2022-41

Maandag 21 november – Rustdag
Zo’n dag waarop niets lukt: werk komt niet vooruit, een voor mij belangrijke afspraak bij de therapie wordt afgezegd en voel me apathisch. Ik wandel tussen de middag met de collega’s en ‘s avonds wandel ik om nog een keer gels op te halen.

Dinsdag 22 november – Loslopen

In een lage hartslag het overbekende rondje langs de Oostvaardersplassen. 10 minuten zone 1, 30 minuten zone 2. Ik blijf rennen, ook al moet ik drukken en voel ik me matig. Ook al valt het tempo tegen. Ik ren. Ook al ken ik dit van meter tot meter. Ook al blijft de hartslag laag. Ik ren. Ook al is er nog zoveel te doen en met het kind te leren voor de toetsen. Ook al is het onverhard. Ook al drukt de werkstress op mijn schouders. Ik ren. Ook al ben ik moe. Ook al heb ik geen zin. Ik ren. Ik kom bijna niemand tegen. Twijfel over alles. Vooral over de marathon. Ik ren. Zonder foto. Zonder vertrouwen. Het is maar 3 kwartier en 6,5 kilometer. Die en dat ren ik.

Woensdag 23 november – Fietsen dan maar

Liever fietsen dan zwemmen met chloor. Boekje lezen. Beetje trappen. Cadans hoog houden. That’s it.

Ik ben instabiel, onevenwichtig, gestresst en onrustig. ‘k Voel alles links: been, knie, schouder. Door stress op het werk. Verhoogde rusthartslag ook (49). Gewoon trappen zonder druk. Eventjes lekker.

Donderdag 24 november. Rustdag zonder de rust.

De onrust op het werk bevindt zich op een climax in een vergadering met lekkere pizza, waarin de zorgen van de werkvloer nog niet eens aan bod komen. Ik ben later op het uitje, want ik kan naar de cranio therapie! Ik heb krampen in de baarmoeder en die moet dan ook flink rechtgelegd worden. Ik voel me een stuk beter als ik mee mag doen met de Escape Room! Op voor een maratonnetje… Enerzijds denk ik dat het wel mee moet vallen, anderzijds blijft het een flink end.

Vrijdag 25 november – LosFietsen

Podcast luisteren. Na de massages is alles lekker los. Werk is klaar. Rustiger. ‘Het is maar een marathon’ De spullen liggen klaar.

“Ik ben weer in balans en rusthartslag ligt weer onder de 45. De lachspieren werken weer, die waren in een kramp geschoten!” Schrijf ik voor de trainster. Ze antwoordt: “Super goed!! Blij om te horen… Gaat helemaal goedkomen zondag. Voor die lachspieren blijven belasten 😉 En de anderen mogen tot zondag lekker uitrusten”

26 November – het laatste loopje voor de marathon zoals gewoonlijk samen met Manuel!

En dat terwijl Manuel snipverkouden is. Maar ik hoef niet hard of iets. Het ging oke. Ik liep lekker. Kwebbelde. Manuel had het zwaarder met de volle longen.

Ik deed ook nog 3 sprintjes en dat ging goed. Ik heb ook naast Vincent gefietst toen hij ging hardlopen. Chloor en zwembad heb ik lekker ingewisseld voor een wandeling.
Of ik klaar ben voor de marathon? Zoveel als kan. Het gaat regenen, ook al heeft de trainster me droog weer beloofd.

2013

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2022-40

maandag 14 november – Hardlopend naar de bootcamp

Op het schema staat 35 minuutjes hardlopen met tempo 6:00-6:10. Ik wil naar de bootcamp. Dan maar vooraf hardlopen. Ik vertrek op tijd en ga de straatjes door. Mijn benen doen het. As usual. Ik kom de bootcampleraar tegen. En vergeet mijn flesje af te geven. Op het einde moet ik toch flink doorlopen, want ik moet er om 7 uur zijn. Ik haal het wel, maar nog geen drie kilometer zoals ik had gehoopt. Ik doe de lange ronde als enige. Dus ook dan moet ik meer aanzetten als het tempo wat op mijn schema staat. Dat lukt mij en mijn benen. Tot mijn verbazing. Een anders-dan-anders-ommetje. En daarna door voor de oefeningen van de bootcamp die me ook steeds beter afgaan!

Op het einde ben ik maar naar huis gewandeld.

Dinsdag 15 november. RUsTdahahahahaG

Eigenlijk staat ie morgen, maar vandaag ga ik bij de pedicure langs en bij de massage! En toen was het alweer donker en kroop de poes op mijn schoot op de bank. Zwemmen gaat ‘m dus ook niet meer worden, maar dat ligt niet alleen aan de poes.

Woensdag 16 november – hardlopen van gisteren

Na een hele dag uitstel is het alweer vroeg donker. Op Instagram wemelt het van de wereldloopsters die op zijn best een herfstdip hebben en moord en brand om aandacht ‘schreeuwen’: van de 18 kilometer krijgen ze maar 9 kilometer voor elkaar (het komt niet in haar op om langzamer te lopen dan 5:40); de volgende houdt het bij yoga en wandelen na een ‘vreselijk lang jaar’ (fantastisch, die eerste halve triathlon van je); en de derde geeft toe aan de blessure (want een keer gelopen én gefietst op 1 mooie zaterdag). Kom op, dametjes: een beetje pijn, het tempo verlagen, een dagje minder presteren: het kán best eens een keer! Maar dit is de kijk-mij-eens-generatie die geen tegenslag kan verdragen zonder dat iedereen reageert: knap hoor-dat je toch negen kilometer hebt volgehouden / knap hoor-dat je voor jezelf kiest / knap hoor…. Ik heb ook een dip, ik zie op tegen de marathon, het was een lang jaar, de voeding blijft een ‘gokje’, ik ben ongesteld geworden (en dan gaat er niks lekker): maar ik ga nog even door! Zie nog even af. En ik neem Vincent mee, zodat hij even uit het leren is. En ik niet alleen door het donker hoef te lopen. 🙂

Ik doe 5 minuten zone 1/2 (dat gaat prima) en dan 30 seconden hard en 30 seconden dribbel. Acht keer. Er zit weinig tempo in mij. Vincent huppelt en babbelt er letterlijk naast. Hij heeft een route en ik volg gewoon. Hij leidt me af. Na 5 kilometer is het toch weer raak: ik moet! En nodig ook. We mogen even bij de Dekamarkt naar binnen. Het lucht op. Voor een paar kilometer. Bij de Plus is alweer mis, maar die is al dicht. En dan? Stoppen? Pauze inlassen? Marathon afzeggen? Wandelen? Nopes. Ik moet 1 keer wandelen en het tempo aanpassen. Eén keer. Daar baal ik van. Verder gaan de acht kilometer vol. Volgens schema. Afzien. Pijnlijk. Vervelend. Thuis weer aan de diarree. Als ik terugkijk valt het tempo in de versnelling wel mee, zo sloompies ging ik niet eens. (al bleef het voor Vincent tot easy) Of alle magere, jonge, snelle meiden op Instagram even met mijn trainster mee willen lezen als ze dit opschrijft: “Goed dat je die versnellingen wel gedaan hebt, is namelijk best effectief, helemaal ook als het even niet zo heel lekker gaat.

17 November Baantraining

Weer een energieslurpende werkdag. Die zijn zooooo vermoeiend! En dan eten we maar op tijd en om 7 uur staan Vincent en ik op de baan. Ik heb totaal geen zin en ik zeg geen woord. Laat de rest maar leuteren. We hebben de trainer die ik als persoon altijd wil blokken omdat ie zoveel praat. Vanavond is dat tamelijk onhandig! Ik heb al moeite met onthouden wat we moeten doen en dan luister ik ook nog eens niet. We lopen om de baan heen in en iets met lantaarnpalen. Ik luister. Naar de cameraman en hoe ze de duo-marathon in gaan delen. De loopscholing doe ik ook, maar mijn best doe ik niet. Wederom zit er geen tempo in. So be it.

We gaan 400tjes lopen. 300 zacht, 100 hard, 200 zacht, 200 hard, 100 zacht, 300 hard, 200 zacht, 200 hard, 300 zacht, 100 hard. Wanneer was je gestopt met lezen? 😉 Elke keer 30 seconden pauze, waarin ik mijn horloge stop. Alles trekt en rommelt bij mij. Ik doe wat ik moet doen, maar er kan geen glimlach af. Een rondje van 400 rustig en dan doen we het omgekeerde: 100 hard, 300 zacht, 200 hard, 200 zacht, 300 hard, 100 zacht, 200 hard, 200 zacht, 100 hard, 300 zacht. En nog een rondje uitlopen. Ineens vraagt A naar mijn wedstrijd en warempel: bij het uitlopen van 2 rondjes blijk ik toch te kunnen praten! Ik ben benieuwd of ze het al opgezocht heeft… Ik maak 9 kilometer vol. Ze gingen niet van harte. Ik vond het niet leuk, niet makkelijk, niet inspirerend, niet soepel. Op dit moment twijfel ik nogal aan de marathon: halen doe ik het vast, maar hoe…

18 November – het lukt weer!

Mijn linkerkant is weer totaal uit balans. Mijn been trekt, mijn linkerarm heeft er zelfs moeite mee. Vooral als ik (met poes) op de bank zit gek genoeg. Zorgelijke zaak. Maar ik ga -hoe dan ook- hardlopen. Maandag ga ik naar de therapie en dan is het over. Dus nu nog even uitzingen! Ik heb 3 kwartier zone 1/2 staan, gevolgd door 8 versnellingen met een rustige dribbelpauze en dan uitlopen. Iets van 70 minuten en 11 kilometer, verwacht Garmin van me. Ik doe een lange broek aan en ik zet de nieuwe (kerst)muziek van Loreena McKennit aan en ik ga gewoon. Vincent tegemoet. Ik heb het drinkflesje meegenomen om mijn arm in het telefoonhoesje wat ik in Canada heb gekocht.

Ik merk meteen dat het gaat. Vraag me niet waarom. Zou de ‘schade’ van de 36 kilometer verwerkt zijn? Ligt het er aan dat de cyclus weer voorbij is? Geen werkstress? Bevalt de kerstmuziek? Ben ik blij dat het licht is? Is de temperatuur voor mij goed? De goede sokken en lange broek aan? Vandaag de suiker weer achterwege gelaten? Ik weet het niet, maar het voelt veel beter. In het centrum is het me te druk en onrustig. Ik kom Vincent veel eerder tegen dan ik dacht. Hij fietst naar huis en ik pak meteen een rustigere route. Het gaat gewoon makkelijk op een lekker tempo wat ik zou verwachten. Heel erg fijn. Ik kan vooruit kijken, grijnzen om de jongens die me aanmoedigen en ik zie de bomen met andere kleuren. Geen last van trekkerigheid of iets.

Ik loop 6 kilometer onafgebroken door en eens een beetje een andere route. Dan ga ik drinken. Op het industrieterrein. Dan maar een kilometertijd van iets langzamer. Ik heb nu niet zo’n idee van de afstanden. Dus ik loop een beetje door de wijk. Dan moet ik gaan versnellen. 30 Seconden. Ik ga 10 seconden harder, 10 seconden nog iets harder en dan 10 seconden maximaal. Dat is af te tellen en leuk! Ik zoek elke keer een punt uit wat net iets te ver weg ligt. De minuut pauze duurt langer.

Ik maak netjes 8 keer af en dan krijg ik toch weer last van aandrang. Vervelend. Ik merk het aan het tempo en het trekt dan toch weer. Maar de elf kilometer ga ik hoe dan ook volmaken. En de tijd ook! Zo werkt dat voor mij. Thuis gooi ik het er toch weer uit, maar ik ben blij dat ik het allergrootste deel van de training lekker gelopen heb.

19 November – de zin is weg, maar ik ga toch fietsen en zwemmen

Binnen fietsen. Want dan kan ik mijn boek lezen.

Ik heb geen zin, ik krijg geen zin en ik doe niets meer of minder dan rondjes trappen. Saaie route. De Zwift stopt er even mee, maar gaat uiteindelijk weer verder.

Na een paar hoofdstukken moet ik denken aan de trainer van Vincent die me laatst vroeg of ik alleen maar rondjes fietste. Dat beaamde ik al. Nu ik aan het tweede saaie rondje begon, vroeg ik me af waarom. Ik heb het voor hem opgeschreven:

Hallo T,
Je vroeg laatst of ik altijd alleen maar rondjes fietste in Zwift en ja- eigenlijk wel ? ik vind fietsen namelijk niet zo leuk. ? Het boeit mij niet of ik snel ga of goed of harder dan de vorige keer. Het is gewoon dat mijn benen bewegen. Vandaag heb ik ondertussen ook lekker gelezen in mijn boek! ?
Het zal je niet verbazen dat ik de data niet in beeld heb voor mijn neus en ik de badeend, vallende beer en dinosaurussen ? ? in Watopia allemaal kan vinden.
Gek he, voor een triatleet? Dat fietsen als ‘dingetje’ erbij hoort. ? En dan te bedenken dat ik de volgende hele triathlon doe vanwege het fietsen, maar dat terzijde. ?
180 kilometer is toch best veel. Dus ik moet dat dan maar zo leuk mogelijk maken. Of zien te overleven. Zodat mijn benen de marathon nog kunnen lopen. En dáár zit ‘t ‘m in! ?
Want alleen met dat doel (de marathon) fiets ik nu nog. Opdat die benen ?? ?? blijven doen wat ik van ze vraag . Ook als ik geen zin heb. ? Zelfs vóóral als ik geen zin heb. Mijn benen moeten leren dat ze mij altijd blijven dragen: ook na 30km marathon als er geen zin meer is. Ook na 170km fietsen en alle schoonheid van de route geweken is. Ook met een hoofd vol stress. ? Ook als het tegenzit. Altijd ?
Ik fiets rondjes op wilskracht en doorzettingsvermogen. Want snelheid of ambitie heb ik niet zoveel.
Als jij de doorzetters-genen die ik nog over had en doorgegeven heb aan mijn kind, combineert met snelheid en ambitie, dan heb jij goud in handen. (Al weet ik niet hoeveel genen ik doorgegeven heb, ? maar gelukkig hoeft de puber het niet te delen).
En daarom fiets ik gewoon een rondje. Wilskrachtspier trainen. Als ik na 12 minuten, 30 minuten of een uur geen zin meer heb ga ik door. Worden het toch 90 minuten en 40kilometer. Twee saaie rondjes zelfs. ? 3 Hoofdstukken. ?
En daarmee heb ik mezelf overtroffen.
Want ik heb tien minuten te kort gefietst. ? Er stond 100 minuten op het programma. ?

‘s Middags gaan we met nog minder zin naar het zwembad, Vincent en ik. Hij gaat het om even uit het leren te zijn en ik ga mee omdat…. ik er toch ben als ik hem moet brengen – denk ik. Gelukkig gaan ze na een half uurtje een circuitje doen. Dan kan ik het bad uit!

Ik ga 150m zonder achtje doen en daarna 150m met achtje. Om en om. Voor de drie snelle heren wacht ik soms eventjes. Ik adem 1 op 3. Het gaat allemaal niet snel, maar ik doe het gewoon. Ik geniet van de anderen die het circuitje doen en dat leuk vinden.

20 November – de laatste keer lang hardlopen voor de marathon.

Hopelijk klopt het dat een slechte generale repetitie een goede marathon oplevert, want dit ging niet heel erg lekker. Het is dan ook opeens ijskoud buiten. Onder nul. De dikke broek ligt onderop de stapel. Ik ga naar de bootcamp rennen. Daarna doe ik mijn hardlooptraining. Ik loop heel rustig in, de eerste kilometer op 6:50 ofzo. En dan een ommetje tot ik bij de bootcamp ben. We lopen daarna met zijn allen. Ik ga rustig achteraan verder. De tweede kilometer gaat al zin 6:30. En dan rustig de brug over. Ik vraag me af wat mensen eigenlijk van me denken met wat ik doe, maar ik durf het niet te vragen. Ik loop de derde kilometer al initiatief 6:03 en dan wil ik de laatste kilometer nog iets harder. Ook al gaat het omhoog! Net onder de 6. Dan het trapje op en af. Ik doe het 8 keer. Daarna volgen 40 minuten bootcamp. Ik kan de oefeningen al aardig onthouden, ik kan me al aardig afsluiten en ik doe keurig mee. Ik merk wel bij een beenoefening dat links veel minder sterk is dan rechts! En dat mijn armen echt sterker worden. Na 2 rondjes doen we de ‘kerstboom’: stap uit links, stap uit rechts en squat. Daarna nog een rondje. Ik zie op tegen het hardlopen merk ik. Weer zo’n 15 kilometer! Ik ben bijna bij de marathon, maar de laatste loodjes… Ik sla de buikspieren over om niet te hard af te koelen en ga hardlopen. Eerst 3 kilometer inlopen.

Oef. Het trekt, gaat niet hard en ik voel me vermoeid en hongerig. Mijn benen doen gewoon niet mee! Mijn hoofd geniet wel van de kille, heldere lucht. Mijn darmen lijken wel aardig. Ik voel me goed. Maar die benen! Voor de 3km werk ik wandelend vast een gel weg die is opgelost in het water en in het flaske zit. Dan moet ik tien kilometer rennen op marathon tempo in zone 3. Daar gaat ie pas echt mis. Ik kom niet in zone 3. Vermoeidheid? Kou? Missende spierkracht? Bootcamp? Gewoon klaar met al dat getrain? Ik ga gewoon de dijk over.

Ik kom dan wel weer in een ritme, ook al valt het allemaal wat tegen. Ik maak een foto van de mooie bomen.

En dan weer door. Ik loop nu naar de 7 kilometer en daar zal ik weer stoppen en eten. Ik voel me wat minder lekker en ik voel mijn darmen weer. Ik stop en drink het koude spul op. Er komt 1 auto voorbij. Dan ga ik aan de kant zitten. Het is vast, stevig en mijn darmen zijn weer leeg. Daar word ik niet blij van, maar het lucht wel op! Voordeel van de herfst: blaadjes genoeg om er overheen te schuiven! En door. Het gaat nu wel lekker. Niet zone 3, maar wel qua tempo. En qua doorzetten. Door naar de 10 kilometer in totaal. Daar stop ik weer even om te voeden. De laatste kilometers loop ik om de wijk heen. Ik heb het al eerder gedaan toch, op het laatste moment toch de wedstrijd afzeggen? Dat was voor de halve marathon in Eindhoven. Zal ik dat nog een keer doen? Me ziek melden en gewoon lekker stoppen per direct? Dat schiet er door mijn hoofd. Not very well. Maar ik doe het omgekeerde: Ik moet nog 2 kilometer en ik ga mijn best doen om zone 3 te halen. Het lukt eventjes, maar mijn benen doen het gewoon niet. Geen grotere stappen, niet meer kracht. De laatste kilometer loop ik gewoon maar uit. Ik kom langs huis.

Gek he, dat ik niet afsla om het erbij te laten? Nou dat dus. Ik wandel even en dan cirkel ik om het huis en het park om de 14de kilometer ook nog vol te maken. Ik moest anderhalve kilometer uitlopen, maar na 1 kilometer vind ik het mooi geweest. Toch weer dik 50 kilometer gelopen deze week. En iets van 8 uurtjes gesport. De komende week wordt het minder qua sport. En na de marathon mag ik een week helemaal niet lopen! Dat was een moment waarop ik de trainster het liefst de deur uit smeet.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2022-39

Maandag 7 november – Rust

Door goede nachtrust en een dag rust is mijn hersteltijd verbeterd!

Garmin is trots op mij, omdat ik slechts twee keer een korte wandeling heb gemaakt en verder niks. Denkt dat ding. Ik werk me een slag in de ronde zonder echt resultaat, ben wat meer gestresst en ik ben moe. Maar dat kan Garmin niet zien! De kleine kat houdt me op de bank, want ze zit op mijn schoot en wijkt niet van haar plek.

Dinsdag 8 november – Rennen en zwemmen

Ik heb een dag vrij van het werk, maar moet wel de hele ochtend weg. Daarna ga ik even op de bank zitten en meteen word ik klemgezet door anderhalve kilo poes. Ik wik en weeg en ik twijfel en kom er niet uit wat ik wil. We houden dat bankzitten een tijdje vol, maar ik moet ook nog rennen vandaag, kleintje-poes! Ik pak een muziekje en zakdoekjes en expres drink ik een bidon leeg met sportdrank. Voor ik ga, zit ik nog op de WC voor een nummer2. Korte broek kan nog net zo in november. Ik ga gewoon hobbelen, niks meer en niks minder. Ik moest zone 2 aanhouden en dat ging prima. Maar ik had gewild dat het tempo wat hoger zou liggen inmiddels. Het blijft een beetje steken rond de 6:00 minuten per kilometer.

Binnen 5 kilometer merk ik dat ik toch weer moet. Dus ik ga de bosjes in, maar het komt niet echt. Ik hobbel weer verder. Het is best warm. Ik wijk uit voor tractoren en ik stop een keer om een foto te maken.

Langzaam aan komen mijn gedachten tot rust en orden ik ze. Wat ik krijg, pak ik aan en anders niet. Maar het geeft wel onrust. Heb ik mezelf op de hals gehaald! Overal ruikt het naar herfst.

De laatste kilometer zet ik nog wat aan, omdat het kan.
Morgen zit aardig vol en ik ga naar de sportdietiste, dus dat is altijd gedoe met zwemmen. Daarom ga ik op de late dinsdagavond. inzwemmen en dan doen we heel veel korte dingen. 50 metertjes en 100 metertjes. Ik vind dat niks. In een overvolle baan met een man/vrouw of 8 is dat gewoon best lastig. Ik kom niet in een ritme en ook qua ademhaling ben ik weinig consistent.

Ik vind het wel grappig dat de trainer de training op een kartonnetje van de chocolade muesli heeft geschreven. De insteek is de insteek van deze training, maar ik let meer op de doorhaal. Een zin die je alleen snapt als je ook zwemt!

9 November – lunchrun met Manuel

We gaan niet snel, want dat kan Manuel ook. Gewoon even lekker bijpraten en rennen tussen de telefoontjes, overleggen, mails en opdrachten door. In het begin een beetje regen, een heel klein beetje. Verder veel wind. En vooral heerlijk ontspannen! Mijn hoofd tenminste.

Mijn benen vinden het deze keer eens niks. Ze trekken. En slepen. En ze mopperen wat. Mijn benen moeten namelijk een zwaar hoofd tillen. Ze doen het 6 kilometer lang.

10 November – Lopen op wilskracht zonder wil en zonder kracht

Deze donderdag is hopeloos: chocoladetaart, een lunch met de manager, werk wat nauwelijks afkomt en gezeur. Ik ga het niet redden om naar de baan te gaan en extra te lopen. Dat willen mijn benen niet en mijn hoofd ook niet. Ik zou 18km moeten lopen. Maar ik bedenk zelf dat het er 15 kunnen worden. Alle straten door. Dat heb ik lang niet gedaan en lijkt me uitstekend passen bij mijn stemming van niks.
Al na 2 kilometer wil ik terug naar de bank! Ik ben het al snel zat. Het donker, de ongelijke stoepen en de malende gedachten die de muziek niet kan overstemmen. Het tempo is laag. Op 4 kilometer dacht ik: laat ik de 5 kilometer dan maar volmaken. Nu ben ik toch bezig. Ook toen ging ik niet naar huis. En dan gaat het eigenlijk steeds minder goed. Het rare is dat ik niet omdraai en naar huis wandel.

En dan -bij 6 km- voel ik dat het brood toch te laat was of ik er te kort op ben gaan lopen. Ik moet weer. En dat is midden in de wijk onhandig. Ik wandel een stukje in de hoop dat het voorbij gaat en ik app een vriendin die hier in de wijk woont. Ik dribbel tot kilometer 8. Dan val ik stil. Er is toch iets geks aan de hand: het gaat niet, maar ik stop ook niet. De wil is groter om al die straten vol te maken en tien kilometer te rennen dan de kracht om te stoppen. Het gaat tergend langzaam en traag en moeizaam. Ik heb het koud en warm en ik moet goed opletten voor overstekende auto’s. Maar ik ga de laatste straat ook door! En dan ga ik terug. Blijven rennen lukt al lang niet meer. Ik denk zelfs: ik kan gewoon op stop drukken en naar huis wandelen, maar dat doe ik dus niet. Het zit er niet in. Ik ren, jog, hobbel, wandel, duw, trek, korte stukken. En voor de deur moeten zelfs eerst de 12 kilometer vol, voor ik naar binnen sprint. Net op tijd. Het duurde een eeuwigheid, die 12 kilometer. En dan nog zijn het er bij lange na geen 15 of 18.

11 November – Boek lezen en nieuwe gebieden verkennen in Zwift

2 uurtjes fietsen: ik weet niet of ik het ga halen, maar er zijn twee pluspunten: 1) Er is een nieuwe wereld open bij de Makuri Islands en 2) ik kan lekker mijn boek lezen. Drinken en eten erbij.

En trappen maar. Ik hoef niks, gewoon een rondje uitgezocht van 40km, wat toevallig na 20km een nieuwe route is ook nog! En precies op 20km krijg ik een telefoontje waar ik op zat te wachten. Ik stap even af en verwerk ‘t rustig en netjes.

En dan het nieuwe gedeelte in! Ik vind de grotten mooi. Ook de vliegers en het zand vind ik een leuke aanvulling. Zwift doet alles zo ‘netjes’. De bergen kloppen (Mount Fuji), de mix van mystiek en modern en het water stroomt. We komen ook langs een soort grote industrie. En door jungle. Over strand en langs hekken die stuk zijn. Bruggen. En het wordt avond.

Ik lees en kijk tegelijkertijd. Ik ben ook eventjes ergens eerste! Het is niet druk in Zwift. Inmiddels heb ik iets belangrijks geleerd: ik hou de cadans hoog. Dat is intussen helemaal niet meer vermoeiend en juist relaxed! Na 40km heb ik de route af en er gebeurt iets wat me nog nooit overkomen is: Zwift crasht! Ik moet opnieuw opstarten en hoop maar dat de route bewaard is.

Ik kan verder fietsen en mijn boek is nog niet uit (ik ben mooi bij het deel ‘onderweg’), dus ik ga nog even verder. Het gaat lekker nu.

Ik rij 50 kilometer vol, net niet in 2 uur (maar eigenlijk ook weer wel). Helaas neemt Zwift de laatste tien kilometer niet meer op. Dus ook de tijd niet. Jammer voor de statistieken.

12 November – mijn verjaardag zoals ik die wil vieren.
Als mama het had geweten 49 jaar geleden, had ze me teruggeduwd! Vandaag wil ik hardlopen. Het heeft even geduurd, maar dat is gewoon het liefste wat ik wil doen op ‘mijn’ dag. Geen gedoe aan mijn hoofd. Joyce gaat met me mee op de fiets als ik het hele rondje Oostvaardersplassen ga rennen. Het gaat niet om het tempo, het gaat vooral om het testen van de voeding als voorbereiding op de marathon. Vooraf goed eten, veel water drinken en de rugzak inpakken. Lange broek aan en lange mouwen. Ik moet 10 gels met water gaan wegwerken.
9:13 uur – Km 1-2 doe ik alleen. Met een bidon vol water die straks in de fietstas van Joyce kan. Ik app nog even en dadelijk zet ik mijn telefoon uit. Ik moet even wachten op Joyce bij het Oostvaarderscentrum.

km 3-5 Joyce fietst naast me en de eerste kilometer mag ik even klagen! Over dunner wordend haar en over mensen die alleen maar eten op Instagram zetten. Na ruim 3 kilometer moet ik al aan de gel. Ik wandel erbij. Het lijkt zo snel! Ik loop onverhard door de mist. Het is erg mooi.

Km6-8 Het Kotterbos door. De zon komt erdoor. Als ik weer een gel moet, zien we een paar mensen zoeken en ik wijs ze de weg naar de natuurbrug. En dan weer verder. Joyce maakt een prachtige foto.

Km8-13 Het gaat niet zo snel als ik had gehoopt. De hartslag ligt ook wat hoger dan ik zou verwachten. 10 Kilometer in 63 minuten (zonder de stops wachten en uitleg) Maar ik hoef niet, geen aandrang!! Dat is erg fijn. Ik neem op tien kilometer een gel deze keer. Goh, 3 keer in een uur is wel erg vaak wat mij betreft. Joyce kletst over haar nieuwe huis. Heerlijk! Op de Praamweg heb ik het niet makkelijk. De herrie van auto’s, meer onrust en veel zon. Bij het Oostvaardersveld weer een gelstop.

Km 13-15 De lastigste. Ik kijk uit naar het Oostvaarderscentrum aan de andere kant voor de WC. Toch wel. Niet pijnlijk hoor, maar wellicht toch het brood ofzo. Ik zet het horloge weer uit en ren door naar de toilet waar ik heel veel achterlaat 😀 En ik vul water bij. Een aardige ruil. Het voelt wel een beetje als valsspelen, want in de marathon stop ik natuurlijk ook niet, zeker het horloge niet! De Knardijk op.

Km15-18 De Knardijk. Ze vallen me zwaar. Het is mooi hoor, maar ik heb er altijd moeite mee om door de 10 engelse mijl heen te komen. Ik weet niet of Joyce het echt merkt, die kwebbelt lekker verder. Maar ik bedenk me ook hoe ver het nog is en dat ik pas op de helft ben. En dat ik weer zo’n gel moet wegwerken. Elke keer als ik in een ritme zit is het wandelen-gel pakken-opslurpen-knoeien-water drinken-gel wegdoen. En dan is het ritme weer weg en moet ik opnieuw oppakken en de langzame kilometer accepteren. Irritant. Maar dan kan ik wel weer door.

10:50 Km 18,5 – 30,5 – De Oostvaardersdijk. Op 18,5 km beginnen de lange 12 kilometer rechtdoor. De zon schijnt volop en ik ga me eerst naar de halve marathon vechten. Volgens mijn horloge in 2 uur en een kwartier, maar ik heb bijna een kwartier pauze gehouden. Joyce zou in beide gevallen willen ruilen met die tijd en er zijn mensen die in die tijd een hele marathon lopen. Maar ik doe nu eenmaal dit. Een mevrouw die we tegenkomen, snapt me: “Geweldig, zet ‘m op!”. Eresupporter. Ik zie ook andere mensen op de racefiets die ik wel ken en die moeten ook weten dat als ik daar loop, ik nog ver te gaan heb!

Joyce moet water bijvullen en fietst vooruit. Ik loop een stukje alleen na nog een gel op kilometer 22. Ik hou dan lekker het tempo erin. De eerste parkeerplaats ligt best ver weg, maar ik kan mooi kijken naar waar we gezwommen hebben!

Joyce vertelt lekker verder en ik weet niet eens meer waarover. Ik denk dat we even mopperen (of heet dat roddelen). Ik neem nog een gel – de achtste inmiddels en ik word er nu echt gek van! Het wandelen is wel even fijn, maar dat het ritme en de tijd weer naar de kl*te is, daar baal ik van. Ik weet nu dat ik het ga halen – hoe dan ook. Dat geeft me rust. Ik besluit ook naar huis door te rennen. Geen stop bij het Oostvaarderscentrum voor de lunch: ik wil naar huis. Vlak voor we de dijk af gaan, neem ik een gewone gel. Ik heb 8 slow release gels op, waar de suikerafgifte gelijdelijk gaat. Die zijn minder belastend voor het maag-darmsysteem en dat merk ik. Elke keer weer veel erbij drinken. En dan de dijk af op weg naar huis. Nog ‘maar’ 5 kilometer.

Km31-33 Of het van de gewone gel komt of omdat ik dit ken of omdat ik me realiseer dat ik dit ga halen en de marathon dus ook vast wel: het kan iets harder! Deze twee kilometer loop ik binnen 12 minuten. Ik SMS Vincent om ook te komen. Maar na kilometer 32 raakt het snel op. Ik moet nog een gel, maar ik wil echt niet meer! Dus ik doe het lekker niet. En dat wreekt zich. “Neem ‘m gewoon, ook voor die laatste 3 kilometer”, zegt Joyce; “nu kan je het testen.” Ik neem ‘m en ga ook nog even plassen, want dat moet ook.

Km33-35 Vincent komt erbij en ik krijg weer energie. Het is dus toch de gel. Goed dat ik nu goed voel hoe het werkt. Ik beloof dat ik me aan het voedingsplan zal houden. Ik ga om via het Oostvaarderscentrum, de ronde moet ook echt ROND zijn. Vincent en Joyce fietsen naar de brug.

13:11 Rond! Ruim 34 kilometer.
Onverhard alleen rennen en het trapje vind ik nog best lastig. Ik voel het wel! Mijn voeten doen pijn: iets met blaren. Niet stuk, maar zeer gevoelig.

Kilometer 36. En dan nog rustig naar huis. Ik blijf rennen en ik kan nog versnellen. Die kracht heb ik nog wel! Niet heel snel, maar wel ietsje.
36 kilometer – volgens het horloge in 3 uur en 54 minuten. Uit- thuis tijd is 4 uur en 9 minuten. Mijn benen zijn moe. Ik heb geen extreme honger. Chocomelk! Kaarten kijken. Ik krijg van Joyce een prachtig kade, maar dat ze haar ochtend met mij, naast mij en voor mij heeft opgeofferd is een onbetaalbaar groot kado!

En dan ga ik even zitten en lunchen. Ik wil uitzwemmen. Een tijdlang heb ik getwijfeld of ik op mijn geboortetijd zou zwemmen, maar dan is de volwassenenles en moet ik me verantwoorden en dat wil ik niet. En dan komen we in de knoei met eten en het werken van Vincent. Dus ik ga om 4 uur in het kinderuurtje zwemmen. Een half uurtje. Met achtje! Ademhaling is rustig 1 op 3 en ik zwem alleen maar op en neer. Met 4 mensen in een baan gaat dat prima. “Ben je jarig?” vraagt de man met wie ik de geboorteplaats deel. Het moment om verder te zwemmen 😉 Maar ik zeg later netjes ja. Garmin is wat positief over de afstand, maar dat zie ik als een digitaal presentje. 😀

Tijdens het zwemmen heb ik bedacht dat ik nou toch bezig ben en ik dan ook wel kan fietsen. Om 49 kilometer vol te maken. Lijkt me beter dan wandelen. Er is een route van 11,3 km door het nieuwe gedeelte op Zwift. Precies wat ik nodig heb! Ik voel mijn benen best een beetje. Wat stijfjes. Mijn voeten zijn weer bijgetrokken. Ik zit nog even op de bank en dan ga ik fietsen.

Is dat raar? Het is in elk geval niet wat ik tien, twintig of 40 jaar geleden had kunnen bedenken. Op geen enkele manier. Mijn verjaardag sportend doorbrengen.
Het fietstempo boeit me niet, en de cadans hou ik weer hoog. Ik zorg dat ik er niet moe van word. Ik kijk heel goed naar de omgeving. Er zit erg veel variatie in.

En een beetje tel ik de kilometers ook af! Maar ik haal er 11,3 en maak er voor de zekerheid ietsje meer van.

49 kilometer op mijn 49ste geboortedag.

13 November – uitfietsen.
Ik ben vandaag een beetje lui. Mijn benen zijn wat stijfjes en ik voel me echt een jaartje ouder! Dat is een nadeel van het maken van een sportdag van je verjaardag 🙂
Buiten is het heerlijk weer. Vincent moet een 3 kilometer test rennen. Hij vroeg gister al of ik met hem mee wilde en dat doe ik dan. Loopt hij 2 kilometer in op een tempo waar ik al heel blij mee zou zijn. Als hij zijn 3 kilometer loopt is het drukker als ik dacht, met paarden notabene! Hij loopt de 5km nog altijd binnen 23 minuten. Haha. Hij hobbelt naar huis en ik ga nog een uurtje fietsen.

Het is dertien november en ik rij op de racefiets!!!!!!!!
Gister heb ik de Tacx als standaard aangezet en nu ben ik buiten op de racefiets. Ongelooflijk. Op de dijk heb ik een beetje wind mee, schijnt het zonnetje en is het helder en koel. Het gaat echt heerlijk! De cadans hoog, het tempo hoog. Het gemiddelde is toch al laag, dus ik heb geen enkele ‘verplichting’. Alleen dit leuk vinden! Dat is makkelijk.

Ik ga binnendoor terug en bedenk net iets te laat dat daar bos is tot de rode ophaalbrug. Ik heb geen haast met inhalen, maar de mensen met de lieve hond laten me passeren. Het bos valt mee en ik stop even voor tegenliggers en om wandelaars in te halen. De rode ophaalbrug is mooi.
De stad weer in vind ik ook geen straf. De herfstbomen bekijken vanaf de racefiets. Ik besef hoe uniek het is.
En dan heb ik weer een week met 12 uur sporten doorstaan. Met 65 hardloopkilometers. Vijfenzestig! Da’s veel hoor. En ik heb ook bijna 90 kilometer gefietst. En ruim 3,5 kilometer gezwommen. Ik heb 13 uur gesport. Naast 24 uur werken (een half dagje vrij is fijn!), heel erg veel stress en onrust rondom het werk. De was ligt allemaal netjes in de kast, de vaatwasser is leeg en de administratie is bijgewerkt. En jarig geweest!

Er zijn mensen die van november in de stress raken, zo melden ze op de Social media. Iemand die geen baan heeft. Moeite met het hoog houden van de ballen gezin en sport. Ze raakt in de stress van het doel dat ze in september volgend jaar heeft: de hele triatlon. Ze wil alles doen wat ze leuk vindt! Ik begrijp het niet. Wil ze aandacht, advies? Of wil ze medelijden? Moet iedereen roepen hoe goed ze is? Dit gaat volledig aan mij voorbij.
Alles wat ik doe en wil is gepland, bedacht en moet uitgevoerd worden. Sommige weken staat het gezin op 1, vaak staat de sport bovenaan. Dat weten ze bij mij thuis. Die doelen die groot zijn, streef ik na. Ook als ik -net als donderdag- even geen zin heb of het niet goed gaat omdat mijn hoofd vol zit. Dat doel heb ik voor ogen als ik op de bank lig niks te doen en bewust rust neem en Candy Crash speel.
Kan ik iets, wat anderen niet kunnen en wat ‘plannen en organiseren’ heet? Dat is gewoon mijn natuur denk ik. Daar hoef ik niet mee te koop te lopen, geen aandacht voor, geen aai over mijn bol, geen feestje. Ik moet combineren: de kattenbakken gaan overal tussendoor, strijken tijdens het F1 kijken en Lego bouwen met Rob is de halve rustdag die ik verdien!
Ben ik een voorbeeld? Van die gedachte schrik ik terug. Een voorbeeld… Zo zie ik mezelf niet!
Of erger: misschien denken mensen wel dat ik dat ‘met gemak’ doe. En dat is zó niet waar!! Ook mijn benen van 49 jaar oud doen pijn. Ook ik denk wel eens: ik wil gewoon alles eten wat ik wil en het kan me niet schelen als ik een dik tonnetje word! Van de diëtist naar de pedicure rennen kost mij ook geld en moeite en tijd. En oh-wee als ik veel stress heb op mijn werk met een bazin die vanalles vraagt van me, dan merk ik dat in mijn armen die niet willen zwemmen en in mijn ademhaling die hoog zit. Ik ben gewoon een vrouw die ongesteld moet worden, moodswings heeft en van chocolade houdt. Omdat ik alles doe en ingepland krijg, wil niet zeggen dat het vanzelf gaat. Ik voel me schuldig als Rob thuis zit en ik fiets. Ik voel me slecht als Vincent zonder mij moet leren omdat ik ga hardlopen. Ik haat mezelf als het tempo tegenvalt. Ik vind het niet leuk dat ik te weinig tijd heb om piano te spelen.
Soms zou ik dat wel eens met hoofdletters op de Social media willen zetten: HET GAAT NIET VANZELF. Maar ik hoef geen medelijden, geen aandacht, geen advies en ik hoef vooral niet te horen hoe goed ik ben- wat niet zo is, want dat kan niemand anders voor mij bepalen. De trainer Merijn van vroeger zei altijd: ‘Be the best you can be’. En dat probeer ik. Niet meer of minder.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2022-38

Voor iedereen die nu heel ver terug moet lezen… Sorry: het heeft even geduurd! Veel sporten en werken, betekent weinig tijd om de foto’s in de blog toe te voegen, vandaar dat het even duurde! Je kan doorlezen tot blog 34. Neem de tijd 🙂

1 November – Coronabooster ruKRun

Ik voel me niet best door de booster. Algehele malaise, pijn aan de arm en moe. Rob is er echt ziek van. Maar er staat lopen op het programma en ik wíl. Als ik ‘s morgens kan werken (thuis), kan ik toch zeker ook wel hardlopen?! Het begin is moeizaam: hoge hartslag en zwaar tempo. Dus de korte route en rustig het trapje af. Dan zakt de hartslag en komt die ook niet meer hoog. Onverhard denk ik: dan maar genieten van buiten zijn en de omgeving en de rust en het licht. Tempo van 7 is ook goed. En dan ga ik maar doen wat lukt en blij wezen. Accepteren dat het niet zo goed gaat, is voor mij ook een hele overwinning!

Fotootjes maken. Ik moest volgens het schema 40min inlopen, 6 heuvel sprints en 10 minuten uitrennen. Ik ging de heuvel próbérén, maar dat was zo zwaar op het einde met een ademhaling heel hoog.

Rustig de trap af en nog een keer proberen. Maar het was heftig dus niet overdrijven. Fotootje maken en naar beneden en dan nog een sprintje doen de brug op. Die is lang! Puffen geblazen. Op wilskracht dan maar. En daarna wandelen. En heel rustig naar huis, want ik voel me niet meer zo sterk! Dan maar wandelmomenten, maar het hoofd overrruled de benen om zo lang mogelijk te rennen. Het zijn niet alleen de benen zoals vorige week, maar alles wat moeizaam gaat. Ik doe intervallen met lantaarnpalen: 2 joggen-1 wandelen ? thuis ben ik doodop en koud, dus ik lig met een dekentje op de bank voor een uurtje.

2 November – Een lunchrun en zwemmen
Er stond geen lopen op het programma, maar ik voel me beter en ik mag met Manuel mee. Een half uurtje. Ik doe mijn sokken aan uit Banff, een vleugje vakantiegevoel!

We kletsen, lopen gewoon maar om de wijk heen en in een lekker tempo. Het voelt aan alle kanten vele malen beter dan gisteren! We gaan langs de lama’s en ik wil met de diertjes op de foto.

Het is heerlijk ongedwongen en het half uurtje is snel om. Ik ben blij dat het goed ging!
En ‘s avonds ga ik zwemmen. Ik ben ‘s middags op kantoor met 1 collega en dan ben ik al vlak bij het zwembad. Kijken hoe dat gaat met een stijve arm van de boosterprik. Na het inzwemmen voel ik het al niet meer. We doen vijftigjes techniek. Daarna een piramide 400-300-200-100-200-300-400. Ik ging achter MB zwemmen. De grote afstanden met achtje, de 200 en 100 niet. Dan kan ik haar moeilijker bijhouden. Maar de rest ging niet zo hard, waardoor er verschillen ontstonden in de baan. Ik had daar geen last van, maar de sfeer is dan niet zo leuk. Ook daar heb ik me niks van aangetrokken. Ik was verder namelijk heel vrolijk en sociaal aan het kwebbelen met iedereen.

3 November – Baantraining – ellende – die dag dat het niet lukt.

Ik zou rondom de baantraining extra kilometers moeten maken, maar de werkdagen zijn extreem vermoeiend. Ik hink op 2 gedachten en voel me qua arbeid totaal niet op mijn plek. Ik ga het niet redden om snel naar huis te gaan, te eten en vooraf te rennen. En achteraf geen zin. Dan laat Vincent ook nog weten dat het de hele avond zal regenen. Ik doe het niet. Ik app de trainster. We rijden naar de baantraining.
Het gaat ruk. Op wilskracht uit mijn allerkleinste teen. Mijn hoofd is overvol en mijn benen zijn moe. Mijn buik van slag en ik totaal overprikkeld. Na 12 minuten was ik klaar eigenlijk, maar ja, ik was er dan toch. Bij de loopscholing ging ik even naar de WC. Ik accepteer bij het inlopen direct dat er simpelweg geen tempo te halen valt vandaag. Bij het inlopen had ik het al door: nul komma niks aan tempo. Mijn benen willen niet en mijn hoofd al helemaal niet. Of niemand ook maar iets tegen mij wil zeggen!

We moesten 1200-1000-800-600-400 en 200 doen met versnellen op het einde; op dat 3km tempo wat ik niet ken. 200 wandel-dribbel pauze lukte me tenminste nog! Al moeite genoeg om de afstanden bij te houden en zelfs op de baan niet te verdwalen! Alleen lopen, want ik kan werkelijk niks hebben. Het regende, maar ik was in korte broek en deed later ook het regenjasje uit. Het was keer op keer aftellen, doorzetten en niet stoppen. En dat accepteren. De trainer maant me te letten op het tempo, maar ik zeg hem mij met rust te laten en een ronde later zegt hij alleen maar: goeds Anneke. Verder zeg, hoor en zie ik niets.

Meestal kom ik energieker thuis, maar vandaag was ik nog vermoeider.

4 November – fietsen en duurloop

“Hoe voelen je benen?” appt de trainster. In het kader van: ‘wat moeten we voor vandaag aanpassen’. In bed en op de bank voelen mijn benen in orde. Ik neem veel rust in de ochtend. “Doe maar 45-60 minuten fietsen en 18 kilometer lopen” antwoordt ze. Achttien?! Dat is slikken! Kost toch 3 uur, want ik ga rustig aan lopen. Lunchen, spullen klaarzetten met nadruk op de voeding en dan op Zwift in New York gaan fietsen. Ik zet niks aan data in het scherm om ook niks te ‘moeten’.

Dan kan ik een beetje genieten van de kleuren van de bomen en het fietsen zelf. Ik doe het rondje Astoria Line en dat doe ik twee keer. Er zit best wat hoogteverschil in. Ik doe 1 keer mijn best op een sprint en wordt vierde!

Het leuke is dat het buiten gaat regenen, en ik binnen droog zit. Hopelijk regent het dadelijk bij het hardlopen niet meer, maar ik zie wel. Na een uurtje leegzweten en 25 kilometertjes stap ik af.
En dan pak ik rustig de spullen: het rugzakje, de fijne Banff sokken en een muziekje. Ik ga met mezelf akkoord als ik 6:30 ga lopen. Dan doe ik dus 2 uur over 18 kilometer. Een gel erin en dan kan ik gaan. Ik wil naar het Bloq via de gevangenis. En elke 20 minuten voeden. Dat is het belangrijkste. Ik luister Ierse muziek, net als op de fiets. Ik kijk naar de weg voor me en onder me. 1 Stap vooruit. Omlaag. Te piekeren. Over werk, collega’s en alles waar een mens van wakker kan liggen. Dat wakker liggen doe ik niet, maar mijn hoofd is wel erg zwaar. Het is gestopt met regenen. Ik voed na 20 minuten en dan zie ik een paar mensen op de fiets en wandelend: voor de rest geen fietsers of hardlopers. Ik krijg een heel mooi bericht van Joyce, wat me afleidt. Tijdens het voeden wandel ik. Mijn tempo ligt rond de 6:00 en dat vind ik helemaal goed. Ik hobbel langs het pension en dan langs de gevangenis. Door de gel en de rust en misschien wel het bericht ga ik even iets harder, maar ik neem niet het bos en ga over de dijk.

Bij het Bloq voed ik weer. Iets minder snel deze keer met een lekkende gel en gerommel met het rugzakje. Accepteren! Dan het Wilgenbos in. Meestal kom ik daar wel tot rust, maar vandaag kan ik het niet echt vinden. Ik loop door, maar blijf in sombere gedachten rondcirkelen. Niemand te zien. Ik kom bij het sluisje en dat staat open!

Na 2 minuten rust pak ik het hardlopen even makkelijk weer op. Ik besluit de volgende gel uit te stellen tot 11 kilometer. Ik blijf lekker verhard lopen en wil nog een rondje om de atletiekbaan rennen. Kleine doelen stellen. Afstand tellen. Ik grinnik om alle mooie honden, zeg wandelaars gedag en loop beheerst. Het is niet leuk, niet vervelend, niet extreem zwaar, niet makkelijk, niet moeilijk. Ik dacht dat ik over 10 kilometer 63 minuten ging doen, maar ik zit in de 62 minuten zonder de verplichte stop bij het sluisje. Vlak voor de baan ben ik bij de 11 kilometer en wandel ik weer voor een gel. De baan rond en dan terug naar huis. Als ik de Vaart over ben, na ongeveer 13,5 kilometer, kom ik er in. In de loopflow. In de ruststand, waarbij de benen blijven doen wat ze moeten doen. In een soort zorgeloosheid. Geen last van mijn maag/darmen en ik vind het prima als ik maar 17 kilometer zal lopen. Ik ga langs het huis van DR en kies voor het tijdpad. Ik ga niet meer stoppen voor de voeding, ik blijf in deze cadans zitten. Het tempo is wat lager. Ik stop nog 1 keer heel even voor een foto van de mooie bomen.

En ik maak nog een ommetje om de AH om op 17,6 kilometer uit te komen. De grootste overwinning naast het uitblijven van maag-darmklachten is dat ik gewoon stop als ik voor de deur sta en de laatste 400 meter niet meer ‘moeten’. Een gemiddelde van 6:10 vind ik helemaal goed, zeker in aanmerking genomen dat ik volledig in zone 1 heb gerend. Ik neem een goed flesje hersteldrank en dan gaan we met de Lego een Groot bouwen.

5 November – Bootcamp en fietsen op de Makuri Islands

Vroeg op en dan even voor 9 hobbelen Vincent en ik naar de Bootcamp. Het is echt rustig joggen: Vincent komt nog bij van zijn FTP test en hij klaagt moord en brand en mijn benen zijn zo’n beetje loopmoe. We lopen achteraan het korte rondje en gaan door het bos.

Jammer dat ik DvR dan mis, maar van bos word ik rustiger dan asfalt en achteraan lopen. Ik ga 7 keer de trap op en af. En dan rustig terug, waarvan een stukje lekker rennend. Het licht is mooi en het blijft op tien druppels na, ook droog.

We doen heerlijk 3 keer de oefeningenronde en ik doe voor mezelf goed mijn best. De buikspieren vallen me (zoals altijd) wat zwaarder. We wandelen naar huis, Vincent en ik. Thuis stap ik als de wasmachine aan staat op de Zwift. Ik zie dat er nog plek is bij de groepsrit op de Makuri Eilanden en ik denk: why not? Ik hoef toch niet te winnen.

Ik start achteraan en lig al snel 202de van de 227. Ik weet dat het straks wel veranderd, en zo niet; dan niet! Gek genoeg gaat het juist bij het klimmen vooruit en haal ik de één na de ander in! Hoge cadans en lekker doortrappen, meer doe ik niet. Nouja, ik zweet! Blijft toch druppelen zo bij die binnentrainingen. Het gaat best hard. Ik kom in een groepje van 3 a 4 mensen en we rijden samen op. In de sprint ga ik eventjes helemaal los en ik kom vierde te staan! Dan valt het pas weer op dat er van de 227 deelnemers maar 10-12% vrouw is. Ik trap flink mee. De stad weer in ook.

Uiteindelijk schuif ik op naar plek 185/186. Het laatste stukje laat ik de anderen voorgaan. Ik ben tevreden, want ik heb hard gereden en ik vond het best leuk. Ik verdien er een Makuri Roze zonnebril mee. ?

Ik fiets nog even door en ik hou het hoge tempo gewoon vast. De stad uit, de velden weer in. Blijf ik rond de 30 fietsen. Ik maak het uur vol en de 30 kilometer ook. Ben ik best trots op. 🙂 Daar moet ik wel voor omkeren, zodat ik naar beneden fiets haha!

Ik ga nog enige minuten door tot ik bij de rotonde ben en op iets van 33 kilometer. Eigenlijk had ik 1 uur en 3 kwartier moeten fietsen, maar ik ben er wel klaar mee. Na een ochtend sporten! Dat heb ik heel soms ook! Echt!

6 November – Twiske Molenloop 10 Engelse Mijl

Kilometer min 25: Oftewel: we waren ergens bij Muiden toen ik ontdekte dat ik mijn koptelefoon niet bij me had. Vervelend, want ik wilde graag net als bij de marathon de wedstrijd lopen. En daar neem ik zeer zeker muziek mee! Zelfs Vincent had geen koptelefoontje bij zich. Daar baal ik dan echt van.

Kilometer min3: Inlopen. Regenachtig weer. Over de baan van Landsmeer. We waren lekker op tijd, dus geen stress, geen rij. Al kan ik dat toch niet helemaal goed: stressvrij in alle rust. Misschien is dit het dan: die dag waarop het niet lukt. Inlopen voelde in elk geval zo. Nog maar een keer naar de WC.
11:05 – start! Eerst een rondje op de baan en de rust en kalmte bewaren. Meer dan finishen hoef ik niet. Blijft toch lastig.

Kilometer 1: Het asfalt is beter dan de wat modderige baan. Het gaat wel. Niet geweldig, maar redelijk. Ik ga te hard. Allemaal kwebbelende mensen om me heen. Bah.
Kilometer 2: Langs de molen. Wel mooi ja. Best veel mensen eigenlijk. Leuk bordje dat er lopers zijn. Dit is zo goed georganiseerd!

Foto: klaas de jong – Instagram

Kilometer 3: Hm, ik voel me niet top. Dat ligt niet aan het tempo van 5:30, het is gewoon niet helemaal makkelijk of lekker.
Kilometer 4: Eten. Ik doe het rennend. Maar ik heb toch al last van mijn maag en darmen. Onbestemd. Niet misselijk, maar aandrang. Weer. Ik werk de gel en het water weg.
Kilometer 5: Ingehaald door de 10 kilometerlopers. Ik hoef niet zo hard hoor, maar het tempo blijft aardig liggen en de hartslag is goed. Als mijn maag maar niet meedanste. Doet ie dus wel. En dat is K. Extra drinken op de post. Vincent heeft een DIK vet PR op de 5km. Ik hoorde ze wel gaan daarstraks! #trots

Kilometer 6: Een aantal regendruppels. De mevrouwen voor mij gaan de bosjes in. Ik ga de volgende bocht om en zie een WC, daar ga ik heen! Ja hoor, weer diarree. Went het al? Als ik de WC uit kom, is het rustiger. 2,5 Minuut verloren. ‘t Is niet anders. Door.
Kilometer 7: ik haal de blinde en haar begeleider in. “Nog een tien kilometer-loper?” vraagt ze. Ik zeg dat ik ook van de 16 ben. De weidsheid en de rust en dat mijn maag wat gekalmeerd is, doet me goed. Ik kom in een ritme en geniet. Als ik maar loop, dan gaat het prima. Tempo is nog steeds niks mis mee. Ik denk aan toen ik hier met Joyce liep. Oostzaan links van me.
Kilometer 8: Weer een gel dan maar. Bah. Ik wandel nu. Dat gaat beter. Het moet he. Niet mee schipperen, voeden. Vollopende benen? Daar ga ik niet mee akkoord; die benen moeten gewoon doorgaan zeg. Dat doen ze. Ik ben streng voor mij.
Kilometer 9: de draad weer oppakken, dat gaat me goed af. De benen zijn het probleem niet. Het hoofd is een deel van het probleem. Zorgen maken het niet leuker. Maar ik kom er weer in. Tijd is nu niet meer zo belangrijk. Ik moet het halen, die vreselijk 10 engelse mijlen. ‘t Is mijn afstand niet.
kilometer 10: Door het bos, heerlijk! Niemand te zien en vogels te horen. Helemaal in het element. Ik twijfel of mijn horloge niet toch uitgegaan is, want ik doe de tien toch nog in iets van 58 minuten. Met toiletstop! Nee, aan het tempo ligt het niet. Ik drink weer wat bij de post en bedank de dames die er staan.
Kilometer 11: Helemaal in mijn element. Lekker tempo, lekker zorgeloos, geen pijn meer in mijn darmen. De meneer voor mij inhalen. Bochtjes om en genieten van de omgeving. En dat ik dit kan. Zolang ik maar niet denk aan de hele marathon.
Kilometer 12: Weer wat verwarring met lopers tegen en hetzelfde stukje. Maar ik blijf in mijn eigen elementje en bubbeltje. Niet koud trouwens. Geen moment spijt van mijn korte broek!
Kilometer 13: Ik moet toch echt nog een gel wegwerken. Afspraak met mezelf: op 4, 8 en 12 kilometer. Ik stel uit tot 12,5 kilometer en wandel er weer bij. Het flaske valt tot twee keer toe. Irritant, maar ik gniffel er ook om. Ik ga het nu halen ook!

De enige foto die ik maak onderweg…. Ook al uniek!

Kilometer 14: Hier liep Vincent daarstraks ook. Alleen “ietsje” sneller. Voor me lopen 4 mensen: de 2 dames en een stel. Ik moet en zal ze inhalen. De laatste kilometer ga ik versnellen. Ik ben de weg een beetje kwijt.
Kilometer 15: Het stel ligt al achter me. Ik ga het niet binnen anderhalf uur halen, maar het tempo blijft toch best hoog liggen. Dat had ik niet verwacht. Nogmaals: het tempo is het probleem niet! Langs de molen.
Kilometer 16: ik versnel en haal op de ophaalbrug de dames in. Versnellen voelt goed en nog prima te doen. Dank de vrijwilliger die op haar beurt mij aanmoedigt. Rob is er, net nu ik wel even mooi loop!

Finish: Ik zie Vincent en roep of ik de baan nog over moet, en ja, dat moet nog. Ik hou een behoorlijk tempo aan van 5:20. Dat gaat dan weer moeiteloos! Modderige baan intussen. Hoera! De Finish over in 2:33!

Nee, het ging niet lekker. Door naar de WC. Maar dat valt dan weer mee. Ik denk dat het de sportdrank is. Die heb ik een halve bidon gehad voor ik vertrok. En voor trainingen neem ik dat eigenlijk niet meer. Dus over op Zero. Of het was het eten van gister? Of toch zenuwen en verhoogde ademhaling? Qua tempo ben ik blij: gemiddeld 5:50 incl. dixie – daar teken ik voor op de marathon. Bij een hartslag van 150 gemiddeld. Niet dodelijk vermoeid of iets, maar ook niet heel erg blij en genoten.
Het regent intussen toch weer wel. Heb ik onderweg nauwelijks gemerkt. Ik blijk de dames die voor me liepen (en de laatste kilometer achter me) van naam te kennen en we kletsen even. En dan koop ik de welverdiende medaille. Ik heb de 16 kilometer toch maar mooi afgemaakt!

Zo leuk dat er een stickertje op zit met mijn eigen afstand en de datum. Ik spreek SD nog even en dan omkleden en naar huis. Geen centje pijn verder. Da’s dan wel weer training die zich uitbetaalt: weer 60 kilometer in de benen deze week.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2022-37

24 oktober – Wandelen en bootcamp


Mijn spieren hebben rust nodig. Mijn hoofd ook, maar dat is me op het werk niet gegund. Ik ga niet rennen vandaag. Ik mag wandelend mee met de bootcamp. En daar doe ik lekker mijn best, vooral bij de buikspieren. Goed he? “Enjoy the workout” stond er op het staafje waarmee we moesten squatten. Heb ik geprobeerd!

25 oktober – hardlopen

Omdat er zo vreselijk veel te doen is, werk ik langer door. Om half 5 ga ik toch mooi met Vincent hardlopen als ik het laatste telefoontje heb aangenomen! Hij doet 400tjes en ik ga in zone 1/2 lopen. We kunnen 1 kilometer samen inlopen. Voor hem zone 0 en voor mij zone 2 met 5:45. Dan gaat ie er vandoor.

Ik hobbel 40 minuten in zone 1/2, maar dat gaat een stuk beter dan ik had verwacht. Mijn tempo ligt lekker. Ik heb muziek op. Geen last van de tig squats gister. Vincent komt me steeds voorbij en wandelt dan 50 meter, hobbelt 300 meter naast mij en wandelt weer een stukje zodat ik hij mij daarna kan inhalen.

We lopen terug langs de plas en mijn tempo blijft hoog liggen. Vincent komt elke keer voorbij terwijl hij het deuntje van de Pirates of the Carribean zingt en daar moet ik om lachen en ik probeer hem dan weg te duwen. Het is wel geinig dat we elkaar toch telkens weer ontmoeten, totdat hij de mojo krijgt en ik hem in zijn wandelpauze ook niet meer kan inhalen.

Het laatste stukje moet ik sprintjes trekken van 30 seconden. Het is maar dertig seconden en ik doe mijn stinkende best. De minuut rust daarna gaat me beter af. Gelukkig is het maar 6 keer en is Vincent aan het uitlopen inmiddels. Ik moest sprinten over een glad onverhard pad – minder succesvol. En dan gaat Vincent naar huis en loop ik nog rustig uit. Ik wilde eigenlijk 11 kilometer in een uur halen, maar dat lukt me (net) niet.

Woensdag 26 oktober – Onrust wegfietsen!

In ons huis worden airco’s geplaatst. Drukte, onrust, een schattige en drukke monteur en alle deuren tegen elkaar open. Ik ben degene die tussendoor moet werken en het is allemaal een beetje hyper. Ik moet vanavond volgens schema zwemmen, maar er is ook een vergadering en zwemmen met op en neer rijden kost nogal wat tijd en de airco’s lopen uit. Als ik om 4 uur klaar ben met een hele grote en belangrijke werkklus en dan tel ik uit hoeveel tijd zwemmen kost, kijk ik naar buiten en denk: de fiets! Ik kan nu gaan fietsen. Een uurtje. Geen muziek, geen afleiding, gewoon fietsen. Niks meer of minder. Rondje Noorderplassen en wind mee op de dijk.

Het ging lekker. Ik had geen fietscomputertje voor mijn neus, dus moest ik uit mezelf een hoge cadans pakken. Lekker! Het ging gewoon heel lekker. Beetje bozig door al het werk, onrustig door de verbouwingen en dat levert tempo op. Niemand op de dijken en toen overviel me de gedachte dat het deze keer niet zo erg was om een ongeluk te krijgen, omdat een marathon niet zo heel prijzig is. Dat gaf me moed en lef en vleugels.

Lekker 28 gemiddeld gefietst, mooie cadans en een leeg hoofd. En op tijd terug voor het eten en daarna door naar de vergadering. Zit het hoofd weer vol. Daarna is het tijd om me in te schrijven. Ik heb nog tien maanden. En nu staat het vast.

Less Talking More Doing. Ik sta ingeschreven om de kring rond te maken.

27 oktober. Baantraining.

Deze keer een vergadering op het werk. Nog voller hoofd dus. Op mijn schema staat zelfs twee keer dat ik me in moet houden: “liefst niet heel kort en sprint”. We lopen buiten de baan in, 1 ronde om het hele complex, twee rondes om de baan heen en 3 rondes op de baan rustig. Tot zover keurig het schema. Loopscholing. Ook mooi meegedaan en voorgedrongen. Tot de sprintjes: ik dacht: laat ik eventjes voluit gaan. Even maar. Toen gingen we een piramide doen: 400 op 4:45 200 harder dan 4:45/ 600 op 4:45 300 harder dan 4:45 / 800 op 4:45 400 harder dan 4:45/ 600 op 4:45 300 harder dan 4:45 / 400 op 4:45 200 harder dan 4:45. Kan je ‘t volgen?! Telkens 1 lange, lange minuut stilstaan (met horloge stilzetten). Ik liep lekker mee met de anderen die wel een drie kilometer test hebben gedaan. Zelf zou ik misschien iets harder kunnen. Maar -eerlijk is eerlijk- het was wel redelijk kort en redelijk sprint. Ik liep lekker rustig in mijn eentje mijn hoofd leeg op het einde rondom de baan. Te vol hoofd voor een foto. Maar wel lekker snoeihard gelopen, omdat ik in de rust het horloge uitzet, dan lijkt het heel wat ?

28 oktober – Infietsen en daarna een lange duurloop met kilometer sneller, gezelschap; maar vooral de voeding trainen!

Ik vond het vroeg; vrijdagochtend om 9 uur al op de fiets. Het was lekker weer en ik hoefde alleen maar in te fietsen, maar het is mijn vrije dag! Ik ga om tien uur lopen, dus nu eerst fietsen. Hetzelfde rondje. Maar dan minder fietsen! Door de wijk heen slingeren omdat ze een fietspad verbouwen, onder de A6 door, over de Ibisweg. Het is mooi en ik ben blij dat ik niet hard of hoge cadans hoef.

Ik rij door het Kotterbos en dan langs het Oostvaarderscentrum en terug langs de kassen. Het gaat mis als ik de wijk weer in scheur. Gaat de auto stoppen; vraag ik me af; of moet ik stoppen en dan vergeet ik uit te klikken, stop toch en ga liggen. Geen last verder, want ik ga te langzaam, maar ik voel me zoooooo dom! En ik krijg een beetje haast opeens. Dus thuis snel omkleden, rugzakje pakken, een gel eten (die zit er maar vast in!) en naar de bootcamp plek rennen. Ik heb afgesproken met M1 en zij heeft haar vriendin M2 uitgenodigd. Dat had niet gehoeven van mij, maar ja. Ik ken ze allebei: M1 heeft de marathon gelopen en M2 ken ik nog van de TVA van jaren terug. We wonen allemaal in dezelfde wijk en komen elkaar weer tegen bij de bootcamp.

Ik heb softflaskes bij me. Dus niet 1 grote waterzak, maar 4 kleintjes. Daar zit 150ml water in afgemeten. Die moet ik nemen met een gel erbij. Elke 4 kilometer. Ik heb ook extra water bij me, omdat het warm zal worden vandaag. En ik heb een ander soort gels, die minder een suikerpiek geven en daardoor minder belastend zijn voor het maag-darmsysteem. Voor M&M is dit totaal nieuw. M1 drinkt wat water op de marathon, meer niet. En dan moet ik ook nog eens 3 kilometer een lekker rustig tempo en dan 1 kilometer een tempo wat 20 seconden sneller is. M&M trainen altijd in hetzelfde tempo. Urenlang. Tot slot doe ik ze nog iets nieuws aan: deze kant, deze route, de Ibisweg – het is totaal nieuw voor ze! We kletsen en kwebbelen en starten te snel. Altijd na het fietsen. Door de gezelligheid mis ik de kilometer versnellen. Het eetmoment mis ik gelukkig niet! Het gaat mij makkelijk af: het lopen, het tempo, het kletsen, het genieten en ook het voeden! Ik krijg met gemak het flesje leeg en ik drink uit de waterzak echt nooit zoveel. M1 loopt met een flesje water. Op de Ibisweg ga ik nog een keer versnellen naar 5:30-5:20. Dat lukt me en daar geniet ik ook van! M2 gaat mee.

Ik loop te kwebbelen als we de bruggen over gaan. Ik verbaas me hoe gemakkelijk ik loop. We gaan nu netjes iets minder hard. Dat is voor M1 wel goed. Zij lopen maar tot 16/17 kilometer met mij mee, het laatste stuk moet ik alleen doen. Ik raak de tel kwijt over de vier kilometers en doe maar wat! Wel een kilometer versnellen, maar ik geloof dat het niet meer deelbaar is door 4 ? M1 krijgt het minder makkelijk.

Als ik vertel over mijn marathon en doorzetten in de triatlon doen M2 en ik een kilometer hard. Praten en hard lopen tegelijk: lukt me ook. En de voeding blijft binnen en ik voel me perfect! Blij met de flaskes en het weer en mezelf. Ik hou me in het Kotterbos in voor M1 en klets een tijdje heerlijk met haar. Ik waardeer d’r enorm. We komen bij het Oostvaarderscentrum en zij gaan terug. Ik hoef nog ‘maar’ 8 kilometer alleen. Ik zou 6×4 moeten doen, maar ik dacht al dat het er toch wel 25 zouden worden. We hebben keurig netjes 6:00 gemiddeld gelopen. Ik ga bij het centrum toch even naar de WC voor de grote boodschap. Misschien is het toch het ontbijt? En dan alleen verder. Over de bekende paden. Saai.

En moeizaam. Het gaat opeens moeilijk. Ik laat de muziek achterwege en tel af. Het tempo is er uit. Mijn benen gaan zwaar voelen. En ik loop hier alleen, dus ik hoef me niet meer te bewijzen. Stukje stappen dan maar? Ik loop niet meer helemaal naar de dijk. Ik neem nog een gel en drink extra, maar die benen van mij zijn er klaar mee. Meestal zijn die als allerlaatste die het opgeven en zijn mijn hoofd of maag ze ruimschoots voor, maar de 9 kilometer van gister spelen de benen parten. Ik maak een rondje over het industrieterrein. Tellen naar de halve marathon toe en telkens mijn hoofd die mijn benen moet overtuigen weer te gaan rennen.

En dan nog vier kilometer. Het gaat ineens totaal niet meer. Wandelmomenten. Veel twijfel. Want dit is nog maar de helft van de marathon! En ik weet heus wel dat ik de avond voor de marathon geen baantraining meer doe, maar toch… Het ging zó lekker en nu gaat het zo niet meer! Stomme benen. Water en gels zijn op. Ik trek door, hobbel verder, wandel van tijd tot tijd. Niet meer langs punt waar ik omviel, maar terug langs de bootcampplek. Ik moet en zal de 25 kilometer volmaken. However. Dat doe ik en dan snel naar huis voor een frikandellenbroodje! De voeding werkt dus wel, maar moet gestructureerder. De flaskes zijn geweldig. Alle water is op.

28 oktober – Terug naar de waterleidingduinen met DvR deze keer.

DvR heeft nog nooit een trail gedaan. Ik vind haar geweldig, omdat zij mijn motivatie is om te kiezen te luisteren naar je lichaam en je eigen wedstrijd te winnen. Zij is van de voeding met haar man. Het is een werelds stel met zijn tweetjes! Ik pik haar op en we gaan naar de waterleidingduinen. Saampjes. Met 25km in de benen. Gelukkig is DvR geen snelheidsmonster. En gaan we ook niet voor de snelheid. We gaan voor hertjes, natuur, genieten en kwebbelen. Herten komen we al snel tegen. Ze zijn nog stil.

Ik heb deze route toch al wel eens gedaan. Kletsen doen we ook. Onafgebroken. Ik heb in tijden niet zo makkelijk met iemand gepraat. Over de pubers, over haar werk, over het maken van keuzes en vooral waarom ik haar zo waardeer: over doorzetten en niet opgeven. We lopen verkeerd, natuurlijk. Maar door de natuur. Het zijn weinig single tracks, maar wel veelal onverhard. Dan begint het zand en het klauteren de Appelberg op. Lekker rustig aan! En genieten van het uitzicht.

Het is intussen 11 uur en blijkbaar gaan de herten dan ‘aan’, want nu begint het geburl. Wij rennen de bergen af en komen bij de bunkers. Grappig genoeg zie je kilometers lang niemand en daar zijn dan opeens weer een tiental mensen bij elkaar!

We lopen een stuk verhard en ik vertel haar wie PL is. We lopen het watergebied in. Het is nu wat drukker, tot we weer onverhard gaan lopen.

Er komt een waterig zonnetje door en hierom hou ik van de waterleidingduinen: de mooie kleuren, het heldere water, de rust. Mijn benen echter beginnen er nu toch echt iets van te vinden. En dan bedoel ik totaal niet het joepie-wat-fijn-gevoel. Trekkerig, zwaar en vermoeid. Ik wist niet eens dat mijn benen ook zo kunnen voelen! We vinken ook het pad-waar-je-niet-in-mag af en het bruggetje. DvR is één van de weinigen die mij op de voeding mag wijzen: anders wordt RvR boos is voor ons allebei de reden netjes een gel te nemen.

Daarna door naar de vlakte. Daar zijn duidelijk meer mensen en ook herten die poseren. Ik durf het hert wat er pontificaal bij ligt, niet te aaien omdat er zoveel mensen zijn. DvR vertelt me over de therapie die ze geeft en haar eigen levenservaring. Ik krijg nog meer respect voor deze vrouw die al haar hele leven aan sport doet en van turnen naar hardlopen is gegaan. Krachtige beslissingen nemen kan zij beter dan wie ook en daar is ze volkomen terecht een geweldige inspiratiebron voor mij in!

We lopen terug naar de parkeerplaats en eerlijk gezegd zijn mijn benen daar dolblij mee! Niet omdat het snel ging, maar ze zijn moe. Ik maak de 15 kilometer niet vol. Dat had ik wel moeten doen! In elk geval 30 meter meer, want nu staat de weekteller hardloopkilometers op 59,97 kilometer. No joke, bijna 60 kilometer. Dat mogen de benen ook wel voelen toch?! Ik ontdek dat ik van het vallen een fikse blauwe plek op mijn rechter bovenbeen heb. Misschien speelt dat ook een klein beetje mee dat mijn benen zwaar voelen? Volgens de trainster komt het ook omdat ik juist onder mijn tempo heb gelopen, maar het is goed dat mijn benen moe zijn en toch door moeten, want op die ervaring kan ik straks in de marathon bouwen.

Dus is het goede nieuws voor de benen dat ik bij het zwemmen een achtje gebruik. Want JA, ik ga ook nog zwemmen. Uitzwemmen. Geen training, banen op en neer zwemmen. De Veldhovenaren pakken 1 baan: hij links, ik rechts. Op en neer. Keer op keer. Ik raak de tel kwijt. Ik raak het zich kwijt omdat het brilletje beslaat. Ik raak van tijd tot tijd het ritme kwijt in de ademhaling. De wereld wordt heel klein: water en ik. Ik zie niks, hoor niks en zwem alleen nog maar. Ik word moe. En zwem alleen maar. Ik maak heel even het brilletje schoon. En zwem. Dat doe ik 2000m lang in iets van 3 kwartier. Onafgebroken. Dan is alles moe, niet meer alleen mijn benen.

30 oktober. How to ruin my day: Prachtig fietsweer en ik moet binnen fietsen.
Weer op tijd opstaan, want Vincent heeft een mooie wedstrijduitdaging: het 12 kilometer rondje Noorderplassen. Ik doe niet mee, niet te vaak hardlopen. Rob en ik gaan hem onderweg een flesje drinken aangeven. Het is wel lastig om al die hardlopers te zien, maar niet mee te gaan. Erger is het dat ik vanmiddag naar een verjaardag moet. Het is werkelijk PRACHTIG weer, geweldig fietsweer en ik moet zo’n 60km fietsen, maar er staat een verjaardag in de agenda. In gotbetert Amsterdam. Met allemaal onbekende mensen. En tot overmaat van ramp ook nog lunchen. Vincent loopt geweldig en zet een tijd neer onder de 50 minuten op de 12 kilometer. Als training. Dat is echt formidabel.


Ik rij het hele centrum van Amsterdam door. Een goeie oefening in prikkelverwerking, maar echt verschrikkelijk! Ineens valt het hardlopen wat ik hier twee weken geleden deed wel mee. Ik praat heus wel wat op de verjaardag en geniet van de pompoensoep en we wandelen door het Werstergaspark.

Maar ik vind het extreem moeilijk. En dan is het ook nog vroeg donker. Kansloos. Ik ben doodmoe als ik thuiskom. Maar ‘s avonds ga ik binnen fietsen! Tijdens de F1 wedstrijd in Mexico. Die kijk ik op de iPad.

Ik heb een ronde van ruim 30km en let op de cadans. Het tempo gaat nu goed! De combinatie kijken-trappen gaat lekker.

Intussen wat appen en scrollen. Beetje genieten van Watopia en wat heuvels en schakelen. Ik doe een paar sprintjes en Vincent komt ook even langs.

Het eerste rondje zit er na 75 minuten al op! Dat valt me mee, dus ik ga nog een stuk en dan hoop ik toch 50km te fietsen. Ook het tweede rondje gaat weer lekker door de combinatie met de F1 misschien wel.

Ik fiets 50km vol en dan zet ik alle metingen uit en ga ik gewoon lekker verder zonder dat ik weet in welke hartslagzone, hoe hard of met welke cadans. Ik kies mijn eigen rondje. Als ik weer bij het begin ben, heb ik 60km gefietst in Watopia en rijdt Max Verstappen de laatste ronde in. Daar word ik zo aan het einde van de dag toch nog blij van!

31 oktober – Wandelen

We halen de Coronaprik, ik ga een halve naar kantoor en er is een gesprek met de mentor. Kortom: geen bootcamp. Maar op deze Halloweenavond wil ik wel naar buiten hoor! Ik neem Rob mee voor een wandeling naar de Oostvaardersplassen. Samen vind ik de nacht helemaal niet eng. Het is ook niet echt stil met vliegtuigen en de snelweg in de verte en ganzen.

We lopen 5 kilometer en dat gaat super met de vaccinatie!

Deze maand heb ik bijna 240 kilometer hardgelopen. 239,63 om precies te zijn. Sinds 2013 en 2015, toen ik nog alleen maar hardliep, heb ik niet meer zoveel gelopen in een maand! En ik heb ook gefietst, zo’n 250/300 kilometer, maar die meting heb ik niet precies in Garmin. En iets van 14 kilometer gezwommen. In totaal zo’n 55 uur gesport en tegen de 600 kilometer in totaal gemaakt. Niet verkeerd toch?

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2022-36

17 oktober Uitlopen, geen bootcamp en dus fietsen, maar dan net anders.

Na een dagje werken met weer onrust en veel taken, had ik ‘s avonds meer zin in fietsen dan in bootcamp, maar anders heb ik volgende keer weer spierpijn! Dus ik ga gewoon en dan maar langzaam hardlopen. Als ik om 7 uur klaarsta, ben ik de enige. Ik heb het bericht gemist dat het vakantie is. Niet zo heel erg, ik loop weer een kilometer naar huis. Na de halve marathon gaat het gewoon weer: hardlopen. Met mijn benen tenminste! Mijn hoofd vindt het minder geslaagd. Het bekende liedje: moe en verward. Thuis ga ik dan toch maar fietsen! Daar had ik toch al meer zin in! Het is maar eventjes. Ik bedenk dat ik wel eens de Tacx app kan proberen. Ik heb geen abonnement, dus ik doe alleen de vrije ritjes. Het is anders als Zwift: geen animatie, maar een filmpje van waar je fietst. Ik ga naar Frankrijk.

Veel klimmen en er rijden auto’s voorbij. Grappig hoor. Omhoog moet ik flink mijn best doen. Ik switch tussen de schermpjes. Het is wel lollig om een keer iets anders te doen!

Maar ik ben iets te snel rond qua tijd. Ik heb nog meer fietstijd en zin ook! Ik ga ook nog naar de bergen. Dat is qua filmpje echt mooi.

Het is veel klimmen en dat is absoluut niet mijn sterkste kant, maar ik zal het moeten leren! Ik kan me hier minder in inleven als in Zwift. Maar het is leuk een keer gedaan te hebben!

18 oktober DE NIEUWE FIETS testen en zwemmen

Morgen heb ik een afspraak ‘s avonds, dus ik wissel het zwemmen en ik ga morgen met Manuel hardlopen. Vandaag maar even wat rust en blogverhaaltjes schrijven! Ze leggen zonnepanelen bij ons en het is onrustig in huis met in- en uitlopende arbeiders. Als ze klaar zijn is het nog mooi weer en Rob maakt mijn triatlonfiets af!

Ik kan een klein stukje gaan proberen. Superspannend. Rob fietst mee dus ik hou me erg in. Het remmen is nog niet in orde. We gaan naar de plassen voor een paar foto’s:

Het liggen past nog niet en de hele fiets moet duidelijk nog worden afgesteld en afgemeten op mij. En dan gaat Rob terug op Vincents stadsfiets en ga ik even alleen langs de kassen kijken wat er kan. Deze fiets ligt totaal anders dan de andere fietsen. Relaxter. Het is geen tijdritfiets, waar je echt ‘achteruit duwt’ en geen racefiets waar je gewoon rechtop zit, maar iets daar tussenin. Ik ga liggen en proberen hoe hard ik kan. En dat lijkt ergens op! De gladde herfst vind ik een beetje zo-zo, maar op de weg terug, pak ik de weg en dan ga ik 34 kilometer per uur! Dat lijkt niet eens zoveel inspanning te kosten. Waarom moet ik nog zo lang wachten tot het seizoen van start gaat?!

En dan ga ik ‘s avonds om 21:00 naar het zwembad. Ik vind dat zo laat, voor je dan thuis bent is het half 11. maar goed. Ik had al op Facebook gezien dat we op tijd zouden zwemmen en dat vind ik dan wel leuk. Inzwemmen met achtje 150m en 150m zonder achtje. We gingen zwemmen op tijd: 5, 5, 4 en 3 minuten geloof ik. Opletten op het hoofd: naar beneden kijken en weinig uit het water halen. Maar ik ben vooral bezig met 1 op 3 ademenhalen. Ik deed de eerste 2 voorop: 1 keer met en 1 keer zonder achtje. Toen ging een ander voorop en liet ik 2 keer het achtje achterwege. Daarna deden we 3 keer 200m: 75bc, 25 school, 75 bc, 25 rug. De laatste twee ging ik vooraan. Alles zonder achtje. Toen moesten we 4 keer 50 snel: ging ik met achtje voorop en dat ging hard. Ik ademende 1 op 5 en dan word ik gedwongen onder water uit te ademen. Uitzwemmen deed ik met achtje en zelfs 1 op 6 ademhalen: dat bevalt me ook wel.

19 oktober Lunch Run met Manuel en zwemmen

Tussen de middag ga ik weer eens een keer met Manuel hardlopen! Dan ben ik bang dat ik te hard moet lopen, maar het valt mee. Het gaat hartstikke goed! Het is warm en we kunnen nog steeds in korte broek. Ik kwebbel nog even over mijn fiets. Na een paar kilometer vertelt Manuel over het bezoek van zijn ouders die dan een heel weekend komen klussen. Dat vind ik zo geweldig: 2 80+ers die hun kind komen ondersteunen! Dat maakt me echt blij, zoiets. De herfstkleuren en het gemak waarmee ik een tempo kon draaien vond ik ook wel prettig.

Ik hoefde niet zo ver eigenlijk. Maar een afslag missen omdat we zo gezellig aan het babbelen waren, vond ik ook niet erg.

Ik bedacht wel dat er in het schema ook iets stond met versnellingen op het einde. Dus ik zei Manuel dat we maar eens iets met lantaarnpalen moesten doen. 2 hard, 1 rustig. En het ging hard! Ik had me vergist dat het net iets meer was dan ik wilde en toen kwam het niet uit en zei Manuel: dan doen we de laatste drie. Ik noemde hem een mispunt, maar ik deed het natuurlijk wel! Manuel liep nog iets langer (en nog harder) door. Douchen en verder met werken.

Toen bleek het zwemmen toch wel te gaan lukken, en Vincent moest er toch zijn, dus ik ging ook. Ik zwom de hele tijd voorop. Het was veel kort werk met uitdrijven en afduwen enzo. Niks wat ik leuk vond. En deze trainer is nou ook niet bepaalt mijn favoriet.

Op een gegeven moment moesten we snel en toen ging ik met achtje even mega-hard. Een soort frustratie. Maak ik teveel slagen. Niks uitdrijven. Had ik ook geen zin in om mee bezig te zijn. Het is wel goed zo. Ik haastte me verder naar de sportdiëtiste. We hebben mijn voedingsplan voor de marathon wat bijgesteld. Meer tegelijk drinken en ik ga op wat minder koolhydraten per uur zitten. Zij denkt dat ik met een ordinaire buikgriep te kampen heb gehad en daarmee de halve marathon in Amsterdam liep. Dat zou wel weer wat voor mij zijn… Het is de komende tijd veel experimenteren. Ik ga ook over op slow release gels. Iets moet er gaan werken!

20 oktober baantraining
Ik ben gefrustreerd op het agressieve af en verwens mensen en mopper ze er uit. Ik ben fel en bozig. En dan moet de TVA het ontgelden, want daar is het aantal doelwitten te makkelijk! Komt ook omdat dit die dag van de maand is waarop dat nou eenmaal gebeurt… En dan komt de trainer om de hoek die ik al flink vervloekt heb. Vincent moet bij gebrek aan jeugd met de volwassenen mee en ik moet mijn best doen. Jakkie. We gaan inlopen en ik ben het al zat eigenlijk. Maar ja, ik ben er nu toch! Zolang ze maar niks tegen mij zeggen is het wel best. We doen loopscholing in rondes op de baan. Al met al zijn we daar al een half uur aan kwijt. Dan doen we 1200m in zone 2/3 en dan 400m in zone 4/5 en daarna 200m wandel-dribbel. Dat moeten we 3 keer doen. Klinkt begrijpelijk voor me. De eerste keer loopt Vincent mee tot de 400m, dan schiet hij als een kanonskogel iedereen voorbij en pakt hij de snelle mannen op. Ik doe lekker mijn eigen ding en mijn eigen hard. Nog altijd sneller dan de mensen die daarnet nog voor mij uit renden. As usual. En dan doen we het nog een keer en kom ik er lekker in. Mijn mood verbetert. Als ik Vincent met die grote mannen mee zie gaan. En als ik naar mijn eigen tempo kijk.

Het is maar vierhonderd meter doodgaan! Ik ga even wat drinken, want ik heb de andere gel in de bidon. En dan versnelt mijn hartslag en mijn ademhaling! het lijkt er op dat ik veel te snel wil drinken. Ik moet al rennend mijn ademhaling weer op orde krijgen. Dat zou best eens een deel van het probleem kunnen zijn. Maar ik hoef niet naar de WC! De laatste keer ga ik een hoop mensen op een ronde zetten. En dan moet ik dus wel versnellen en een iets hogere hartslag aanpakken dan ik wilde. Gecontroleerd, dat kan ik wel weer. En dan zien of de 400 anders voelen. Nou, dat doen ze! Ik kan niet harder, mijn benen niet, mijn ademhaling niet en mijn hartslag niet. Leuk om een keer op de max te lopen! Ik ga een ronde uitlopen en kijken hoe het is als ik langzaam drink. Beter! We lopen nog uit. Ik had best naar huis kunnen dribbelen voor de extra kilometers, maar morgen ga ik ook weer rennen.

21 oktober Waterleidingduinen met Vincent

Vincent gaat met mee naar de waterleidingduinen. Ik wil daar al zo lang naar toe! Ik moet 20 kilometer lopen, hij anderhalf uur. Dus de pubert gaat eerder terug. Ik heb een route bewerkt. In de duinen komen we meteen een hert tegen.

Het klinkt raar alsof er een helikopter is of een grote spinnende kat. Ik loop meteen verkeerd en dan moeten we omhoog lopen en loop ik nog een keer verkeerd. Ik moet plassen! En dan lopen we de grote drukbezochte paden opeens af. Heerlijk. Tussen het heldere water over de paden.

Vincent geniet enorm. We gaan heel rustig en de eerste kilometers wandelen we al stukjes. We halen een soort monnik in en bij de Grote Berg ga ik even zitten. Vincent rent naar boven.

Overal zien we herten en dan begrijp ik waar het geluid vandaan komt: burlende herten! Het is geweldig. De lucht gonst er letterlijk van. Even later horen we 2 mannen met geweien naast ons.

Het is een machtig gezicht. Vincent komt naar me toe gerend om ze ruimte te geven en we horen ze ‘clashen’. We gaan er maar niet te dichtbij staan! en dan verder over de paden, met overal herten.

Het is indrukwekkend. Maar hardlopen zit er niet echt in. We voelen allebei de baantraining in de benen. En het is warm buiten. Maar ook super-supermooi.

Ik neem iemand in mijn hoofd en Vincent moet raden. We lopen door stukken mooi bos en over vlaktes. Er is veel zand en veel wandelmomenten. Het deert me niet. Het is gewoon geweldig heerlijk om hier met Vincent te rennen! Veel single tracks. En echt overal herten. Overal geburl.

Ik moet weer naar de WC voor de grote boodschap. Jammer. Ik zoek een plekje en dan gaat Vincent iemand verzinnen. Maar eerst komen we bij de kabouters.

Ik had ze nog nooit eerder gevonden. We kijken even en daarna gaan we de duinen door. Op en af. Vreselijk vermoeiend. Klimmen door zand. Ihet uitzicht en het geluid van de herten is echter extreem prachtig!

Vincent heeft iemand in zijn hoofd en het is een filmkarakter. Ik kan er niet opkomen. Captain Jack Sparrow. Hij moet het verraden. Na een kilometer of 8,9 is Vincent wel een beetje moe en gaat hij terug richting de auto. Ik ga alleen verder, maar de 20 kilometer zal ik niet gaan redden. Zo sterk ben ik niet. Ik zet muziek op en een tijdlang op de vlakte gaat het prima. Maar dan moet ik de duinen weer door en (ver)dwaal ik.

Ik kom weer op de route en ga dan weer een stukje joggen. Tot ik een enorm hert soort van wegjaag voor een groepje fotografen.

Ik kom bij het water. Superhelder en ontzettend mooi. Ik kan zien waar ik ben qua route. Vincent is bij de auto. Ik ren stukken langs het water en concentreer me op de muziek. Maar dan zie ik weer prachtig witte zwanen.

Bij de muziek van Gandalf loop ik even in alle stilte en rust langs het water ontzettend te genieten van de herfstkleuren en de adembenemende lichtval. Ik ga denk ik op 16/17 kilometer uitkomen. Ik kom een dixie tegen, maar die zit op slot en ik hoef niet meer zo erg.

Ik drink toch te weinig, want deze drinkzak zuigt niet makkelijk. Dan kost het me duidelijk teveel moeite. Ik probeer vandaag alleen maar te drinken: water met gel. Wat dus niet heel goed lukt. Nog een paar mooie herten:

En dan ga ik over de verharde weg lopen. Even een kilometer aanzetten en erin komen. Vlak voor ik de 15km volmaak, ga ik weer onverhard lopen en dat kost meteen tempo en energie. Ik dwaal terug naar de route. Langzaam kom ik er weer in. Mijn Apple Watch geeft zonder stoppen een kilometer meer aan dan de Garmin die bij elke stop pauzeert. Dus 20 kilometer gaat het misschien toch weer wel worden. Ik kom langs prachtige stukken die ik nog niet kende, terwijl ik in deze buurt wel ben geweest..

Overal herten begint te wennen zelfs! Ik ga de route weer op en kom dan tussen prachtige bomen te lopen waar de zon doorheen schijnt.

Zo is de herfst echt erg mooi en het ruikt ook lekker. Op de afgelegen paden is het rustig. Ik wil de halve marathon volmaken op de Apple Watch, liefst binnen 3 uur. Maar dan neem ik een pad wat eindigt in niks… of beter gezegd: weer een hoog duin. Ik ben wel wat moe intussen. Dan maar geen 3 uur. Ik kom op de verharde weg die we in het begin ook volgden en ga op en neer. De halve marathon haal ik niet binnen 3 uur.

En dat is dan inclusief alle stops! Volgens Garmin heb ik voor 20 kilometer veel minder tijd nodig, maar ik ga de Garmin laten voor wat ie is. Ik wil naar Vincent, de M&Ms en naar huis voor de pannenkoeken. Het was geweldig vanmiddag! Leuk met Vincent, indrukwekkend met de herten, prachtig weer, schilderachtige kleuren en een geweldige omgeving!

22 oktober bootcamp en wandelen

Ik ben altijd om 7 uur wakker, elke dag, behalve vandaag! Terwijl ik juist vandaag vanaf 8 uur druk ben. Meteen opspringen en aan de gang is niet wat ik op zaterdagochtend (of welke andere ochtend dan ook) leuk vind. Maar ik moet gels halen en om 9 uur met Vincent bij de bootcamp zijn. we zijn wat laat, dus we moeten flink doorrennen. Meteen naar het eindpunt dan en daar merk ik dat ik liever ren dan wacht! Dat gaat dan ook weer prima, na gisteren. Leuke, ontspannen mensen zijn dit. De trap vind ik minder. Daarna doen we de oefeningen. Ik doe lekker mee.

Na de buikspieren wandelen we kletsend terug naar huis, Vincent en ik. En daarna wandelt Rob mee naar het centrum in Almere Buiten. Weer een 5tal wandelkilometers toegevoegd. Ik ga niet zwemmen. Geen zin, niet nodig, komt niet uit. Tijdens het zwemmen van Vincent, wandelen Rob en ik nog 4 kilometer rond. Een hoop sportiviteit voor een rustdag!

23 oktober Weer een halve marathon dan maar?

Een heleboel gedachten:

Kilometer 1
– Dit gaat best goed, de benen voelen oke, muziek aan
– Ik had een gel moeten nemen voor ik weg ging! Niet alleen water, maar meteen een slow release gel
Kilometer 2
– Die ging snel, voelde oke en ging berg af natuurlijk.
– Leuk gezinnetje
– Lekker zo met de muziek
Kilometer 3
– Versnellen gaat wel erg goed.
– Ach, kijk die moeder met 4 kids nou, ja, jongetjes zijn anders dan meisjes: ik hoor jullie wel door de muziek heen!
– Als ik anders ga, loop ik trouwens niks dubbel, change of plan
Kilometer 4
– Hoezo is de weg afgesloten? Lopend kan ik er toch echt wel langs!
Kilometer 5
– Wandelen en voeden en drinken. Dat red ik niet binnen 1 minuut. Rustig drinken. Anderhalve minuut. De gel is oke!

– Prachtig die bomen
– Hou je hond bij je!
– Wat doet die paal hier in het niets?
Kilometer 6
– De dijk op, ik ga lekker met zo’n tempo
– Wat is het toch apart hier

Kilometer 7
– Wat een hoop racefietsers
– Nu hoef ik niet meer te kijken, dit ken ik en het gaat omhoog
– Ik heb dadelijk de hele tijd de wind tegen
Kilometer 8
– Saai en snel.
Kilometer 9
– In een droomwereldje, helemaal in mijn bubbel

Kilometer 10
– Ik hoef niet! Geen aandrang! Geen nood voor het centrum!
– Alleen drinken is zorgelijk. Meer dan zorgelijk: ik kan niet genoeg water aangezogen krijgen. Zeker niet als ik loop.
Kilometer 11
– Oke, dan toch maar onverhard, die hond loopt in de weg
Kilometer 12
– Onverhard kost tempo en energie.
– Ik kom in zone 3 bij het versnellen!

Kilometer 13
– Doorzettten.
– Energietekort. Ik heb te weinig koolhydraten binnen gekregen. Dat voel ik duidelijk. Mag ik al een gel?
– Drinken lukt nog niet met dit tempo
– Benen doen pijn, teveel asfalt
Kilometer 14
Ik wil geen marathon meer doen.
– Ik kap er mee. Niet nu, maar hierna, na deze loop.
– IK WIL NU EEN GEL en drinken, niet te snel wegwerken.
– Aftellen naar de gel: hoe kan dat mij nou overkomen?
– Ik zie dat ik nog 90 seconden zone 3 moet en ga in die tijd tot 100 tellen. Dan ga ik vast sneller en weet ik hoe lang het nog is tot de gel.
– Als ik niet zo energieloos was, had ik om mezelf gelachen
– Ik haal de honderd! Grin

– Het bos is wel mooi
– Appje naar Joyce, dat ze maar ‘s even meeloopt
Kilometer 15
– Dit is eigenlijk helemaal niet leuk gewoon.
– Via de snelle route naar huis? Dat bedenk ik slechts een kort moment: of course definititly NOT. Ná deze loop. Nu eerst een halve marathon afmaken.
– W H Y
– eerst die 16km maar volmaken, ik haat de 10 engelse mijl nou eenmaal.
– een marathon is 2 keer tien engelse mijlen en dan nog eens tien kilometer. Dat krijg ik niet voor mekaar

Kilometer 16
– De brug af is wel weer oke
– Veel auto’s op de Trekweg
– Zou Annemarie er wel eens klaar mee zijn? Of heb ik dat alleen?!
Kilometer 17
– Weer versnellen
– Hoe ver ben ik eigenlijk? Ik heb het helemaal kwijt
– Stoere auto’s opnemen voor Vincent en hem toesturen
– Ik loop 5:40 en loop te appen met Joyce en Vincent – raar mens
Kilometer 18
– Teveel auto’s, ik pak de eerste brug en dat raden ze fietsers dan ook aan
– Tempo de brug op is ver te zoeken
– Rustig eten en drinken lukt niet, ik kokhals – balen
– Het is warm
– Druk en onrustig allemaal met auto’s
Kilometer 19
– Langs de Vaart
– Volhouden
– Volgende liedje
– Doordrammen
– Klein wereldje
– Niet goed. Te weinig voeding. Te weinig energie
– Ik haal de halve marathon wel
Kilometer 20
– Blijven duwen.
– Dit is pas een halve marathon! En hele is het dubbele.
– Mijn voeten doen pijn
– Mijn enkel doet zeer: links of rechts? Dat weet ik niet.
– Ik moet op dit stomme moment
Kilometer 21
– Versnellen?! HOE dan?!
– Maar ik probeer het
– Straks zijn er weer bloesems. Het is oneerlijk: hier zijn de bomen nog steeds groen
– Welke afslag zal ik nemen? oke deze dan
– Ik haal de halve marathon niet binnen 2 uur of 2 uur en drie minuten. Stik

Kilometer 22
– Evenaar over
– Telefoon in de stresstand – geen muziek meer
– Versteken lukt niet snel genoeg
– En ik moet nog steeds versnellen K*T
– Dan stel ik mezelf de AH maar ten doel – doorknallen!
– Onder het station: klaar.
Wandelen en drinken en dan naar huis dribbelen. Ik wil graag 22,22 kilometer en in 2 uur 12 minuten en 12 of 22 seconden. Maar da’s net teveel gevraagd, zulke mooie getallen.
Thuis ben ik maar even moe en ik hoef eigenlijk niet naar de WC. Ik twijfel vooral tussen eerst eten of eerst douchen. Het wordt dat laatste en op de WC is alles goed. Ik heb te weinig gels binnen gekregen: slechts 4 van de 6. En ik heb te weinig gedronken, ik kreeg hooguit een liter binnen. Dat hadden er 1200ml moeten zijn. Tja, dat heb ik weer eens ervaren. Ik moet van die knijpflesjes hebben. Ik voel dit wel een beetje qua spieren met al dat asfalt. Maar fysiek komt dit goed. Of dit ook goed komt met voeding weet ik nog niet zeker. Dat dit met het hoofd goed komt is helemaal een groot twijfelgeval.

Ik heb in deze week 66 kilometer hardgelopen! Zes en zestig kilometer. En wat gezwommen en lekker weinig gefietst.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2022-35

Maandag 10 oktober Wandelen. Het is herfst in Nederland. Ik werk op kantoor en wandel met mijn collega op en neer naar de Vomar. Daarmee haal ik het rode doel van de Apple weer en daar laat ik het bij. Dat mag van het schema. En waarom zou ik niet eens een keer luisteren 🙂

Dinsdag 11 oktober. Therapie en een progressieve duurloop. Ik werk op kantoor het grootste deel van de dag en dan ga ik naar de therapie die me erg goed helpt. Het is zowat regressietherapie! Ik ga heel ver terug. ‘s Avonds gaan Vincent en ik hardlopen samen. Ik heb een training staan en Vincent gaat meedoen. We gaan ruim na het eten en als de Picnic is geweest. In het donker.

Ik moet van start in zone 1 en dat gaat moeizaam. Zo voelt het. Vincent huppelt vrolijk naast me. De weg is afgesloten. Daarna mag ik naar zone 2 en dat bouwt maar heel langzaam op. Mijn hartslag blijft lang laag. Ik sommeer Vincent eens te letten op zijn pasinzet. Dat doet hij en langs de Vaart zet hij de vaart er letterlijk in.

Hij wacht netjes op zijn ouwe moeke, die in zone 3 komt en vanaf dan gaat het wel goed. Ik heb gewoon wat tijd nodig om op te warmen! Vincent is blij met zijn ‘pas’ ontdekte mogelijkheid om (heel veel) sneller te gaan. Ik hou het netjes in zone 3 als Vincent nog een keer versneld. Daarna mag ik naar zone 4. Het gaat me niet makkelijk af, maar ik hou het vol. Niet helemaal in het tempo wat ik wil, maar ik hou tien minuten vol. Dan kan Vincent kletsen, maar ik zeg niks terug. Ondanks dat Vincent nu naar de WC moet, hobbelt hij mooi met me mee naar huis. Ik hoef niet deze keer! We komen uit op 13 kilometer. Netjes uitgevoerd.

woensdag 12 oktober Zwemmen en hardlopen met KN de lichtjesroute

Ik ga met de trein naar het zwembad. Da’s gedoe en onrust, maar ik ga wel lekker. Ik heb het qua planning niet zo op een rijtje de laatste dagen. Omdat het (d)ruk is op het werk en onrustig qua extra uren en wel/niet op kantoor. Ik mag volgens het schema met een achtje zwemmen en daar ga ik dankbaar gebruik van maken! Ik ga naar baan 3 en hoor al snel dat er geen trainer is. Dan ga ik toch gewoon zelf zwemmen!

Maar na 450m stopt de rest van de groep en gaan we zelf wat training verzinnen. 50 Metertjes met techniekoefeningen. Ik doe mee. En dan doen we 250 m met 1 baan hard en terug rustig. Het gaat me allemaal goed af. 1 op 3 ademhalen is volledig gewend en mijn benen met het achtje doen lekker niks. Die mogen straks hardlopen. We doen school en rug en dan moet ik iets verzinnen. 300m worden het: met de middelste 100m versnellen. Ik moet voorop. Ook dat gaat prima. Dan nog wat techniek en IK stel benen voor!! Dom natuurlijk. Van de 6 keer doe ik drie keer mee en dan ga ik het bad uit. Ik moet een beetje op tijd zijn voor de volgende uitdaging!

Robs collega’s uit Polen zijn in Nederland en vanavond heeft Rob ze meegenomen om naar Allumination te gaan. Een lichtfestival. Ik ga met KN hardlopend rond, Rob wandelt met A, de andere collega en Vincent gaat met EvdS rondjoggen. Maar eerst eten we snackbar. Ik zie er tegenop: vlak na het eten en het wordt zo apart: joggen, kijken en in het Engels. Ik was vergeten hoe druk het kan zijn en hoe lastig rennen dan is, laat staan samen. Maar het is apart!

De brug met de kleurtjes is leuk. En dan over de Floriade. Ik geniet van de lichtjes en de kleuren.

Ik vind de groene tunnel leuk en de bomen vol licht al helemaal! We moeten soms wandelen om mensen niet al te veel in de weg te zitten. Ondertussen klets ik met KN. Ik vind het gaaf als we de Floriade verlaten en even kunnen doorlopen over het asfalt. De stad is zo mooi!

Echt op tempo gaat het totaal niet. Is ook lastig en KN hoeft dat ook niet gelukkig. We komen langs het mooiste kunstwerk: de bellende mensen op een bankje. Het is er te druk voor een foto, zo lang wil ik niet wachten. Dan langs het Weerwater, het bekende stuk langs. Ik loop voor mijn gevoel verkeerd om. Het gaat makkelijk, ook met het eten. Richting de Esplanade is het zelfs even heerlijk rustig! Op de Esplande staat ook een leuk kunstwerk.

En dan langs het ziekenhuis. Ik probeer KN te vertellen wat een triatlon inhoudt, maar het blijft lastig te begrijpen. Hij verzucht dat hij zich oud voelt bij mij, maar het is toch echt omgekeerd! Met zijn nog geen 30… Dan komen we bij de graafmachine.

Weer stoppen. Het stoppen, vertragen, wandelen maakt het niet makkelijker. Ik voel mijn maag opeens wel even. Steekt. We komen bij een blauw brugje. Prachtig!

Dit is iets wat ik nog niet bij iemand anders op de foto heb gezien. Het is eerie en mooi tegelijk met de kinderstemmen die waarschuwen. Dan komen we door het bos. Smal en modderig. We wandelen. Niks voor mij en KN. We slaan het volle ‘huis’ over en dan zijn we rond. We lopen Rob en A tegemoet op de brug. Dan ren ik terug over het asfalt om Vincent en E op te pikken. Even echt rennen!

Ik fotografeer ze en ren weer terug als zij door het bos lopen. 7 Kilometer. Traag. Apart. Maar mooi. En… Ik heb eigenlijk geen last meer gehad van mijn maag op die ene steek na!

Donderdag 13 oktober. Nopes. Geen sport. Werken. En ‘s avonds een gesprek met een trainer voor Vincent.

Vrijdag 14 oktober. Een koppeltraining van binnen fietsen en buiten rennen en de dag eindigde ?

Ik ga weer eens binnen fietsen! Op de Tacx, Zwift. Het werkt nog. Leuk om terug te zijn in New York. Ik ga lekker trappen. Ohja, ik mis de ventilator. De heuvels had ik niet gemist. Ik trap wel in een hoge cadans, maar echt hard gaat het niet. Zou dat weer wennen zijn? Ik blijf beneden in het Central Park. Het is lekker rustig.

Zelf virtueel hou ik daar wel van! Maar het is ook aftellen. En zweten. De ventilator – vergeten! Ik hou me koest en denk: het zijn maar 40 minuutjes. Ik heb zeker 5 kilometer gefietst als ik denk: ohja, ik moet zelf naar een ander voorblad schakelen! #verwend met di2 🙂

Ik fiets gewoon rond, natuurlijk. Ik zal moeten wennen aan die heuvels. En misschien moet ik ook weer muziek verzorgen voor onderweg, binnen. Ik kom een handbiker tegen!

Hoe leuk is dat? Ik doe het kleine rondje ook nog een keertje. Eigenlijk zijn er best veel heuvels in Central Park. Dat gedoe met hoogtes was ik op de dijken echt vergeten. Uiteraard maak ik het rondje af in 41 minuten, maar ik erger me. Ik ga niet zo hard terwijl de inspanning wel navenant is. Dat is irritant en het toont vooral aan dat er ergens iets niet goed staat aan de Tacx.
Dan doe ik snel hardloopspullen aan. Ik ga met HB meelopen en moet een beetje opschieten. HB doet zondag de marathon in Amsterdam. Hij moet dus rustig lopen en ik ook! Ik hoef maar 3 kilometer. Het is regenachtig buiten, maar op dit moment droog. We lopen gewoon het kleine rondje om mijn wijk heen. Het gaat heerlijk! Kijk, in tegenstelling tot fietsen beheers ik dit gewoon. Ik snap het, het voelt goed en ik loop gewoon.

HB kletst lekker, het is prima weer en ik kan bijna met mijn ogen dicht lopen! Duidelijk dat het meer dan 3 kilometer worden, maar ik vind het prima. Het gaat. Het is mooi met al het glinsterende groen.

Op enig moment gaat HB naar rechts en ik naar links. Ik ben blij als ik de 5 kilometer die voor morgen op de planning staat ook op dit tempo loop! Het gaat om voltooien, verder nergens om.

We eten poffertjes ‘s avonds. En ik neem een zakje rozijntjes met chocolade er omheen. En ergens valt daar iets verkeerd. Ik voel me misselijk en ga op de bank liggen. Mijn maag doet zeer. Als ik (vroeg) naar bed ga, moet ik spugen. En even later nog een keer. Dan voel je je zo niet goed! Tintelende handen, pijn en draaierig. Tussen 8 uur en 1 uur blijf ik bezig mijn maag om te keren. Rob dweilt zelfs een keer. Om 2 uur val ik uitgeput in slaap. Blijkbaar is mijn maag leeg of de irritatie is er uit. Maar die wedstrijd morgen: die kan ik op mijn buik schrijven!

Zaterdag 15 oktober Weer te ziek voor een 5 kilometer wedstrijd, maar wel even fietsen.

Als ik wakker word, denk ik dat het wel zou kunnen – hardlopen- maar het mag niet van Rob. Ik ben in een nacht 1 kilo kwijtgeraakt. Mijn maag en darmen zijn rustig, maar nog niet helemaal uit de knoop. Ik kan gewoon weer eten. Vincent gaat wel voor zijn eigen snelle tien kilometer. Wij gaan mee. In de auto voel ik dat het wel goed is dat ik niet ga lopen, want er hangt nog steeds wat misselijkheid in mijn hoofd. Vincent loopt geweldig! Ongekend.

We wandelen naar een plek waar hij mooie auto’s heeft gezien. Ik doe de rest van de dag rustig aan, zodat ik morgen kan gaan rennen. ‘s Avonds moet ik even weten hoe het gaat en stap ik op de Tacx. Even naar de Makuri Islands in Japan! Ik zet alle data uit. Weg ermee. Ik hoef alleen maar te fietsen.

Ik kijk om me heen, kies de verharde wegen en het gaat prima. Maag, darmen – rust. En ik fiets ook nog eens flink door! Ik heb de machine opnieuw gekalibreerd en blijkbaar werkt dat. Ik voel me weer prima! Op tijd naar bed en morgen ga ik lekker een training lopen van 21,1 kilometer!

16 oktober De Halve Marathon van Amsterdam. Een training met leerpunten.

Afgelopen woensdag dacht ik: waarom ga ik niet in Amsterdam lopen als er met mij niemand mee wil/kan trailen? Is wel geen twee uurtjes onverhard, maar ik kan het voedingsplan testen en de zenuwen en kijken hoe het is om met muziek te lopen. Op zoek naar een kaartje en die heb ik vrijdag opgehaald met Rob samen. Nou was ik zaterdag dus nog best ziek geweest, maar een halve marathon lopen is nou niet echt een punt voor mij. Nee, de drukte, de onrust en de weg er naar toe is voor mij een ‘dingetje’. En de voeding moet ik ook even bij nadenken. Ik ga de gels oplossen in water en lopen met een rugzakje, maar moet ik onderweg dan nog een extra gel meenemen? Ik heb het bij me. Ik hoef me pas om 11:30 bij KH en DM te melden en rij met ze mee. Dat scheelt al de helft van de zenuwen. We doen wel allemaal onze eigen tijd en wedstrijd en zelfs eigen startvak, maar samen erheen is al tof. We vertrekken ruim op tijd, zijn ruim op tijd in Amsterdam en de stress blijft uit. Ik let amper op de route naar het Stadion en de drukte. En als ik er al mee bezig ben, vind ik het zelfs een beetje leuk! Al die mensen, al die verwachtingen en ik… Het scheelt dat ik niks hoef te presenteren: de halve marathon heb ik al afgestreept, ik ken de afstand, ik heb niks met Amsterdam. We lopen rond bij de expo.

Ik twijfel wel aan de gels, maar ik drink alvast netjes de bidon met sportdrank leeg. Ik moet een paar keer naar de WC, maar nog geen grote boodschap. We gaan op tijd de tas inleveren en dat is met de rijen wat raar die oplossen, en we dringen voor. We lopen samen naar het startvak en als ze op tijd zijn willen DM en KH bij mij. KH gaat sneller lopen, DM minder hard. Ik gok op 2 uur en 3 minuten. Ook als we naar de startvakken lopen en de drukte overweldigend is, doet het me weinig meer dan ‘best gaaf dit’.

Nog een Dixie en daar moet ik aanvaarden dat ik onderweg een keer zal moeten. We gaan naar de startvakken en missen mijn tijdslot, we sneaker met zijn drietjes het vak van KH in. En daar moeten we ook nog lang wachten en vooruit schuifelen.

Geen zenuwen. Hartslag onder de 80. Ik zet mijn muziek aan, maar die komt net niet boven de herrie uit. Ik heb de Shokz op, dus alles in de omgeving hoor ik ook nog. Het duurt zo lang dat ik ‘m weer uitzet. We komen bij de DJ te staan en de mevrouw boven geniet van een concert. Allemaal lopers. Internationaal. Ook een Pool uit de stad van Robs collega’s.

Ik kan nog appen en kijk naar de marathontijden van degene die vanmorgen al liepen. Het is lekker weer, wat warm zelfs. Als de opzwepende muziek begint en iedereen klapt vind ik het wel even spannend, maar niks overdreven. Het startvak wordt helemaal getrapt geopend en ik ga mijn eigen ding doen en ga voor KH en DM uit. Eindelijk mogen we dan weg! Horloge aan, muziek aan en gaan!
Het is niet uberdruk en dat is top. Mijn eigen muziek is echt fantastisch. Ik hoor Clannad en ik hoor ook Touch the Sky. Dat maakt me erg blij. Ik kom in mijn eigen bubbeltje terecht en dat is supergoed. Los van tempo, dingen die moeten en met een schermpje tussen mij en al die toeschouwers. Ik ken hier niemand. De stilte zonder auto’s vind ik echt opvallend. Ik ga flink op tempo, maar het voelt erg goed. Ik kan wat rustiger. KH haalt me in, die gaat supersnel. Ik ga niet mee maar doe heerlijk mijn eigen ding. Geen idee waar ik ben of blijf in deze stad. Nog maar 19 kilometer, denk ik, en ik weet dat dat fout is om al zo snel met aftellen te beginnen. Maar het voelt grappig en niet lastig. Als ik dit tempo kan aanhouden kom ik binnen de twee uur uit! Maar ik weet dat de race straks pas start, dit is het warmlopen. Ineens kom ik op een stukje wat ik ken, want hier reden we altijd terug van het Mirandabad af. Of is dat ergens anders? We slingeren de brug af. Ik drink netjes na 10 minuten behoorlijk wat. Ik haal mensen in en er zijn mensen die mij inhalen. Er zijn mensen waarvan ik niet weet hoe ze de halve marathon gaan afmaken en er zijn mensen die te dik zijn. Ik loop 5 kilometer dik binnen het half uur en ik ben gestopt met aftellen. Ik luister naar de muziek en er komt opvallend veel Iers voorbij. Ik drink wat water bij de post terwijl ik doorren. Waar ik ben of blijf – geen idee. Ik merk dat ik tel in rondes van 7 kilometer. Dan zijn het er 3. Ik denk aan mensen die dit niet doen, omdat ze er niet aan denken of het (nu) niet kunnen. Ik ga onder het spoor door en we komen over een soort industrieterrein. Eigenlijk is het best lekker als je geen connectie hebt met waar je moet lopen. Ik blijf heerlijk in mijn eigen bubbel en drink keurig.

En dan, ergens tussen 7 en 8 kilometer gaat het mis: misselijkheid. Net als hoe het vrijdagavond begon. Sjit. Ik hoef niet te spugen, ik hoef zelfs niet heel erg in te houden; al vertraag ik wel wat. Maar ineens is het gemak weg. Opgeven? Zou dat verstandiger zijn? De misselijkheid verergert niet, maar de bubbel is gebroken. Een extra gel ga ik zeer zeker niet nemen! Achteraf heb ik misschien Rafi opgemerkt die ook Hamburg heeft gedaan en waar ik voor had gestopt als ik hem had herkend. Misschien dat dat me uit de bubbel trok, hij heeft mij herkend; maar wat het is weet ik niet precies – ik lig eruit. Maag en darmen reageren. Ik ga naar de tien kilometer toe in elk geval. Gek genoeg leidt het tempo er niet heel erg onder, mijn benen rennen door. De muziek is niet meer leuk en ik kan niet naar het volgende nummer. Ik ben de volgorde nu ook een beetje kwijt als ik het opschrijf achteraf. Ik drink water bij de post, want dat moet ik blijven doen. Ik duik de Dixie in en daar loopt alles eruit. Diarree. Er is wel genoeg toiletpapier. En dan weer verder. Ik pak het lopen gewoon weer op. Geen tijd onder de 2 uur meer, al loop ik de 10 kilometer onder het uur. Deze kilometer duurde nogal lang. Het voelt wat beter, maar de heerlijke bubbel is echt gebroken helaas. Ik wil helemaal geen marathon meer doen! Sterker nog, ik wil hier niet meer zijn! Dadelijk zie ik SG (ja, die komt ook voor mij) en dan stop ik misschien wel. Mijn maag en darmen zijn iets rustiger, maar mijn hoofd is dat niet. Ik twijfel aan hardlopen, aan mezelf, aan de voeding, aan het weer en aan alles. Ik kan de leuke gedachte niet vinden. Ik kan me niet terugtrekken in de muziek, die is zelfs wat triest en komt binnen. Gek genoeg blijft het tempo prima in orde. In mijn hoofd kom ik niet terug waar ik wil wezen. Dan zie ik SG en ik stop even bij haar.

Ze zegt dat ik niet moet stoppen natuurlijk. Ik zit op 12,5 kilometer. En ik ga weer door. Ik probeer mijn hoofd er weer bij te krijgen, maar de pijn in maag en darmen leidt af. Ik ga te weinig voedingsstoffen binnen krijgen op deze manier. En diarree trekt ook veel weg. Bij de posten drink ik water. Waar ik echt heel veel moeite mee heb, zijn de ziekenwagens. De loeiende sirenes triggeren mijn alarmen echt: iemand heeft bij deze fijne sport heel dringend hulp nodig en dat doet me pijn. Ik hou mezelf voor dat ik blijf doorrennen tot 14 kilometer, dan zitten er 2 rondes op en de laatste doe ik dan ook. Dan begin ik daarna aan het derde deel: hardlopen. Dat kan ik. Als dat fietsstuk maar voorbij is. Door dat te denken, kom ik weer in een beetje bubbel, maar mijn maag blijft opspelen en pijnlijk afleiden. Dan de drukke stad in. Heel veel publiek, ik kan hier nergens ‘veilig’ spugen en er zijn veel mensen die worden afgevoerd. Ik zie ze liggen en strompelen. Dat niet! Ik trek me zoveel mogelijk terug in mezelf. Door naar de 16 kilometer, de tien engels mijl. Als we die maar eens gehad hebben. Ik kijk een beetje om me heen. De oversteekplaatsen zijn fascinerend. De ziekenwagens rijden af en aan. Veel politie op de been. Omdat ik nu weet dat ik de laatste ronde af zal maken, kan ik weer beter in mezelf komen.

15 Kilometer wel binnen anderhalf uur, maar ik ga het niet meer binnen de 2 uur halen. Daarmee sta ik mezelf toe de brug op te wandelen en even goed om me heen te kijken. De stad is best majestueus. Mijn tempo loopt nu hard achteruit. Constateren en accepteren. Dat doe ik al lang. Ik moet nog een keer wandelen en mijn darmen gaan weer meer pijn doen. Opgeven komt nu niet meer in me op. Ik neem een paar besluiten waar ik rustiger van wordt en dan kijk ik uit naar het Vondelpark. Ik zie de meiden van Trispiration nog en dat doet me erg goed, want ik loop hier wel, deze ‘gek’! Voor de rest moet ik aftellen op mijn vingers hoeveel kilometer ik nog moet. Ik zie een appje binnenkomen van een vriendin die voor mij komt! Als ik het Vondelpark in ga, geniet ik daar even enorm van en maak een foto.

Ik app haar terug en stuur een foto van mezelf. Het is druk in het park. En ik voel me beroerd. Mijn vingers trillen licht, ik heb last van een tunnelvisie. Dat heb ik lang niet gehad, en ik weet wat het betekent: te weinig voeding. Ik voel me te ziek om verstandig te kunnen beslissen. In het park kan ik al helemaal niet spugen, maar het voelt alsof dat elk moment kan gebeuren. Ik ben blijven drinken: zowel water op de posten als uit mijn rugzakje. Ik moet even wandelen en wordt meteen aangemoedigd om weer te gaan lopen. Joh, ik kies hiervoor! Ik wil het nu halen ook! Op ruim 19 kilometer duik weer een Dixie in.

Weer loop ik leeg. Er is wederom genoeg papier voorhanden. Nog even doorbuffelen maar. Ik loop het park uit en ik pak meteen het tempo weer op. Er zit dus echt iets fout met de voeding en de darmen en daar baal ik ontzettend van. Kan ik niet tegen gels of suikers of zijn deze gels niet meer goed? Op de wegen zie ik veel mensen struwelen: zouden die allemaal voor mij eindigen in de tijd? Ik ben weer blij en vol goede hoop en ik kijk uit naar het stadion, om daar te lopen. De drukte is lastig buiten te sluiten, maar ik pak de gedachte dat het volgende keer anders is weer op. Ik moedig zelfs nog iemand aan die wandelt! Ik ontwaar mijn vriendin en geef haar een welgemeend knuffel. Zo lief dat ze voor mij is gekomen! En dan het stadion.

Prachtig! Dat is toch wel meesterlijk, ook al zit ik dik boven de twee uur en zelfs boven de 2:03. Ach, de meesten zouden met zoveel maag-darmklachten opgeven. Ik kijk om me heen op het tartan en het is zo gaaf!

De drukte overweldigt me niet en de prikkels overweldigen me door mijn eigen muziek ook niet. Hoewel ik mijn muziek niet meer hoor! De finish over en ik zie dat ik nog altijd netjes binnen de 2 uur 9 zit (de tijd van SG) en ook binnen de 2:06 geloof ik. Ik zie KH, zeg haar gedag en ren door naar de Dixie. Daar blijk ik nog een keer leeg te kunnen lopen. Ik moet mijn eigen papier nu pakken. En dan is het weer goed. We wachten samen tot DM ook binnen komt.

Heel snel ben ik weer volkomen bij. KH heeft een toptijd gelopen. DM heeft ook goed gelopen in 2:17 -of 2:15 zonder de stops, maar die tellen in een wedstrijd nou eenmaal mee. Zonder de stops op de Dixie zit ik ook op de 2:03. We pakken de medaille aan en pak toch een plastick om warm te blijven. Ik ga mijn vriendin JH zoeken en het stadion uit. Moeiteloos. Het is even zoeken voor we elkaar bij de Dixies vinden. En dan kletsen we vrolijk saampjes. Daar zijn wel walgelijk veel mensen, maar hé, ik heb die medaille ook!

Ik ben nog niet blij, want ik snap niet dat ik van deze training veel heb geleerd. Ik baal nog teveel dat ik weer af ben gegaan op de voeding. Ik moet hier professionele hulp bij zoeken. We lopen naar de sporthallen zuid en halen mijn tas. KH en DM hebben hun tas al opgepikt en ik vind ze terwijl ik bel. Ik drink de chocomelk hersteldrank en dan is het voedingsprobleem in de maag en darmen definitief weg. Ik heb geen erge honger of spierpijn. We lopen terug naar de auto en ik ga nog een keer naar de Dixie die daar staat. Mijn papier raakt op, maar het is ook niet meer ernstig nodig: ik kan veilig in de auto stappen! De spieren zijn heel licht gevoelig. In de auto is alle moeite alweer bijna vergeten. Onderweg zag ik een bord: “morgen voelt het allemaal beter” en daar hield ik me een beetje aan vast. DM en KH zijn geweldig gezelschap. Easy going en stoer tegelijk. ‘s Avonds eet ik een over-overheerlijke hamburger. Die blijft moeiteloos binnen! Alleen ‘s nachts om een uur of 4 heb ik enorme trek. Ik ga plassen en slaap verder. Morgen weer gewoon eten en hulptroepen inschakelen om de voeding op orde te brengen. Extreem trots ben ik niet, maar om dit als training te doen was het top! Vroeger… nog niet eens zo heel lang geleden, toen trainde ik maanden richting een halve marathon en daar kwam ik ook weken van bij. Nu is het een training.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2022-34

Maandag 3 oktober – Iets nieuws – Bootcamp

Ik ben al honderden keren voorbij gefietst op de vrijdag of zaterdag en al even vaak heb ik gedacht: dat zou goed voor mij zijn. Bootcamps. Buiten bezig met krachttraining. Het kwam er maar niet van. Ik had het wel opgezocht op Facebook, maar daar bleef het bij. Tot ik een nieuwe collega kreeg.

Dat lijkt niks met elkaar te maken te hebben, maar de nieuwe collega geeft de bootcamp! Deze avond ga ik meedoen. Vind ik spannend. Ik moet een flesje water meenemen en naar het einde van het park komen. Daar ren ik heen. Of course. Dat gedeelte kan ik. Gezamenlijk lopen we naar de tenniscourt op de Evenaar, waar het licht is. Ik kies voor het middelste rondje, want het is eigenlijk wel mijn rustdag vandaag! Ik loop met een kwebbelende man mee uit mijn straat. Op een flink tempo. Hij hijgt. Dan moeten we allemaal oefeningen doen. Met elastieken trekken, op een bal balanceren, opdrukken. Het is best een groepje mensen en het kletst en kwekt. Dat gedeelte is niks voor mij. Ik doe de oefeningen. In stilte en zo goed mogelijk. Het allerleukste vind ik het touw. Een soort droogzwemmen, daar moet ik van lachen. Het valt me mee hoe slap ik ben. 30 Seconden per oefening. Ik tel het mee. Dat doen we twee keer. Tussendoor drinken. Ik vind dat dus de moeite echt niet. Daarvoor ga ik niet meer met een flesje lopen, wat superonhandig is! Na de oefeningen gaan we buikspieren doen. Dat is niks voor mij! Ik doe heus zo goed mogelijk mee, maar ruim anderhalve minuut planken is niet aan mij besteed.

We doen het rondje nog een keer. Het moeilijkste (by far) vind ik het om de oefeningen te onthouden qua uitvoering. Voor mij is het allemaal nieuw! Ik vind het wel aardig. Dan rennen we weer terug. Ik ga naar huis met intervallen tussen de lantaarnpalen om zo snel mogelijk dat flesje weg te zetten. Ik loop nog met M mee naar haar huis en maak een rondje. Dan zie ik de rest van de groep weer (wandelen) en ik ga nog mee naar het beginpunt. Nou, dat was best leuk en nieuw. Maar het is vooral erg goed voor me. Al denk ik daar op dinsdag en woensdag anders over. Ik heb veel spieren die ik opeens voel! Een bilspier, bovenarmspieren. Het verwart me, want ik heb nooit spierpijn! Misschien was het toch iets teveel? Toch besluit ik dat dit zo goed voor me is, dat ik regelmatig mee ga doen.

Dinsdag 4 oktober – Fietsen en rennen – lek en de bidon ophalen

Dat mijn linkerbeen wat trekkerig is, is geen gevolg van de bootcamp. Het is vervelend. Maar het weerhoudt me niet van fietsen en lopen. Waarom zou dat?! Ik moet op hoge cadans fietsen en dan doe ik dat. Boven de 90. Dat is voor mij echt onvoorstelbaar veel. De vermoeide benen vinden het niet erg. Is maar een half uurtje.

Hier raakte de fiets een kuil

Aan de andere kant van het Kotterbos fiets ik echt door een flinke kuil en mijn fiets klinkt niet goed; als een klap. Ik kan doorfietsen en er lijkt niks te zijn. Maar enige kilometers later langs de Vaart lijkt de band leeg te lopen. Wiel beschadigd? Lek is het niet, want ik rij tubeless. Die banden kunnen moeilijk lek. Ik zie iemand die zijn papegaai uitlaat! En dan ga ik terug en merk ik dat de band echt zeker wel leegloopt. Dat houdt de cadans lastig hoog. Ik ga richting huis en daar merk ik dat ik ook de bidon verloren ben. GVD. De Ironman bidon! Ineens heb ik in mijn trisuitje een hardloopdoel: ik moet naar de andere kant van het Kotterbos voor mijn bidon. Maar hoe krijg ik die dan mee terug? Ik vraag of Vincent me tegemoet rijdt.

Het zijn verschillende zones waarin ik moet lopen: zone 1 gaat prima, zone 2 gaat nog beter. Het is best warm. Dan moet ik zone 3/4 in. En dat is best lastig te halen. Mijn been trekt dus een beetje en ik verlies kracht en ga gewoon niet hard genoeg! Of mijn hart gaat niet hard genoeg – hoe je het maar bekijkt. Er is een man op de fiets die me aanmoedigt en in het bos ook weer iemand die vanaf de fiets roept: goed bezig hoor! Komt het door 2 staartjes of door het Ironman-t-shirt? Of omdat het lijkt of ik het leuk vind 😉 Ik kom aan de andere kant van het bos en ik zoek de omgeving af, maar geen bidon. Er zat nog wel sportdrank in! Waarschijnlijk was dat de klap, de bidon die eraf ging. En dan zie ik hem:

Een paar slokken helpen me weer op weg en zone 3 gaat behoorlijk op tempo nu. Vincent komt me bij. Hij neemt mijn telefoon en muziek over (zijn telefoon is zowat leeg en hij moet een foto maken) en hij neemt ook de bidon mee.

Ik vecht nog een keer zone 3 door, maar nu haal ik het wel en met een mooi bijbehorend tempo. Ik denk dat het door de sportdrank komt, maar mijn maag en darmen spelen weer op. Trekt flink mee en doet zeer. Zou het door de Maurten gel komen die ik in de wissel genomen heb? Dus nu heb ik spierpijnen, een trekkerig been en aandrang. Niet echt lekker. Ik loop de laatste kilometers vol met veel moeite, maar ik moet en zal 9km halen! De laatste versnellingen van 200m, daar doe ik er maar 1 van. De rest kan ik niet meer opbrengen. Dat is niks voor mij! En thuis wacht mijn nieuwe fiets! Tenminste: het frame.

Een echte triatlonfiets in mijn kleuren! Daar moet ik een hoge cadans en optimale houding mee kunnen redden. Op de achtergrond staat de andere fiets die toch een lekke band heeft (gelukkig niet het wiel) en de teruggevonden bidon.

Woensdag 5 oktober – Zwemmen.

Het is druk en onrustig op het werk. Niet direct mijn pakkie an, maar ik krijg het wel mee. En ik heb nog steeds spierpijn en ik voel me niet heel lekker en ik voel alles links: van mijn schouder tot mijn been. Uit balans. Ik voel me ook moe en niet helemaal lekker. Alles is een beetje grijs. Alles is het net-niet. Niks echt verkeerd, maar zeker ook niets goed.

Maar ik moet en zal zwemmen. Lekker rustig aan dan maar. We hebben DR als trainster en ze heeft weer iets verzonnen. We moeten stil gaan liggen, drijven en uitduwen. Elke keer kort: 50m. Ik doe mee in baan 2, met achtje. Ergens vind ik het wel grappig, maar in mijn staat van niks-echt-leuk kan ik er niet van genieten. Ik vraag me af waarom, al ontdek ik wel dat laag afzetten veel meer onder water oplevert. Ik doe netjes mee. Maar ik voel me naderhand niet beter. Ik moet op tijd weg, door naar de volgende afspraak. Rennen en vliegen. Dat is net niet wat ik op een net-niet dag als deze wil. Maar het is een goede afspraak over voeding bij de marathon: hoe eerder, hoe beter!

Donderdag 6 oktober: fysio en fartlek

Mijn been en knie links blijft trekken en ik voel dat het niet oke is. Als ik bedenk dat er tussen deze dag en de de afspraak bij de fysio/cranio nog zo’n 40/50 km hardlopen liggen, weet ik dat ik direct moet handelen. Anders maak ik het stuk. Er is een gaatje van een half uur. Dan maar even tijdens werk. Het past allemaal net en het blijkt in mijn darmen te zitten. De dikke darm zit weer eens vast. En de baarmoeder trekt ook. Ze behandelt me, maar ‘s middags is het niet meteen over. En ik voel me niet beter. Ik ploeter nog verder voor mijn gevoel. En dan ben ik ook weer netjes bezig met eten. Ik heb niet eens meer zin snoepen! Wat ook een teken is. Om me nu uit te gaan sloven op de baan, voelt niet goed. Ik moest even luisteren naar mezelf van de therapeute, maar ik moet wel weten of ik kan rennen. Dus ik ga samen met Vincent een fartlek-training doen. En oefenen met drinken elke tien minuten. Een fartlek-training is een training ‘op de bonnefooi’. Onderweg verzin je ter plekke hoe en wat. Vincent had voor zichzelf nog een extra element toegevoegd: een aantal zaken die hij niet vertelde maar onderweg moest uitvoeren. We riepen een beetje links en rechts en gingen booompjes versnellen op het bloesempad. 1 om 1 was het niet en ook 3 om 3 niet, het werd 5 om 5. Maar ik vond het lastig om aan te zetten en te versnellen. Miste nog een beetje kracht. Toen door de Regenboogwijk heen slingeren. Straatje nummer 3 door. Naar links en nog een keer versnellen en daarna een vierkantje (2 zelfs) en weer terug. Heerlijk random. Vincent had het helemaal naar zijn zin. We bepaalden samen de training. ‘t tempo was best goed en het ging steeds beter. Ik kwam los, zeg maar! Het werd donker en ik dronk keurig elke keer. We gingen onverhard langs de Vaart en tussen de bankjes hard. Vincent heel hard, ik gewoon wat meer tempo. En dan de dierenwijk langs met 1 lantaarnpaal rustig, 1 snel en 1 wandel. Dat deden we een tijd. Ik voelde dat ik minder lekker ging. En dan onder het brugje door naar rechts en daar een wijk in op zoek naar een speeltuin. Vincent zag een mooie auto en toen had hij zijn bingo-kaart vol: bloesempad, wandelen, rondje om mama lopen, auto fotograferen en onzinverhaal vertellen. In de school bij de speeltuin oefende de fanfare. Ik raakte helemaal verdwaald in de wijk. We deden links-rechts de wijk uit en toen was ik het nog meer kwijt! Inmiddels moest ik ook naar de WC. Super vervelend midden in de stad. Ik moest gaan wandelen. Voelde me echt niet lekker. Vincent vond het niet erg. We dwaalden naar huis. Probeerden nog even of DR er was, maar helaas. We schoffelden toch elf,elf kilometer bij elkaar. Mijn enige subdoel. En toen snel naar de WC en daarna voelde ik me wel beter! Dat moest mijn darmen misschien wel even uit!

Vrijdag 7 oktober. Met Joyce rond de Kemphaan

We zouden samen, maar Joyce voelt zich niet zo sterk en ik wilde niet zo lang rijden en ik ‘moest’ 15 kilometer. Na beraad kwam er de Kemphaan uit. Ik had een route van 14km gemaakt. De weegschaal vanmorgen was niet leuk: ik ben zelfs aangekomen! Ik was mooi op tijd bij de Kemphaan en kon nog even naar de WC. Deze keer was Joyce lekker spraakzaam. Daar pasten we het tempo op aan. Heerlijk! Geen uitsloverij en lekker luisteren. En drinken. Het moet gaan wennen.

We kregen natte voeten en we liepen naar het Schapenbos. Sommige paden net anders dan anders. We liepen ook over het volkstuintjespark. Grappig. Maar ik bevind me nog steeds in een beetje ‘grijs gebied’. Ondanks mooi weer, fijn gezelschap, kalm tempo is er niks leuk of makkelijk of fijn. Een herfstdipje. Of ontwenning van suiker?

We liepen aan de rand van Almere Haven over (verharde) paden die ik nog nooit had gehad. Over de bekende ophaalbrug. Bij het kasteel bekende ik dat de vermoeidheid en onrust van het werk me blijkbaar parten speelt. Dat luchtte iets op.

En vertellen van de dames triatleten in Hawaii. Een moeder die out-of-the-blue wint en mensen die denken dat ze mee kunnen doen, terwijl dat echt te hoog gegrepen is. We haalden iemand in zelfs! Dat kwam ons tempo mooi ten goede. Ik vond nog een nieuw pad. Het Hermanpad. Dan weer de ophaalbrug over bij de roeivereniging.

Dat ik er lol in kreeg is teveel gezegd, of dat het makkelijker ging. Maar na zo’n 11 kilometer legde ik me erbij neer. Als dit het dan even is, dan is dat zo. En Joyce had het ook niet makkelijk en die liep ook door. Waarom ik het 4 bruggen pad had gekozen, zou ik niet weten. Echt niet. Ik vind die namelijk helemaal niet leuk. Maar dat was ik blijkbaar even vergeten.

We kwamen ook nog over het mountainbikepad het laatste stukje. Even wat technisch doen met omhoog en omlaag en veel bochtjes. Vond ik een beetje leuk! Ik wilde de 15 kilometer volmaken, voor Joyce was 14 genoeg. We staan er niet meer bij stil wat een prestatie dat eigenlijk is. Ik vergeet dat ik gisteravond ook nog 11 kilometer liep. De laatste kilometer doe ik ook rustig aan. En dan chocomelk! Ik heb alles uit mijn rugzakje opgedronken. Het is gewoon water, maar een begin. En ik heb niet hoeven stoppen onderweg.

En door! Want ‘s middags gaan Rob en ik naar de Floriade! We wandelen samen heerlijk rond en ik geniet echt. Lekker zonder plan en idee. Met de kabelbaan. Kunst bekijken. En verwonderen. In de virtuele luchtballon. Lekker met zijn tweetjes! Wandelen we nog bijna 12 kilometer erbij. Ja joh, alsof ik nog 30 ben ?

zaterdag 8 oktober Fietsen op de bonnefooi en zwemmen zonder dat het moet.

Na een nacht goed slapen gaat het al iets beter. De to-do list is ook niet meer zo lang. We vervangen het wiel en ik ga fietsen zonder fietscomputertje. Geen data voor mijn neus. Ik heb geen andere opdracht op het schema als ‘ontspannen fietsen’. Da’s nou net het moeilijkst! Muziekje aan en alleen. Rondje Oostvaardersplassen op gevoel. En dat is wat ik doe: alleen maar voelen. De wind, liggen, een cadans die goed voelt en zoveel mogelijk genieten dat ik zo in oktober nog kan fietsen. Wegdromen, niet om me heen hoeven kijken en een grijns voor de hele kleine kindertjes op de fiets. Ik ben als altijd (te) voorzichtig. Bij de sluizen stop ik eventjes. Even naar de opkomende herfstkleuren kijken.

Tot mijn verbazing heb ik heel hard gefietst tot nog toe! Boven de dertig! Ik heb wind tegen nu, dus het zal wel minder worden, maar deze is alvast lekker binnen. Weer proberen te liggen en spelen met de cadans. Ik blijf mer fietsen op gevoel dan op wattage of wat zou moeten. Ik maak het rondje wel helemaal af en rond. Uiteindelijk is mijn gemiddelde 28,7 en de cadans 80, wat voor mij echt super is! Dan gaan we nog zwemmen. Niet omdat het moet, maar opdat Vincent gaat.

Ik deel de baan met iemand, hij rechts, ik links. Ik doe 300m met pullboy, dat verzin ik ter plekke. En dan wil ik 300 zonder doen, maar het worden er 250. Ook goed. Ik adem ALLES 1 op 3. Dat voelt als een mooie wals. De vertraging zit ‘m vooral in de keerpunten. So be it. Ik doe nog een keer 300 met en 250 zonder. En nog eens. We gaan er absoluut om kwart voor 5 uit, zo hebben we afgesproken. Ik doe ook nog 350m met paddels. Dat gaat echt lekker snel! De laatste 50m adem ik 1 op 5 en met alle hulpmiddelen is dat veruit het prettigst. Tijd om er uit te gaan. De trainster geeft me goede raad, maar het mooie is dat ze me écht begrijpt en meevoelt.

Zondag 9 oktober. Sport KIJKEN – wandelen met hardloopelementen – BOOTCAMP – hardlopen.

Dit is iets wat ik zeer, zeer zelden doe: sport kijken. Maar vandaag is de mannenrace triatlon in Hawaii, de Grote Wedstrijd. Ik kijk tot na 12ven en ze aan de marathon beginnen. De wekker gaat voor 7 uur voor de F1 race. Die wordt uitgesteld en ik slaap nog even door. Dan moet ik zelf opstaan om te eten en te gaan bootcampen. Ik ga daarna hardlopen. Dus ik wandel naar het einde van de wijk. We moeten inlopen, maar ik wissel wandelen en rennen af. Bij het uitkijkpunt doen we oefeningen. Voor mij is alles nieuw! Ik sloof me niet meer uit. We wandelen/rennen naar de trap en daar moeten we op en neer. We zijn maar met 4 dames. Dan wordt Max wereldkampioen. Het is allemaal een beetje vervreemdend vind ik: verschillende sporten die door mijn hoofd dwarrelen en die ik aan het doen ben. We doen een circuitje. Het irriteert me enorm dat ik niet met de band overweg kan!

hier hangt ie niet meer op hoogte

Ik dúrf het niet en dat stoort mij ontzettend. Ergens niet sterk in zijn kan, want ik ken mijn beperkingen, maar niet dúrven kan ik niet zo goed tegen. We doen ook buikspieroefeningen en daar ben ik gewoon (letterlijk en figuurlijk) niet zo sterk in. Wel in uitstappen en squatten blijkbaar. Of ik doe niet genoeg mijn best.

Ik weet nog niet of ik het zand nou wel of niet beter vind

Weer is het moeilijkste om de oefeningen te onthouden. Dat komt vast wel als alles bekend is.
En dan ga ik hardlopen. Ik heb acht kilometer gezegd. Eerst inlopen in zone 1. Dat gaat nog. En daar houdt het eigenlijk mee op. Het is geen goed idee om na de bootcamp te gaan hardlopen. Na een korte nacht. Ik moet na een kwartier zone 1 door naar zone 3/4. Kansloos. Ik kom er gewoon niet in. Geen kracht in mijn benen meer en mijn hartslag blijft te laag. Het tempo gaat ook niet mee. En ik moet weer. Vreselijk. Dus ik ga maar terug door het bos. Het uitlopen in zone 2 (een hele kilometer) red ik ook al niet, ik kom niet in zone 2. En ik moet wandelen. Daarstraks heb ik gewandeld met hardloopelementen en nu ren ik met wandelelementen. So be it. Mijn kracht zit niet in de spieren, nu ook niet in het vermoeide hoofd en zeker niet in de darmen!

In het bos ga ik even aan de kant zitten. Het lucht op, maar ik krijg er niet meer kracht van. Hoe dan ook: 8 kilometer gaan er komen. Ik probeer wat ik kan en al is dat niet veel: dit is het dan maar.

Het stille bos is me heerlijk genoeg. Ik hobbel naar huis en dan heb ik 50km hardgelopen deze week. En wat gefietst en gezwommen. ik heb sport beleefd, ik heb doorleefd, ik ben uit balans gevallen en dat moet even goed komen en ik heb alle was gedaan.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2022-33

Maandag 26 september – Fietsen ingeruild voor de bank ivm ????????????????????????????? ?

27 September ? gaat maar door. Maar ik ook! Hardlopen.

Je wordt maar 1 keer nat! En daarna een half uur natter.

14 minuten in een lage zone, 1 minuut aanzetten naar zone 3 en dan 30 seconden dribbelen. Die stonden als 3 minuten, dus die tikte ik handmatig door.

Waarom de Vaart 1 groene drab is geworden, weet ik niet. Het ziet er gek uit.
Ik was net te laat om het hert te fotograferen! Ik hoorde naast me in de bosjes lawaai en voor ik mijn toestel kon pakken stond ik oog in oog met een enorm gewei. Ik vind herten prachtig! Zo groot! De regen stopte.
De zon kwam er zelfs door! En dan glinstert al het groen. Zo gek dat het nu in de herfst prachtig groen is en de afgelopen zomer vergeeld. Ik hou van tien graden om te hardlopen.

Dik een uur later, ruim tien kilometer rond en lekker gelopen. Mijn benen zijn gevoelig en ik heb een warme douche verdiend!

28 September zwemmen

Hier hadden de voetjes moeten blijven staan. Boos. Ik ben boos op alles en iedereen. En dan zwem ik best aardig. Zonder pullboy. Als enigste.

En dat maakt me na afloop dan een beetje blij.

29 September. hrdlpn Eigen intervallen ipv baantraining, want ik had een business-unit-meeting met couscous en collega’s.

Samen met Vincent naar de Sieradenbuurt gelopen. Daar had ik een rondje in driekhoeksvorm van 520m: Choker, Parure, Collier (de wegen) en een driehoekje de andere kant op van ruim 200m. Vincent 8 keer, ik 7 keer. De 500m hard, 200m rust. We kwamen elkaar steeds tegen.

De vijfhonderdjes deed ik keurig gelijk in 2:40 of ietsje sneller allemaal. Dat is elke keer ongeveer 4:57.

Op de weg terug moest ik hoognodig, maar dit was wel leuk geweest!

30 September – 10EM met Joyce in het Amsterdamse Bos.

Dat was veel te lang geleden, dat we samen gingen!! En dit is de laatste dag dat Joyce in the fifties is, dus we moeten iets! Amsterdamse Bos. Ik had een wandelroute van 10 Engelse mijl. “Er kan een bui vallen”, zei Joyce. Er viel een bui. Het eerste uur.

Een hele leuke en verrassende brug in het Bloesempark! Zo ver ben ik nog nooit geweest in het Amsterdamse Bos.
Dus heb ik deze stinkerds in het Hooglander-parkje een poepie laten ruiken ? De zon brak door. Regenjasje uit en gel eten.

En toen was er een omleiding. Ik kwek de hele tijd. Joyce houdt het tempo vast. Na de omleiding kwamen we achter Schiphol en was het ineens hartstikke druk!

Hier viel het pad weer mee. Hiervoor was het niet zuinig modderig en glad.

We lopen 16,3km bij elkaar. Het is misschien niet mijn basis-tempo, maar ook dat is niet altijd makkelijk vol te houden om in te houden. Maar het gezelschap, het samen lopen, kletsen met mijn beste vriendin en samen door de modder, over de brugjes, langs het water, over het grind: dat is onbetaalbaar geweldig en fantastische en fijn!

Stats September:

48 activiteiten – 704 km in totaal – 43,5 uur gesport

Zwemmen 13km – net zoveel als wandelen 🙂

Hardlopen 154km (dat is wel eens meer geweest)

Fietsen 522km

In triatlons en een duathlon heb ik 177km afgelegd. Het was een maand met elk weekend een wedstrijd: de Floriadeloop, de Challenge halve triatlon, de Bosbaan triatlon en een run-bike-run.
En heel onrustig met werken en weer een puber naar school en een huishouden en zieken in de familie en vroeg donker en slecht weer. Nieuwe doelen gezet. Door voor oktober 2022.

1 oktober 2022 – Zwemmen

De hele dag hoofdpijn en moe. Ondanks veel slapen, toch moe. En overal pijntjes. Spierpijn, rugpijn. Ouwe taart. Ik ga toch zwemmen. In het jeugduurtje.

Zwemtas

We zijn met 2 volwassenen in een baan. Ieder een kant. Hij rechts. Ik ga alleen maar op en neer zwemmen. Met pullboy. Tot ik het zat ben. Na 40 minuten. En dan ga ik nog een kwartier door. Tot ik 2500m heb gezwommen. Zonder toptijd. De hoofdpijn is gebleven.

2 oktober Fietsen en rennen. ??‍♀️?‍♂️?? – ?‍♀️?

Hoofdpijn weg, maar onrust en verkoudheid niet. Voel me niet 100% okay. Wel fietsen. Met Vincent. Kalm aan, want herfst geeft geen fietsomgeving.

Er stond eigenlijk hardlopen op het schema. Dat moet ik toch altijd wel kunnen of niet? Zo niet, dan stop ik. Inlopen 20 minuten, dan 5 minuten hard en 5 minuten rust en dat moet ik 5 keer doen. En uitlopen. Tot mijn schrik was het niet maar een uurtje, maar 80 minuten! let’s give it a try.

Inlopen ging oke, met muziek op en de bekende weg. Versnellinkjes vielen niet makkelijk. De eerste keer 5 minuten hard was ook niet makkelijk: de hartslag kwam niet zo hoog. Maar dat ging later wel goed. Ik ging wandelen na de 5 minuten hard tot ik in zone 1 verviel en dan nog ongeveer 4 minuten in zone 2 lopen. Dat was lekker. Daarna kwam ik in de zones en ging ik meetellen tot 300.
De derde keer was ik eerder bij een kilometer dan bij de 5 minuten hard! Ik dacht dat ik maar 4 keer zou doen, maar de vierde keer ging bewust wat rustiger. En maar op en neer de wegen door langs de kassen. Dat ik kan afbreken. Maar het voelde niet als het echt moest. Mijn benen wel, die deden pijn.
De vijfde keer ging zelfs echt snoeihard. Zo ziek kan ik niet zijn dus. Geen ademnood of mega moeite. Wel gewoon warm. Alleen echt pijnlijke benen. Linkerknie speelt ietsje op. Terughobbelen viel niet mee, maar rennend ben je dan toch het snelste thuis he. Na 80 minuten niet thuis, maar de 15km hoefde ik niet vol te maken. Van mij.
Leuk vormpje! Deze week 49,93km hardgelopen. Die laatste 70 meter laat ook maar zitten!
Mijn schaduw op de brug. Vaag. Invoegen? De rechte weg volgen? Kweet-t-ff-nie-psies. Lastig om mijn eigen weg te volgen als ik niet weet hoe ik op de eindbestemming kom. Rennend kom ik er vast. En zeker.
Het eerste doel voor 2023 is betaald. Nu doorsparen voor de rest! Want de helft kost in 2023 het dubbele van de hele.
Categories: Geen categorie | Leave a comment

2022-32 – RUSTweek – bijkomen en een hele rare run-bike-run

Maandag 19 september – Medals Monday

Iedereen showt altijd op maandag de medailles van het weekend. Ik doe dat meestal niet, hou niet van dat kijk-mij-eens. Maar deze maandag doe ik alle medailles in 1 keer:

Echt oplettende kijkers zijn er dus niet. 1. Eén iemand schrijft me dat er ook een hardloopmedaille bij ligt. Verder doe ik niks vandaag. Net als gister. Niks sportiefs. Wel werken, naar de therapie, eten en uitrusten. En sportieve plannen maken.

20 September 2022 – Stukkie fietsen. Voor appeltaart. Vincents vriendin heeft appeltaart gebakken. En iemand moet die keuren. Ik werp me graag op. Vincent hoeft geen appeltaart, die gaat ergens anders voor mee. We gaan over de dijk. Het maakt mij niet zo uit hoe snel we gaan of hoe het gaat, we trappen gewoon! Ze maken een gat in de dijk bij het Bloq! In het asfalt op dit moment, maar ik hoop dat ze niet te diep gaan. We hebben wind mee dacht ik. En we moeten de weg zoeken, want naar de Literatuurwijk ga ik zelden. Het komt goed. Iets te laat, maar de appeltaart is nog warm! En heel erg lekker. In mijn fietskleding heb ik een heel fijn gesprek met de andere moeder van dit schattige stel. Doordat het zo’n prettig gesprek is, vergeet ik de tijd. En dan moeten we op de terugweg racen! Over het drukke Spoorbaanpad. Heel lastig en onrustig. Als ik had geweten wat de toestand was van Vincents remmen, had ik hem met de trein gestuurd! Maar we zijn op tijd thuis om te eten net voor de Picnic komt en we door moeten naar school. Ik heb deze keer helemaal niet meer aan een fotootje gedacht! Ik heb zelfs niet kunnen denken aan het uitwerken van mijn volgende plannen. Soms is het leven druk.

woensdag 21 september. Waar hebben we vandaag zin in? Behalve niks-doen, boekje lezen en een hoop werk verzetten in elk geval NIET in zwemmen. Enorm niet in zwemmen. Ik heb de zwemspullen wel bij me op kantoor, maar ik heb zó geen zin. Dus ik ga niet. Dat mag deze week. Hoe gek dat ook is voor mij. Mijn hoofd en mijn lijf moeten tot rust komen. Toch moet ik ook naar buiten na zo’n kantoordag. Hardlopen zou het leukste zijn, maar het is alweer zo vroeg donker en dan moet ik zo lang wachten na het eten. Dus -hup- de fiets op en Vincent weer meetrekken. Hij doet de route. Naar de atletiekbaan en dan via de camping over de rode brug naar de dijk. Klonk niet direct verrassend, maar dat pakte anders uit! Naast de Lepelaarsplassen wilde ik stoppen voor een foto, want het was zo mooi.

En toen kwamen we op de Oostvaardersdijk. De zon ging net onder en ik heb het nog nooit zo helder gezien! Ik zag de windmolens aan de overkant van het Markermeer en we konden ook kijken tot de windmolens bij Urk. Ontzettend zeldzaam helder. En MOOI. Prachtig. Adembenemend.

Zou je niet zeggen he, dat dit Almere is?! Toen we naar huis fietsten, koelde het wel af. Hoe ver of hoe hard we hebben gefietst en met welke cadans of op welk wattage, geen enkel idee. Onbelangrijk. De kogel is door de kerk voor wat betreft mijn volgende doel.

donderdag 22 september. Terug naar de atletiekbaan. Ik zou mijn best moeten doen volgens het schema. Na 3 kwartier dacht ik, glimlachend in mezelf, dat dat het enige was wat ik in elk geval probeerde. We gingen inlopen en ik kwebbelde wat mee. Ik had weinig zin om te versnellen. En dat zat er ook niet echt in. Op de baan gingen we nog een aantal versnellingen doen en ik merkte echt dat me dat gewoon niet gegund was vandaag. Als je dan eenmaal in een rustige toestand gaat, dan is het dat gewoon. Dan kan ik wel verwachten dat ik me na een paar (loop)rustige dagen beter voel, maar de werkelijkheid is gewoon dat alles in en aan mij vooral uit lijkt te zijn op rust!

De baantraining bestond uit: 2x 800m en 400m. 800=200rustig, 200sneller, 200rustig, 200sneller. 1 minuut stilstaan en rust. Die beviel me wel. Ik heb lekker ook het horloge even uitgezet. 400=100rust, 100sneller, 100rust, 100sneller. 200rust (wandel/dribbel). Er was bij mij weinig verschil tussen rustig en sneller. Heel weinig verschil. Hoe zeer ik ook mijn best deed. Daarna 2×600 en 300. 600=200snel, 200rustig, 200snel. 300=100snel, 100rust, 100snel. 100 wandel/dribbel. Hetzelfde: ik ging lekker alleen lopen het donker in, deed mijn best en daar bleef het bij.

Toen moesten we nog een keer iets doen met 200m en 100m, maar ik kon het niet meer onthouden en ik ging gewoon lekker 600m rondjes lopen. Als er dan niks hoeft, dan kom ik tot rust en loop ik ook nog even lekker! Ik ben er moe van. Uitlopen om de baan en dan is het druk vanwege voetbal en zoveel onrust, daar word ik helemaal hyper van.

Vrijdag 23 september. Uitslapen. Lezen. Op de bank liggen. Niks. Fietsen. Staat er. Maar ik wil niet fietsen! Ik ga maar eens kijken hoe ik me voel. Volgens de Garmin bevind ik me in een piek, maar zo voelt het echt niet. Absoluut niet. Als ik wil weten hoe het gaat zit er maar 1 ding op: hardlopen. Ik had nog iets staan van dinsdag met minuten en zones, maar ik heb het vereenvoudigd. 2 Kilometer rustig (op gevoel) dan 700 of 800 meter versnellen en 200m dribbelen. Muziek aan en richting de dijk. Ik had niet echt een route-plan of hoe lang of hoe om. En ik heb ook totaal niet opgelet. Ik droomde weg, rende en dat was het. Kilometer 1 in 6:15. Kilometer 2 in 6:09. Dan versnellen en dat was wel fijn, even zo’n prikkel. Na 800m weer terug de rust in. Ik ken de weg wel en kijk echt nergens naar. Kilometer 4 gaat weer in 6:15 en kilometer 5 in 6:08 ofzo. Ik loop naar de dijk. Daar kijk ik wel even op. Bekend en mooi apart.

Ik besluit terug te gaan en dan zie ik wel of het de kassen worden of het bos. Het versnellen schiet er wat bij in door de foto’s, maar ik zet wel iets aan. Het wordt het bos, voor het geval ik weer moet. Dan hobbel ik maar iets minder hard. Als ik maar blijf rennen. Simpel zat. Blijf rennen. Bos. Dag mensen, daar ben ik weer en ja het gaat goed bedankt en dag meneer met verrekijker ik heb geen idee wat je ziet. Blijf rennen. Het rechte saaie pad. En dan moet ik weer. Ik ga gewoon langs het pad zitten. Er is niemand. Het maakt mij ook niet meer uit. En dan vervolg ik het beetje tempoverschil. De brug op gaat me slecht af en dan wandel ik gewoon even, het kan me ook niet schelen. Dit gaat zoals het gaat.


Ik heb alle triatlon-afstanden in the pocket. En nu heeft Rob me uitgedaagd om ook alle hardloopafstanden te volbrengen. Vorige week vrijdag al. Stel je voor: Pannekoeken eten. In Huize de Boer. Rob bakt, we eten de pannekoeken vers op. uit de pan. Omstebeurt. Ik was vanmiddag bij HB om hem (…) te vertellen en over Almere na te praten. HB heeft echt lekker een rustweek. Volgende week gaat hij weer verder voor de marathon van Amsterdam. Zo vertelde ik, mijn pannenkoek opetend. En toen vroeg Rob, al bakkend: wanneer is de marathon van Amsterdam? Toen had ik direct in staking moeten gaan. Ik had het moeten zien aankomen! Maar nee, ik antwoord nog netjes ook: over 6 weken. Zelfs bij de opmerking van achter het formuis: ‘nee, dat is wat snel’ ben ik niet met messen gaan gooien. Toen Vincent zijn pannenkoek kreeg opperde Rob zo onschuldig mogelijjk: maar een marathon moet je toch ook nog wel kunnen vinden dit jaar. ? KLIK ?ratel-ratel – even zoeken – split second – Berenloop begin november is ook te snel – terug naar Spijknisse eind november? kahan. Kan heeeeel misschien eigenlijk bestwelprima. Rob telde gewillig mee: de 10 kilometer Floriaderun heb je gedaan én in Rotterdam de kwart marathon, de halve marathon in Kampen. En Vincent snapte het maar niet. Zou Rob me graag het huis uit willen hebben? Ben ik echt zo erg als ik op de bank lig? Nog voor de mix opgebakken is, heeft Rob al meegeholpen met zoeken naar een 10EM en een 5km wedstrijd in de buurt. Denk je dat ‘ik-mag-van-mijn-man-alles-sporten’ een goede reden is voor een echtscheiding? Ik heb gewoon geeist bij de laatste pannenkoek dat ik er nog een nachtje over mag slapen. Of twee.

Ik heb er over nagedacht, nagevraagd bij de coach en gezocht naar wedstrijden. Ik ga de marathon van Spijkenisse opnieuw lopen. Negen jaar geleden was dat mijn eerste marathon. Toen at ik niets meer na de 25 kilometer. En vond ik de marathon het allerzwaarste wat ik ooit heb gedaan. Dat vraagt om een herkansing. Ik verheug me op lange duurlopen, dat kan ik prima handelen!

Op deze vrijdag maak ik ongeveer 11 kilometer vol. Het is wat het is en het gaat zoals het gaat. De gel die ik bij me heb is over de datum. Als ik klaar ben met hardlopen, ga ik weer op de bank liggen lezen. En piano spelen. Het is tenslotte bijkom-en-rustweek.

Zaterdag 24 september Weer zo’n to-do lijstje. Regen. Slecht slapen. Vervelende periode. Vallende blaadjes. Boek lezen. En dan de fiets schoonmaken. Hij piepte nogal met de achterrem. Ik ga even testen of dat nog zo is. Muziekje op, en expres geen fietscomputertje mee. Ik ga op gevoel fietsen. Het kan me niet schelen wat het tempo, de cadans of wat dan ook is. Het waaide redelijk. Ik reed naar de dijk en toen weer terug over het ‘vernieuwde’ fietspad. Toen had ik wind mee, maar ik reed op gevoel. Dat was het. Nog geen half uurtje. De fiets is oke.

En daarna naar het zwembad. Ik ben daar in eeuwen niet geweest. Geen idee wat ik eens zal doen. Er zijn 5 volwassenen in de baan en 3 daarvan zijn (heel veel) sneller. Ik zwem met achtje in. En dan volgen we de training. Behalve als we benen moeten doen, dan doe ik gewoon lekker de borstcrawl. Heel bewust. Als we armen doen, kan ik de mannen bijna bijhouden! Een ene-opener: zij hebben dus veel meer kracht in de beenslag, dat maakt echt het verschil. Ergens ga ik lekker oefenen op 1 op 3 ademen. Voor mij is het een goede training, voor mij persoonlijk. Ik maak het uur vol en ik zwem in verschillende gradaties: hard, te hard, heel bewust, net anders dan anders. En dat was ook oke.

25 September De Kut-dag (sorry-not sorry) Dit verhaaltje kan misschien iets te eerlijk zijn… maar het loopt goed af!

De sprint triathlon in Lelystad op 10 juli (lekker naast de deur) werd geannuleerd (te weinig verkeersregelaars) en ik kon nog net voor de vakantie naar Canada de wedstrijd verschuiven naar Nijmegen. Maar voor Vincent ging dat niet goed, wat we veel te laat ontdekten. En toen werd de triathlon Nijmegen een run-bike-run wegens de lage waterstand en de blauwalg. Ik had het erbij laten zitten, ware het niet dat Vincent toch netjes kon worden opgedoekt. En dat Rob best naar Nijmegen wilde rijden. Dan sluiten we toch lekker het triatlonseizoen af met een run bike run?! We moesten starten om 10:15. En dan is Nijmegen best ver rijden. Het was droog, het was mooi buiten met de optrekkende grondmist en we waren keurig op tijd om op het grasveld te parkeren. We waren er om half 10. Liepen de kade op en sloten aan in de rij. Een enorm lange rij.

De wedstrijd die om half 10 begon was uitgesteld. Er was een stroomstoring, waardoor inschrijven lastig was. Ik moest naar de WC. Voor een grote boodschap. Niet ernstig, ik kon wel wachten in de rij. Timing (met de matten) was ook lastig zonder stroom. We hoorden ook dat onze start een kwartier later zou zijn. Maar het ging niet vooruit. Dames mochten voor, maar ik wilde bij Vincent blijven. Het werd tien uur. Ik kan echt mijn fiets en loopschoenen wel binnen 10 minuten wegzetten. Het werd kwart over tien. De wedstrijd werd een half uur uitgesteld. En we stonden nog in de rij. De rookie wave was gestart. De rij opschoven. Half elf. En toen begon ik me ook te ergeren. Een kwartier en ik moest echt nog naar de Dixie en spullen plaatsen: kansloos. Ik snap dat de organisatie zijn best doet, maar een dik uur in de rij? Vincent was natuurlijk niet goed ingeschreven. Dus die moest omgeboekt. Daar hielpen ze dan weer voortreffelijk mee. Iedereen mocht starten op het moment dat ze zelf wilden. Kwart voor 11: de wisselzone in en de fietsen wegzetten. Ik moest Vincent overtuigen zijn jasje uit te doen.

En ik moest toch echt naar de Dixie. Ik mocht voor. Voor de wedstrijd al aan de diarree zijn is me nog niet vaak gelukt. Maar het werd nog erger: ik werd op dit moment ongesteld. Niks meer aan te redden. We moesten starten, Vincent en ik. Tijdens mijn allereerste run-bike-run in Hilversum op 19 maart 2017 gebeurde me precies hetzelfde. Weer een kringetje wat ik rondmaak! Terwijl Vincent op de WC zat, sprak ik de meiden van de eerste divisie. Die liepen er al tussendoor dus. Vlak voor ons starten de kinderen. Ik vroeg het nog even na: wij zijn van de uitgestelde start van de 10:15 sprint; jaja, ga maar, zei de man van de NTB. Vincent en ik gaven elkaar een boks en we liepen de mat over. Zo’n sneue start heb ik werkelijk nog nooit gehad! Dan zijn zenuwen nog beter. Het was 11 uur. Vincent ging wel hard. Ik merkte al meteen dat de krampen me parten zouden gaan spelen. De brug op. De brug onderdoor en ik realiseerde me dat ik behalve de afstanden niks wist: niets van de route. 5 km rennen in 2 lussen van 2,5 kilometer, 20 kilometer fietsen en dan nog een keer de lus. De brug af en dan over een veerooster (!) en onverhard. Heen en weer. Tussen de plassen door. Met krampen. Ik dacht nog: hoe dan, zal ik stoppen, dit is zinloos! Ik had weinig tijd om om me heen te kijken. Er waren veel mensen: rookies van de eerdere start in hun laatste rondje, mensen in hun tweede rondje, een onhandig keerpunt en dan terug. Ik bleef rennen, maar met weeen er tussendoor is dat niet zo prettig. Vincent riep dat hij verkeerd was gegaan. Veerooster. Veel mensen. De brug weer op. De brug weer onderdoor.

En dan kom ik Rob tegen: je loopt verkeerd, je moest daarachter keren! Ja, ik zag wel iets, maar niemand keerde daar, niemand. En ik loop niet heel zacht ofzo. Terug de brug op, onder de brug door, terug naar het veerooster. Ik hoor ze nu roepen: dit is het keerpunt, maar ik scheld ze hardop uit: had dat daarnet gedaan klootzakken! Ik dacht weer: ik kap hiermee. Dit is niks. Auw en vervelend, dat is het. Maar ik ben niet van het opgeven en ik denk: rennend gaat dit het snelste voorbij. Er lopen kinderen, er lopen andere mensen van wie ik niet weet hoe of wat. En dan neem ik wat water in de hoop dat het helpt tegen de krampen, maar ik weet al hoe zinloos het zal zijn. Dadelijk maar weer naar de Dixie toe in de wisselzone. Ik ben misselijk. Veerooster, brug en dan richting de wisselzone. Ik loop er volkomen alleen en denk slechts: doe ik dit nou goed?! Weer omhoog en dan de wisselzone in. De Dixie is te druk! Niemand die weet dat ik bezig ben met een soort van wedstrijd: het is volkomen onoverzichtelijk. Ik hobbel naar mijn fiets. Zal ik nu stoppen dan? Slok drinken, helm op, schoenen wisselen. En dan rustig de wisselzone uit waar mensen weer binnenkomen, mensen spullen klaar zetten en ik tussendoor moet laveren. Ik stap lekker rustig op.

We fietsen de brug weer op. En daarna over klinkertjes! Een hele serie nog wel. Over een halve weg. Naast de dagjesmensen. Over een drempel. En er zijn veel fietsers. Dan tegen de wind in. Het zal best mooi zijn, maar ik ben teveel bezig met opletten en zie niks van Nijmegen. Omhoog en meteen daarna een scherpe bocht. Niet mijn specialiteit. Maar ik zit niemand in de weg geloof ik. Boven langs en wind mee. Het is smal. Liggen ga ik sowieso niet durven. Waar moet ik heen als ik oversteek? En dan weer een smal stukje. Ik moet een mini-drempel over en voel alles op mijn fiets rammelen. Dat niet meer. Er is nog een drempel met een hele kleine doorgang. In een training neem ik die al langzamer! En daarna omhoog richting de brug, wat ik niet kan. 3,5 Kilometer. Brug, klinkertjes, terras, onder een brug door, dijk wind tegen. Ik pik wat snelheid op. Aangezien niet stayeren hier onmogelijk is, doe ik even mee, maar dat bevalt niet. Hoeveel rondes moet ik eigenlijk rijden?! Bocht, wind mee, kruising over, de smalle doorgangetjes.

Ik zie Rob en roep hoeveel rondes? Zes, zegt ie. Ik zit op 2. In ronde 3 pak ik het tempo echt op. Ik moet wel, ik moet hier zo snel mogelijk weg zijn! Straks is iedereen weg en doe ik mijn eigen ding wel. Vincent haalt me in. Hij zit al in ronde 5. We praten even en dan gaat hij door. De krampen zijn opgehouden. Ik ga gewoon mijn eigen hard. Blijkt ook boven de dertig te zijn! In ronde 4 ga ik me zorgen maken, al fiets ik gewoon flink door. Ik zag de eerste divisie starten en dan moet ik van het parkoers af! Ik zie nergens niemand van de organisatie of NTB. Stayeren is er al niet meer bij, het is bijna leeg. Ik haal YV in: zij is oud en word in haar categorie eerste straks als enige deelnemer. Ik ga snel ronde 5 in. Het is nu echt rustig. Alsof ik niks kan! Het voelt zo niet als een wedstrijd of iets wat leuk is. Brug, hup roepen tegen Z, klinkertjes, wind tegen doet me harder fietsen. Scherpe bocht met dezelfde vrijwilliger als vorige week bij de Bosbaan die rustiger aan riep. Ik zwaai naar de mensen in de tuinen. Ze hebben een mooi uitzicht over de Waal eigenlijk. Ze mogen me er toch niet afhalen, dat zou zoooo oneerlijk zijn! Aan de andere kant: dan kap ik wel mee. Weer omhoog en iemand moedigt me aan, een man die ik ken: maar ik kan dit niet met de kramp die er meteen in schiet. Nog 1 ronde, roept Rob. En niemand kijkt naar me. De laatste ronde zijn er nog 4 fietsers op het parkoers. Ik ga snoeihard. Ik ben hier zo klaar mee! Dit is zo niet leuk! Wel dat ik hard kan, maar verder helemaal niks. Voor me stapt een wandelaar het parkoers op, ik ontwijk hem, maar moet er niet aan denken dat hij ietsje later was. Nog 1 keer omhoog en dan de wissel in. Ik moet mensen die oversteken ontwijken! Flikker allemaal eens op zeg, ik doe dit ook. Ik stap netjes af en zelfs de vrijwilliger hindert me. In de wisselzone is het nog erger: mijn fiets staat op de plek van de divisieleden. Rot op, ik ben aan een wedstrijd bezig! Hij schuift ‘m opzij en wenst me succes. Ik grijns wel, maar ik vind hier niks leuks aan. En dan ren ik volkomen alleen weer de brug op. Iedereen is al klaar. De prijsuitreiking is om half 1. Kijk, die mevrouw loopt vast in, hoor ik. Neeeeeeee!!! Ik doe dit ook nog! De fotograaf ziet me niet. Ik blijf rennen en de krampen komen kei-hard terug. Ik zie het keerpunt bordje nu tenminste. Nu er nog 6 andere deelnemers tussen de plassen door lopen. Zal ik gewoon wandelend dit afmaken? Het is echt wanhopig. Zondagswandelaars komen me tegemoet: ‘nog een klein stukje, kom op’ zeggen ze. Ik neem me voor hen hardlopend nog in te halen na het keerpunt. Niet wandelen dus. De eerste kilometer gaat nog best hard. Gezien de krampen. Als ik stop, ga ik spugen, dus dat moet ik niet doen. Ik zie YV weer en roep tegen haar: je kan rechtstreeks door naar het podium! De man achter haar lacht er om, maar ik weet dat ik gelijk heb! Ik haal de wandelaars in en zie dat ik niet eens de laatste ben. Waarom ik nog blijf rennen? Omdat ik voor mijn eigen tijd ga. Ik ben ook later gestart en ik ben benieuwd naar mijn eigen tijd ten opzichte van mijn leeftijdsgenoten. Dan trekt de kramp door naar mijn benen. Dat betekent een enorm krachtverlies. En het doet pijn. Weeen in de onderrug en benen en baarmoeder zijn echter geen reden voor mij om te gaan wandelen. Ik vertraag wel ernstig als ik omhoog moet lopen en moet goed oppassen bij het veerooster. Helemaal alleen loop ik de brug over, langs de fotograaf die mij eindelijk ook ziet en langs de enige jongen die de weg wees. Ik lach wel, maar ik zie ook in het filmpje wat Rob maakte dat ik voorover loop en gebogen van de pijn. Met de moed der wanhoop.

De finish is ook troosteloos: er is niemand meer, niemand in de buurt, niks om voor te strijden. Ik juich voor het filmpje, maar daar is verder geen enkele reden voor. Ik ben ontzettend blij dat ik hier finish, want ik heb nog nooit zo vaak gedacht: laat maar.

Ik doe er ruim anderhalf uur over, wat echt slecht is. En ik kan niet meer. Ik kán niet meer. Ik sta te trillen op mijn benen. Ik kan een paar stappen doen, moet mezelf oppakken en de krampen zijn extreem. Ik kan niks eten of drinken, ik kom nergens. Ik denk: zal ik naar de EHBO gaan, maar ik zie niks en niemand ziet mij. Het helpt toch niet. Naar de Dixie dan. Maar die haal ik niet, want mijn benen dragen mij niet meer en ik moet zitten. Ik voel me vies en erg ongelukkig. Mijn vingers tintelen en dat is een heel slecht teken, dan ben ik erg van de kaart. Zelfs bij de hele triathlon duurde het niet zo lang voor ik weer ‘bij’ was. Ik zoek Rob en Vincent en we moeten blijven voor de prijsuitreiking voor Vincent misschien. Onbekend. Ik ga wat eten halen en vooral drinken en dan heb ik een heel leuk gesprek met M van de Challenge Almere die vraagt of ik twee weken na de halve alweer iets wilde doen. Ik vertel haar van al mijn afstanden en van de Bosbaan vorige week. Door haar zie ik dat ik 3 weekenden achter elkaar gepresteerd heb en wat suiker doet me goed. Ik ga terug naar Rob en we moeten lang wachten want ze waren de mannen onder de 23 vergeten. Vincent heeft geen podium. YV staat wel op het podium. Ik zeg iedereen maar dat dit echt ruk was. Van tijd tot tijd verkramp ik nog. En dan tussen de divisiefietsers door. Ik vind het totaal onoverzichtelijk allemaal en spreek nog even met AB(S) die me waarschuwt dat wegkomen ook niet makkelijk zal zijn. Ik pak de fiets, er is een ambulance en een BMW die vast zit en we lopen langs de gevaarlijke weg. Ik kleed me om bij de auto en dat voelt al wat beter, nu ik veilig verder kan met de menstruatie en ik kan zitten. Vincent gaat een foto maken en wegkomen is lastig omdat er weer een ambulance langs moet.
Als ik terugkijk in Garmin ben ik blij met mijn tempo’s: lopend nog altijd rond de 5:30, ondanks de krampen en fietsend heb ik de 30 gehaald! Ik eet een paar pepernoten en voel nog een beetje kramp, maar nu zit ik. Als ik de auto uit stap, is alles verstijft. Maar we moeten door, want Robs collega komt uit Polen voor een week in Nederland werken. En ik heb hem aangezet tot hardlopen, dus ik zal nog een keer moeten rennen vandaag! Toen we afspraken wist ik niet dat de run-bike-run zo’n fiasco zou worden. We halen hem op, ik heb geen tijd om echt te eten of me af te spoelen. We kletsen en om half 5 gaan we weer rennen. Vincent gaat mee op de fiets.

Het kleine rondje Oostvaardersplassen. Mijn benen doen dit. De krampen zijn weg. We gaan op een lekker tempo, maar ik wil wel een pauze op de berg! Voor de trap stop ik de tijd.

We kijken rond. Het is lekker weer.

We kletsen in het brabbelengels. Ik heb aan deze collega van Rob gedacht bij de Ironman in Hamburg! Ik noemde hem KM: dat hij nooit een marathon moet willen lopen. Ik vertel het hem nu in levende lijve. We lopen nog steeds flink door. Dat het kan zeg. Dat ík dit kan. Het is gek met mij! We lopen zelfs nog verder over het andere onverharde pad. Als ik op de volgende heuvel maar weer mag uitrusten!

Er staat een regenboog en we springen. Ik heb het nu meer naar mijn zin dan ik vandaag heb gehad. Voor alles wat ik al heb gedaan ligt het tempo gewoon superhoog en dik op de 10 kilometer per uur. Ik snap het niet zo goed, maar dit is gezellig en mooi en leuk. En dus makkelijk. Vincent wil het best overnemen, maar ik vind het ook wel stoer. Het is een fijn idee dat het kan en niet hoeft!

We gaan ook nog door het park. K versnelt zelfs een beetje! Ik kan heus mee, maar ik voel het wel hoor! Plakt die gekke Anke er gewoon nog dik 7 kilometer achteraan. Op 5:38 gemiddeld zonder de pauzes. Een douche doet wonderen.

En dan lees ik dat de laatste wedstrijden in Nijmegen zijn afgeblazen. Gevaarlijk parkoers. Dat neemt wel de overhand op de andere kritiek die ik ervaren heb: zomaar starten, een veerooster, chaos. Ik ben onwijs trots dat ik van de 16 vrouwen van mijn leeftijdscategorie 6de geworden ben! Als laatste binnenkomen en toch zesde zijn: het is gek.

De tijden kloppen echter totaal niet. Want ik liep 6 en 3 kilometer en niet 5 en 2,5. We halen met zijn vieren patat en een hamburger. Ik heb hem echt verdiend! Het is hartstikke idioot: wat een dag was dit! De marathon in Berlijn in een nieuw wereldrecord, allemaal geweldige mensen die de meest wonderlijke plannen hebben zonder een plan, klagers die eerste worden, supermensen en losers, een wedstrijd die nergens op sloeg en een mooi loopje that made very much sense, maar zeker een kutdag om ongesteld te worden. Sorry not sorry.

Categories: Geen categorie | Leave a comment