browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2022-31

Posted by on 18 September 2022

11 September – Rustdag. Verjaardag. Moe dag. Klaar dag. Hoe fijn kan het zijn om even niks te doen. Niks geen honger. Niks geen spierpijn. Maar wel enorm moe-moe-moe.

12 September. Op mijn werk zijn mijn collega’s trotser op mij dan ik op mezelf ben of kan zijn. Ik ben wel erg slecht geconcentreerd. En in een negatieve stemming. Ik ben heel moe. Mijn hoofd neemt alle spierpijn op zich!
Mijn collega geeft me een helder inzicht: ik heb waarschijnlijk veel te veel prikkels gehad. Eerst de wedstrijd, dan lang op het wedstrijdterrein geïmponeerd worden en daarna nog luisteren naar Rob. Ook de zondag zat vol met indrukken, bloggen tijdens het rijden en vakantiefoto’s. Het is er een beetje bij ingeschoten om iets aan verwerking te doen. Mijn hoofd loopt over.
Deze week is het: doe iets als je er zin in hebt. Maar er staan wel dingen in het schema. Da’s leuk, maar dan ‘moet’ ik toch iets min of meer. Gelukkig had ik vandaag wel zin om te fietsen. Met Vincent mee. Rondje Noorderplassen. Tempo maakt niet uit, cadans ook niet. Nieuwe wielen die veel herrie maken. Het tempo voelde als hoog, maar was laag. Veel verkeer op de weg. Vincent ging kijken bij het tennisveld en ik ging alleen verder. Toen kwam er wel rust in. Bekende omgeving, alleen, stilte en op de dijk helemaal kalmte.

Het is er mooi dan. Een beetje tempo. Van dit bewegen word ik rustiger dan van op de bank hangen! Hier komen mijn gedachten meer tot rust dan als ik stil ga zitten. Kan ik hiervoor ook professionele hulp aanvragen? Een buddy? Neurologische aandoening? Ik fiets een dik uur en geniet ervan. Dat er niks moet. Feitelijk.

Dinsdag 13 september – ik droom me suf ‘s nachts. Heel onrustig en toch ook weer niet. Ik krijg wat meer werk verzet en verwerk ook het 1 en ander, maar aan Almere volgend jaar moet ik niet denken! Ik eet bijtijds om met Manuel te gaan lopen. Manuel komt terug uit een blessure en moet opbouwen met zooltjes. Hij gaat rennen en wandelen afwisselen. Ik denk dat ik dat wel kan! Als ik naar zijn huis loop, denken mijn spieren WTF, wat doe jij nou? Maar al snel zijn ze gewend, al gaat Manuel de 600m wel flink op tempo. Wandelen kan ik dan weer beter!

Ik geniet enorm, omdat het ouderwets gezellig is. Omdat ik hardlopend lekker kan doorlopen en omdat het fijn weer is. We halen een pakje op bij de Plus. 400m wandelen is echt heel lang, maar goed… morgen is iedereen de triathlon weer vergeten toch? Dan kunnen we weer lekker verder!

14 september. De nieuwe manager, de laatste sprinttriatlon en geen water

Het is een ongelooflijke drukke en extreem stressvolle dag. Collega’s die het niet meer trekken met de nieuwe manager. Ik zit alleen achter een doorlopend rinkelende telefoon. En de mails blijven binnen komen. Dan heb ik ook nog een gesprek. En de middag zit opeens vol met mijn eigen werk. En dan komt het bericht: de sprint triathlon in Nijmegen wordt een run-bike-run. Er is niet genoeg water in de SpiegelWaal en wat er nog is, zit vol blauwalgen. Ik sloeg bijna op tilt. Wat baalde ik enorm!! Rob begreep het meteen! Hij zocht of er nog meerdere sprint-triatlons zijn de komende weken. En ja: de Bosbaan komend weekend, Alphen aan de Rijn.

Om 5 uur schrijf ik een mail richting de organisatie van de Bosbaan Triathlon of er nog een plekje is. Ik heb geen puf meer om te gaan zwemmen. Helemaal niks. Ik zit er echt even doorheen! Gelukkig reageren ze snel vanuit de Amsterdamse Bosbaan: er zijn nog blanco tickets! Mooi, dan is het seizoen eerder afgelopen. Ik ga bijtijds naar bed.

15 September. Baantraining op zijn elfendertigst

Het is een rust- en bijkomweek, volgens het schema. Al stel ik die nog maar een weekje uit denk ik. Als het seizoen er echt op zit. Werken doe ik vandaag thuis, wat het niet rustiger maakt met iedereen zowat voortdurend om me heen. En al die geweldige verhalen op social media doen mij ook weinig goed. Vandaag mag ik naar de baantraining toe, maar ik hoef mijn best niet te doen als ik daar geen zin in heb. Dat is voor mij echt een heerlijk relaxed uitgangspunt! Al mijn favoriete mensen zijn er niet. Maar ik klets er niet minder om. Het is een kleine groep en velen hebben -net als ik- de tatoeage nog op hun been staan. Om de baan heen lopen we in. Ik merk dat ik nog steeds niet super trots ben. Gewoon gedaan dat gedoetje afgelopen weekend. Op de baan doen we een setje oefeningen met armzwaaien en zo. Ik vind ze zelfs leuk en vooral ook nuttig! Dan gaan we 800tjes lopen. Vier stuks. Bestaande uit: 400m heel erg rustig en 400m rustig. En dan 30 seconden stilstaan. Met de hele groep. De eerste gaat wel erg rustig, maar het gaat steeds iets sneller. Ik ga niet met de snelle mensen mee. Gewoon lekker kalm aan hobbelen.

En dan nog gaan het best flink op tempo. Ik stop gewoon mijn horloge elke keer. Ik loop te kletsen met mensen waarvan ik dat nooit gedacht had! Met M die voor me uit fietste en maar half door had dat ik een stayer-waarschuwing kreeg. En met RO, die altijd maar blijft praten. We gaan 200tjes doen, die mogen op iets meer tempo. En dan wandelen we 50m terug. Dat kan ik, dat wandelen! Iets meer tempo is bij mij ook maar “iets”. Het regent nog een keer en ik heb last van verminderde zin. Ik kwebbel de tijd wel vol. 9 kilometer. Het lijkt best goed gegaan te zijn, maar dat is als je je horloge uitzet op elk rustmoment! 🙂

16 September. Door wind en regen bikkelen op een zware fiets – I can

De badge van Garmin voor 40km fietsen wil Manuel graag halen. Maar vandaag is de herfst ingetreden. Regen, wind, buien, koel. Manuel moet en zal het halen, dus die zoekt een gaatje in de wolken. Vanaf 11 uur. Zegt ie. Ik zie er tegen op om op de racefiets te gaan met z’n smalle bandjes op het gladde, natte wegdek. Dus ik ga op de ATB. Het gaat toch niet om tempo. Een rondje OVP heeft Manuel uitgezocht. Met een ommetje via Almere Binnen. We kwebbelen en zo nu en dan zijn er druppels. Maar als we de Oostvaardersdijk op rijden blijken we wind mee te hebben! En dat is lekker! Ik vertel vanalles. De zon schijnt en het fietst lekker makkelijk weg. Maar ik weet alweer waarom de ATB niet zo lekker is: het zadel zit niet prettig en de fiets is duidelijk niet afgemeten op me. Dat waardeer ik weer in de racefiets dan! Als we de Knardijk op rijden, stoppen we even voor wat drinken.

De bui haalt ons in. De wind van zij. Maar ik vind het niet zo erg. Een beetje bikkelen vind ik wel leuk. Hoge cadans draaien en doortrappen. En verder hoef ik niks. Er zijn ook geen andere fietsers. We gaan de sluizen over en dan tegen de wind in laat ik Manuel lekker voorgaan. Ook langs de plassen. Ik heb er een beetje zat van, maar dat stopt mij niet natuurlijk. Dan ga ik juist door. Tegen de wind en dan fietst er aan de andere kant van de vaart een andere sportfietser! Ik ben blij dat we niet de enige malloten zijn. Praambult over en het worden 40km, zoveel is duidelijk. De zon komt door en het wordt nog heet ook! We gaan het Kotterbos door en na 42km ben ik weer thuis. Dit vond ik leuk. Het ging niet hard, maar het was lekker een beetje gek en afzien. Ik heb niet alleen de badge gehaald voor Garmin, maar ook de 900 dagen achter elkaar het bewegingsdoel van Apple!

Het is vrijwel de hele middag droog…

17 September – De laatste afstand: de sprint op de Bosbaan

Als ik mij voorneem om alle triathlon afstanden te doen in een jaar, dan doe ik dat. Zo simpel is het. Dan kunnen mensen zeggen: maar als je zo geen zin hebt, waarom doe je het dan? Nou, omdat ik me dat heb vóórgenomen, daarom! Dus toen de sprint in Nijmegen werd omgezet naar een run-bike-run, moest er een oplossing komen. De Bosbaan dus. Een week na de halve triathlon. Vincent ziek, Rob net weer beter en hij gaat met me mee naar Amsterdam. Op zaterdagochtend moet ik alle spullen nog pakken. Dat is inmiddels een routineklusje. We zijn er om 13:00 uur en eerst moeten we een startnummer te pakken krijgen. We zeggen ZGvG gedag en naar de tent. Het is makkelijk om een nummer te krijgen, ik sta op een lijstje en ik vraag of ik al om 2 uur mag starten. Om kwart over 1 heb ik nog 3 kwartier om alles te regelen. Het is droog. Het is haasten. En dan spreekt iemand me ook nog aan op de parkeerplaats, waarvan ik geen idee heb wie ze is. Geen idee!! Het ergste is dat ik mijn plek in de wisselzone niet kan vinden. Dat kost me ruim 5 minuten. Ik sta dan ook helemaal vooraan. En dat is een rommelige plek! Alles in tasjes, zodat ik met droge schoenen kan gaan lopen. En dan om 10 voor 2 het wetsuit aanhijsen. Ik mis de briefing. Ik vind de haast niks, maar beter dan dodelijke zenuwen!

En dan het water in. 5 voor 2. Het is best koud. Ik concentreer me, plas en tel mee af. Laten we dit nu maar even gaan doen.

In het begin is het zwemmen erg lastig. Veel mensen om me heen, trappen, onrust, een klap. Lastig te oriënteren. Dat ken ik helemaal niet! Maar ik vecht me er tussenuit en ga strak naar de eerste boei en al helemaal naar de tweede boei. Dit is waarschijnlijk de laatste keer dat ik buiten zwem en zeker dat ik in de Bosbaan zwem, dus laten we maar even laten zien wat ik kan! Ik zwem onwijs sterk. 1 op 4 ademen. Na de tweede boei weet ik niet precies waar ik heen moet. Ik ga in iemands voeten liggen. Het water is niet helder en ik tik elke keer zijn voeten aan, maar ik blijf gewoon hangen. Hopelijk weet ie de weg. Geen schoolslag vandaag. Ik haal iemand in en ik ga even naast de man zwemmen, maar vlak voor de volgende boei ga ik er weer achter hangen. Dan nog een boei om en daarna verlaat ik mijn voorzwemmer. Het scheelt echt enorm! Ik kan zo naar het trapje en daar dring ik nog even voor. Ik bedank de man als hij sorry zegt dat ie me een onbedoelde mep verkoopt. Niet duizelig en erg tevreden over dit onderdeel. Zo zwem ik dus als de zenuwen achterwege blijven. Hard, strak en sterk.

De wisselzone is grappig: ik doe wat ik moet doen en ondertussen klets ik met 2 finishers van de OD over de medaille. Ik hobbel een heeeeeel eind met de fiets de wisselzone uit, dat heb je als je vooraan staat. Het is nog steeds zonnig. Hoppa, het fietsparkoers op. Het is rustig. Ik moet even schakelen – letterlijk en figuurlijk en dan de Bosbaan rond rijden. In de tweede kilometer voel ik de enorme windvlagen. ENG. Ik knijp echt in het stuur. Maar het is gelukkig rustig, dus ik kan iets meer het midden pakken.

Ik ga gewoon fietsen. Grappig mannetje die maant dat ik voor de bochten rustig aan moet doen. En dan achter langs wat bochten, die ik ook kan nemen zonder anderen die er niet te zijn te hinderen. Heel prettig. ik fiets flink door. Voor mijn doen. Door het bos over het ongelijke fietspad. Van wind mee merk je niks. Over het brugje en dan zit de eerste ronde er weer op en zie ik Rob en ZGvG.

En nog een keer… De wind is minder ernstig. Of ik maak me er minder druk om. Ik moet me wel inhouden omdat het geen echt racen is. Ik strijd tegen niemand, zal echt niet de snelste zijn en ik fiets zo in niemandsland!

Ik stayer even een beetje, maar net ver genoeg denk ik. Bochtjes door, zonnetje erbij, de geur van pannekoeken, het bos. Ik zie eens een andere hardloper, let op de weg en de vrijwilliger en over de ophaalbrug. Dag Rob! Ik ga best lekker!

Ronde 3 mag ik van mezelf rustiger aan doen, maar ik kan dat toch niet merk ik. Er zit dan wel een kop op. Toch. Zeker nu de wind echt milder wordt. De andere serie is gestart. Ik ga me richten op de kleine dingen: meerkoetjes. De fotograaf. De vissers. Een vogel die staat te drogen. De meneer die met zijn handen wappert. De wielrenner die mij inhaalt, maar niet aan de race meedoet. De vrouwen op het bankje. En de rust in het bos. Het mooie bruggetje waar je niet mag inhalen. De ronde gaat ook voorbij en niet eens veel rustiger.

En dan de laatste ronde. Nu kan me niks meer gebeuren! Een vrouw haalt me in. Ze doet maar. Zij heeft geen tattoo van de Challenge op haar been staan.

Het is nu tenminste iets voller en er rijdt iemand voor me in het bos. Die me mijn gemiddelde naar 29 doet brengen. Ik moet de jonge gast inhalen voor het bruggetje! Lukt me en dan terug de wisselzone in. Onverhard nog een stuk, jawel. Natuurlijk stap ik op tijd af, ik zag de gast met het fluitje al klaar zitten. Dus, ik ben geen rookie!
In de wisselzone snel de fiets weghangen en dankjewel zeggen. Ik doe bewust geen sokken aan. Ik vraag mezelf of ik het zeker weet! Ja hoor. Ik hoef alleen de finish maar te halen.

Het duurt ook lang voor ik weer de wisselzone uit hobbel. De laatste stint levert nu ook fietsers op. Vandaar dat het iets drukker was. Het loopparkoers op. Kilometerrondjes. Ik sluit aan bij een man en pak een tempo. Gewoon hardlopen. Nou ja… het vreemde rondje maken: tussen pilonnen door, bochtjes. Achter me valt een meneer over een pilon. Hij staat op. Er is een stukje ongelijk en onverhard om het trappetje heen. Dat triggert bij mij onmiddellijk een trail-nivo van alertheid! Ik neem water bij de post. Rennend krijg ik een aantal slokken binnen. Bruggetje, omhoog en ronde 1 zit er op!

De kilometertijd verbaast me. Zo snel. Dat ben ik ook gewend. In de tweede ronde merk ik dat mijn spieren en lijf vermoeid zijn van vorige week. Lopen op dit tempo is zwaar voor mij, maar ik voel een extra last die ik niet herken. Ik roep PK van Trispiration, maar ze verwacht mij hier zo niet natuurlijk na de halve triathlon van vorige week! Eigenlijk is het ook gek ook, dat ik dit kan. Fysiek. Naar beneden, bruggetje, omhoog, al twee rondes. En ik blijf rennen.

Ietsje drukker op het parkoers en nu kickt mijn doorzettingsvermogen in: mijn benen nemen dit over, gaan gewoon door en mijn hoofd wordt met gemak overtroefd. Wandelen op 5km – het is geen optie. In de derde kilometer komt er een toeschouwer naast me rennen. Ik vraag hem hoe laat het is en we converseren kort. Ik vraag hem of hij ook rent, want hij loopt lekker. Maar hij is op weg naar zijn fiets en deze paar 100m is het enige wat hij doet vandaag. Ik moet er van lachen. Ik tel nog een keer en ik ga hier over een kwartier mee klaar zijn.

3 Rondjes gehad! Het ziet er leuk uit, maar ik vind het niet makkelijk. Niet om iemand in te halen en dat gebeurt regelmatig nu. Het tempo gaat nog omhoog ook! Raar is dat. Ik krijg het warm. Ik weet niet of ik zweetdruppels voel of een traan van de emotie dat eindelijk tot me doordringt dat ik dit kán. Dat ik fysiek zo sterk ben. Voor een vrouw van mijn leeftijd. Dat mijn lijf dit zomaar doet. En doorgaat.

Nog 1 rondje. ZGvG roept mij (en iedereen) toe. Eén van de omstanders merkt op dat ik steeds harder ga lopen. Ja, ik ben er nu bijna klaar mee! Ook PK klapt nu voor me. De drankpost voorbij. Onder langs. Het dringt volledig tot me door dat ik alle afstanden zal gaan halen dit jaar. Over een paar minuten. En ik ben er blij om! Trots op zelfs! In mijn hoofd klinken die woorden ‘und-als-die-niederlande’ en hier kom ik: gemaakt van ijzer

Ik juich en ga heel blij de finish over. Tijd of prestatie kan me geen ruk schelen. Alle afstanden van de triathlon heb ik voltooid. Allemaal. Ik neem de medaille aan en dan spreekt ZGvG me al aan hoe knap dit is, twee weken na de halve triathlon. Ik verbeter haar direct: vorige week! Ik laat de tattoo nog zien. En dan ben ik weer helemaal bij, aanspreekbaar en niet moe of niks. Ik eet spekkies en zoek Rob. Nu sta ik vijfde en ik was langzamer dan 3 jaar geleden, maar het boeit mij niks. Ik kijk even om me heen de Bosbaan over. Geflikt! Ik loop nog langs de organisatie om te bedanken. En dan gaan we daar even zitten. Ik wil gewoon weer naar huis. Prikkel-vermijdend gedrag.

Kijk pap: met vliegtuig!

Als ik mijn fiets ophaal en rookies hoor kletsen die de afstap hebben gemist en ik zie mijn fiets en het vliegtuig erboven, ben ik even onwijs dankbaar. Dat ik dit kan. Wanneer ik mijn fiets de wissel uit rij, merkt de vrijwilliger op dat ik en een Ironman bandje draag én het challenge nummer. Apetrots meld ik dat alle afstanden afgestreept zijn. Mooi om dat te kunnen zeggen! De man kent Hamburg, deed zelf vorige week ook de halve en toont respect. Nu wil patat! ZGvG wil mij volgend jaar nadoen. Enerzijds leuk om een voorbeeld te zijn, anderzijds voelt het voor mij meteen ook van: zie je wel, iedereen kan het. ‘s Avonds eet ik lekker veel friet en de hamburger.

zondag 18 september. Het regent. Ik wil uitslapen, bloggen, bijkomen en een mooie fotocollage maken, maar ik heb beloofd te helpen met monteren. En dan doe ik dat dus ook. Net als trainen: dat doe ik ook, zin of geen zin. Wilskracht. Dan doe ik het bloggen en het maken van de fotocollage maar tussen de bedrijven door. Ik heb de knipkaart vol.

En daar ben ik best een beetje trots op!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

four × five =