You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.
Het ging niet goed. Niks. Lopen voelde alsof ik gewichten meesleepte en bij het gewichten slepen trokken alle spieren. Deze dag wil ik vergeten. Het werk is zo veel, zo demotiverend. Dan wordt alles zwaar. Als ik mag kiezen tussen het lopen van een ultra of een dag op kantoor, is de keuze op dit moment heel snel gemaakt! Qua vermoeidheid en druk en verplichtingen en wanhoop is een ultra bijna een makkie. Ik ben vermoeid, aggressief en wanhopig en dan kom ik dus niet vooruit met het hardlopen. Dan willen mijn benen niet, gaat mijn hoofd niet en mijn darmen protesteren ook. Ik liep tussen km 2 en 4 heerlijk te kletsen, wat superfijn afleiding vormde – bedankt J! Maar toen moest ik me toch schijten…. (sorry voor dit detail!) Ik sloeg de trap over en ging bij de AH.
Het was echt zwaar shit, te laat gegeten en dan ook nog volkoren macaroni! Ik doe veel liever 15 keer de trap bij het station. Daarna bootcampen. Het was best een beetje saai en ik deed mijn best. Ik moest mijn bidon ophalen, dus ik heb even heel hard onder het station door gerend. Het was allemaal onrustig, of ik in elk geval. Ik heb netjes de peesplaatoefening gedaan en de dennenboom en ook het rondje 40 seconden ging prima.
Ik was wel boos op het werk, dat ik niet mag monteren. “Jij hebt het te druk met sales-ondersteuning, schat” was goedbedoeld, maar mega-mega-verkeerd. De buikspieren heb ik wel behoorlijk goed gedaan en verrekkie- ik kan al moeiteloos een minuut planken!
En toen weer naar huis gegaan. Eerst gejogd en toen kwam ik de wandelende moeder van R tegen die lekker meebootcampt juist om haar reuma (of zoiets) de baas te blijven. En dan heb ik daar superveel respect voor en vind ik wandelen helemaal niet erg. De straat door rennen was zo mogelijk nog zwaarder dan heenlopen en ik kwam amper nog vooruit. Er is niet genoeg chocolade in huis om mij nog blij te maken vanavond. En van een zak witte paaseitjes word ik niet blijer en krijg ik ook nog buikpijn. Maar dan zijn ze wel weer weg.
21 februari – Een koppeltraining! 🚴🏻♀️🏃♀️ maar zonder enige animo.
Aan de trainster van Train3Sports (T3S) meld ik: “Ik zag net iemand op strava die schreef bij zijn duurloop van 15km op 4:40 gemiddeld ‘niet mijn dag’. Jankert. Ik had ook ‘niet mijn dag’. Geen zin, depri, geen animo, moe van alles, hartslag en hrv niet op orde, werkomstandigheden zijn op z’n best gezegd ‘onrustig’ en Vincent heeft toetsen: niet mijn dag. Ik was klaar om naar buiten te gaan, regent t. (…) Ik telde al af vanaf 18 minuten. (…) Kan er niks goeds bij bedenken. Niet mijn dag.” De trainster antwoordt: “Die mensen moeten inderdaad niet zeiken, 4:40, poeh, maar snap je reactie helemaal! Eigenlijk niets van andere aantrekken, maar onbewust gaat dat dan als alles al stom is! Maar onwijs sterk en dapper dat je wel op de fiets stapt!!“ Dus eerst fietsen. Buiten regen dus toch maar binnen. Met mijn boek erbij en nul animo. Trappen. Niks boeit me. Binnen fietsen in Frankrijk niet. Het tempo niet. De cadans minimaal. Drinken nauwelijks. Het is niet zo dat het me tegenstaat, maar ik vind even niks leuk. Of boeiend. Of interessant. Of dat er iets lukt.
Een uur volgemaakt en vooral afgeteld. Meteen van de fiets af gesprongen! Dat past niet zo bij mij, dat het rondje afmaken of 25km volmaken me gestolen kan worden.
Ook geen zin in hardlopen. Ik voel me een sjokkende slepende olifant. Doe keurig het tempo tussen de 6:00 en 6:30. Ik luister naar de vogels, probeer te bedenken dat nog maar pas ziek was, dat ik blij moet zijn dat ik onafgebroken kan blijven rennen, met de lage hartslag. Maar ik heb het te warm, het is saai en grijs en somber en ik heb trek (niet in een appel nee).
Weer tel ik de tijd af. Niet stoppen. De hartslag loopt wel wat op. Ook nu maak ik de 5km niet vol en stop ik per direct na 30 minuten. Gister had ik het erover hoe ‘knap’ het is dat ik niet stop voor een rotgevoel of pijntje of met een (voedings)probleem, maar dit -dit ‘iets doen’ zonder enige animo; dat is minstens even sterk. Ik voel me er vandaag niet beter bij. #ankeisffdepri (en het is pas dag 14)
T3S: “Omkleden en dan gaan hardlopen. Ook niet mijn dag. Ik kan niet hard, hoeft ook niet. Ik moet gewoon een half uur blijven lopen. Ik versnelde de tweede en vierde kilometer iets, maar ook dat voelde slepend en log. Ik bleef gewoon maar rennen en aftellen. (…) Ik ben zelfs niet blij dat ik keurig gedaan heb wat ik moest doen. Behalve in het eten van zoetigheid (helpt ook niet) en stil zitten terwijl ik niks doe, heb ik nergens zin in. Niet mijn dag. Andere dag weer beter.” antwoord: “Je bent zelf niet blij, maar ik ben wel trots dat je het toch even op kan brengen wel te doen! Echt waar, weet niet of ik zelf die motivatie zou hebben als alle me even zo tegen zou zitten!“
ps. Van paaseitjes voel je je ook niet lekkerder, ook niet van het hele zakje witte eitjes.
22 februari – zwemmen.
T3S: “Ondanks weer een onrustige kantoordag toch gaan zwemmen. Een baantje opgeschoven. Kon ik in iemands voeten hangen 😏 het ging lekker.“
Inzwemmen 200m 4×50 techniek: slepen, bijleggen, armen, benen 400 duurtempo 4×50 techniek: oksel, heup, achter, lange slag 6×100 elke keer (1 sec) sneller 4x 75 25 school – 50 rug 4x 25 sprint Uitzwemmen 50 en 100 zonder 8je
Alles met pullboy. En het ging me achteraf behoorlijk hard! 1:54/100m. Kan me niet schelen of het horloge dit goed had, maar het lijkt er wel op. Antwoord: “Dit is fijn. Weer een goede en lekkere training in the pocket.“
23 februari. Wandeling – meer zit er niet in
Een dag op kantoor is als een marathon lopen berg op. Elke kilometer stijgt en boven komen lijkt tergend langzaam te gaan. Er lopen steeds minder mensen mee. En je komt ook maar niet boven. Dan is taak X gedaan en blijft taak Y liggen. Ik moet ‘op het matje’ komen bij de manager, want zelfs zij ziet dat er iets is. Maar ik kan het haar niet uitleggen, want ik moet echt afmaken wat ik aan het doen ben. Intussen heb ik keelpijn en ben ik erg moe van 3 dagen op kantoor in 1 week. Ik ga niet naar de baan, zoveel is me duidelijk. Zodra we thuiskomen wil ik nog even van het avondlicht gebruik maken om te wandelen.
Het kan in Almere! We planten bomen. in het bos met daaromheen 4 palen. waar meer bomen voor zijn omgehakt dan er worden bijgeplant een letterlijk gevalletje: door de bomen het bos niet meer zien. En dat hebben ze gedaan met machines en tractoren. Zodat het gras naast het pad nu modder is geworden. Chapeau. Bosbouwkunde lijkt me een boeiend vak
T3S: “Ik voel me nog steeds niet helemaal lekker, heb nog/weer keelpijn en ik hoest ‘s nachts nog veel en slaap dus slecht. De werkdruk is belachelijk hoog. Ik ben al met al moe en niet in staat om hard te gaan lopen op de baan. We maken een wandeling, Rob en Vincent en ik tussen half 6 en half 7. Ik hoop dat ik me echt snel beter voel, zowel qua stresslevel als zonder pijntjes. Voordeel: de peesplaat heb ik geen last meer van!” Mijn collega raadt me aan te stomen tegen het hoesten en met haar jarenlange ervaring met luchtwegaandoeningen denken ze dat ik bronchitis heb. Ik stoom, maar dat valt helemaal niet goed. Heb ik in mijn jeugd te vaak gedaan. Met even desastreuse gevolgen. De keelpijn neemt toe.
24 februari – WEER ZIEK GVD
Mijn linkeramandel is dusdanig opgezet dat slikken moeilijk is. Het straalt uit naar mijn oor en ik heb hoofdpijn. Ik doe een corona-test, maar dat is het niet. Bij de huisarts ben je eigenlijk ook niet echt welkom.
‘s Ochtends lukt slikken en eten wat beter, maar de trail die ik zo graag zou doen met Vincent zit er zeker niet in. Er zit niks in. Ik ben moe en slaap elke keer. In bed. Op de bank. Boven mijn boek. Dan heb ik tenminste geen pijn. Ik drink veel thee en heb ‘s avonds lichte verhoging.T3S: “Keelontsteking oorontsteking kan niks, wil niks of eigenlijk: wil vanalles, maar kan niks en het doet nog pijn ook “
25 februari – NOG ZIEK
Bazinnetje, waarom lig je daar nou de hele tijd? Je kan toch met me spelen? – Roos
“Pijn in oor en keel neemt af. Wel vreselijk moe. Ook van slapen tussen elf en elf. :-\ Weinig eetlust. Weinig energie buiten de bank.” En dan weer dezelfde jankert die 30km hardloopt op 5:00 gemiddeld en o-o-o, dat vindt ie toch zo tegenvallen van hemzelf. Een derde van de afstand en het tempo zou ik nog voor willen ruilen! Maar goed, iedereen vindt het natuurlijk hartstikke knap ‘dat hij toch heeft doorgezet’. Jakkes. Ik mag er niets bijzetten, want hoewel deze gast zelf altijd mega-cynisch reageert, snapt hij niet wat ik bedoel en jaagt hij alleen zijn eigen doel na. Soms zou je mensen toewensen dat ze omvallen. Of waarderen wat ze hebben. Mijn trainster begint haar vakantie goed en loopt ook 30km, maar ze zegt gewoon dat ze weinig zin kon opbrengen. Dat vraagt niet om kijk-mij-eens-zielig-zijn, maar het is een me-de-de-ling. En ze is achteraf net zo trots op zichzelf dat ze het heeft gedaan als ze op mij is. T3S: “Nog steeds keelpijn en oorpijn en hoofdpijn, maar minder. Wel erg moe. Van de hele nacht slapen ben ik al erg moe. op en neer naar de AH lijkt wel een halve marathon! Die ik liever zou doen.“
26 februari. – Wandelen. En doen alsof…
Het gaat weer beter. Wel nog lang slapen, maar ik hoef er niet meer uit voor een paracetamol. En ik blijf overdag redelijk overeind. Ik kan eten en slikken. Iedereen gaat lekker afstanden lopen, maar ik doe nog niks. Gaat ook nog niet natuurlijk. Maar ik wil eigenlijk ook wel de badge van 5 kilometer hardlopen dit weekend! Hardlopen is echter uitgesloten. Ik ga lekker wandelen met Rob. Is al moeilijk genoeg, maar het zonnetje is heerlijk en ik ben echt blij buiten te zijn. Het gaat prima en we lopen de weg langs door het gras. Vrolijk kletsend. In het zonnetje is het niet zo koud. We wandelen 5 kilometer bij elkaar en mijn horloge noemt het lekker hardlopen op mijn bevel, dus ik heb de badge gescoord! Het voelt hetzelfde. Ik ben er wat vermoeid van, maar niet meer doodop. En ik hoef niet uit te puffen op de bank. Morgen maar weer werken. Vanuit huis.
27 februari. Joggen-bootcamp
Het gaat best, het werken. Vanuit huis. Ik ben van de keelpijn en oorpijn af en voel me een heel stuk beter. Ik doe gewoon rustig aan, qua werk. Dan mag ik ‘s avonds heel rustig rennend naar de bootcamp. Heel rustig betekent tijden boven de 7:00 minuten op de kilometer en geen omwegen. Mijn benen hobbelen wel. Ik vind het vooral fijn om buiten te zijn en te rennen. Dat het tempo ruk is, kan me gestolen worden. De anderen rennen hard voor me uit, maar ook dat boeit me niet. Ik zou de 3km graag willen volmaken. Ik denk bij mezelf dat het raar is dat ik hard zou kunnen, maar nú dus niet. Mijn hartslag is akelig hoog in vergelijking tot het akelig lage tempo. Ik besluit vanavond gewoon niet vreselijk mijn best te doen. Ik hobbel 5 keer de trap op en af. Mijn ademhaling zit in mijn keel en ik ben werkelijk ongewoon vermoeid. Ik moet er van gniffelen dat ik mezelf zo niet ken en dat ik overal meer moeite mee heb. Dat ik joggen prima vindt.
Balansbal (ver te zoeken, die balans) en dans-koker (geen dans, wel een lach)
Ik doe alles, ook van de bootcamp, alleen langzaaaaaaaaaam. Behalve de arm-oefeningen, daar doe ik mijn best bij. Ik luister naar de anderen. Vandaag ben ik over het algemeen gelaten. De HRV gaat wat omhoog en de rusthartslag daalt weer. Ik word wel erg moe van alle oefeningen, wat ik anders nooit heb en ben blij met de buikspieroefeningen op het matje. Behalve met de zijwaartse plank. Op de weg naar huis wandel ik. Daar ben ik meer dan moe genoeg voor, om het hardlopen lekker te laten voor wat het is! Maar verder het prima hoor….
28 februari – koppeltraininkje
Ik werk langer door (om niks) en krijg het toch niet af (maar dat lukt tegenwoordig nooit meer). Het gevoel dat het me niet meer raakt wordt vandaag nog sterker. Niet ongeïnteresseerd, maar rustige gelatenheid. Ik heb een nacht uitstekend geslapen: niet al te lang wakker gelegen en zonder onderbrekingen. Dat doet een mens goed! Maar om half 4 vind ik het mooi geweest met dat geneuzel op het werk en ik ga lekker fietsen samen met Vincent. Tegen de zeurderige hoofdpijn neem ik een paracetamolletje en die doet goed zijn werk. Ik doe 3 dikke lagen over elkaar aan. Er hoeft niks: geen tempo, geen cadans, geen hartslag. Gewoon effekes wat fietsen. Vandaag valt het me weer op dat de bandjes eigenlijk akelig smal zijn.
Ik let vooral op dat ik een hoge cadans hou. Dan voelt het minder zwaar. Het verbaast me dan weer hoeveel Vincent over heeft om te kletsen, want dat gedeelte mis ik nog steeds. Ik ben niet verkouden ofzo, maar ik heb wat minder longcapaciteit. Het fietsen vind ik dan wel weer leuk zo in het zonnetje. Als we thuis zijn, ga ik in mijn warme fietsbroek en met 2 jasjes aan lekker hardlopen. Rondjes om het park. Ik zou graag de badge van 50 Mile hardlopen in een maand halen. Daar heb ik nog nooit moeite voor hoeven te doen, maar vandaag wel! In het eerste rondje word ik gebeld, werktelefoontje. Gelukkig een vriendelijke klant en het zonnetje maakt het ook goed. Vincent komt langsgeraasd. En ik hobbel weer verder. Het voelt GOED. Dat is fijn! Het tempo ligt ook redelijk en mijn hartslag rijst niet de pan uit.
Ik zie de bloemetjes in de tuin, 3 keer dezelfde jongens die staan te kwebbelen en ik hoor de kinderen in het park. Ik doe 3 rondjes om het park en daarna loop ik 1 keer door het park heen, terwijl Vincent een fotootje maakt.
Dat was geen beste maand, februari. Gelukkig zijn het maar 28 dagen. 8km gezwommen, 37 kilometer gewandeld, 130 kilometer gefietst en slechts 81 kilometer hardgelopen. En dat alles met hangen en wurgen en hier en daar zelfs wat valsspelen. De grootste “prestatie” is dat ik 4 dagen helemaal niks aan sport heb gedaan en ziek op de bank heb gelegen. Dat ik stelselmatig veel te weinig heb geslapen en onder veel te veel stress heb geleden. Maart kan alleen maar beter worden.
Achter MB aan. Die er was omdat ik haar had opgehaald. Dus dan mag het he? Met achtje. Alles. Op 200m op het einde na. Inzwemmen iets van 250/300m. Daarna 2x 4x50m eerste 1op3 ademen, tweede 1op4, derde 1op5 en laatste zo min mogelijk (is bij mij 1op7 en de tweede serie 1op8) leuke oefening! 8×50 steigerun (gemiddeld 53sec) 2x200m met 3de baan versnellen 2x 50m rug (ik deed 1×100) Toen 8x25m sprint -bleh, maar wie er ook voorop zwom, allemaal rond de 26sec. Toen nog 250m rustig an Ik heb goed gelet op de doorhaal en op het uithalen van de armen. 1op3 ademen gaat echt een stuk sneller en soepeler dan 1 op 4 ademhalen. Nog 200m uitzwemmen zonder achtje. Maakt 2000m. Ik ben niet zo van al dat korte werk.
2 februari – Baantraining – Onbaatzuchtig. Een training voor R
Vincent bleef nog ziek thuis, hij is wel beter, maar niet nog niet voor de baantraining. Bij deze training moet je zelf inlopen. Ik heb geen last meer van de peesplaat. Het is helemaal weg. Ik was ruim op tijd voor het inlopen toen een (wat stevigere) dame me om info vroeg: ‘ben ik hier goed, waar verzamelen we’. Ik zette mijn bidon weg en we gingen samen inlopen. Op haar tempo, en eigenlijk iets te hard voor d’r. Ik liet haar praten! R, 42 jaar, 2 kinderen, doel=5km <35min. We wandelden ook. Tikten de kilometers weg. En toen loopscholing. Grote groep weer van 30+ mensen bij DdK. Mijn peesplaat ging pijn doen bij de loopscholing! Afkoelende voeten, verkeerde uitvoering? Ik liep achterop en deed mijn best. En ik stond R bij en kletste met DH. Ik had de training (800-600-400-200 met 2 MINUTEN rust) ingeprogrammeerd. Maakt ie er 200METER rust van! ? Ik kan die trainer al niet uitstaan, maar het wordt elke keer erger. ‘Hoe weet ik wat 800 meter is?’ vroeg R. Trainer DdK negeerde de vraag (als ie het al hoorde) en ik pakte ‘m op. Ik ging naast haar lopen in de buitenbaan, gaf het begin aan , liep te rustig voor mijn zone 4, maar kletste tegen haar en steunde R. Als langzaamste. Achter de andere held van de baan, LM. Mijn tempo doet er dan niet toe! Wat ik wil of kan is dan totaal niet belangrijk. We maakten samen de serie af en ik was trots dat R 400m op 6:00 liep! Zij ging me een grens over! Dat durven is een topprestatie. ‘Gaat het dames’, vraagt DdK. ? Dit is jouw coachee meneer de trainer!!! En 200m lang liep ik tegen R te jubelen dat ze 5:30 liep! Met de geijkte tips: rechtop lopen, kijk alvast naar de finish, tel iets onbenulligs als afleiding. En vieren dat ze zo hard loopt! Joh, ik ben dan echt blij voor iemand anders.
Ik liep met haar mee 200m uit en de tweede serie deed ik zelf. Mijn eigen hartslagzones, eigen tempo. En 2 minuten dribbelen naast LM. De Allergrootste Helden zijn niet de snelle lopers. Een echte goede coach had dat gezien en ondervangen. Ik moedig R nog aan ook als ik haar voorbij stuif! Mijn peesplaat bleef flink gevoelig, maar niet pijnlijk. De 800-600 zat ik bovenaan in zone 4, de 400 zone 5 en even afzien. ‘Hoe ver moet je nog Anke’ vraagt DdK. Nou, mooi dat ik nog 200m alles geef! Ik let niet op de tijd en ga voluit. Yes. Ik kijk niet naar het tempo, dat doe ik later thuis wel en dan is er niks om me voor te schamen. Dan rustig uitlopen. R is al weg om haar kind op te halen. Met wat ze vertelt heeft, kan ik haar vinden op de social media! Ik heb me geërgerd aan de training en trainer. Dit is precies het voorbeeld wat ik elke keer bij ‘m beleef (en mijn allergie): teveel mensen om aandacht te kunnen geven aan degene die het nodig heeft. Niet alleen of vooral aan de snelle gasten. Een echte goede coach/docent/trainer ziet dat, waardeert de komst van iemand die nog nooit op een baan heeft gelopen en die ziet ook wat ik doe. Ik wijs R erop dat ze beter verdient en ze had dat zelf ook al door, ze was over de donderdagavond tevreden, maar niet over de schema’s. En haar trainer reageerde daar niet goed op. Het ligt niet (alleen) aan mij dat hij mensen kwijtraakt 🙂 Ik heb zelf trouwens best veel gelopen, maar de training was dan ook 80 minuten lang.
3 februari De Stille Kern was stil, maar HB en ik niet!
Mijn peesplaat is gevoelig. Een gevolg van de training. Maar ik heb met HB afgesproken om te gaan rennen. En dat doen we gewoon. Daar is geen tijd aan gekoppeld en het is onverhard. Mijn side-opdracht is het om voldoende te drinken. En lol te hebben. We gaan naar de Stille Kern in Zeewolde. Dat is hartstikke dichtbij, maar ik kom er eigenlijk nooit. Ik rij. Nog geen half uurtje. HB heeft een route gemaakt, die ik heb omgedraaid, zodat we de klimtoren met open trap op het einde hebben. Foutje: dat is dus het eerste wat we zien! We lopen straks wel terug (of niet). We lopen te kletsen en komen op het fietspad van de Challenge.
Hoe vaak heb ik daar wel niet gefietst en gedacht: ik moest hier eens hardlopen, maar het komt er dus nooit van. Tot nu. HB baalt dat het verhard is, maar ik vind het goed. Mijn schoenen wat minder, maar de zijne ook. We gaan niet langs de paarden, maar over een ander pad wat officieel een fietspad is, maar eigenlijk is het zo goed als onverhard door alle bladeren en modder. We komen bij de stapstenen. Leuk!
Altijd leuk, iets anders. Dan komen we op de weg en het duurt even voor ik zie dat dit de Flediteweg is en waar we zijn. Een pad in en dan heeft de route een verrassing: Er staat een hek. Het pad is te zien, maar het hek versperd de weg. Een stuk rechtdoor dan maar met links van ons het hek met vossengaten erin en rechts van ons water en de weg. Het pad is modderig en lastig begaanbaar door de vele pollen.
Maar we laten ons niet kennen! Ik krijg het warm en ondertussen kwebbelen we maar door. Ik drink netjes (zie je het staan? Echt waar!!) en het valt goed. Ik let niet op de kilometers of kilometertijden, want het wisselt enorm. Maar dat lange pad wordt wel saai en vervelend. We denken dat het hek er is om herten tegen te houden voor de weg, maar een schichtig beest bewijst het tegendeel.
En de vossengaten in het hek worden ook niet enkel door de vossen gebruikt! Ik geloof dat we wel een kilometer of 3 over het enkelsbrekende pad doormodderen. Is ook een training: doordrammen. Ook al is er niet meer zoveel zin. Pas aan de andere kant van het park is het hek weg en maakt plaats voor een fietspad. Even wat eten/drinken en jasje uit. En dan weer verder. Ik krijg een appje van de manager, maar die negeer ik. De ochtend is vol overwinningen! HB merkt dat het een werkapp is, aan mijn tempo 😉
We pakken een pad wat de richting ingaat van de route. Onverhard een klein beetje dwalen de goede kant op. Ik heb het even iets minder soepel en HB begint lekker over zijn werk te praten. Heerlijk! Nee echt, het leidt af en is boeiend. Hier is de natuur wat meer ‘polder’: tamelijk recht en georganiseerd, maar wel netjes georganiseerd. Zelfs het water is keurig in banen geleid en de bruggen zijn keurig geschilderd.
We komen op de route en het is nog 9km en er zitten al 9km op. We lopen al met al niet heel erg langzaam. Even komen we in een bos waar kinderen mogen spelen. Alsof we ze moeten leren dat in een bos de enige plek is waar je met takken mag slepen ook ‘afgestemd’ is! Maar het is leuk. We vinden een schattig pad tussen de berken door en staan daarna opeens weer op een open plek met een natuurspeeltuin. Verrassend, maar wel allemaal geplande natuur. We gaan weer verder over een breed gravelpad. En we zien niemand. Het is de Stille Kern. Al voegen we daar niks aan toe door het geklets! Nog een keer een softflaske leegdrinken en dan moet ik toch. Op 15km ga ik het bos in, maar er is geen misselijkheid ofzo.
We zijn bij een brug en vinden kano-peddels. Didn’t see that one coming! Het begint te miezeren. Vervelend is dat HB last heeft van zijn kuit. Dat vind ik dan rot. We komen langs een Tiny Boat. Met kano. Hé!
Wel erg leuk. Er is veel modder. Inmiddels ben ik weer aan het kletsen gegaan. Als we door een serengati-achtige omgeving komen. Tot het volgende brede gravelpad door het bos. Afwisselend is dit gebied ab-so-luut! Want even later staan we aan het water met verzonken boompjes.
Ik ben te druk met verwonderen en praten en kijken, dat ik vergeet me zorgen te maken over een open torentrap of kilometers. Voor ik van de verzonken bomen bekomen ben, gaan we een trap op naar het uitzichtpunt.
Op de achtergrond draaien de windmolens, maar geen levende ziel te zien! En langs het fietspad weer naar beneden. En dan zijn we rond ? Voor mijn gevoel echt opeens. En er zitten 19 kilometer op ook nog eens. Ik ga door naar de Tuurtoren.
Ik ga stug doorlopen en de treden tellen. Alleen maar naar de treden kijken. Ik merk wel dat de ademhaling zwaarder wordt, maar ik tel en stap stug door. En opeens ben ik boven!
Ik durf niet goed los te laten, wat een dansje in de weg zit helaas. Het uitzicht is de moeite meer dan waard.
Maar snel ook weer naar beneden, voor ik het (te) koud krijg of ik merk dat het waait. En hoppa, we zijn weer bij de auto en de thee en de schone, droge spullen. Echt balen dat HB last heeft van zijn kuit, maar hij herkent de pijn. Ik vond het eigenlijk allemaal wel erg makkelijk en leuk en gezellig gaan. De werkapps zijn verwijderd (is ook irritant, maar het had dus geen haast) en ik rij weer naar huis. Ik ben er wel moe van, maar voornamelijk voldaan.
4 februari – Schotland op Zwift: die moet en kilometers zwemmen kan
Ik voel me brak als ik wakker word. Alsof ik gister 19 kilometer gerend heb en 3 kilometer gewandeld zeg maar. Overal een beetje suf en hele kleine onaanwijsbare pijntjes. Maar Schotland is ‘open’ In Zwift. En dat wil en moet en zal ik zien! ik verheug me er al een maand op. Dus buiten fietsen: ech nie – hoe zonnig het ook is! Elk uur kun je erin en ik kies 11 uur. Maar dan moet de Zwift updaten en dat duurt tot iets over elf uur. Anke is te laat, maar dan fietst Anke wel mooi alleen! En ik kan kijken. En plaatjes maken. En Joyce op de hoogte houden.
Nessie, de trein van Harry Potter, kastelen, de mannetjes zwaaien, vlaggen in de kleuren van kilts, mystieke bossen, staande stenen, a giant causeway.
Ik vertraag elke keer, zodat anderen me kunnen inhalen. Ik wil gewoon ‘alleen’ in het landschap zijn! Ik maal niet om tempo of cadans, gewoon lekker kijken en “beleven”. Vind ik dus heel erg leuk! Ik doe het rondje twee keer. Door Glasgow en langs typische huizen en hutjes. Ja, echt leuk! Zelfs de duimpjes hebben een smiley gekregen en zijn daardoor nog liever!
En ohja, er zijn een paar klimmetjes. Al met al maak ik net geen 20 kilometer en dan word je er alweer uitgeknikkerd. Zonder jetlag ben ik 2 minuten later in Japan. Wat ik niet wil. Ik wil nog een keer! Gelukkig kan ik om 12 uur weer en dat is over 5 minuutjes. Ik doe 1 rondje en ik ga nu wel mijn uiterste best doen. In de groep.
Ik ben geen snelle starter. Na een paar minuten fiets ik in de achterste regionen op plaats 374.
En dan daag ik mezelf uit: op plaats 350 eindigen. Vergeet niet, iedereen fietst dus zomaar 35+. Ik moet mee. Mijn moment komt als we gaan klimmen. Iets lichter schakelen, hoge cadans en vet doortrappen. Ik haal ze in! Niet een beetje, niet een paar, maar velen.
Zo kom ik al snel op de 350ste plek. En ik stamp door. Ja, dat voel ik. Mijn benen zeker. En ik hou de cadans heel hoog. En ik zie wie voor me rijdt en die wil ik inhalen, deze ouwe taart.
Nessie, een trein? Nu even niet. Ik ga wel langs de mystieke wereld en het ziet er nog steeds leuk uit, maar ik let meer op de cadans en het tempo. Geen tijd meer voor thee, tijd voor zweten! Ik knok me naar voren, tot ik onder de 300ste plek uitkom!
I surprise myself. Vooral ook dat ik bereid ben tot het gaatje te gaan, want mijn benen willen al lang niet meer. Maar mijn hoofd wil het sprintje winnen en sneller dan snel zijn en nog een groepje inhalen bij het klimmen.
Uiteindelijk word ik 13de in de sprint en eindig ik op de 287ste plaats! Heb ik mezelf even overtroffen! Was niet helemaal zone 1/2. Ik heb de laatste dagen van veel (wat oudere) vrouwen gehoord dat ze ‘niet tot het gaatje durven te gaan’. Dat verbaast me. Zit het zo in elkaar dat dat tegenwoordig niet meer hoeft en het dus moeilijk wordt om het jezelf zwaar te maken? Apart eigenlijk. Nou ja, ík kan het! (soms iets te goed) En daarna zwemmen. Geen zin, maar ik mag met achtje alles doen. Ik heb een baan voor mezelf.
Ik ga 1000m zwemmen. Een kilometer. Moet me in 3 kwartier net 2 keer lukken, want mijn tijd ligt rond de 22 minuten. Ik zwem alleen op armen en zonder keerpunten. Dus mijn zwemsnelheid tussen de 25 meter in, moet best behoorlijk zijn! Ik ga lekker. Let op de doorhaal, de ademhaling, de insteek en de uithaal. Om de beurt. Soms het een, soms het ander. Ik hou 1 keer iets in om mijn brilletje schoon te maken. Ik moet het horloge kunnen zien om 1000m af te tikken, want tellen… dat lukt me na 600m niet meer zo goed! 20:38. Niet verkeerd, maar het kan beter. Ik zou ook wel eens onder de 20 minuten willen komen eigenlijk.
Dus ik ga nog een keer mijn best doen! Sneller zwemmen, krachtiger zwemmen, wat rapper keren en benen gebruiken. En aftellen en doorzetten. Daar is tie weer! Tot het gaatje durven gaan. Maar net zo gedoseerd dat het 1000m gaat lukken. Ik keek elke keer op mijn horloge of ik het zou redden. Het bleef goed gaan! Tijden op de honderd meter onder de 2 minuten. Inderdaad: het was even ploeteren, maar het resultaat was er: 19:42! YEAH.
Ik deed nog 50m schoolslag, maar het horloge maakte daar maar 25m van en dat haalde het gemiddelde naar beneden. Maar ik heb toch mooi vanalles gedaan op een dag waarop ik me niet zo heel sterk voelde. Want we hebben ook nog 4km gewandeld op een vet tempo, omdat we naar huis moesten.
5 februari – G rie P
Mijn horloge gaf het al aan: je HRV is ‘slecht’. De HRV is de hart-ritme-variabiliteit. De rust tússen de hartslagen in. Die zegt nog meer over je dan een rusthartslag. Mijn rusthartslag was wel wat hoger, maar dat gebeurt maandelijks. En zo zag ik de daling van de HRV ook. Vrijdag riep het horloge al: neem een rustdag!
En zaterdag daalde de HRV nog verder. Geen verrassing voor mij op dag 24 van de cyclus. Ik voelde me niet ziek of slecht of moe, dus ik fietste en zwom. Terwijl zwemmen en chloorwater nou niet de beste uitwerking hebben… En ja: een opkomende keelpijn op de zaterdagavond. Met een paracetamol naar bed, maar eerlijk gezegd had ik ‘m al door: ik was toch niet immuun na een week in Vincents griep. Om 2 uur ‘s nachts deed alles pijn, lag ik te zweten en wist ik al dat ik niet met Joyce ging hardlopen. Ik taalde er niet eens naar!
Ik sliep. Was ziek. Had hoofdpijn. Dronk thee. Rustte. Bewoog me zo min mogelijk. At wel, want ik had honger en smaak. Spierpijn van niks. En sliep. Voelde me zoals de HRV aangaf: SLECHT. Iedereen deed wedstrijden alom, in tijden om een puntje aan te zuigen, ook al was er niemand die zei: “zo, ik ben goed voorbereid”. Op 1 dame na. Die irriteert mij altijd al een beetje, omdat ze zichzelf zo geweldig leuk vindt en alle mannen zijn dat met haar eens. Ze zei ooit tegen mij “oh, maar ik heb de halve triatlon in Amsterdam makkelijk gedaan binnen 6 uur en ik was nog derde ook wat ik niet eens door had.” Ze zwemt een baantje verderop dan ik, want dan kan ze met alle hulpmiddelen iedereen bijhouden. Nee, ze voelt zich altijd net een tandje beter. Ik zag haar gister nog in het zwembad, maar zij had gefietst (tja, ik ook) en ze had een feestje, dus ze ging niet ook nog eens zwemmen. Maar nu gaf ze op. Ze liep de 10 engelse mijl niet uit ‘Het liep niet lekker, mijn benen deden zeer, misselijk’ waren de redenen. Na 5 kilometer stapte ze uit en in totaal liep ze 9 kilometer op een tempo van 5:36. Dat ging dan wel weer goed, schreef ze erbij. Dat snap ik niet. Dan ga je toch op een lager tempo uitlopen? Ze begon namelijk veel en veel te hard. Niet dat zij dat weet, want ze vindt zichzelf al iets sneller dan ik, maar op 5:00 per kilometer de eerste 3 kilometer: tja, dan is het snel klaar ja. En ik zie dat dan op Strava staan. Als ik elke loop gestopt was bij misselijkheid, niet lekker lopen of te hard starten, had ik geen enkele medaille gehaald. Snel opgeven, niet doorzetten en de makkelijke weg kiezen: dat is wel een trend. Gelukkig zijn er ook mensen die volledig verantwoord en mega-trots moeten zijn op hun behaalde resultaten. Ook zonder podia, maar wel met hun persoonlijke record!
Maar wacht eens even… Terug naar Anke: die ziet dat de HRV niet oke is, voelt niets, gaat nog even verder met sporten, zet een topzwemtijd en fietstijd neer en merkt daar niks van. ? Mijn lichaam is misschien net iets te veel gewend aan net iets te ver gaan. En dat is ook niet helemaal goed. De volgende keer luister ik naar de HRV. misschien.
maandag 6 februari. Verbetering. Niet in de HRV, die is terug op de waarde van zaterdag, dus ik zou kunnen gaan fietsen. 😉 Zo voelt het ook. Ik heb geen hoofdpijn of keelpijn meer, maar ik kan ook nauwelijks wakker worden. Ik slaap de hele ochtend gewoon weg. Nog niets doen verder dus. Verhuizen naar de bank levert weer een rustmoment op. Ik hoor het Vincent nog zeggen vorige week: “Het gaat best heel goed, als ik maar blijf liggen!” Ik kan al 3 uur achter elkaar wakker blijven! En ik wandel: naar de brievenbus en met de vuilnisbak. En dan lig ik weer op de bank. Voor een paar uur.
dinsdag 7 februari. Noem het vooruitgang. Ik lig niet meer de hele dag in horizontale positie. Ik slaap weinig ‘s nachts, want dan voel ik me nog beroerd. Ik mis het sporten niet eens! Zo ziek voel ik me nog wel. Ik lees en lig en doe niks. Wat ik vooral prettig vind is veel thee drinken en dat ik me in een rare tijdloze zone bevindt. Het maakt niet uit hoe laat het is, omdat er niks moet of kan. Ik eet wel gewoon. Deze hele dag bereid ik me voor op het monteren van een filmpje voor Vincent ‘s avonds voor school. Het monteren is leuk, maar erg zwaar, ook al blijf ik de hele avond zitten.
Woensdag 8 februari. Ik dacht dat ik wel verder op zou knappen, maar het tegendeel is waar! Of het komt door het monteren of weer een nacht slecht slapen: ik voel me opnieuw te beroerd. Ik hoest enorm, ben kortademig en moet uitrusten van een wandeling op en neer naar de AH! Dat Rob ook ziek is, komt er nog bij. In de middag dient de menstruatie zich aan en dat heeft toch ook flink dwarsgezeten, want ik voel me gelijk een stukje beter! Ik kan de was weer doen tenminste en ik kan ook weer strijken, al is dat de krachttraining van de dag 🙂
Donderdag 9 februari. ‘s Nachts begin ik weer vreselijk te hoesten. Ik doe iets wat ik nog nooit heb gedaan: ik ga op de bank slapen! Dan kan Rob rustig slapen en ligt híj tenminste niet wakker van mijn hoesten. Ik slaap redelijk, maar wel weer kort. Ik ga weer werken. Wel nog thuis, want ik hoest nog en ik ben moe. Er is ZOVEEL werk. Zoveel. 3 Dagen niet aanwezig, betekent dat ik zoveel heb gemist, dat ik het niet eens qua mail in een dag bijgewerkt krijg! Ik moet veel praten, telefoontjes opnemen, ik moet tickets verwerken en ik moet zaken inleveren en bedenken. Ik moet met collega’s praten. En vooral dat praten valt me niet lekker. Ik krijg er keelpijn van. Veel keelpijn. Maar ik hou het vol de hele dag! Een lange dag. En dan gaat Vincent naar de baan. Ik niet natuurlijk. Maar ik ga wandelen met Joyce. Heerlijk! Kunnen we ook bijkletsen. Ik kleed me warm aan en we wandelen bij de baan langs. Het is best een hele trippel, maar ik ben zo blij om weer buiten te kunnen zijn! Ik haal Vincent iets te laat op. Mijn keelpijn is wel heftig geworden na deze dag!
vrijdag 10 februari. Geen stem. Nauwelijks. Superhees. En veel keelpijn. Moe. Ik heb niet genoeg kracht en energie om op te staan. Ik blijf gewoon liggen om te lezen. Geen eens zin om te gaan ontbijten. Ik bel wel een tijdlang met mijn zus beneden, terwijl ik mijn keel smeer met heerlijk veel thee. Dat helpt wel. Ik moet vanmiddag met Vincent en een klasgenoot een filmpje opnemen! Wordt een ding met mijn stem en energie… En dan heb ik alles bij me, van camera tot catering, maar niet de sleutel van het pand! En om kwart voor 5 is het uitgestorven… Ik speel de dokter en het klinkt nogal belazerd, maar ik ben geen longarts gelukkig! Ik ben er doodmoe van. Nu ben ik wel klaar met al het ziek zijn. Genoeg gehad. Vincent is weer up and running, Rob aan de beterende hand. Het is genoeg geweest.
Zaterdag 11 februari. Fietsen!! ‘s Nachts om 4 uur word ik wakker en dan hoest ik de longen er even uit tot ik en iedereen klaarwakker is. Maar mijn stem is iets beter. Ik voel me toch wat minder ziek, maar de verkoudheid is ook niet makkelijk te dragen. Anders dan griep, maar niet gezond. Dus ik doe nog maar rustig aan. Van Annemarie mag ik wandelen of heel rustig fietsen. Samen met Rob wandel ik naar het DHL punt om een pakje af te geven en dan langs de AH. Dat is heerlijk in het zonnetje, maar onredelijk vermoeiend! Ik wil graag fietsen en Vincent moet fietsen, dus we kunnen mooi samen. ‘Op de racefiets natuurlijk’, zegt Vincent. Maar mijn banden moeten nog opgepompt worden en ik ga lekker langzaam. Tempo, cadans: kan me niks schelen. Alleen maar een beetje trappen.
Ik heb zelfs niet naar de wind gekeken! Een kort rondje waarin we ons druk moeten maken over het opnemen van het filmpje morgen, wat eigelijk al vrijdag ingeleverd had moeten worden op school.
Ik kies expres voor de stoplichten, zodat we even kunnen uitrusten 🙂 Voor de rest geniet ik vooral. Van de zon, die er soms even is. Van de route, ook al is het bekend. Van Vincent die lekker suf meepeddelt en daar rustiger van wordt. En van mijn fiets, ook al moet die gepoetst worden. Mijn cadans is lekker hoog, want dat is niet zo vermoeiend. Al met al ben ik er wel moe van en is het nog geen 20 kilometer. Maar ook voldaan en rozig. Als Vincent gaat zwemmen werk ik het filmpje uit. En dan ben ik pas echt moe! Stom hoor.
12 februari – Een filmpje opnemen. Vincent en zijn klasgenoot moeten een film maken. Uiteraard zijn ze veel te laat begonnen, maar het voordeel van havisten is dat ze met enige begeleiding zelf aan de gang gaan met filmen. Dus ik hoef er alleen maar doorheen te hoesten op de set. Vincent jaagt iedereen de stuipen op het lijf door een foto te posten van hemzelf op krukken, maar dat is voor de film. Ik kan de hele middag monteren.
Het resultaat mag er zijn, al zeg ik het zelf. Door het filmen en monteren, komt sporten er nog niet van. Maar met het gehoest en het slecht slapen is dat nog niet eens zo heel erg.
maandag 13 februari – Soort van oppakken weer
‘k Ga de hele dag naar kantoor en werken daar gaat lekker. Wandelen gaat ook prima, zo in een voorjaarsachtig zonnetje. Van mijn collega ‘moet’ ik ‘s avonds naar de bootcamp om onze collega aan te horen. Tja… Ik wandel (!) naar het verzamelpunt. Ik hoest nog teveel en vooral ‘s nachts lig ik hoestend veel wakker. Ik ben op tijd en ren een klein vierkantje. Ik kan het nog! Samen met mijn collega wandel ik naar de bootcamp plek, maar niet voordat we de trappen op het station hebben gedaan. Ik doe stug met mijn blik op oneindig 12 keer de trap. Vervolgens doe ik de hele avond alles 12 keer. 12 keer opdrukken, 12 keer opstappen, 12 keer de gewichten… Zo zit in nou eenmaal in mekaar. Sommige dingen lukken geen 12 keer, maar andere dingen moet ik dan maar iets vaker doen 😉 We zijn met 4 dames. Bij de buikspieroefeningen heb ik géén zin meer. Niks. Liefst zet ik de joker in om te blijven zitten, maar nee… Ook dat doe ik 12 of 24 keer (al is de opdracht 15 of 20). En dan weer terug naar huis. Ik hobbel met J mee. Voor het eerst (en hopelijk voor het laatst) heb ik met het tempo van 6:30 meer moeite dan zij heeft! Zij houdt ook langer vol, maar ik ben alweer blij met anderhalve kilometer.
14 februari. Hardlopen weer oppakken
Het gaat beter, ik heb goed geslapen, ben niet om 4 uur wakker gehoest (voor het eerst in 2 weken tijd) en ik hoef maar een halve dag te werken. Ik heb een spannende middag met een heel goed gesprek wat me motiveert en ik wil de zonsondergang tegemoet lopen! Een half uurtje mag ik en Vincent gaat mee. Het ademt zwaar, het gaat moeizaam en ik wandel het trapje af als Vincent op zijn eigen (veel hogere) tempo een groter rondje doet. Dat bevalt hem beter en ik vind het niet erg om naar mijn eigen gehijg en geploeter te luisteren. Ik ben veel te blij dat ik überhaupt weer iets met hardlopen kan doen!
Ik geniet van de omgeving, van de plassen en van het licht. Hoe moeizaam ook. Vincent was naar de berg gerend. Die geniet meer van tempo dan van licht.
Ik ging voor mijn doen snel het viaduct over, hij ging nog harder een keer de heuvel over en haalde me in. Ik had het koud. Dat was wel jammer, maar ik had net niet genoeg aan 1 laagje. Samen hobbelden we weer naar huis. Ik maakte de 6 kilometer niet eens meer vol. Ik was er flink moe van. Nee, qua hardlopen moet ik echt nog niet veel verwachten. Ook al slaap ik prima.
15 februari Fietsen
Toch weer een mindere nacht en dat merk ik meteen: slechte werkconcentratie, vermoeid en meer hoesten overdag. Ik voel me echt nog niet helemaal fit en daar word ik een beetje wanhopig van, want ik wil zo graag! Om 5 uur schrijf ik nog snel een mailtje en dan spring ik op de racefiets. Een dik half uurtje heb ik voor het donker word. Een muziekje en op naar de dijk. Ik zie veel hardlopers. En ik ga superlekker. Ik geniet van de fiets en van het trappen en dat ik niet keihard hoeft te werken. Ik hou de cadans hoog. De wattagemeter is weer gekoppeld, maar ik zie het achteraf wel. De dijk even over.
De zon is mooi en ik vind het erg fijn om alle frustratie er even uit te fietsen. Ik ga door het Wilgenbos. Dit is één van die momenten dat ik niet ‘bang’ ben op de fiets. Meestal vind ik de bochten, het bos, de bochten of wat ook wel wat akelig en denk ik altijd wel: oh, ik kan vallen. Maar vandaag even niet. Ik heb geen bril op, misschien ‘voel’ ik het daarom wat beter. Ik schakel veel. En ik deel het op in kleine stukjes. Sluisje. Tot de bocht. En dan de stoplichten. Het wordt al donkerder, maar ik ben nog ruim in het licht. iets van 16 kilometertjes en een dik half uurtje. Ik ben d’r nog maar eventjes moe van. Vooral blij. Zeker als ik een cadans zie van 83! Dat is dikke pure grote winst. Ik fiets gemiddeld 26,2 en voor mij is dat prima.
16 februari – Een dag niet. Geen sport. Het komt er niet van. Ik wil niet. Ik slaap nog slecht. Ik hoest nog (te) veel. Ik zit de hele dag op kantoor. Da’s ook vermoeiend. Vincent gaat niet naar de baantraining. Het regent. En ik wandel een stukje met de collega. Geen excuses, gewoon feiten. Vandaag geen sport.
17 februari. Rennen en fietsen
Ik ben onrustig, slaap nog steeds slecht en de HRV daalt weer. Maar ondanks dat slapen voel ik me echt weer een heel stuk beter. Nog geen volle 100%, maar toch zeker 90%. Misschien is het de werkdruk die wat hoog is? Ik wil in elk geval proberen hard te lopen. Op het schema staat 5 a 10 keer 6 minuten rennen (rustig) en 30-40 seconden wandelen. Nou niet direct uitdagend, maar ik moet toch even afwachten hoe het gaat! Ik doe iets warmers aan als vorige keer, want het waait flink. Geen idee van een route. Dus ik dwaal wat en denk steeds: ietsje verder dan maar, want het voelt wel goed! Niet makkelijk, maar wel oke. De wandelseconden zijn eigenlijk best welkom. Want ik kom nog wel wat energie te kort om onafgebroken door te hollen. De tweede keer gaat iets sneller en de derde keer ook. Misschien omdat ik wind mee heb? Langs de Vaart neem ik de wind echt mee en zet ik ook aan om te kijken hoe dat gaat en dan loop ik flink door!
Ik denk 8 keer te halen, dus nu ga ik 4 keer weer steeds iets langzamer lopen. Lijkt me een goeie deal. k luister naar het muziekje en intussen loop ik lekker weer eens in het Kotterbos. Er zijn nieuwe bomen geplant. In het bos 🤔 Het kan in Almere.
Dan moet ik toch weer een boodschap achterlaten. Daarna ga ik weer verder door het bos en ik vind het heerlijk. Al met al is vertragen helemaal niet zoveel simpeler, want ik doe het hele tempo op gevoel. Ik maak nog een ommetje. En de zesde keer moet ik half het bergje over en het viaduct op. Die gaat aanzienlijk minder snel! Ik raak er wel vermoeid van. Terwijl ik op dit tempo toch heel lang door zou moeten kunnen, maar zo ver is het blijkbaar nog niet. Ik loop nu tegen de wind in en dat helpt ook niet mee. Wel merk ik dat lopen doet wat het altijd doet: rust brengen! Ik moet een klein beetje aanzetten voor als de Picnic te vroeg komt. De achtste keer maak ik vol en die is net iets sneller als de zevende serie. Dus ik maak nog een klein stukje extra, maar de negende maak ik niet eens helemaal meer af. Ik heb 9 kilometer gelopen en ik vind het eigenlijk wel goed zo. ‘s Middags heb ik een belangrijk gesprek waar ik enthousiast over ben! Als ik thuis kom, wil Vincent graag fietsen. Het lijkt lekker weer buiten met een lage zon en we hebben nog eventjes wat licht. Kunnen we even bijpraten. Hij bijkomen van de toetsen, ik van het gesprek. Er staat aardig wat wind en die nemen we op de Ibisweg mooi even mee! Kan Vincent superhard genieten!
Dat vindt hij erg leuk. Ik ga ook hard, maar ik geniet vooral van de prachtige kleuren in de lucht.
We gaan terug vanaf de Praambult door het bos, in de hoop dat dat de tegenwind wat breekt. De heuvel op hou ik de cadans lekker hoog en dat gaat me supergoed af tegenwoordig! Het begint te regenen. Welja. We gaan kop over kop fietsen en ik begin. Eigenlijk vind ik juist dát leuk! Afzien, wat regen en veel rondjes draaien op een hoog tempo. Na de bocht neemt Vincent het over en we fietsen door het Kotterbos weer naar huis. Het wordt dan al een beetje donker, maar onze koppies zijn heerlijk leeggewaaid op de fiets!
18 februari – Al jaren vind ik 18 februari een bijzondere dag: een dag voor leuke dingen. Ongegrond, maar nu weet ik waarom: het is IRONMANday! 45 Jaar geleden werd de eerste Ironman gehouden in Hawaii. Hier links staan de man en vrouw die de ‘uitdaging’ hebben bedacht!
Verder doe ik niet heel veel vandaag. Van de drukke dag gister en het vele praten doet mijn keel weer wat pijn en ik snurk nog ‘s nachts waardoor ik ‘verrot’ wakker word. En lekker lang blijf liggen. Ik doe een paar hoognodige dingen en heb totaal geen zin om te gaan zwemmen. Wat geen reden is om niet te gaan. Ik ga 300tjes zwemmen. 3 Mensen in de baan, dus da’s prima te doen. Ik begin met 300m met pullboy en dat gaat super! Snel ook. Daarna 300m met pullboy en paddels. Dat gaat helemaal als de brandweer!
Ik doe weer 300m met pullboy en ook dat gaat op een prima tempo. Daarna doe ik zonder hulpmiddelen. En dat is niet zo makkelijk! Flink doorwerken zeg maar. Het gaat ook niet zo hard. Ik had water mee moeten nemen, want het chloorwater helpt mijn keel niet. De 300m die ik weer met pullboy doe, zijn een verademing. Maar ik zou ik niet zijn, als ik niet nogmaals 300m zonder hulpmiddelen aan durf! Op een rustig tempo. Want ik ben nog niet helemaal hersteld en het hoeft ook nergens voor. Ik adem tegenwoordig 1 op 3 en dat is al een vooruitgang. Ik ga aanzienlijk veel minder snel! Ik heb nog wat tijd over en zwem nog een keer 300m met pullboy en dan ook heel rustig. Ik merk echt dat de vermoeidheid veel sneller toeslaat – bah. Het horloge heeft 25m minder geteld, dus ik ga nog keer 50m schoolslag op en neer. Het gemiddelde zwemtempo komt daarmee op 2:03 te liggen en daar ben ik echt wel content mee.
19 februari – hardlopen 6 minuten en wandelen 30 seconden.
Geen zin. Ik zit op de bank en ik heb gewoon geen zin. Niet dat ik er tegenop zie ofzo, maar ik wil lekker suf blijven Candy Crushen. Ik heb nu al zo lang niet zo hard getraind en deze dag kan er ook nog wel bij. Toch geen vastomlijnde opdracht. En de wedstrijd is nog heel ver weg. De eerstvolgende is pas 7 mei! Ik zit zeker een half uur met hardloopkleren aan op de bank. Ik moet eigenlijk wel naar de WC, maar nog niet echt. Misschien dat ik ‘t daarom niet zie zitten? Ik verzamel alle moed en hou mezelf voor dat ik maar 6 keer hoeft, maar ik weet eigenlijk wel dat het meer zal worden. Ook buiten treuzel ik nog even over welke kant ik op zal gaan en dan ga ik door het park. In het begin is het koel. Maar het gaat wel. Ik neem de onverharde paden. Dan mag ik alweer wandelen. Dat bevalt me prima. Ik heb mijn muziekje aan. Joyce zei: Doe lekker je eigen ding en luister naar de vogeltjes. Dat doe ik dan maar. En ik kijk om me heen naar de bomen die geplant worden in het bos.
En daarmee ga ik lekker iets sneller dan de eerste keer! Onder de 6 minuten. De derde keer ga ik weer door het bos. Rustiger dus. De vierde keer loop ik langs de kassen en ik voel de pijntjes wegtrekken. Mijn knieën en enkels moeten zich even zetten zo lijkt het. Eigenlijk heb ik maar twee weken soort van stil gezeten, maar het voelt veel langer. En iedereen gaat maar door: de ene zegt ziek te zijn, maar gaat gewoon door (dan ben je niet ziek), de ander doet zomaar 30/35 kilometers, de volgende gaat harder dan hard en de laatste jankt over een blessure en wint de zware cross en ik… ik heb het gevoel dat ik er een beetje doelloos achter aan hobbel. Ik moet elke keer de gedachte ‘ik ben eigenlijk totaal niet goed genoeg’ wegdrukken. Want mijn tempo is voor een ander weer snel. Er zijn er erger geblesseerd, er zijn er die geen hele triatlon aankunnen. De vierde gaat weer op een mooi tempo, waarbij ik onder de 6:00 per kilometer zit. Intussen voel ik dat de darmen echt gaan drukken. Ik doe de vijfde rustig aan en kies een pad het bos in. Met veel modder. Heb ik weer.
Zodra ik op 5 kilometer zit, duik ik het bos in en laat een flinke hoop achter. Ik heb hier nog nooit gelopen, grappig genoeg. Maar dadelijk voor de zesde keer pak ik toch het fietspad en ik ga proberen iets sneller te zijn dan de tweede en vierde keer! Zo ontstaat er toch een patroon en wissel ik de tempo’s goed af! Ik dribbel in plaats van wandel tussen de vijfde en zesde en zo wordt de zesde toch de zwaarste… Maar ik ben al ver gekomen vandaag, vanaf de bank.
De zevende keer loop ik weer te letten op de vogels. De spreeuwen zitten te kwetteren en blijven stil als ik hoestend onder ze door loop. Ik voel een tekort aan lucht, maar verder ben ik blij dat ik de 10 kilometer wel ga volmaken. Dan het achtste blok. Ik moet natuurlijk het viaduct op en ik wil de rare buggy voorblijven. Dat lukt me en alle kou is helemaal weg! Ik zit dan ook op een tijd van 5:30. Ik maak de 6 minuten vol terwijl ik me verheug op rustig negende keer. Ik neem nog een onverhard pad en hobbel door. Zou de cadans in de ‘langzame’ kilometers anders zijn als bij de snelle? Ik let op mijn cadans de laatste tijd. Dat moet Vincent van zijn trainer doen en ik pik dat ook op. Ik zie ook op tegen de 10de keer. Nog harder? Ik hoef het voor niemand te doen… Voor mezelf. Ik zet aan, haal een kindje in op de fiets, kan zo oversteken en kijk dat ik pas bij 3 minuten ben. Ik moet echt werken nu. En ik kan de gedachte ‘hoe-deed-ik-dit-3-maanden-geleden-nog-5-kilometer-lang” niet wegdrukken. Ik loop nu 5:06. Dus nu loop ik nog langzamer ook! Ik hou wel vol en zet de laatste 40 seconden nog aan, al komt het uit mijn tenen. Deze keer ben ik blij met wandelen en ik doe de elfde keer ook echt kalm aan en ik ga via net andere kant als over de Evenaar. Ik ga het precies redden! Na 11 keer met wandelpauzes moet ik nog een beetje op en neer lopen om 12 kilometer vol te maken. Dat kan ik dus weer. In een soort van keurig gemiddelde. Met wandelmomenten. Ik kom terug. Maar… er is nog werk te doen! Ach, ik heb nog een aantal maanden. En ik zal het ermee moeten doen, met wat mij lukt.
‘s Avonds naar de bootcamp. Ik mag 20-25 minuten hardlopen vooraf. Dus ik vertrek op tijd. Het begin gaat wat moeizaam. Ik wilde door de dure straat, maar daar loopt de trainer net, dus ik pak het bos. Is een gokje als het donker is, maar ik vind het heerlijk! Het is best licht, en apart licht. Ik loop helemaal om en heb nog tijd genoeg. Ik ga de tweede kilometer al iets harder. Maar helemaal om red ik niet, dus ik moet door het bos. Ik vind het goede pad en dit is helemaal een gok qua ongelijke ondergrond. Maar mooi! Een soort van witte mist en licht. Ik stapte voorzichtig, maar flink door. Het laatste stukje over de weg en ik was precies om 7 uur op de afgesproken plek. We waren maar met z’n drieën en de trainer ging op 1 iemand wachten. Ik ging voor de kletsers uit en de derde kilometer ging weer iets sneller. Toen dacht ik: het worden er 5 en steeds ietsje sneller ook. Op gevoel, want ik kijk dan alleen naar de hele kilometer. Het ging lekker. De vierde kilometer ging net onder de 6:00 per kilometer en toen moest ik aanzetten voor de laatste kilometer en dat lukte me ook. 5:30! Lekker! Ik voelde de peesplaat een heel klein beetje. We waren bij het station, maar de trainer kwam niet. Ik had gezegd dat ik niet naar het station wilde en toen bleek dat er naar mij geluisterd werd 🙂 Door naar de tenniskooi met zijn drietjes op rustig tempo. Daar deed ik flink mee met de oefeningen. Net iets eerder beginnen en vooral de peesplaatoefening wat langer doen en een keer extra. De buikspieren ook goed meegedaan. Toen jogden we terug naar het station, ik lekker heel erg langzaam! Daar deden we nog opdrukken en de trappen. Toen wandelde ik naar de winkel en naar huis. Ik heb nul foto’s gemaakt.
24 januari. Fietsen op wattage
Geen last van de peesplaat. En dat na 3 dagen hardlopen achter elkaar. ‘s Morgens naar het werk toe, tevergeefs. Mijn bijdrage lijkt onopgemerkt en ik had thuis kunnen werken. Ik doe mijn best daar. ‘s Middags rustte ik gewoon uit, want door de krolse poes slaap ik niet heel veel. “Training op wattage, laat me vooral weten hoe het ging en hoe de wattages voelen.” stond op het schema. Ik rij nooit op wattage: ik snap het niet, ken het niet en begrijp het niet. Ik moest op de Mac Zwift installeren en de training daarin zetten. Laten we het maar proberen… Ik moet om de wattages van het schema te halen de FTP van 137 naar 150 zetten, dan kloppen de getallen. Dan ben ik het begrip al kwijt. Eerst 10 minuten infietsen op 100 watt. Dat gaat lekker met het tempo! Of is het omdat ik mijn gewicht met 3 kilo heb verhoogd – naar waarheid. In elk geval zit ik lekker boven de 30 te rijden.
En als ik 10 min extra infiets op een iets hoger wattage nog meer. Dan 8 blokjes met 2 minuten 175 watt en 2 minuten 100 watt rust. Dat is even aanpoten! In de pauzes drink ik flink veel water. ln de derde keer begin ik mijn benen te voelen! Maar ik zet mooi door en laat me niet kennen. Ik kijk een beetje om me heen.
De zesde keer vind ik het moeilijkste: ik ben er nog lang niet en mijn benen verzuren echt eens een keertje. Gelukkig zijn het maar twee minuten. De zevende keer zit in de sprint en die knal ik er de eerste minuut uit, wat ik in de tweede minuut echt enorm moet bezuren. Letterlijk. Ik haal de 30 kilometer binnen een uur. Met flink wat hoogtemeters ook nog! Ik voel de hoogtemeters niet, maar ze waren er wel om mijn tempo te drukken. De laatste 2 minuten versnellen zet ik in op 200 watt en dat is leuk en aardig, maar na 30 seconden heb ik er al spijt van. Ik spreek mezelf toe: waar je aan begint, moet je afmaken en dus zet ik door. Word ik sterker van, denkt mijn hoofd; doet pijn, denken mijn benen.
En dan nog 15 minuten uitfietsen. Ik ga door tot ik 35 kilometer vol heb, want nét niet binnen de training lukt. En 200 hoogtemeters maak ik ook vol.
En level 30 ook nog eens. En ik heb zeker 500ml gedronken. Ik ben maar even moe als ik van de fiets af ga en eigenlijk enorm tevreden. De data verbaast me nog wel, want ik heb maar in hartslag zone 1 en 2 gefietst. En ik snap niks van de wattagezones. Maar ik vond het stiekem heel erg leuk! Misschien snap ik later meer hiervan en dan kan ik pas beoordelen of het goed was of niet en wat het betekent. Nu heb ik maar weer ervaren dat ik niet zomaar opgeef of voor een kleintje vervaardigd ben en dat ik streng ben voor mezelf, anders had ik die laatste blokjes niets extra gedaan.
25 januari Zwemtraining
Het is koud buiten, maar als mijn voeten warm zijn voel ik de peesplaat nauwelijks meer. Dat lijkt met elkaar te maken te hebben. Dan maar een paar extra sokken dus! De rust op het werk is een beetje teruggekeerd, maar het is nu een kwestie van achterstallig werk oppakken. Ik werk thuis. ‘s Avonds ga ik zwemmen bij de TVA. We hebben de lieve trainster, die altijd wel iets aparts verzint. Deze keer valt het mee met gekkigheid gelukkig!
Het was een beetje vechten in het water. Maar ik deed het gewoon. 3 meiden in een baan: G, W en ik. Veel endurance zwemmen. Deels met en deels zonder achtje. Ik koos elke keer met of zonder, al naar gelang ik dacht dat het zou lukken. Veel vooraan geploeterd. We moesten 200-300-400 doen met elke 4de baan een soort wokkel: draaien naar rug en terug en dat twee keer. Vond ik grappig. Dan blijf je netjes de 100 meter aftellen. 200 met achtje, 300 zonder en 400 weer met. Het ging niet zo soepel, maar de lieve trainster vond dat het me steeds beter af gaat, dus alles is goed ?
26 januari Rondjes Baan met HELD
MD is een held voor mij: hij heeft hartklachten gehad en zelfs met pacemaker wordt hij van tijd tot tijd gereset. Zwemmen kan hij als de beste en hij heeft hele en halve triatlons gedaan, maar hardlopen was al niet zijn sterkste kant en nu kan het helemaal niet meer snel of hard met voortdurend letten op zijn hartslag. Maar altijd lacht hij, is MD vriendelijk en optimistisch en vrolijk. Altijd! Ik vraag hem al maanden om een keer mee te mogen lopen en elke keer zegt hij: “maar ik kan niet hard, hoor!” En even zo vaak zeg ik dat het niets uitmaakt. Ik snap dat het hem wel uitmaakt en dat het lastig voelt, dat iedereen je voorbij loopt. I know. Dat hij vandaag dus op de baan staat, vind ik onbeschrijfelijk dapper en stoer. Omdat ik weet dat hij komt, heb ik er gewoon zin in! Helemaal als ik hoor dat de rest een kilometertest gaat doen: ik haak meteen af. Ik ga met MD lopen.
Ik klets hem de oren van het hoofd. Over een onwaarschijnlijk onderwerp: mezelf. We doen niet mee aan de loopscholing en we wandelen. Na 10 minuten móét hij wandelen. Ik vind het allemaal prima. Ik voel dat het naast mij niet vanzelf gaat, maar ik besteed er gewoon geen aandacht aan! Ik krijg toch niet uitgelegd hoeveel waardering ik heb dat MD er is, dat hij met heel veel moeite en tegenzin accepteert dat iedereen sneller is en dat hij niet veel kan zeggen, want hij heeft al zijn kracht nodig om te blijven rennen. En ik maar kwebbelen en kletsen. Normaal doet hij 3 keer 10 minuten, maar vandaag gaan we door voor 4 keer! De wandelpauze is zijn ‘reclamebreak’ en dan kletst hij een paar minuten vol. Ik kijk niet naar de afstand of de kilometertijden: het boeit me helemaal niks! Dat ik hier met MD mag lopen, is echt mijn grootste kadootje! We doen zelfs nog een keer 5 minuten en dan zijn er nog 4 minuten over tot het uur vol is. De rest traint zich suf, ik lul MD suf en ik heb by far het allermeeste plezier en lol van allemaal! Daar is geen tempo voor nodig. Daar heb je helden voor.
27 januari – Trailen met de meiden
Een drukke dag vandaag: de auto naar de wasserij brengen voor een hele grote beurt en dan wandelen en met de trein naar huis en daarna snel omkleden. Mr haalt mij en Mn op voor de 14 kilometer tocht bij Bussum onverhard. De 3 bergjes. Ik zou de route moeten kennen intussen… Ik voel me rustiger vandaag dan 2 weken geleden toen we samen gingen lopen. Geen werkdruk, gewoon kletsen en er is zelfs een zonnetje!
Op de een of andere manier ren ik de route telkens verkeerd om! We kletsen. M is daar vooral heel erg goed in. Ik vind het tempo redelijk hoog liggen, maar ik kan het prima aan. Mijn peesplaat is nauwelijks nog gevoelig, maar ik ben zelf gewoon van het kalme trailen zonder haast. Ik had het gewoon warm! Niet leuk. Ik miste door het kletsen en omdat ik niet zo goed oplette, regelmatig de route. Liepen we weer de andere kant op de heide over. Ik heb zelfs de Trapjesberg gemist!
We waren al over de helft toen we de Sijsjesberg op gingen. Ik dronk keurig het water met de maltodextrine. Dat valt gelukkig hartstikke goed. Ik zit al op 35 gram. Nu nog zorgen dat ik 750ml in een uur naar binnen ga werken. We stoppen even op de Sijsjesberg en ik doe een jasje uit. Dat is een heel stuk beter! Ik voel me nog lekkerder en makkelijker bewegen. Qua route blijft het wat om de lijn heen bewegen… Maar de heide over doe ik deze keer helemaal goed! We komen tussen de grazende schaapskudde door.
Hoewel er nog blokken sneeuw liggen, beloven de grazende schapen en het zonnetje dat het weer goed komt later dit jaar. We gaan bij de Tafelberg naar boven.
Daarna lopen we langs de Schaapskooi. Mr en ik blijven aan het kletsen, Mn heeft het door de verkoudheid en een zware week achter de rug deze keer iets zwaarder. We lopen het smalle paadje langs. En dan zitten we even op de route als we het wildviaduct weer oversteken! Het tempo gaat nog wat omhoog en ik kan het nu aan, nu ik het niet meer te warm heb. We lopen nog terug tegen de route in. Door al mijn ommetjes wordt het toch 15 kilometer. Ik hoef niet naar de WC en ik ben ook niet extreem moe. Het voelt gewoon goed! Geen last van de peesplaat of van de schoenen. Op voor de rest van de middag: met de trein naar de auto-schoonmaker, terugwandelen om mijn bril te laten maken, de auto weer ophalen en dan is de dag om gevlogen!
28 januari MTB oriëntatie tocht met Vincent
Het is kwart over 2 als ik wakker word van de pijn aan mijn duim. Onder mijn nagel zit een wondje en ik heb er op gelegen ofzo, want het doet ongelooflijk veel pijn. Ik ga naar de WC en dan gaat het opeens nog meer pijn doen. Zoveel pijn heb ik nog nooit gehad! Ik word er niet goed van. Letterlijk en echt enorm. En dan opeens ben ik volkomen de weg kwijt: ik weet niet waar ik ben, wie ik ben en wat er gebeurt. Het duurt even voor ik kan roepen om mama, maar daarna roep ik Rob en merk ik dat op de badkamervloer lig. Ik ben flauwgevallen. Van de pijn. De duim doet nog steeds pijn, maar ik kan alweer zitten en doorspoelen en naar bed teruglopen. Daar lig ik te trillen en als Rob ligt te lezen, heb ik een uurtje nodig om bij te komen. De pijn in mijn duim neemt af, maar ik ben wel op mijn hoofd gevallen en heb een bult. Ik word wakker met hoofdpijn en een nare ervaring rijker. Alleen nog een beetje hoofdpijn houdt me niet tegen om naar de orientatietocht te gaan. Dat is op de mountainbike op de Veluwe: uitgezet door mijn trainster. Je moet eens iets nieuws proberen. Ik ben wel bang dat ik het koud krijg, dus ik heb een serie aan laagjes. Verder geen idee wat ik kan verwachten. We krijgen punten op een kaart te zien en daar moeten we een soort stempeltjes verzamelen. Route en aantal stempels mogen we zelf bepalen, we hebben 2,5 uur de tijd.
We wisten in het begin nog niet waar we naar op zoek waren (de knijper rechts)
Vincent heeft er zin in! Ik niet zo. Ik zie op tegen al die mensen. En ik heb een fietsendragersfobie 🙂 Maar alles gaat goed. We krijgen een stafkaart en een lijst met aanwijzingen van de punten. Grappig genoeg hebben wij het nummer van de rowan-afdeling waar ik lid van was (scouting) en waar ik kaartlezen tot een kunst heb verheven.
We spieken nog even bij iemand en om even over half 11 mogen we zelf. Kaartlezen is leuk! Over de weg beginnen en dan de volgende uitdaging op me nemen en het bos in. Vincent filmt, ik navigeer.
Ik dacht dat het koud zou zijn, maar dat viel mee met het zonnetje. het is lekker rustig in het bos en leuk om de knijpers te zoeken. We pakken eerst een makkelijke met de klok mee langs het hoogspannings-hek. Even naar de knijper zoeken. Dat vond ik allemaal heel leuk. Geen haast of druk.
Door het bos fietsen was spannend en nieuw. Met de telefoon als route. We laten Vincents telefoon ons naar een punt loodsen. Oplossingen zoeken voor zaken!
En ik weet feilloos op de kaart waar we blijven. Langs de Leuvenumse beek fietsen we. Die is zo mooi! En weer een knijper.
De derde was lastig te vinden, die zag iemand anders voor ons. Dezelfde meneer als waar we bij spiekten! Die gaat voor de winst (en zal dat ook halen) Wij pauzeren bij het bankje eventjes. Wij gaan niet voor de winst, maar voor de uitdaging. Iemand moet laatste worden!
Dat staat op het bankje!
En dan over een snel fietspad. Door naar het Hulshorsterzand. Regelmatig kijken op de kaart die ik bij de hand hield. Grappig genoeg ken ik hier de weg een beetje. Het is nog steeds zonnig en niks koud.
Naar de puist fietsen, dat is de aanwijzing. Grappig hoor, gewoon over ongelijk terrein trappen! Vincent is helemaal in zijn element.
En dan het zand oversteken. Dat lukte me niet. Te zwaar. Te warm. Te weinig energie meer. Te weinig richting. Vincent daarentegen genoot voor 2 personen.
We kwamen bij een bos, waar helemaal geen pad meer was. Dan moet je lopen met de fiets. Nog erger dan rennen.
En dat zonder dat ik nog energie had. Wel durfde ik over een heel smal pad omlaag fietsen.
Het is een dag vol overwinningen, maar de lol was er af voor mij. Vincent daarentegen genoot driedubbel! Ik wandelde alleen maar.
En toen kwam er tijdsdruk bij kijken en was ik helemaal af. Niet precies weten waar je bent, veel te warm en dan ook nog moeten opschieten: nee, ik vond het niet leuk meer. Ook veel te weinig gegeten, maar daar dacht ik op dat moment niet aan. 2 kersen en een halve bidon op 2 uur…. Is niet genoeg.
Ik probeerde nog een keer naar boven te fietsen door het zand en dat lukte bijna en dat vind ik dan wel weer een leuke uitdaging. Even. Als ik aan de andere kant nog meer zand zie en we nog mijlenver van de auto verwijderd lijken, baal ik echt heel erg. We komen weer in het bos en even is alles goed en kunnen we weer fietsen. Mijn telefoon gaat ons naar de auto terugloodsen. Hadden we gepland. Want de laatste punten lieten we voor wat ze waren, we wilden op tijd terug zijn! (er was ook nog een andere helft, maar die hebben we echt niet gedaan)
We raakten nog een keer verdwaald op een hobbelpad, waar nauwelijks te fietsen was en het was echt zowat te zwaar voor me. Conditie redde me. Alleen op conditie kon ik verder, want kracht had ik echt nauwelijks meer. Ik was onwijs moe. Slaperig en leeg. We reden nog een keer om en mijn telefoon zei alleen maar: “linksaf naar paadje.” ? Weinig helpvol. Ik werd er supersjacherijnig van. En dan ook nog een alarmpjes wat gaat piepen dat we nog maar een kwartier hadden – ik was er klaar mee!
Vincent nam ‘m over en we waren te laat. Zijn telefoon had een andere route over een goed te befietsen pad. Ik kon niet meer goed nadenken en alleen maar balen. Gelukkig had Vincent het nog wel leuk! Die had dan ook veel kersen gesnoept. We waren tien minuten te laat maar. En na ons kwamen nog een heleboel anderen aan! Ik was zo vermoeid en zo klaar en afgemat. Ongewoon, want we hadden nog geen 20 kilometer gefietst in 2 uur en 3 kwartier. Had ik hardlopend ook kunnen doen. Liever nog eigenlijk!
Pas bij de chocomelk en een marsje dacht ik: he, niks gegeten… Ik was te moe om te beseffen dat het daar vandaan kwam op dat moment. En dan de fietsen weer opladen, vind ik ook nog spannend. We stonden niet op het podium, haha. Ik sprak mijn trainster nog heel even, maar ik hou me afzijdig. Ik durfde haar niet te vragen of ze me naar huis had gestuurd als ze had geweten dat ik vannacht flauwgevallen was… (achteraf was haar antwoord: “ik denk dat ieder ander zelf besloten had niet te gaan. Maar het een kans geven is een hele goede instelling, ik had je sowieso niet alleen op pad gestuurd als ik het geweten had“) Ik heb geen last meer van hoofdpijn, alleen erg vermoeid. M&Ms en cola hielpen me de autorit door. En dan thuis heel even bijkomen en wat extra suiker naar binnen werken!
We waren niet eens laatste! Helemaal niet zelfs. Moeten we volgend jaar toch revanche nemen: laatste worden en nog meer genieten 🙂
We moeten zwemmen. Vincent moet dat van zijn trainer. Ik heb een leuke training met 7 keer 300m staan. 2 keer hele slag, 1 keer met pullboy, 1 keer met pullboy en paddels, 1 keer met paddels en nog 2 keer hele slag. Er liggen wel 6 volwassenen in de baan. Waarvan er zeker 4 stukken sneller zijn dan ik! Maar… ik klets niet, stop nauwelijks en ga door. De hele slag lukt redelijk. Ik tel de 300tjes met de ademhaling: 100m 1op3, 100m 1op4 en 100m 1op3; of in een andere volgorde als dat beter past. Als ik met pullboy zwem ben ik ongeveer net zo snel als de man die zichzelf altijd geweldig snel vindt: hij zwemt met pullboy en paddels. Het enige waar ik ze mee kwijtraak is het keerpunt. De nog snellere man hou ik met paddels en pullboy ook bij! Ik ben op snelheid geen hele slechte zwemmer, maar op de 100m in het zwembad wel, want dan raak ik tijd kwijt met keren. Met de hulpmiddelen ben ik echt flink sneller! Alleen de paddels vind ik best lastig, dat kost me behoorlijk wat kracht!
De laatste twee keer hele slag gaan me hetzelfde af als de eerste 2. En dat met al een paar uur sporten in de benen en een slechte nacht achter de rug. Ik hoef niet meer bang te zijn voor het water, dat is zeker! Ik doe nog 50m zonder hulpmiddelen voor de foto. 2150m binnen iets van 50 minuten. Om sneller te zijn, ga ik geen keerpunt leren, daar heb ik in het buitenwater niets aan. En uiteindelijk doe ik het daar voor: om buiten te zwemmen! Met wetsuit aan. Vincent heeft ook een toptraining gehad.
29 januari. Fietsen
Ik wilde meelopen met de trailgroep, maar heel soms moet je gewoon kiezen voor rust en uit/bijslapen. Ik werd om 9 uur wakker met hoofdpijn. Toen zij vertrokken met hardlopen. Ik bleef liggen. Nog een hele tijd. Toen waren zij al klaar met hardlopen! Zij pakten een biertje of een chocomelk en ik een paracetamolletje. ‘s Middags had ik een hele lijst met desktop-research te doen. De hoofdpijn trok weg met voldoende eten. Ik moest 2 uur fietsen. Liefst buiten, zei ze, maar ik dacht: ik moet kunnen afstappen. Het was al tegen 4 uur toen ik genoeg moed had verzameld. Vincent kwam met me mee Yahtzee spelen het eerste half uurtje.
Hij liet me winnen. Ik trapte gewoon een nieuwe route met een aantal hoogtemeters weg. Op hoge cadans, zonder heel erg veel inspanning. Ik voelde nog wat zadelpijn van gister, maar het ging eigenlijk verbazend goed! Toen Vincent ging hardlopen, ging ik een podcast luisteren van de groep trailers waar ik vanmorgen mee had kunnen lopen. Dat leidde me keurig af van de ruim 400 hoogtemeters en de vulkaan. Ik nam wel een paar plaatjes onderweg.
Het uur ging best snel voorbij en ik bleef zitten. De podcast nog niet voorbij, de snelheid zat er redelijk in en ik ging naar de top en daarna weer lekker hard naar beneden! Geen data voor mijn neus, alleen een telefoon waarop ik naar de cadans keek. Ik was binnen 90 minuten klaar met de route.
Toen ging ik door naar de volgende podcast en even lekker vlak rijden. Ik spande me 1 keer in bij een sprintje, maar ik was niet sneller dan de vorige keer. Ik maakte het blokje af en ik haalde de 50 kilometer ook nog eens! Ik maakte de twee uur vol en even later de 55 kilometer. Ik had dus mooi hard gefietst, mooi lang gefietst, me mooi vermaakt en ik was niet doodmoe. Ik had namelijk ook nog eens genoeg gedronken en aardig wat maltodextrine naar binnen gewerkt. De cadans was met 78 iets lager dan ik had gehoopt, maar het tempo was met ruim 27 km/u wel supernetjes, gezien de 485 hoogtemeters die er ook in zaten!
En zo heb ik weer een weekje volgemaakt met ruim 9 uur aan triatlonsporten. Dat was een tijdje geleden, dat ik zoveel uren wegtikte. Maar ja, als je langzaam bent… 😉 Daarnaast gewandeld en ook netjes de peesplaatoefeningen gedaan: niet slecht. We zijn weer op de goede weg, hopelijk hou ik het nu vast.
30 januari – Het is zo’n dag – niet – rennen of chocolade
Zo’n dag : – kind doodziek – lieve man op reis – doodeng functioneringsgesprek loopt goed af, ik mag blijven – maar mijn naaste collega ging meteen na zijn gesprek (vlak voor het mijne) naar huis (wie moet het werk overnemen…. ?) – collega die de bootcamp geeft is ook ziek geworden – 3 vergaderingen achter elkaar ~> nul verwerkingstijd – afgewezen sollicitatie En dan is er niks gezonds te eten in huis Sorry: dan kan ik óf alle chocolade ? opeten (de kast ligt vol) óf de hardloopschoenen ? aandoen. Het werden 5 kilometer afreageren tot en met.
De schaduw van mezelf afwerpen.
Elke kilometer iets harder en denken: “ik kan tenminste íets”. Al begon ik op 6:20 en dacht ik eerst: mooi tempo om vast te houden. Maar het ging soort als ‘vanzelf’ steeds ietsje harder. De laatste kilometer ging ik me echt inspannen en moest ik even doorzetten en -BAM- 5 minuten over een kilometer! In totaal deed ik 28:21 over de 5 kilometer.
Niets helpt beter tegen een rotbui dan een stuk flink hardlopen! Nouja, chocolade doet ook veel goed…..Dus daarna 1 paaseitje.
Het was droog en de peesplaat vond het prima!
31 januari – fietsen en wandelen
Vincent is ziek thuis, maar aan de beterende hand (gezien het eten wat hij weer opstart) Ik heb een dag vrij door het opnemen van alle overuren. Slaap slecht, zo alleen ingesloten tussen alle katten in. Ik doe alle was vandaag en ik ga een uurtje fietsen. We begonnen met samen Yathzee spelen, Vincent en ik, maar ik had echt al mijn kracht nodig voor het fietsen. Dus na 1 potje (verliezen) ging de nog zieke Vincent terug naar de bank en ik ging me aan de wattages houden met veel moeite. 130 was al moeilijk te halen! Dus 3 minuten 175 was echt een uitdaging!
Pas toch op poes, zo voor een fietser langs rennen!
Mijn benen vonden het helemaal niks en mijn hoofd vond het nauwelijks wat. En dat moest ik nog wel 5 keer doen met 90 seconden pauze. Ik dacht de laatste te skippen, maar uiteraard doe ik dat toch niet uiteindelijk.
Dan even tien minuutjes tot rust (soort van) en daarna moest ik 5 keer 30 seconden 235 watt wegtrappen. HOE dan?! Vincent kwam me supporten, maar het lukte toch elke keer weer! Pfffttt. De pauze was sneller voorbij.
En dan ook nog ‘s tien minuten uitfietsen. Ik moet en zal dan alle sterretjes halen, dus dat doe ik ten slotte ook nog. Het tempo is achteraf best redelijk, met de hoogtemeters. 300KM op de Zwift gezeten deze maand.
Gek hoe deze keer de wattages dan veel moeilijker lijken dan de voorgaande keren. En dat de hartslag laag blijft, maar die klopt weer van geen kant. Ik herstel hier trouwens wel weer snel van. En ohja, op 2 koppen thee (waarvan 1 ijsthee was uiteindelijk).
Later op de middag ga ik naar vriendin MvdB om haar computer terug te brengen en even te kletsen. We maken een wandeling in een omgeving waar ik maar heel zelden kom, ook al is het Almere. Daarna zit ik nog niet aan het stappendoel van 300.000 stappen in januari van Garmin, en ik wil al een paar dagen in de avondschemer lopen, nu het na vijven nog licht is. Dus ik ga lekker even stappen!
Jammer genoeg zit ik meer op mijn schermpje te socialisen dan om me heen te kijken! Maar het voelt wel alsof het weer goed gaat komen met het licht. Satistieken van de eerste maand van 2023? Niet zoveel hardgelopen, maar 108,5 kilometer. En 360 kilometer fietsen. Hoofdzakelijk op de Zwift. Zwemmen net geen 11 kilometer. 38 kilometer gewandeld. Voor mij niet ontzettend veel allemaal, maar al met al 43 uur gesport in totaal. 518 Kilometer. Het wordt wel weer meer verderop in het jaar!
Rechtop blijven staan op het werk, wat weer van hot naar her vliegt met meer opdrachten dan tijd. Ik dieet keurig door en ook dat kost energie. Ondertussen zeurt mijn peesplaat onder mijn rechtervoet. Ik vind het moeilijk, maar ik leg mezelf looprust op, in de hoop dat de peesplaat tot rust komt. Daar moet ik behoorlijk STERK voor zijn. Maar regen of niet, ik moet naar buiten hoor! En bootcampen mag prima. Ik wandel naar het beginpunt en daarna wandel ik met mijn collega weer terug naar de tenniscourt. We zijn met z’n tweetjes die de bootcamp volgen. Ik heb een STERKE sportdrank bij me. Kijken wat dat met mijn darmen doet. Ik doe STEVIG mee met de oefeningen. Vooral mijn schouders knakken keurig mee! Van tijd tot tijd regent het een beetje, maar het valt mee.
Bij de buikspieroefeningen na een uurtje, voel ik de misselijkheid toch een beetje opkomen. Die zet ‘lekker’ door. Maar ik ook, want ik wil STERKer worden. Ik wandel ook weer naar huis.
10 januari. Een goeie zwemtraining
“Neem je achtje mee” stond er op Facebook. Morgen kan ik lastig gaan zwemmen, dus ik ga vandaag. Ook al is het laat.. maar eerst de fietstraining doen die bij vandaag staat. Op Zwift, want buiten is het regenachtig en somber weer. Ik ga naar Frankrijk. Eerst moet ik omhoog. Ik hou een hoge cadans aan. Ik heb een training op het horloge staan en ik neem de route uit Zwift.
Ik moet blokjes met extreem hoge cadans. En dat doe ik netjes; boven de 100. Dat gaat lekker. En in de rust wordt de basis cadans ook steeds wat hoger. Ik heb verder geen afleiding, ik kijk naar virtueel Frankrijk. Dat is leuk, zo tussen de bloemen en langs de zee, terwijl het buiten grijs is. Langs de Mont Saint Michel.
Ineens rij ik een donkerkleurige mevrouw voorbij, dat zie je zo weinig dat het me opvalt en ik ken haar nog ook, want ze woont in Almere! Meestal heb ik de data uit staan, want dat leidt me teveel af, maar nu ‘zwaai’ ik virtueel even. Ik maak het rondje af en moet dan nog een keer naar boven. Met 30 kilometer stap ik weer af. Mooi gedaan met een gemiddelde cadans van boven de 80 en bijna 300 hoogtemetertjes.
En dan ‘s avonds zwemmen dus. Ik zwem goed met achtje. Makkelijk zat. Of we nu vuisten moeten doen of met open vingers: mij maakt het niet uit. Ik zwem blijkbaar altijd op armen. ??♀️ Ik ben er aan gewend dat mijn benen weinig bijdragen. Dat maak ik op uit het hoge tempo wat ik vooraan bezig tenminste. Ademhalen doe ik standaard 1 op 3. De rust die we hebben is telkens 50 meter schoolslag en die doe ik ook zowat zonder mijn benen te gebruiken. Het is best druk in het bad en in de baantjes.
Ik vraag me een hele tijd af hoe het komt dat ik zo makkelijk zwem. Pas als ik een ander voorop laat gaan en ik niet meer hoef te tellen, bedenk ik dat het best eens zo zou kunnen zijn dat ik van alle bootcamp toch een sterkere core krijg. Ik lig stabiel in het water. Het zijn veel verschillende oefeningen.
Aan het einde gaan we een hele lange ruk doen en eigenlijk is daar net te weinig tijd voor. De tempoverschillen in de baan zijn dan net iets te groot eigenlijk. Ik zwem een mooie hoeveelheid bij elkaar op de late avond.
Woensdag 11 januari. Naar de diëtiste. Een stukje wandelen en wegen en meten. Ik val wel veel af, maar mijn vetpercentage is nog wat te hoog. Mijn vetvrije massa is daarentegen wel weer helemaal prima. We spreken af hoeveel water met maltodextrine ik ga leren te verwerken in de toekomst. Mijn peesplaat irriteert nog steeds. Sterk zijn en niet gaan hardlopen dus.
Donderdag 12 januari. Fietsen en Yathzeeen.
Buiten giet het. Het is somber. Vroeg donker. De baantraining trekt me alleen daarom al niet. En mijn voet gaat dat niet trekken. Vincent en ik moeten allebei fietsen. Vincent gaat eerst. We gaan samen yathzee spelen. En nog een keer. En nog een keer… En nog een keer….. Ik win lekker vaak!
En daarna mag ik. Ik ga naar New York. Ik let nauwelijks op waar ik fiets. Want we spelen weer Yahtzee! Nu wint Vincent een paar keer.
Kun je nagaan: we spelen zomaar een keer of 8 een stom dobbelspel! Ik voelde de hoogteverschillen niet echt in Zwift. Ik fietste lekker bovenlangs.
Echt veel of hard fiets ik niet, maar wel veel hoogtemeters. Beter dan buiten rennen en zwemmen tegelijk!
Vrijdag 13 januari – Hun eerste trail
M&M lopen al lang hard, maar ze trailen nooit. Het ideale weer hadden we niet uitgezocht, maar echt lang zou het ook niet worden. Op naar Heidezicht in Bussum. Ik pik ze op met auto en we moeten eerst nog even boenen vanwege een vallende shake. We moeten op tijd vertrekken, omdat ik ‘s middags bij een meeting moet zijn op het werk. De wind op de heide is behoorlijk sterk, maar ik geniet daar van. M&M kletsen altijd maar door.
Ik krijg appjes van mijn manager of ik de broodjes wil regelen. Ik had aangegeven er pas na de broodjes te zijn en ben aan het hardlopen, maar zij heeft niet door dat het mijn vrije dag is. Dat irriteert me ontzettend. Mijn darmen zijn ook weer helemaal van slag. Door alle commotie in mijn buik, op mijn telefoon en in mijn hoofd, moet ik na 3km al de bosjes in. Ik schrijf de manager dat ik nooit werk op vrijdag, behalve vanmiddag, maar ze vindt het nu niet meer nodig te reageren.
Ik doe de route. Het is lekker rond de heides. Ik ken het wel een beetje, maar zo met zijn drietjes is het toch anders. De regen valt me enorm mee. Er valt wel een buitje, maar echt nat worden we niet.
Ik neem de tijd voor een fotootje en voor alle hekjes. Ik heb mijn compressiesokken aan en voel de peesplaat niet zo erg. Wel mijn buik dus en de werkonrust sleep ik wel 6 kilometer achter me aan. Ik ga lekker door de plassen heen. We komen langs de koeien (al is dat niet helemaal precies de route!)
Wat mij betreft moeten ze nog een beetje leren om niet al te hard door moeten blijven rennen bij het trailen, maar dat kan ook aan mij liggen. Ik zit niet helemaal lekker. We maken de 11 kilometer vol en het gaat gewoon heel snel voorbij eigenlijk. Jammer. Maar over 2 weken doen we de 14 kilometer! Mogen we dan ander weer? Als ik M thuis afzet, moet ik echt zo nodig dat ik thuis niet meer haal. Terwijl ik bij haar op het toilet zit, blijk ik tot mijn allergrootste verbazing aan het menstrueren! Veel en veel te vroeg! Dat verklaart mijn onrust, mijn irritatie en de verstoorde darmwerking. Wie weet heeft de peesplaat er zelfs iets mee te maken… De middag werken is absoluut geen succes: ik voel me totaal overbodig. Vandaag was qua werk echt een vrijdag de dertiende. Maar ook voor het werk zelf, want ik ga dit niet nog heel lang mee willen maken. Ik moet ook met Vincent naar de orthodontist, naar de winkel, tanken en een machine was draaien. De peesplaat blijft rustig, mijn hoofd absoluut niet!
Zaterdag 14 januari. Fietsen met Joyce op de bagagedrager
Mijn peesplaat reageert nauwelijks. Is mijn lijf in de war, doet de peesplaat het weer. Raar. Ik ben namelijk wel ontzettend ongesteld. Dat kost energie en ik ben vermoeid. Wel koop ik 2 paar nieuwe hardloopschoenen: trailschoenen en de vervangers van de allerprettigste schoenen die ik ooit 3x had (de witte). Buiten regent het alleen maar, dus uitnodigend om de schoenen te gaan testen is het zeer zeker niet. En dat is ook onverstandig. Er staat zwemmen op het schema, maar dat lukt me echt niet. Fietsen staat er ook en dat ga ik wel doen. Binnen! Ik verveel me al na 6 minuten en ga appen met Joyce. Die ligt ziek op de bank. Ik stel voor te wisselen: ik op de bank, mag zij fietsen.
We hebben een deal: ik doe het eerste half uur, zij het laatste. Ik drink de softflaske met 20gram maltodextrine. Ik doe een vrije training in Zwift: dan staat de ERG uit en voel ik de heuvels niet, maar dan ga ik wel traag. Ik hou de cadans lekker hoog, dan zweten we toch allebei een beetje 🙂
Het tweede half uur moet ik Joyce op de hoogte houden. Hoe hard ‘zij’ fietst en waar. Het wordt een leuke conversatie op de whatsapp. Zij ziek vanaf de bank en ik zwoegend op de fiets. Ik ontdek op een gegeven moment een hele leuke camerasetting!
Zo levert het nog wat op, dat fietsen met z’n tweetjes. Joyce haalt een PR en we hebben een volger. Ik moet nog mijn best doen om de tijd te verdelen tussen Zwift en Whatsapp. Het tweede half uurtje gaat razendsnel voorbij. Letterlijk ook, want ‘Joyce’ haalt het gemiddelde flink omhoog!
Net op de berg zit het uur erop en dan moet ik de 29 kilometer volfietsen terwijl ik wel voel dat ik de berg op ga. Gelukkig kan ik snel afstappen. Dat was me een mooie ritje zo saampjes! Het uurtje bewegen doet me goed. Of het is de sportdrank. Maar ik vermoed dat het publiek en de virtuele bagagedrager ook zeker hebben bijgedragen!
15 januari. Zeldzaam N I E T….
Even uitslapen en daarna boog ik me over het huiswerk. Oeps, daar viel iets heel vies tegen! Een filmpje maken. Vandaag. Er is geen script, geen idee, nog niks eigenlijk. Havisten… Mama kan wel filmpjes maken, maar mama wil zelf ook dingen, moet zelf ook dingen, zelf ook bezoek… Ga ik dan voor het eten hardlopen? Teveel honger. Dat het hagelt en slecht weer is deert me niet. En de peesplaat is ook niet meer echt pijnlijk. Maar de tijd… De tijd ontbreekt. Even kletsen hier en daar. Laat eten. Dan ga ik vanavond. Filmpje maken. Kost tijd. En dan is het 10 uur ‘s avonds. Ik had er echt zin in, in hardlopen. Maar het is niet gelukt. Dat komt maar heel, heel zelden voor. Jammer.
16 januari – Blue Bootcamp Monday
Het regent en eigenlijk is het de hele dag niet licht geworden. Blue monday noemen ze het: de somberste dag van het jaar. De goede voornemens niet gered, slecht weer. En in mijn geval: eventjes geblesseerd. Ik heb weinig last meer van de peesplaat, dus ik ga wel naar de bootcamp en ik ga ook even rennen van tevoren! Paar laagjes aan, want nat is niet zo erg, maar koud wel. Ik ga niet hard. Heel langzaam zelfs. Het voelt goed om weer te rennen. Ik weet dat we (droog) bij het station gaan bootcampen, dus ik zet daar eerst even mijn bidonnetje neer. Ik voel de peesplaat. Niet pijnlijk, maar wel gevoelig. Balen. We zijn met z’n tweetjes en de bootcamp-instructeur. Wij rennen saampjes, nog steeds kalm aan via een rondje naar het station. Drie kilometers. Drie. Net niks eigenlijk, maar toch…. Een rondje om de wijk natte voeten gehaald. Bij de bootcamp gaan we de trappen van het station op en af, doen we oefeningen bij de bankjes van het busstation en onder het station gaan we met gewichten en touwtjes aan de gang. Het wordt gaandeweg zelfs droog! Door de vele laagjes heb ik het niet koud gelukkig, maar mijn voeten zijn wel gevoelig van het nat-zijn. We kunnen lekker wat kletsen zo met zijn drietjes en ik vind de locatie prima op deze manier. We ruimen de spullen weer op en gaan nog een keer opdrukken bij de bankjes. Daarna gaan we droog in de garage de buikspieroefeningen doen en -jippie- ik kan al een minuut moeiteloos planken en zelfs de zijwaartse plank doe ik dapper mee! We sluiten af met trapjes op en af rennen en dan wandel ik naar huis.
Dinsdag 17 januari. Fietsen – met de snelheidsblokjes
Lekker naar de Makuri eilanden en ERG uit. Dan voel ik de bergen niet, al zie ik het wel aan het tempo. Maar ik hoef niet te letten op de data, alleen de cadans. Een hoge cadans bij het 20 minuten infietsen naar 90. Ik gebruik het horloge als leidraad en de Zwift alleen voor de route, maar ik let nauwelijks op de TV.
Dan 5x30sec hard en niet schakelen en hoge cadans (100+) en 30 sec rust. Proberen steeds rond de 28km per uur te fietsen. Dan 5 minuten rust.
Daarna 5x25sec harder. Iets hoger geschakeld (1 tandje) boven de 30 kilometer per uur blijven. Hoge cadans. 30 sec rust. Viel niet mee.
Toen echt 5 minuten uitpuffen en niet op data letten. Ik fiets het rondje wel een keer of wat, maar daar kijk ik helemaal niet naar. Daarna 5×20 sec helemaal allerhardst trappen tot aan verzuring. 32km/u geloof ik. Pfoe! ? 30sec rust. De blokjes onderaan de lijn worden goed rood!
Weer niet schakelen en een tandje hoger beginnen, maar hoge cadans. Dan nog uitfietsen 10 minuten. Ik doe nog 1 extra sprintje wat ik opeens voorbij zie komen. Vorige keer ging het soepeler. Maar dit blijft wel leuk: kort en fel!
Woensdag 18 januari. Zwemmen.
De dag is vreselijk. Aan 1 stuk door telefoontjes. Voor anderen, die zelf moeten kunnen doorwerken. Ik kan dat dan niet. Kom niet aan mijn eigen werk toe. Het is dodelijk vermoeiend. En niet leuk. Niet de telefoontjes, maar alle druk die er op het werk op mij ligt. Node ga ik zwemmen in de auto maak ik me nog druk over wat ik moet gaan zeggen en allemaal nog moet doen. Het is Raar wat me dan overkomt. Volkomen overdonderd/overprikkeld bij het zwembad inlopen. Wilde zo snel mogelijk weg. Ik kom de trap nauwelijks op! Wie zijn deze mensen, wat is dit lawaai en wat die ik hier? Ik wil me omdraaien en weglopen en heb veel wilskracht nodig om daar niet aan toe te geven. Ik observeer het van een afstand, ook mezelf. Ik weet dat zwemmen me goed zal doen, maar als ik daar boven aan de trap sta, ben ik even écht enorm van de kaart! MvdB praatte tegen me in de kleedkamer, maar ik heb geen idee meer wat! Toch maar gaan zwemmen. 300m met pullboy ofzo. Rust. Rust. Rust. Ik maak lange slagen. We deden 4x techniek: bijleggen (hoe moet dat ook weer), oksel, armen, benen. All done, maar buiten mezelf. Ik ben er nog steeds niet helemaal bij. 6×100 kalm. Achter R aan. Helft met, helft zonder pb. Om het even. Ik kom wel wat tot rust en probeer eens iets te zeggen tegen de anderen in de baan. Rugcrawl was een verzoeking maar deed ik ook 50m met wilskracht. School 50m. Dan iets waarvan ik geen idee meer heb. Ik werd wel weer ‘wakker’. 4×50 slagen tellen. Baan 1 deed ik 18(!) slagen en daarna elke keer minder dan dat, met 15 als beste score. Trots en blij! Toen zag ik de rest pas echt en kwam ik uit mijn liturgie. Ook nog 300m: 100 1op4 ademen, 100 1op3 en 150 zonder pb. Rest was langzamer dus ik deed een baantje extra. Niet vermoeid, geen trek, onverschillig. 2x50m hard en dat deed ik ook. Uitzwemmen. Het werk is te druk, teveel stress.
Zwemmen was goed voor me. Ik ging niet hard, maar ik heb wel wat energie opgedaan. En een uurtje niet aan het werk gedacht, dat is ook fijn!
19 januari – Baantraining: niet op de baan, maar wel met sneeuw op de baan!
Ik had al geen zin; de werkdruk is hoog en onoverzichtelijk en vervelend, dus dan kijk ik niet uit naar heel veel mensen om me heen die allemaal sneller, beter, harder rennen. Ik dacht: als het er teveel zijn, ga ik lekker alleen lopen, dus ik neem mijn koptelefoontje mee. Maar het inlopen was goed te doen en ik dacht: straks op de baan doe ik zelf wel lekker rustig aan! Ik liep met mijn collega-vriendin even over het werk het klagen bij het inlopen. En ik kwebbel met het nieuwe meisje. Ik merkte wel dat er niet heel veel tempo in zat. Mijn peesplaat is niet meer echt gevoelig, maar ik voel het nog wel. Ik heb de nieuwe schoenen aan. Ik dacht ook bij de baan te blijven om in de buurt van een toilet te zijn. Het eten is pas een uurtje geleden. Maar dan is de baan te glad. En gaan we door naar de parkeerplaats, bah! Het is niet warm, maar ik heb meestal niet zoveel last daarvan. De loopscholing heb ik echt tabak aan en doe ik niet heel erg fanatiek mee. Dan gaan we blokjes lopen op verschillende tempo’s, maar ik luister hooguit voor de helft. Ik ga kletsen met DH en samen lopen we achteraan. Ik trek me niks aan van het tempo of van dat we harder of zachter moeten. Wij lopen achteraan te kletsen. Over Ierland en Rome. En dan gaat het eerste zachtjes, sneeuwen. Er komt zelfs een klap onweer bij! Gebeurt er toch nog iets. Wij lopen gewoon door te kwebbelen. DH is zo’n lieve schat. Ik hoef niet naar de WC gelukkig, maar echt genieten of iets presteren doe ik hier nou ook absoluut niet. Ik klets nog even over Vincent. Als we op de baan aankomen, wacht er een verrassing. Het is steeds harder gaan sneeuwen en nu vallen er dikke witte vlokken!
Prachtig! Dan maakt het mij niet meer uit dat het tempo ruk was, de afstand kort en de training slecht uitgevoerd door mij. Pas op Strava zie ik achteraf wat de bedoeling was geweest 😀
20 januari – Fietsen op het einde van de dag.
‘s Morgens blijf ik in bed liggen. Soms is dat harder nodig dan trainen. Ik merk dat ik een beetje ‘gemakkelijk’ omga met de trainingen de laatste tijd. Niet zo obsessief als ik van mezelf gewend ben. Ik heb een hoop dingetjes te doen, in het huishouden enzo en dat doe ik ‘s middags. Van 4 tot 9 klets ik met triatlonvriendinnen. Eerst bij de ene thuis en een ander komt bij ons mee pannenkoeken eten. Ik voel me dan altijd een beetje kleintjes, als zij afspreken om uren buiten te gaan fietsen of bezig zijn met jonge kinderen. En ik moet fietsen, 2 uur. Binnen. Ik kan het overslaan, want het is inmiddels half 10 ‘s avonds. En van deze ene fietstraining hangt het niet af. Twee uur wordt het zeker niet, maar een uurtje wil ik toch wel proberen. Ik pak mijn boek erbij en ga de berg over trappen.
Gewoon hoge cadans. Dat lukt me wel. Natuurlijk is het tempo niet vreselijk hoog, maar het gaat me best aardig af.
Ik app ondertussen wat en ik ga lekker verder. Het valt me mee hoe lang ik over het fietsen doe, maar vooral over hoe vermoeiend het is. Ik ga heerlijk hard omlaag en maak 26 kilometer vol. Ruim een uur met meer dan 500 hoogtemeters. Dat lijkt me prima.
21 januari – Joggen met Joyce Dat klinkt als een mooie alliteratie: joggen met Joyce. Dit is de eerste keer dit jaar dat we samen gaan rennen, want Joyce is door virussen en bacteriën flink te grazen genomen. Nu doen we haar tempo, haar route en de eerste kilometers laat ik haar dan ook vertellen, zodat ze niet te hard loopt. Kan ze mooi haar verhaal kwijt! Ik heb mijn nieuwe schoenen weer aan en nu merk ik pas dat ze prima zitten. Mijn tenen zijn stuk, ik denk wintertenen. We rennen 4 kilometer achter elkaar en dan, langs de Leeghwaterplas, wandelen we even.
Ik vind dat allemaal niet erg. Nu ga ik lekker vertellen, hoeft Joyce alleen maar te luisteren. Ik heb het niet koud en echt last van gladheid ervaar ik ook niet. Ik ben wel bang dat Joyce teveel van zichzelf vraagt. Maar ik vind het echt fantastisch om weer zo vertrouwt naast Joyce te rennen. Er volgen een paar wandelpauzes, maar dat boeit mij niks. We lopen 8 kilometer bij elkaar. Ook het tempo boeit mij niks. Ik vond het gewoon heerlijk. Mijn peesplaat vond het ook prima. Helaas is het thuis een beetje crises en daardoor gaat het zwemmen niet lukken. Dan maar fietsen. Hetzelfde rondje over de berg als gisteren, maar nu op een ander fiets. Eens kijken of dat uitmaakt! Na een paar kilometer begint de klim naar boven en dan blijkt dat ik een ‘tegenstander’ heb: mezelf!
Als er iets is wat ik nog erger vind dan welke tegenstand dan ook is dit het wel: vergelijken met mezelf! Ander moment, andere dag. Het gaat niet beter. Integendeel. Ik kom achter te liggen op mezelf. Op een betere fiets. Pas richting het kasteel ga ik me er zoveel aan ergeren dat ik meer mijn best ga doen. Niet lezen, niet appen, trappen!
Ik haal mezelf in en neem een voorsprong. Dit kost meer inspanning dan het gisteren deed. Ik maak een paar dezelfde plaatjes. Onder de sneeuwbruggen en langs de ballon en op de brug.
Ik laat mezelf van gister ver achter me. Deed ik gister nog ruim 39 minuten over de klim, vandaag ben ik (net) binnen de 37 minuten binnen. Volgens mij is dat een nieuw record. Ik weet niet of ik nou heel blij moet zijn, omdat ik niet kan achterhalen waar het aan ligt. Het leert me in elk geval dat omstandigheden nooit gelijkwaardig zijn!
Links 20 januari, rechts 21 januari
Ik race naar beneden. Het gaat echt lekker hard! En ik maak hetzelfde rondje af. De gemiddelde snelheid ligt hoger, de cadans ligt hoger, de intensity factor ligt hoger.
22 januari – toch maar trailen
We zouden naar de bootcamp gaan, Vincent en ik. Op tijd opgestaan, op tijd gegeten. Vraagt Vincent me: “heb je zin in de bootcamp?” Ik zeg dat ik vooral zin heb in het hardlopen. Vincent stelt voor dan de auto te pakken en ergens te gaan trailen. Ik twijfel even. Vincent stelt Lelystad voor en dan ben ik om: trailen is leuker, beter voor hem en goed om mijn schoenen te proberen. Om half 11 staan we aan de andere kant van de Oostvaardersplassen tussen de vroege vogelspotters. Met nieuwe schoenen aan mijn voeten.
We gaan vogeltjes kijken. Qua tempo en qua vogelhutten. Ik moet de zoom van de route instellen.
Na de eerste 2 vogelhutten, gaan we onder het tunneltje door.
We starten een merken-woordenslang. Dat leidt af. De ondergronden zijn lekker verschillend en niet heel modderig gelukkig. We komen op een pad waar ik al fietsend vaak van dacht: daar moet ik eens lopen.
Dan een brug over.
Het is lekker weer: niet eens echt te koud. We gaan langs het spoor weer terug naar de Kleine Praambult. Overal poortjes door. Wel een stuk of 5.
Op de Kleine Praambult drinken we iets en dan hobbelen we verder over de weg. Dat vind ik minder. Mijn veters gaan los. Voor de rest zijn het TOPschoenen! Ze houden niet van asfalt: dan maken ze herrie. Het asfalt duurt me wat lang. Dan het veld op. Vincent heeft het moeilijk. Het tempo is te laag voor hem en hij is somber. We gaan naar de volgende vogelkijkhut. Het is er druk en onrustig.
Dan terug naar de brug.
Ik drink weer wat. Doe ik goed! Het voelt ook goed. We pakken nog een pad waar ik altijd al eens wilde lopen. Kan ik die ook afstrepen!
Dan over de Knardijk. We kunnen terug en Vincent wil dat misschien ook wel, maar doorgaan als het niet zo leuk is moet ie ook oefenen van me. Hij maakt een foto van mij bij het water. Nog zo’n wilde-ik-altijd-nog-eens momentje.
Weer een lang stuk over de weg. Ik stel Vincent voor zijn tempo even op te voeren omdat langzamer lopen ook niet makkelijk is, maar we gaan het bos weer in. Vincent telt de kilometers af. Het bos is saai. Gelukkig niet modderig. Maar saai. En wij zijn niet zo leuk. Niet zo gezellig. Niet zo vlinderig. De weg is ook saai. En het weer is ook bewolkt.
In tegenstelling tot de andere kant van de Knardijk zien we hier maar 1 meneer. Iedereen is aan de andere kant aan het vogelspotten en wandelen. Logisch, want dit is bepaalt… saai. We komen op het fietspad en met nog een paar kilometer te gaan, verhoog ik het tempo. Komt het een beetje in de buurt van Vincents sloom. Hij vult het meteen in en begint wat te kletsen. Maar goed ook, want ik kan het dan niet meer. We gaan weer een keer de Knardijk op.
Of het nu de volle 13 kilometer worden of niet, we willen er zo snel mogelijk zijn! We zien nog een hertje.
Ik ben rond met 12,5 kilometer. Het is prima zo. De schoenen zijn nog behoorlijk schoon.
En mijn peesplaat? Die heeft zich niet geroerd! Dat was weer eens een aardige week. Ik hield me niet erg strak aan het schema, wat voor mij een prestatie op zichzelf is! Maar wel lekker weer eens meer dan 7 uur gedraaid!
Op 1 januari om 12 uur ‘s nachts knallen wij de champagne open! Ik zit vol oliebollen. En ik heb zin in de brut die al een jaar aan het wachten is. Dus ik drink tijdens het vuurwerk 3 glazen leeg. Nou! Dat komt lekker aan! Het leven en de omgeving en al het vuurwerk waggelt al snel een beetje om mij heen. Ik heb een nieuw Garmin Horloge en die moet wel getest worden. Dus Vincent en ik gaan een rondje om het park wandelen. Het gaat mij niet helemaal soepel en op een rechte lijn meer, maar die ene keer in het jaar geniet ik daar echt van! Het horloge was ook nog niet klaar en neemt geen route op, omdat ie nog geen GPS heeft. Dat had ik in mijn beschonken toestand niet door!
Flink uitslapen en gelukkig was het zo’n goede champagne dat ik er geen last van heb, zelfs geen kater. We klussen weer de hele dag en ‘s middags gaan Rob en ik een frisse neus halen en wandelen. Nu werkt het horloge prima! Echt veel sport is het dus niet op deze eerste dag van het jaar. Het kan de rest van het jaar alleen maar beter worden! Ik maak de sportplanning voor het jaar. En ik neem me voor om te starten met afvallen. Er moeten een 7 en een 6 in een andere volgorde komen te staan. Vanaf morgen. Dan maar.
2 januari – Bootcamp
De eerste hardloopmeters van een nieuw jaar. Ze voelen altijd vers. Ik heb een beetje last van mijn rechterhiel. Dat is nooit heel goed, maar het is nog niet echt pijnlijk. Ik loop via een ommetje naar de bootcamp. Met muziek van mijn horloge! Ik heb die rust nodig zonder al dat gekwebbel. We zijn met zijn vijven: 1 mannelijke trainer, 1 man en 3 dames. Ik loop voor ze uit en maak een ommetje en tot slot loop ik 5 kilometer vol. Niet vanzelf. Er zitten nog wat oliebollen en wat alcohol dwars 🙂
Dan bootcampen. Ik doe mijn best. Ik heb het eerste stuk de muziek aan. Maar dit zijn wel vrolijke kwebbels. We doen ook dennenbomen en buikspieren. Intussen ken ik de oefeningen en doe ik wat goed voelt voor me. Ik merk zelfs dat ik het een beetje heb gemist, maar echt leuk en uitdagend vind ik het niet. En dan rennen we weer naar huis, ik en 1 andere dame met wie ik een trailafspraak maak. De eerste 8 kilometers van 2023 zitten er al op. Gekscherend denk ik: nog 2015 te gaan! Maar het hoeft niet echt ergens voor.
3 januari. Fietsen in Zwift.
Ik doe nog even rustig aan de eerste 2 weken van dit jaar. Daarna kunnen we weer bouwen, maar ik voel behoefte aan niks moeten, niks hoeven en even wat minder. Niet niks, maar minder. Vandaag een korte fietsopdracht. In Zwift. ‘s Avonds. De training staat op mijn horloge, en ik doe een route in Zwift.
‘Intervallen op hoge cadans’, staat op het schema. ‘Niet op de data letten’ stond erbij. Uh-huh. 5min infietsen hoge cadans en dan ga ik eens boven de 90 zitten. Let ik toch ergens op data 🙂 Toen had ik nog iets verkeerd ingesteld en deed ik de serie met versnellingen maar 2 keer in plaats van 5 keer. Ik versnelde even flink voor die korte tijd van 30 seconden. Prima te doen. En de cadans hoog houden. Daarna weer 5 minuten rust.
De fiets heeft meer ruimte gekregen. De bank staat bij Vincent en de kastjes ook. Ik raakte al gewend aan een hoge cadans. Daarna 5x (deze wel!) 25 sec nog harder en 30sec rust. Leuk: net lang genoeg; zowel inspanning als rust. Dan weer 5 minuutjes soort van bijkomen.
En toen nog 5 keer zo hard mogelijk 20 seconden lang en 30 sec rust. Toen uitfietsen. Daarna heb ik nog twee keer zo hard mogelijk gedaan en een pr gehaald op de sprint met 15% sneller!
Al met al een leuke explosieve en korte training van ongeveer 3 kwartier. Voel ik mijn beentjes ook eens! En een mooie hoge cadans. En een mooi tempo op de koop toe. Nu nog proberen of Zwift en het horloge tegelijk kunnen. Ik stap helemaal tevreden af.
4 januari – zwemmen
Dat moesten we ook maar eens weer proberen. Ik heb een aantal weken niet gezwommen en vooral de kast opgeruimd. Dat is te merken: geen badmuts bij me. En de zin is ook niet ingepakt. Ik ga lekker in de langzamere baan met achtje. We gaan een tempotraining doen met techniekelementen.
Voor de minder snelle banen, worden de afstanden gelukkig aangepast!
Inzwemmen deed ik maar kort, omdat ik laat in het water sprong. Het horloge moest nog even ingesteld worden. Maar die stopt vanzelf als ik aan de kant hang. Dan 2×100 hondjeslag en daarna 150 tempo. De 150m die we doen, moeten elke keer op tempo. Het horloge telt ook nog eens bijna goed! Drukke, volle baan met iets van 7 mensen en daardoor heb ik een slechte concentratie. 2x100m begin met 25 wrikken midden. 150m tempo. Dan zittend wrikken. Hahahaha! Ik moet er vreselijk om lachen, zittend op een achtje. Mijn armen zijn loeisterk. 150m tempo. En dan nog 25 scullen van de 100m twee keer. 150m tempo. Tot slot 75 school/ 75 rug. Ik pak veel drinken en heb ook trek, omdat ik weer keurig aan het eten be, en dat betekent: niet zoveel. Het horloge is in elk geval postief qua afstand en tempo. En overeenkomstig met hoe het ging. Maar er staat niet genoteerd hoe rommelig ik het vond gaan. Als ik de shampoo zoek die ik echt niet kan vinden (een heel klein restje), vind ik 2 badmutsen.
5 januari. Baantraining – waardeloos in velerlei opzicht.
Vanmiddag ging ik via het werk eten bij vander Valk en daar nam ik al het fruit in het kader van dieet. Na een paar uur merkte ik dat mijn darmen en maag reageerden. Ik voelde me niet lekker. Heel bekend. En dan zit ik achter mijn bureau, dus het is te behappen, maar ik moet niet denken aan de baantraining. Net nu ik daar eens een keer cynische zin in had: DdK van Proschema gaat de training geven in combinatie met zijn eigen groep. In het kader van ‘heb-niet-alleen-veel-kritiek-op-deze-loser, maar ervaar het ook voor je zeurt’ zag ik er op een bepaalde manier naar uit. Maar met buikpijn: dat wordt een opgave. Een overbekende opgave, die ik nooit uit de weg ga. Bij de baan zijn toiletten. Ik ga 5 minuten voor tijd inlopen. Veel te weinig voor deze ouwe taart.
Wat er niet goed was aan de training (helaas is dit veel meer dan wat er wel goed was)
drukte. Zoveel mensen: ruim 30. Ik zag het aankomen en had de Shokz bij me om me af te sluiten, maar de muziek moest hard. Ik liep ook a-sync. Geen gegroep voor mij, niet samen lopen. Wel geslinger om mensen heen. Waardeloos punt 1
Iedereen rent veel te hard. Ook de mensen die normaal achter me zouden lopen beginnen met een tien km tempo onder de 50 minuten. Allemaal! Waardeloos punt 2. Op het einde ga ik juist steeds harder en moet ik om ze heen cirkelen. Ook waardeloos.
Maar veruit het allerergste: ziek, zwak en misselijke ikke. Vanmiddag veel voorgesneden fruit en salade gegeten en tja: daar zit fructose in. Dan doen mijn darmen pijn. Voelt opgeblazen en boerderig en pijnlijk. Wat uiteraard geen reden is om niet te gaan lopen! Vooraf al flink naar de wc, maar tijdens het lopen werd ik echt misselijk ?. Ik moest bijna kotsen. Halverwege nog een keer naar de wc, maar het kost zoveel energie!
Als de schaal de 6 atletiekbanen zou zijn, krijgt deze training dit cijfer: een 1
Wel leuk:
De kern van 3x400m z4 met 200dribbel/wandel. 400m seriepauze. Dat was wat ik deed tenminste. En dat in 3 series. Fijn dat dit vooraf al gecommuniceerd was. Ik ging na de tweede serie naar de wc. De laatste serie ging (daarom?) redelijk! Toen klopte de hartslag en het tempo. De eerste 400m ging op 5:15, de laatste op 4:50. Dus wel een groot verschil.
tip: knieen optrekken, werkt. Heb ik toch iets gehad aan DdK. Wonderlijk genoeg.
Ik kan weer heel diep en heel lang doordrammen. Mind over matter. Me niks aantrekken van darmklachten is helaas een tweede natuur. Eigenlijk moet ik na 1 serie al naar de toilet, maar ik ga pas na de 2de serie.
Uitlopen om de baan met een pissige Vincent en dan rust vinden. Alleen, buiten de baan en op de parkeerplaats: dan is het hardlopen opeens een stuk minder stressvol.
Soort van blij dat ik nu het voedingsprobleem boven tafel lijk te hebben: fructose valt niet goed. Hier kan ik verder mee testen (volgende week nog een fruitdag dan maar) en daar kan ik dan actie op ondernemen. Dan vallen de dingen misschien op hun plek, ook al is het wat laat. Het heeft al menig wedstrijd verpest. Fructose zit in veel gels, en zeker in de sportdrank die ik gebruik. Dat stapelt zich natuurlijk op.
Of ik word echt misselijk van DdK, die in Hamburg ook meedeed 🙂 Of van mensenmassa’s. Maar daarvoor startte de ellende te vroeg, namelijk ‘s middags al. Volgende week maar verder met de diëtiste onderzoeken.
6 januari – Lopen met mijn topcollega en over de desolate Floriade.
Op het schema staat 60-70 minuten lekker lopen, maar ik wilde dat wisselen met zondag waar “fietsen (liefst buiten)” staat. Vincent doet zondag een wedstrijd en ik dacht dan gewoon 10 km te gaan lopen. In de lage zones. Dan moet ik vandaag buiten fietsen. Is een ding voor mij. Mijn collega appt dat ze weekend gaat vieren na al het extra werken. Ik opper dat ze lekker kan gaan rennen nu, maar zij ziet daar tegenop. Ik zie op tegen het fietsen. De was, de laatste kastjes in elkaar zetten, boren, opruimen: dat heb ik gedaan. En Vincent naar de Eemhof brengen. Als we hem gaan ophalen, bedenk ik dat ik met mijn collega mee kan lopen om haar te steunen. Ik graai snel de spullen bij elkaar. Rob zal me afzetten. Zij denkt echter dat ik op de fiets kom. Het is even verwarrend, maar als ik bij haar kom, is zij al omgekleed. Ik 5 minuten later ook. Leuk om een keer een ander rondje vanuit Almere Haven te doen. We kletsen en kwebbelen en de bedoeling was om rond de 6:00/6:30 te lopen. We gaan harder. Dat lukt me prima. Ik wilde dat ik kon zeggen dat ik geen last meer heb van mijn darmen, maar ik voel al snel de onuitgenodigde aandrang. Ook mijn collega-vriendin kent het en zij heeft zakdoekjes bij zich. We lopen om het kasteel heen.
Na een kilometer of 4 duiken we allebei aan een kant de bosjes in. Jammer dat mijn darmen dus toch iets langer last houden. En dan cirkelen we weer door Almere Haven. Kletsend. Ik ben hier 1 keer geweest: op mijn eerste werkdag met SS wandelend, die nu ons beider collega is. Grappig hoe dingen lopen. Collega-vriendin vindt na een conditiedip en met haar vermoeidheid 6,5 kilometer prima. Ik wil en kan ietsje verder. Maar eerste drinken we samen nog een kopje thee bij haar! Ze heeft een heerlijk huis. Ik pak mijn rugzak met spullen en zal naar het Oor lopen. Almere Haven uit heb ik een hele duidelijke routebeschrijving meegekregen en ik kom echt waar ik nog nooit ben geweest! Het gaat prima! Dan kom ik bij de brug die eerst nog alleen voor de Floriade was, maar nu is dat terrein open. Ik wilde er al eens heen. Ik heb nog 20 minuten over voor Rob me bij de McDonalds zal oppikken. Er is veel meer verkeer dan ik dacht op de Floriade en de bus, maar ik kan overal lopen.
En dat vind ik erg leuk. Het doet me denken aan betere tijden en zon en mooie dagen. Nu is het somber, wordt het al donkerder en het is verlaten. Het voelt als vergane glorie, maar dat kan ook mooi zijn!
Ik loop het cirkeltje en stop voor fotootjes. Volgende keer gaan we hier rondzwerven. Het fascineert me. De omgeploegde veldjes, maar ook de dingen die er nog wel verlept staan.
Ik loop over de parkeerplaats naar de McDonalds. 10 kilometer haal ik net niet binnen een uur, maar in werkelijkheid ben ik natuurlijk veel langer onderweg geweest met allerhande stops: van bosjes tot thee en foto’s. Rob pikt me op. Ik ben tevreden. Alleen doet mijn rechterhiel pijn. Dat is zorgelijk. Nog niet qua pijngraad, maar vorige keer heb ik te lang gewacht en werd het een ernstige peesplaatblessure. Dat moet ik nu maar voorkomen. Ik kan beter nu even wat minder lopen. Gek genoeg doe ik nu juist minder als een half jaar geleden, dus er is iets anders, maar wat? Als ik de nieuwe sokken moet bestellen, zie ik dat die me geholpen hebben tegen een peesplaatblessure. En die zijn stuk, dus ik heb ze al een tijdje niet aangehad.
7 januari. Ik voel me niet zo lekker. Niet ziek, maar gewoon een beetje lamlendig. Niet echt ergens pijntjes, maar nérgens zin in en moe van niks en ik kom nergens toe. Het lijkt overal een rommeltje wat ik wil opruimen, maar ik weet niet waar te beginnen. Heel irritant. Ik erger me aan de rotzooi en aan de rommel en eigenlijk aan alles en iedereen, maar vooral aan oud papier geloof ik. Dat heb je zo wel eens.
Vincent is echt ziek en die gaat niet zwemmen. Ik wil niet bij het zwemfeestje van de volwassenen, dus ik ga ook niet. Jammer dan. Ik ruim oud papier op, maak mijn eigen kamer helemaal op orde, (vind weer een extra berg oud papier) was al het beddengoed en ik strijk alles. Ik rommel maar mee de dag door. Ik doe dan ook al de hele week superkeuring aan de lijn en ook vandaag grijp ik niet naar de chocolade of de snoepjes.
8 januari – Buiten fietsen
De strikte suikervrije week levert me 2,5 kilo minder op. Het kost energie. Zoveel is duidelijk, want ik voel me lusteloos en sloompies. Geen zin in echt iets. Behalve boekje lezen en op de bank liggen. Ik voel me niet echt helemaal lekker. Geen alarmerende hartslagen of iets dergelijks, maar gewoon niet helemaal fit. Vincent gaat hardlopen en zanikt. Ik ga even niet meer hardlopen, want mijn rechterhiel is erg gevoelig. Misschien dat die verplichte pauze me irriteert. Er staat dat ik buiten moet fietsen op het programma. Het weer zit mee, maar ik zie er tegenop. Vijfendertig kilometer lijkt opeens zo’n end. Ik ga het toch maar proberen. Op de MTB. Rondje Oostvaardersplassen. Ik neem geen fietscomputertje mee, heb ik ook geen data voor mijn neus. Ik heb wel gekeken naar de wind en ik zet een muziekje aan. Het fietsen met de wind mee is eigenlijk zo erg nog niet!
Er zit natuurlijk niet erg veel tempo in, maar wind mee lukt het nog wel. Op de Knardijk begint de ellende. Wind tegen en van opzij. Ik twijfel even over het bos, maar dat is nog langer. Het is wel erg mooi!
Van tijd tot tijd loopt de fiets opeens aan en kom ik nauwelijks meer vooruit. Behoorlijk hinderlijk. Ik denk bij mezelf: ik ga dadelijk gewoon lekker ergens een rustpauze houden. Bij het centrum en als ik daar voorbij ben, denk ik: bij de sluizen. Maar ik denk ook: laat ik doorfietsen, dan ben ik eerder weer thuis.
Eigenlijk heb ik her en der een aantal pijntjes. Beetje vervelend. Linkerknie. Zitbotten. Mijn teen rechts. Ik hou nog een korte stop na de sluizen omdat de fiets weer vreselijk aanloopt.
Ik zie niet echt iets verkeerds en met een paar keer remmen is het weg. Doorfietsen dan maar weer. Ik kom helemaal niemand meer tegen! Dt is wel lekker. Ergens moet en zal ik de 35 kilometer halen. Het schuren van de fiets wordt steeds hinderlijker. Als het weg is, gaat het lekker, maar soms sta ik echt bijna stil. Ik rij door de wijk, liever als nog langer tegen de wind in langs de Vaart. Dan kom ik er achter dat het spatbord omhoog gezet kan worden en dat het dan klaar is met het schuren. Het spatbord is beschadigd. Ik maak de 35 kilometer vol. Joepie! Ik zie op tegen een week overvol werk met bellen van klanten en niet kunnen hardlopen en niet meer snoepen.
En dan is het klaar. Na 1014 keer mijn bewegingsdoel van 350 actieve calorieën te hebben gehaald (ruim 2 jaar dagelijks), na duizenden dagen waarop ik mijn sta-uren heb gehaald (12 keer op een dag 1 minuut staan in een uur) en ik heb bijna 2100 keer het dubbele bewegingsdoel gehaald. Daarom had ik dagelijks mijn Apple Watch om. Om die streak maar vol te houden. En morgen gaat ie af. De druk van het staan en van het bewegingsdoel kan eraf. Ik doe alleen nog de Garmin om.
JK heeft een documentaire gemaakt over zijn hardloopmaatje. Het is een oefenproject. Toen ik een paar weken geleden de docu zag, raakte ik geïnspireerd door het hardloopportret. We raakten digitaal aan de praat. Over het maken van hardloopportretten. Dat willen we samen uitwerken en hoe kan dat beter dan trailend?! JK loopt 100-milers en komt uit het Gooi. We spreken af bij La Place. JK zwerft en doet niet aan een vaste route. Hij kent de omgeving. We kletsen vanaf moment 1. Welk werk we doen, hoe ik aan zwemmen ben begonnen en hoe hij tot filmmaken kwam. De eerste 3 a 4 kilometer let ik amper op de omgeving. De bomen zijn prachtig van vorm en steken zwart af. Ik moet best doorlopen, maar dat doe ik zelf. Ik weet zeker dat het van JK niet hoeft. Ik ga vragen waar we zijn en hij zegt dat we richting Anna’s Hoeve lopen. Hij wijst me de berg, maar dat is de kunstmatige berg. Ik kom erin als we naar de echte berg van Anna’s Hoeve lopen. Of ik er op wil, vraagt JK. Hoezo niet? Het komt werkelijk niet in me op om er langsaf te lopen! Het is geen kwestie van willen: dit doen we gewoon!
Boven drink ik wat en doe mijn jasje uit. Dan lopen we terug richting het Bluk. Leuk om iemand bij te hebben die alles kent of wil uitproberen. En die blijft praten. Na een kilometer of 7 hebben mijn benen minder zin. Ik let niet op de tijd of afstand. Mijn hoofd maakt grote stappen terwijl JK zijn ideeën uitspreekt. Ik voel dat het kan en dat het gaaf kan worden. Op de hei is het gaaf met de mist. Als ik bedenk dat ‘ja’ het enige antwoord is, wordt het allemaal wat rustiger. Ik moet JK 1 keer vragen het tempo wat te temperen. Na 9 kilometer maken we nog een ommetje, omdat ik echt niet voor minder dan 10 kilometer ga en uiteindelijk worden het er zelfs 11. Ik had op meer kilometers gehoopt, maar het is prima zo. We bekrachtigen dit loopje en de intentieafspraak met een warme chocomelk.
24 December Een Wondermooie Trail met PL
Hij wilde met mij trailen, deze mega-held. Om half 9 haalde hij me op en we gingen naar Austerlitz. We waren zo in gesprek over muziek en trainerschap, dat ik pas op de A12 bedacht dat we wel een hele lange route namen! Daardoor sloten we de autorit af met de muziek van Loreena McKennitt: Skellig. Een prachtig aanknopingspunt. We gingen vanaf Beaufort Huis lopen, PL deed de route. Ik ging vertellen van mijn doel voor 2023 en hoe ik Skellig ervaren heb. Daardoor was het tempo dat van mij. De kilometers en alles was ondergeschikt. We kwamen bij Heidestein.
PL weet dan te vertellen dat dit een oorspronkelijke tuin is, aangelegd met een smalspoortreintje. We maken een ommetje langs de bruggen, over de berg en door het tunneltje.
Om het water heen, wat rust uitstraalt. Ik drink wat water met maltodextrine. En over de bruggetjes.
Ik vertel verder en ben gefascineerd dat er van het oude stationnetje alleen nog een betonnen wand is overgebleven. Zelfs PL kan een keer verkeerd lopen, want we komen nogmaals bij het ‘oude stationnetje’. We moeten een stukje omlopen, want het veld wat we zouden oversteken is wildgebied geworden. Ik vind dat niet erg. We lopen een beetje halfverhard. Kan ik even mijn verhaal afmaken. Als dat klaar is lopen we een licht glooiend gebied in met groen en zand. Ik vind het supermooi.
En dan begint zomaar de muziek van Loreena McKennit weer te spelen! Full Circle nog wel. Het is wonderbaarlijk om haar te horen zingen “In your heart, in your soul, did you find peace there” terwijl we rennen. Het doet me wat.
Dan gaan we weer het bos in en vertelt PL waarom en wat hem nou zo stoort. Dat is mooi, dan hoeft ik een tijdje alleen maar te luisteren. PL heeft nog wel een boeiende vraag voor me, over wat ik bedoel met ‘geen Women-on-top”-verheerlijking in de post die ik eerder plaatste. Ik kan dat prima uitleggen, want ik vind dat vrouwen eigenlijk geen voorkeursbehandeling nodig hebben, ook al is maar 10% van de deelnemers aan een Ironman vrouwelijk. Dan komen we bij het Koepeltje van Stoop.
Blijft een geinig bouwwerkje. We kijken bij de Speeltuin om daar kort te pauzeren, maar het is gesloten. Dit is de eerste keer dat ik kijk naar de kilometers en er zitten er al 14 op. Mooi aantal. We gaan omhoog naar de Piramide. Als we daar zijn breekt er een zacht zonnetje door.
We lopen er omheen en wederom is de sfeer een beetje elfachtig. Ik moet even een raadseltje oplossen, maar ik vind het ook wel weer best en leg het naast me neer in het mooie licht.
We gaan het bos in en nu is het mijn beurt om 2 mensen de grond in te boren. Ik ontdek dat ik iets vertel wat me blijkbaar al sinds 2020 dwarszit: alle aandacht voor de nep-zieligerds. PL begrijpt het prima: je moet niet zeggen wat je doet, maar doen wat je doet. Ik merk dat ik iets vaker moet wandelen. Kort hoor, maar PL vindt het niet vervelend. We komen langs de KNVB en dat verrast me. En dan opeens zijn het 21,1 kilometer. Het moment gaat voorbij dat ik een halve marathon loop en dan komen we van de andere kant als ik dacht weer bij de auto en het Beaufort Huis. Ruim een halve marathon in iets van 2,5 uur. Totaal onbelangrijk, zowel de kilometers als de tijd. Het was gewoon een briljant mooie ervaring! Bij het Beaufort Huis is het bloedheet. We drinken er nog een warme chocomelk en ik ben superblij met het feit dat ik geen krokodillen heb hoeven te verjagen! Niet eens de vissen. Jammer voor Austerlitz dat de plaag aanhoudt. Ook naderhand geen last van diarree of iets. We nemen de korte route terug naar huis over de bekende weg vanaf Zeist. Ik heb inmiddels 999 dagen achter elkaar het Apple doel gehaald! En 1992km gerend in dit jaar.
25 December – 1000 dagen We klussen. Sjouwen. Trap op en trap af. Met de handen vol. Sorteren. Leegruimen. Schuiven. Al met al een kerstdag zonder kerstlampjes. Met kerstzweet in werkkloffie. Wel met snoeppies! Vind ik niet erg, ik mis geen kerstdiners ofzo, maar het is wel vermoeiend. Ik ga het niet redden om te gaan hardlopen en ik ga ook niet fietsen. Want ik haal mijn Apple Watch doel toch zeker wel! Daar is ie dan: DUIZEND dagen achter elkaar haal ik mijn rode doel. Het aantal actieve calorieën wat ik verbrand ligt al ruim 2,5 jaar achter elkaar dagelijks op 350.
Mooi doeletje toch! Kan ik weer iets afstrepen dit jaar.
Ik ben ook bezig met het presenteren van mijn doel volgend jaar. Vorige week heb ik in 4 afleveringen de mensen bedankt die me na liggen. Zorgvuldige berichten. Met een foto en een quote die er (wat mij betreft) goed bij past. Nu schrijf ik in 4 berichten over mijn doel voor 2023.
Doel 2023 -1 (van 4) de liefde en Skellig 1996 Vanuit Ierland, tijdens een fietsvakantie(!) met mijn zusje stuur ik een kaartje naar Rob, die ik ken van het vakantiebaantje. Met mijn telefoonnummer erop. We bellen. Urenlang. Vanaf 26 augustus is het ‘aan’. 1997 Rob en ik gaan samen op fietsvakantie. In Ierland. The Ring Of Kerry. Een 10 daagse fietsroute met 20 á 40 km fietsen per dag. We zijn verder a-sportief. Ik doe lange mouwen aan omdat ik anders verbrand! Op 1 dag na is het ongekend heet op het groene eiland. Op die ene dag dat het regent gaan wij naar Skellig Micheal. Monniken hebben daar, op die onbereikbare rots 12 kilometer uit de kust, hutten gebouwd in de 6ste eeuw die er nu nog staan. Daar ben ik diep geraakt door het doorzettingsvermogen van deze monniken die slechts 3 maanden van het jaar naar het vasteland konden in een wankele boot. 1999 Ik wil terug naar Skellig Micheal om mijn eindexamenfilm te maken in de ‘goede week’, de week voor Pasen. Het eiland was onbereikbaar. Golfslag. Wat een prachtige eindexamenfilm opleverde, waarvoor heel veel overwonnen moest worden. 2004 Rob en ik gaan samen met een auto door Ierland. We bezoeken ook Skellig Micheal. Opnieuw ben ik geroerd door de kracht van de monniken om honderden traptreetjes uit steen te hakken. 2006 Vincent geboren, Ierland en Skellig verschuiven naar de achtergrond. 2011 We waren met een kleuter in Ierland met uitzicht op Skellig, maar de uit rotsen gehouwen trapjes zijn met een kind van die leeftijd onverantwoord. Ik heb nog nooit in mijn leven hardgelopen en ken dat ook niet. Bij Skellig ben ik sindsdien niet meer geweest.
Doel 2023 – 2 In de vorige post vertelde ik over Great Skellig en de monniken die tot het uiterste moesten doorzetten aan de rand van het bestaan. Vanaf 2012 ging ik sporten. Na 39 jaar zonder enige sport te hebben uitgeoefend of daar überhaupt ooit een gedachte aan te wijden.
2012 Ik ga hardlopen. Afvallen. Een uurtje per week trainen. Klinkt als prima te doen. Ik geniet ervan! Mijn eerste doel is 5 kilometer achter elkaar lopen. En zo bouw ik uit tot een halve marathon. 2013 de eerste hardloopwedstrijd: Almere City Run 21,1km. In december volgt de marathon (maar net niet voor mijn veertigste verjaardag helaas) Hardlopen heeft mijn hart gestolen! 2015 Een PR op de marathon in Eindhoven, 4 dagen voordat Rob en ik trouwen en ik zijn achternaam ga dragen. Skellig Micheal wordt befaamd als Jedi locatie in Star Wars – The Force Awakens; maar aan mij gaat dat voorbij. 2016 Kennismaking met triatlon. Omdat Vincent en mijn trainer me inspireren. Ik moet leren zwemmen. Een uurtje trainen per week worden uren. 2017 De halve triatlon in Almere. Ik heb leren zwemmen vanaf nul. De halve triathlon vergt al mijn doorzettingsvermogen. Als een monnik op een eenzame onbereikbare rots Skellig. Ik verleg mijn grens van wat ik ooit dacht te kunnen. Vanuit het niks ben ik getransformeerd in een atleet!
Doel 2023-3 (van 4) Sporten in het buitenland Ergens in 2018: Als Rob de film van Star Wars kijkt zie ik Skellig voorbij komen. De vakantie van lang geleden komt terug in gedachten. Het valt me op dat de Ring of Kerry zo’n 180km is. En ineens is dat als triatleet een ander getal! Het is een fietsafstand, tussen het zwemmen en een marathon in. Dat klinkt als een droom! En ja, er is een hele triatlon in dat deel van Ierland! In mijn hoofd staat het plan sindsdien vast: voor mijn 50ste moet mij dat lukken, die ene hele triatlon. Een meerjarenplan. Doorzettingsvermogen van een monnik uit de 6de eeuw. 2019 De Frysman. Ik moet testen of ik fysiek in staat ben om een hele triatlon te doen. Bewezen. Ik verdrink niet. Ik doe alle mogelijke triathlonafstanden in 2019. Van Rob krijg ik een t-shirt waar de prestatie op staat. En dan worden de plannen doorkruist om in Ierland een triatlon te volbrengen. 2020 Corona is een geweldige mogelijkheid voor prachtige hardloopavonturen! Maar de trainingen voor de hele triatlon in het buitenland moeten even in de ijskast. 2022 Wegens uitgestelde vakantieplannen kan ik nog niet naar Ierland terug. Een andere triatlon in het buitenland dan maar: de Ironman in Hamburg. Ook daarvan moeten we kijken of het lukt. Ik heb 2 hele triatlons voltooid en in 2022 zowel alle triatlonafstanden als los alle hardloopafstanden gedaan; die uiteindelijk tot het hoofddoel volgend jaar moeten leiden!
‘s Avonds ga ik strijken en luisteren naar een podcast. Dat doe ik niet zo vaak, maar deze grijpt me aan. Het is in het Engels en gaat over het doel van 2023, de organisator Allen vertelt. Wat een mega-held! Bij hem gaat de triatlon om de beleving, niet om een PR. Hij betaalt iedereen die meewerkt, er zijn geen vrijwilligers. Al dan niet via hun club of sponsoring. En toch blijft het betaalbaar! Hij vindt het gaaf dat mensen ver reizen, vanuit een ander deel uit het land, voor zijn wedstrijd. En hij is ook voorzitter van de landelijke triatlonbond. Om niet de klager aan de zijlijn te zijn. Ik citeer zijn woorden: “I think if you are a 40-something-year old man or woman, who has a fulltime job and a family and everything, and you are managing a marathon or a triathlonin the weekend, you are doing pretty damn good.” Het compliment van deze man is niet voor mijn persoonlijk bedoelt, maar dit komt aan! Het strijken is nog nooit zo inspirerend geweest.
26 December. Kerst en … nog 8 maanden
Kerstbrunchen. Lekker eten en leuk met de familie Weerwolven spelen. Heerlijk! Ondertussen verkopen we de kasten van de jongenskamer. Dus ‘s avonds moeten de laatste kasten leeggehaald worden, de kasten naar beneden gesjouwd worden en ik loop de trap tig keer op en af. Tot ik me de trap op sleep voor weer een la. Als we in een volgebouwde woonkamer op de bank zitten, blijf ik daar hangen. Ik heb mijn bericht geplaatst welke wedstrijd ik volgend jaar ga doen.
Doel 2023 – 4 – The Hardman
Ergens eind 2021: Eindelijk vertel ik Rob van mijn plan om de @hardmanireland in Ierland te doen. Terug naar Killarney, het beginpunt van de Ring of Kerry. Onmiddellijk begrijpt hij dat ik daar op 1 dag de hele Ring of Kerry wil fietsen. Een vakantie die draait om de hele triatlon. Een woord wat we niet eens kenden toen we in 1997 samen etappes fietsten en ik met mijn rode haar in het Iers werd aangesproken!
Ik wilde in 2021 de triatlon doen, maar corona vraagt om aanpassing van de plannen.
5 juni 2022: Het is zwaar in Hamburg tijdens de marathon van de Ironman. Voedingsproblematiek dwingt me tot wandelen. De Ironman wordt qua publiek en deelnemers rustiger als ik rond de 30 kilometer voortploeter en dan bedenk ik me dat de triatlon in Ierland rustiger zal zijn en mij beter zal passen. Van de 200 deelnemers daar wil ik er 1 zijn! Ook dat zal doorzettingsvermogen kosten, maar het geeft me moed om door te zetten in Hamburg.
Nadat ik de magische woorden “you are an Ironman” heb gehoord, train ik door met een nieuw doel in het vooruitzicht. Met op de achtergrond in mijn hoofd altijd de aanblik van Skellig Micheal. Met in gedachten vaak Waterville, Sneem of Killarney. Me immer verheugend om te zwemmen in het water van de legende ‘Tir na Nog’ bij Killarney.
Ik ben een Frysman en een Ironman, maar mijn droom is het om een Hardman te worden. Zwemmen in de Lakes of Killarney, the Ring of Kerry fietsen en een marathon lopen in het national park bij Ross Castle.
26 augustus 2023 – Op de dag dat wij verkering kregen, ga ik met mijn liefste supporter en echtgenoot terug naar Ierland, Killarney. Dan ga ik de Hardman doen! “Prove yourself”
Daarna boeken we een boot naar Skellig Micheal. Dan is mijn leven compleet. Dan is mijn cirkel, ‘the Ring’, rond.
8 maanden verwijderd van de race waar ik al 5 jaar naar uitkijk. Een lange adem, een visie en rotsvast geloven en bouwen; net als een monnik op Skellig eeuwen geleden nodig had.
Ik krijg reacties en ik stuur naar de organisator een bericht. Na het luisteren naar de podcast gisteren, wil ik mijn motivatie graag voor hem vertalen. Hij reageert (weer) snel, net als toen ik eerder reageerde. “You won’t regret the decision, it’s a great race.” Ik heb nog 8 maanden om te trainen!
27 December. Verbouwen en rennen
Ik ga schilderen, 2 muurtjes verven. Ondertussen worden de kasten opgehaald. Die uit elkaar moeten en dan past alles in 2 auto’s. En de schoonmaakster loopt rond. Dus het is onrustig en even later ben ik alleen thuis als de heren nog een verfroller moeten halen. Na het verven zetten we het bed in elkaar. Daar zit nog een ronde opruimen tussen. En dan wil ik hardlopen. Ik ga geen training doen, gewoon kilometers maken. Ik heb last van mijn rechterhiel, mijn linkerknie, mijn linker-achillespees en mijn rechter kuit. Het wisselt teveel. Ik wil nog graag een keer langs de Oostvaardersplassen lopen voor het straks weer maandenlang afgesloten is. En ik moet nog wat kilometers verzamelen dit jaar. Vincent en ik vertrekken tegelijkertijd, maar hij zal daarna zijn eigen training moeten doen.
Na een kilometer schiet hij er vandoor. Ik zet mijn muziekje aan. Ik voel teveel kerstkilo’s. En pijntjes her en der. Maar die houden me niet tegen! Ik geniet van de plassen en de o-zo-bekende omgeving.
Voor het tempo en het hardlopen moet ik best werken, maar dat is niet vervelend; het is een gegeven. Elke keer weer teruggaan naar de omgeving en het ‘waarom’ ik hier loop. Vincent is al in geen velden of wegen meer te bekennen. Ik ga naar de dijk en loop de 5 kilometer in 29 minuten. Mooi genoeg! Op de dijk geniet ik dan weer van wind tegen. Ik loop het liefst weer terug langs de plassen, nu het nog kan. Vincent heeft een extra ommetje gedaan en haalt me weer in als ik net weer terugloop.
Lekkere snelle Jelle van me! Ik geniet van het verdwijnende licht bij de plassen. Probeer de snelheid er in te houden. Het valt me op dat ik niet naar de WC hoeft! Dat is mooi 😉 Blij zijn met de kleine dingen… Vincent appt dat hij moet omlopen, maar ik denk echt dat het te lang is. Hij moet nog een end. Ik wil de 11 kilometer volmaken. Ik sta na 8km even stil voor een foto.
Even de stilte en het uitzicht in me opnemen. En even later, tussen het water, doe ik dat lekker nog een keer!
Dan ga ik de tien kilometer volmaken en dat moet ook binnen een uur dan maar. Ik merk de kerstkilo’s wel enorm, maar de pijntjes zijn weer weggetrokken. En! Ik HOEFT NIET onderweg. Het wordt langzaam aan steeds donkerder en donkerder. Als ik in het park loop is het eigenlijk te donker. Ik ben als eerste thuis en ik loop Vincent tegemoet. Ik merk dat ik soms even wil wandelen en ik vind het ook best ook. Al met al loop ik 12 kilometer. Vincent loopt er ruim 14. Ik ben over de 2000 kilometer in een jaar heen. Bingo.
28 December – fietsen & yahtzeen: als het allebei niet goed gaat.
Ik heb nergens zin in, echt niet, na zo’n dag slepen, sjouwen, bouwen, ruimen. Maar toch ga ik even een beetje fietsen. Binnen. Zogenaamd in Frankrijk. Langs de Mont Saint Michel. Vincent gaat “mee” om Yahtzee te spelen.
Na 20 minuten al totaal geen zin meer. Yatzee spelend. Ik heb de mont saint michel totaal gemist. Mijn benen vinden er niks aan. Ze draaien sloom rondjes. Ik mis eigenlijk alles tot ik berg op moest fietsen. Dat voel ik dan weer wel helaas. lk voel dat er helemaal niks soepel gaat. Het ging allemaal niet: winnen met yathzee niet en tempo of cadans ook niet. Opletten of iets ook niet.
En Yathzee gaat al helemaal niet! De dobbelstenen willen ook mijn kant niet opvallen. Hopeloos 25km volgemaakt. Maar… niet afgestapt en toch ook 1 potje gewonnen! Daarna doet Vincent dezelfde route en kan ik helemaal niet meer winnen met Yathzee!
29 December – Alleen hobbelen in plaats van de gezamenlijke baantraining.
Na een dag klussen, snoepen, dag 1 van de cyclus (15 keer in een jaar!) en in het donker was er niet zoveel eer te behalen. Maar dan zit ik zó niet te wachten op gezamenlijke spellen op de baan. Dan liever alleen de training van het schema doen. 1 km inlopen (trekken), dan 4 keer 500 z3/4 en 500 z2 rust. Ik haalde net zone 3 en het tempo zat niet in mijn benen. Linkerknie doet zeet, rechtervoet ook. Niet ernstig, maar gevoelig. Muziekje aan en wegdromen. De derde keer ging redelijk zo langs de Vaart. En dan een brugje verder. Ik hobbelde maar wat voor mijn gevoel. Daarna 6min uitlopen, ik deed 1 km en lapte het horloge, zodat ik niet in z2 hoefde te blijven en kon wandelen. Maar het ging regenen en veel energie zit er niet in. Te dik, vermoeid en andere slechte excuses.
Donkere bomen boven mijn hoofd
Na 6km rustig doorgerend. Ik maakte een foto op 7,6km en toen moest ik opeens toch nodig! Dus ik ging naar de baan terug (350m) en scheet alles eruit. Toen nog een rondje extra en dat ging wel lekker. Al met al 10km volgemaakt. That’s it. Voor 2022km in een jaar hoeft ik er nu kog maar 7,68 en die gaan er hoe dan ook komen!! Maar nu doet alles een beetje pijn: linkerknie (menstruatie), rechtervoet (licht zorgelijk, maar nieuwe schoenen/sokken verhelpen dat) en stijfheid (afvallen en zuiniger op mezelf zijn gaat zeker helpen). Nog twee weekjes rust pakken begin januari waarin dan niks ‘moet’ aan jaardoelen etc. en dan ga ik weer bouwen.
30 December. Nog een dagje rust! Tenminste: nog meer kasten bouwen, weer opruimen en de trap op en af. We wandelen naar de winkel om een frisse neus te halen. En dat is het dan. Mag ik ook een keertje moe zijn?!
31 December – 2022 kilometer moeten vol! Een jaar vol prestaties.
Ik slaap slecht. Komt niet goed uit zo aan het einde van het jaar, maar ik krijg wel mijn boek uit! En dan nog even met Vincent kleding in zijn kast leggen, waarbij meer kast dan kleding overblijft. Om 11 uur staat mijn lieve vriendin Joyce voor de deur. Om 2022 kilometer in het jaar 2022 te lopen, moet ik nog 7,68 kilometer maken. Het kleine rondje Oostvaardersplassen. Joyce gaat mee! En Vincent ook. Het is 15 graden buiten en ik ga in korte broek. 31 december + korte broek. Jawel.
Het tempo is van Joyce en dus lekker heerlijk rustig. Het gekwebbel is van Vincent. Dus het gaat over de Albert Heijn. Ik mag de route doen. Eerst door het park onverhard en dan onverhard naar het trapje. De andere 2 hebben al spijt van een lange broek. We lopen naar de berg en daar regent het.
We lopen over het verlaten intervallenpad zonder enige interval. En langs het Oostvaarderscentrum. Daarna weer onverhard langs het water.
Even later weer een buitje en een wandelmomentje. Ik heb nergens een probleem mee! We gaan de volgende berg op en met de trap weer naar beneden. Dan gaan we verhard wind tegen terug door het park. Het gaat me eigenlijk best makkelijk af en toch ook niet. Ik heb nergens meer pijntjes zoals de afgelopen dagen. Ik heb ook weinig meer te klagen. Het enige wat me niet meer lukt is het om 9000 sportkilometers vol te maken. Geen zin meer om nog eens 75 kilometer te fietsen. Die heb ik vast ergens in het jaar verloren. We lopen nog om de AH heen en dan maken Joyce en ik de 8 kilometer vol. Maakt 2022,33 hardloopkilometers in 2022.
En ruim 6200 fietskilometers. En 162 kilometer zwemmen. 525 kilometer wandelen. Is dat veel? Ik verwacht van sommige mensen meer en dat valt meestal wat tegen. Er zijn ook mensen die ‘met gemak’ 15000 kilometer bij elkaar fietsen of die 7000 kilometer hardlopen. Maar vele vrouwen van mijn leeftijd zitten lager. En ik heb alle medailles maar eens bij elkaar gelegd. Voor 1 keer post ik ‘m dan toch!
Op sommige plekken / faceboekgroepen wijzig ik de tekst.
Op 1 februari 2012 wilde ik als non-sporter dat hardlopen wel een keer proberen. Ik bouwde heel langzaam met behulp van ’Evy’ de afstand uit. Pas in 2013 deed ik voor het eerst loopscholing en een wedstrijd (de halve marathon). In dat jaar deed ik ook een marathon. Ik bouwde door en werd ergens in 2016 / 2017 een triatleet. En nu – 10 jaar later- heb ik niet alleen alle triathlonafstanden gedaan (dat zijn er 7), maar ook los alle hardloopafstanden van 5 kilometer tot een marathon. En weet je? Ik hou niet van wedstrijden… Vind ik te spannend en ik kan niet met voeding omgaan ? Volgend jaar word ik 50. Ik heb een gezin (met sportende puber), een baan, een huishouden. Ik kreeg corona, viel met mijn fiets en we hebben 3 prachtige vakantieweken in Canada doorgebracht. Ik denk dat iedere vrouw dit zou kunnen als je maar echt wil! Ik word ook maandelijks geplaagd door mezelf en ik ben te dol op koekjes en chocolade!Ik voel me niet bijzonder of beter dan andere sporters, omdat ik nog steeds weet hoe ‘die eerste keer’ voelde. Ik waardeer elke overwinning. Van ieder individu. De decemberstreak met dagelijks sporten heb ik niet gered. Ik heb 2 dagen niks kunnen doen wegens een schoolvoorstelling en een verbouwing. Maar in 2022 heb ik op 350 dagen gesport. Dat vind ik mooi genoeg. Of ik volgend jaar 2023 kilometer loop, ga ik niet beloven. Maar 2022 is in stijl afgesloten!
Mijn beste 9 foto’s van 2022
En ik heb het doel van Apple gehaald, met 1000 bewegingsdoelen achter elkaar (zit nu alweer op 1006 dagen). Ik heb inderdaad 350 iets sportiefs gedaan, al is het maar een wandeling. 2022 was een mooi jaar om op terug te kijken. Dat nemen ze me niet meer af!
Als het potje leeg is, moet je even geduld hebben. Eventjes op zoek naar rust. Die ene training meer of minder… Het volgende doel ligt nog heel ver weg: als de dagen weer lang zijn. Als de vitamine D weer wat beschikbaarder is. Dus ik permitteer mezelf zeker een wandeling en haal ook het rode doel wel, maar ik ga lekker niet zwemmen in het zwembad! Sla ik over op de woensdag. En op donderdag is het glad en de werkdag weer lang. Het is koud buiten en ik heb zelfs op het schema een rustdag staan! Tijd om even op het social media podium te klimmen. Ik schrijf mijn teksten, herschrijf ze en zoek zorgvuldig een foto erbij.
Waarschijnlijk ben ik straks blij als ik weer in de luwte verder kan trainen, maar voor nu even van me laten horen.
16 December – De Halve Ultratrail – Samen met HB
Ergens in september of oktober bedacht ik dat ik de ultra niet in de loop-afstandenlijst had opgenomen. Nou is daarvoor een wedstrijdje vinden ergens in de winter best lastig, maar ik zou een 45+km ook meetellen als het een training was. Ik legde het idee neer bij HB en die had er oren naar. 16 december, spraken we los-vast af. Ik wilde me niet te snel vastpinnen. Na de marathon bleek ik hersteltijd nodig te hebben. HB deed keurig lange afstanden en genoot daarvan. Na de 5 kilometer wist ik het zeker: om nog eens een keer 50 kilometer te gaan lopen zag ik niet zitten. Ik vertelde het aan HB en hij ging dan het liefst solo de challenge aan. Alle begrip voor! Dus ik sprak voor een korte afstand af met een andere vriendin. Die van de week echter corona kreeg. De vrouw van HB vond een solo-actie met deze kou niet zo verstandig. Dus besloten we toch weer samen te gaan, maar dan niet ontzettend lang. 25 Kilometer. HB deed de tocht, ik het tempo. Het was glad en koud. Ik vulde de flesjes met maltodextrine. We vertrokken iets later door het weer. De tocht begon bij Ermelo. Eerst even plassen en toen gingen we. Lekker het bos in. Even opstarten en het begin leek me dat ik het koud zou krijgen. Maar we liepen te kletsen en na een paar kilometer had ik het warm.
De wereld was wit en stil. De route was uitstekend te volgen. Al snel zaten er 3 of 4 kilometer op. Toen begon het te sneeuwen. Ik zag dat ik apps had van mijn collega en bazin en daar maakte ik me zorgen over. Bij de foto/plas-stop belde ik mijn collega. Wat hij me vertelde maakte me zo boos dat ik tegen een boompje schopte. Het had geen zin voor me om verder mensen terug te bellen.
Erover praten voelde ook niet goed. Dus door het laatste beetje sneeuw liepen we iets sneller voor een stukje. Ik lette niet echt op de omgeving. Gelukkig werd ik afgeleid doordat we een vind-uw-pad stuk tegenkwamen! Klauteren! Leuk. Daarna al snel weer bredere paden. En daarna gingen we alweer de hei op. Wijdsheid. Ik hou er van!
Ik vroeg aan HB: “Is dat een uitkijktoren daar aan de horizon?” Hij kan dat niet meer zien, maar antwoord blij: “Ja! Die zit in de tocht, daar komen we langs!” OHNEE. Die dingen vind ik enger dan eng. Het is bijzonder wat er dan gebeurt: ik ga bedenken dat ik naar boven wil, maar niet kan. HB snapte het niet helemaal, het is ook lastig uit te leggen. Maar ik wilde op ‘denkkracht’ boven komen. Ik bereide mezelf voor. Van HB mochten we ook verder lopen. Hij is bekend in zijn omgevingen met angst-stoornissen. Maar ik moet en zal het proberen!
En zo ging ik mijn grootste nachtmerrie aan: open trappen waar je doorheen kan kijken en een open toren. Het ging best goed in het begin. Niet denken, alleen maar stappen. Ik merkte wel dat de ademhaling hoog zat, maar HB bleef achter me in alle rust. We kwamen tot het eerste plateau.
Misschien heeft het iets met de wind te maken, misschien met de rust van HB of ik wil zelf: een serie trapjes hoger en nog een stukje verder. Toen werd het wel echt zwaar. Dan voelen mijn benen als lood en kost elke stap heel veel moeite. Ik hou me met twee handen vast. En ik denk aan stenen trapjes. Iemand huppelt naar boven en zegt: “jullie kunnen zo doorlopen, zo sportief als jullie er uit zien”. How wrong can you be?
Ik kijk naar beneden en maak een foto en dan is de rek er uit. Ik kijk omhoog en weet dat de laatste 4 trappensets niet voor me zijn weggelegd. Ik voel me misselijk worden, puur uit angst. HB vindt het prima.
We gaan weer terug. Ik zeg al die tijd niks, vol geconcentreerd op de toren. Eenmaal beneden gaan we gewoon weer hardlopen. Nog even iets drinken. Ik val helemaal stil en loop te bedenken hoe ik mezelf toch zo voor de gek kan houden dat ik wél boven zou kunnen komen. Dat moet me lukken! 25 Kilometer lopen of mijn baas terugbellen is ook niet zo moeilijk. HB vraagt zich intussen af waarom ik het dan toch doe. Als hij hardop de vraag stel, weet ik het antwoord niet precies. Uitdaging zoeken? We gaan het bos weer in. Dan moet ik toch weer de bosjes in om krokodillen te verjagen. Geweldig zoals HB me namens de hele populatie bedankt dat ik deze regio weer gevrijwaard heb van ongedierte. Het is gewoon een stevige, grote verjaging! En dan weer door!
We komen op de zandvelden. HB begint instant te mopperen. Dat hij niet van zand houdt. Meer voor de vorm. Ik vind het geweldig. Want het is helemaal geen zand! Het is bevroren! Daardoor is het een enkelsbrekende toer die mega-lastig is. En daar hou ik van. Constateren en accepteren. We lopen de hele vlakte over. Ik ken dit stuk wel. Maar dan als mul zand. Ik weet niet wat beter is eigenlijk. We moeten omhoog. Dat is altijd leuk als je door het zand omlaag moet, maar DIT niet! Je zakt niet lekker weg, maar knakt alle kanten op. Een totaal nieuwe dimensie.
Uiteraard steken we de ‘zandvlakte’ ook weer terug over. Zo mooi wit. We kletsen ondertussen weer over ditjes, kinderen, datjes en uitdagingen. Dan de trapjes over en genieten van het uitzicht.
Dit heb ik met Joyce op mijn verjaardag gedaan een paar jaar geleden. We zitten al aardig op wat kilometers, maar ik hou het niet echt bij. Ik zet het horloge wel stil. We gaan het bos weer in. Langs de Leuvenumse Beek. Alle brugjes zijn leuk, maar ik vind de herfst of het voorjaar mooier. Lekker doorlopen. HB belt zijn vrouw in de laatste pauze dat ze naar het koffiepunt kan gaan.
We halen de halve marathon en het lijkt nu alsof we ‘nog maar’ 4 kilometer hoeven, maar ik word moe. Ik klaag nu nog wel even over het werk en managers waardoor we blijven rennen. HB vertelt ook nog, waardoor ik al rennend alleen maar hoef te blijven luisteren. Dat is fijn, want het voelt alsof het veel harder gaat dan eerder. Ik besef me terdege dat dat komt doordat ik veel te weinig voeding heb binnengekregen. Het is een bekende staat van zijn: niet meer helder en doorzetten. Overbekend. Ik trek het door tot 23 kilometer en dan wil ik even wandelen. Ik verzeker HB dat we de 25 kilometer wel moeten volmaken. Het laatste stukje gaat over de hei en we ontdekken dat we de route omgekeerd hebben gelopen. Beter laat dan nooit! We lopen nog een stukje op en neer voor de 25 kilometer. Dat is mooi gelukt! Ik ben moe en een beetje tevreden. Zonder de pauzes was het tempo redelijk. Het was in elk geval erg gezellig. Jammer dat mijn manager me op de huid zit. Ik zet HB af voor zijn date en bel met de manager die nu ook teleurgesteld is in mij en dingen blijkbaar totaal anders inschat dan ik en mijn collega’s. Verwarrend en extreem vervelend allemaal. Thuis heeft Rob de vloerverwarming neergelegd onder mijn werkplek en dat vinden mijn voeten heel fijn! Ik app met de collega’s, maar echt gerust ben ik er niet op. Niemand meer vertrouwen, niets meer geloven. Dat is geen werkbare situatie en het kost bakken energie.
17 December – Geen zin, geen zin, geen zin!
Kort slapen ivm kotsende katten, rommel in mijn hoofd en in mijn huis en futloos. Dat is de combinatie van de dag. Ik wil het liefst onder een dekentje liggen te lezen. Puzzeltje erbij en ik ben blij. Maar veel komt er niet uit mij. Niet dat ik ergens last van heb van de loop gisteren, maar gewoon extreem moe in mijn koppie. Ik post vandaag voor mijn lief:
En dan ga ik met Vincent mee zwemmen. Zij gaan ganzenborden in de laatste ‘les’ van het jaar. Ik heb een baan voor mezelf. En nul animo. Geen zin. Niks. 300tjes? Ik ga zwemmen zonder achtje en adem netjes 1 op 3. Er zit geen snelheid in. Geen energie. En geen zin. Ik maak er 500m van en dan ga ik ook maar door ook. Naar 1000m. Het gaat niet erg snel. In het zwembad is het onrustig door het ganzenborden van de rest. Ik drink eventjes iets en ik zwem verder met achtje. Dat is dan een stuk makkelijker, maar ik krijg er niet meer zin/energie/snelheid door. Na 250 stop ik er mee. Ik heb een half uurtje gezwommen. Ik wilde al niet, ik wil niet meer. Ik ga er direct uit.
Ik voel me stil en mistig. Iemand kletst tegen me die ik hoog acht en deze gast begrijpt het ook echt. Het doet me even goed. En dan is het alweer donker. Ik zou ook nog moeten fietsen volgens het schema, maar ik heb zo ontzettend geen enkele zin, dat ik het niet doe. Op tijd met een boek onder de wol.
18 December Trailen met Vincent
Hij wilde zo graag en mocht ook van zijn trainer 16 kilometer lopen. De route was 14 kilometer. Over de hei bij Bussum. Ik ging uit van 15 kilometer. Het was koud. IJSkoud. Kouder dan vrijdag. Auto parkeren, rugtasjes mee, nog een keer terug voor zijn telefoon en hoppa: lekker heel rustig aan gaan rennen. Over de witte heide. Met handschoenen aan. Ik raak altijd de route kwijt en slinger er een beetje omheen hier, maar het komt goed. We kletsen lekker. Hij wil herinneringen ophalen van het jaar, dus dat is leuk! Even komt de zon er doorheen en dat is extra mooi.
We nemen de tijd, maar ik moet vanmiddag nog wel weg, dus niet de hele dag. We fotograferen de runderen.
De kilometers tellen wel op, maar het gaat absoluut niet hard! Fietsers die ons inhalen, roepen ‘dag Anke’ en ik zeg gedag terug en vraag wie het is. Voor de rest is het lekker rustig. Ik warm een beetje op, maar Vincent houdt voordurend 2 paar handschoenen aan. We gaan het wildviaduct over. En dan moet ik toch echt weer hoognodig krokodillen verjagen! Als ik net klaar ben komt een meneer met 3 honden langs. Vincent doet zijn deel met de zwemmers verjagen. En dan weer door. Op naar het eerste bergje. De Trapjesberg. Wij nemen het trapje af.
Eigenlijk best apart dat mijn benen gewoon altijd maar lijken te kunnen rennen. Ik cirkel in het bos weer een beetje om de route heen, maar nooit te ver. Na een kilometer of 7 (bijna op de helft) word ik wel een beetje moe. Niet echt doodop of last ergens van. Maar een beetje. We komen bij het volgende bergje dat uitkijkt over het zwembad. De Sijsjesberg.
We stoppen gewoon onderweg om te kijken. Daarvoor trailen we! En dan joggen we heel rustig aan langs de tennisvelden. We komen op een stuk weg die verhard is en dat is het engste van allemaal, want het is spiegeltjeglad!
Blij dat we de hei weer op kunnen. Daar is het echt mooi. Ik zie de volgende berg al, maar we volgen niet precies de route. Ik heb het idee dat ik de route ook (weer) omgekeerd volg, want ik krijg niet heel veel aanwijzingen. We gaan recht de heide over. Het is er mooi.
De Tafelberg van Bussum. Een meneer maakt foto’s van ons samen.
We gaan nu weer op de weg terug, maar met alle omzwervingen zal het heus 15 kilometer worden. Ik ben aan het vertellen en we volgen gewoon ongeveer het lijntje van de route. Ik vind het opvallend dat we na een dikke kilometer weer op hetzelfde punt zijn, maar we moeten toch dezelfde wildbrug over. En dan zie ik de tennisvelden weer. En dat is niet oke. We zijn vanaf de Tafelberg de verkeerde kant op gegaan! Da’s balen, want we zitten op 12 kilometer en nu moeten we terug naar de heide met de Tafelberg. We lopen over een camping. Het gaat nu even op gevoel. Al met al lopen we dus een flink aantal kilometers extra. Na ruim 13 kilometer passeren we de Tafelberg en lopen we de goede kant op langs de schapenboerderij.
Ik heb niet zoveel gedronken; zeg maar gerust: weer eens veel te weinig en dat wreekt zich inmiddels een beetje. Ik vind het allemaal niet meer zo leuk en behoorlijk ver. Vincent zijn horloge is leeg. Hij rent ‘maar’ 14 kilometer. We lopen tussen lage heidestruiken door die wit zijn. Het is hartstikke mooi!
We moeten de brug nog over. Dan maar iets kalmer aan en met wandelpauzes. Kilometer 16 – die wil ik altijd overslaan. Vincent verjaagt nog een keer de dolfijnen in de omgeving en dan hobbelen we terug naar de auto.
We komen langs een kruis. Inmiddels heb ik een beetje haast, want ik had er niet op geteld dat we zo ver en lang zouden rennen en ik moet nog weg vanmiddag! We maken de 18 kilometer vol. Voor een knulletje van 16 misschien wat veel, maar… het ging wel heel erg langzaam! Hij kreeg het er niet eens warm van. Ik ben een uurtje later bij mijn afspraak.
19 December – Fietsen in London met intervallen.
Ik heb geen zin in hardlopen of in bootcamp. Deels omdat mijn collega de bootcamp geeft en ik klaar ben met werken na een dag kantoor-stress. Dus ik ga gewoon niet! Deze week is het toch schuiven en gedoe. Ik heb zo’n hekel aan die week voor kerst!! En dan hoef ik nog niet eens te koken of kerstkado’s te kopen! Maar alle onrust; alles wat nog ‘even’ af moet en alle kerstborrels waar ik niet van hou. Vanavond ga ik fietsen. Lekker binnen. In mijn eigen coconnetje. Helaas is het op die kamer nog wat rommelig en staat de fiets niet helemaal goed, maar fietsen lukt wel. Londen in!
Het begin gaat lekker, het infietsen van 20 minuten in zone 1 en zone 2. Ik heb muziek aangezet van Kensington. Dat had ik vorig jaar ook en het brengt herinneringen terug aan slechtere tijden. Ik moet 1 minuut op hele lage cadans gaan fietsen en daarna 1 minuut op hele hoge cadans: allebei in zone 4. Nadeel is dat ik een route fiets in Zwift en daar zitten de hoogteverschillen in, maar dat ik de intervallen op mijn Gamin horloge aanhou. Het echte leven!
Ik weet niet wat ik het ergste vind: de hoge of de lage cadans. Maar ik merk wel dat ik met een lage cadans pas heel laat in zone 4 kom. Ik blijf schakelen wat niet zo goed lukt op de fiets. De hoge cadans bevalt me het best, maar ik vind het 5 keer afzien. En in de rust moet ik gewoon doorfietsen.
Ik kom langs de Tower Bridge. Als ik weer rustig kan fietsen op mijn eigen cadans.
En dan nog verder. Ik moet ook nog 3 keer heel hard versnellen en starten met staan op de fiets! Dat vind ik zo akelig, maar het helpt wel om een snelle start te maken. Ik knal een sprintje door. Daarna nog 10 minuutjes uitfietsen. Al met al fiets ik flink door. Mooi tempo voor mij!
Ik maak de 30 kilometer en de workout vol. Vandaag ‘eer’ ik mijn trainster.
de tekst is een uittreksel van een eerdere blog.
20 December. Samen met Joyce weer een beetje trailen
Weer een zenuwslopende werkdag, maar gelukkig is tie maar een halve dag. Kan ik ‘s middags even opruimen en een belangrijk telefoontje plegen. Dan ben ik klaar om te gaan hardlopen! Ik heb er zin in. Lekker samen met Joyce. Lekker saai op de Kemphaan en met chocomelk in het vooruitzicht om nieuwe plannen te smeden. Joyce is er een hele tijd uit geweest en gaat nu voor het eerst weer onverhard. Zo koud als het een paar dagen geleden was, zo warm is het nu. En regenachtig. Somber. We volgen de groene route.
Dat valt nog niet mee! De pijltjes op de paaltjes zijn best klein. Ik kan me mooi even afreageren over het werk. Dat helpt. Alles is bekend qua terrein. Joyce gaat ook even afreageren. Daar zijn we vriendinnen voor.
We doen soms ook wat wandelmomenten. En soms is het pad afgesloten. We zijn eigenlijk na 4 kilometer rond en we plakken er nog een ommetje achteraan. Tot we weer bij de Almere Jungle Café zijn. Voor chocomelk en plannen voor 2023.
Je bent mijn vriendin Mijn ‘bestie’ Me zussie Je bent mijn praatpaal Mijn spiegel Mijn sparringspartner Je bent mijn trainingsmaatje Mijn trail-compagnon Altijd de fietser en loopster naast me
Je hoort al mijn geklaag aan Weet precies hoe het met mij gaat Soms beter dan ik zelf! We delen onze antipathie tegen profiteurs en opscheppers We delen alles: van de kinderen en kleinkinderen – alles We delen ons hele leven
Er was dit jaar een dag waarop ik dacht: ik app niet. Vandaag niet. 1 dag geen berichten tussen ons. De dag duurde hooguit tot 4 uur.
Ik vind jou bewonderenswaardig Wat jij sportend kan, staat los van tempo Los van de rest Los van de snelste zijn Jij gaat Altijd Jij gaat Door Wat knapper is dan snel of goed Wat sterker is dan pijn Opnieuw willen en proberen hoeft geen podium Dat heeft kracht nodig Die jij bezit Ik heb Grote Waardering voor je Respect
Jij kent mij Waardeert mij Leeft met mij mee Begrijpt mij Daarom ben je onmisbaar voor mij
Je loopt of fietst naast me Maar ook als je er niet fysiek bent, Ben jij er altijd Dicht bij me Nooit uit mijn gedachten
Ik wil nog jarenlang met je roddelen, delen, kwekken, rennen, ons opwinden en op bankjes zitten! Tot we uitgekletst zijn. Wat nooit gaat gebeuren, want dan kunnen we putten uit ‘weet je nog…..’
21 en 22 December – Kerst – 4- ingen
Daar zijn ze dan: de dagen voor de kerst in week 51 waar ik een vreselijke hekel aan heb. Er is idioot veel werk om af te ronden voor dat stomme jaartalletje verandert (wat is er anders dan een verandering van maand) en er zijn ‘gezellige en leuke’ kerstfeestjes. Op woensdag op mijn werk: zoek je eigen kerstpakket en klets met collega’s die al versteld waren dat ik degenen was die in de Mercedes reed én die twee marathons had gedaan in een jaar! Zo ging de dag van de wintersolistice voorbij; vanaf nu wordt het weer langer licht.
iedereen bedanken via de Social media!
Op de donderdag is er en kerstbrunch op het werk en er is al zoveel af te ronden! Maar goed… Ik heb mijn hardloopspullen bij me, maar het komt er niet van om te gaan trainen. ‘s Avonds is er een muziekavond op school, waarbij ik alleen maar kan genieten van mijn grote zoon die piano speelt: 1 keer draagt hij het lied (Christmas Lights van Coldplay) en 1 keer zit hij samen met zijn vriendin achter de piano. ? Prachtig.
Het mag weer! Ik mag weer hardlopen! Na een hele week niet, mag het nu weer van het schema! En als ik dan eenmaal ga, is het zwaar 🙁 Slepend. ?Vermoeiend. ? Veel pijntjes. ? Links vooral. ?? Tempo is ? maar ik ren door. Door het donkere bos. Ik ben vroeg. Dus ik loop ietsje verder. Het gaat al beter! ? Maar dan kan ik het bospad niet vinden. Moet ik dus iets verder om. En opschieten, want ik moet er om 7 uur zijn! ? Ze hebben op mij gewacht: de trainer (ik had hem vanmiddag gemeld dat ik zou komen) en 1 andere deelneemster. Samen met de andere deelneemster loop ik het grote rondje. Helaas moet ik het horloge opnieuw starten. ⌚️We kletsen. Daarna gaan we bootcampen. En dan verlaat ik in gedachten de plek. Het is een half jaar geleden… Dat ik in Hamburg rondliep. In gedachten loop ik het laatste rondje nog eens na. Terwijl ik mijn armen, benen en core train. De andere twee kwebbelen maar. Ik zie de Israëliërs, de auto’s, het water, het brugje, HansB. Heel veel ‘dennenboompjes’ (squads en lunges) stellen niks voor. De buikspieroefeningen worden gemakkelijk. Ik drink de gel uit het softflaske wat nog over was. En doe de oefeningen.
Daarna rennen we weer terug. Ik ben er maar half bij. De andere deelneemster vind het best raar geloof ik, dat schier eindeloze doorzetten, dat mentale spel. Als we bij het beginpunt terug zijn, daag ik haar uit om door te rennen tot haar huis. Ik heb me twee straten vergist. Zij was anders gaan wandelen! Mijn avond is goed: iemand gemotiveerd. Maar ik voel mijn spieren en de vermoeidheid nu al!
En dan neem ik afscheid. Een half jaar lang onafscheidelijk. Overal samen geweest. Ik knip het Ironman bandje af. Het is een beetje groezelig. Precies een half jaar nadat ik gefinisht ben. “Als het nu nog niet is doorgedrongen dat ik een Ironman ben, lukt het niet meer!”, schrijf ik op de social media. Het gaat niet meer lukken. Een Iron buitenkant misschien, maar van binnen nog veel te wattig.
6 December – een koppeltraining
Ik heb spierpijntjes, slaap slecht, heb hoofdpijntjes en een onbedwingbare nood aan chocolade. Door allemaal vreselijk gedoe op het werk, ben ik moe. Moe van alles. Maar ik mag fietsen én rennen! Ik kom een prachtig bericht tegen wat me erg raakt:
LEVEN. Hm. Ik herken mij. Niet dat ik een marathon in 2,5 uur zou willen/kunnen lopen, maar dat afzien, dat denkkracht leven is met hoofdletters: dan leef ik ten volle uit! 😀
Ik klim op de fiets. Londen. Ik heb er thee bij en mijn telefoon, maar verder zal ik het met Zwift moeten doen.
“Waar wil je liefst naar toe op reis?” staat er op het theelabeltje. Ik denk er heel even over na, maar laten we vandaag Londen doen! Daar ben ik al! En dan zit ik niet meer in een werkkamertje waar de werklaptop schreeuwt, de fan uitstaat en het heet is. Dan zit ik niet meer voor een schermpje. Ik ga langs Buckingham Palace. Lekker op een hoge cadans! En ik verken Kensington.
Ik app intussen met iemand over hardloop-tv. Als ik de mogelijkheid had, zou ik alles, maar dan ook alles (behalve die ene triathlon nog) laten vallen om dat te gaan maken! We inspireren elkaar. Ik vanuit Londen en op Trafalgar Square.
Dan wil ik voor op de ansichtkaart naar mama naar de Tower Bridge fietsen. Ik kom alleen Trafalgar Square niet overgestoken! Ik fiets de kilometers vol, het gaat best lekker en ik ben hartstikke trots op mijn cadans – achteraf. Want nu kleed ik me om, ga ik naar de WC en ga ik hardlopen. Ik heb een training. Net op tijd ontdek ik dat ik 12 minuten moet inlopen in plaats van de 3 die ik heb ingevoerd. Met een hoofd voor plannen en inspiratie (dat je dat dan zo opeens kan hebben) loop ik gewoon in hoe het gaat. En dat valt me mee en tegen tegelijk. Het gaat niet pijnloos of makkelijk. Maar het gaat wel gewoon op iets harder dan 10 kilometer per uur. Dan moet ik 300meter versnellen. Volgens de opdracht tussen de 5:10 en 5:20, maar ik heb 5:00 en 5:30 ingesteld. Ik ga in het begin ietsje te hard, maar gemiddeld komt het elke keer wel goed. En dan 200m rustig dribbelen. Dat kan ik ook! Ik moet het 6 keer doen.
Ik vind het licht erg mooi. Heel lage zon, maakt alles rood en warm. Ik zelf ook trouwens, dat warm! Het gaat nog steeds niet vanzelf qua rennen. Ik haal de tempo’s wel, maar het voelt trekkerig. Ik zie nu al op tegen 5 kilometer zaterdag en ik besluit het stoute plan wat ik voor het einde van het jaar nog had, te laten gaan. Fysiek onverstandig en ik merk dat ik niet meer ontzettend veel zin heb. Genoeg gedaan dit jaar. Na de 5 kilometer zeker. Nu moet ik dat nog aan het loopmaatje doorgeven en dat vind ik lastig. In de vijfde keer versnellen begint het (hard) te regenen. Ook dat nog. Nu moet ik wel doorgaan, anders koel ik teveel af. Het is nog maar 1 keer. En dan een coolingdown van 10 minuten. Ik loop nog wat het wijkje rond en over het nieuwe pad in het park voor de deur en dan zit ik op 7 kilometer. In 40 minuten. Mooi. Kerstkransjes en de douche.
7 December – Zwemtraining en prikkeldraad
Ik ben vandaag net prikkeldraad: aggressief, alles is verkeerd en ik voel me ook prikkelbaar. Ik val van de ene woede in de andere: op het werk ben ik echt pissed off en als dat weg ebt, weet de school me wel weer boos te maken. Ook dat verwerk ik dan wel weer en dan begint het maandelijkse feestje ook nog eens. Dat verklaart het prikkeldraad. Er zijn ook genoeg mensen waar ik me aan kan storen, maar gelukkig is er ook iemand met wie ik kan afspreken om me vanavond nog op te vrolijken! Ik kan nog prima zwemmen. In een rustige baan. Niet vooraan. Ik begin zonder achtje, maar later neem ik ‘m er van tijd tot tijd bij. 2 Meiden zwemmen gruwelijk hard, waardoor de rest banen minder zwemt, maar ik kom daar niet voor. Dus moeten ze op me wachten. Superirritant. Ben ik weer pissig. Het is een duurtraining, dus we zwemmen lange stukken. Vind ik heerlijk, maar met zulke grote verschillen in de baan is het lastig. Dat de douches het amper doen maakt het niet beter.
Gelukkig heb ik ‘s avonds een held op visite en kletsen we de hele avond over trainingsschema’s en trainingsaanpakken, zodat ik niet als prikkelplant naar bed ga 🙂
8 December – Zware niet-op-de-baan-training
Deze nacht ben ik niet wakker van de katten (zoals gisteren) of van het piekeren (zoals eergisteren), maar van de buikpijn. Dat je op deze leeftijd nog maar eens mag ervaren hoe het ook weer was bij de geboorte van een kind zou een zegen kunnen zijn als het niet zo verdomd vervelend was! Maakt werken extra vermoeiend. Als je je niet goed op je plek voelt. En dan is daar tegenover niet bij te drinken als je overdag dan leegloopt. Maar ik ga naar de baantraining! Daar is een toilet vlakbij, dus echt mis kan het niet gaan. Ik hoef niet hard. Bij het inlopen klets ik met een audio-technicus die me er aan herinnert dat ik natuurlijk ook weer terug kan naar mijn oude werk. Dan is de baan bevroren.
Daar kunnen we niet op. We lopen verder om de baan heen in plaats van loopscholing. Dat vind ik niet erg! Maar dan gaan we op de parkeerplaats lopen achter de baan. En dat valt me niet mee! Ik ben traag, langzaam, krachteloos en slepend. En ik moet ook alweer, terwijl de WC nu te ver weg is. Iets met tot de derde lamp hard, rustig terug en dan sprinten tot de eerste, tweede, derde, vierde, vijfde lantaarnpaal en rustig terug. Er zit bij mij weinig verschil meer in snel en rustig en steeds minder. Alles aan mij en in mij protesteert. Ik heb geen zin, mijn benen doen pijn, het hoeft nergens voor! We moeten ook nog sprintjes doen, en dan ben ik echt de allerlangzaamste. Ik heb het warm en koud en slecht. Tot overmaat van ramp doen we een wedstrijdje: de 3 langzaamsten (waar ik dus bij hoor) tegen 2 teams van 4 die sneller zijn. Wij drie rondes, zij vier. Ik ga even heel erg hard en buiten mezelf, maar nog winnen ze van ons. Vreselijk vind ik dat; niet het verliezen, maar dat krachtmeter – bleh. Uitlopen om de baan, anderhalve ronde. Ik klets het vol en dan ren ik door naar de WC. Achteraf snap ik niet dat ik niet eerder gestopt ben. 9 kilometer met heel veel moeite verzameld. Ik word een dagje ouder en herstel niet meer binnen anderhalve week van een marathon. Op een dag waarop ik leegloop en slecht geslapen heb.
9 December – fietsen binnen
Gelukkig wel goed geslapen, maar er zit een vermoeidheid in. Een winterdip? Of gewoon teveel gedaan? Of zie ik op tegen een vijf kilometer wedstrijd? Teveel aan mijn hoofd, zoals altijd in december? Tijd van de maand? Werkstress? Het zal alles bij elkaar zijn. Ik ga liever samen met Rob aan de Lego bouwen van de Sterrennacht dan sporten.
‘s Avonds ‘moet’ ik nog fietsen. Ik ga gewoon in Zwift. Geen voetbal kijken, maar me nog liever in Watopia vervelen! Ik pak het atlas-puzzelboek erbij. Geen Rondje IJsselmeer, maar rond de vulkaan.
Later komt Vincent mee yahtzee spelen. Ik leef mijn hele slechte bui uit in cynisme, tot we dubbel liggen van het lachen. Mijn benen trappen (op een hoge cadans) verder, maar van Watopia zie ik nauwelijks iets. Ik ben bezig met full house gooien, de bonus verzamelen en valsspelen. Vincent gooit precies yahtzee als ik de route af heb, waardoor ik de foto vergeet. Ik moest 90 minuten fietsen, maar na 80 minuten en 3 potjes yahtzee stap ik af. Ik ben er niet moe van geworden.
10 December – Koude Polder Loop
In maart had ik Corona toen er een 5 kilometer wedstrijd op het programma stond. In november had ik buikgriep toen er een 5 kilometer wedstrijd stond. Hoe moeilijk kan het zijn om 5 kilometer hard te lopen?! En zo kwam het dat ik alle loopafstanden verzameld had, behalve die 5 kilometer. Voor de Koude Polder Loop in Nijkerk schreef ik me daarom op het allerlaatste moment in. Gisteren. 5 Kilometer: hoe moeilijk kan het zijn? Geen enkele training is korter. Ik kan dat makkelijk binnen een half uurtje. Zonder gemak kan ik dat binnen de 25 minuten, maar dat wil ik niet. Ik wil de medaille halen en de afstanden afronden! Rob gaat mee. Als altijd. Rob staat altijd voor me klaar. Op me te wachten. In de ijzige kou vandaag. Rob rijdt naar Nijkerk. Langs het water door de mist. Rob moedigt aan. Rob speldt het nummer op. Maar niet op mijn mooie Ironman-shirt! Rob heeft er vertrouwen in. Kijkt of er een medaille is en waar hij een foto kan nemen. Liefde zit ‘m niet alleen in grote dingen.
Ik ga inlopen, want met deze kou en mijn ‘ouwe’ lijf is dat absoluut noodzakelijk! Een stukje route, korte versnellingen, voelen hoe het gaat. Het gaat wel, voel ik. Geen toptijd, maar finishen lukt makkelijk vandaag. Ik hoor mijn naam als ik bij de start-area inloop. Kanshebber: laat me niet lachen. Mijn eigen best is genoeg. Ik loop 2,5 kilometer in! De helft van de wedstrijd, haha. Maar ik heb het niet koud meer. Alleen nog een paar minuutjes in het startvak. Hebben al deze mensen zich suf getraind voor 5 kilometer? Is dit hun eerste wedstrijd, hun persoonlijke test? Terwijl het voor mij voelt als ‘maar 5 kilometertjes’. Ik realiseer dat ik nog geen twee weken geleden de marathon liep. TWEE WEKEN GELEDEN. 5 Kilometer is niet altijd ‘maar’ 5 kilometer. Dit is best gekkenwerk, als je 49 jaar bent. Fysiek is dit ‘n behoorlijk flinke uitdaging voor mij. Te laat om dat te bedenken. Een kusje en succes van de liefste. En dan kan ik gaan. Me eigen ding doen. Rob staat iets verderop en maakt een foto.
Al die mensen joh! Ikea-medewerkers, snelle gasten, oude mannen, korte broeken, felle kleuren, vrouwen, moeders. Ik heb geen muziek op, dit doe ik zelf wel. De eerste kilometer gaat in 4:50, hahahaha. Het voelt oke. Snel, maar oke. Het viaduct over. Ik hoor een klein stemmetje: kleine stappen, tempo houden en het gaat dadelijk weer omlaag. Kilometer 2 ook onder de 5 minuten. Het hoeft niet he, Anke… De polder is mistig. Dat lint met mensen tegen een witte wollige achtergrond: geweldig. Overweldigend. Mooi! Ik geniet er van. Koude Polder Loop doet zijn naam eer aan. Ik ben echt ‘in the middle of nowhere’
Het is een heen en weer parcours en de supersnelsten komen al terug. Mooi om te zien. Ik doe mijn eigenste ding. Zie het keerpunt. Eventjes wind in de rug. Op het keerpunt zeg ik de vrijwilliger dat hij kouder zal zijn dan ik! Ik heb het echt warm en zweet! Bijna blij dat ik wind tegen heb. Ik ben niet de laatste; is ook fijn om te zien. Vijf kilometer blijft lastig in te delen. Kilometer 3 nog net binnen de 5 minuten. Ik ga het sowieso zekersteweten halen!
Kilometer 4 met het viaduct weer, de lastigste kilometer. Waarom zou ik me inspannen als ik weet dat het gaat lukken? Die marathon is echt pas eventjes geleden! Ik moet echt mezelf omhoog vechten. Ik moet denken aan het slechte nieuws van de buurman en dat verstart ook, maar ik blijf rennen, want ik ben hier nu toch. Het gaat ook weer naar beneden… Ik voel wel dat ik (behoorlijk) boven mijn tempo loop! Kilometer 4 gaat in 5:10. So be it. Nu de laatste kilometer. Alles of niks is prima. Rechtop lopen en denken aan de laatste 800m van de Ironman. Er kan nu niks meer kapot gaan. Ik kan nauwelijks harder. Niet van de pijntjes, maar ik zit op mijn eigenste maximaal. Nog even en ik ben compleet voor dit jaar!
Ik zie op de klok de 25 minuten passeren. Net niet. Maar ik ben zo blij met het halen van deze afstand. Geen trots. Absoluut niet koud. Ik ben onwijs blij met de medaille. Rob duwt me snel naar binnen de warmte in. Fijn. Ik wil thee, hou de medaille vast en ik wil naar huis.
Ik doe even andere kleren aan. De auto staat vlakbij en we vertrekken op tijd weer. Ik ben toch geen eerste (al vind ik 5de aan het einde van de leeftijdsgroep prima).
Ik zet eventjes de medaille op Instagram, maar voel me verder niet geroepen om te gaan ‘schreeuwen’ online. Het is er niet. Onverschilligheid troef. Ik ben klaar, maar hoe knap is dat nou? Joyce, Manuel en Annemarie zien het. Dat voor mij 5:00 minuten per kilometer supersnel is. Ik wil liever het Lego schilderij afmaken. Mooie dingen maken. Rare gemoedstoestand. Sporten als afstreepprogramma. “mama, ga je mee, ik moet rennen, op de fiets, pleasssseeeee” Hij heeft nog zo’n 42 kilometer tegoed. Dus ‘nee, het is koud/nee, ik ben moe/nee, ik heb geen zin/nee’ is eigenlijk not done. Het is niet zo lang. Het is koud, ik heb geen zin en ik ben moe, maar hij kan wel wat steun gebruiken. Mijn snelle kiddo. Het duurt niet zo lang gelukkig, maar lang genoeg om koude handen te krijgen. Hij heeft nog steeds zo’n 35 kilometer tegoed!
Daarna pakken we de zwemspullen. Niet zo lang alsjeblieft… Hij moet van de trainer en gaat dan ook en ik mag de trainster en ga dan ook maar. Baantjes draaien met pullboy. Met 3 snelle heren die keerpunten doen en mij telkens inhalen. Ik doe (weer) mijn eigen best en denk bij mezelf: waar zijn jullie vrouwen en moeders… Deze ouwe taart doet het wel namelijk. 500m inzwemmen, dan 4 keer 100m (eerste 25m snel) waarbij ik 50m minder doe en tot slot 400m waarvan ik er 350 doe. We gaan met z’n allen wat doen: elkaar bekijken en breed het bad over. Ik doe met Vincent en doe een beetje mee. We moeten er (gelukkig) op tijd uit, Vincent en ik. Het idee is leuk, maar mij spreekt zoiets niet aan.
Alle sporten toch weer gedaan op 1 dag. Morgen maar eens ‘stoer doen’ over het halen van alle medailles!
11 December – Indoor fietsen
Vincents wedstrijd is het hoogtepunt van de dag. Hoe korter het duurt, hoe beter. Wat gaat die knul van mij hard!
Binnen de gedroomde 40 minuten, maar voor ons is het behoorlijk koud. En ik word maar moeilijk warm. Onder een dekentje op de bank. Daar wil ik het liefst blijven. Met allerlei snoep om me heen lekker suffen. Ik ben gedemotiveerd. Vermoeid. Doelloos. Maar ik kan niet niks doen en niet het schema opvolgen. Overigens heb ik geen last van gisteren. Ik ga toch maar fietsen. Binnen natuurlijk. De opdracht zet ik dan in de Garmin en ik doe een route van Zwift. Nadeel is dat je dus wel de hoogteverschillen voelt op de fiets! In een Zwifttraining wordt dat uitgeschakeld. En ik moet op 2 plekken tegelijk kijken: mijn horloge en de TV.
Bij het eerste half uur infietsen was ik aan het appen en aan het schrijven en nauwelijks bezig met fietsen. Mijn benen doen het werk dan wel. Nou blijkt dat ik zone 2 eigenlijk al lange tijd links had laten liggen, meestal ‘suf’ ik maar wat op de fiets. Dan moet ik 5 keer een deel van een minuut versnellen. Aanpoten! He, dat is effe leuk.
Ik kom er echt in en ben ook nog ‘s even flink fanatiek. Het zijn maar 30seconden ofzo, maar het is fijn om me even in te spannen. Ik taal even niet naar snoepjes of afleiding. Even lekker de vulkaan op knallen! En ik ga ook weer heel hard naar beneden. Zie je het staan? 61 kilometer per uur!
Daarna fiets ik nog een extra stuk om de 40 kilometer te halen. Die ‘moeten’ voor de Garmin badge. In Garmin rij ik dan 35 kilometer, maar in Zwift zijn het er wel degelijk 40!
En zo heb ik dan geen zin, maar fiets ik toch weer langer dan op het schema staat. Terug naar de bank en de chocoladekransjes!
12 december – Bootcamp Ook geen zin in. Wil op de bank blijven liggen onder het dekentje. Wil ook 2000km hardlopen volmaken dit jaar. Wil alleen maar chocoladekransjes eten. Wil 1000 rode doelen van de Apple Watch halen. Is niet verenigbaar met elkaar. Het is koud buiten. Het is donker buiten. Het is al laat. Allemaal onverenigbaar met elkaar. Dus ik G A gewoon! Huppa, van die bank af, warme kleren aan, horloges aan en rennen maar! Het begin sleept, trekt, jogt, saait- maar ik ben op tijd en heb 2,5 kilometer gerend. Steeds ietsje beter. Ik ren als enige het grote rondje, de rest praat, dus die laat ik achter. En ik moet aanzetten. Niet heel easy, maar ik heb het niet (meer) koud en ik doe dat gewoon maar. Dan bootcampen. *zucht* Het geleuter van de anderen maakt me gek. Ik zeg niks, ik doe gewoon. Zwieren met touwen, wieletje van me af duwen, zwaaien met gewichtjes en mountainclimbers. En we doen een hele serie dennenbomen. En worden weer koud met buikspieroefeningen. En dan jog ik weer naar huis. Hardlopen (of iets wat daar op lijkt) na de krachttraining blijft een rare gewaarwording: alsof alle spieren de andere kant op willen in plaats van het bekende vooruit. Ik moet langs de AH voor melk. En de vuilnisbak wegzetten. Als ik thuiskom, constateer ik dat ik nog steeds geen zin heb.
13 december – Kou en een leeg potje
Het is koud in Nederland. Na een bloedhete zomer is het kwik nu onder de nul gezakt. Persoonlijk heb ik dat liever, want een laagje meer is makkelijker dan een laagje minder als je niks meer uit te doen hebt. Met de hoge energieprijzen is het echter minder prettig. Ik ga binnen fietsen. Een uurtje gewoon lekker rustig. Daarna mag ik hardlopen! Tijdens het fietsen luister/kijk ik naar trailheld Kilian Jornet. (links)
Hij heeft een mooie kijk op de zaken. Vooral het stuk over ‘journaling’ boeit me. Kilian schrijft alles op. “Je vergeet de nare kanten” weet hij inmiddels. Schakelen tussen Zwift en Youtube is lastig.
Ik trap over de Makuri Eilanden. Eerlijk? Er zit geen tempo, geen energie, geen cadans of niks in. Het voelt als harken op de fiets. Moeizaam. Alsof ik alleen maar bergop ga. Dat is absoluut niet zo, maar het gaat gewoon niet.
Met moeite maak ik een uur vol, wat ik aftel- en dan toch nog even 25 km halen, wat in een uur dus niet eens is gelukt. Warme kleren aandoen en dan ga ik rennen. Een half uurtje. Kleine rondje Oostvaardersplas moet dus lukken. Met hardlopen is het nog erger: geen tempo, geen goed gevoel. Zo voelt het in elk geval. Ik heb het niet koud, ik heb nergens pijn, ik heb niet echt ergens last van; behalve dat het n i e t g a a t. . Ik heb onwijs veel moeite om mezelf aan het rennen te houden. En dat ken ik niet van mij.
Er is altijd wel iets om door te gaan: omdat het sneller kan, omdat het zo mooi is, omdat ik nog kilometers moet halen voor dit jaar. Ik kan vrijwel altijd iets bedenken, maar vandaag blijft het blanco. Ik heb een ENORME pot vol wilskracht en veerkracht en doorzettingsvermogen, maar nu is de bodem bereikt. Ik ben aan het schrapen. Gek genoeg stopt het niet en zeg ik de mensen gedag en kijk ik om me heen naar de unieke witte wereld, maar in dit laatste restje zit geen plezier meer vermengd. Het is prachtig mooi, het lopen lukt mij gewoon (er zijn vast mensen ook jaloers op dit tempo) en ik ga ook door, maar ‘het’ ontbreekt.
Ik heb te vaak geoefend met nodeloos doorrennen, dus dat lukt me deze keer ook nog wel. Met wandelpauzetje ertussen is ook om het even. Ergens heb ik nog een beetje vechtlust: ik hobbel tot het trapje. Ik luister naar de natuur om me heen. Ik denk aan de drijfveer van Kilian Jornet: omdat het leuk is! En ik probeer maar te negeren dat ik weer moet.
De laatste kilometer kan ik het moeilijk meer negeren, dus da’s afmaken. Soms zijn 5 kilometer een soort van niks. Iemand een nieuw potje voor me?
14 december – wandeling Tussen de middag moet ik een pakje wegbrengen. Het weegt 5 kilo en het past in geen enkele rugzak. Maar dat het pakje van mijn werk maanden is blijven liggen, weegt zwaarder. Ik draag het nog wel eventjes! En daarna wandel ik verder en kijk naar de kristallen overal. Wandelen is ook prima.
Ik voel me niet helemaal lekker. Moe, hoofdpijn, suffig. Dus ik zoek het chloor niet op. Ik zoek niks meer. Dekentje, bank, puzzelboekje, kachel aan en kerstkransjes.
En of ik spierpijn heb! In mijn bovenbenen. Vooral de trap af. Ik slaap slecht. Om 3 uur ben ik wakker. Met trek. Ik moet plassen. Strompel. En dan overdenk ik de wedstrijd tot 5 uur. Niet zo handig. Ik kan me slecht op het werk concentreren. So be it.
We wandelen wel op en neer naar de winkel. Er zijn veel dingen waar ik zin in heb om te eten, maar weinig wat ik op krijg. Die ene dag dat ik het helemaal niet erg vind dat ik mag hardlopen!
29 November – nog een rustdag. Ik heb er nu al genoeg van! Ik slaap goed. Al ben ik net te vroeg wakker door de wekker, want ik droomde net dat ik met Vincent een achtbaan in ging! Ik werk alweer wat beter, qua arbeid en qua spierpijn. Ik heb geblogd en dat geeft wat rust. En ik informeer over de voeding overal. Fructose-intolerant? Maltodextrine? Ga ik uitzoeken. Ik ga lekker even wandelen in mijn eentje. Genieten van de herstkleuren.
Ik word er nog wel moe van. Daarna krijg ik een heerlijke massage. Ik maak nu al loopplannen voor de rest van het jaar! De 5 kilometer moet nog.
30 November De Spierpijn is weg, de animo ook. Welkom in de marathon dip!
Tussen de middag ga ik lekker wandelen en bijpraten met Manuel. Ik heb een lastig klusje op het werk; saai en eentonig. Als om 4 uur blijkt dat ik alles voor niks heb gedaan, ben ik ineens helemaal leeg, gedemotiveerd en op. Geen zin om te zwemmen. Vooral niet om naar een zwembad aan de andere kant van Almere te gaan, sociaal te moeten doen en laat te gaan eten. Ik ben moe. Dus ik pas. Ik sla over. Ik spijbel!
Ik vind het niks, maar blijkbaar is iedereen trots op mij. ??♀️ De bekende Marathon Dip. Dipt diep in blijkbaar bij me. Ik heb lichamelijk weinig klachten meer, maar blijkbaar ben ik mentaal wel moe. “Doe dingen die je leuk vindt”, raden ze aan. Maar ik heb nergens zin in! “Stel een nieuw doel”, maar ik krijg de 5 kilometer nog niet eens meer ingepland! Onder een dekentje op de bank en op tijd naar bed. Achter elk dalletje ligt ook weer een weg omhoog!
Het kan me niet schelen hoeveel ik heb gelopen en gefietst deze maand. Laat alle andere opscheppers maar pronken. Als ik het bij Garmin meld, haal ik het gemiddelde dik omhoog.
1 December – Nog maar een keer wandelen.
De spierpijn is weg, maar ik ben nog wel moe merk ik. Ik kan me ook al weer prima concentreren, maar ik vind het lastig om de rest van het jaar in te plannen. Als de 5 kilometer ingepland zijn en de bonus van het jaar ook, dan kan ik me even op mijn werk richten. Van mijn collega mag ik echt niet gaan hardlopen. Maar Vincent gaat wel naar de baan, dus ik stuur ‘r stiekem een foto van de baan, maar ga wandelen met Rob.
Eerlijk gezegd is zelfs dat een beetje vermoeiend, met de kou en het donker. Maar het is fijn om bij te praten en buiten te zijn samen met Rob. We wandelen een uurtje.
Ik stuur mijn collega het bewijs.
2 December – Wandelen met hardloopelementen telt als hardlopen
Eindelijk gaan Joyce en ik theedrinken. Bij het Oostvaarderscentrum. Maar er is dit weekend ook een badge voor hardlopen. Ik mag niet hardlopen van Annemarie… Ik ben zo braaf, maar het is erg moeilijk. We gaan ook wandelen, Joyce en ik. Ik wandel naar het Oostvaarderscentrum en ik heb hardloopsokken en -schoenen aan. Stukjes ga ik hardlopen. Meestentijds wandel ik, maar ik zoek een stukje uit om te rennen. Tot de kruising. En de laatste 100m van een kilometer ren ik ook. Zodat elke kilometer onder de 10 minuten komt. Het gaat niet erg hard en de eerste stukjes ook helemaal niet erg goed, maar ik ren tenminste even. Om te voelen dat het nog niet makkelijk gaat. Mijn benen doen pijn en ik ben stijf. Ik ren tot ik bij Joyce ben. En dan wandelen we samen kletsend verder.
Het is koud. Het is bekend gebied, maar wandelend en kletsend is het toch anders! Ik ren stukjes en haal Joyce dan weer op.
Het gaat steeds beter en ik wen weer aan rennen en het is leuk om dan weer samen verder te kletsen. Ik heb 5 km gewandeld/gerend.
We gaan heel lang thee drinken. Of koffie. Met koek. En nog meer kletsen. We kunnen nooit ophouden. Maar ik moet ook nog terug, naar de winkel, gourmet voorbereiden en opruimen en wassen… Als ik terugga de laatste 2 kilometer ren/wandel ik ook. Dat gaat alweer helemaal goed! Ik moet even doorzetten naar de trap. En weer stappen. Vanaf huisnummer 42 tot het fietspad ren ik ook. Het is een kort stukje en ik ga lekker hard! Uiteindelijk wandel ik ruim 7 kilometer. Met veel hardloopelementen. Badge binnen
Op het schema staat dat ik moet fietsen. Een dik uur. Ik heb nog een beetje tijd over, dus ik sprint op de Tacx. Met het tijdschrift van de triatlon, Transition heet het.
Ik lees en trap ondertussen. De cadans hou ik hoog en dat vinden mijn benen goed. Het wordt een beetje te donker om te lezen. Dus als het eerste kopje thee op is, ga ik maar weer eens in Zwift ‘vervelen’.
Het is mooi, maar ook meteen dwingender. Ik moet die ene wel voorblijven. Even mijn best doen op het sprintje. De route moet af! Ik let op de omgeving. En het klimpercentage.
Ik maak een extra ommetje om het uur vol te maken. En dan moet het rondje af. Daarna stap ik snel af. Om te douchen. Kan ik straks alles eten bij de gourmet!
3 December – ik wil…….. niks
Lang in bed blijven liggen, achter de computer hangen, rondhangen, rusteloos, kil, besluiteloos, Candy Crush. Nergens echt zin in. Heel veel commentaar op alles en iedereen. Sjachereinig en hekserij. Vreetlust. Overal tijd voor zonder sport. Vincent gaat zwemmen. Ik ga ook. Ben al zo lang niet meer in het chloor geweest. Er zijn meer volwassenen dan kinderen. Vincent heeft een baan voor zichzelf, ik deel de baan met 2 mensen. Ik zwem 1000m met achtje. Adem 1 op 3. Daarna zwem ik 500m met paddels. Da’s nog best zwaar! Dan zijn mijn armen én mijn benen moe, dus zwem ik 250m zonder hulpmiddelen. Het valt niet mee. Maar ik blijf 1 op 3 ademhalen. Mijn horloge doet alsof ik pas 200m heb gezwommen als ik denk dat het er 250 zijn, dus ik zwem nog een baan en dan zegt mijn horloge dat het 300m waren. Raar ding. Vincent moet er vroeg uit om te gaan werken. Ik heb nog tijd voor 100m schoolslag, maar het worden er 150. Omdat het gaat. En dan nog 50m rugslag om op 2000m te komen. Doelen gehaald.
zondag 4 december – Fietsen maar weer
Het lijkt zo koud overal. Vincent heeft een koppeltraining en ik moet tussendoor ook nog anderhalf uur fietsen. Maar eerst gaat hij en ga ik mee Yahtzee spelen. Als Vincent gaat rennen, stap ik op het zadel. Met thee, mijn boek en weinig zin. Ik ga gewoon trappen, lezen, alle ‘geweldige’ mensen volgen die in Spanje rennen of in de kou. De grootste heldin rent niet, wat nog veel moeilijker is. Ik trap om warm te blijven. En drink de gemberthee. En lees om de tijd te doden. Ik ben eigenlijk na 3 kwartier wel klaar. Maar ik moet anderhalf uur.
Ik ga ook nog maar even in Zwift een extra stukje rijden, maar door allemaal ge-app, gelees, gemok en het eten van koekjes krijg ik nauwelijks iets mee van Watopia. Na 80 minuten app ik Vincent of hij bijna klaar is, zodat ik voor hem de douche in kan. 5 Minuten later en 5 minuten te vroeg dus, spring ik van de fiets af. Ruim 35 kilometertjes en niks vermeldenswaardig.
De rustweek is om! Nu mag ik weer rennen! Gelukkig maar. Van 5 uurtjes sporten in de week krijg ik maar weinig endorfines om warm van te worden.
Ik heb prima geslapen. ‘Het is maar een marathon’, zo voelt het. Duurt korter dan een halve triatlon. Maar ik weet ook dat LM zei: ‘een marathon is soms moeilijker dan een hele triatlon’. Ik onderschat niks! Maar ik mag met muziek lopen en Vincent kan meefietsen. Alles is geregeld: de spullen liggen klaar (12 flaskes gevuld!), het voedingsplan is rond, ik kan hardlopen no-matter-what en ik heb al vaak niet opgegeven, dus waarom deze dag wel? Maar ik moet wel bijtijds op om te eten en vooral veel water te drinken. Dat water bevalt me. Geen sportdrank. Het lastigste is het voor Rob om het fietsenrek op de auto te krijgen. Daar zit een kwartier vertraging in. Vincents fiets moet mee, zodat hij met mij mee kan fietsen. En het weer is een domper: het is somber, grijs en regenachtig. We rijden naar Spijkenisse en mijn benen trillen. Vincents telefoon moet opgeladen worden. De reis duurt door het weer wat langer en daardoor zijn we pas om 10 uur in Spijkenisse. Ik krijg een beetje haast, want ik start om half elf en we moeten nog een kwartiertje lopen! Snel naar de sporthal wandelen en het startnummer oppikken. Een kwartier van tevoren. En dan moet ik natuurlijk plassen! En nog een keer plassen. Tijd om in te lopen of zenuwachtig te worden is er niet. Ik hoop dat ik binnen 4 uur en een kwartier de marathon ga lopen. Daar gok ik op.
Ik kan 5:40 lopen en dan hou ik tijd genoeg over voor Dixies en wandelend drinken. Ik loop niet met pacers mee, ik moet mijn eigen ding doen. Tijd voor zenuwen is er gewoon niet meer. Ik heb muziek aan staan en dat leidt af.
Kilometer 1-2 Om half elf klinkt het startschot. Ik heb de muziek aan staan en sta net klaar voor mijn gevoel. Even over de atletiekbaan en ik denk: misschien had ik toch de andere schoenen moeten doen! Dat roep ik nog naar Rob, dat Vincent die moet meenemen.
Ik luister naar de muziek van Loreena McKennitt, The Old Ways. Een mooie start. Ik ga in een eigen bubbeltje zitten. Het is nog redelijk druk. De eerste 2 kilometer door het bos gaan vanzelf. Concentreren op de muziek en op mezelf.
Kilometer 2 – 8 Ze gaan makkelijk! Ik loop in een lekker tempo, voel me prima. Heb zelfs een beetje honger en even heb ik het te warm tot we op de dijken komen. Ik kijk een beetje om me heen, maar het is grijs. Ik zie de torens van de industrie. Let op de dik ingepakte mevrouw op de fiets met paarse fietstassen en ik neem graag een gel op 3,5 kilometer na 20 minuten. Ik ga langs Geervliet en zwaai naar de mensen. Mijn muziek geeft me een eigen bubbel. Ik weet dat de marathon pas veel later zal beginnen, maar nu voel ik me prima bij een tempo van de verwachtte 5:40 en iets daaronder. Ik erger me even aan de kletsende mannen achter me die nog nooit in de regen een marathon hebben gelopen en -wat geweldig- ze hebben er al zoveeeeeeeel gedaan. Ik laat ze passeren. Ik vind dat het niet regent. En daarmee punt uit. Ik pak water bij de post en weer door. Weer een gel! Het drinkt lekker weg uit het flaske en ik kan het goed uitknijpen. Ik ben echt helemaal tevreden. Alleen dat er geen Dixie was op de post baart me een beetje zorgen… We maken een soort ommetje. Het is mij om het even!
Kilometer 8-14 Opeens is het er tegen kilometer 9: een gevoel van misselijkheid en onbehagen. Ik moet weer poepen. Ik scheld hardop. Geen Dixie. We draaien een lange dijk op tegen de wind in. Het liefst loop ik alleen, gewoon mijn eigen ding doen. Solistische triatleet. Ik zoek naar een plekje om te gaan zitten. Vervelend is dat, want het is hartstikke open. Ik zie mensenlopen die al een stuk verder zijn, links van me. Te open om ergens te gaan zitten. Ik zie schaapjes en nu ik op de dijk loop zie ik ook mensen achter me. Er loopt iemand van de halve marathon in rottempo voorbij. Ik grinnik om het bordje “zachte berm”.
En dan zie ik een huisje waar ik soort van achter kan zitten. Het is een vaste substantie en ik neem meteen een gel erbij. De eerste 14 km zitten erop. Ik kan weer verder. 2 Rondjes Weerwater heb ik gehad. Nog vier. Zo raar dat ik in Rondjes Weerwater tel.
Kilometer 14-18 Op de post wat water drinken. Na het poepen ging het weer goed qua tempo en gevoel, maar na 15 kilometer gaat het echt mis. Het valt allemaal verkeerd. Ik moet kokhalzen. Ik voel me totaal niet goed. Dit is pas kilometer 16! Het tempo is er uit en ik voel me ziek. Ik wil niet meer. En dan bedoel ik echt: ik ga uitstappen. Het is mooi geweest, dit kan niet. Ik moet een Plan B hebben, maar het is er niet. Ik voel me erg ongelukkig. Concentratie en tempo zijn weg. Bubbel uiteengespat. De EHBO motor houdt me in de gaten. Of het goed gaat, vraagt hij. Ik verdom het om ‘nee’ te zeggen. Vincent komt erbij fietsen. Maar ik zeg nog even niks.
Rob staat iets verderop. Ik waardeer het dat hij er staat, maar als ik naar hem toe ga, stap ik direct uit. Ik ben niet aanspreekbaar, niet blij en vooral aan het kokhalzen. Vincent weet ook niet wat ie moet. De marathon en halve marathon gaan elke een andere kant op. Rust! De EHBO motor ziet dat Vincent meefietst.
Op kilometer 17 weer een gel. Ik wandel en werk ‘m naar binnen. En ik ga tellen. Nog 24 kilometer. Vincent rekent uit dat ik met 7,5 minuut nog 3 uur nodig heb. Dat ga ik halen. Ik moet omschakelen. Weer kokhalzen. Wandelen. Ik zit op 1 uur en 3 kwartier. Ik heb dus nog 3 uur voor de sluitingstijd van 5 uur. Dat moet ik halen. Ook van Vincent.
Km 18-21 Ik weet er niks meer van. Ik moet omschakelen. Het gaat niet meer om tempo of hoe ik me voel, ik wil dit afmaken. Alles binnen de 7,5 minuut is winst. En ik ga de voeding halveren. Dus over twintig minuten water drinken en dan over 40 minuten pas weer een gel. Het is een Plan C, maar dat geeft me rust. Ik kokhals nog een paar keer en loop richting de 21 kilometer. Die fotografeer ik voor Joyce en ik stuur haar een appje.
Km 22-26 Vincent heeft het koud. Heel koud. Zijn vingers krijgt hij niet warm met 1 paar handschoenen. Dat vind ik moeilijk. Hij doet het voor mij, maar kan me nauwelijks de flesjes aangeven. Als moeder is het lastig als je kind zo worstelt en ik dat niet kan wegnemen.
We lopen langs het water. Het is lekker rustig, zo achterin de marathon. “Net het Twiske” zegt Vincent. Ik heb al gelopen voor LM en hij herinnert me aan zijn trainer, maar ik ben nog niet toe aan kilometers voor iemand anders, ik heb het zelf nog even zwaar genoeg. Hij vertelt van zijn meisje. Als hij drinken uit de tas gaat worstelen (2 uur 20) ren ik verder en zet even de muziek aan. Skellig komt voorbij. Een kilometer lang ben ik niet in de Zuid Hollandse polder en is de bubbel terug. Niet het tempo van de bubbel, maar all by myself. Daarna een stopje om de gel weg te werken. En dan door naar de rode lampen op het sluisje. Ik moet plassen. Die hadden we nog niet gehad, zucht. Mannen hebben het maar makkelijk. Al vindt Vincent van niet, want bij hem vriest alles eraf. Bij de post pakt hij een banaan. Ik water. Ik voel de misselijkheid weer. Ik ga net na de post de bosjes in voor een plas. Een man haalt ons in. Ik trek alle nattige kleding weer recht. De misselijkheid wijkt en ik voel me weer beter. We halen de man in en Vincent kletst even met hem, hij doet zijn eerste marathon. Ik tel dat dit de vijfde al is.
Kilometer 27-31 We doen de kilometers voor iemand. Vincent raadt het al vrij snel. Voor DvR is deze. Natuurlijk. Ik verzink in een bubbeltje als ik aan haar doorzettingsvermogen denk en dat ze weer trots op mij kan zijn: ik doe het zoals het komt… Het tempo is terug op 6:15 ongeveer. Niks vergeleken bij de 5:40 van het begin, maar altijd nog sneller dan 7:30. Kilometer 28 is voor DR. We lopen langs een woonwijk en ik hou het tempo mooi vast. Kilometer 29 voor HB, waar Vincent niet naar wil raden. Ik haal net geen 29 kilometer in 3 uur. Dus is 5 uur volkomen haalbaar.
De pacers van 4:30 lopen ook nog achter me. Maar de gehoopte 4:15 heb ik uit mijn hoofd gezet. Kilometer 30 raak ik het weer kwijt. Misselijk, kokhalzen, wandelen, slijm spugen. Een brugje en een parkje. Ik denk even: he, ik moet weer; maar het gaat voorbij. Deze 2 kilometer gaan niet erg snel. Vincent is ijskoud en blijft achter om thee te drinken. Ik weet dat ik de lange weg op ga. Voor me wandelt een meneer die daarna weer (flink) doorrent. De weg is saai, kil en moeizaam.
Kilometer 32-35 Volgens Vincent begint het grote aftellen! Maar ik heb dat gevoel nog niet. Ik weet nu dat ik het ga halen, maar het zal in 4:35 zijn vermoed ik. Ik vraag Rob naar de tijd van 2013. Misschien kan ik precies dezelfde tijd doen? Ik app ook de trainster dat het lastig is. We gaan Simonshaven door. Vincent vertelt over Hunter. Ik luister half, maar krijg wel wat mee. Nu moet ik soms even wandelen omdat mijn spieren beginnen te trekken. De groep van 4:30 komt me achterop. Na het dorp vraag ik Vincent om ze te laten inhalen. Ik zit op een tempo van 6:45, zij op een tempo van 6:30. Het gebeurt allemaal in kilometer 34. Net voorbij de sportvelden. Een andere meneer die wat ouder is en het moeilijk lijkt te hebben spreekt Vincent aan achter me. Hij doet gewoon rustig aan, zo zegt de man. Het is zijn zoveelste marathon. Vincent schept even op over mij, dat ik alle loopafstanden wil doen en dan zegt die man: Is zij je vriendin?! Die man maakt mijn dag goed!! Wat, de hele marathon!! De gedachte: waarom-doe-ik-dit-ook-alweer is naar de achtergrond verdrongen voor dat ene moment! Hij haalt me in vlak voor de post. Ik neem stralend een gel als Vincent een kleine jongen groet die hij al eerder heeft gesproken. Ik drink en eet een gel. Ik ga het halen. Nog 1 rondje om het Weerwater.
Kilometer 35-38 Weer valt de gel zwaar en moet ik die even verwerken. Stukje wandelen, keertje spugen en dan weer rennen. Achter de woonwijk langs. Ik kan hier nergens zitten. Maar de aanval gaat voorbij. Mijn voeten doen pijn, want ik ben door het water gestampt. Maar mijn linkerbeen baart me meer zorgen, die is stijfjes. In kilometer 37 gaan we de brug op, maar het is totaal anders als in mijn herinnering. Ik zet de muziek aan en zing even Touch the Sky mee, maar dat hoeft helemaal niet van Vincent. We hebben er wat lol om.
We zien een leuk eilandje en plekken om te zwemmen. Nu kom ik in de zone voorbij de lange duurlopen. Eindelijk kan de marathon beginnen! Ik kijk uit naar de boulevard. Daar is de bevrijdende kilometer 38. Ik ga het hoe dan ook halen. Zeker binnen de 5 uur en ook binnen de 4 uur 42 van de vorige keer.
Kilometer 38-40 De Maasboulevard. Het is grijs en grauw. Maar de schepen en bruggen en flats aan het water zijn best groot. Ik stel me hier in de zomer wel drukte voor. We halen herinneringen op aan eerdere wedstrijden van dit jaar. Dat doet me goed. Ook al kan ik niet meer onafgebroken blijven rennen. We maken foto’s.
En dan wil ik de laatste 2 kilometer toch alleen doen. Alles eruit persen. Het maakt niet meer uit of mijn been pijn doet, mijn voeten zeer doen of hoe ik me voel. Na het ophaalbrugje gaat Vincent terug naar de atletiekbaan.
Kilometer 40-42,2/42,4
Ik zet de muziek aan en ik zet mijn tempo aan. Ik loop langs de post. Deze kilometer onder de brug door is voor Vincent. Ik haal de man in het groen in. Ik kan gewoon nog harder lopen en zit weer op de 5:40. Het voelt prima. Niet makkelijk, maar te doen. Daar staat Rob. Dus is de helft van de kilometer nog voor Rob.
Voor me loopt een dame die ik ook nog wil inhalen. Dat lukt me. Nog een paar bochten. Ik schakel de Ierse muziek in. In mijn hoofd galmt dat samen met de geluiden van Hamburg. Dit laatste blokje energie kan ik! Mijn horloge loopt voor. Ik ga de atletiekbaan op en zie Rob daar weer staan. Ik heb de tegenwoordigheid van geest om mijn horloge na 42.2 kilometer binnen 4,5 uur te lappen. Maar ik ben er nog net niet. Ik zie dat ik het niet in 4:30 haal op hun klok. So what. Ik haal het!
Juichend ga ik de finish over. De moeilijkste afstand in the pocket! 4:31:05
Ik krijg een medaille met een groen lint. Had ik de hele tijd gehoopt op een blauw lint, is dat voor de 5 en 10 kilometer…
Ik drink thee en mijn linkerbeen is er slecht aan toe. De medaille graveren en dan ga ik door naar de massage. Maar eerst naar de WC. Zwaar aan de diarree. Tot twee keer toe moet ik weer gaan zitten. Ik ben vergeten door te geven dat ik mijn zwemtas met spullen voor na de marathon nodig heb en die ligt dus in de auto. De mannen gaan ‘m halen. Ik krijg het koud, maar de massage helpt een beetje. Tegen de stijfheid, niet tegen de kou. Al die andere mensen zijn nogal fantastisch met hun zoveelste marathon binnen een jaar of hun eerste in 4:20. Ik app. Ik wacht in een kleedkamer. Gelukkig komen ze snel en kan ik andere kleren aandoen. De auto staat dichtbij. Ik moet plassen en we moeten stoppen bij een tankstation. Ik kan er amper naar toe lopen, zoveel pijn doen mijn spieren. Ik ben moe, maar niet extreem hongerig. Ik heb zin in de hamburger, die ik wandelend met Vincent samen ga halen.