browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2022-12

Posted by on 11 April 2022

1 April Solo een halve marathon??‍♀️

Mijn hartslagmeter is zoek. Ik denk dat ik ‘m in het zwembad heb laten liggen. In Almere Poort. Ik heb vandaag een training staan van 8 keer 15 minuten en 30 seconden rust met eet- en drinkpauze. Dat riekt naar zeker 20 kilometer hardlopen. En het zwembad is 13 kilometer. En dan nog 7 kilometer terug tot een station. Ik doe in de ochtend lekker even zo weinig mogelijk. ‘s Middags ga ik hardlopen, alleen met een muziekje en een volle rugzak. Spoorbaanpad af. Vincent tegemoet. Alleen hebben we een miscommunicatie (“ik ga langs W’s route”, “ik niet”) en wisselen we van route, zodat we elkaar toch niet tegenkomen! Ik hobbel gewoon wat aan. Beetje rusteloos. Na 14 minuten ga ik 1 minuut versnellen, maar vooral letten op de houding. Leuke afwisseling. En daarna 30 seconden heel rustig waarin ik moet drinken en in de even keren moet eten. Na ruim 6 kilometer kom ik bij het station Almere Centrum. Ik heb wind mee. Ik kom in een soort rusttoestand. De enige zorg is gewoon blijven hardlopen. En dan moet ik weer! Gatver. Ik ren naar het zwembad in Stad. Even het horloge uit en flink wat achterlaten. Ik baal er wel van, want dit is nu al de derde keer! En weer door.

Ik pak nu het andere pad als het spoorbaanpad. Verder hobbelen. Met een iets minder bekende omgeving komt er nog meer rust en kalmte. Gewoon verstand op nul en hardlopen. Ik kan de Hogering over en loop richting het zwembad in Poort. Mijn nieuwe hartslagmeter wordt bezorgd thuis. Ik neem elke keer netjes een gel en drink. Na 13 kilometer ben ik in het warme zwembad op zoek naar de hartslagmeter, maar die is er niet.

Ik ga terug over het Spoorbaanpad tot de tijd of de halve marathon er op zit. Ik heb opeens wind tegen. En dan gebeurt er iets ‘geks’: dit is afzien en dat vind ik leuk! Het ‘gewone gehobbel’ wordt een uitdaging! Ik haal pubers op de fiets in. Mijn hartslag blijft maar net binnen de perken. Waar het te makkelijk was daarstraks, is het nu leuk en doordrammen en volhouden. Kan ik! Ik haal wel 5 pubers in die moeten lopen met de fiets tegen de wind in en het viaduct op. Inmiddels begin ik ook af te tellen. Maar 4 kilometer aftellen is nog best veel. Dan is de minuut op de houding letten echt even nodig en nuttig. En drinken ook. Ik ga door het Beatrixpark omdat ik een stukje te kort ga komen. Ik heb namelijk 4 minuten extra. En dan zit ik boven de 20 kilometer.

Ik loop door een onbekend stukje wijk en moet nog een keer stoppen voor een verkeerslicht en dan ben ik bij het station. Training klaar, 20,4 kilometer. DUH. Die 700 meter komen er! Ik loop nog een onhandig rondje en kom weer op het station. Halve marathon gelopen. Weer. Zomaar. Niet echt met moeite. Geen pijn aan mijn benen, voeten of schuurplekken. Hoofd liep aardig mee. Zonder pauzes in 2 uur en tien minuten. Met pauzes in 2 uur en 21 minuten.

Ik neem de bus naar huis. Maar dan krijg ik het erg koud. Ik ben na 3 uur weer thuis. ‘s Avonds moet Vincent nog hardlopen. Ik ga met hem mee op de fiets. Lekker! Wat loopt dat kind hard en ondertussen op zijn gemak te kletsen!

2 April 100+km in Zwift. ??

Het is buiten extreem guur en het waait hard. En ik zie op tegen in mijn eentje buiten fietsen voor urenlang. En 100 kilometer duurt bij mij wel even! Ik mag niet met de groep mee (want dan wordt de groep te groot, alsof 6 of 7 zoveel scheelt) en er is thuis veel te doen. Voor Vincents huiswerk. Scheikunde en Engels. Dus ik stap op de Tacx. Dan kan ik wat combineren. Er is 1 route van 107 kilometer. Die ga ik vandaag dus doen. Het is tien uur in de ochtend en ik gok dat ik zo’n 4 uur nodig heb, met pauze 5. Misrekening.

Hoogtemeters, onverhard en ondertussen scheikunde: het is geen combinatie die snelheid maakt. De hartslagzones laat ik al snel los. Doortrappen. Ik mis veel van het ‘uitzicht’ op TV. Na een uur zit er al veel scheikunde op en slechts 17 kilometer. Binnen 4 uur met de hoogtemeters die nog in het verschiet liggen? Redelijk onhaalbaar. Ondertussen app ik, surf ik, wil ik van iedereen op de hoogte te blijven wat voor fantastische dingen ze doen en ik drink thee en sportdrank. Ik ploeter naar boven. Niet snel, lang doorzetten is vandaag het enige wat telt. na 2,5 uur zitten er 45 kilometer op en sta ik in de vulkaan. We gaan wat eten.

Daarna ga ik weer verder. Nu is Vincent er niet meer bij en heb ik wat last van buikkrampen (kan er ook nog wel bij) en besluiteloosheid en het gaat niet lekker. Ik pieker, ik mopper en ik zie af en vraag me af of de Ironman wel haalbaar is. Zo nu en dan lig ik op het stuur en kunnen mijn ogen gewoon lekker dicht. Uiteindelijk komt Vincent er weer bij met tekeningen van scheikunde en we doen ook nog de brief Engels. Ga ik zwemmen of niet? Ik beslis op het laatste moment dat ik toch even stop met fietsen en ga zwemmen. Even iets anders!

Er zijn 7 kinderen verdeeld over 5 banen. Ik heb een baan voor mezelf. Wat zal ik eens doen? Ter plekke, al zwemmend verzin ik 100 metertjes: eerst 3 keer 100m hele slag. Daarna doe ik 3x100m met achtje. Ik let de eerste keer heel goed op de techniek, de tweede keer doe ik gewoon kalm en beheerst en de laatste keer doe ik mijn best. Ik lap elke keer het horloge. Dan doe ik nog 3x100m met paddels. Goed voor de doorhaal. Tussendoor doe ik 50m schoolslag en 50m rugslag. Dan doe ik het hele riedeltje 3×100 hele slag, achtje en paddels nog een keer. Ik word wel moe, maar het gaat ook steeds ietsje beter. Tot slot doe ik 100m met paddels en achtje en dan zit ik lekker onder de 2 minuten! Tot slot 50m rug en 50m schoolslag. Dan heb ik 50 minuten gezwommen. Ik ben niet echt vrolijk, omdat de fietsopdracht nog op me wacht. De anderen kunnen me ook niet opvrolijken, ik wil naar huis en het fietsen afmaken! Maar eerst gaan we tanken en eten.

Dan stap ik de fiets weer op. Opstarten valt wat tegen, want mijn billen zijn gevoelig na een hele dag in het zadel. Ik moet nog een keer onverhard omhoog en dan is het alleen nog afdalen. Hoopte ik. Ik tel af en af. 100 kilometer red ik! Maar die laatste 7 komen er ook, dat is zeker. Zo naar het einde toe is het niet zo erg meer allemaal. Rob helpt Vincent nu even, dus dat komt ook goed. En dan, na 5 uur en 3 kwartier fietstijd op de Tacx ben ik klaar met de route.

Tussen op- en afstappen zit ruim 9 uur. Ik zet ‘m in delen op Strava. Ruim 1600 hoogtemeters. Dat is VEEL. Dat krijg je hier in de polder met geen mogelijkheid voor elkaar! Dit was niet makkelijk, maar hé, de Ironman zal ook niet makkelijk zijn! Daar komt ook verveling, doorzetten en wilskracht naar boven. Al hoop ik dat ik dan in die 6 uur iets meer dan 100 kilometer kan fietsen.

3 April Een hardlooptraining na zonneschijn komt sneeuw en toch even fietsen.

Ik slaap (weer) slecht en weinig, want mijn laptop is kaduuk en ik moet een nieuwe kopen. Past er ook nog wel bij op de drukke dag – NOT! Ik heb wat trekkende spieren van gisteren en ik heb geen zin om te fietsen. NIET. Ik wil even niks en dat doe ik dan ook. De combitraining die er staat lukt toch niet, en soms mag ik even rust nemen. Geen rode trainingen meer, maar verstandig zijn en overslaan. Zorgen dat we op tijd zijn om de laptop te kopen en dat we op tijd bij de talentendag zijn voor Vincent.
Op de atletiekbaan in Utrecht heeft Vincent snel 1500 meter gelopen. Over anderhalf uur moet hij zwemmen in het zwembad in Zeist. Daar had ik op gehoopt! Ik heb hardloopspullen bij me, een kleedkamer en een telefoon met kaarten erop en een route die op mijn oortjes staan. In het zonnetje verlaat ik het terrein, maar het vinden van de route en dat begrijpen is -op z’n best gezegd- een uitdaging. Het is druk op de sportterreinen en ik heb geen idee waar ik heen moet! Als ik het begrijp volg ik het fietspad gewoon. Het is warm met het zonnetje. Ik zou 3 kilometer in zone 3 moeten lopen, maar zone 3 zit er niet in. Ik vind het leuk om eens keer op afstand te lopen en niet op tijd. Het tempo zit er wel lekker in. Ik kom op Utrecht Science park op het regenboogpad. Lachen!

Ik laat zone 3 helemaal gaan en geniet van het loopje. Na 100km fietsen gisteren en 21km hardlopen eergisteren, lukt dit gewoon weer! Ik loop me wat vast bij het ziekenhuis en stop even om de route te bekijken. Maar ik wil snel door! Langs het Wilhelmina Kinderziekenhuis. Ik snap nu hoe de route werkt: gewoon de weg volgen tot de volgende aanwijzing. Ik loop superlekker en makkelijk. Gewoon 5 kilometer binnen 29 minuten! Exclusief stop, ach. Ik loop tussen de bomen en de lucht is prachtig donker.

Heel landelijk opeens. Tussen de steden in, maar landelijk. Die lucht belooft niets goeds, maar nu is het mooi! Ik loop over de brug en dan tot de volgende steeg. Nog maar een paar kilometer en ik moet er 10,5 volmaken. Na de 3 kilometer in zone 3, 7,5 kilometer in zone 2. Het is allemaal zone 2. Dan begint het te waaien, koelt het af en ik snap wat het betekent… Ik loop Zeist in en ga achter een wijk langs. Dan begint de regen. De sneeuw. De kou. Nat worden. Niet meer stoppen. Maar ik moet even stoppen voor de route. In de sneeuw en hagel en kou. Ik zie een andere loopster en denk nog: jij loopt hopelijk naar je eigen warme douche, ik weet nog niet waar ik uitkom. En dan is het een kwestie van door blijven lopen. Langs de flats door de regen. Ik weet ongeveer waar ik blijf. Dat ik net niet genoeg route ga hebben. De sneeuw houdt op. Mijn tempo blijft behoorlijk hoog eigenlijk. Ik loop het zwembad voorbij. De tien kilometer zullen nu ook vol komen ook! En ook nog eens (ruim) binnen een uur. Hopelijk kan ik terugsteken. Dat kan, onverhard. Kan er ook nog wel bij.

Ik maak de 10,5 kilometer vol. Zonder de stops was dat in 62 minuten geweest, maar met stoppen binnen een uur. Tevreden en koud. Ik kleed me snel om en mag dan in het warme zwembad kijken en alles eten wat we bij ons hebben.

Het fietsen zit toch een beetje dwars. “Ga je mee”, vraagt Vincent om 7 uur. Hij wil zijn nieuwe fiets graag proberen. Nou, okeeeee dan. Slecht idee. Het is koud en ik heb geen tempo, geen kracht, geen cadans meer. Ik heb zelfs zadelpijn in het begin. De brede, trotse grijns van Vincent maakt alles goed. Wind tegen. En zo koud. Vincent fietst hard voor me uit. We maken een paar foto’s.

Hij wil de grote ronde wel maken. Ik heb er een beetje spijt van, haha. Zelfs met wind mee vind ik er niks makkelijks aan. Blijkbaar kan ik na een week van zoveel sporten, zorgen, meisje-zijn en werken ook even ‘op & out’ zijn. So be it. Ik ben blij als we na 3 kwartier thuis zijn! En koud. Toch… toch doe ik voor het douchen nog een krachttraining! Volgens mij was de afgelopen week een soort van test: hoeveel kan Anke trainen? Ik zit met alles er op en er aan op 19 uur. Alleen het zwemmen/fietsen/rennen is zo’n 17 uur. Dus ja, ik kan veel aan. Na corona. Met schoolstress erbij. Volgende week is rustiger. En vanaf dan zal het nog wel harder doorbouwen zijn.

4 april De Tacx is een uitstekende plek om te dobbelen! ?

Ik ga lekker uitfietsen. Binnen. Want buiten is het weer terug naar de herfst. Even wat zadeleelt kweken. Ik sta niet echt te juichen, maar ik hoef ‘slechts’ 80 minuutjes. Ik ga een route doen met virtueel zand en ik koop een virtuele mountainbike. Dan wéét ik al dat ik niet snel zal gaan. Maar toch baal ik daar na 9 minuten al een beetje van als ik omhoog moet trappen en iederéén me voorbij raast. Dadelijk komt Vincent. Hij zegt dat hij geen zin heeft in Yahtzee, maar nu heeft hij een keer pech! Mijn andere vriendin kan natuurlijk niet bellen, want die heeft altijd iets anders. Als ik het zand op ga, zet Vincent het dobbelspel klaar op de strijkplank.

Het eerste potje ga ik lekker! Ik merk het zand nauwelijks op. Gewoon blijven trappen in een hoge cadans. Het tweede potje is voor Vincent. Dan belt zijn coach en ik luister mee zodat ik ook weet wat de opdracht is voor Vincent en dat Vincent blijft luisteren. We doen nog een potje en Vincent wint weer nipt. Het is wel gezellig. Dan is de tijd al bijna vol! Ik ben naar boven getrappeld en ik maak de route niet af. Na 82 minuten stap ik lekker af! Ik hoef nog maar 100 hoogtemeters en dan heb ik de Tronbike! Dat gaat er vandaag niet meer van komen. Meer dan genoeg andere zaken om me druk over te maken! Achteraf heb ik keurig in zone 1 gefietst, precies wat de bedoeling was. Relaxed en op een hoge cadans. Maar in een langzaam tempo. Jammer dan.

5 April. Het bos in!??‍♀️?‍♀️?

Ik moet het bos in! Rust, natuur, onverharde ondergrond onder mijn voeten voelen. Geen tempo, geen verwachtingen en gelukkig kan Joyce weer mee. We hebben elkaar in maart maximaal 2 minuten live gezien door dat stomme Corona waar we na elkaar door getroffen zijn. Ik weet dus dat Joyce nog even terug moet krabbelen en dat snelheid totaal zal ontbreken. Ik weet dat 12 kilometer voor mij anders zullen zijn dan voor Joyce, maar ik ben zó blij dat weer samen een stukje Triple Trail Marathon kunnen doen! En ik weet dat het regent en slecht weer is. Alles neem ik voor lief. En toch… vind ik het spannend! Alle spullen weer pakken. Op tijd zijn. Wat moet ik aan?

Al binnen 500 meter zijn de zorgen weg. Bos onder de voeten, uitwijken voor wortels, over boomstammen klimmen en ik heb genoeg onderwerpen om over te klagen voor een tocht van 25 kilometer! Dat laatste komt Joyce goed uit, want die luistert in de nafase van Corona nog liever even dan dat ze praat. Er liggen veel grote plassen op het pad. Heel veel.

Ik heb de route voor mijn neus en hou me niet bezig met de hartslag. We komen over het zand en van tijd tot tijd wandelen we stukken flink door. Langs de heide, langs de runderen met hun kalfje. Het is voornamelijk droog, maar zwaar bewolkt en niet koud gelukkig. Ik drink veel. Er is veel bos en we lopen langs het hek van Paleis Soestdijk. In het bos is bijna niemand. Alleen mijn getetter en het gekwetter van vogels. Ondanks dat het voor Joyce niets makkelijk is, genieten we allebei ontzettend van het ultieme buitengevoel. We steken de weg over en gaan het Emmapark door. Slingeren een beetje en langs de vijvers. Je mag wel een extra rondje hoor, zegt Joyce en hoppa- weg ben ik. Om me halverwege het rondje af te vragen waarom. Maar nu moet ik het tempo vasthouden ook!

Ik heb geen benul van kilometers, snelheid, hoe lang we over 10 kilometer doen en of we daar al zijn en hoeveel tijd het in totaal gaat kosten. Compleet in het moment. En dat is echt heerlijk! Het kan me al niet meer schelen of ik dit mag van het schema. En wat zorgen over school en overgang heb ik al achter gelaten. Een heleboel ergernissen die er in geslopen zijn, blijven hangen tussen de bomen en de parken.

We lopen langs het Station van Baarn en dan door het keurige parkje met de rare bruggetjes. Ergens regent het nog even flinke druppels. Maar die nemen mij mijn energie niet af. Dan is er een plas waar lastig omheen te komen is en dat is voor mij net even het buitenspelen om natte voeten te halen! Verder is het gewoon hardlopen met wandelelementen en training op onverharde ondergrond. We komen aan de andere kant van de hei langs en ik merk ook dat ik al 12 kilometer gelopen heb, gewoon omdat het inspanning heeft gekost. Ik had nog makkelijk uren door kunnen lopen, maar voor Joyce is dit echt meer dan zat. Ze komt er wel weer overheen! Het zijn ruim 13 kilometer en ik vond het geweldig!

In de auto drinken we thee en kletst Joyce weer. Ik ben totaal niet moe geworden door het lage tempo en lekker hartslag 1. Maar ik ben wel uitgerust! Ik doe nog een krachttraining. Dan heb ik er 100 gedaan, terwijl ik er vorig jaar nog nul had gedaan. De trainster vind het goed dat ik hier voor gekozen heb gelukkig. Ze is een Engel. Het is jammer dat zo slank is, want dan moeten ze haar gewicht eerst verdubbelen voor ze haar in goud uitvoeren om haar waarde uit te drukken!

6 April Zwemmen – het is zowat een rustdag. ??‍♀️

Ik ben moe. Ik slaap goed, maar ik ben een beetje suffig. Doordat de herfst, de regen, het gure weer en het binnenzitten weer terug is. Doordat school van Vincent veel energie kost. En ik maak me alvast een heleboel zorgen voor de kwart marathon in Rotterdam. Op tijd zijn, een lange dag, autorijden, openbaar vervoer, tijd van Vincent, drukte: ik kan een heleboel verzinnen. Om maar niet te spreken over snelheid op 10 kilometer, startvakstress, veel mee moeten nemen en anderen aanmoedigen. Kortom: een wereldoefening die precies ik wat ik nodig heb!

Vandaag hoef ik alleen maar te zwemmen. Ik heb net zo min zin als Vincent heeft, maar we gaan wel. Ik ga eigenlijk wel lekker. Ik let goed op het ver insteken en dan moet ik zo’n end naar binnen halen, dat ik wel sneller moet zwemmen! Ik begin vooraan met 200m kalm en dan 25 heel rustig, 25 rustig, 25 hard en 25 sprint met elke keer pauze er tussenin. Dat moeten we drie keer doen en iemand neemt het voorop zwemmen over. Be my Guest! Heb ik de tijd om op de techniek te letten. Ik zwem NIET met een pullboy. Niet 1 keer. We doen nog stukken met 100m rustig en 25m sneller en snelst; ik weet het allemaal niet, ik doe gewoon lekker mee! 2000m+ en niks met een pullboy. Ik ben weer niet extreem moe. Dat is echt een vooruitgang. Maar ook nog niet echt snel. Al denk ik dat het vele stoppen daar debet aan is. Als ik alleen zwemtijd reken, ben ik wel een heel stuk sneller! Ik blijf lang kletsen. En ‘s avonds voel ik mijn schouders en bovenrug. Dus ik heb wel zeker iets getraind!

7 April – Baantraining zonder trainer, maar met extra wind en regen

We parkeerden de auto bij de baan en toen begon het te hagelen. En Vincent en ik hadden al geen zin….! Mijn regenjasje ligt thuis, bij heel veel was. Tegen 7 uur stopt de hagel gelukkig weer. Ik behaal een kleine soort van persoonlijke overwinning waar ik blij van word. Vincent traint met de jeugd mee, maar voor ons volwassenen (een man/vrouw of 8) komt er geen trainer. Dan gaan we zelf toch! We kennen het inlooprondje wel en doen ook een versnelling met de boompjes. Ik loop met het nieuwe TVA lid mee. Een schattige meid. Op de baan debatteren we even en komen op voorstel van FH tot een piramide. FH meet 20 minuten af en we gaan elke keer 200 meter meer lopen. Dus 200m, 400m, 600m, 800m en 1000m als je daar aan toe komt. Dat op 5 kilometer tempo. Tussendoor elke keer 100m wandel-dribbel. Ik doe het jasje uit, want in het zonnetje is het warm.

We lopen met de dames, met zijn viertjes op een kalm tempo. 5:05/5:10 We lopen te kletsen. Tegen de wind in is het koud. Na de 400m of 600m ga ik in de 100m rust wat sneller om mijn jasje aan te doen. En dan hou ik het tempo vast. Mijn tempo ligt iets hoger of dat van de andere dames iets lager, in elk geval loop ik een beetje weg. En dan komt de kilometer en die wil graag volmaken! Of het nu net wel of net niet binnen de 20 minuten is, ik ga 2 keer de kilometer doen! Ik zit op 900m als hij fluit, dus ik maak ‘m vol. Ik heb mijn horloge niet mee gelapt. Ik zit nu ver voor de andere dames. Na de 100m rust (het hadden er liever 200 geweest, maar goed), zet ik aan voor de volgende 1000m. Dat is zo’n getel op de baan 🙂 Het fijne is dat dat het enige is waar ik mee bezig hoef te houden. En als de wind aantrekt en het eventjes wat zwaarder lijkt, dan denk ik aan mijn kleine overwinning en ga ik met een grijns weer verder.

De kleuren zijn echt prachtig. De lage zon onder de donderwolken maakt alles felgroen. Jammer dat het regen voorspeld, maar die komt pas in de 600m. Dat vind ik persoonlijk net een lastige afstand in het niks (maar het is toch nog anderhalve ronde), dus de striemende regen is een welkome afwisseling! Echt, ik vind dat niks erg. Soppende schoenen, een natte broek, regen in mijn gezicht die zelfs een beetje pijnlijk is op het stuk wind tegen: mij heb je daar niet mee. Afzien, doorzetten en stug blijven tellen. Nog maar 1 volle ronde en de 200m. Ik ga niet uitkomen bij de finish. De regen houdt ook weer op en ik maak de training af en ren nog anderhalve ronde uit om op 10 kilometer uit te komen. Warm is anders, maar ik ben echt blij. Zeker ‘s avonds onder een dekentje!

8 April Koppeltraining ???‍♀️

Fietsen. Liefst buiten natuurlijk, maar lukt dat wel. Op het laatste moment vind ik van wel. Ik zie er tegenop. Tegen 2,5 uur hardlopen zou ik niet opzien, maar ruim 2,5 uur fietsen, daar ben ik onzeker over. Ik treuzel een beetje en dan is het half 10 en ga ik maar. Solo. Eerst de stad door met wind tegen, dan zo lang mogelijk op de dijk wind mee en intervallen op wedstrijdtempo doen en daarna zie ik wel. Liefst zo’n 60 kilometer. Die blokken wedstrijdtempo, daar zie ik helemaal tegenop. Blauwe fiets, bidon mee, horloge iets later starten, warm aangekleed en muziekje op. De stad door. Ik zet het horloge iets later aan, als ik net opgestart ben. Het is koel, maar niet koud. De wind valt mee. Ik vraag me maar af waarom ik toch niks heb met fietsen. Ik denk dat ik fietsen altijd alleen heb gezien als van en naar school, als recreatie. Ik moet de route verzinnen en de cadans in de gaten houden. Veel meer is het ook niet. Beetje door de stad, beetje fantaseren, beetje gedachten bij elkaar houden, beetje tegen de wind in. Het gaat harder dan ik dacht. Ik heb het met twee truien en handschoenen niet koud gelukkig. Als ik op de dijk kom, sta ik even stil en eet ik wat.

Wind mee op de dijk tot aan Lelystad. 2 Mannen halen me in. Verder geen fietsers. Ook weinig hardlopers; 1 meneer zie ik deze rit twee keer! We groeten de tweede keer vriendelijk. Ik en de wind en de dijk. Tempo omhoog, hartslag omlaag. En dan moet ik natuurlijk op het lastigste stuk rondom het Bloq versnellen. 10 Minuten in zone 4 op wedstrijdtempo. Dat is makkelijk met wind mee. Maar ik heb er moeite mee. Met mezelf tot het gaatje dringen op de fiets: ik ken het niet. Hardlopend geen probleem, maar fietsend en zwemmen doe ik dat niet. In de rust eet en drink en film ik. En ik overdenk. Ik moet het maar proberen: 10 minuten lang het uiterste geven. Recht fietspad, wind mee. Ik hoef alleen maar hard te trappen.

Ik zweet en trap en vind het toch lastig om in zone 4 te komen of me de volle tien minuten te geven. Tot de Knardijk, Anke, rammen. Het gaat best goed, maar over de grens, nee dat niet. Op de Knardijk is het even accepteren dat de wind van opzij komt. En dan nog een keer tien minuten. Langs het centrum, waar ik toch even inhou en de berg op, waar ik ga staan. Ik neem de weg naar links, wind mee en de route moet langer. Mijn hartslag zit in zone 4 als de grote vrachtwagen vlak langs me scheert. Ik doe mijn best. Tien minuten lang. Zweetdruppels. Dan ga ik door het bos terug. Even denken, want mijn route is echt niet lang genoeg. Ik heb 50km gefietst in 1 uur en 3 kwartier. Het tempo ligt nu nog lekker hoog.

Bij de sluis stop ik nog een keer om te eten. Ik zit op een gemiddelde met 28,5. Nu stoppen! Maar ik moet nog naar huis en nog een stuk wind tegen trotseren. De Knardijk verder af dan maar. Ik heb nog wind mee en het is echt genieten. De polder ten top: vlak, windmolens en recht langs de dijk. De Vogelweg is andere koek. Ik stop nog even voor het eerste tulpenveld. Accepteren dat de snelheid omlaag gaat. Afzien. En me afvragen waarom ik hier ook alweer wilde fietsen. En me heel vaak afvragen waar die Grote Trap nou blijft. Ik fiets gewoon door. En zo ook de Grote Trap af met wind tegen. Ik heb het nu wel enigszins koud. En mijn drinken is op. Zal ik het rennen dadelijk niet gewoon overslaan? Als ik de stad in rij, kijk ik nog een keer naar de gemiddelde snelheid: nog altijd 27,5. Niks om me voor te schamen. Als ik thuis ben is het toch nog een tiende gedaald door dat kleine stukje vol bochten en verkeer. Ik vind het best.

De eerste tulpenvelden gespot!

Ik kijk even met Rob mee en doe toch de loopschoenen aan. In mijn fietskleren. Het is maar drie kilometer hardlopen. Een rondje om de wijk. Op gevoel. Mijn voeten hebben geen gevoel meer. Dat ken ik wel, dat heb ik zo vaak meegemaakt! Gewoon rennen. Kijk, dat snap ik. 5:40. Het mag rustiger, maar ik zit in een ritme. Het is niet makkelijk, het gaat niet vanzelf, het gaat gewoon. Ik hoor de vogels, begin mijn voeten te voelen (liever niet) en ren gewoon door. In de derde kilometer maak ik een foto en die gaat iets minder hard. Ik ben blij als de drie kilometer vol zijn, kan ik lunchen. En de rest van de dag aan.

9 April Zwemmen en hardlopen ??‍♀️??‍♀️

Ik heb het programma voor de komende twee weken in de agenda gezet. Oké…. Nu gaat het ergens over! Ondertussen vind ik het vreselijk spannend om naar Rotterdam te moeten gaan en zit er veel in mijn hoofd, veel onrust. Ik wil nieuwe hardloopschoenen. Dus gaan we naar de Run2Day. Eén paar zit meteen top. New Balance. Die worden het!

Thuis moet er gestreken worden en gepuzzeld met scheikunde. En dan naar het zwembad. Er zijn veel volwassenen! Net zoveel als er kinderen zijn. Dus deze week geen baan voor mij alleen. Ik deel ‘m met 3 andere vrouwen. De jeugdtrainer geeft ons ook opdrachten: 200m hele slag (doe die hulpmiddelen toch weg), dan 100m armen, 100m benen (bah) en nog eens 100m hele slag. Ik ga voorop. Dan maar niet zo snel. Het gaat lekker. Ik denk goed aan de doorhaal. Keer op keer. Daarna moeten we 5 keer 100m doen met de laatste 25m wrikken. Lukt mij nog aardig. De supergoeie trainer zegt tegen de anderen dat ze hun elleboog hoog moeten houden. Ik snap het niet: zij zwemt altijd in een baan hoger, maar nu hangt ze met achtje achter mij. We doen 3 keer 200m met ergens een snelle 25 erin. Ik doe 1 keer met achtje, maar dat is te makkelijk. Dan maar iets minder hard. Ik blijf vooraan zwemmen. En opletten. Tot slot doen we 2 keer 150: 50 armen, 50 benen, 50 slag. Tussendoor 10 seconden pauze en dat vind ik niks en daar steek ik mijn tong om uit. Wat de trainer net ziet. Dus ik skip de pauze hoor! Ondertussen doet Vincent squats naast de kant, dus de benen is niet meer zo erg. Al geven mijn benen het de laatste keer een beetje op. De andere dames zwemmen alledrie met hulpmiddelen. Eigenlijk is het niet eerlijk. Maar ja, zij hoeven niet beter te gaan zwemmen denk ik. Even uitzwemmen en dan mijn armen en rug bij laten komen. Ik doe straks nog een krachttraining. Maar nu eerst tanken en naar huis om te hardlopen. Ik heb toch nieuwe schoenen!

Zie Brief aan Anke op 9 april 2012. Ik loop lekker makkelijk. Of het de schoenen zijn of het weer of het feit dat ik me hiervoor inspan weet ik niet. Maar ik loop in zone 1 al 5:40! Ik krijg het er warm van. In mijn oranje kloffie. In mijn hoofd schrijf ik mezelf een brief. naar de Anke die ik tien jaar geleden was. Een enorm verschil. 1 Ding heb ik niet onder de knie: ik vind mezelf nog steeds niet geweldig, wat ik ook doe. Iedereen is vol van Rotterdam en allemaal wereldprestaties. Die lever ik niet. Ik baal er van dat ik de marathon best had kúnnen lopen. Nu heb ik een lange dag die nog zwaarder is dan de marathon. Mijn dag komt wel ergens in juni. Op deze schoenen denk ik!

10 April De kwart marathon in Rotterdam ?‍♀️?‍♂️

Om kwart voor 6 gaat de wekker al. Gelukkig liggen de meeste spullen voor Vincent en mij al klaar. Ik vond het onwijs spannend. Niet op van de zenuwen, maar het is behoorlijk uitgesmeerd over de afgelopen dagen en ik voel me niet gerust. Nu is dat het grootste deel van de training, want de hardloopafstand op zichzelf of het tempo boeien me niks. Het is omgaan met alles om de wedstrijd heen. Op tijd zijn, startnummers vinden, parkeren en al die mensen… Dat is hetgeen ik trainen moet om in Hamburg aan de start te kunnen staan!

Het is rustig op de weg en we rijden met scheikunde afkortingen en broodjes etend naar Rotterdam. We zijn gelukkig op tijd, want het is rondom P+R Alexandrie afgesloten wegens werkzaamheden. We moeten omrijden. Maakt me niet rustiger! Maar we hebben de tijd en ik kan in elk geval goed autorijden. Ik ben blij dat Vincent erbij is. Dolblij! Hij houdt me rustig, zoekt de route en helpt me overal doorheen. Als de auto geparkeerd is, dralen we op het station, maar we vinden de juiste tram naar het centrum van Rotterdam.

En dan weer even zoeken waar we de startnummers moeten oppikken. Het zonnetje komt door en Rotterdam is als stad mooi. Overal al felgekleurde pakkies en we vinden het expogebouw. Ik moet intussen natuurlijk naar de WC! Ik heb al sportdrank gedronken. Ik rommel met de mail, maar dan hebben we de startnummers vast. Zouden er nu meer mensen hier zo zenuwachtig zijn als ik ben? We spelden de nummers vast en dan gaan we naar de tasafgifte. Weer geen idee waarheen, maar Vincent vraagt het aan een voorbijganger in hardloopkleren en zoekt het kaartje op. Die kant op! Het is nog een flinke tippel. Ik ga eerst naar de Dixie en maak het toiletpapier op. Dan omkleden en de tas inleveren. Het is al redelijk druk, maar nog overzichtelijk. Ik ben blij dat niet iedereen in korte broek gaat, terwijl ik een lange broek aan heb. Vincent denkt echt dat hij het koud krijgt, hij heeft zelfs een buff om! Eén meneer spreekt mij aan omdat hij denkt dat ik met mijn Frysman shirt uit Friesland kom! Achter me hoor ik mensen zeggen dat dit een eitje moet zijn na een hele triatlon. Vergissings! Volgens de trainer van Vincent is het niet spannend, maar leuk. Ik voel dat niet. Mijn lieve trainster wenst me succes. Lieverd is het! Ik schrijf terug dat ik stikzenuwachtig ben. “Jij kan dit! Dit wordt een overwinning voor jezelf, alles voor het goede doel??? Én, genieten van de ambiance en het lopen!” Schrijft ze. We gaan terug naar de expo en dan op zoek naar de startvakken. Als we bij de startvakken staan, blijken dat de marathonvakken te zijn. We moeten nog een stuk verder! Dat doen we inlopend. Kijk, dat geeft rust. Rennen kan ik en gaat me goed af. Dat kan ik begrijpen. We staan bij de goede startvakken, maar 2 is ver vooraan. Daar is het wel heel erg druk. Ik ga nog een keer naar de Dixie. Schoenen strikken.

Vincent houdt me op de been, maar ik voel de onrust aan alle kanten. Niet omdat het tien kilometer is, maar om zoveel mensen bij elkaar te zien en er is herrie en ontzettend veel indrukken. Ik spreek nog met Vincent af waar we elkaar weer zullen zien. We dringen over de trambaan naar voor. Vincent vindt alles prachtig. Ik niet. 5:20 Zullen we gaan lopen. Zoveel mensen… zoveel…

En dan mogen we. Ik vind het overweldigend. Vincent geniet aan alle kanten en dat is leuk om te zien. Over de mat, horloge aan, verstand op nul en rennen. Zoveel mensen. Zoveel mensen die ik in ga halen. Natuurlijk starten we hard, maar ik hou me in. Ik zoek mijn weg. Links, rechts, trambaan. Overal geluid. Ik weet niet waar ik ben of blijf, ik beleef het. Stoepje op en af. Trambaan. Ik loop stabiel en zal heus niet vallen. Wat doen al die mensen hier?! Vincent houdt me bij en hij gilt bijna van plezier. Ik ben overstemd door de enorme massa aan alles. Aan publiek, hardlopers, muziek. In de Boezemstraat staat een DJ die Vincents hart steelt en ik weet niet hoe ik dit door moet komen. Er is geen plaats voor mijn gedachten. In mijn hoofd ben ik ergens anders: ik simuleer een hele triatlon. Ik ben nu aan het ‘zwemmen’ de komende drie kilometer. Inkomen. De eerste kilometer ging in 5:20. Ik roep naar Vincent alleen maar de tijd, verder ben ik bezig met lopen en met verwerken. We steken over en ik blijf maar mensen inhalen. Wat doen zij in startvak 2?! We gaan het Kralingse Bos in. Al is het bos anders als in mijn beleving bij het woord bos. Klinkertjes.

Ik hou het tempo hoog. Wat inhoudt: heel veel inhalen. Heel veel. Het tempo gaat naar 5:12 ofzo. Ik weet het niet meer. Overal borden met de afstand. Vincent huppelt bijna van geluk. Dat is mooi. En de lifestylecoach die heel hard tegen iedereen roept: rechtop lopen, blijf ademhalen! Dat vind ik ook leuk. Lachen is goed. We zakken terug richting tempo 5:20. Ik ontdek dat mijn hoofd niet meedoet. Ik heb het warm en de gedacht dit-kan-ik-niet dringt zich op. Ik zeg tegen Vincent: het gaat niet goed. Dan gaan we langzamer, zegt hij. Maar het zit niet in het tempo, het zit in mijn gedachten. Ik kan het niet keren dat ik denk dat het niet goed gaat en daar baal ik van. Nog een stukje en dan is het zwemmen klaar. Doorgaan!

Ik let niet echt op de omgeving. Er wandelen al mensen! En er zijn dikke mensen. Van alle maten en soorten zijn er mensen. Waar ik / wij omheen gaan. Ik kan er niet van genieten. Ik kom er gewoon niet in. Dat is balen zeg. Loop ik me hier uit te sloven, vind ik het niet echt leuk. Het enige waar ik van geniet is van Vincent met zijn megablije gezicht. Ik zit in zone 4, hij in 2. Maar mij er doorheen kletsen kan ie niet. Mijn eigen gedachten liggen dwars.

We komen langs het water te lopen. Dit is fietstijd tot 7/7,5 kilometer. Doortrappen. Vincent maakt een foto. Ik zie de skyline van Rotterdam en even dringt er een besef op hoe machtig dit is, maar het is te laat om door te dringen. Langs de molens. Ik registreer het allemaal, maar ik vind het niet leuk.

Ik zie de fotograaf van Almere, mijn held; hij ziet mij niet, maar ik ben er erg blij om. Dan water. Ik gooi het over me heen en krijg een slok binnen. Vincent hoest het naar binnen. Waarom lukt dit mij niet? Waarom vind ik dit niet leuk? Is het omdat ik liever de marathon had gelopen? Is het omdat dit mij ‘te min’ is? Of is het te druk en ben ik dat gewoon niet meer gewend? Is het al dat inhalen wat me ietwat irriteert? Ben ik meer van het bos dan van asfalt rocken? Teveel herrie? Ik kan het niet vatten, maar ik geniet gewoon niks. De snelheid is formidabel, maar ook dat doet me niets. We gaan de stad in en overal is publiek en er staan borden met leuzen die Vincent wil lezen. Waarom wandelen mensen?! Geen één gedachte bereikt mij echt. Ik denk nog even aan de held voor wie ik dit loop omdat hij geen marathon en geen triatlon meer doet vanwege hartklachten. Hij is mijn held. Het stemt me niet gelukkiger. Ik zeg Vincent dat hij zijn eigen tempo mag gaan, maar hij blijft bij me. Hij heeft alle energie over om te genieten van de muziek en de atmosfeer. Ik loop zo snel ik kan naar de 7 kilometer toe. Klaar met fietsen. Nog 3,5 kilometer ‘marathon’. En dat kan ik! Ik verhoog het tempo en ik kijk om me heen. Ik hoor de personal coach van Klaas met zijn rastahaar en lange benen die iedereen in zijn enthousiasme meetrekt. “Blijf achter me” “Stevige stappen zetten mensen” Waar zijn we in ‘s hemelsnaam en hoe lopen we nog? Ik begrijp niks van Rotterdam en ik heb er ook niks mee. Ik krijg berichten van mensen die de marathon starten. Zet ‘m op! Ik zie echt veel mensen die moeite hebben met 10 kilometer, met hardlopen. Ik haal nog steeds erg, erg veel mensen in. Wie is er in het verkeerde vak gestart, zij of ik? Ik weet het wel: Anke. Ik leg het tempo nog hoger, maar voel dat we nog ergens omhoog gaan. Wanneer gaan we die Coolsingel op? Het enige waar ik echt even ontzettend van geniet is dat we onder de blokhuizen door lopen. Dat dringt door!

10 kilometer in iets van 51 minuten hoog. Ik loop een kilometer van 5:00! In de verte hoor ik ‘You never walk alone’ aan de marathonstart. En dan naar de finish toe. Het is ontzettend overweldigend. Ik ben moe en verhit. Wat zal ik blij zijn als ik er ben! Vincent filmt ‘rastahaartje’ en hij geniet zich echt suf.

We gaan hand in hand de finish over. 54 Minuten. Ik heb snoeihard gelopen, maar ik heb niet kunnen genieten. Eerlijk gezegd was dat het doel en dat heb ik niet op orde. Hoe snel mijn benen ook waren, hoe fysiek sterk ik ook ben: als mijn hoofd niet meeloopt, kan ik niet echt tevreden zijn.

Vincent naast me die uit zijn dak is gegaan is het allemaal waard. Dat hij zo onwijs genoten heeft van zijn eerste 10 kilometerwedstrijd is fantastisch. Hij kan sneller, maar dit vond hij prachtig: de muziek, de ervaring, de enormiteit. We lopen samen verder. Ik ben als altijd supersnel weer bij, geen last van welk fysiek ongemak dan ook. Niets. We nemen de medaille aan en Vincent verovert een banaan. Flesje AA mee en dan gaan we de tassen weer halen. Vraag mij maar niet hoe het ging, want ik kan dat niet goed beantwoorden. Ik kan het niet goed uitleggen, want met een gemiddeld tempo van 5:10 ongeveer moet ik toch superblij zijn. Maar het is ontzettend vervelend dat ik het niet leuk vond. Daar is nog wat te halen!

De lange middag begint als we de spullen weer hebben, warm zijn aangekleed en we bij de McDonalds zitten. Een puber heeft altijd honger! We volgen de marathonhelden via de app. Ik wil de finish van de winnaars zien. We gaan op de tribune staan en zien het scherm en horen de verslaggever. We leven mee met Bjorn K en dan komen de winnaars er aan. Geweldig, wat gaaf om nu hier te staan! Ik vind dat gaver dan zelf lopen! Die tribune ontploft als ze sprintend voorbij komen! Wow. En dan zie ik Bjorn eindelijk een keer echt lopen en dat vind ik er prachtig uitzien. We wachten tot Nienke binnen is. Ook daar krijg ik kippenvel van. Geweldig.

Op de app houden we bij hoe het de anderen vergaat. De trainer van Vincent is ingestort. Ook SG voor wie we hier zijn, vertraagt. Mijn held HB loopt superstrak door. Vincents benen doen pijn van het staan. We gaan even naar de Decathlon en het jasje past nog in mijn tas erbij. Dan terug om HB op te vangen en te kijken of we bij SG kunnen komen. HB is mijn ‘proefkonijn’ en even splitsen Vincent en ik op. Het lukt mij om HB even te spreken, een hartverwarmend gesprekje. Hij heeft zich supersterk keurig aan zijn woord gehouden: 3:45 zei hij voor vertrek en dat is hem gelukt. SG vertraagt verder. Vincent en ik vinden elkaar met moeite terug, want het is nu ontzettend druk. Zoveel lopers… We zoeken een plek op een bankje om zelf bij te laden en de telefoons moeten dat ook even. Dan gaan we terug naar de finish voor SG. KH is op de fiets gekomen en die nemen we straks ook mee terug met fiets. Dat is ook nog een ding: ik moet het fietsenrek erop zetten. Nu komen de echte helden in het finishgebied: mensen die lang hebben afgezien, die hebben doorgezet. Voor deze mensen heb ik meer respect dan voor de allersnelsten die alle tijd hebben om te trainen. Dit zijn gewone mensen die alles op alles zetten! Diepe buiging.

KH gaat een stuk met SG mee. SG heeft het heel zwaar. Ze heeft last van haar knie en moet veel wandelen. Dat is wat ze niet wilde! Toch finisht zij ook, al had ze gehoopt op iets sneller (ze is net binnen de 5 uur binnen) en vooral op leuker en meer genieten. We vangen haar op en vinden ook KH. Het is minder druk nu. Ik vind SG echt knap, ze dacht nooit een marathon te kunnen lopen en nu heeft ze de medaille om. Ze moet omkleden en mensen gedag zeggen en dan moeten we met de metro weer naar de auto. In de metro zit een houjebekhond, waar Vincent en ik dubbel om liggen. Verder vind ‘k het ritje veel langer duren dan vanmorgen. Mijn medaille hangt onder mijn jas. Geen wereldprestatie mensen. Ik merk dat ik moe ben, maar nu helpen Vincent en KH me er doorheen.

Mijn hartslag bereikt echter wel een hoogtepunt als er op de A16 nog iets niet goed gaat met de fiets van KH en we moeten stoppen op de snelweg om deze opnieuw vast te zetten. Ik rij daarna heel rustig qua tempo, maar met samengeknepen billen! Met KH en SG is het wel altijd heerlijk: de drie triatlonmeiden. Bij de patat en de hamburger ‘s avonds blijk ik van de 520 vrouwen van mijn leeftijdscategorie 19de te zijn geworden. Dat is goed! En nergens, niks geen last. Maar toch vond ik het niet leuk. Kan er niks aan doen. Niet genoten. Wel goed getraind en goed gelopen!

11 April uitfietsen samen met Vincent ??‍♀️ ??

Ik ben vermoeid. Morgen neem ik een dag vrij! Dat kan met mijn collega en ik doe het gewoon, ook al voel ik me een beetje schuldig. Vincent heeft een nieuwe fiets. En die gaan we samen testen. Ik moet 100 minuten een hoge cadans draaien. Mijn benen kunnen dat en de avond is ook lang genoeg voor een groot rondje Oostvaardersplassen. Vincents benen vinden het minder goed, maar die hoeft dan ook niet zo’n gek hoge cadans te draaien. Ik doe het netjes met die hoge cadans en na een dik uurtje vind ik het eigenlijk wel lekker… Niet doorvertellen hoor! ? We gaan helemaal naar de sluisjes toe, een beetje tegen de wind in. Ik rij op het smalle fietspad vooraan en hou het tempo lekker. Ik kom niet boven hartslagzone 2. We gaan door het bos. Dat vind ik heerlijk qua omgeving, maar de bochten zijn een kleine uitdaging. Zowel voor het tempo als voor de cadans. Ach wat. Ik vermijd de brug, want ik weet niet precies hoe ver we ‘om’ moeten. Vincent geniet enorm van zijn fiets. We gaan richting Lelystad en hij gaat voor me uit. Wind tegen. Ook best joh. We rijden langs Lelystad en Vincent voelt iets aan zijn fiets. Ik krijg een app van KH dat haar fiets toch wat aandacht vergt helaas.

We maken foto’s van de fietsen op de brug en op de plek waar we Vincents vorige fiets (red schaduw) ook hebben gefotografeerd voor de eerste keer. Dan de Oostvaardersdijk op. De wind mee valt wat tegen.

Vincent gaat zijn snelheid testen. Ik probeer de cadans hoog te houden. Dit vind ik wel leuk: zonsondergang vooruit fietsen, een aardig tempo (maar dat is niet belangrijk), een redelijke cadans en lekker doortrappen. Al is die dijk best lang!

Ik film nog even de blitse rode fiets van Vincent en dan zijn we net voor de zonsondergang thuis in bijna 100 minuten (het is secondenwerk). Met een gemiddelde van 26,6 en een cadans van 82 valt dat allebei een beetje tegen. Maar de fiets van Vincent is goedgekeurd!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

5 × five =