browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2023-02

Posted by on 23 January 2023

9 januari – Streng en Strong ??

Rechtop blijven staan op het werk, wat weer van hot naar her vliegt met meer opdrachten dan tijd. Ik dieet keurig door en ook dat kost energie. Ondertussen zeurt mijn peesplaat onder mijn rechtervoet. Ik vind het moeilijk, maar ik leg mezelf looprust op, in de hoop dat de peesplaat tot rust komt. Daar moet ik behoorlijk STERK voor zijn. Maar regen of niet, ik moet naar buiten hoor! En bootcampen mag prima. Ik wandel naar het beginpunt en daarna wandel ik met mijn collega weer terug naar de tenniscourt. We zijn met z’n tweetjes die de bootcamp volgen. Ik heb een STERKE sportdrank bij me. Kijken wat dat met mijn darmen doet. Ik doe STEVIG mee met de oefeningen. Vooral mijn schouders knakken keurig mee! Van tijd tot tijd regent het een beetje, maar het valt mee.

Bij de buikspieroefeningen na een uurtje, voel ik de misselijkheid toch een beetje opkomen. Die zet ‘lekker’ door. Maar ik ook, want ik wil STERKer worden. Ik wandel ook weer naar huis.

10 januari. Een goeie zwemtraining

“Neem je achtje mee” stond er op Facebook. Morgen kan ik lastig gaan zwemmen, dus ik ga vandaag. Ook al is het laat.. maar eerst de fietstraining doen die bij vandaag staat. Op Zwift, want buiten is het regenachtig en somber weer. Ik ga naar Frankrijk. Eerst moet ik omhoog. Ik hou een hoge cadans aan. Ik heb een training op het horloge staan en ik neem de route uit Zwift.

Ik moet blokjes met extreem hoge cadans. En dat doe ik netjes; boven de 100. Dat gaat lekker. En in de rust wordt de basis cadans ook steeds wat hoger. Ik heb verder geen afleiding, ik kijk naar virtueel Frankrijk. Dat is leuk, zo tussen de bloemen en langs de zee, terwijl het buiten grijs is. Langs de Mont Saint Michel.

Ineens rij ik een donkerkleurige mevrouw voorbij, dat zie je zo weinig dat het me opvalt en ik ken haar nog ook, want ze woont in Almere! Meestal heb ik de data uit staan, want dat leidt me teveel af, maar nu ‘zwaai’ ik virtueel even. Ik maak het rondje af en moet dan nog een keer naar boven. Met 30 kilometer stap ik weer af. Mooi gedaan met een gemiddelde cadans van boven de 80 en bijna 300 hoogtemetertjes.

En dan ‘s avonds zwemmen dus. Ik zwem goed met achtje. Makkelijk zat. Of we nu vuisten moeten doen of met open vingers: mij maakt het niet uit. Ik zwem blijkbaar altijd op armen. ??‍♀️ Ik ben er aan gewend dat mijn benen weinig bijdragen. Dat maak ik op uit het hoge tempo wat ik vooraan bezig tenminste. Ademhalen doe ik standaard 1 op 3. De rust die we hebben is telkens 50 meter schoolslag en die doe ik ook zowat zonder mijn benen te gebruiken. Het is best druk in het bad en in de baantjes.

Ik vraag me een hele tijd af hoe het komt dat ik zo makkelijk zwem. Pas als ik een ander voorop laat gaan en ik niet meer hoef te tellen, bedenk ik dat het best eens zo zou kunnen zijn dat ik van alle bootcamp toch een sterkere core krijg. Ik lig stabiel in het water. Het zijn veel verschillende oefeningen.

Aan het einde gaan we een hele lange ruk doen en eigenlijk is daar net te weinig tijd voor. De tempoverschillen in de baan zijn dan net iets te groot eigenlijk. Ik zwem een mooie hoeveelheid bij elkaar op de late avond.

Woensdag 11 januari. Naar de diëtiste. Een stukje wandelen en wegen en meten. Ik val wel veel af, maar mijn vetpercentage is nog wat te hoog. Mijn vetvrije massa is daarentegen wel weer helemaal prima. We spreken af hoeveel water met maltodextrine ik ga leren te verwerken in de toekomst. Mijn peesplaat irriteert nog steeds. Sterk zijn en niet gaan hardlopen dus.

Donderdag 12 januari. Fietsen en Yathzeeen.

Buiten giet het. Het is somber. Vroeg donker. De baantraining trekt me alleen daarom al niet. En mijn voet gaat dat niet trekken. Vincent en ik moeten allebei fietsen. Vincent gaat eerst. We gaan samen yathzee spelen. En nog een keer. En nog een keer… En nog een keer….. Ik win lekker vaak!

En daarna mag ik. Ik ga naar New York. Ik let nauwelijks op waar ik fiets. Want we spelen weer Yahtzee! Nu wint Vincent een paar keer.

Kun je nagaan: we spelen zomaar een keer of 8 een stom dobbelspel! Ik voelde de hoogteverschillen niet echt in Zwift. Ik fietste lekker bovenlangs.

Echt veel of hard fiets ik niet, maar wel veel hoogtemeters. Beter dan buiten rennen en zwemmen tegelijk!

Vrijdag 13 januari – Hun eerste trail

M&M lopen al lang hard, maar ze trailen nooit. Het ideale weer hadden we niet uitgezocht, maar echt lang zou het ook niet worden. Op naar Heidezicht in Bussum. Ik pik ze op met auto en we moeten eerst nog even boenen vanwege een vallende shake. We moeten op tijd vertrekken, omdat ik ‘s middags bij een meeting moet zijn op het werk. De wind op de heide is behoorlijk sterk, maar ik geniet daar van. M&M kletsen altijd maar door.

Ik krijg appjes van mijn manager of ik de broodjes wil regelen. Ik had aangegeven er pas na de broodjes te zijn en ben aan het hardlopen, maar zij heeft niet door dat het mijn vrije dag is. Dat irriteert me ontzettend. Mijn darmen zijn ook weer helemaal van slag. Door alle commotie in mijn buik, op mijn telefoon en in mijn hoofd, moet ik na 3km al de bosjes in. Ik schrijf de manager dat ik nooit werk op vrijdag, behalve vanmiddag, maar ze vindt het nu niet meer nodig te reageren.

Ik doe de route. Het is lekker rond de heides. Ik ken het wel een beetje, maar zo met zijn drietjes is het toch anders. De regen valt me enorm mee. Er valt wel een buitje, maar echt nat worden we niet.

Ik neem de tijd voor een fotootje en voor alle hekjes. Ik heb mijn compressiesokken aan en voel de peesplaat niet zo erg. Wel mijn buik dus en de werkonrust sleep ik wel 6 kilometer achter me aan. Ik ga lekker door de plassen heen. We komen langs de koeien (al is dat niet helemaal precies de route!)

Wat mij betreft moeten ze nog een beetje leren om niet al te hard door moeten blijven rennen bij het trailen, maar dat kan ook aan mij liggen. Ik zit niet helemaal lekker. We maken de 11 kilometer vol en het gaat gewoon heel snel voorbij eigenlijk. Jammer. Maar over 2 weken doen we de 14 kilometer! Mogen we dan ander weer?
Als ik M thuis afzet, moet ik echt zo nodig dat ik thuis niet meer haal. Terwijl ik bij haar op het toilet zit, blijk ik tot mijn allergrootste verbazing aan het menstrueren! Veel en veel te vroeg! Dat verklaart mijn onrust, mijn irritatie en de verstoorde darmwerking. Wie weet heeft de peesplaat er zelfs iets mee te maken… De middag werken is absoluut geen succes: ik voel me totaal overbodig. Vandaag was qua werk echt een vrijdag de dertiende. Maar ook voor het werk zelf, want ik ga dit niet nog heel lang mee willen maken. Ik moet ook met Vincent naar de orthodontist, naar de winkel, tanken en een machine was draaien. De peesplaat blijft rustig, mijn hoofd absoluut niet!

Zaterdag 14 januari. Fietsen met Joyce op de bagagedrager

Mijn peesplaat reageert nauwelijks. Is mijn lijf in de war, doet de peesplaat het weer. Raar. Ik ben namelijk wel ontzettend ongesteld. Dat kost energie en ik ben vermoeid. Wel koop ik 2 paar nieuwe hardloopschoenen: trailschoenen en de vervangers van de allerprettigste schoenen die ik ooit 3x had (de witte). Buiten regent het alleen maar, dus uitnodigend om de schoenen te gaan testen is het zeer zeker niet. En dat is ook onverstandig. Er staat zwemmen op het schema, maar dat lukt me echt niet. Fietsen staat er ook en dat ga ik wel doen. Binnen! Ik verveel me al na 6 minuten en ga appen met Joyce. Die ligt ziek op de bank. Ik stel voor te wisselen: ik op de bank, mag zij fietsen.

We hebben een deal: ik doe het eerste half uur, zij het laatste. Ik drink de softflaske met 20gram maltodextrine. Ik doe een vrije training in Zwift: dan staat de ERG uit en voel ik de heuvels niet, maar dan ga ik wel traag. Ik hou de cadans lekker hoog, dan zweten we toch allebei een beetje 🙂

Het tweede half uur moet ik Joyce op de hoogte houden. Hoe hard ‘zij’ fietst en waar. Het wordt een leuke conversatie op de whatsapp. Zij ziek vanaf de bank en ik zwoegend op de fiets. Ik ontdek op een gegeven moment een hele leuke camerasetting!

Zo levert het nog wat op, dat fietsen met z’n tweetjes. Joyce haalt een PR en we hebben een volger. Ik moet nog mijn best doen om de tijd te verdelen tussen Zwift en Whatsapp. Het tweede half uurtje gaat razendsnel voorbij. Letterlijk ook, want ‘Joyce’ haalt het gemiddelde flink omhoog!

Net op de berg zit het uur erop en dan moet ik de 29 kilometer volfietsen terwijl ik wel voel dat ik de berg op ga. Gelukkig kan ik snel afstappen. Dat was me een mooie ritje zo saampjes! Het uurtje bewegen doet me goed. Of het is de sportdrank. Maar ik vermoed dat het publiek en de virtuele bagagedrager ook zeker hebben bijgedragen!

15 januari. Zeldzaam N I E T….

Even uitslapen en daarna boog ik me over het huiswerk. Oeps, daar viel iets heel vies tegen! Een filmpje maken. Vandaag. Er is geen script, geen idee, nog niks eigenlijk. Havisten… Mama kan wel filmpjes maken, maar mama wil zelf ook dingen, moet zelf ook dingen, zelf ook bezoek… Ga ik dan voor het eten hardlopen? Teveel honger. Dat het hagelt en slecht weer is deert me niet. En de peesplaat is ook niet meer echt pijnlijk. Maar de tijd… De tijd ontbreekt. Even kletsen hier en daar. Laat eten. Dan ga ik vanavond. Filmpje maken. Kost tijd. En dan is het 10 uur ‘s avonds. Ik had er echt zin in, in hardlopen. Maar het is niet gelukt. Dat komt maar heel, heel zelden voor. Jammer.

16 januari – Blue Bootcamp Monday

Het regent en eigenlijk is het de hele dag niet licht geworden. Blue monday noemen ze het: de somberste dag van het jaar. De goede voornemens niet gered, slecht weer. En in mijn geval: eventjes geblesseerd. Ik heb weinig last meer van de peesplaat, dus ik ga wel naar de bootcamp en ik ga ook even rennen van tevoren! Paar laagjes aan, want nat is niet zo erg, maar koud wel. Ik ga niet hard. Heel langzaam zelfs. Het voelt goed om weer te rennen. Ik weet dat we (droog) bij het station gaan bootcampen, dus ik zet daar eerst even mijn bidonnetje neer. Ik voel de peesplaat. Niet pijnlijk, maar wel gevoelig. Balen. We zijn met z’n tweetjes en de bootcamp-instructeur. Wij rennen saampjes, nog steeds kalm aan via een rondje naar het station. Drie kilometers. Drie. Net niks eigenlijk, maar toch…. Een rondje om de wijk natte voeten gehaald.
Bij de bootcamp gaan we de trappen van het station op en af, doen we oefeningen bij de bankjes van het busstation en onder het station gaan we met gewichten en touwtjes aan de gang. Het wordt gaandeweg zelfs droog! Door de vele laagjes heb ik het niet koud gelukkig, maar mijn voeten zijn wel gevoelig van het nat-zijn. We kunnen lekker wat kletsen zo met zijn drietjes en ik vind de locatie prima op deze manier. We ruimen de spullen weer op en gaan nog een keer opdrukken bij de bankjes. Daarna gaan we droog in de garage de buikspieroefeningen doen en -jippie- ik kan al een minuut moeiteloos planken en zelfs de zijwaartse plank doe ik dapper mee! We sluiten af met trapjes op en af rennen en dan wandel ik naar huis.

Dinsdag 17 januari. Fietsen – met de snelheidsblokjes

Lekker naar de Makuri eilanden en ERG uit. Dan voel ik de bergen niet, al zie ik het wel aan het tempo. Maar ik hoef niet te letten op de data, alleen de cadans. Een hoge cadans bij het 20 minuten infietsen naar 90. Ik gebruik het horloge als leidraad en de Zwift alleen voor de route, maar ik let nauwelijks op de TV.

Dan 5x30sec hard en niet schakelen en hoge cadans (100+) en 30 sec rust. Proberen steeds rond de 28km per uur te fietsen. Dan 5 minuten rust.

Daarna 5x25sec harder. Iets hoger geschakeld (1 tandje) boven de 30 kilometer per uur blijven. Hoge cadans. 30 sec rust. Viel niet mee.

Toen echt 5 minuten uitpuffen en niet op data letten. Ik fiets het rondje wel een keer of wat, maar daar kijk ik helemaal niet naar. Daarna 5×20 sec helemaal allerhardst trappen tot aan verzuring. 32km/u geloof ik. Pfoe! ? 30sec rust. De blokjes onderaan de lijn worden goed rood!

Weer niet schakelen en een tandje hoger beginnen, maar hoge cadans. Dan nog uitfietsen 10 minuten. Ik doe nog 1 extra sprintje wat ik opeens voorbij zie komen. Vorige keer ging het soepeler. Maar dit blijft wel leuk: kort en fel!

Woensdag 18 januari. Zwemmen.

De dag is vreselijk. Aan 1 stuk door telefoontjes. Voor anderen, die zelf moeten kunnen doorwerken. Ik kan dat dan niet. Kom niet aan mijn eigen werk toe. Het is dodelijk vermoeiend. En niet leuk. Niet de telefoontjes, maar alle druk die er op het werk op mij ligt. Node ga ik zwemmen in de auto maak ik me nog druk over wat ik moet gaan zeggen en allemaal nog moet doen.
Het is Raar wat me dan overkomt. Volkomen overdonderd/overprikkeld bij het zwembad inlopen. Wilde zo snel mogelijk weg. Ik kom de trap nauwelijks op! Wie zijn deze mensen, wat is dit lawaai en wat die ik hier? Ik wil me omdraaien en weglopen en heb veel wilskracht nodig om daar niet aan toe te geven. Ik observeer het van een afstand, ook mezelf. Ik weet dat zwemmen me goed zal doen, maar als ik daar boven aan de trap sta, ben ik even écht enorm van de kaart! MvdB praatte tegen me in de kleedkamer, maar ik heb geen idee meer wat! Toch maar gaan zwemmen. 300m met pullboy ofzo. Rust. Rust. Rust. Ik maak lange slagen. We deden 4x techniek: bijleggen (hoe moet dat ook weer), oksel, armen, benen. All done, maar buiten mezelf. Ik ben er nog steeds niet helemaal bij. 6×100 kalm. Achter R aan. Helft met, helft zonder pb. Om het even. Ik kom wel wat tot rust en probeer eens iets te zeggen tegen de anderen in de baan. Rugcrawl was een verzoeking maar deed ik ook 50m met wilskracht. School 50m. Dan iets waarvan ik geen idee meer heb. Ik werd wel weer ‘wakker’. 4×50 slagen tellen. Baan 1 deed ik 18(!) slagen en daarna elke keer minder dan dat, met 15 als beste score. Trots en blij! Toen zag ik de rest pas echt en kwam ik uit mijn liturgie. Ook nog 300m: 100 1op4 ademen, 100 1op3 en 150 zonder pb. Rest was langzamer dus ik deed een baantje extra. Niet vermoeid, geen trek, onverschillig. 2x50m hard en dat deed ik ook. Uitzwemmen. Het werk is te druk, teveel stress.

Zwemmen was goed voor me. Ik ging niet hard, maar ik heb wel wat energie opgedaan. En een uurtje niet aan het werk gedacht, dat is ook fijn!

19 januari – Baantraining: niet op de baan, maar wel met sneeuw op de baan!

Ik had al geen zin; de werkdruk is hoog en onoverzichtelijk en vervelend, dus dan kijk ik niet uit naar heel veel mensen om me heen die allemaal sneller, beter, harder rennen. Ik dacht: als het er teveel zijn, ga ik lekker alleen lopen, dus ik neem mijn koptelefoontje mee. Maar het inlopen was goed te doen en ik dacht: straks op de baan doe ik zelf wel lekker rustig aan! Ik liep met mijn collega-vriendin even over het werk het klagen bij het inlopen. En ik kwebbel met het nieuwe meisje. Ik merkte wel dat er niet heel veel tempo in zat. Mijn peesplaat is niet meer echt gevoelig, maar ik voel het nog wel. Ik heb de nieuwe schoenen aan. Ik dacht ook bij de baan te blijven om in de buurt van een toilet te zijn. Het eten is pas een uurtje geleden. Maar dan is de baan te glad. En gaan we door naar de parkeerplaats, bah! Het is niet warm, maar ik heb meestal niet zoveel last daarvan. De loopscholing heb ik echt tabak aan en doe ik niet heel erg fanatiek mee. Dan gaan we blokjes lopen op verschillende tempo’s, maar ik luister hooguit voor de helft. Ik ga kletsen met DH en samen lopen we achteraan. Ik trek me niks aan van het tempo of van dat we harder of zachter moeten. Wij lopen achteraan te kletsen. Over Ierland en Rome. En dan gaat het eerste zachtjes, sneeuwen. Er komt zelfs een klap onweer bij! Gebeurt er toch nog iets. Wij lopen gewoon door te kwebbelen. DH is zo’n lieve schat. Ik hoef niet naar de WC gelukkig, maar echt genieten of iets presteren doe ik hier nou ook absoluut niet. Ik klets nog even over Vincent. Als we op de baan aankomen, wacht er een verrassing. Het is steeds harder gaan sneeuwen en nu vallen er dikke witte vlokken!

Prachtig! Dan maakt het mij niet meer uit dat het tempo ruk was, de afstand kort en de training slecht uitgevoerd door mij. Pas op Strava zie ik achteraf wat de bedoeling was geweest 😀

20 januari – Fietsen op het einde van de dag.

‘s Morgens blijf ik in bed liggen. Soms is dat harder nodig dan trainen. Ik merk dat ik een beetje ‘gemakkelijk’ omga met de trainingen de laatste tijd. Niet zo obsessief als ik van mezelf gewend ben. Ik heb een hoop dingetjes te doen, in het huishouden enzo en dat doe ik ‘s middags. Van 4 tot 9 klets ik met triatlonvriendinnen. Eerst bij de ene thuis en een ander komt bij ons mee pannenkoeken eten. Ik voel me dan altijd een beetje kleintjes, als zij afspreken om uren buiten te gaan fietsen of bezig zijn met jonge kinderen. En ik moet fietsen, 2 uur. Binnen. Ik kan het overslaan, want het is inmiddels half 10 ‘s avonds. En van deze ene fietstraining hangt het niet af. Twee uur wordt het zeker niet, maar een uurtje wil ik toch wel proberen. Ik pak mijn boek erbij en ga de berg over trappen.

Gewoon hoge cadans. Dat lukt me wel. Natuurlijk is het tempo niet vreselijk hoog, maar het gaat me best aardig af.

Ik app ondertussen wat en ik ga lekker verder. Het valt me mee hoe lang ik over het fietsen doe, maar vooral over hoe vermoeiend het is. Ik ga heerlijk hard omlaag en maak 26 kilometer vol. Ruim een uur met meer dan 500 hoogtemeters. Dat lijkt me prima.

21 januari – Joggen met Joyce
Dat klinkt als een mooie alliteratie: joggen met Joyce. Dit is de eerste keer dit jaar dat we samen gaan rennen, want Joyce is door virussen en bacteriën flink te grazen genomen. Nu doen we haar tempo, haar route en de eerste kilometers laat ik haar dan ook vertellen, zodat ze niet te hard loopt. Kan ze mooi haar verhaal kwijt! Ik heb mijn nieuwe schoenen weer aan en nu merk ik pas dat ze prima zitten. Mijn tenen zijn stuk, ik denk wintertenen. We rennen 4 kilometer achter elkaar en dan, langs de Leeghwaterplas, wandelen we even.

Ik vind dat allemaal niet erg. Nu ga ik lekker vertellen, hoeft Joyce alleen maar te luisteren. Ik heb het niet koud en echt last van gladheid ervaar ik ook niet. Ik ben wel bang dat Joyce teveel van zichzelf vraagt. Maar ik vind het echt fantastisch om weer zo vertrouwt naast Joyce te rennen. Er volgen een paar wandelpauzes, maar dat boeit mij niks. We lopen 8 kilometer bij elkaar. Ook het tempo boeit mij niks. Ik vond het gewoon heerlijk. Mijn peesplaat vond het ook prima. Helaas is het thuis een beetje crises en daardoor gaat het zwemmen niet lukken. Dan maar fietsen. Hetzelfde rondje over de berg als gisteren, maar nu op een ander fiets. Eens kijken of dat uitmaakt! Na een paar kilometer begint de klim naar boven en dan blijkt dat ik een ‘tegenstander’ heb: mezelf!

Als er iets is wat ik nog erger vind dan welke tegenstand dan ook is dit het wel: vergelijken met mezelf! Ander moment, andere dag. Het gaat niet beter. Integendeel. Ik kom achter te liggen op mezelf. Op een betere fiets. Pas richting het kasteel ga ik me er zoveel aan ergeren dat ik meer mijn best ga doen. Niet lezen, niet appen, trappen!

Ik haal mezelf in en neem een voorsprong. Dit kost meer inspanning dan het gisteren deed. Ik maak een paar dezelfde plaatjes. Onder de sneeuwbruggen en langs de ballon en op de brug.

Ik laat mezelf van gister ver achter me. Deed ik gister nog ruim 39 minuten over de klim, vandaag ben ik (net) binnen de 37 minuten binnen. Volgens mij is dat een nieuw record. Ik weet niet of ik nou heel blij moet zijn, omdat ik niet kan achterhalen waar het aan ligt. Het leert me in elk geval dat omstandigheden nooit gelijkwaardig zijn!

Ik race naar beneden. Het gaat echt lekker hard! En ik maak hetzelfde rondje af. De gemiddelde snelheid ligt hoger, de cadans ligt hoger, de intensity factor ligt hoger.

22 januari – toch maar trailen

We zouden naar de bootcamp gaan, Vincent en ik. Op tijd opgestaan, op tijd gegeten. Vraagt Vincent me: “heb je zin in de bootcamp?” Ik zeg dat ik vooral zin heb in het hardlopen. Vincent stelt voor dan de auto te pakken en ergens te gaan trailen. Ik twijfel even. Vincent stelt Lelystad voor en dan ben ik om: trailen is leuker, beter voor hem en goed om mijn schoenen te proberen. Om half 11 staan we aan de andere kant van de Oostvaardersplassen tussen de vroege vogelspotters. Met nieuwe schoenen aan mijn voeten.

We gaan vogeltjes kijken. Qua tempo en qua vogelhutten. Ik moet de zoom van de route instellen.

Na de eerste 2 vogelhutten, gaan we onder het tunneltje door.

We starten een merken-woordenslang. Dat leidt af. De ondergronden zijn lekker verschillend en niet heel modderig gelukkig. We komen op een pad waar ik al fietsend vaak van dacht: daar moet ik eens lopen.

Dan een brug over.

Het is lekker weer: niet eens echt te koud. We gaan langs het spoor weer terug naar de Kleine Praambult. Overal poortjes door. Wel een stuk of 5.

Op de Kleine Praambult drinken we iets en dan hobbelen we verder over de weg. Dat vind ik minder. Mijn veters gaan los. Voor de rest zijn het TOPschoenen! Ze houden niet van asfalt: dan maken ze herrie. Het asfalt duurt me wat lang. Dan het veld op. Vincent heeft het moeilijk. Het tempo is te laag voor hem en hij is somber. We gaan naar de volgende vogelkijkhut. Het is er druk en onrustig.

Dan terug naar de brug.

Ik drink weer wat. Doe ik goed! Het voelt ook goed. We pakken nog een pad waar ik altijd al eens wilde lopen. Kan ik die ook afstrepen!

Dan over de Knardijk. We kunnen terug en Vincent wil dat misschien ook wel, maar doorgaan als het niet zo leuk is moet ie ook oefenen van me. Hij maakt een foto van mij bij het water. Nog zo’n wilde-ik-altijd-nog-eens momentje.

Weer een lang stuk over de weg. Ik stel Vincent voor zijn tempo even op te voeren omdat langzamer lopen ook niet makkelijk is, maar we gaan het bos weer in. Vincent telt de kilometers af. Het bos is saai. Gelukkig niet modderig. Maar saai. En wij zijn niet zo leuk. Niet zo gezellig. Niet zo vlinderig. De weg is ook saai. En het weer is ook bewolkt.

In tegenstelling tot de andere kant van de Knardijk zien we hier maar 1 meneer. Iedereen is aan de andere kant aan het vogelspotten en wandelen. Logisch, want dit is bepaalt… saai.
We komen op het fietspad en met nog een paar kilometer te gaan, verhoog ik het tempo. Komt het een beetje in de buurt van Vincents sloom. Hij vult het meteen in en begint wat te kletsen. Maar goed ook, want ik kan het dan niet meer. We gaan weer een keer de Knardijk op.

Of het nu de volle 13 kilometer worden of niet, we willen er zo snel mogelijk zijn! We zien nog een hertje.

Ik ben rond met 12,5 kilometer. Het is prima zo. De schoenen zijn nog behoorlijk schoon.

En mijn peesplaat? Die heeft zich niet geroerd! Dat was weer eens een aardige week. Ik hield me niet erg strak aan het schema, wat voor mij een prestatie op zichzelf is! Maar wel lekker weer eens meer dan 7 uur gedraaid!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

eighteen + 8 =