browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2022-43

Posted by on 14 December 2022

Maandag 5 december – rennen-bootcamp-rennen

Het mag weer! Ik mag weer hardlopen! Na een hele week niet, mag het nu weer van het schema! En als ik dan eenmaal ga, is het zwaar 🙁 Slepend. ?Vermoeiend. ? Veel pijntjes. ? Links vooral. ?‍? Tempo is ? maar ik ren door. Door het donkere bos. Ik ben vroeg. Dus ik loop ietsje verder. Het gaat al beter! ? Maar dan kan ik het bospad niet vinden. Moet ik dus iets verder om. En opschieten, want ik moet er om 7 uur zijn! ? Ze hebben op mij gewacht: de trainer (ik had hem vanmiddag gemeld dat ik zou komen) en 1 andere deelneemster. Samen met de andere deelneemster loop ik het grote rondje. Helaas moet ik het horloge opnieuw starten. ⌚️We kletsen. Daarna gaan we bootcampen. En dan verlaat ik in gedachten de plek. Het is een half jaar geleden… Dat ik in Hamburg rondliep. In gedachten loop ik het laatste rondje nog eens na. Terwijl ik mijn armen, benen en core train. De andere twee kwebbelen maar. Ik zie de Israëliërs, de auto’s, het water, het brugje, HansB. Heel veel ‘dennenboompjes’ (squads en lunges) stellen niks voor. De buikspieroefeningen worden gemakkelijk. Ik drink de gel uit het softflaske wat nog over was. En doe de oefeningen.

Daarna rennen we weer terug. Ik ben er maar half bij. De andere deelneemster vind het best raar geloof ik, dat schier eindeloze doorzetten, dat mentale spel. Als we bij het beginpunt terug zijn, daag ik haar uit om door te rennen tot haar huis. Ik heb me twee straten vergist. Zij was anders gaan wandelen! Mijn avond is goed: iemand gemotiveerd. Maar ik voel mijn spieren en de vermoeidheid nu al!

En dan neem ik afscheid. Een half jaar lang onafscheidelijk. Overal samen geweest. Ik knip het Ironman bandje af. Het is een beetje groezelig. Precies een half jaar nadat ik gefinisht ben. “Als het nu nog niet is doorgedrongen dat ik een Ironman ben, lukt het niet meer!”, schrijf ik op de social media. Het gaat niet meer lukken. Een Iron buitenkant misschien, maar van binnen nog veel te wattig.

6 December – een koppeltraining

Ik heb spierpijntjes, slaap slecht, heb hoofdpijntjes en een onbedwingbare nood aan chocolade. Door allemaal vreselijk gedoe op het werk, ben ik moe. Moe van alles. Maar ik mag fietsen én rennen! Ik kom een prachtig bericht tegen wat me erg raakt:

LEVEN. Hm. Ik herken mij. Niet dat ik een marathon in 2,5 uur zou willen/kunnen lopen, maar dat afzien, dat denkkracht leven is met hoofdletters: dan leef ik ten volle uit! 😀

Ik klim op de fiets. Londen. Ik heb er thee bij en mijn telefoon, maar verder zal ik het met Zwift moeten doen.

“Waar wil je liefst naar toe op reis?” staat er op het theelabeltje. Ik denk er heel even over na, maar laten we vandaag Londen doen! Daar ben ik al! En dan zit ik niet meer in een werkkamertje waar de werklaptop schreeuwt, de fan uitstaat en het heet is. Dan zit ik niet meer voor een schermpje. Ik ga langs Buckingham Palace. Lekker op een hoge cadans! En ik verken Kensington.

Ik app intussen met iemand over hardloop-tv. Als ik de mogelijkheid had, zou ik alles, maar dan ook alles (behalve die ene triathlon nog) laten vallen om dat te gaan maken! We inspireren elkaar. Ik vanuit Londen en op Trafalgar Square.

Dan wil ik voor op de ansichtkaart naar mama naar de Tower Bridge fietsen. Ik kom alleen Trafalgar Square niet overgestoken! Ik fiets de kilometers vol, het gaat best lekker en ik ben hartstikke trots op mijn cadans – achteraf. Want nu kleed ik me om, ga ik naar de WC en ga ik hardlopen.
Ik heb een training. Net op tijd ontdek ik dat ik 12 minuten moet inlopen in plaats van de 3 die ik heb ingevoerd. Met een hoofd voor plannen en inspiratie (dat je dat dan zo opeens kan hebben) loop ik gewoon in hoe het gaat. En dat valt me mee en tegen tegelijk. Het gaat niet pijnloos of makkelijk. Maar het gaat wel gewoon op iets harder dan 10 kilometer per uur. Dan moet ik 300meter versnellen. Volgens de opdracht tussen de 5:10 en 5:20, maar ik heb 5:00 en 5:30 ingesteld. Ik ga in het begin ietsje te hard, maar gemiddeld komt het elke keer wel goed. En dan 200m rustig dribbelen. Dat kan ik ook! Ik moet het 6 keer doen.

Ik vind het licht erg mooi. Heel lage zon, maakt alles rood en warm. Ik zelf ook trouwens, dat warm! Het gaat nog steeds niet vanzelf qua rennen. Ik haal de tempo’s wel, maar het voelt trekkerig. Ik zie nu al op tegen 5 kilometer zaterdag en ik besluit het stoute plan wat ik voor het einde van het jaar nog had, te laten gaan. Fysiek onverstandig en ik merk dat ik niet meer ontzettend veel zin heb. Genoeg gedaan dit jaar. Na de 5 kilometer zeker. Nu moet ik dat nog aan het loopmaatje doorgeven en dat vind ik lastig. In de vijfde keer versnellen begint het (hard) te regenen. Ook dat nog. Nu moet ik wel doorgaan, anders koel ik teveel af. Het is nog maar 1 keer. En dan een coolingdown van 10 minuten. Ik loop nog wat het wijkje rond en over het nieuwe pad in het park voor de deur en dan zit ik op 7 kilometer. In 40 minuten. Mooi. Kerstkransjes en de douche.

7 December – Zwemtraining en prikkeldraad

Ik ben vandaag net prikkeldraad: aggressief, alles is verkeerd en ik voel me ook prikkelbaar. Ik val van de ene woede in de andere: op het werk ben ik echt pissed off en als dat weg ebt, weet de school me wel weer boos te maken. Ook dat verwerk ik dan wel weer en dan begint het maandelijkse feestje ook nog eens. Dat verklaart het prikkeldraad. Er zijn ook genoeg mensen waar ik me aan kan storen, maar gelukkig is er ook iemand met wie ik kan afspreken om me vanavond nog op te vrolijken! Ik kan nog prima zwemmen. In een rustige baan. Niet vooraan. Ik begin zonder achtje, maar later neem ik ‘m er van tijd tot tijd bij. 2 Meiden zwemmen gruwelijk hard, waardoor de rest banen minder zwemt, maar ik kom daar niet voor. Dus moeten ze op me wachten. Superirritant. Ben ik weer pissig. Het is een duurtraining, dus we zwemmen lange stukken. Vind ik heerlijk, maar met zulke grote verschillen in de baan is het lastig. Dat de douches het amper doen maakt het niet beter.

Gelukkig heb ik ‘s avonds een held op visite en kletsen we de hele avond over trainingsschema’s en trainingsaanpakken, zodat ik niet als prikkelplant naar bed ga 🙂

8 December – Zware niet-op-de-baan-training

Deze nacht ben ik niet wakker van de katten (zoals gisteren) of van het piekeren (zoals eergisteren), maar van de buikpijn. Dat je op deze leeftijd nog maar eens mag ervaren hoe het ook weer was bij de geboorte van een kind zou een zegen kunnen zijn als het niet zo verdomd vervelend was! Maakt werken extra vermoeiend. Als je je niet goed op je plek voelt. En dan is daar tegenover niet bij te drinken als je overdag dan leegloopt. Maar ik ga naar de baantraining! Daar is een toilet vlakbij, dus echt mis kan het niet gaan. Ik hoef niet hard. Bij het inlopen klets ik met een audio-technicus die me er aan herinnert dat ik natuurlijk ook weer terug kan naar mijn oude werk. Dan is de baan bevroren.

Daar kunnen we niet op. We lopen verder om de baan heen in plaats van loopscholing. Dat vind ik niet erg! Maar dan gaan we op de parkeerplaats lopen achter de baan. En dat valt me niet mee! Ik ben traag, langzaam, krachteloos en slepend. En ik moet ook alweer, terwijl de WC nu te ver weg is. Iets met tot de derde lamp hard, rustig terug en dan sprinten tot de eerste, tweede, derde, vierde, vijfde lantaarnpaal en rustig terug. Er zit bij mij weinig verschil meer in snel en rustig en steeds minder. Alles aan mij en in mij protesteert. Ik heb geen zin, mijn benen doen pijn, het hoeft nergens voor! We moeten ook nog sprintjes doen, en dan ben ik echt de allerlangzaamste. Ik heb het warm en koud en slecht. Tot overmaat van ramp doen we een wedstrijdje: de 3 langzaamsten (waar ik dus bij hoor) tegen 2 teams van 4 die sneller zijn. Wij drie rondes, zij vier. Ik ga even heel erg hard en buiten mezelf, maar nog winnen ze van ons. Vreselijk vind ik dat; niet het verliezen, maar dat krachtmeter – bleh. Uitlopen om de baan, anderhalve ronde. Ik klets het vol en dan ren ik door naar de WC. Achteraf snap ik niet dat ik niet eerder gestopt ben. 9 kilometer met heel veel moeite verzameld. Ik word een dagje ouder en herstel niet meer binnen anderhalve week van een marathon. Op een dag waarop ik leegloop en slecht geslapen heb.

9 December – fietsen binnen

Gelukkig wel goed geslapen, maar er zit een vermoeidheid in. Een winterdip? Of gewoon teveel gedaan? Of zie ik op tegen een vijf kilometer wedstrijd? Teveel aan mijn hoofd, zoals altijd in december? Tijd van de maand? Werkstress? Het zal alles bij elkaar zijn. Ik ga liever samen met Rob aan de Lego bouwen van de Sterrennacht dan sporten.

‘s Avonds ‘moet’ ik nog fietsen. Ik ga gewoon in Zwift. Geen voetbal kijken, maar me nog liever in Watopia vervelen! Ik pak het atlas-puzzelboek erbij. Geen Rondje IJsselmeer, maar rond de vulkaan.

Later komt Vincent mee yahtzee spelen. Ik leef mijn hele slechte bui uit in cynisme, tot we dubbel liggen van het lachen. Mijn benen trappen (op een hoge cadans) verder, maar van Watopia zie ik nauwelijks iets. Ik ben bezig met full house gooien, de bonus verzamelen en valsspelen. Vincent gooit precies yahtzee als ik de route af heb, waardoor ik de foto vergeet. Ik moest 90 minuten fietsen, maar na 80 minuten en 3 potjes yahtzee stap ik af. Ik ben er niet moe van geworden.

10 December – Koude Polder Loop

In maart had ik Corona toen er een 5 kilometer wedstrijd op het programma stond. In november had ik buikgriep toen er een 5 kilometer wedstrijd stond. Hoe moeilijk kan het zijn om 5 kilometer hard te lopen?! En zo kwam het dat ik alle loopafstanden verzameld had, behalve die 5 kilometer. Voor de Koude Polder Loop in Nijkerk schreef ik me daarom op het allerlaatste moment in. Gisteren.
5 Kilometer: hoe moeilijk kan het zijn? Geen enkele training is korter. Ik kan dat makkelijk binnen een half uurtje. Zonder gemak kan ik dat binnen de 25 minuten, maar dat wil ik niet. Ik wil de medaille halen en de afstanden afronden!
Rob gaat mee. Als altijd. Rob staat altijd voor me klaar. Op me te wachten. In de ijzige kou vandaag. Rob rijdt naar Nijkerk. Langs het water door de mist. Rob moedigt aan. Rob speldt het nummer op. Maar niet op mijn mooie Ironman-shirt! Rob heeft er vertrouwen in. Kijkt of er een medaille is en waar hij een foto kan nemen. Liefde zit ‘m niet alleen in grote dingen.

Ik ga inlopen, want met deze kou en mijn ‘ouwe’ lijf is dat absoluut noodzakelijk! Een stukje route, korte versnellingen, voelen hoe het gaat. Het gaat wel, voel ik. Geen toptijd, maar finishen lukt makkelijk vandaag. Ik hoor mijn naam als ik bij de start-area inloop. Kanshebber: laat me niet lachen. Mijn eigen best is genoeg. Ik loop 2,5 kilometer in! De helft van de wedstrijd, haha. Maar ik heb het niet koud meer. Alleen nog een paar minuutjes in het startvak. Hebben al deze mensen zich suf getraind voor 5 kilometer? Is dit hun eerste wedstrijd, hun persoonlijke test? Terwijl het voor mij voelt als ‘maar 5 kilometertjes’.
Ik realiseer dat ik nog geen twee weken geleden de marathon liep. TWEE WEKEN GELEDEN. 5 Kilometer is niet altijd ‘maar’ 5 kilometer. Dit is best gekkenwerk, als je 49 jaar bent. Fysiek is dit ‘n behoorlijk flinke uitdaging voor mij. Te laat om dat te bedenken.
Een kusje en succes van de liefste.
En dan kan ik gaan. Me eigen ding doen. Rob staat iets verderop en maakt een foto.

Al die mensen joh! Ikea-medewerkers, snelle gasten, oude mannen, korte broeken, felle kleuren, vrouwen, moeders. Ik heb geen muziek op, dit doe ik zelf wel. De eerste kilometer gaat in 4:50, hahahaha. Het voelt oke. Snel, maar oke. Het viaduct over. Ik hoor een klein stemmetje: kleine stappen, tempo houden en het gaat dadelijk weer omlaag. Kilometer 2 ook onder de 5 minuten. Het hoeft niet he, Anke… De polder is mistig. Dat lint met mensen tegen een witte wollige achtergrond: geweldig. Overweldigend. Mooi! Ik geniet er van. Koude Polder Loop doet zijn naam eer aan. Ik ben echt ‘in the middle of nowhere’

Het is een heen en weer parcours en de supersnelsten komen al terug. Mooi om te zien. Ik doe mijn eigenste ding. Zie het keerpunt. Eventjes wind in de rug. Op het keerpunt zeg ik de vrijwilliger dat hij kouder zal zijn dan ik! Ik heb het echt warm en zweet! Bijna blij dat ik wind tegen heb. Ik ben niet de laatste; is ook fijn om te zien. Vijf kilometer blijft lastig in te delen. Kilometer 3 nog net binnen de 5 minuten. Ik ga het sowieso zekersteweten halen!

Kilometer 4 met het viaduct weer, de lastigste kilometer. Waarom zou ik me inspannen als ik weet dat het gaat lukken? Die marathon is echt pas eventjes geleden! Ik moet echt mezelf omhoog vechten. Ik moet denken aan het slechte nieuws van de buurman en dat verstart ook, maar ik blijf rennen, want ik ben hier nu toch. Het gaat ook weer naar beneden… Ik voel wel dat ik (behoorlijk) boven mijn tempo loop! Kilometer 4 gaat in 5:10. So be it. Nu de laatste kilometer. Alles of niks is prima. Rechtop lopen en denken aan de laatste 800m van de Ironman. Er kan nu niks meer kapot gaan. Ik kan nauwelijks harder. Niet van de pijntjes, maar ik zit op mijn eigenste maximaal. Nog even en ik ben compleet voor dit jaar!

Ik zie op de klok de 25 minuten passeren. Net niet. Maar ik ben zo blij met het halen van deze afstand. Geen trots. Absoluut niet koud. Ik ben onwijs blij met de medaille. Rob duwt me snel naar binnen de warmte in. Fijn. Ik wil thee, hou de medaille vast en ik wil naar huis.

Ik doe even andere kleren aan. De auto staat vlakbij en we vertrekken op tijd weer. Ik ben toch geen eerste (al vind ik 5de aan het einde van de leeftijdsgroep prima).

Ik zet eventjes de medaille op Instagram, maar voel me verder niet geroepen om te gaan ‘schreeuwen’ online. Het is er niet. Onverschilligheid troef. Ik ben klaar, maar hoe knap is dat nou? Joyce, Manuel en Annemarie zien het. Dat voor mij 5:00 minuten per kilometer supersnel is. Ik wil liever het Lego schilderij afmaken. Mooie dingen maken. Rare gemoedstoestand. Sporten als afstreepprogramma.
“mama, ga je mee, ik moet rennen, op de fiets, pleasssseeeee” Hij heeft nog zo’n 42 kilometer tegoed. Dus ‘nee, het is koud/nee, ik ben moe/nee, ik heb geen zin/nee’ is eigenlijk not done. Het is niet zo lang. Het is koud, ik heb geen zin en ik ben moe, maar hij kan wel wat steun gebruiken. Mijn snelle kiddo. Het duurt niet zo lang gelukkig, maar lang genoeg om koude handen te krijgen. Hij heeft nog steeds zo’n 35 kilometer tegoed!

Daarna pakken we de zwemspullen. Niet zo lang alsjeblieft… Hij moet van de trainer en gaat dan ook en ik mag de trainster en ga dan ook maar. Baantjes draaien met pullboy. Met 3 snelle heren die keerpunten doen en mij telkens inhalen. Ik doe (weer) mijn eigen best en denk bij mezelf: waar zijn jullie vrouwen en moeders… Deze ouwe taart doet het wel namelijk. 500m inzwemmen, dan 4 keer 100m (eerste 25m snel) waarbij ik 50m minder doe en tot slot 400m waarvan ik er 350 doe. We gaan met z’n allen wat doen: elkaar bekijken en breed het bad over. Ik doe met Vincent en doe een beetje mee. We moeten er (gelukkig) op tijd uit, Vincent en ik. Het idee is leuk, maar mij spreekt zoiets niet aan.

Alle sporten toch weer gedaan op 1 dag.
Morgen maar eens ‘stoer doen’ over het halen van alle medailles!

11 December – Indoor fietsen

Vincents wedstrijd is het hoogtepunt van de dag. Hoe korter het duurt, hoe beter. Wat gaat die knul van mij hard!

Binnen de gedroomde 40 minuten, maar voor ons is het behoorlijk koud. En ik word maar moeilijk warm. Onder een dekentje op de bank. Daar wil ik het liefst blijven. Met allerlei snoep om me heen lekker suffen. Ik ben gedemotiveerd. Vermoeid. Doelloos. Maar ik kan niet niks doen en niet het schema opvolgen. Overigens heb ik geen last van gisteren. Ik ga toch maar fietsen. Binnen natuurlijk.
De opdracht zet ik dan in de Garmin en ik doe een route van Zwift. Nadeel is dat je dus wel de hoogteverschillen voelt op de fiets! In een Zwifttraining wordt dat uitgeschakeld. En ik moet op 2 plekken tegelijk kijken: mijn horloge en de TV.

Bij het eerste half uur infietsen was ik aan het appen en aan het schrijven en nauwelijks bezig met fietsen. Mijn benen doen het werk dan wel. Nou blijkt dat ik zone 2 eigenlijk al lange tijd links had laten liggen, meestal ‘suf’ ik maar wat op de fiets. Dan moet ik 5 keer een deel van een minuut versnellen. Aanpoten! He, dat is effe leuk.

Ik kom er echt in en ben ook nog ‘s even flink fanatiek. Het zijn maar 30seconden ofzo, maar het is fijn om me even in te spannen. Ik taal even niet naar snoepjes of afleiding. Even lekker de vulkaan op knallen! En ik ga ook weer heel hard naar beneden. Zie je het staan? 61 kilometer per uur!

Daarna fiets ik nog een extra stuk om de 40 kilometer te halen. Die ‘moeten’ voor de Garmin badge. In Garmin rij ik dan 35 kilometer, maar in Zwift zijn het er wel degelijk 40!

En zo heb ik dan geen zin, maar fiets ik toch weer langer dan op het schema staat. Terug naar de bank en de chocoladekransjes!

12 december – Bootcamp
Ook geen zin in. Wil op de bank blijven liggen onder het dekentje. Wil ook 2000km hardlopen volmaken dit jaar. Wil alleen maar chocoladekransjes eten. Wil 1000 rode doelen van de Apple Watch halen. Is niet verenigbaar met elkaar. Het is koud buiten. Het is donker buiten. Het is al laat. Allemaal onverenigbaar met elkaar. Dus ik G A gewoon! Huppa, van die bank af, warme kleren aan, horloges aan en rennen maar! Het begin sleept, trekt, jogt, saait- maar ik ben op tijd en heb 2,5 kilometer gerend. Steeds ietsje beter. Ik ren als enige het grote rondje, de rest praat, dus die laat ik achter. En ik moet aanzetten. Niet heel easy, maar ik heb het niet (meer) koud en ik doe dat gewoon maar. Dan bootcampen. *zucht* Het geleuter van de anderen maakt me gek. Ik zeg niks, ik doe gewoon. Zwieren met touwen, wieletje van me af duwen, zwaaien met gewichtjes en mountainclimbers. En we doen een hele serie dennenbomen. En worden weer koud met buikspieroefeningen. En dan jog ik weer naar huis. Hardlopen (of iets wat daar op lijkt) na de krachttraining blijft een rare gewaarwording: alsof alle spieren de andere kant op willen in plaats van het bekende vooruit. Ik moet langs de AH voor melk. En de vuilnisbak wegzetten. Als ik thuiskom, constateer ik dat ik nog steeds geen zin heb.

13 december – Kou en een leeg potje

Het is koud in Nederland. Na een bloedhete zomer is het kwik nu onder de nul gezakt. Persoonlijk heb ik dat liever, want een laagje meer is makkelijker dan een laagje minder als je niks meer uit te doen hebt. Met de hoge energieprijzen is het echter minder prettig. Ik ga binnen fietsen. Een uurtje gewoon lekker rustig. Daarna mag ik hardlopen! Tijdens het fietsen luister/kijk ik naar trailheld Kilian Jornet. (links)

Hij heeft een mooie kijk op de zaken. Vooral het stuk over ‘journaling’ boeit me. Kilian schrijft alles op. “Je vergeet de nare kanten” weet hij inmiddels. Schakelen tussen Zwift en Youtube is lastig.

Ik trap over de Makuri Eilanden. Eerlijk? Er zit geen tempo, geen energie, geen cadans of niks in. Het voelt als harken op de fiets. Moeizaam. Alsof ik alleen maar bergop ga. Dat is absoluut niet zo, maar het gaat gewoon niet.

Met moeite maak ik een uur vol, wat ik aftel- en dan toch nog even 25 km halen, wat in een uur dus niet eens is gelukt.
Warme kleren aandoen en dan ga ik rennen. Een half uurtje. Kleine rondje Oostvaardersplas moet dus lukken. Met hardlopen is het nog erger: geen tempo, geen goed gevoel. Zo voelt het in elk geval. Ik heb het niet koud, ik heb nergens pijn, ik heb niet echt ergens last van; behalve dat het
n i e t g a a t. . Ik heb onwijs veel moeite om mezelf aan het rennen te houden. En dat ken ik niet van mij.

Er is altijd wel iets om door te gaan: omdat het sneller kan, omdat het zo mooi is, omdat ik nog kilometers moet halen voor dit jaar. Ik kan vrijwel altijd iets bedenken, maar vandaag blijft het blanco. Ik heb een ENORME pot vol wilskracht en veerkracht en doorzettingsvermogen, maar nu is de bodem bereikt. Ik ben aan het schrapen. Gek genoeg stopt het niet en zeg ik de mensen gedag en kijk ik om me heen naar de unieke witte wereld, maar in dit laatste restje zit geen plezier meer vermengd. Het is prachtig mooi, het lopen lukt mij gewoon (er zijn vast mensen ook jaloers op dit tempo) en ik ga ook door, maar ‘het’ ontbreekt.

Ik heb te vaak geoefend met nodeloos doorrennen, dus dat lukt me deze keer ook nog wel. Met wandelpauzetje ertussen is ook om het even. Ergens heb ik nog een beetje vechtlust: ik hobbel tot het trapje. Ik luister naar de natuur om me heen. Ik denk aan de drijfveer van Kilian Jornet: omdat het leuk is! En ik probeer maar te negeren dat ik weer moet.

De laatste kilometer kan ik het moeilijk meer negeren, dus da’s afmaken. Soms zijn 5 kilometer een soort van niks. Iemand een nieuw potje voor me?

14 december – wandeling
Tussen de middag moet ik een pakje wegbrengen. Het weegt 5 kilo en het past in geen enkele rugzak. Maar dat het pakje van mijn werk maanden is blijven liggen, weegt zwaarder. Ik draag het nog wel eventjes! En daarna wandel ik verder en kijk naar de kristallen overal. Wandelen is ook prima.

Ik voel me niet helemaal lekker. Moe, hoofdpijn, suffig. Dus ik zoek het chloor niet op. Ik zoek niks meer. Dekentje, bank, puzzelboekje, kachel aan en kerstkransjes.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

twenty − 4 =