browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2022-11

Posted by on 31 March 2022

22 maart stressbeheersing ? , hardlopen en zwemmen ?‍♀️ ?‍♀️

Het is een hele drukke dinsdag: eerst wat extra werken met een presentatie die ik soort van georganiseerd heb. Dan een onwijze stressoefening: piano spelen in de openbare bibliotheek. Een aanslag voor mijn zenuwen! En precies om dat te trainen en oefenen doe ik het. Vincent gaat mee. Het valt mee en ik kan ook een paar stukje spelen.

Daarna moet ik nog een hardlooptraining doen, maar dat is niet zo stressvol! Tenminste… Het is alweer aardig lang dat ik moet lopen. Even goed uittesten of ik inmiddels 75 minuten aan de gang kan blijven zonder wandelpauzes. Met een paar versnellingen er tussenin. En in korte broek! Het is lekker weer. Vincent gaat opeens mee. Hij gaat maar een half uurtje en zal eerder teruggaan dan ik.

Het voelt stroperig, traag en zwaar aan. Vermoeiend. Het lijkt alsof we 7 minuten over een kilometer doen, maar dat is niet waar: het zit onder de 6 minuten. Dat verbaast me wel. Ik baal er van dat het zo moeilijk lijkt. Vincent loopt naast me te kwebbelen en te roepen dat het zwaar is. Ja, nou! We lopen langs de Vaart.

Hij gaat straks binnendoor terug. Ik ga een keer versnellen. Het zijn maar 2 minuten en echt hard gaat het niet, maar de 2 minuten zijn snel voorbij en dan dribbel ik. Vincent neemt de kortere route, ik ga naar het Kotterbos. Het is prachtig met de ondergaande zon en mijn tempo is lekker. Stiekem wil ik de 10 kilometer binnen een uur lopen. Dat zou vooruitgang zijn! Ik ga echter ook onverhard lopen en dat is wat zwaarder.

Ik blijf netjes binnen de hartslagzone. Zone 2. Ik zie de runderen aan de andere kant staan en ik vraag me net af hoe al die anderen altijd hordes herten zien als ik ze bijna mis terwijl ze naast me staan!

Niet teveel bezig zijn met de tijd en het tempo Anke…. Niet denken dat dit allemaal te bekend is… Ik doe nog een versnelling naar zone 3 en dribbel dan 30 seconden. Jep, het is doorwerken en zweten, maar ik hou het vol. Ik moet nog een ommetje maken en er loopt iemand voor me te intervallen, maar ik krijg haar niet ingehaald. Als ik de brug op ren moet ik echt even aanzetten om de tien kilometer binnen een uur vol te maken, maar het lukt!

Ik zou nu kunnen vertragen, maar ik doe dat eigenlijk niet. Ik loop gewoon lekker door en laat de tijd iets los. Ik maak 12 kilometer vol en de laatste paar minuten laat ik zitten. Ik loop precies 5:58 gemiddeld. Benieuwd hoe dat gaat met een halve marathon zaterdag!

En dan ga ik ‘s avonds laat nog zwemmen. Morgen kan ik niet en ik wil wel weer graag een hele training meedoen. TR staat er met stickers.

Eigenlijk vind ik van 21:00 tot 22:00 een rottijd en ik ben al wat vermoeid aan alle kanten. Ik zwem niet vooraan, ik doe wat mee en ik kruip helemaal in mijn eigen wereldje. Geen gekwebbel, geen animo: gewoon zwemmen. Veel in korte stukken van 50m en veel versnellinkjes. Daar heb ik moeite mee. Ik pak soms de pullboy er nog even bij. Als we moeten sprinten, doe ik mijn best en dan gaat het opeens fantastisch! Dan maak ik me even druk voor 25m en dan is de slag krachtig en goed en het ademmoment ook.

Ik ploeter me door een uur heen. Voelt niet zo makkelijk. Ik hoop dat ik morgen bij de zwemanalyse wel kan laten zien dat ik het goede ademmoment heb. En dat ik kan leren hoe ik snelheid kan oppikken, want dat ontbreekt nu.

23 maart Zwemanalyse Tri2One Coaching ?‍♀️

Samen met Vincent ben ik een stuk minder gespannen! Ik weet nu ook wat ik kan verwachten en ik weet ook dat ik vooruit ben gegaan. Alleen qua tempo nog steeds niet echt veel. Vincent is zijn zwembril kwijt, wat ie natuurlijk ontdekt als we op punt van vertrekken staan, grmbl. Maar goed, we zijn op tijd. Na een kort gesprek vooral met Vincent, kleden we snel om. We gaan in het duo-bad. Ik wil graag links, omdat ik rechts adem en Vincent dan kan zien. Uiteraard duurt het wat langer voor Vincent in het water springt! Ik zwem gewoon rustig en kalm en ik weet wel wat ik moet doen inmiddels. De conclusie komt al snel: we zijn duidelijk familie! Wat ik eerst verkeerd deed, maar nu niet meer, daar moet Vincent nu aan werken: de brede insteek. En ik moet verder weg insteken. Ik ben veel te dicht bij mijn hoofd gaan insteken, waardoor mijn arm zich in het water nog lang moet uitstrekken en dat remt af. Ik snap het wel, maar ik vind het moeilijk om echt heel ver voor me uit te strekken. Terwijl Vincent breed probeert, leg ik me toe op ver. Geen van ons lukt dat in 1 keer, maar dat zou ook te mooi zijn. Ik merk echter dat ik een stuk kalmer en makkelijk zwem als de eerste keer dat ik zo’n zwemanalyse deed! Vincent klooit wat met zwembrilletjes.

Het tweede punt van Vincent houdt het midden tussen zijn ademhalingsmoment en zijn doorhaal. Net als bij mij. Deze keer legt de instructeur het minder goed aan hem uit dan bij mij en Vincent hoeft niet direct bij te leggen, maar hij moet goed opletten en vooral eerst breed insteken. We krijgen allebei een stokje wat we voor ons moeten houden en vast moeten houden. Dan ga je vanzelf breed en in mijn geval ver. Ik vind het onhandig en als ik het door heb, laat ik het stokje even gaan. Dan komt mijn grootste winstpunt: de doorhaal onder water. Ik maak ‘m veel te breed onder water en duw nauwelijks water weg. Ik moet voor mijn gevoel helemaal naar binnen steken en mijn onderarm als peddel inzetten. Allemaal mooi en aardig, maar dat voel ik in mijn armspieren! En in mijn rug! Ik moet werken om te zwemmen! Dat was niet het idee… Ik moet mijn best doen en me inspannen! Ja hé… Maar het werkt wel enorm goed, want ik zwem een stuk sneller en krachtiger. “Ja”, gniffelt de instructeur, “de rugspieren en armspieren zullen sterker moeten worden!” Inmiddels heeft Vincent het tijdsklokje ontdekt. Ik heb daar nog nooit naar gekeken, al verzekert hij mij elke keer dat het sneller gaat. Dat boeit me niet zo, maar nu ga ik echt beduidend harder! Ik denk dat het klokje overdrijft en dat ik niet zomaar 1:45 op de 100 meter zou kunnen halen, maar onder de 2 minuten zou al leuk zijn!

Ik heb al spierpijn als we ons omkleden- dat belooft wat. Uiteraard ga ik me hier suf mee oefenen. Jek, krijg ik van die brede schouders 🙁 Volgens de instructeur zouden er met mijn techniek weinig beperkingen moeten zijn om hard te kunnen zwemmen. Dat is een compliment. Maar dan moet ik bereid zijn me kwaad te maken in het water!

24 maart baantraining hardlopen

Oei, oei. Zo gemakkelijk als het een paar weken geleden liep, zo zwaar was het nu. Vooral bij het inlopen kwam ik maar stroperig vooruit. Niet bepaald iets te duiden, geen speciale kortademigheid of een pijntje, maar vermoeid en zwaar all-over. Ik moest er echt hard voor werken. Toch wat schaddelijk, dat gedoe met Corona. En in de versnellingen was het helemaal trekken. Het inlopen leek echt even wennen en ik heb niet zoveel gekletst. Op de baan gingen we veel versnellingen doen. Eerst 2x 400m elke 100m sneller met dribbelpauze, maar ik snapte niet goed waar die zat, die 100m en of we er tussenin moesten wandelen of naderhand, dus ik deed ‘m tussen de 400m in, maar dat was niet goed. Dus ik had wandelpauze over en versnelde nog een keer 200m. Lastig als de opdracht een beetje vaag is. Maar goed: ik versnelde en ik nam ook de rust. Toen 2x 800m met elke 200m versnellen en 400m rust er tussenin. Vooral het versnellen viel me niks makkelijk. Daarna deden we nog 4x300m: 100 rustig, 100 heel hard, 100 wandel/dribbel. Vooral heel hard vergde veel. Dan willen mijn benen en mijn hoofd gewoon niet zo.

Ik was blij dat het er weer op zat. Het zal een hele kluif worden aanstaande zaterdag bij de wedstrijd… Ik ga kijken of ik de opdracht van 9 januari van de Alternatieve Egmond kan herhalen. Volgens deze trainster onhaalbaar, zeker de lage hartslag in het begin als je vol energie zit. Ik ga het wel zien: ik hoeft alleen maar de finish te halen en dat zal al lastig genoeg zijn!

25 maart Fietsen, koppeltraining hardlopen en zwemmen

Ik begon met nog geen uurtje losfietsen. Dat ging best lekker. Het is niet te lang, niet ingewikkeld, lekker weer (al was het jasje geen overbodige luxe). Lekker solo mijn eigen weggetje naar de sluis op de Knardijk en met wind mee terug. Ik had van tijd tot tijd geen zin. Maar ja, liggen en trappen. Aan iets anders denken! Ik hield de cadans retegoed in de gaten. Zo hoog mogelijk is best een ding voor me. Heerlijk peddelen.

Ik maakte me maar niet druk, maar tempogewijs was wind mee een stuk leuker! Voor mij is een cadans van 83 echt top bij een gemiddelde van 27 km/uur: niks meer aan doen. 

Eenmaal weer thuis omkleden naar loopkleding. 20 minuten inlopen gingen heerlijk soepel. Ik ben dan warmgedraaid door het fietsen en lopen lijkt dan een makkie. En toen moest ik versnellen! Net als gisteren bij de baantraining, was dat een hele opgave. Het komt er gewoon niet goed uit. Zware benen. Elke 100m harder voelde als volgt: 100m relaxed, 100m comfortabel, 100m hard, 100m a-relaxed zo hard mogelijk. Na twee keer moest ik zelf twee keer in de gaten houden omdat ik de training niet goed had gemaakt. Leuk bij de bloesems kwam ik uit. Ze staan vol in bloei en het is prachtig. Even een fotootje maken hoor!

En even Manuel gedag zeggen die daar wandelt. Ik moet de route telkens iets oplengen. Nieuwe schoenen aan helpt ook mee dat ik vandaag net ietsje beter kan dan gisteren. Ook hier van tijd tot tijd totaal geen zin meer, net als bij het fietsen. Ik pak de zin wel elke keer weer op. Het was warm. Raar om in fiets kleren te rennen, maar het voelt leuk trisuit achtig. Ik was net zo rood als het pakje. Uiteindelijk loop ik de 5 kilometer vol.

Morgen gaat het zwemmen niet lukken door de halve marathon. En ik wil toch oefenen! Ik ga dus naar het banenzwemmen in Poort. Geen opdracht anders dan: ver insteken en vooral krachtig doorhalen. Een beetje mijn best doen en een beetje boos zijn in het water. Vieze brede schouders kweken, maar ook meer spieren, zodat het vetpercentage lager wordt. Laten we dat als een pluspunt zien. Ik duik een snellere baan in. Borstcrawl zwemmen. Eerst denk ik: ik zie wel. Na 300m denk ik: door voor de kilometer. Ik kan de klok zien, mijn brilletje is beslagen. Dat komt er van als ik me ‘boos maak’. Er zijn nog 2 of 3 andere mensen in de baan, maar ik trek me er niks van aan. Ik zwem op en neer. Ik voel mijn arm- en rugspieren. Verder hou ik me slechts bezig met het tellen van de banen. Dat gaat wonderlijk goed. 22 Minuten precies zwem ik op de kilometer. Zonder hulpmiddelen. Dat is voor mij een enorme overwinning. Ik pak het achtje erbij en zal nog een keer een kilometer gaan zwemmen. Dat gaat nog beter! Ik kan nu ook letten op de verre insteek en ik zie elke keer een tijd op de honderd meter onder de 2 minuten! Ik zwem de kilometer dan ook onder de 20 minuten en dat is voor mij echt geweldig goed. Mijn armen hoeven morgen gelukkig niet te lopen… Ik ga nog 500m zonder pullboy doen. Ik adem nu 1 op 4. Natuurlijk raak ik wat vermoeid, maar ik kan gewoon door. 11 minuten en een paar seconden. Als er al 2000m op zitten. 2500 meter en nog tijd over. Tja, nog 500m met achtje dan maar. Met het ver insteken wordt de catch onder water nog langer en krachtiger. Nu doen mijn schouders toch al pijn. 10 minuten.

Ik ben blij dat ik getraind heb. En even goed geoefend en gevoeld. Alle drie de sporten op 1 dag gedaan. Niet moeiteloos, maar het kan wel weer.

26 maart 2 Bruggenloop Halve Marathon Kampen

We waren mooi op tijd. Ik vond het wel leuk, weer een wedstrijd. En dan lekker laat beginnen. Omdat ik met het volle recht zou kunnen uitstappen en ik geen enkele verwachting had van de wedstrijd was ik ook niet echt zenuwachtig. Ik had nog snel zonnebrand gescoord, want die was ik vergeten. Beter dan Vincent: die was zijn hardloopschoenen vergeten! Rugzakje mee en vooraf al een bidon sportdrank geleegd. Ik liep even in en zocht de trainster even op. Het was haar idee, deze wedstrijd.

De zenuwen waren er nauwelijks, tot in het startvak, maar toen ging het al snel los. Rustig starten, zo voelde het wel, maar dat was het niet. Het was te druk om in te houden. Het was direct warm. Ik zwaaide nog even naar Vincent en naar Rob.

Ik vond de weg op de ‘oude brug’ leuk! Liep ik expres over de weg en niet over het fietspad. Toen ik hier vorige keer liep samen met Joyce (in tegengestelde richting weliswaar), was het stormachtig en nu weer wat te mooi weer! Het was druk op het fietspad en ik zat in een groep met een tempo wat eigenlijk wat te hoog lag, maar ik kon niet inhouden. Mijn hartslag was ook redelijk hoog. Ik hield dezelfde ‘training’ aan als op 9 januari bij de ‘Alternatieve Egmond’, maar ik maakte me er nu niet druk over. Zo’n lage hartslag als ik toen voor het eerste kwartier opkreeg is toch niet haalbaar. Ik liep nu op dezelfde hartslagen, maar nu hoorde bij hrf 154/155 ook een tempo van 5:45. Dat was in januari een tempo van 6:00 bij een hogere hartslag.
De brug op lopen vond ik zwaar. Dan kom ik echt nog even energie tekort. Zeker omdat er niemand achter me leek te lopen! Ik dacht nog: dit wordt ‘m niet, nog geen 5km onderweg en het is al heftig! Ik genoot wel.

De brug af vond ik ook niet beter en ik dacht echt even: zal ik nu al uitstappen… wel leuk met veel publiek en toeterende auto’s. Op 5 km langs de post gestopt voor gel en water. Binnen 29 minuten. Niet zo best, want ik moest het eerste half uur rustig aan doen.

Lange wegen. Ik kwam er moeizaam in. Veel buitelende gedachten. “Leuk wonen hier” “Mooie sokken heeft die Gert” “Grappig accent hebben ze hier” “Hoe ver moet ik nog” “Wat geinig, zo’n clubgenoot op de fiets die met water rondrijdt” “Ze kennen elkaar hier allemaal zeg!” Dan het punt waar 15km naar links ging. Ik de dijk op. 7km in 40 minuten. Eenderde. Of in mijn beleving: 1 keer het rondje Weerwater gehad en terug in de Arena. Op de dijk werd ik rustig. Kwam in een ritme. Gewoon van brug naar brug lopen en zien wat lukt. Bedenken dat alles goed is want 3 weken geleden was ik nog ziek. Mijn benen doen het wel. Onder de spoorbrug (lekker in de schaduw) haal ik de eerste persoon in. Het loopt nu ver uit elkaar. Ik ben niet echt de laatste. We moeten een raar ommetje maken de volgende brug op. Het is rustig en zonnig.

Weer water over. Dan een pad ‘terug’ wat uit twee sporen bestaat. Ik pak m op. Hou gestaag mijn eigen tempo aan. Hartslag rond de 154 en tempo 5:40/5:50. Gel en water bij 10km en dan, na 11km kom ik op bekend terrein: afzien en doorzetten. Heerlijk! Blik op oneindig en ik ga mensen inhalen. Niet hard, maar gestaag. Het tempo vasthouden. Ik ga niet sneller, maar die andere mensen gaan langzamer. Wellicht staat er ook wind, maar ik merk dat nou nooit. Hooguit dat ik het verkoelend vind.

Ik wilde de laatste kilometers gaan versnellen, waar ik naar uitkeek. Ik bleef mensen inhalen en foto’s maken ook nog. En een beetje tellen, met versnellen kan het binnen 2 uur. Na 15km werd het echter echt zwaarder. We passeren een sluis en ik heb het kaartje niet meer zo goed in mijn hoofd vanaf hier. Ik blijf maar mensen passeren en dat verbaast me. Ik haal een meisje in met een middle distance shirt van Almere tegelijk met een andere man die zegt: “jij hebt nog tempo en dat met bepakking”. Ik denk: jij bent je tempo kwijt en die bepakking heb ik hard nodig met dit weer! Ik dronk wel keurig, maar ik krijg de rugzak lastig leeg. Kampen weer in.

Het is onrustig en ik moet goed kijken naar de pijlen en de route. Voor me loopt een dame die ik ook nog inhaal en ik zeg haar dat de post op 16km staat en niet op 15km. Ik heb zelfs een beetje zin in de gel! Ik haal een meneer in die wandelt en dan gaan ze achter mij aan weer hardlopen. Ik merk op dat het warm is en hij beaamt dat. Zijn schoenen zien er nieuw uit, maar dat komt omdat hij er zuinig op is, zo vertelt hij. En dan loop ik weer door. Op mijn oude schoenen wiens laatste rit dit is.
Op 16km stond de post en nam ik een gel en toen begon de band de pianoman te spelen. Ik brak zowat! Emotioneel. Tranen liepen over mijn wangen. “Het is niet meer zover hoor”, zeggen omstanders, maar mij gaat het even niet om het hardlopen. The PianoMan die ik dinsdag nog speelde op de piano. Hoe dan?! Ik liep er een kilometer op en toen bleek versnellen ver buiten bereik. We slingerden Kampen door langs de parken. Ik kreeg er weinig van mij, maar bedankte omstanders en verkeersregelaars. Mijn zicht was wat vertroebeld. Ik ging lopen voor de paaseitjes. Het was druk met mensen die al hadden gelopen en die in het park aan het spelen waren.

Ik had het zwaar, wilde wandelen, maar ik hield vol! Blijven rennen en inhalen. Om het hertenpark. Gaat er nog een meneer tegen mij kletsen, maar sorry- ik heb alleen nog maar kracht om door te lopen! 2 uur lukt niet. Zoeken en afzien in Kampen in de laatste km. Ik zag Vincent, verder al redelijk rustig.

Ik ga het halen binnen 2 uur en 3 minuten die ik voorspel heb. Blij dat ik er was! 2:02. Netjes! Daarna vreselijk aan de diarree in de Dixie. En eventjes de 100m extra lopen om op 21,1 uit te komen. Ik ben natuurlijk vrij snel weer bij en drink nog veel water. Als we de brug over wandelen naar de auto komen we nog familie tegen! Hoe is het mogelijk? Ik herken ze. We kletsen even en dan ga ik in de auto aan de paaseitjes en ‘s avonds aan de hamburger!

27 maart – Losfietsen

Het is zondagmorgen en we hebben de middag vol staan, dus Vincent en ik gaan samen op zondagochtend uitfietsen. Even een stukje over de dijken.

Het gaat niet hard. Dat willen we allebei niet. Wel houden we beiden de cadans hoog. Het is koud! Mijn benen trappen wel, zeker als ze niet hard hoeven te gaan.

Maar ik ben moe. Mijn hoofd is moe. Na 56 minuten heb ik het eigenlijk wel helemaal gehad met het fietsen. En met alles. We zijn pas na een dik uur thuis. De halve marathon galmt dan nog na en vandaag is er weinig rust. Dat voel ik dan aan alle kanten. Ongedurig, slechte concentratie en vermoeid. En dan hebben we ook nog een uur minder mogen slapen! We maken een ronde van 25 kilometer vol. Dat past net. Tussen overhoren in de auto, de winkel bezoeken, de verjaardag met lekkere taartjes, kletsen, uit eten, de marathons en topprestaties volgen en nog meer Franse woordjes leren op de terugweg. Ik heb deze week net geen 50 kilometer gelopen en ik red het ‘avonds ook niet meer.

28 maart Intervallen in de fietstraining 

Vincent gaat naar de fietstraining. Ik niet, want dat is op een onhandig tijdstip en op een onhandige plaats en met een vervelende groep. En ik wil graag voor het donker thuis zijn. Ik heb mijn eigen training van 2 uur met een achttal versnellingen er in. Met een ommetje voor Vincent fiets ik naar de dijk. Ik heb mijn eigen muziek aangezet en ik luister naar een chill-lijst, maar ik vind het niet echt chill. Eenmaal op de dijk gaat het lekker: windje mee, rustige omgeving, goed tempo en een hoge cadans.

Ik trap flink door tot bij Marina. Hoe ver ik ga komen vandaag weet ik niet precies, maar via Haven is denk ik net iets te veel gevraagd. Het Kromslootpark dan maar. Daar beginnen ook de versnellingen van 2 minuten met 2 minuten rust tussendoor. Mijn benen verzuren! Dat doen ze eigenlijk nooit en ik trek me er ook niks van aan. De hartslag komt net niet in zone 4 in die paar minuten. Terwijl ik wind tegen heb! Ik kom schaapjes tegen. Schattig.

Bij de schaapskooi bemerk ik echter mijn ‘foutje’ op, want nu zitten tussen mij en het Kasteel stoplichten, bochten, andere fietsers en veel onrust. Ongeschikt voor 2 minuten versnellingen. Ik kom niet goed uit. Maar wel langs het Weerwater.
In de volgende twee minuten een bruggetje, een bocht en 2 fietsers die mij niet horen aankomen. Ik wil zo snel mogelijk naar de Trekweg, van daaruit kan ik zien of het me lukt om 50 kilometer te halen voor het donker. Maar voor ik daar ben zit nog een brug, nog wind tegen, nog verkeer en nog twee versnellingen. Pas bij de laatste twee kan ik lekker rechtdoor de Trekweg over, maar wel met wind tegen! Ik mag uitfietsen en ik pak een extra versnelling mee, omdat ik er een paar niet goed kon uitvoeren.

Ik heb tijd genoeg om een brug verder te pakken. Voor mijn doen fiets ik hard en goed en span ik me echt in. Maar als ik kijk naar andere vergelijkbare dames die ook intervallen doen of de racefiets naar het werk nemen: die rijden allemaal 27 kilometer per uur of harder. Ik ben benieuwd of ik dat red vandaag.
Ik haal in elk geval 50 kilometer! En ik ben voor het donker thuis. En ik maak de training af. Met een gemiddelde van… 26,8. Dat irriteert me van tijd tot tijd. En vandaag is een ‘tijd’. Wat doe ik nou zo verkeerd?! Mijn cadans is hoog, mijn tempo is hoog: komen die anderen nooit verkeer tegen? Ik heb toch de hele winter doorgetraind? Wat merk ik daar nu van. Ik ben klaar met die trainers die zeggen dat ik me pas in een wedstrijd hoef te bewijzen, want het is gek dat dat voor anderen niet zou gelden. Vandaag heb ík goed getraind: met verzuring, met intervallen, met snelheid en ik heb een halve reep opgemaakt op de koop toe.

29 maart. Koppeltraining

Ik werk, ik maak het huis schoon; want dat is echt heel erg nodig en ik overhoor Duits. Dan kan ik beginnen aan fietsen en hardlopen. Ik heb een plan bedacht: ik ga op de tijdritfiets – die is sowieso sneller. En ik zet de meting van de training pas aan als ik de wijk uit ben, warmgedraaid ben en ik op tempo fiets. Het fietscomputertje gaat vanaf de start aan. Ik ga weer naar de dijk. De tijdritfiets is eventjes wennen, maar ohja – dat was een racemonster! En ik zit er zo anders op. En nu kan ik schakelen. Ik rij zonder muziek, want die ben ik vergeten aan te zetten. Het gaat hard. Echt hard. Hoge cadans, lage hartslag en hard. Dan is de dijk opeens nog korter en ben ik snel bij de Noorderplassen! Over het koeienpad. Ik heb wind tegen. maar als ik ga liggen merk ik dat minder en blijft het tempo hoog. Mijn hoofd vindt deze snelheden wel leuk. Die geniet best van dit experiment. Mijn hart vindt het prima: die blijft lekker in de goede zone hangen. Mijn benen hebben het echter minder naar hun zin. Ze trappen rond, maar zijn (op zijn best gezegd) wat gevoelig. Ruim voor het fotomoment zet ik het horloge uit.

En als ik op tempo ben, zet ik het horloge pas weer aan. Ik zoek de wegen met de minste weerstand en vandaag ben ik zo’n vervelende wielrenner: niet al te sociaal voor de andere weggebruikers. Het gaat prima hoor, maar andere weggebruikers in de verte zijn vooral ‘doelen’. Het kost een eend bijna het leven, want we schatten elkaars snelheid niet goed in. De 3 kwartier gaan voorbij en als ik een soort van ronde heb, zet ik voor ik de wijk weer in ga, het horloge stil. Een tempo van 28,5 kilometer per uur. Je moet het dus tweaken. Niemand kijkt naar de pauze-tijd.

Ik neem een gel, drink sportdrank, kleed me om, praat tegen Vincent en ga naar de WC. En dan ga ik op de nieuwe schoenen hardlopen. Het voelt niet gemakkelijk, maar het tempo ligt wel hoog. Mijn benen vinden dit echt een slecht idee! Ze trekken wat spieren en protesteren. Dat doen ze zelden. Even worden ze gered door een telefoontje van mijn werk. Mijn collega is ziek, dus ik moet wel opnemen. Onhandig en lollig tegelijk. Als ik weer opstart, voelt het gemakkelijker. Uiteraard laat ik geen klokjes doorlopen! Ik heb een route waarbij ik langs de Vaart wind mee zal hebben. Ik loop 20 minuten in en dat gaat lekker.

Dan moet ik versnellen op afstand. Ik ga 1600m in zone 3 lopen. Het duurt even voor ik in de zone zit en mijn benen zouden schreeuwen als ze dat konden. Het tempo ligt aardig hoog en zestienhonderd meter is lang. Ik zweet. En heb het zwaar. Even vind ik de trainster niet zo aardig. Ik ga maar snel aan het tellen en hoop over de laatste 1000m met 300 tellen uit te komen. Dat leidt af, maar kost ook energie. Het is écht bikkelen. Mijn route gaat te kort zijn! 400m heel rustig dribbelen is zeer welkom en veel te kort. Dan de tweede van drie intervallen. Dit is nog zwaarder! Ik kom snel in zone 3 en tel me suf, maar ik iets minder hard en ik voel mijn hart nu meegillen met mijn benen. Zou ik door Corona dit niveau van inspanning even moeten opkrikken? Ik weet het niet, maar ik ben blij als ik in de rust kan oversteken, wandelend.

Nog 1 keer. Ik heb nu geen wind meer mee, ik haal zone 3 met gemak en ik heb het echt zwaar. He, ik deed nog een halve triatlon van het weekend! He, ik heb dit in maanden niet hoeven doen! Ik was het afzien al lang verleerd! Ik krijg ook nog wind tegen en ik kan wel tellen, maar het biedt nauwelijks afleiding van de schreeuwende, verzurende en protesterende benen. De laatste 300 meter baal ik dat de auto me voorlaat en haal ik bijna de meisjes op de fiets in! Ik wandel zodat de 400 meter lekker lang duren. Dadelijk zet ik het eten op en ga ik lekker in de douche. Het komt goed, benen! Dan dribbel ik weer, want ik mag nog tien minuten. Ik loop tien kilometer binnen een uur! Iets van 56 minuten. Nou ja, ik belde ook. Ik maak nog een korte stop om met een oud-vriendin te kletsen en dan heb ik meer tijd dan route. Ik loop achter de wijk langs. Dat had ik nooit moeten doen. Ik moet. Drukken. Poepen zo u wil. Als je dat vies vindt, dan moet je nu niet verder lezen. Na 10,5 kilometer in een uur en een soort van vol rondje, stop ik het horloge. Ik ga wandelen en de sluitspier samenknijpen. Dat red ik net niet tot thuis. Smerig! Goor! Vies! Ik gooi mijn hardloopbroek weg (en onderbroek ook) en ik moet de WC schoonmaken. Het is zo smerig dat ik er zelf onpasselijk van wordt. De lange douche komt er, maar is niet zo lekker als ik de benen had beloofd. De benen belonen me met een hele avond spierpijn.

30 maart Zwemmen ?

De oude vrouwenkwaal ‘slecht slapen’ laat zich weer gelden. Daar krijg je minder energie van. En minder zin. Ook in zwemmen. Maar goed, Vincent en ik gaan toch! Het is niet druk. Ik ga inzwemmen en tegenwoordig doe ik dat natuurlijk allemaal zonder achtje. Ik let op de doorhaal vooral. Eerst dat en dan ga ik wel eens een keer verder weg insteken. 300m maak ik vol. Zonder dralen. Dan gaan we 150m steeds iets sneller zwemmen. We zijn met z’n vieren in de baan, heerlijk. Vooral het hard zwemmen vind ik nog steeds lastig. Tussendoor armen en dat is echt easy. Ik lap netjes mijn horloge elke keer. We moeten 9 keer 100m zwemmen: de eerste 25m is dan steeds een andere slag, schoolslag of rugslag. En ik oefen maar met wat voor mij voelt als krap doortrekken. Dat voel ik in mijn armen, rug en schouders. Maar echt het gevoel dat ik wil werken in het water heb ik niet. Ik doe gewoon maar een beetje met dat zwemmen.

Nog een keer armen. En dan 25m borstcrawl heen en 25m rugslag terug. En dat nog een paar keer. Tot slot pak ik de pullboy erbij en zwem ik 100m waarbij ik wel echt mijn best doe en dan kan ik onder de 2 minuten zwemmen. Maar hou ik het vol om 3800m mijn best te doen?! Nu nog niet! Ik heb morgen zeker spierpijn en ik voel het eigenlijk ook al meteen. Blijkbaar moet ik nog wat aansterken.

31 maart Vincents intervaltraining in de sneeuw! ❄️

Ik heb zo mogelijk nog slechter geslapen en me vooral piekerend wakker gehouden. Dat helpt niet aan een vrolijke bui! Of geconcentreerd werken. Of een zorgeloze dag. Het is buiten koud, guur en ze voorspellen sneeuw. Ik heb geen zin in de baan. Dus gaan Vincent en ik samen voor het avondeten als het nog licht is. Net voor de sneeuw uit. Denken we. We doen deze keer de training van Vincent! 20 Minuten inlopen. Dat kan ik ook. Is ook een beetje mijn lage zone. Dat gaat lekker! Daarna zal Vincent 3 keer 300m heel hard lopen. Ik loop ook hard, maar niet zó hard!

Hij heeft 2 minuten pauze en ik dus iets minder 🙂 Voor mij blijven er zo’n 90 seconden over. Ik moet goed kijken waar hij stopt en tot zo ver moet ik ook door. We doen ons superstandaard intervallen rondje langs de lammetjes deze keer. Het begint te sneeuwen. Zo’n beetje. Dat is leuk. Het is in elk geval apart. Omdat ik door krijg dat het standaard rondje bij lange na niet genoeg is, lopen we ‘rechtdoor’ En zo komen we op een nieuw pad. Nog nooit geweest. Na 3 keer 300m hebben we 5 minuten seriepauze. En dat hele bubbeltje doen we drie keer in totaal. Ik vind de 300 meters leuk. Vooral tegen de wind in. Die vindt Vincent iets minder, want het is ook tegen de sneeuw in inmiddels. Hallo: zomertijd, lente vorige week, 31 maart: waar is het blijven steken?! Ik vind het wel afzien hoor, de 5de keer 300 meter. Het lijkt wel steeds langer te worden! Mijn tempo ligt wel elke keer onder de 12 kilometer per uur. Ik heb uitgeteld dat ik ongeveer 90 a 100 seconden nodig heb. Die kan ik mooi aftellen.

Ik doe mijn best en lap netjes elke keer mijn horloge. Vincent loopt hard voor me uit of hij loopt te grappen. Dit is leuker dan de baan! Ik krijg wel steek aan de rechterkant achter mijn ribbenkast. Da’s een rare. Nog 1 keer en we gaan lekker los in de sneeuw die inmiddels doorzet. We moeten ook nog 10 minuten uitlopen! We gaan in de wijk op en neer door de straten. Het gaat steeds harder sneeuwen! Doe normaal!

Dikke vlokken die al langzaam blijven liggen. Dit is geen 1 april grap, het is gewoon echt een grap van de natuur. Met al die versnellingen loop ik de 10 kilometer toch maar mooi binnen een uurtje. Mijn benen vinden daar wat van. Dan beginnen mijn darmen ook weer te werken. Ik kort het uitlopen in, zodat ik op tijd het toilet ben.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

6 + twenty =