, maar door de wind tegen en het minder vlakke wegdek is het tempo minder hoog dan op de rechte weg wind mee. Drinken in de pauze en dan gaat Vincent voor. Dan kom ik niet in de goede hartslagzone, want stayeren helpt, MAAR… ik moet na elke bocht zo hard doortrekken, dat ik het toch vaak red! Mijn fietsbeheersing is dus erg slecht. Bochten kosten mij veel te veel. De route zal veel te kort zijn. De derde keer ga ik weer voor en is er maar 1 kruising waar ik het lastig vind om niet voor in te houden. In de pauze bespreken we de vierde keer: Vincent moet voor want het is wind tegen en het viaduct over. Die vind ik helemaal echt lastig! Dan valt het niet mee achter hem te blijven en de cadans hoog te houden als ik omhoog moet. Niet de beste keer, want er zit ook nog een gevaarlijke bocht in. Vincent gaat terug naar huis om lopen te koppelen, ik ga de laatste interval alleen doen. De gemiddelde snelheid ligt hoog. Heel hoog. Ruim boven de 28! Boven de 29 zelfs. De laatste keer haal ik alleen dat gemiddelde nog omhoog: rechte weg, vlak, wind mee. En dan moet ik uitfietsen. Ook dan hou ik het tempo hoog, al moet ik door de stad en via de atletiekbaan om de tijd vol te maken. Veel bochten, veel mensen, goed opletten – niet zo tof. Het gemiddelde blijft heel hoog liggen. Bij Joyce zet ik de training mooi uit. Ik kan het ook! En goed zelfs. We kletsen een hele tijd en vlak voor het donker rij ik weer naar huis. Iets minder hard, de bekende snelheid die het gemiddelde dus omlaag zou halen. Voor een foto geen tijd.

Dan hardlopen koppelen. Het is Vincent niet gelukt met de intervallen. Hij is gestopt en naar huis gewandeld, want het duizelde hem. De warmte en te weinig drinken en moe en hard gefietst. Maar hij gaat in de herkansing met mij mee! Dat is dapper. Ik doe de nieuwe schoenen aan. Tempo is vrij. Afstand moet ongeveer 4 kilometer zijn, want ik moet en zal voor de dertigste dag de 10000 stappen halen voor de badge! Vincent gaat nu beter, nu ik hem ophou en hij kwebbelt maar door. Over de Evenaar om de auto te zien. Midden over de evenaar heen en straks terug over het fietspad. Het wordt heel langzaam aan donker.

De schoenen ligt het niet aan. Ze maken het niet beter en niet slechter. Het is benauwd, al is het niet meer zo walgelijk heet. Wel nog drukkend. Omdat het tempo vrij is doen we een omgekeerde split: telkens iets langzamer. So be it. Het lijkt een keuze te zijn: hard fietsen en niet lekker lopen. De auto is chroomzilvergrijs. Voor een foto net te donker. Ik ben het op een gegeven moment wel zat. De hartslag is niet hoog en Vincent kan nu wel meelopen, dus dat is fijn en hij is ook vrolijk. We maken de 4 kilometer vol. En dan moet ik thuis gewoon nog zo’n 100 stappen zetten! Die doe ik in de woonkamer. Dan heb ik de welverdiende batch!

Daar stop ik weer mee, want zo thuis vind ik het veel stappen naast al het andere sporten. Een raar soort van triatlonnetje gedaan vandaag. Terwijl het in Nederland hoogzomer, droog, warm, heet, drukkend en onprettig weer is. Ik heb het sporten deze week weer opgepakt. Op naar de halve triatlon, waar ik niet zo heel veel vertrouwen in heb. Zeker niet nu het fietsparcours 9% langer is. Voor een slechte fietser als ik niet goed. Je hoort nou nooit van een marathon die 45km is, dus waarom dat met fietsen wel kan vind ik stom.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

17 − nine =