2021-23 Twee maal Trail des Fantomes en wat andere trainingen…

Maandag 2 augustus Uitfietsen van het werken

Weer een dag werken. Dat kost iets meer energie als vakantie houden. ’s Avonds gaat Vincent naar de fietstraining.

Ik fiets met hem mee naar het Fanny Blankers Koen park en daarna fiets ik door. Mijn benen vinden het maar niks. Die herrinneren mij er aan dat ze gister nog iets van 70 kilometer dienst hebben gedaan. Van alle kanten. Ik neem het ommetje langs het Boat House. Dan rijden we verder richting het huis van SG om iets bij haar af te geven. Ik moet nog denken wat ik daarna eens zal doen… Uhm… Als ik eens het rondje van de NoorderplassenWestTriatlon zal doen… Dat is 12 kilometer. Ik moet ook nog een stuk op hogere hartslag fietsen, dat lijkt mij een mooie uitdaging. Over de 12 kilometer naar de start van het rondje doe ik dik 31 minuten. Ik wil de volgende 12 kilometer sneller doen! Het voelt toch anders zonder wedstrijddruk. Ik ga wel hard, maar niet echt superhard. Ik fiets wel door, maar er is niemand om op te jagen zeg maar.

De rotonde vind ik vooral grappig. Ik zet wel door en binnen een uur heb ik 25 kilometer gefietst. Daar ben ik dan weer tevreden over. Ik ga terug via de dijk.

Het tempo en de hartslag gaan weer lekker omlaag. Op de dijk leggen mijn benen zich neer bij het eindeloze trappen. Ik geniet van de omgeving. Langzaam tel ik uit dat ik te veel tijd heb voor de route. Ik ga wel door tot bij de gevangenis en dan via het industrieterrein. Dan doe ik vanaf het moment dat ik de dijk af rij, versnel ik weer. Dat is op het industrieterrein even gedoe en dan zijn mijn benen er echt klaar mee. Ik ga langs de Vaart aan het fietsen en bedenk waar ik de brug over kan om terug te rijden. Ik zet nog even aan, want ik raak nu toch uit mijn tijd. Op het laatste moment besluit ik de brug niet over te gaan en door de wijk terug te rijden. Ik hoop toch dat ik de 50 kilometer haal vandaag. Eigenlijk vond ik 45 genoeg, maar de 50 moet lukken. Net niet binnen 2 uur denk ik, maar toch… Vincent is al klaar met zijn tochtje en we fietsen een klein stukje om door de wijk. Netjes 50 kilometer gehaald! Ik rommel met de trainingen in TrainingPeaks.

Dinsdag 3 augustus. Bij elk bankje ? 5 squats – een melige misrekening!

Voor de Bingokaart van Trispiration moet ik bij elk bankje 5 squats doen. Ik heb dat in Drenthe al geprobeerd, maar toen bleef ik steken op 1 bankje. Dat vind ik niet tellen. Ik ga nu langs de Oostvaardersplassen, daar staan zeker 3 bankjes. Op het schema staat ook krachttraining, die pik ik wel gelijk mee. Ik loop langs de Laan der VOC door naar de Evenaar. Dan kom ik bij de tennisbanen. Daar staan -UCH- 4 bankjes!

Ik maak bij elk bankje een foto. Gedoe dus: horloge uit-foto-5 squats-horloge aan-100m lopen-horloge uit- foto- 5 squats. En dan blijken er op de Evenaar wel HEEL ERG veel bankjes te staan! Ik ga de berg in elk geval overslaan. Straks langs de plassen zijn het er maar een paar. Dacht ik. FOUT. Niks 3 bankjes, maar zeker een stuk of 8!

2 Bij elkaar, een losse stoel, weer een bankje, nóg een bankje en langs het water weer een bankje! Ik heb me werkelijk nooit gerealiseerd hoeveel bankjes hier staan. En elke keer datzelfde riedeltje met foto en squats en horloge. Intussen moet ik naar zone 3. Voor een kwartier. Daar val ik dus elke keer uit en dan moet ik weer opstarten en snel naar zone 3 gaan, voor ik bij het volgende bankje ben. Dat is een supergoede oefening voor me! De squats doen me niet zoveel. Die doe ik lachend. Tot ik bij het Oostvaarderscentrum kom. Daar staan wel 40 bankjes!

Ik kijk maar 1 kant op en daar staan er 3. 15 Squats. Lijkt me een aardige deal. En weer verder. Nog een bankje. Telefoon weer opgeborgen en daar is het volgende bankje alweer. Ik word er echt melig van. Gelukkig komt er dadelijk een stuk zonder bankjes! Hoezeer je je daarop kunt verheugen… Kan ik eindelijk even doorlopen. En ondertussen appen dat de Picnic boodschappen vroeger komen dan verwacht en dat ik dat niet zal halen. Ik loop gewoon door. Intussen terug in zone 1. Het tempo is wat verlaagd. Ik geniet wel van een heel stuk zonder ook maar één bankje! Ik denk dat ik stop bij de volgende kilometer. Maar het bankjesloos en dus stop-loos lopen is wel vol te houden. Tot ik de wijk in ga. Bankje. Hoezo staat hier ook een bankje?

Wat zeg ik – VIJF bankjes! Ik doe 25 squats. Vijf-en-Twintig. Op de brug zit 1 bankje. Ik besluit het park door te gaan. Hoe dom kun je zijn… Maar goed, daar is het dus 1 groot bankjesfeest. Verborgen achter struiken, bij de speelplekken, voor de speelplekken, tussen de speelplekken.

Het begint te regenen, maar dat vind ik niet erg. Ik ben blij dat ik elke keer een foto heb gemaakt, want de tel ben ik al lang kwijt! Ik loop de 7 kilometer vol. Als ik de foto’s natel en de bankjes schrik ik bijna: 33 bankjes! Drieendertig stuks! Op 7 kilometer! Dus 165 squats. De krachttraining streep ik onmiddellijk af. Ik heb er lol van gehad, dat zeer zeker.

4 augustus. Zwemmen op de Spiegelplas. ?‍♀️ ?‍♀️ ?‍♂️

EzN, iemand die ik ken van een hardloopgroep van heel lang geleden, doet mee aan een soort triatlon uitdaging waarin ze elke week een onderdeel doet. 42 Kilometer lopen was geen probleem voor haar, maar 180 kilometer fietsen in een week was best een ding. Ze hoeft maar 1800m te zwemmen en ik stelde voor dat ik met haar mee zou gaan. Dat nam ze gretig aan en ik werd anthousiast van haar locatie in Nederhorst ten Berg: de Spiegelplas. Daar lag heel vroeger onze zeilboot! Toen ik nog bang was van water. Ja, wat zal zwemmen daar gaaf zijn. Vincent gaat mee. EN zwemt niet zo snel. Zij gaat in bikini, ik in trisuit met mouwtjes en Vincent in wetsuit. Ik neem mijn achtje mee.

EN zwemt in wat zij een borstcrawl noemt, maar ze doet haar hoofd niet onder water. Ik pees om het vlondertje heen en ik zwem heerlijk. Ik denk alleen maar: ik zwem in de spiegelplas, ik zwem in de spiegelplas. Net Dory. EN zwemt echt lekker rustig! Om haar houding iets te verbeteren, krijgt ze mijn achtje. Met je hoofd boven water, zinken haar voeten enorm. Vincent heeft alle tijd om met haar te kletsen. Kletsen op het water! Wel heb je ooit… We gaan naar de boei. Soms gaat Vincent er even vandoor en daarna stuif ik naar de boei. En terug. Zonder achtje dus! Ik zwem echt lekker- niet normaal. Ik haal ze weer op. Zij kwebbelen vrolijk verder op het water. Mijn horloge is compleet van slag (letterlijk en figuurlijk), want ik zwem mega-afstanden in toptijden. Ik zwem met EN mee terug, terwijl Vincent het alweer koud heeft en zelf terug zal zwemmen. Best even akelig om je kind zo alleen op het water te zien. Door het rustige tempo heb ik alle tijd om te genieten van de kleuren van de lucht en de kerktoren in de verte. Het is echt supermooi.

Ik doe een soort combi schoolslag en borstcrawl een paar slagen en ik zwem om EN heen. Dan wil ik ook nog naar de andere boei. De gele. Ik laat EN gaan en denk even op en neer te stuiven. Het ging eerder ook al hartstikke goed. Op deze boei staat het nummer 6. Het blijkt iets verder te zijn als ik dacht. Als ik terug moet zwemmen, zet ik fiks aan. Zonder hulpmiddelen! Ik ga echt heel erg goed, maar wat moet ik mijn best doen om tegelijk met EN weer aan de kant te komen! Mijn horloge vindt dit juist de langzaamste 500m; het rare ding.

Ik heb dik 2700m gezwommen, bijna het dubbele van de rest! De zon gaat onder in mooi rood. We kletsen nog even na. Ik vond het echt geweldig.

Donderdag 5 augustus. Zwemmen in de Reigersplas ?‍♀️ ?‍♀️

Nog een dag werken. Ik merk dat dat best energie kost. En me druk maken over de Trail de Fantomes. En over Rob zijn gekeusde teen. Ondertussen vind mijn lijf het weer eens tijd voor de menstruatie, wat deze keer weer vervroegd is! Ik kan nog net bij de pedicure terecht voor een steunnagel. En dan kan ik om 7 uur weer gaan zwemmen. Weer! Met DdR deze keer. We liepen ooit samen ‘haar’ halve marathon in Linschoten en toen zag ik water en ik zei haar hoe geweldig buiten zwemmen was. Ze begreep er niks van. Nu is ze zelf getransformeerd tot triatlete en doet ze niets liever dan buiten zwemmen. We gaan saampjes naar de Reigerplas. Daar heb ik omheen gefietst en langs gerend, maar erin zwemmen… dit is de primeur!

We gaan een vierkant proberen te maken. Het is fijn dat we er allebei instaan als: dit is een training, snel hoeft niet, stoppen mag, wachten op elkaar moet en genieten is niet moeilijk. Naar het bootje eerst. We hebben een vierkant in ons hoofd. Bij het bootje spreken we het volgende bosje af. Ik zwem alles met achtje vandaag. Lekker makkelijk maken! Dan zwemmen we naar de paal, maar door de zon wijken we iets af. Daarna terug naar het beginpunt. Op elke ‘hoek’ wacht DdR op me. Ze zwemt iets harder.

Het water is heerlijk. De stilte is geweldig. De kleuren zijn fantastisch. We hebben de tijd en na het ‘vierkant’ wil ik eigenlijk ook nog naar het brugje. Horloge uit, horloge weer aan en door voor de volgende uitdaging!

Halverwege wacht ze me weer op. Dan lig je zomaar opeens, midden op de plas, met niemand in de wijde omgeving, een praatje te maken! We gaan verder naar de brug. Zo nu en dan verrek ik van de kramp in mijn buik, maar ik trek me er niks van aan. Het pakje is rood en de eerste dag is niet zo erg. Bij het brugje stikt het van de plantjes. Die vind ik wel grappig, maar dit zijn er veel en ze lijken vies. Onder de brug door. Eigenlijk wil ik de andere brug ook wel, maar de plantjes weerhouden ons ervan. We gaan weer terug zwemmen. Ik heb er al een kilometer opzitten na de herstart!

Nu tegen de zo’n beetje ondergaande zon in. Ineens heb ik een slag te pakken. Rust, kalmte, ik hoeft niks. Geen haast, geen stress meer in mijn hoofd, geen krampen. Kalme vingers en ik maak me niet druk om de slag. Heerlijk 1 op 4 ademen en slag na slag afmaken. Letterlijk en figuurlijk ‘in the flow’. DdR kijkt zo nu en dan om. Ze hoeft niet op me te wachten, ik zit er zo lekker in! Ik zal nu de 2000m in de tweede ronde ook volmaken ook! Ik zwem nog wat heen en weer en DdR maakt de foto’s. Het is een geweldige meid: we kletsen heerlijk verder bij het omkleden en in de auto naar huis. Ik denk dat wij veel vaker gaan zwemmen! Leuk om op verschillende plekken te gaan. 

6 augustus. Welkom in de Ardennen! ??

Vincent, Joyce en ik reizen naar de Ardennen voor de Trail de Fantomes. ’s Morgens moet ik nog alles inpakken. En ik ben al hyper en onrustig. Het is topsport om binnen 3 uur alles in te pakken en klaar te maken. Joyce rijdt ons door Luik naar de Belgische Ardennen en even voor drieen staan we op de camping bij de stacaravan. Het lijkt helemaal vakantie! We mieteren een hoop spullen een krappe stacaravan in. Maar er is een WC en een koelkast en plek voor veel chips. We spelen een spelletje Yatzee en dan gaan we een stukje wandelen. Naar het dorpje Dochamps. En dan langs de kerken langs de weg. We zien een mooi pad het bos in en ach – why not. Even later staan we bij een oude spoorwegovergang. Leuk! Helemaal begroeid en verlaten.

We lopen erlangs over het pad en dan zoekt Vincent een kleiner pad uit. Joyce en ik volgen liever de spoorlijn, maar gaan een kijkje nemen. Bij een prachtig stroompje en langs een soort verdelde vijver.

We lopen terug naar het spoor en dan gaan we over het spoor lopen. Is toch verlaten. Hartstikke lekker vlak en prachtig.

Maar of het de goede kant op gaat… Het maakt niet uit, we genieten er van. Na een kilometer of 6 zien we een verlaten wagon in een dorpje en volgt de uitleg op de borden. Het is megacool.

Maar de weg terug… dat is nog iets anders! Nog een dikke 3 kilometer stappen. We verlaten de verharde weg niet meer.

Bij de camping aangekomen is het 7 uur en Joyce vergaat bijna van de honger (die heeft de lunch geskipt). We lopen langs de patatkraam en eten friet in de caravan. Het idee was om daarna nog pannekoeken te maken, maar het zit overal zo tussenin dat we kiezen voor broodjes met knakworst. En chips als toetje. Wie zei ook weer dat je vlak voor een loopuitdaging niet te vet moest eten? We hebben enorme lol. Grappige vakantie zo. 

7 augustus De Trail des Fantomes ? 10 kilometer met Vincent

Vorig jaar hoorde Vincent van het avontuur van Joyce en mij in Belgie en dat wilde hij ook! In december leek het best een goed idee: op zaterdag 10 kilometer met Vincent en op zondag met Joyce de 24 kilometer. Maar toen we vandaag in de auto zaten en naar het verkeerde adres reden en het begon te regenen, kreeg ik toch buikpijn van de twijfels. We mochten tussen 10 en 11 uur starten. Dit jaar is het maar een week waarin iedereen mag starten en geen maand en vandaag was de eerste dag. Bij het Landgoed waar het begint dit jaar, was het behoorlijk druk. De regen hield zo’n beetje op. Vincent deed mijn regenjasje aan. We haalden de startnummers op. Joyce maakte nog een foto van ons en toen gingen we. Iets later als ik had gehoopt om even over half 11.

Ik vond het vanmorgen vroeg toen ik moest opstaan. Spanning voelde ik niet. Ik vond het niet slim dat we verkeerd gereden waren, maar toen het regende was het eigenlijk wel goed. Toen we aan kwamen rijden vond ik het wel spannend. Ik had er wel enorm zin in! Ik denk dat de zin meer was dan de spanning.

Vincent

We gingen eerst gewoon een beetje over de weg, langs de parkeerplaats omhoog en verder door het veld ook naar boven. Kwestie van gewoon blijven lopen. Niet veel bijzonders als er even inkomen. De eerste kilometer zat er al snel op, binnen de acht minuten.

Aan het begin vond ik het nog echt leuk en genieten. Helemaal het uitzicht vanaf boven, dat was echt prachtig.

Vincent

Als tijdverdrijf had ik bedacht om te gaan kwartetten met rare dingen: we passeerden wandelaars op de 10 kilometer met honden en gingen dus honden ‘verzamelen’. En auto’s op het parkoers (ja, die waren er dus!). We zaten allebei op 2 binnen 2 kilometer. We gingen het bos in en toen zagen we het water rechts van ons liggen. Dat is het meer van Nisramont! Vincent dacht even: moeten we daar oversteken?! Maar we mochten erlangs.

Over zo’n smal pad langs het water, beetje omhoog, beetje stenen, boomwortels, andere wandelaars en hardlopers die minder tijd nemen om te genieten. Wij hadden de tijd. De zon brak door en dat maakte de Ardennen echt supermooi. Ik dacht nog: snel filmen, dat is dadelijk vast weer weg, die zon!

Ook de tweede kilometer liepen we vrijwel onafgebroken door. Toch had Vincent al snel in de gaten dat er niks, maar dan ook niks in Nederland is waar dit mee te vergelijken valt! En toen begon de klim. Wandelend omhoog. Puffend.

De nachtmerrie begon toen we omhoog moesten lopen. Wandelen! Het was een takke-end naar boven, maar het einde zag je niet. Je zag wel hoeveel mensen er voor je liepen.

Vincent

Een hoop mensen. Sommige sneller en anderen ook wandelend. De zon scheen nog steeds, dus Vincent had niet zoveel aan het regenjasje. We kwamen boven bij de huisjes en staken over deze keer het bos weer in. Ik liep alleen maar te bedenken hoe fantastisch het was dat we hier samen liepen.

Boven ging mama weer sprinten. In het bos stond het hartstikke vol met pijlen. Gek genoeg liepen we eerst een keer over de finish! Dat vond ik wel erg leuk, daar was het gezellig en daar had je dan wedstrijdgevoel, net als in een wissel.

Vincent

Toen kwamen we weer door de start-finish. Een beetje gek om door de finish te lopen, terwijl je daar nog lang niet bent. We liepen de andere kant langs de single tracks op. En toen ineens ging het naar beneden. Als een soort glijbaan zeg maar. Maar dan zonder de baan en met beperkte glijmogelijkheden. Van boompje naar boompje en hopen dat de modder niet gladder is. Dat alles onder de modder komt te zitten, neem je maar voor lief! Daar moet ik altijd even aan wennen: vies worden en smerige handen krijgen. En Vincent ook. Ik moest wel even over wat barrieres heen… Zeg ik tegen Vincent: gewoon gaan en zelf sta/zit ik te twijfelen! We kwamen langs de rivier. Ineens begreep Vincent mijn ellenlange kilometer tijden: van wandelen geen sprake meer. Klimmen en klauteren over de stenen heen. Onder bomen door, over wortels heen stappen en tussen modder en gladde stenen door manouvreren. Vincent genoot en ik ook!

Ik dacht nog dat dat het ergste was en dat het hierbij zou blijven…

Vincent

Gelukkig had ik nog niet naar Joyce geschreven dat we al op een derde waren. En toen kwam de rivieroversteek. Daar lag tie. Vincent stapte er dapper in.

Ik zette de GoPro aan. De stroming was sterk, de rivier breder dan vorig jaar. Dat filmen kost wat balans en je kon er op wachten: plons. Ik schoof van een steen af! Niet erg, niet koud, niet problematisch en ik had alles nog eens gefilmd ook!

En dan zegt ze tegen mij dat ik niet in het water moet gaan liggen omdat je dan teveel afkoelt 😉

Vincent

Na twee minuten sta je druppend aan de andere kant. Ik zal besparen wat dat met de onderdelen van het maandelijkse feestje doet, maar eigenlijk was er geen probleem. Alles waterdicht verpakt en anders mag het nat worden.

Wat Vincent had herkende ik wel: je bent zo vol adrenaline dat je een springend geitje bent! Het was wat rustiger ook, omdat we nu alleen maar mensen van de 10 kilometer zagen. We konden een beetje doorlopen. Ik had het niet nat of koud gelukkig. De zon bleef ons vergezellen. 


Toen kwam de klim omhoog. De Klim. Eerst een stukje touw. Verder zie je de rotswand voor je en is het enige wat telt de volgende stap. Waar zet ik die neer? Wat kan ik vastpakken? Het is echt heel klein opeens: de volgende pas. De volgende greep aan een wortel. Niet omhoog kijken. En zeer zeker niet naar beneden! Het is druk op zo’n plek. Inhalen onmogelijk. Vincent voor me uit. Ik liet iemand passeren. Dat had ik niet moeten doen. Ik keek omhoog en zag een smalle richel. Ik keek opzij en zag mensen iets doen met afdalen. Die smalle richel waar Vincent op stond, benam me letterlijk en figuurlijk de adem. Hoogtevrees ken ik nauwelijks, maar nu… Ademhaling niet onder controle, angst voor Vincent en het gaat loodrecht omlaag.

ik merkte wel dat ze er last van kreeg. Maar ik weet heus wel wat ik doe!

Vincent

Mensen laten passeren kan echt alleen een stukje verder waar een rots het uitzicht beneemt. Ik zit letterlijk en figuurlijk aan de rand van paniek. En dan lijkt het nog erger te worden: omlaag. Recht omlaag zo ongeveer. Ik had het al gezien en begrepen. Voor mij is het lang niet zo erg als de afgrond en het smalle pad en ik krijg mijn ademhaling weer in het gareel.

De tijd nemen en een modderkont voor lief nemen, dan hoop ik zonder ongelukken weer terug aan de rivier te komen. Er zijn veel mensen. Sta je zelf op de foto? Vraagt de mevrouw achter me. Meestal niet! Roep ik. Maar nu kan ik je niet mijn toestel geven. Vincent balanceert wat lager en die vindt het niet zo aardig van me. Ik ga echt op mijn billen omlaag. Stukje bij beetje. Steen! Hoor je regelmatig. Het advies is om langs een boom op links te gaan, daar is een soort van ‘pad’. Als je zoiets op elk ander moment in Nederland zou tegenkomen, zou de benaming pad totaal niet in je opkomen, maar hier, na deze afdeling is het bijna een soort trap!

Zo staan we trillerig weer naast de rivier. Nog niet op de helft en al bijna een uurtje onderweg. Nauwelijks tijd om ons er iets van aan te trekken.

We gaan langs de rivier, maar alle snelheid is er uit. Zo’n klim en afdaling vergt veel energie. Alles nat en vies. En het ‘pad’ wordt onderbroken door boomstammen waar een klauterpartij gewenst is (of volgens Vincent: je kan er overheen springen) en stenen waarvan je hoopt dat ze niet te glad zijn. De mevrouw maakt een mooie foto van ons en we kletsen even over de weglopers die bij 10 kilometer vragen naar eindtijden. Dan pikken we weer wat energie op en we gaan doorhobbelen. Hardlopen is wat veel gevraagd. Er loopt een tijd een stel voor ons, maar we halen ze in. Geen haast. Dat stadium zijn we al lang gepasseerd. We hobbelen, schuifelen, stappen en gaan de rivier langs.

Een kilometer in 24 minuten. Vincent is er nog blij om ook, omdat we er vorig jaar een half uur over deden! En dan weer naar de rivier. Ik pak de GoPro er maar niet meer bij. Dat geeft meer stabiliteit en nu storm ik bijna het water door!

Ik kan Vincent zelfs nog op de foto zetten voor hij het water uit is. De stroming is nog steeds sterk en het water komt boven mijn billen. Meteen begint weer een klim. Deze herken ik van vorig jaar. Halverwege is een huisje. Het uitzicht is gaaf. Dit is makkelijker dan de eerderen. Er is meer mos, meer houvast en het grootste probleem is dat het nu weer drukker is. Ik denk: had dan niet zo lang getreuzeld bij de rivier. Ik merk dat ik geirriteerd raak – foute boel. We zitten ook al over de 6 kilometer heen en… door alle perikelen zijn we weer eens iets vergeten! We komen op een breed pad: “eten” zeg ik tegen Vincent. Hij neemt een Mars en ik een gel. Niet eerder vertoond: ik knijp de gel twee keer uit en vind het zo lekker! Note to self: dit MOET morgen beter! Op het brede pad zouden we kunnen rennen, maar met volle mond even niet. Ineens staat er een bord dat het nog maar 2 kilometer is! WTF! Ik zit nog niet op 7 kilometer! Dat wordt wel een hele korte tien kilometer tocht dan. Daar heb ik niet voor betaald! We gaan weer hardlopen. Wat er van het tempo over is tenminste. Vincent jubelt: we gaan weer sneller, dit duurde maar 14 minuten! We lopen door over wat zowat een makkelijk begaanbare route is. Je past je heel snel aan…

Dan nog 1 keer omhoog. Ik weet dat het de laatste keer is. Gewoon omhoog. Door het dennenbos. In haarspeldbochten. Er zijn geen trapjes meer, maar een touw is ook niet meer nodig. Al vindt Vincent van wel. Die raakt steeds leger en is blij dat we nog maar anderhalve kilometer hoeven.

Ik was kapot daar, hoe ik dat heb overleefd… Geen idee. De mars viel ook een beetje verkeerd.

Vincent

Ineens voel ik de gel en wat veerkracht inkicken: ik haal Vincent in en kachel naar boven. Hij volgt wel, maar zijn zinnetje is verminderd. Een breed pad in de volle zon: dan stuiter ik zo snel mogelijk naar de schaduw toe! En wacht natuurlijk eventjes op mijn kleine held.

Hier had de zon niet hoeven te schijnen van me, of juist wel: het geeft me energie om door te gaan. Dan komen we weer op het stuk waar we eerder waren. We gaan mensen inhalen die wandelen. Vincent is leeg. De Mars kwam veel te laat en ik voel me daar vreselijk schuldig over. Hij wandelt, ik huppel nog een beetje het bos door.

Ik maan Vincent weer te gaan hardlopen en te blijven rennen. Dat is het deel training: geen zin meer, weinig kracht meer, weinig meer te bedenken, alleen maar blijven rennen.

Het is nog 500m en we completeren het kwartet ‘honden’. Dan lopen we samen het terrein op. Ik heb Joyce geappt voor en na de laatste klim, dus ze weet dat we komen. Samen passeren we de juichend de finish. Ik ben trots op Vincent. Die is alleen maar moe.

Ik zeg Joyce even gedag, doe mijn rugzak af en moet en zal dan de 10 kilometer volmaken. Voor 8,75 kilometer ben ik hier niet en ik kan dat gewoon niet accepteren! Vincent vindt het prima en die gaat uitrusten en een medaille zien te scoren. In alle rust loop ik het parkeerterrein nog eens langs en nog een keer naar boven van het begin. Ik keer om en loop 10 kilometer vol. In dik 2 uur.

Ik ben nog niet moe, maar morgen het dubbele… Daar moet ik nog maar niet over nadenken! Zoals gewoonlijk ben ik snel weer bij, maar Vincent is kapot. Joyce heeft zich ook vermaakt: ze heeft ingelopen en nieuwe schoenen gekocht. We sjaffen een medaille en dan merk ik pas dat alles nat is aan kleding. We gaan bij de auto omkleden en Vincent gaat zitten. Voor het komende uurtje. Ik ga nog een paar hele smerige dingen dumpen, een suikerkoek halen, mijn handen wassen en Joyce en ik gaan samen de spullen voor morgen wegzetten op een paar extra punten. Langzaam betrekt het weer. Dit was een goed begin zeg ik!

Vincent is na een tijdje ook weer bij en fietst de camping rond. Het regende ’s avonds. Gelukkig zitten we droog in de caravan!

Gedurende de nacht regent het nog meer en vaker. 

Zondag 8 augustus. Trail ?‍♀️ ?‍♀️ de Fantomes part 2️⃣

Door al die regen begin ik te twijfelen of de 24 kilometer een handige afstand is. Dan hikken we op de tijd, moeten we ons haasten en met alle modder die gecreeerd wordt met al die neerslag is dat onverstandig. Het zal glibberig en op de afdalingen gevaarlijk worden. De middag belooft nieuwe buien en dan zouden wij moeten haasten? Niet handig. Ook niet als Vincent op de post op ons moet wachten. Ik bedenk dat ’s nachts. Het eerste wat ik Joyce voorstel om 8 uur ’s morgens is, om de afstand terug te brengen naar 18km. Ze gaat akkoord zonder problemen. Het omzetten kunnen we zelf doen en gaat via de app. Voor we opstaan, is het geregeld! Dat geeft wat rust.

Vincent neemt de fiets mee naar het startpunt en zal naar het vakantiehuisje terug fietsen. We eten, verzamelen de spullen en dan rijden we weer naar Nisramont. Vincent neemt de GoPro mee. Het eerste wat opvalt is, dat er nog niet de helft van het aantal auto’s staat van gisteren! Dat is alvast prettiger op het parkoers. Het is droog. Iedereen heeft korte mouwen, dus wij doen maar mee. Nog een keer naar de Dixie, de afstand controleren (we staan nu inderdaad voor de 18 ingeschreven) en dan maakt Vincent nog een plaatje van ons voor we elkaar gedag zeggen.

We beginnen rustig aan met naar boven hobbelen. Het is heerlijk dat er minder mensen zijn! Om straks de 21km vol te maken, ben ik bereid om -als dat lukt- het beginrondje nog een keer te doen.

Naar beneden bevalt mij veel minder! Mijn bovenbenen zijn ‘gevoelig’, zeg maar. Pijnlijk. Die hebben gisteren al gewerkt. Werkelijk, als mijn hersenen in mijn benen zaten, was ik omgedraaid! We komen langs het meer van Nisramont en hier en daar worden we (op zijn vlaams) “voorbij gestoken”. Maar de drukte van gisteren is ver weg gelukkig.

We hobbelen door en op precies hetzelfde punt als gisteren komt de zon door! Dan komt de klim naar boven. 2 Franse knullen doen ook rustig aan met hun lange benen. Wij zijn om te genieten hier, de tijd gaat ons lukken. Ik hik wel een beetje aan tegen wat er nog komen gaat. We komen boven in flinke stappas.

Dan een stukje asfalt. Joyce is al best moe, die moet even wennen aan de hoogtemeters. Ik maak lekker veel foto’s. Alle spullen zijn nu hartstikke goed geregeld: alle voeding staat klaar, Vincent heeft de Apple Watch, de rugzak is gevuld en ik heb een doortimmerd voedingsplan. We gaan door het bos terug naar de finish. Het pad is al aardig ingesleten! Straks weer…

Ook het graspad na de startlocatie is al platgelopen. Het is vandaag allemaal beduidend modderiger. Dat wordt wat dadelijk op de afdalingen. Eerst het wat rustigere afdalen, maar ik vertrouw mijn spieren vandaag minder. Kunnen en willen ze me echt nog wel dragen? We komen op de plek waar ik gister even afgleed en daar moet ik dan echt overheen. Omhoog wacht ik wel even op Joyce, als we naar beneden gaan, ben ik de vertragende partij.

Modder heeft als voordeel dat je er wel een soort van traptreetjes van kunt maken, maar het is ook iets glibberiger. Intussen zijn er al zoveel mensen afgedaald, dat het er niet beter op is geworden. Het trapje slijt al weg. En het stuk daarna is nog meer glijden dan gisteren. Voorzichtig maar. Ik hou iedereen op als ik achterstevoren aan het touw omlaag ga! Jammer dan…

Na het touw is het nog veel verder omlaag. Vertrouwen op eigen kracht en hopen maar. Ondertussen schieten er links en rechts mensen voorbij. Dat geeft weinig rust om je eigen tempo te doen. Dat er maar 1 steentje verkeerd hoeft te liggen, bewijst Joyce door flink onderuit te glijden. Schrikken, schrammen, modderig en in vele talen wordt er meegeleefd, maar het gaat gelukkig goed. Dan over de stenen klauteren. Dat maakt het niet rustiger of makkelijker. De drukte en de vele mensen maken het nog veel erger. Opzij stappen waar dat eigenlijk niet kan, zoiets. Al die stomme grappen. Naast ons zie ik de regen in stralen naar beneden vallen, maar ik merk er niks van. Ik moet opletten waar ik mijn voeten neerzet. Meer niet.

Bij het oversteekpunt van de 10 kilometer stoppen wij even voor een gel. Even de onrust een beetje uit. Laat alle racers maar voorgaan! Joyce is wel geschrokken van het vallen, hoe snel het kan gaan. We ploeteren verder langs de rivier. We wijzen nog een paar mensen terug naar de 10 kilometer. Ik ben blij dat ik niet met ze hoeft te ruilen, want de klim en afdaling aan de andere kant van de rivier wil ik met dit weer niet overdoen! Maar ja… ik weet niet wat er nog komt… Ineens staan we tot de enkels in de modder.

Hier hebben we wel mee getraind, maar dat was poldermodder en dit is Belgische kleffe modder! Gelukkig is het niet heel lang. We gaan weer stijgen en dat doe ik in mijn eigen tempo. Ik kijk wel telkens om of Joyce ook nog komt. We komen in het bos en gaan richting het 6km-punt, waar onze eerste eigen bevoorrading staat. Het bos is prachtig. Net als vorig jaar geniet ik enorm. Nu nog meer, want ik ben nog wat frisser.

De geel-oranje kleuren van de paddestoelen en de zachte ondergrond en de groene omgeving zijn geweldig. Ik kan hier zo nog een keer lopen! Dit stukje van vorig jaar is de reden dat ik nog een keer kom, hihi. Joyce voelt het intussen anders: die baalt dat iedereen voorbij loopt alsof het vanzelf gaat en dat het bij haar niet zo is. Niet dat mijn bovenbenen al iets toegeven, maar ik kan me voorstellen dat het voor Joyce lijkt alsof het mij vanzelf gaat. Ik ga haar ophalen. In dit bos vind ik dat niet zo erg. Maar ik kan haar ook niet opbeuren van de motivatiedip. We komen bij onze eigen bevoorrading. Ik drink de halve liter sportdrank zo weg!

We lopen samen over het brede pad naar beneden en ik vertel Joyce van de mensen die hier niet kunnen lopen. Samen met de cola pakt ze het wel weer op. Het worden single paden afdalen met veel stenen.

Wat mijn bovenbenen echt niet prettig vinden en dat voel ik grondig! Kan Joyce mooi voor… We zien niemand meer. Ik dacht wel: er hing hier toch een touw vorig jaar? En ja, daar is het al. Achteruit naar beneden. Ik laat 2 of 3 mensen voor, maar ik kan niet iedereen voorlaten, ik mag ook gewoon van het touw gebruik maken. Daar is lang niet iedereen het mee is, zo blijkt als ik halverwege hang. 3 Mensen moeten mij inhalen terwijl ik daar hang. 1 Lijkt zelfs nog pissig dat ik niet uitwijk, wat niet kan. Een ander gaat dan maar zonder touw. Noujazeg. Het irriteert Joyce en mij enorm, dat respectloze.

We gaan door een riviertje heen en al snel zijn alle snelle nepperts weg en kunnen we genieten van de prachtige omgeving. Er zijn watervalletjes glinsterend in de zon. Vorig jaar zat dit aan het eind en was het vooral doorgaan, nu lopen we flink door. Wij hoeven niks te bewijzen! We halen het ook wel en met de kortere afstand is de druk eraf.

We krijgen nog een touw voor onze neus om naar boven te gaan. Het touw slijt intussen! Ik kom makkelijk boven. 8 Kilometer en we slaan af naar de 18 kilometer route. Een heleboel haast-makers kwijt.

Ik neem een Marsje en drink weer. Breed pad en rust. Lekker! Over de velden in de zon gaan we richting de rivier. De allereerste keer liep ik hier de Trail de Fantomes in tegengestelde richting. Dat lijkt echt lang geleden! We komen bij de rivieroversteek. Dit was vorig jaar in tegengestelde richting ook de oversteekplek. Eerst even een plasje voor je het koude water in moet. De rivier is breed hiero. Ik stap het water in en het is een kwestie van balanceren en kleine stappen maken. De rivier komt niet zo hoog.

Halverwege sta ik stil voor foto’s en dan komen de druppels. Die worden een gordijn aan regen! Nergens buien, behalve als we midden in de Ourthe staan! Het is bijna grappig en in elk geval niet erg, want nat worden we nu toch. Ik wacht in het water op Joyce en film haar. Ook zij komt aan de overzijde, nat van de rivier en de regen. We komen mensen tegen die een dag eerder de Trail de Fantomes liepen. Met een Tacx-bidon uit Zeeland. Ze maken een foto van ons – IN DE FELLE ZON. De regen is opeens weer weg.

We lopen langs de rivier. Er is echt niemand en dat is erg fijn. Het is hartstikke mooi. Dit is de reden om naar de Ardennen te gaan! De zon op de rivier, de rust en de grote stenen, die wel glad lijken, maar waar mijn trailschoenen op gebouwd zijn.

We rennen niet echt, want er zijn veel obstakels. Bomen onderdoor of er overheen. Ik heb intussen contact met Vincent, hij fietst lekker rond en ziet veel leuke auto’s. 10 Kilometer in 2 uur. Het is raar, maar daar ben ik blij mee, want we halen het gewoon, wat er ook nog komen gaat! We gaan langs een smal stroompje omhoog.

Ik heb op mijn horloge gevonden dat dit klim 6 van 9 is. Dat stemt me wel blij. Maar het gaat niet zozeer om de klimmetjes, maar om afdalen. Langs het water is het erg, erg mooi. Ineens blijken er toch nog andere mensen te zijn op de 18 kilometer route! Dan komt een steil stuk stijgen. Ik ga naar boven en dat gaat echt goed. Stap voor stap en de boomwortels zie ik als een trapje. Ik kom boven bij het veld en keer om voor Joyce. Mag zij lekker voor!

Ik beloof mezelf telkens boven een stroopwafeltje, maar boven ben ik het weer vergeten. We gaan samen lopen en weten waar we zijn, want hier waren we vorig jaar dus ook bij het meetpunt. De mensen die ons nu inhalen zijn hartstikke lief: ze hebben geen haast. Het single pad is mooi, maar intussen went het ook wel zo’n beetje. Dit is mijn dipmomentje. Nu ik het opschrijf, heb ik het vermoeden dat het uitblijven van de stroopwafeltjes er wat mee van doen heeft, maar ik moest mijn best doen om niet te denken dat het nog een heel stuk is. We komen bij een bankje en ik ga er voor de lol zitten. Joyce komt erbij in het zonnetje. Een lieve Franse voorbijganger zonder haast fotografeert de ‘oude dames’ op het bankje.

We gaan weer verder omhoog. Opeens zijn we bij onze tweede eigen bevoorrading! Ik drink de halve bidon leeg en zet de spullen iets verder weg. Ik kom er helemaal van bij en realiseer me dat we nog maar 5 kilometer te gaan hebben. We gaan het bos door en dan raak ik de weg wat kwijt. We zouden toch in het dorp moeten komen? Maar dat is verder weg dan ik dacht en we gaan weer naar boven. Dan ineens komen we het bos uit tussen de huizen. Overgangetje! Op het asfalt gaan we weer hardlopen, dat voelt zó gek! En daar is de bemande post. Kleine vrolijke verrassing. Tot mijn verbazing is het er ook best druk met hardlopers die uit de hoeken en gaten komen. Ik eet veel tucjes. De stroopwafeltjes blijven op hun plek. Ik neem een mueslireep mee. Op het moment dat we het meetpunt passeren, schiet mijn horloge naar 14km. Het aftellen kan beginnen!

We gaan naar beneden. Het regent weer een bui. Die daarna over is en dan zijn we op de velden. We blijven een kilometer lang hardlopen en dat is de snelste kilometer van de dag! We passeren rugzakwandelaars en andere lopers steken ons voorbij. Dan is er modder. Met hoofdletters. We zoeken een stukje er omheen, maar wat zou het eigenlijk? Dadelijk in de rivier spoelen we het wel weer af! Die rivier is er al snel. Nog een korte sanitaire stop, want de heren kijken toch niet om die in het water staan en dan gaan we.

Geen regen deze keer, maar wel meer stroming. Meer balanceren. Ik maak even foto’s en dan snel door. Joyce krijgt een helpende hand van de Franse rugzakmeneer. Het ziet er vriendelijk uit en het helpt haar niet weg te glijden.

Dan gaan we weer een stuk flink stijgen. Wacht ‘s: hier liep ik ook met Vincent! Dit is bij het huisje! Hier kreeg ik gisteren teveel trek. Nu gaat dat veel en veel beter. Ik ben daar trots op. Erger wordt het nu niet meer echt. Ik eet de mueslireep op. Nu kan mijn maag dat nog wel verwerken. We lopen nog een stuk langs de rivier hard, redelijk vlak en goed te doen. Weinig obstakels en stabiele ondergrond. Je past je aan! Dan begint de laatste klim. Ik stamp weer naar boven en vind het een beetje jammer ergens.

De afstand is korter dan 18km, maar dat wisten we al. Ik voel me nog goed en eigenlijk wil ik de 21 kilometer vollopen. Ik heb meer gelopen als Joyce en zal de 18km halen. Joyce blijft steken onder de 17 kilometer. Een extra ommetje langs het Meer van Nisramont lukt me wel. Ik wil het graag. Joyce denkt er even over. Maar als ze boven komt, is haar eindenergie in zicht.

We rennen nog over de velden. Als het nog 1 kilometer is, besluit Joyce de race de race te laten. Ik mag alleen verder als ik dat wil. Mag zij op mij wachten! In de overtreffende trap wachten dan maar meteen na de finish straks. We lopen door het bos. Er zijn meer mensen die aan het einde van het latijn zijn en we halen (voor de eerste keer!) iemand in die ons niet weer inhaalt en blijft wandelen. We zijn weer in het bos op het vaakst belopen pad. Ja, ik ben moe, maar verre van kapot of uitgeput. We gaan het halen binnen 4 uur. Samen lopen we de finish over in 3 uur en 56 minuten.

Het is er lekker rustig nu. Joyce is er klaar mee. Ik stop even het horloge, geef haar mijn startnummer en we laten ons samen op de foto zetten. We hebben niet genoeg ons best gedaan om laatste te worden: daarvoor hadden we nog ruim een half uur langer moeten genieten! We staan in de top tien – van onderaf. Joyce laat naar haar wond kijken en ze zal op me wachten. Ik ga weer verder en denk: eten! Ik neem hardlopend een gel en lurk het water leeg als ik naar boven loop. In mijn uppie, alleen, helemaal voor mezelf en op mezelf. Ik vind het heerlijk om met Joyce of Vincent te lopen, maar alleen ik is het meest puur. Ik kan blijven rennen als ik kan, zo hard ik kan en ik hoeft niks te zeggen of doen. Ik let op de pijlen, op de omgeving en dat is het dan.

Er is niemand meer. Ik maak een paar selfies en blijf lopen. Stuur Vincent snel de finishfoto. Naar beneden richting het meer en weer een kilometer erbij verzameld. Wat mijn benen er ook van vinden (die vinden dit niet oke, merk ik). De stilte en de kalmte neemt bezit van me. Brugje en dan het trailpad langs het water.

Er zijn schreeuwende kinderen, Nederlands natuurlijk en ik kom een swimrunkoppel tegen in wetsuit met paddles. Dat is alle drukte. De zon schijnt op het meer. Fijn dat ik hier kan lopen en me tegenover niemand schuldig hoeft te voelen. Het is heel dicht bij mezelf zijn.

De klim weer. De trapjes zijn na alle glibberpartijen met mos als enige houvast lollig. Het gaat nu loeisnel voorbij zonder andere mensen op het parkoers.

Ik kom bij de huisjes en loop over het asfalt. En daar is tie: de halve marathon. Met 1000 hoogtemeters. Lang over gedaan.

Ik sta in de zon op asfalt en ben te moe om te juichen. Nog 1 keer-echt voor het aller-allerlaatst- het bos door. Aha: er is ook een beetje een einde aan mijn energie en dat is in zicht! Ik hoef, wil en ga niet meer echt heel hard lopend. Alle doelen gehaald en het is goed zo. Ik ga ruim langs de finish af.

Ruim 30 kilometer in 2 traildagen. Uitdagend was het zeker! Joyce heeft mijn tweede medaille. Er zijn nog maar een handvol auto’s. Ik ben wel eens meer kapot geweest. Dit moet voeding zijn! Lijnen gaat dan misschien niet zo best, maar vandaag had ik het eten onder controle. Ik vreet nog verder in de auto als we de tasjes weer ophalen. Mijn benen vinden er wel degelijk iets van wat heel kort samen te vatten is: AUW. We gaan naar Vincent terug in de stacaravan en dan ben ik moe. Gewoon vermoeid. Na de douche gaan we de beloning halen: Belgische frieten met mayo in Houffalize.

In de avond regent het weer. Het is een geweldig weekend in de Ardennen. Echt fantastisch en enerverend. Wat een topprestaties zijn er neergezet zeg. Ik ben trots, blij, tevreden, gelukkig en enthousiast.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2021-22

Zondag 1 augustus. ?‍♀️ Fietsen in de regen ? zonder nat te worden ☂ . Back To Zwift.

Nederlands weer (buien, onberekenbare buien en grijs) en 3 uur fietsen op het schema. Überhaupt zie ik al de hele week op tegen 3 uur fietsen, maar 3 uur fietsen in de regen – dankuvriendelijkenbedankt, maar liever niet. Dan kun je normaliter twee dingen doen: 1 – denken: stik erin met je schema; wat niet kan dat kan niet en dit is de laatste vakantiedag, ik heb wel iets beters te doen. Ik ga op de bank zitten en F1 kijken en tijdschriften lezen onder een dekentje. Liefst samen met koekjes, M&Ms en chips binnen handbereik. Of 2 – de Tacx weer ‘s van stal halen, met wat heuveltraining en muziek/tv erbij lijken 3 uur een stuk korter! Je krijgt de route voorgeschoteld en je kunt afstappen als je naar de WC (wasmachine/lunch/andere TVzender) moet. Dan lijken 3 uur…. nog steeds eindeloos
Op Anke zit geen optie 1. Ik heb nog even gezocht. In de spiegel de achterkant bekeken. Ik moet minstens 2 uur en twintig minuten fietsen voor een hele week met keurig groene trainingen en hoewel de bank echt zijn best doet (de tijdschriften liggen er al, de cola staat klaar), komt die fiets toch weer op de Tacx te staan. De koekjes gaan mee naar boven en ik ga virtueel naar Londen.

De Pretzel ga ik fietsen. Niet nadenken maar trappen. De training en de hartslagzones blijken al snel wederom een zinloze aangelegenheid door te bestaan uit vertaalfouten tussen TrainingsPeaks en Garmin en mij. Soms regent het buiten, maar ik blijf droog. Wel druppel ik leeg van het zweten. Voordeel van de Tacx: koekjes bij de hand, tijdschrift lezen kan ondertussen en ik beloof mezelf dat ik kan afstappen en een pauze kan houden. Na een uur. Wat ik verleng tot na de Surrey Heuvel. Daar komt het nadeel van de Tacx: sowieso veel meer bergen dan ik in de polder ooit tegen zal komen!

Ik stap pas af na dik anderhalf uur. Voor een koffiebreak! Ik ga na de F1race wel weer verder. Eerst de droger aanzetten. Rob zegt me dat ik ook de race kan kijken terwijl ik fiets. Dat lijkt me aan alle kanten beter! Klinkt als fijne afleiding.

Ik fiets beter dan zij rijden! Mijn koptelefoontje zorgt dat ik prima het geluid kan horen en ik vind het inderdaad leuk. De tempoblokjes met fietsen sla ik nu over. De heuveltjes zijn mijn tempoblokjes. Na dik 56 kilometer (volgens Zwift) is de route klaar. Ik sluit Londen af terwijl de race wordt stilgelegd en ze met ducktape de auto van Max Verstappen gaan maken.

De tijd is nog niet helemaal vol. Nog ietsje langer. Dus ik blijf op de fiets. Die ook wel wat ducktape kan gebruiken omdat de tacx niet meer wil contacten met Zwift. Na gepruts en de herstart van de race, zit ik ook weer klaar voor een rondje vulkaan. En regen! Deze keer een soort van binnen. Virtueel.

De race leidt me uitstekend af. De vulkaan ken ik wel intussen. Ik doe mijn rondes en kijk naar Verstappen en Hamilton en Ocon. Ik fiets nog 15 kilometer erbij en zit dan boven de 70 kilometer in net geen 3 uur. Met wat hoogtemeters. Ik ben het zat , stap af en kijk de race op de bank uit!

Zaterdag 31 juli – Totaal geen zin om te gaan ?‍♀️ hardlopen

Anderhalf uur staat er op het schema. Met 4 blokken erin van 8 minuten in zone 3. Ik had er geen zin in. Ik stelde het maar uit. Tot na het avondeten. Na de wandeling met de kat dan. De andere kat ook nog. Uiteindelijk moest ik weg om op tijd terug te zijn voor de boodschappen en voor het donker. Eerst 21 minuten in zone 1. Omdat er tussen Garmin en TrainingsPeaks nogal eens wat onduidelijkheid is over de hartslagzones had ik het maar zelf ingevuld. Ik hoopte echt dat ik het 12 minuten zou volhouden. Meestal wordt het daarna leuker, dan zijn alle hardloopsystemen opgestart en gaat het makkelijker. Nopes. Not today. Na een kwartier baalde ik nog van zone 1. En van het bijbehorende tempo. Een hopeloos tempo. Ik was na 15 minuten al aan het bedenken waar ik naar de WC zou kunnen. Maar de pedicure zag ik wandelen, dus dat was geen goede plek. Ach, er is een heel Kotterbos. Ik probeerde het echt: lachen – want dan komt het goed, genieten van de zon; en vrolijke gedachten, maar het hielp niks. Ook muziek op de nieuwe oordopjes verlichten het leed niet. Ik liep te harken en te slepen.

Toch liep ik nog na 21 ellenlange minuten zone 1 waarin ik niet eens 3 kilometer haalde! Als ik er dan toch ben, dan maar zone 3 proberen. Het tempo bleef ver achter. Dat lag blijkbaar naast de ‘zin’. Ik wilde wel de paaltjes bereiken, dus ik pushte mezelf even, maar daar bleef het bij. 1.39km in 8 minuten. Belabberd.

Toen een paar minuten wandelen. Om bij te komen. Om iets te vinden. Ook aan de andere kant van het Kotterbos was er geen zin te bekennen. Wel net iets te druk voor een stop. En nog een keer 8 minuten tegen de zon in over het mooie fietspad in alle rust en op een hoger tempo. Het had mooi zonnig en gemakkelijk geweest als ik het leuk had gevonden, maar de aandrang won het ruimschoots van het mooie uitzicht. Na 7,5 minuut zag ik een stukje bos precies geschikt om bemest te worden. Ik bespaar je de details, maar het luchtte op. De laatste 30 seconden liet ik voor wat ze waren. Wederom precies 1.39 km in 8 minuten. Rustig wandelen, een foto maken van de mooie omgeving en bedenken dat je pas op de helft bent.

Iedereen die geen Anke heet en niet is wie ik ben, had de korte route naar huis gepakt en geweten dat het ‘m niet meer zou worden. Maar deze Anke wil naar de spoorbrug toe in 8 minuten nu de druk eraf is. Ook al is dat om. Ook al is dat absoluut niet de kortste weg naar huis terug, waar de zin ligt. Op de bank. Ik haalde het en het tempo ging opeens flink omhoog! Ik haalde er zomaar 1.5 kilometer uit in 8 minuten! Als je dan zo weinig zin hebt en nog een keer 8 minuten moet versnellen, dan kan dat gewoon op het fietspad. Theoretisch. Voor de meeste mensen. Maar niet voor mij. Ik ga onverhard de plassen langs.

Want dat onverharde maakt het nog zwaarder. Met de wind tegen. Om een hoog tempo te houden, om je heen te kijken en in de juiste hartslag te blijven, kan je beter op dat asfalt blijven. Ik vermoed dat anderen dat zouden doen. Voor deze Anke die geen zin heeft geldt: dan maakt het niet uit wat de omstandigheden zijn. Ik moet bekennen dat het tempo hoog lag, de omgeving met de oerossen en het licht écht geweldig waren en dat de glimlach ook serieus was. Ik heb zowaar een minuut of 5 genoten. De rest heb ik gepoogd weg te tellen. Geloof het of niet, wederom 1,5 kilometer!

Toen was ik moe. Maar nog niet thuis. Weer had ik de korte route kunnen pakken, maar nee… Om via de berg. Even snel een SMSje naar huis sturen, want de boodschappen zijn vervroegd! En ik moet nog 2 kilometer uitlopen. Terug in zone 1. Met pijnlijke benen. Dat kan er ook nog wel bij, geen zin, geen tempo en zware benen. Ik nam me voor om toch 1 kilometer te blijven joggen. En toen die er op zat en de brug in zicht kwam en de zon onder ging in prachtige kleuren geel en rood, dan maar 2 kilometer. In de wijken was het druk en dan wil ik er zo snel mogelijk vanaf zijn en 12 kilometer halen, dus ik liep het hele stuk naar huis onafgebroken door. De boodschappen kwamen na mij. Had ik nog even tijd om bij de bank te zoeken: daar lag het potje zin hoor! Tussen de kussen. En ik lag erbij. Naar mijn scherm te staren waarop staat dat ik deze maand bijna 200km heb hardgelopen. En 650 kilometer gefietst. 15 kilometer gezwommen. Ik had zeker niets beters te doen!

Vrijdag 30 juli. 2000 bewegingsdoelen ⌚️ , zinloos fietsen ? en ?‍♀️ ?‍♂️

Dat fietsen lijkt me niet zo te liggen. Misschien omdat ik geen ligfiets heb? ? Ik vind het veel tijd kosten en zie weinig vooruitgang. En het is zo afhankelijk van het weer. ? ? Vandaag moet ik 2,5 uur fietsen. Het blijft droog en ik heb een interval staan, dus ik ga het er ‘s morgens maar tussen proppen. Ik ga richting Muiden. Door de stad in zone 1. ?-> het moppergezichtje is zowel voor de stad als voor zone 1, met het slome tempo. Ik hou het Spoorbaanpad aan tot het opgebroken is bij het station ? en dan ga ik via de wijken. Met wisselend succes qua fietspadkwaliteit en doorstromingsmogelijkheden. Ik ontdek wel hoe ik beter door de bochten kan balanceren in plaats van sturen – en dat bedoel ik positief! De Hollandse Brug over in zone 1 is helemaal vreselijk ? Heel traag omhoog en naar beneden kom je dan niet eens in zone 1. ? Muiderberg door is minstens even erg of erger. Klinkertjes. Ongelijke klinkertjes. Ik smokkel een stukje wandelpad. Het dijkje over richting het kasteel gaat lekker: fijn pad, rustig, rechttoe-rechtaan, tempo en lekker liggen.

Dan moet/mag ik 3 keer een kwartier in zone 2. Natuurlijk moet ik eerst nog wat ophaalbruggen over in Muiden, maar dan kan ik even ‘los’. Inhalen, stoplichten en oversteken en dan ben je zone 2 alweer uit, maar het verkeer gaat (letterlijk en figuurlijk) voor. Dat gaat beter de Stichtse Brug over! Ik haal het gemiddelde tempo lekker op! In de tweede pauze langs de strandjes iets nieuws: de reep openmaken en half opeten. Ik vind het niks makkelijk, maar het lukt en het smaakt me! Ik drink ook netjes uit de bidon met sportdrank. De wonderen zijn de wereld nog niet uit! Langs de windmolens ga ik weer als een speer. Echt nu, want ik heb (een beetje) wind mee en de dijk is heerlijk rustig, recht en makkelijk fietsbaar. Ik verbaas me hoe ver ik kom in een kwartier als ik aanzet. Wonder nummer 2: zo wordt het nog wat met fietsen! Ik eet -ja heus- de andere helft op van de reep en drink -echt waar- de bidon leeg. Ik ga nogal makkelijk thuis komen zo, want ik heb minder route over dan hardrij-tijd. Langs de plassen en ik haal de 50 kilometer binnen 2 uur. Ik fiets nog om via het Kotterbos, om zo dicht mogelijk bij de 2,5 uur te komen. 60 kilometer in 2 uur en 17 minuten. Zo groen als de training maar kan zijn, een dikke voldoende en ook nog eens behoorlijk gevoed!

Ik heb de laatste badge van Apple binnen. Ik heb 2000 bewegingsdoelen gehaald. In dik 6 jaar dat ik een Apple Watch heb. Alle beschikbare doelen heb ik voltooid. Dan gaan we richting het zuiden om Vincent weer op te halen. Rob en ik maken een wandeling door het Herpense Bos en over de heide. Er valt geen spat regen.

Donderdag 29 juli. De Almeerse Berg ⛰ en omgeving.

Ik pikte Joyce op. Voor we naar de Ardennen gaan -wat volgende week al is- moeten we nog een keer wat hoogtemeters maken. Blijft een uitdaging hier in den vlakken polder. Ik had een idee om een aantal keer de ‘berg’ ⛰ op te rennen die bij het Museumbos ligt. Eerlijk gezegd: het leek al een slecht idee toen we op de bank zaten! Maar ja, uitdagingen zijn er om aan te gaan… We gaan eerst onverhard lopen en ik klets Joyce de oren van het hoofd. Tussen de brandnetels door maken we ons druk over discriminatie en minderheden en de grijze massa. We komen bij de ⛰. Ik heb Joyce uitgedaagd om te proberen te blijven hardlopen. We nemen de lange route. Tussen de schapen door.

Dat is niet zo erg, maar de bramentakken over het pad zijn niks leuk. We komen rennend boven. Er vallen een paar flinke druppels. Verfrissend zullen we maar denken. Mooi uitzicht. Even op adem komen en weer naar beneden via de lange route. We gaan de andere kant op door het cirkelbos. Weer tetter ik tegen Joyce aan. We lopen over de weg weer naar de ⛰ voor uitdaging nummer 2. De wind is fors. Die kennen we dan weer wel.

Tussen ⛰ 2 en ⛰ 3 doen we een korter stukje Museumbos. Dit is de training die ik Joyce ‘aanbiedt’: ook omhoog rennen op vermoeidheid, ook kort op elkaar. Nog altijd is het een makkie in vergelijking met de Ardennen die niet zo’n fijne hellingshoek hebben en niet zo netjes cirkelend omhoog lopen. Er zijn meer bomen die in de weg staan. Maar in Almere hebben we schapen!!

Boven wachten we elke keer even. Joyce blijft ook hardlopen. Het laatste stukje vanaf de 18m is elke keer een stukje zwaarder. De zon was gaan schijnen. Ik zei dat we nog een keer een langer stuk zouden lopen over de bruggen. Intussen had ik berekend dat ik in de uur en 3 kwartier ongeveer 15 kilometer moest halen. We gingen langs het labyrint en over het hobbelpad. Toen over het mini-brugje.

Daarna langs het water. Iets verder dan ik dacht. En dan begint Joyce altijd heel schattig met “sorry Ank, effe…” en dan stappen we een stuk flink door. We gingen over de brug.

Toen terug over het verharde pad. In de felle zon. Ik ging er vandoor. Op een bepaald moment pak ik mijn tempo op om maar zo snel mogelijk uit de zon te zijn en dan bedenk ik: ik loop de kilometer vol op eigen tempo en daarna denk ik: als ik eerder bij de ⛰ ben, doe ik twee keer en hoeft Joyce nog maar 1 keer en dan moet ik nog aanzetten ook en dan denk ik dat het een goede training is om vermoeid van een snelle kilometer die berg op te ploeteren. Ik ren omhoog.

En ik zwaai nog naar Joyce. Boven keer ik meteen om; dat kan er ook nog wel bij. Ik kom Joyce tegen en keer beneden om voor een laatste keer omhoog. Ik kom een paar keer dezelfde mensen tegen die vragen hoe vaak ik dit doe. Vijf keer. En dit is de laatste keer! Zelfs voor mij is het nu even doorzetten, maar ik kom vijf keer rennend boven. In de hete zon.

Na een bijkom-moment en een selfie/onsie gaan we terug naar de auto. 15 kilometer maak ik vol. Ik ben er niet vreselijk moe van, maar volgende week wordt toch wel degelijk een flinke uitdaging in de Ardennen!

Woensdag 28 juli. Ik doe niks sportiefs. Nog geen wandeling. De rustdag van de MAAND. Een lege dag in Garmin, dat kwam niet voor in mei en juni. 29 April was de laatste keer. De vijfde lege dag van dit jaar. De andere 203 staat er elke dag wel iets.

Dinsdag 27 juli Zwemmen – een training

Net als vorige maand, had de trainer een training voor me gemaakt. Ik heb die overgenomen in mijn horloge voor poging 2 om die te volgen. Eerst 200m inzwemmen. Met een achtje. Lekker makkelijk. Het gaat goed. Daarna moet ik 2 keer 250m zwemmen en letten op de techniek. Het is niet druk in de ‘snelle’ baan. Waar ik tegenwoordig zeer zeker thuishoor. Ik zwem zonder achtje en dat gaat tegenwoordig ook. Ik heb alleen nog steeds veel slagen nodig om aan de overkant te komen. Of is dat omdat ik meer snelheid heb? I don’t know. In de pauzes blijft het horloge aan staan. Dan moet ik 5 keer 200m doen, waarvan de eerste, derde en vijfde met paddels, maar daar maak ik een achtje van. Het gaat me nog altijd prima af.

Ik moet soms wel even kijken naar de training op mijn telefoon. Het horloge laat me weten wanneer hij een baan telt, maar de opdracht ben ik kwijt intussen. Ik weet hoeveel er zou moeten staan. En 10 banen krijg ik nog net zelf afgeteld. Na de 1000m (5×200) moet ik 7x100m op snelheid. Die ga ik ook maar doen en ik doe mijn best om vooral op techniek sneller te zwemmen. Bij de tweede keer 100m heb ik de baan voor mij alleen! Klinkt dat niet lekker? Helaas wordt het bij de vijfde keer heel erg druk met heel ervaren zwemmers. Dan lijk ik stil te staan. Maar zonder flippers en alles, doe ik het toch ook maar mooi! Ik denk nog: he, dat lijkt KH wel, maar in het bad herken ik mijn heldin pas aan haar Frysman badmuts. Die is echt voor weinig dames in Almere weggelegd! Ik onderbreek een hondertje om ‘r gedag te zeggen en kan haar even volgen om de een-a-laatste hondervijftig te maken. Het is voor mij al een wonder dat ik haar een stukje kan volgen! KH is een hele goede zwemmer. Er zitten dan ook al 2500m op voor mij. En ik heb geen achtje of niks. Ik maak mijn houdertjes af. De 8×25 ga ik niet meer doen, daar is het inmiddels te druk voor. Ik doe met achtje 250m uitzwemmen. Dan wil ik de 3000m nog volmaken. Ik doe dat dus maar in de schoolslagbaan. Rustig aan. Ook daar is het druk. We kletsen nog even, KH en ik. Tevreden ga ik weer naar huis. De zwemsnelheid is niet echt verbeterd, maar ik weet toch echt zeker dat ik beter ben gaan zwemmen! Misschien komt het door de pauzes.

Maandag 26 juli Donkere luchten boven de Oostvaardersplassen. ?‍♀️
Vincent is op kamp en die mag de hele dag lekker sporten. Rob en ik hebben het rijk alleen. ‘s Avonds ga ik lekker hardlopen. Ik trek alles op het schema elke keer een dag naar voren en nu staat er een uurtje hardlopen, waarvan 20 minuten in zone 1-2, 20 minuten in zone 2 en 20 minuten weer zone 1-2. Ik moet de training zelf invoeren. Korte broek aan en hoppa – gaan! Tussen de buien door. Zone 1-2 is prima te doen. Ik ga gewoon weer eens lekker langs de prachtige Oostvaardersplassen richting de dijk.

De kleuren van de lucht zijn echt prachtig. Met buien in de verte en de donkere kleuren. Er is niemand. Ik hobbel gewoon door met een hartslag die niet boven de 140 mag komen. Het tempo valt me mee. Ik kom helemaal niemand tegen. Het is prachtig om te zien hoe er een damp van water boven de paden hangt. Ik ga door naar zone 2 tot een hartslag van maximaal 150. Ik loop iets meer door, maar niet zo dat ik stuk ga. Het tempo gaat dan ook lekker omhoog, al is het wel zweten.

Ik moet mijn best doen om vol te houden. Dat ik niet denk na 3 kilometer dat ik klaar ben en dat het wel goed is als ik gewoon langzamer ga lopen. Dat is echt mond-training: doorlopen, ook als het niet meer vanzelf gaat. Dus dat doe ik dan maar. Er vallen een paar druppels, maar ze zijn eerder verkoelend dan alarmerend. Op de brug is het dampende water goed te zien. Echt apart.

Ik ga rustig terug naar zone 1-2. Dat is moeilijk om dan te blijven (soort van) dribbelen. Achter me hoor ik het donderen. De lucht is intussen geel. Dreigend geel. Dat is niet zo fijn! Ik hoor het door het nieuwe koptelefoontje heen. Die probeer ik uit, ook al is het Vincents koptelefoon. Het sluit mij iets te goed af en ik hoor ook het dreunen van mijn eigen stappen. Ik ga nog een stukje verder door de wijkom het uur vol te maken en dan nog om de AH heen om 10 kilometer vol te maken. In iets meer dan een uur.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2021-21

Zondag 25 juli Uitfietsen met moeie ? ?

Vincent moet een uur en een kwartier fietsen. Ik moet dat morgen doen, maar ik ben alle trainingen een dag naar voren aan het halen. Dan kom ik vanzelf de rustdag tegen als ik die nodig heb! Vandaag ga ik met Vincent mee. Een rondje om de Noorderplassen. Mijn benen hebben na 2 kilometer al bericht voor me: Geen Power – Geen Zin. Gelukkig luister ik niet naar ze en hoor ik nog liever Vincent aan over Fortnite! Elke brug op protesteren ze luid, die benen van me. Het fietscomputertje meld ook iets: geen tempo. Vincent behoedt me om verder om te rijden dan nodig is, maar het haakje bij het Boathouse krijg ik net verkocht. Op de dijk gaat het wel redelijk qua tempo en met de benen. Tot we stilstaan voor een foto. Dan komt de benauwde, hoog vochtige lucht als een deken op je te liggen en beneemt je -bijna letterlijk- de adem.

We doen een paar sprints, maar die nemen mijn benen me helemaal niet in dank af! Die van mij lopen ook eens een keer echt vol, zonder dat ik echt hard ga. Ik push Vincent nog wel om in de buurt te komen van de 75 minuten en we rijden via de Evenaar terug. Ik heb de afgelopen week ook 178 kilometer gefietst. Ik heb getraind alsof ik een hele triatlon ga doen. En dat noem ik dan lekker vakantie!

Zaterdag 24 juli – De Amerongse Berg ⛰ Trail ?

Joyce en ik moeten voor we naar de Ardennen gaan voor de Trail de Fantomes toch echt nog een keer wat trainen en hoogtemeters maken. mo half 10 staat Joyce voor de deur en met wat file rijden we naar Bosrestaurant (ik ben de naam vergeten) en daar stappen we om kwart voor 11 met de trailschoenen aan uit. We gaan een halve marathon lopen. Ik zie er wat tegenop, want ik weet nooit zeker of het zal lukken. Joyce is ook al een geruime tijd wat vermoeider. We gaan rustig aan doen. We hebben de tijd.

Mijn horloge heeft er vandaag in het begin meer moeite mee: de route loopt niet naar wens mee en ik moet inzoomen en dan kan ik na een kilometer ook gewoon lekker meedoen. Allemaal brede bospaden. Vorige week was hier nog een georganiseerde trail, dus we kunnen de afsnijroutes volgen. Het zijn allemaal onlangs nog betreden paden! Het gaat inderdaad op en neer. Het gaat mij goed af. Lopen op dit tempo en tegelijkertijd vertellen (over de vakantie) kost me niet zoveel moeite.

Eerlijk gezegd vind ik de route niet uitermate bijzonder. Het gaat op en neer, het gaat door het bos, er zijn brede trailpaden en single tracks en we hebben de tijd om te praten. Of om even stil achter elkaar te lopen. Misschien zijn we intussen verwend qua trails. Maar het open veld is even mooi!

En weer verder! Bossen door slingeren. Op 5 kilometer houden we een eetstop. Tegenwoordig doen we dat dus maar gewoon, dat stoppen. En soms is het eventjes een stukje minder hard rennen of flink doorstappen. Het is heerlijk weer, bewolkt, niet te heet of te benauwd. Het is wel zweten en warm hoor! Dat wel. Heel soms lopen we een stukje verkeerd, maar met 2 keer de route op een horloge, keren we dan snel om.

Ik kan niet echt meer veel bedenken wat heel speciaal was. Op 10 kilometer doen we weer een stop om te eten en een plasje. Ik heb veel voeding bij me: eierkoeken (die neem ik nu 2), Marsjes, zoute stokjes… Joyce moet er om lachen: van Anke die niets at naar Anke met de halve Albert Heijn bij zich! Maar ze kan de bananenschil toch maar mooi kwijt in 1 van de zakjes die ik ook meesleep! We gaan naar de Eenzame Eik. Ik was daar al ooit, maar Joyce nog niet. Ik besluit om tot daar te blijven hardlopen. Nu zijn er veel dingen (met snelheid en kracht en prestatie) waar ik niet in uitblink, maar als ik iets in mijn hoofd zet, dan doe ik het ook! En dat is blijven hardlopen. Ook als het omhoog gaat. Ook als het daalt. En daarna weer omhoog gaat. Ik denk aan mijn ‘afspraakje’ bij de Eenzame Eik. Met Joyce. En dat houdt me dan glimlachend op de been in hardlooppas.

Bij de eik zoek ik het bankje uit met de beste tekst en ik hoeft niet echt lang te wachten op Joyce. We zitten samen even onder de eik die helemaal niet zo eenzaam is eigenlijk. Die laatste kilometers – het zijn er nog ‘maar’ 7- die gaan vast ook lukken. Ik hoeft niet zo snel allemaal. En door! Het is te merken dat we wat vermoeid raken. De scherpte met de route is er af. De geanimeerde gesprekken verstommen wat. Het gaat veel over het hier en nu: waar we lopen, waar we heen gaan en hoe het gaat. Joyce ziet een boomwortel over het hoofd (1 van de miljoen) en bekijkt de grond even van dichtbij. Behalve dat ze ook wat grond meeneemt op haar shirt is er niks mis gelukkig.

We komen nog bordjes tegen van de ‘wedstrijd’ van vorige week. Bij de zoveelste bedenken we dat ze deze niet zullen missen. Hebben we toch een beetje een medaille ? Na 17 kilometer raken we de route wat bijster. We gaan iets te veel omhoog en net voor de Eenzame Eik kunnen we weer terug naar de route. Er volgen brede, aflopende paden en dan gaat het zomaar weer een kilometer van een leien dakje. Tot de volgende top

De laatste kilometers zijn net als altijd: sappelen. Vaak de vraag in je hoofd: “hoe nog?” Hoe ver nog? Hoe hard nog? Hoe loopt de route nog? Hoe gaat het nog? Vind ik dit nog wel leuk? Het helpt me te beseffen dat ook dat een vorm van training is. Van je hoofd. Dat zegt: ik wil niet meer. Tegen mezelf; ik, die dan zeg dat we het toch blijven doen! Ik zal eerder bij de 21 kilometer zijn met mijn horloges. De Apple Watch heeft niet gestopt, maar die haalt de halve marathon niet binnen 3 uur. Die loopt een kilometer voor op Joyce! Mijn Garmin haalt de halve marathon daarna. Als we verkeerd lopen langs de camping.

Daar raak ik dan geïrriteerd van, maar we doen nog een blokje extra. Ik wil er gewoon zijn op zo’n moment! Dan moet ik niet denken aan de Ardennen en hoe ik daar nog extra kilometers moet maken en veel, veel meer hoogtemeters.

We zijn rond en dan is Joyce er ook met de halve marathon. We lopen allebei de 22 kilometer vol. Daar wint mijn hoofd het en wandelen we terug naar het restaurant voor een kop koffie / chocomelk en om de handen te wassen. Weer een halve marathon in da pocket. En de afgelopen week heb ik zo ongemerkt 50 kilometer hardgelopen. En ook nog wat gefietst.

vrijdag 23 juli – Toch echt een rustdag! tenminste…. Weer slecht geslapen. Alle spullen inpakken. Afwassen. Opruimen. Naar huis rijden. Alle spullen weer uitpakken. Was. Opruimen. Was. Schoonmaken. Was. Katjes gedag zeggen. Was. Vincent vaccineren (met een hobbeltje). Was. Eten. Was. En ‘s avonds even een stukje wandelen met Rob om de watten (de jetlag!) uit het hoofd te halen. Rustdag dus. Waar je heel moe van wordt!

22 juli (weer) Fietsen door Drenthe en (wieder mal) door Duitsland ?? en intervallen lopen ?‍♀️ ?

Eigenlijk staat er voor morgen 3 uur fietsen naar huis, maar -punt 1- van Coevorden naar Almere (ruim 120 kilometer) in 3 uur is onmogelijk en -punt 2- ik wil helemaal niet naar huis fietsen; ik wil thuis zijn en de was kunnen doen! Dus ik ga vandaag kijken hoe het Drentse land er uit ziet. Nu kan het nog. Ik heb de tijd en ik kom hier niet meer terug! Dus ik ga het rondje Dalen fietsen. Dat is ‘maar’ 35 kilometer en daarom fiets ik dat rondje 2 keer. Hoeft ik alleen maar naar de bordjes te kijken. Ik zet een muziekje op en met minimale zin vertrek ik. Ik heb de laatste tijd voor de meeste sporten weinig animo, tot ik eenmaal bezig ben; dan stop ik liever niet meer. Eerste opgave is het park af en dan volgt het fietscomputertje. De fietscomputer zet het scherm op zwart, wat ideaal is voor mij, omdat ik me dan niet erger aan mijn (gebrek aan) snelheid.

Ik denk dat het circusbord voor het eerste bordje van Rondje-Dalen staat, want ik weet welke kant ik op moet, anders had ik het nooit gevonden. En zo fiets ik door Dalen. Wat ik al snel achter me laat. Het open land in. Lange rechte wegen, lekker makkelijk, goed te volgen en heerlijk rustig. Het is allemaal erg landelijk. Ik weet niet zo goed waar ik blijf qua omgeving, maar dat weerhoudt me er niet van om te genieten. Ik drink keurig van mijn bidon met sportdrank. Ik kijk naar de boerderijen, de wegen en kruis het spoor of een grote weg.

Om even later ineens in het bos te rijden. Dat is wel erg mooi. En bochtig. Ik kom langs bruggen en vaarten. Op de borden staan plaatsnamen van dorpen waar ik nog nooit van heb gehoord. Ik kom over een brugje waar ik op een heel damesteam moet wachten. Ik heb de tijd.

En dan heb ik ergens een stuk wind mee. Inmiddels moet ik plassen. Ik heb zo’n dure fietsbroek aan die ik lastig uit ga krijgen. Dan is Drenthe best open! Na een kilometer of 20 kom ik op de weg die ik ook met Vincent heb gefietst, maar nu ga ik richting Oosterhesselen. Ik sla eerder af en rij over de klinkertjes van Wachtum. Een slaperig Drents dorpje.

Klinkertjes zijn onprettig als je moet plassen. Ik denk dat ik voor het tweede rondje maar even langs het huisje ga. Ik rij aan de andere kant langs Dalen en volg trouw de bordjes. Straks kom ik langs het park. Nog een rondje, maar dan zonder Wachtum? Of ga ik de andere kant op? Ik weet het niet. Ik heb het gevoel dat ik de verkeerde kant op rij eigenlijk, maar ik ben voornamelijk bezig met plassen. Dat ik zo enorm moet. Ik zit op ruim 35 kilometer als ik een bordje zie staan met de keuzes: Rondje Dalen 44 km links en Rondje Dalen 53 km rechts. WHAT?

Ik zit op 40 kilometer en ik zie aan de windmolens waar ik ongeveer moet zitten. Ik fiets niet al te hard, dus nog een rondje kost me teveel tijd. Ik ga NU plassen. Ergens langs de weg bij één of ander miniriviertje zoals er in Drenthe tig zijn, zorg ik bijna voor een overstroming. En dan trap ik rustig weer verder. Ik kom bij knooppunt 20 uit bij het park en besluit het rondje van gisteren nog eens te herhalen. Ik heb de Nederlandse ja-knikker totaal gemist. Nog 25 kilometer erbij is prima. Dat is een uurtje. En ik hoeft nu niet meer te plassen gelukkig. Ik ken de weg nog. In mijn eentje gaat het ietsje harder. Zeker als ik de wind mee heb! Bij de ja-knikkers hou ik een korte stop.

Het is meer een schilder (geel-zwart) dan een ja-knikker. Ik ga over het brugje Duitsland weer in. Nu loopt de GoPro mee. Ik zie een Duitse auto en het voelt toch een beetje als buitenland. De weg kan ik nog prima vinden. En zo rij ik na 50 kilometer weer aan de grens.

De GoPro is leeg intussen. Ik wil ietsje verder om terug rijden. Dan haal ik de 60 kilometer. Of iets meer. Ik wil ook liever niet weer langs de Stieltjesdijk rijden eerlijk gezegd. Zo kom ik nog een keer langs de andere kant van Coevorden. En dan zie ik op de borden Huttenheugte staan. Weet je, dat probeer ik gewoon! Ik volg de borden en kom van weer een andere kant. Met 60 kilometer op de teller sta ik weer bij het park. Daar rij ik nog doorheen en ik heb lekker gefietst.

Officieel stond er voor deze dag een hardlooptraining. Ik hik er tegenaan en haal Vincent over mee te gaan op mijn fiets. Na de pannenkoeken. Natuurlijk heb ik geen zin, maar ik ga wel. Een uur in zone 1. En dan 3 versnellingen op het einde. Ik ga een grote ronde om het park en een rondje in het park. Dat zijn zo’n 10 kilometer. Er zit 1 onverhard pad tussen.

We gaan samen het park uit. Ik hou zone 1 wel vol, maar het is wel op een laag tempo. Buiten het park gaat Vincent hard vooruit fietsen en ik hobbel door. Het tempo gaat omhoog. Langs het Stieltjeskanaal filmt hij me en dan scheurt Vincent weg en ik hobbel door de zon.

Onder het viaduct wacht hij op me. Dan gaan we het onverharde pad op. Vincent moet wandelen en ik hobbel door. Het pad is erger dan ik dacht! Krap, ongelijk en heel… onverhard. Als ik bij het einde ben, keer ik om en neem ik mijn eigen fiets even mee.

We komen bij een soort sluisje en daar kunnen we de verharde weg weer op. Ik word moe en tempo zone 1 wordt echt tempo zone 1. Ik heb geen zin meer en ik wil al helemaal niet meer versnellen. Vincent babbelt vrolijk door. We komen langs een boer die ons in onvervalst onverstaanbaar Drents aanmoedigt terwijl hij de melkbus voortduwt. En we komen langs de koeienoversteek met een een stoplicht.

En ik mopper me suf. Ik hoop dat ik de versnellingen niet haal. We komen langs 1 bankje waar ik een push up doe. Maar dat vind ik achteraf niet genoeg. Als we het park op gaan, doe ik 1 versnelling, maar ik kom niet in de goede hartslagzone binnen 90 tellen. Vincent gaat zwemmen. Ik neem de fiets over. Of ik de laatste 2 versnellingen nog doe? Liever niet. Is ook onhandig met de fiets aan de hand. Ik doe in elk geval een poging. Die niet slaagt. Ik maak de 11 kilometer niet vol, geef de fiets zo snel mogelijk af aan Rob en blijf in het trisuit zitten op de bank. Klaar met sporten in Drenthe.

21 juli Rustdag! ? Uh-huh: een koppeltje ?‍♀️ ?‍♀️ én zwemmen ?‍♀️

Na dagen zeuren is het zover: Rob gaat mee fietsen! We gaan helemaal naar Duitsland. Er wordt nog flink gesputterd over zadelpijn en afstand, maar Vincent en ik krijgen hem mee op zijn eigen fiets, die normaal dienst doet als Tacxfiets. De grootste moeite is weer…. het park verlaten! Dan gaan we naar het Stieltjeskanaal. Het is weer prettig weer. Ik hoeft niet hard. Ik heb een rustdag namelijk. Die heb ik gevraagd. En op de rustdag mag ik best een uurtje in zone 0 fietsen. OF een half uurtje hardlopen in zone 0-1. Dus ik hou tempo-oude-damesfiets aan. Na 5 kilometer krijg ik al de neiging om te gaan zeuren over pauze. We zijn net bij het Stieltjeskanaal.

We gaan de brug over en dan richting Duitsland. Naar de windmolens. Vincent denkt dat die met een rood bandje Duits zijn. We gaan die kant op. Ik heb een soort van route. Met 8 kilometer staan we op de grens. Er zijn ja-knikkers aan de overkant! Leuk!

We wisselen van fiets en Vincent sprint weg op de mijne. Dan komen we bij een brugje en dat steken we over naar Duitsland. Er wordt nog wat gewisseld van fiets en we rijden door Duitsland. Dat zie je niet echt goed aan het landschap, maar de straatnaambordjes zijn anders.

We stoppen nog een paar keer langs brugjes en kanalen. Rob houdt het goed vol! Bijna beter dan deze oude taart op een rustdag. We komen bij een grenstoren en een brugje.

Na een (foto)stop gaat ieder weer op zijn/haar eigen fiets verder. Dan rijden we naar Coevorden. Ik heb het eigenlijk wel gehad. Ik wil een ijsje. Die liggen in het huisje. We moeten Coevorden nog door. Van knooppunt 76 naar 77 en dan naar 20. Het is een beetje onrustig. Dan zijn we weer langs het Stieltjeskanaal. We moeten nog het hele park door en dan zitten er bijna 25 kilometer op.

Rob begon over chips. En toen had ik me toch opeens zin in chips! Dat was genoeg reden om hardlopend het park rond te gaan om direct chips te halen. Joggend. Over het pad om het water heen. Ik ga heel rustig en ik kijk goed naar de natuur. Het is een mooi gelegen pad. Allemaal van die huisjes er omheen. Ik volg de wandelroute.

Bij de Market Dame is het weer druk en zet ik het horloge even uit. Ik heb 2 kilometer gelopen. Ik haal 2 zakken chips en M&Ms. De chips moet ik in de hand houden. Ik loop even langs het ezeltje. En dan hobbel ik weer terug naar het huisje, met in elke hand een zak chips. Het is 3 kilometer rond en dan ga ik op de stoelen buiten de chipszak leegeten.

‘s Avonds wil Vincent nog weer gaan zwemmen. Ik ga maar mee, en ik neem een tijdschrift mee. Volgens het schema moet ik nog 20 minuten krachttraining doen, nou – die doe ik in het zwembad! Van de ene glijbaan naar de andere ‘rennen’, springen in de golven en enge trappen beklimmen. Tegen de stroom in zwemmen en glijden. Ik vind het mooi! Een beetje vals misschien, maar hallo – dit was een rustdag!

Tijdschrift? Uhm…. nopes. Ik ga niet stilzitten. De enige keren dat me dat lukt is als ik aan het bloggen ben. Ik ga meteen na de stroomversnelling het 25m bad in en ik ga heel goed letten op de slag. Diep insteken, nakijken, ademhalen en breed insteken. Zo min mogelijk bubbels. Het gaat echt een heel stuk beter! Niet snel, maar wel goed. En dan kan ik dat zwemmen lang volhouden. Bij de volgende stroomversnelling maak ik de 1000m vol. Ik doe zelfs een stukje met de stroomversnelling mee! We gaan op tijd douchen en omkleden. Nu hoeft ik alleen nog maar te bedenken hoe ik uit ga leggen aan de trainer dat ik een rustdag wilde om op die rustdag vervolgens alle drie de sporten uit te voeren! Het is heel simpel: als het niet ‘moet’, dan doe ik alles heel rustig en ongedwongen. Dan voelt het als rust. En een uurtje fietsen in zone 0 mag. Of een half uurtje hardlopen in zone 0-1. ‘of’ is maar een heel klein woordje, dat zie je zo over het hoofd toch 😉 En zwemmen is voor de ontspanning.

20 juli Intervallen ?‍♀️ en stroming ?‍♀️

Op het schema staat een interval hardlopen. Van anderhalf uur. Vincent hoeft maar 40 minuten. We hebben een wandelrondje Dalen gevonden. Dat begint buiten het park. Vincent kan die 1 keer doen en ik dan twee keer. De grootste moeite echter is wederom het park af lopen. Dan zitten we al op dit 2 kilometer. En dan doen we ook nog eens meteen de route verkeerd. We lopen het leuke schelpenpad op.

Ik moet al gauw aan de intervallen. Het is 2 keer 2 minuten, 2 keer 3 minuten, 2 keer 4 minuten, 2 keer 5 minuten en 2 keer 6 minuten. Tussendoor een minuut (wandel)pauze. De eerste intervallen van 2 minuten houdt Vincent me nog bij, maar hij zal daarna al snel de andere kant op terug gaan. Ik pik het wandelrondje Dalen op. In de interval gaat het tempo lekker omhoog. Tussendoor wandel ik. Ik kom bij het spoor.

Ik zou wel een foto van het bordje Rondje Dalen willen nemen, maar als ik wandel, is er geen in de buurt. Ik loop hard langs de scholen en het dorpsplein. Ik loop hard langs de molen en door de straten. Dalen is wel aardig, maar niet heel uniek. Mijn tempo past er prima bij! Langs de oude waterput en de huizen en dan ben ik weer bij het station. Eindelijk een bordje als het me uitkomt! Dan ren ik door de “Daler tuun”, een parkje.

Ik verlaat de route. Ik kom toch te kort vermoed ik. Dubbel het rondje doen is totaal niet nodig. En even later pak ik het rondje weer op, maar dan in tegengestelde richting. Ik ga aan het tellen om de 5 minuten op hoog tempo vol te maken en afleiding te hebben. Ik krijg trek. Ergens tussen de 5 en 6 minuten intervallen neem ik een gel en veel water. 6 Minuten op hoog tempo is best aanzetten. Ik neem de route de andere kant langs en kom weer bij de schelpenpaadjes. Deze keer moet ik er op tempo overheen. Het is benauwd. Niet zonnig, wel drukkend.

Als ik alle intervallen heb gehad, ga ik uit-joggen. Langs Plopsaland en door het park. Wel aan de buitenkant, want ik ben een rode tomaat ? op hobbel tempo. Ik maak er 14 kilometer van in anderhalf uur. Het was een prima training!

‘s Avonds ga ik nog een keer met Vincent mee naar het zwembad. Ik ga voor 40 minuten zwemmen in het ’25 meter bad’. Het is nog drukker. Nog onrustiger. Nog meer cirkelen. Ik ga heel sloom. Strak, maar rustig. Al snel gaat de stroming aan. Zucht. Ik merk het verschil hoeveel mensen er in de stroming zitten! Hoe meer mensen, hoe meer golfbrekers, hoe makkelijker ik bij het lampje kom. Maar ik sla het lampje soms ook over. En dan neem ik de stroming mee de andere kant op. Dat gaat wel lekker dan! Ik hou soms even pauze en stop het horloge dan. Dan weet ik waar de stromingen zaten. Meervoud ja, want het gebeurt zelfs 2 keer! 1 Meisje zwemt me wel 4 keer in de weg. De laatste keer trek ik me er eens niks meer van aan en raak ik haar.

De meeste mensen merken me niet op, want ik ga overal omheen en zit niemand in de weg. Ik ben wel altijd alert en hoop maar dat er niemand op mijn springt. En zo wel, dat de badmeester ‘t opmerkt. Ik tel de meters bij elkaar tot het er 2000 zijn. Daar doe ik nog geen 3 kwartier over. Het zal wel, maar ik heb genoeg geslingerd en gedoe gehad om het toch zeker mee te laten tellen! Dan ga ik nog even in de golven zwemmen. Kijken of dat gevoel van de Frysman er nog is. Maar nee, het is veel en veel makkelijker met een bodem onder je, getimde voorspelbare golven, golfjes windkracht 3 hooguit en een heel klein stukje. Ik zwem bijna onder de lijn door! Hoe moeilijk de Frysman was in vergelijking met dit dringt nu pas door. Ik zit nog even in de branding en dan ben ik weer klaar. Met sporten voor vandaag.

19 juli De fietsreis ? ? ? , de wandeling?‍♀️? ?‍♂️ en zwemmen ?‍♀️

Vandaag gaan we van het huisje in Noord-Drenthe verhuizen naar een huisje in Zuid-Drenthe. Het ene huisje moeten we om 10 uur verlaten, het andere mogen we pas om 1 uur in. Hemelsbreed ligt het nog geen 50 kilometer uit elkaar. We hebben dus veel tijd over. Vincent en ik gaan fietsen van lokatie 1 naar lokatie 2. Rob rijdt. Maar dan nog hebben we tijd over! We spreken af bij Westerbork. Dan blijft 1 iemand bij de volgepakte auto en de fietsen en de andere 2 wandelen het sterrenpad. Om 10 uur rijden we weg.

De auto en de dakkoffer liggen vol. We gaan richting Assen. Meer weet ik niet, Vincent is van de route. En dat is een dingetje…. De route is namelijk een serie rechte lijnen van punt naar punt… Hij moet er zelf de weg bij zoeken. Na enig gemopper en een stukje onverharde weg, heeft ie het door en gaat hij voor de badge ‘navigatie voor gevorderden’. Ik hoeft alleen maar te trappen, te luisteren en mee te gaan. Lekker! Alhoewel… Ik vind het moeilijk de route uit handen te geven en heb net te weinig idee of het goed gaat met de richting… Alhoewel… Mijn beentjes vragen zich af wat we nu weer aan het doen zijn… Alhoewel… Ik heb niet zo heel veel te vertellen eigenlijk… Vincent is hartstikke vrolijk, goed met de route en we komen door prachtige dorpjes. Lekker Drents.

En over de vlakte van Balloo. We gaan langs Roden. Overal is het stil en lekker rustig op deze maandagochtend met perfect weer. We hebben wind mee en het is licht bewolkt. We luisteren van alle duizend keer dat de fietscomputer roept: maak een u-bocht, slechts 1 keer! Dan gaan we terug naar het fietspad. Dat is het moment dat mijn benen zich gewonnen geven en dat ik me er bij neerleg dat ik alleen maar om me heen hoeft te kijken. Straks, na een kilometer of 20 moeten we even uitkijken dat we Westerbork niet missen, maar verder is alles kits. Vincent heeft het volledig onder controle. En is het 2 minuten stil, dan kan hij vrijwel elke keer melden: we zijn uit koers! 1 keer maak ik een foto van het fietsroutebord, maar ik zie Westerbork niet liggen! Na 20 kilometer kijken we op de telefoon en blijken we eigenlijk vlakbij te zitten. Een paar minuten later vinden we Rob op de parkeerplek. Hij gaat lekker samen met Vincent wandelen, terwijl ik bij de auto en de fietsen wacht. Heerlijk, een uurtje niksen! Appen, snoepen en drinken. Ik kom de tijd wel door! Ik vraag bij de trainer een rustdag aan. Want er staan deze twee weken werkelijk elke dag iets!

We fietsen weer verder rond 12 uur. We zijn nog niet op de helft, maar dat boeit niet. We gaan nu helemaal een stil stuk in. Er is bijna niemand en er zijn nauwelijks grote plaatsen. Ik weet dat we langs Orvelte gaan, maar dat is echt ‘schampen’. Van de plaatsen Aalden en Meppen had ik nog niet gehoord. Vooral om Meppen moeten we lachen. Al is Oosterhesselen ook een plaatsnaam die voor pret zorgt. Onderweg doen we twee keer een plasstop, voor elk een. We passeren een meneer daardoor wel 3 keer! We trappen vrolijk verder in een redelijk tempo.

Vincent heeft de route helemaal onder controle. We moeten 1 keer gokken dat de weg niet afgesloten is (wat niet zo is in werkelijkheid, maar wel volgens de borden) en we dwalen even door Dalen. Ik wil de bordjes Huttenheugte gewoon gaan volgen, maar Vincent mijdt het centrum door de rechte lijnen. We passeren het circus en dan komt het wel goed als we een combinatie van de route en de bordjes maken. Ineens zijn we er. Bij Plopsaland. Na dik 60 kilometer. Maar dan moeten we het hele park nog door! Dat is zomaar 2 kilometer extra! We zitten na 63 kilometer fietsen nog steeds in Drenthe.

Rob heeft alle spullen in het huisje gezet. Ik ruim het even op. Het is een heerlijk stekje! Lekker rustig in het bos en niet zo vochtig en vies als waar ik voor gewaarschuwd was. We hebben een fietsenkamer met stapelbed. We hebben iets voor de fiets laten afleveren bij de AH in Coevorden. Dat is namelijk vlak bij het park. Rob en ik zullen er even naar toe wandelen. Dat is een misvatting! We komen namelijk het park niet af. Het is stervensdruk, want wij mochten er als Friendsgast dan wel al om 1 uur in, de rest moet wachten tot 4 uur en dat is nu. Overal auto’s en mensen. En afgesloten hekken. We wandelen 3 kilometer en zijn dan pas het park af. Waar we helemaal omheen moeten lopen! Door alle irritatie lopen we flink door langs de weg. Het is nog saai ook. Na een kilometer of 5/6 ligt ons huisje hemelsbreed nog geen 500m van ons vandaan. We lopen langs het Stieltjeskanaal en komen in Coevorden aan.

We lopen door het park. Er zitten al 7 kilometer op en ik zeg tegen Rob: dat is van ons huis naar het station in Almere Centrum. Dan gaat er een lampje branden: tussen Coevorden en Dalen rijdt een trein. Als het korter lopen is, nemen wij de boemel! Maar eerst de AH. We kijken even in het centrum en als ik borduurstof koop, telt Rob uit dat het anderhalve kilometer korter lopen is na een treinritje. Ik heb vanmorgen namelijk ook al gefietst en Rob heeft ook al flink gewandeld bij de radio-antennes (ook zo’n 6 kilometer) dus wij kijken uit naar het spoor! We hebben iets te drinken gehaald en het pakje bij de AH zit in de rugtas.

Zo leuk: de trein! Ook al is het maar 3 minuutjes. En dan nog altijd 4 kilometer terug wandelen. We nemen frietjes mee en spullen die gekoeld moeten blijven, halen we op het park. Rob heeft de halve marathon gelopen, zoveel is zeker.

Na het eten wil Vincent zwemmen. Die heeft de hele middag stilgezeten. Helemaal alleen gaan vind ik toch onverantwoord, dus er moet iemand mee. Er is een 25 meter bad. En ik heb nog niet gezwommen vandaag…. Maar ik kan daar ook gewoon stil gaan zitten. Dat lukt me ook. Een minuut of 10. Het 25 meter bad is meer een speelbad dan een trainingsbad.

Ik trek het zwemmen naar voren en ga nu een half uurtje, nu ik er toch ben. Ik doe mijn brilletje op en ga heen en weer zwemmen in mijn borstcrawl. Diep insteken en breed insteken is een gewoonte geworden. Rust bewaren is lastiger. Dat komt omdat er veel mensen zijn om omheen te cirkelen. Opletten of ze niet springen of mij in de weg zitten. Tot overmaat van ramp zetten ze ook nog een stroming aan! Die gaat buitenom, maar in het zwembad merk je dat ook enorm goed. Ik moet tegen de stroming in zwemmen! Het is een flinke krachtoefening. En de andere kant op kan ik de stroming mee dan weer gebruiken. Ik zie het maar als training en erger me niet. Als de stroming uit gaat, wordt het lekker rustig in het bad en kan ik tamelijk rechte 25 meter banen zwemmen. Na dik een half uur hou ik het voor gezien.

Al met al heb ik op deze dag 25 kilometer gelopen volgens de Apple Watch, -waarvan 13 kilometer flink gewandeld-, 63 kilometer gefietst en 1400m gezwommen. Raar om dan ook een rustdag aan te vragen…..

18 juli Hardlopen ?‍♀️ en dwalen door Drenthe

Vincent ging fietsen. Ik twijfelde nog even, maar ik dacht: ach, dan kan ik het beste ook nu maar direct gaan. Ik moet hardlopen. Ik vergat dat het op het heetst van de dag was. Ik vergat de hartslagmeter om te doen. Ik vergat het water bij te vullen. En ik vergat de route. Ik had wel een idee, maar niet op mijn horloge staan ofzo. Ik wist wel waar ik heen wilde. Ik wist ook wat de opdracht was: zone 1 en na tien minuten een minuut zone 2-3. Ik wist ook dat ik niet perse anderhalf uur hoefde te lopen. Ik wist waar ik heen wilde: het Vijftig Bunder Bos en langs het mooie meer.

Eerst ‘gewoon’ achter het park langs richting de Punt. Al snel bleek het enorm zonnig en warm. Zone 1 op het fietspad was te doen. Lekker hobbelen. De eerste minuut ging iets harder, maar verre van snel. Na een volle sportweek ben ik gewoon een beetje moe aan alle kanten. Misschien moet ik de trainer toch maar eens vertellen dat ik echt niet voor een hele triatlon train en dat ik vakantie heb en geen sportkamp.

Op de kruising ging ik naar rechts. Dat ging in mijn optiek richting het Vijftig Bunder Bos. Helaas, dat was niet waar. Helaas, het was in de volle zon. Helaas, het was langs de N34. Helaas, het was mul zand. Helaas, ik moest weer een minuut aanzetten. En het meest helaas: het pad hield op, omdat het verzoop. Overstromingen in Drenthe. Op kleine schaal weliswaar, maar hinderlijk voor mij.

Voordeel: er liep een dijk naast. Nadeel: onverhard en ongelijk gras en volle zon en een hogere hartslag en dus een lager tempo. Door hobbelen dan maar. Tempo loslaten. Ik kwam bij het fietspad en het bruggetje. Dat had korter gekund!

Geen Vijftig BunderBos around en al dik 6 kilometer onderweg. Waar nu heen? Ik keek op de kaart en zette het horloge stil. Dat is een nieuwe gewoonte. Stop het horloge als je stilstaat. Even het zweet wegvegen, uitkijken over de velden en bedenken dat ik Rob altijd kan inschakelen voor nood. Ik denk zelfs even aan terug gaan over dezelfde weg. Even. Heel even.

Nee. ? ?

Dus ik loop verder en versnel nog een keer en hobbel daarna weer. Opeens sta ik -warmpel- tegenover het Vijftig Bunder Bos! Winnie de Poeh ontbreekt. De wagonlading fietsers heeft ‘m samen met Tijgertje en Piglet weggejaagd denk ik. Ik kijk op het fietsbord (als de andere fietsers klaar zijn) en ontdek dat ik best aardig ga. Knooppunt 66 en 62 en dan kan ik langs het water als ik nog tijd heb.

Ik loop weer over een zandpad. Ik ga maar gewoon door. Heet is het toch. Zweten doe ik toch. Als de plassen groter zijn dan het pad, ga ik het fietspad op. Ik zie twee oude tractoren. Dat is iets anders als alle fietsers, die er nu niet meer zijn! Het is mooi groen.

Ik heb niet zoveel veerkracht vandaag. Geen zin om maar te blijven hollen of iets te moeten. Ik versnel wel netjes elke keer zo’n beetje, maar er is geen fanatisme. Net te weinig energie. Net te weinig genieten. Ik kijk om me heen naar de boerderijen en het landschap, maar het dringt niet echt door dat dit de laatste keer is dat ik hier rond Zuidlaren loop.

Het is het allemaal net niet. Al moet ik grinniken om het accent van de fietsers die net als ik moeten opzoeken waar ze zijn bij knooppunt 66. Nog ongeveer een kilometer en dan kan ik naar het water toe lopen. Rob SMSt me. Hij moet Vincent gaan assisteren bij het fietsen. Dat geeft mij tijd en rust. Ik loop zo hard mogelijk door over de vreselijk zonnige, lange weg. Dat is het helemaal niet voor mij. Ik haat alle drie de zaken. En het tempo haat ik ook. Zeker op dit moment. Maar goed, ik heb er tien kilometer op zitten en ik weet nog waar ik naar rechts moest voor het meer. Een trailpad. In de schaduw. Rust. Aan alle kanten. Het is er mooi.

Ik stop even en bel Rob. Hij kan mij ook oppikken als dat moet. Ik ga verder langs het water en geniet er van dat het mooi is. Niet zo druk en niet zo heet. En hé; ik doe zo’n beetje precies de route die ik gedacht had uiteindelijk! Ik doe een lekker snelle onverharde versnelling. Rob neemt Vincent mee. Die heeft het fietsen ook wel gezien bij deze hitte. Mijn water is op. Ik herhaal: het water is op! Ik loop langs de carpoolplek en ik denk er even over om langs de achterkant het park op te gaan om de 15 kilometer te halen. Even. Maar het is niet nodig en niet verstandig.

Ik ga terug naar het park. Daar loop ik nog wel via de andere kant om de 14 kilometer te halen, maar het gaat echt moeizaam. De opdracht zit er op. Ik hoeft vanmiddag helemaal niks meer te doen, behalve bijdrinken (thee), TV kijken (F1) en relaxen (borduren). Ik ben het eerste thuis en eet de zoute stokjes op.

Anyway, dat was een week van bijna 17 (zeventien) uur sport, als je alles meetelt. Wat ik normaal niet zou meetellen (wandelen, duiken, krachttraining) was het zwaarste, dus dat is meegerekend ook! De ‘gewone’ sporten (zwemmen, fietsen, hardlopen) zijn toch zo’n 14 uur en daar is ook niks mis mee. Vakantie heet dat 😉

17 juli Duiken ? , fietsen ?‍♀️ , kracht ? en een visje ? rennen ?‍♀️ .

Spannend vonden we het. Alledrie. We gingen een introductieduik doen in het Veenmeer. Dat ligt op het vakantiepark waar we zitten. Om 10 uur worden we verwacht. Mevrouw M wacht ons op. We krijgen ieder een eigen begeleider en M legt goed uit wat we moeten doen en hoe we gaan duiken. Het is zo nieuw allemaal! Ik kan me er nog niks bij voorstellen. We doen een pak aan wat hartstikke dik is. En dan worden we verzwaard met lood. Dan nemen we het duikvest mee naar het water en moeten de flippers aan. Een foto en dan gaan we los van elkaar op voor de eerste duik!

M gaat met mij mee. Heel rustig. Ik moet even wennen aan het ademen. Ik kan me er niet echt iets bij voorstellen, maar het is allemaal niet zo moeilijk als je het door hebt. Dan gaan we onder water. Een kwestie van je vest leeg laten lopen. Ik ga soort van liggen bij de bodem op het zand. Het hele idee is onwerkelijk. Net alsof je maar een beetje onder de oppervlakte zit. Ik moet even mijn oren laten ploppen en dan bewegen we ons voort over de bodem. Ik vind het veel herrie. Dat ademhalen klinkt zo luid! Ik kan de bodem aanraken met mijn blote handen. Dat is echt stoer! Ik zie de plantjes en het trapje. We gaan even naar boven zodat ik kan zeggen dat het goed gaat. En weer onder water. Ik moet op de visjes letten, maar ik ben in de ban van de bodem. Die zie ik eigenlijk nooit. En de plantjes zien er hier ook zo raar uit. Ik heb de neiging om te zwemmen en snel te willen bewegen. Ik ben gewend aan de herrie intussen en kan prima aan mijn lucht komen. Ineens ben ik weer boven zonder dat dat de bedoeling was. Is niet erg, dat is het drijfvermogen. Het is een veilig idee dat M erbij is. We gaan langs de kant. We keren om en dan kom ik tot rust en ga ik echt goed kijken. Ik zie een hele school visjes. En die plantjes! Nu vind ik ze alleen nog maar mooier! En dat ik gewoon diep onder water zwem op een meter of 3 en dat dat gewoon zomaar kan. De bodem aanraken. Ik kom opeens wel tot rust. En dan gaan er boven gele flippers langs! Dat is Vincent en zijn begeleider. We zwemmen visjes tussendoor en dan zwemmen we zowat tegen Rob en zijn begeleider aan. Rob heeft erg veel last van zijn oren en hij komt niet zo diep. Ik duik weer naar beneden en dan ga ik heel erg rustig aan het kijken en genieten. Ik zie vele visjes, die ik niet kan aanraken of pakken. Ik zie de zonnestralen. De bodem blijft me fascineren. Het enige lastige is dat ik niet heel breed kan lachen van plezier met dat ademapparaat in mijn mond. Wat me het meest fascineert is dat dit zomaar kán, dat ik dit zomaar dóé. Al die vissies. Het is een soort levend aquarium. Dan komen we weer boven en zijn we terug bij de steiger. M helpt me met mijn flippers. Ik vond het echt een geweldige ervaring! Wat ben je (letterlijk) loodzwaar als je uit het water komt. Maar ik ben ook blij dat het pak uit kan. Ik ben niet direct gegrepen. Rob komt er ook uit, maar die is begrijperlijkerwijs wat teleurgesteld dat hij niet zo diep kon komen met zijn oren. Vincent komt als laatste boven.

Die heeft een enorme karper gezien! Ik weet niet zeker of ik jaloers op hem ben… Voor mij waren de kleine visjes, de plantjes en de bodem en vooral het besef dat ik diep onder water kan komen een fascinerende ervaring.

Eigenlijk zou ik er van willen bijkomen, maar de winkel roept en de lunch en het schoonmaken en daarna het fietsen wat op het schema staat. Als we de banden willen oppompen, blijkt het CO2-pompje niet te werken. We lenen een fietspomp en ik ga in mijn tocht langs de fietsenwinkel in Zuidlaren. Al met al is het een onrustig vertrek zo. Ik ga solo fietsen. Muziek en water en sportdrank bij me, de route heb ik gemaakt. Eerst een dik uur in zone 1. Dat is al lastig. Soms kom ik er niet eens in en als ik er dan ben, dan is de hartslag ook zo weer te hoog. Of dan moet ik even achter een andere fietser wachten – te laag. Iemand inhalen – te hoog. Afremmen voor een rotonde – te laag. Kijken naar de route – te hoog. Tempo maken – te hoog. Inhouden – te laag.

Ik fiets de provincie Groningen weer in. Langs Glimmen. Hier was ik van de week ook, maar toen was het rustig. Dit is een zonnige zaterdag en het is druk met dagjesmensen op de (elektronische) fiets. Ik ga langs Meerwijk. Dat is leuk met veel water. Ik moet wachten voor een krakende ophaalbrug.

Mijn muziek staat nog niet aan. Ik drink wel netjes de sportdrank. Dan over de camping en opeens sta ik bij het veerpontje. Dat ligt aan de rand van het Zuidlaardermeer en is een handbediend pontje. Het is een drukte van belang en gelukkig ben ik net op tijd om mee te gaan. Het gaat erg langzaam, maar ik hoeft niet te draaien. Het horloge draait ook niet mee. Ik zet mijn muziek aan.

Dan ga ik snel verder tussen het waterrijke gebied door. Wind mee of gewoon even rust of lekkere fietspaden of een combinatie van die drie zorgen voor een fijn tempo. Maar de hartslag is meestal te laag. Ik begin me zorgen te maken over de intervallen.

Ik kom door het schattige dorp Noordlaren. Vaak denk ik aan Joyce’ advies om dit te zien als een trilloop en vooral goed rond te kijken. Ik volg de route en kom weer op een smal fietspad waar ik eerder deze week ook al was met Vincent. Langs Glimmen en Haren. Ik moet Haren door en dat is een logistieke ramp qua route volgen. Ik raak geïrriteerd, want de intervallen komen er aan. De eerste gaat door de route de mist in. Ik kan niet hard door een dorp scheuren, liggend op de bars! De irritatie zet door. Ik had hier de lange rechte paden bedacht, na 24 kilometer, maar ik ben zo ver nog niet. De route gaat anders als ik verwacht en de irritatie is compleet. Ik rij op en neer, zie hoe laat het is en ik wil voor de sprintrace terug zijn in het huisje. Ik wil de intervallen wel doen, maar hoe… Ik wil de route ook wel volgen, maar ik moet wat anders rijden.

Dan kies ik de lange rechte wegen en ga afsnijden langs het Paterswoldemeer. Dat is erg mooi en net zo vol bootjes als het Zuidlaardermeer. Ik vlieg er langs. Een paar minuten. En dan moet ik daarna weer een paar minuten rustig aan. Hoe de interval in elkaar zit, ontgaat me. Het is weer te veel: letten op de route, letten op de interval, letten op de hartslag en letten op de weg. De route gaat als eerste mis. Daarna volgt de interval. Ik weet niet meer waar ik zit, letterlijk en figuurlijk. Ik scheur Eelde door, maar mensen gaan niet aan de kant of horen mijn bel niet. Het is bijna gevaarlijk met mijn irritatie. Na Eelde geef ik het op. Ik doe de intervallen als ik merk dat de ruimte er is. Ik kom weer op de route (of het computertje berekent iets nieuws, dat kan ook) en ik kom langs het vliegveld. De KLM Flight School zie ik staan.

Een heerlijk breed fietspad ligt voor me. Hoeveelste van de 6 intervallen het is, weet ik niet, maar deze gaat super. Ik fiets net tegen verzuring aan. Maakt me niet uit hoe lang of hoe hard. Dat zie ik toch niet! En dan zoek ik in de rust de route weer op. Richting Tynaarlo en Zuidlaren, dan komt het goed. Ik kom op een mooie weg en na 3 auto’s is tie leeg. Ik doe nog een heerlijke interval. Tussen het groen op een weg die voor mij is. Tot de volgende kruising. Ik heb zeker 6 versnellingen geprobeerd. Het fietsen wordt er afwisselender van. Nu heb ik er genoeg van. Ik wil er zijn. Geen idee hoe ver ik al heb gefietst (al ruim 40 kilometer), geen idee hoe ver het nog is (volgens het bord is Zuidlaren 12 kilometer, maar Tynaarlo nog maar 3) en al helemaal geen idee hoe ik moet rijden. Ik ga trouw de route volgen en kom door een prachtig Drents dorpje rondom de brink. Inclusief schapen in het midden.

Hoewel de bidon sportdrank leeg is en het prachtig is om hier te fietsen, ben ik toch nog steeds ietwat geïrriteerd omdat ik niet kan plaatsen waar ik ben. Dan kom ik in Tynaarlo en ik ga naar de A28. Hier was ik vorig jaar al eens.

Ik weet het nu zo’n beetje, maar of ik de sprintrace zal halen weet ik niet. Ik haal de 50 kilometer (net) niet, maar dat boeit me al niet meer. Ik wil wel ongeveer 2 uur halen en dat zal me lukken. Het laatste stukje over het fietspad wat ik ken, versnel ik nog een keer. Voor de sprintrace…. Die sprintrace haal ik precies. Ik heb 48 kilometer gereden in dik 2 uur. Geen snelheidsrecord. Ik waardeer de brede, rechte fietspaden in Flevoland sinds vandaag weer ietsje meer.

Warempel zit ik ook een dik half uur buiten in het zonnetje. Dan heb ik nog een krachttraining staan op het schema. Voor iedereen die denkt dat ik op vakantie ben: het is een sportvakantie! Ik doe vandaag iets te weinig krachttraining, maar het gaat me steeds gemakkelijker af. Na de krachttraining ga ik buiten nog een klein stukje hardlopen. Voor de bingo van Trispiration moet je een dier-vorm fietsen. Op het park heeft Vincent een vis-vorm gezien. Die is ongeschikt voor fietsen, maar heel goed te lopen! Het lijfje is de weg en de vin achteraan is langs de midgetgolf. Omdat het heel klein is, loop ik drie keer. Binnenkant van de weg, midden van de weg en buitenkant van de weg. En langs de midgetgolf elke keer een beetje anders.

Ik ga hard. Ik zet mijn beste beentje voor en het is maar een klein stukje. 5:16 en dan nog een keer. Ik doe het vinnetje zelf iets vaker om op de 2 kilometer te komen. In 10 minuten en 17 seconden.

Niet om het een of ander, maar ik heb vandaag weer genoeg gedaan! Ik schiet al lekker op met de bingo. Dat gaat nergens over, maar het zijn leuke uitdagingen.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2021-20

Vrijdag 16 juli – Een trail met natte ? en asfalt en alles wat ertussen zit ? , een letterslang ? voor sport zonder de t van triatlon, 15 intervallen ?‍♀️ en samen met een vrolijke Vincent ?‍♂️

“Mama, gaan we trail lopen?” Dat is een goed idee hier langs de Drentse Aa en met een Ardennentrail in het vooruitzicht (ook al verschilt het landschap en de hoogtemeters nogal van elkaar) Ik zet de route uit en zal deze volgen op mijn horloge. Ik moet ook de intervallen in de gaten houden, maar de eerste 25 minuten lopen we allebei in zone 1. Vincent verveelt zich. (huh?) Dus we gaan een letterslang spelen met sporten. In de ruimste zin van het woord. Als wij door de modder lopen op het veld en natte voeten halen, bedenken we iets met sport dat begint met de letter N (Nike, nordic walking) of L (linkerschoen, langlaufski) of R (renbaan, Reebok).

We stoppen voor een plas en een selfie en dan zijn de makkelijke 25 minuten alweer voorbij. Door voor ik-weet-nog-niet-hoeveel intervallen van 80 seconden in zone 2-3. Leuk en aardig, maar de trailondergrond is totaal ongeschikt voor snelheid. Ik doe mijn best, maar de Garmin moppert dat de hartslag te laag is na 30 seconden. En dan 19 seconden later dat ik in de goede zone zit. En dan 12 seconden later dat ik naar links moet. En dan 4 seconden later dat de rust ingaat. En dan weer 3 seconden later dat ik nu echt naar links moet. Kortom: ik mis wel eens het een en ander, of dat nu de rust of de route is. Daarbij moet ik nadenken over de letter M en iets met sport en ik mag naar Vincent luisteren. Het woord rommelig is niet met de M, maar zo voelt het wel en ik zet de woordslang even op pauze. Ik kom er achter dat ik maar liefst 15 intervallen door moet! We steken om een soort camping heen over een pad waar bramen en brandnetels uitsteken. “Gaan we alweer wandelen”, roept Vincent.

Hij heeft meer dan genoeg energie over en kwebbelt maar door, terwijl ik de goede hartslagzone én de goede route probeer te combineren en ondertussen ren ik mijn benen onder me vandaan. Bij de tiende keer gaat hij me ondersteunen door een heel verhaal te vertellen in 80 seconden. Liefst over Pokemon of Fortnite. We komen ergens bij interval 11 of 12 op de verharde weg en het is duidelijk dat de intervallen daar toch voor bedoelt zijn! Het kan even op een hoger tempo. Van korte duur, hooguit 2 intervallen lang en Vincent roept welke tijd ik loop. Ik heb echter nog een trailpad op de route staan.

De laatste interval doe ik op de weg. Vincent kletst (“nu loop je tenminste lekker door mama” ? ) en ik tel en loop zo hard als ik kan en dat is zwaar. Daarna verklap ik dat ik winegums bij me heb, waar ik van word beroofd.

We gaan uitlopen in zone 1 met nog een korte stop voor een selfie en een plas en dan pakken we de letter M weer op. Bij de T houdt het op, want ik roep TACX. Einde spel. Tot we de weg oversteken, dan ontdekt Vincent wat we vergeten zijn: de XL-Triatlon. We hebben het gehad over tennis, tafeltennis, toren (van het schaakspel), tegenstander, trailrunnen; maar TRIATLON zijn we totaal vergeten! 11 kilometer in laag tempo, maar we hebben wel lekker een training gedaan samen!

Donderdag 15 juli Een triatlon ?‍♀️ ? ?‍♀️ met mijn afstanden ? en op mijn manier. En die van Vincent!

Vincent moest zwemmen (een half uur), we moesten samen fietsen (anderhalf uur) en ik moest hardlopen (40 minuten). Vincent mag niet zomaar alleen zwemmen, dus…. ik ga mee. Ik heb de hele ochtend rust gehad. Waarschijnlijk kan ik straks niet meer zwemmen, dus ik ga vandaag graag. Als het droog is, doen we een wetsuit aan en gaan we. Ik zie al op tegen het uitspoelen, maar ja… Eenmaal in het water is het maar wat fijn dat we een wetsuit aan hebben! ‘t Water is afgekoeld. We zwemmen naar de witte cone, naar de groene boot aan de overkant. Ik ga lekker. Ik moet wel mijn best doen, maar ik steek vanzelf alleen nog maar breed in. Dan naar het steigertje.

Ik ga om het bosje heen, maar daar is het ondiep. Dan zwemt Vincent terug en ik ga via de groene boot en dan met de golven mee naar de schommel op de waterbaan. Vincent zwemt terug en zal zichzelf en zijn wetsuit afspoelen. Ik zwem nog drie rondjes om de drie boeien heen. Eigenlijk wil ik wel de 2000m zwemmen, maar ik heb er niet echt de tijd voor en de training is toch al te lang.

Ik wandel naar huis, geef Vincent ook mijn wetsuit om af te spoelen en pak de fietsen. Ik doe fietskleren aan. We gaan gewoon lekker langzaam anderhalf uur door Drenthe toeren. Ik heb een route richting Assen gemaakt, Vincent heeft de fietscomputer. We keuren de brede, geasfalteerde paden in Drenthe al snel goed. Geen zand, geen schelpenpaden. We spelen wie-heb-ik-in-mijn-hoofd. Na een kilometer of 18 zoeken we aan de rand van Balooerveld een bankje uit voor een minimarspauze.

Ik krijg van Vincent het fietscomputertje om er mee te leren omgaan. Als het daglicht aanstaat, kan ik het een stuk beter zien! We gaan een woordslang maken met sportartikelen. In de ruimste zin van het woord. Het fietsen gaat nu tegen de wind in en iets minder hoog tempo. Ik ga maar 1 keer een beetje de mist in. Vorig jaar heb ik hier toch ook allemaal een keer gefietst. We gaan via Zuidlaren terug. Ondertussen komen er woorden als overtreding, Nederlands elftal en dartbord langs in de woordslang!

Bij het huisje wisselen we. Vincent mag op mijn fiets, ik doe loopschoenen aan. Ik zie op tegen het lopen. We gaan naar de boerderij. Mijn horloge staat op fietsen ingesteld en dat gooi ik snel weg. Ik heb de witte schoenen aan en loop fijn. Vincent is diep onder de indruk van mijn fiets. Hij scheurt rond. Ik ren door de boerderij en groet dezelfde meneer als die we gister bij de wandeling zagen. Het gaat zo lekker! Vincent racet op mijn fiets. Ik loop gewoon hard. Geen benauwdheid en een goede warming up gehad.

Na 3 kilometer gaat het tempo alleen maar omhoog! Ik moet even stoppen om een foto te maken van een hele uitgelaten gup op mijn fiets.

Dan weer door. Ik zal voor de 5 kilometer en voor een tijd van minstens 32 minuten voor een groene training in Training Peaks, zeker langs de boerderij moeten lopen. Hoe we dat doen met eten kan ik niet goed bedacht krijgen. Vincent fietst even bij me. Op de weg terug naar de sportboerderij gaat hij weer lekker racen. Ik moet aanzetten om de 5 minuten zo snel mogelijk te halen. Intussen heb ik het warm en wordt het wat zwaarder. Binnen 29 minuten. Weer gedag zeggen tegen de sporters bij de boerderij en dan om het park heen lopen om patat te gaan halen. Bij bijna 6 kilometer gaat het mis: kramp en buikpijn en last van de darmen. Ik maak met moeite 6 kilometer vol en wandel dan. Vincent is verliefd geworden op mijn fiets.

Ik heb toch maar mooi een triatlon gedaan! Al met al duurde het van 3 uur tot kwart voor 7, maar so what! Ik had ook de meest rare afstanden: 1400 meter bij 32 kilometer bij 6,5 kilometer.

woensdag 14 juli fietsen in Groningen en Denemarken ?? ⁉️. Met een ijsje ? in Zuidlaren.

Een tourrit op de racefiets. We gaan lekker rustig, we hebben 3 uur de tijd voor 60 kilometer. Eerst moeten de fietsen op orde gebracht.

We hopen dat het niet gaat regenen. Ik heb de route gemaakt en Vincent heeft die op de fietscomputer staan. Ik weet het zo’n beetje. Voor de Trispiration Jaarchallenge ga ik 30 kilometer in Groningen fietsen. Na 5 kilometer zijn we in de provincie, als we het brugje overgaan.

Daarna komen we op een ZANDPAD. Dat fietst totaal niet. Groningen zal haar uiterste best moeten doen om dit goed te maken! Het is maar een klein stukje en dan is het weer een verharde weg. Vincent ratelt de hele tijd door over zijn Pokemons en de Lego vrachtwagen die hij heeft gekocht gisteren. Onophoudelijk. Ik zit in de luxe positie dat ik niks hoeft te zeggen! Vincent zegt ook of we links of rechts gaan. Heerlijk. Er zijn brede wegen waar we moeten uitkijken voor auto’s en smalle fietspaden die twee kanten op gaan. We komen door Onnen en Haren. We gaan over een ophaalbrug en langs een haven.

Alles gemoedelijk en gezellig en lekker rustig aan. De tourrit-modus. Het is droog en niet te heet en niet te zonnig. We komen nauwelijks andere fietsers tegen en ook dat is top, want dan moet je weer uitwijken en het inhalen organiseren. We komen door Harkstede waar de klokken luiden. En opeens gaan we een fietspad achter de wijk in en komen we prachtig langs de plassen te rijden. Er schijnt zelfs een zonnetje!

We rijden langs Schaaphok en dan zie ik het doel van onze rit plots staan: we zijn in Denemarken! Precies rond de helft. We willen een ijsje halen, maar in Denemarken en omgeving is geen ijskraam te bekennen. Het is wel een prima afspiegeling van Denemarken: plat en saai.

We nemen een Mars op een bankje. En dan rijden we door naar Slochteren. Een leuk dorpje. Om doorheen te fietsen. Verder is er geen eens een ijskraam. Wel veel leuke Groningse huisjes. Intussen zitten de 30 kilometer in Groningen er ook op. Ik kan met een gerust hart terug naar Drenthe.

We laten ook Froombosch achter ons en we hebben een stukje wind mee, waardoor het lekker opschiet. Dat mag ook wel. We gaan door Sappemeer heen. We pakken weer zo’n fietspad langs een achterbuurt en hetzelfde als eerder gebeurt: ineens een heel mooi fietspad door de natuur.

We schieten nog een stuk op en het lijkt erop dat we de 3 uur niet halen met onze 60 kilometer. Na ruim 50 kilometer, waarvan 46 kilometer in Groningen rijden we Drenthe weer in. Zuidlaren staat al op de borden. Mijn route heeft nog een verrassing in petto: over de brug heen bij de molen!

Als we de fietsen de brug over hebben gesleept, zegt Vincent: we moeten terug, want dit is weer een zandpad. Of het schelpenpad rechtdoor. Ik kies voor het schelpenpad. Die fiets gaat echt niet terug de brug over! En schelpen kunnen na het zand ook nog wel. We wijken een beetje af van de route, maar het is simpel: gewoon naar Zuidlaren rijden. Dan halen we op de eerste plaats de 3 uur bijna en op de tweede plaats ook nog de 60 kilometer (de route was origineel maar 57 kilometer). Vincents dag en tocht worden helemaal compleet een succes als er een Audi V6 of V10 auto langscheurt met veel herrie. Hij is in de zevende hemel. In Zuidlaren stoppen we bij de eerste de beste snackbar voor de ijsjes.

Daarna fietsen we door Zuidlaren, maar gelukkig niet door de onrustige winkelstraat. We hebben geen regen gehad. Op het laatste stukje moeten we om meer (eletrsische) fietsers heen slingeren dan de eerste 55 kilometer. Ruim 60 kilometer en dat binnen 3 uur, maar zo dichtbij de 3 uur dat de training helemaal meetelt!

dinsdag 13 juli Rennen ?‍♀️ in tropisch ? Drenthe.

?‍♂️ Vincent rent ook, maar de route is wazig ? en we raken elkaar kwijt 〽️ en we zweten ? ons pannetje uit.

Vincent moest andere intervallen doen dan ik, dus we gingen gescheiden van elkaar. Hij moest ook korter. Ik had een route in gedachten voor mezelf voor 70 minuten. Ik moest eerst in zone 1, dan een heerlijk half uur zone 2 en dan twee keer tien minuten in zone 3 en zone 4, waar ik niet naar uitkeek. Vincent ging, ik ruimde nog wat op en ik ging ook. Inhobbelen. Wie kom ik tegen aan het eind van het park? Vincent in wandelpas. Het was zo warm dat zone 1 wandelen was voor hem. Ik ben de drukkende klammigheid intussen iets beter gewend. Kon ik mooi zakdoekjes inpakken. Hij liep met mij mee. Ik hobbelde door en hij haalde me in. Hij ging wandelen en ik hobbelde hem voorbij.

Zo speelden we even ‘haasje over’, tot hij achter me zat en appte dat ik moest ‘stofzuigen’. Ik ga lekker doorbabbelen in zone 2. Dat gaat prima. Hij ging met mijn route mee. Ik dacht dat hij dan wel eerder terug kon over de verharde weg. We staken het spoor over. Bij De Punt.

Er is daar een triatlon gehouden: op de weg staan de pijlen voor het fietsen en rennen. De route wijkt meer af van het spoor dan ik dacht en Vincent moppert dat hij nog 3 kilometer terug moet lopen in 10 minuten. Hij kan op zijn telefoon kijken. Het is bloedheet. Ik druip echt leeg. Mijn shirtje is hartstikke nat. Ik zie op tegen zone 3 en ik denk dat ik ook maar de grote weg afloop, want mijn route is wat lang. Als ik bij de weg aankom, blijkt dat ik daar helemaal niet op kan! Dus ik keer om en ik zie Vincent nergens meer. Ik loop flink door en drup nog verder leeg. Straks ben ik gesmolten! Ik zie wel een weg richting terug. Tussen zone 3 en zone 4 stop ik even om Vincent de appen. Die loopt op de onverharde weg terug die ik zag.

Ik ga daar ook heen en loop dus onverhard zone 4 door te puffen! Ik probeer hem in te halen, maar op de kruising weet ik niet of hij links of rechts ging. De mevrouw met de hond heeft hem wel gezien, maar weet het ook niet. Ik kies rechts richting het spoor en knal nog even door in zone 4. Achteraf gezien had ik beter links kunnen kiezen, net als Vincent. Bij de spoorwegovergang ben ik leeg: zowel qua vocht als qua vermoeidheid. Ik wandel zone 1 terug in. En terug richting het park, waar Vincent inmiddels al is. Ik wissel joggen en wandelen af. Al met al maak ik de 12 kilometer vol binnen 75 minuten. Ik druip letterlijk af.

Vincent moet ook nog zwemmen volgens het schema. Ik vind het niet goed dat hij alleen gaat, dus ik ga mee. Het is allemaal een beetje onrustig, omdat we tussen de buien door gaan en we niet heel veel tijd hebben voor het eten. Moet ik ook nog teruglopen voor de zwembrilletjes!

Vincent vindt het water koud. Ik wil voor de bingokaart 3 rondjes om de boei zwemmen en ik heb de Gopro bij me. Maar die zinkt telkens. Het gaat helemaal niet snel. Heel rustig aan zelfs. Ik heb een achtje bij me.

Vincent heeft te weinig vet om het warm te krijgen. We zwemmen naar de andere kant. En dan neemt hij mijn achtje over en zwemt terug. Ik ga nog een keer om de boei heen en dan moeten we ons haasten om te gaan eten. Ik had het niet koud, maar Vincent heeft het met mijn jasje aan nog niet warm!

maandag 12 juli Zwemmen ?‍♀️ in buitenwater ? in Drenthe

Inpakken, opruimen, slecht slapen, een stuk rijden, uitpakken, inrichten, naar de supermarkt en dat noemen ze dan vakantie! Gelukkig is het deze keer droog in Drenthe. Als alles geregeld is, kan ik eindelijk het water in. Aan de ene kant ben ik te moe om er veel zin in te hebben, aan de andere kant is het heerlijk dat ik hier weer kan zwemmen. Vincent filmt me als ik vanaf het strandje het water in ga. Een vinkje op de bingokaart bij “zwemmen vanaf een strandje.”

Ik heb alleen mijn trisuit aan, maar de kou valt mee. Ik zwem lekker naar de andere kant. Maak een rondje. Ik ga alles behalve op snelheid. Ik steek breed in, let op mijn hand en ga door naar fase 3: ontspannen van de linkerhand. Navigeren schiet er een beetje bij in, maar verdwalen op deze plas kan toch niet. Ik ga een kilometertje zwemmen. Voor de badge.

Daar heb ik half uur de tijd voor. En eerlijk is eerlijk: die tijd neem ik lekker ook! Ik ga nog een keer om het witte boeitje heen en zwem zelfs langer. Maar ja, nu kan het. Ik word wel nog vermoeider, maar dan ook maar nog iets trager. Sporten in Drenthe! Kom maar op…

11 juli: Door het Kotterbos ? met Joyce ?‍♀️??‍♀️

Als ik opsta, voel ik me weer goed. Ik heb ruim 12 uur geslapen en de vermoeidheid is weer foetsie gelukkig. Toch kijk ik het even aan en spreek ik af met Joyce dat we dicht bij huis blijven in het Kotterbos om te hardlopen. Dan kunnen we snel terug zijn als het niet gaat met mij. Om half 2 lopen we naar buiten. Bijkletsen noemen wij dat. We hebben elkaar al even niet gezien, dus er is meer dan genoeg te kwebbelen! Na anderhalve kilometer weet ik het al: dit gaat prima! Joyce weet het ook al: haar gaat het niet zo lekker. Het is warm en benauwd. Meestal meer haar weer dan het mijne, maar blijkbaar keren we de rollen vandaag om. We gaan over ‘mijn’ pad lopen. Ik voorop en ik geniet ervan dat het lukt om te lopen. Niet dat ik het niet meteen stikheet heb, maar het gaat wel! Na 4 kilometer doen we een stop. Wij stoppen tegenwoordig ook de horloges. Na het stilstaan lopen wij en de horloges weer door. We lopen nu onverhard en dat is te voelen! En terug te zien in het tempo. Niet erg hoor, want het geklets kan gewoon doorgaan, welke ondergrond ook.

We gaan weer terug aan het einde van het Kotterbos. Even over het fietspad en dan door het natte gras. Ook onverhard. We lopen om de berg heen en naar boven. Joyce is eerder boven dan ik! Ik hoeft niet. Boven gaan we even zitten en een rare meneer met blikje bier spreekt uit hoe stoer hij ons vindt.

We lopen over de natuurbrug. Met een flinke doorstap-pauze om extra lang te genieten. Joyce wil eerder terug dan ik! No problemo. Als ze wat vaker wil wandelen, heb ik daar ook geen enkele moeite mee. Zij meer dan ik, want dan voel je je schuldig alsof je iemand ophoudt. Niet dat het zo ís, maar zo voelt dat dan. We doen het rondje langs de vogels en dan over het fietspad terug. Het is een beetje bos-slalommen. In de warmte. In de klammigheid. Onder een dekentje door van dikke lucht. Snel het bos weer in en doorstappen.

We gaan weer richting de berg terug, maar dan langs de wilgen en het water. Joyce vindt het wel best en ik ken de weg op mijn duimpje. We doen nog lekker een stopje. Ik heb een heel, heel smerig Torq-gelletje. Zo vies! Maar het helpt wel, want ik loop makkelijker naar de andere uitkijkheuvel. Omhoog klimmen als een Ardennen-pad.

We zitten op de heuvel nog eens op een bankje. En dan naar beneden en aan de zijkant van de brug weer omhoog. We lopen nog achter de Sieradenbuurt door. Wegens een vliegjesaanval die verstikkend werk doet, moeten we nog even stilstaan. We lopen 13 kilometer vol. Puffend. Van de hitte natuurlijk!

Ik baal als een stekker dat het zwemmen niet lukt vandaag. Maandag ook al niet (ivm visite). Er zijn geen baantjeszwembaden open op normale tijden. Heb ik deze week zomaar het zwemmen moeten skippen! Dat zit me dan dwars.

10 juli: Wanner strijken telt als krachttraining door de vaccinatie ?

Het gaat me goed na de coronaprik. Ik doe eerst de dingen die ik moet doen, maar ik vind dat niet alles op z’n hardst hoeft. Lopen heb ik uitgesteld tot morgen. Vandaag hoeft ik alleen maar een krachttraining te doen. Ik heb een stijve arm en vind voor vandaag dat strijken ook telt als krachttraining! Dus dat doe ik lekker. ‘s Middags is het opeens op. Ik ga om 4 uur op de bank liggen en ik krijg mezelf er niet meer vanaf gesleept. Ik voel me beroerd en dood- en doodmoe. Eten is eigenlijk te vermoeiend, omdat ik dan mijn vork moet optillen. Naar de WC gaan is ook te vergelijken met een trailtje van 18 kilometer. De trap opkomen lijkt onmogelijk. Om 7 uur lig ik in bed te slapen. Hoe ik morgen moet gaan hardlopen weet ik niet. Zelfs voor denken eraan ben ik al te moe.

9 juli – De gemeentegrens van Almere ?‍♀️ met de missing brug bij de Hoge Vaart

Een overvolle vrijdag begint met een rit van 3 uur op de fiets. Ik ga de gemeentegrens van Almere fietsen. Die ligt al een tijd klaar, maar voor de bingo is het een opdracht die prima te combineren valt met een lange rit. Als ik maar eenmaal op de dijken ben is het een makkie. Ergens heb je hier altijd wind tegen. Ik moet intervallen doen. Vincent zet de route voor mij op het fietscomputertje. Raar is dat als je eerst ver weg naar de Trekweg gaat. Ik erger me dood aan het fietscomputertje wat de hele tijd piept en beweert dat ik de route verkeerd om rij. Mega irritant. Voor het eerste stuk heb ik dat apparaatje nodig! Ik probeer de route om te keren, maar dat lukt niet. Dan het geluid maar uit. Ik weet het wel zo’n beetje. De intervallen lukken ook al niet, want mijn horloge trilt ook de hele tijd dat ik te hard-te zacht-anders ga als de bedoeling is. Teveel irritatie. Dat het fietspad afgesloten is, had ik gelukkig op geteld. Ik ga 1 keer onder de A6 door en dan weer terugsteken langs de nieuwe windmolens.

Hopelijk kan ik naar de Shell rijden, want de brug over de Hoge Vaart is een heuse spelbreker voor de gemeentegrens. Helaas zijn ze nog hard bezig met de nieuwe brug die de ellende in de toekomst verkort, maar daardoor kan ik er nu niet door en moet ik nog verder omrijden!

Ik ben weer terug op de kruising van twintig minuten eerder. Ik raak nu echt geïrriteerd en dat komt het tempo ten goede. Eindelijk kan ik de Hoge Vaart over en dan weer terug richting de A6.

Na wat aanvoelt als een halve eeuwigheid, kom ik op de dijken. Ik ga liggen op de fiets en tegen het beetje wind in rijd ik naar Almere Haven.

Ik zie een paar bekenden: MD op de fiets rijd me tegemoet en GN laat de hond uit. Dan langs het surfstrandje en het stukje wat ik het minst leuk vind. Ik word ingehaald en maak even dankbaar gebruik van de stayer-mogelijkheid. Dan bij de andere brug onder de A6 door en langs de strandjes. Het is me allemaal zo bekend. Ik vraag me af wanneer het gaat voelen als ‘naar huis rijden’. Vanaf de Marinahaven.

Het water is spiegelglad. Angstaanjagend bijna, want zo zie ik het nooit! Dus ook geen wind mee. Er zijn stukken die aanvoelen als nog-lang-niet-thuis (van de oude werkhaven tot de Noorderplassenwoningen) en stukken die aanvoelen als kippen-endje-nog (langs de Noorderplassen tot het Bloc).

Ik heb geen haast maar wil de cadans wel wat hoog houden. Het zijn dik 65 kilometer om Almere heen. Zijn alle gemeentes zo groot? Ik fiets het rondje helemaal af.

68 Kilometer. Een kleine 3 uur fietsen. Vele ergernissen. En 1 stoplicht. Door voor de tweede coronavaccinatie, thee drinken bij vrienden in Amsterdam en uit eten.

8 juli – Trekken ? aan een olifankslak ? ?‍♀️ ?

De laatste werkdag voor de vakantie. 80 persoonlijke mails met de hand rondsturen. De ‘laatste’ dingetjes afmaken. Zo druk en vermoeiend! En ‘s avonds als Vincent op de atletiekbaan staat, heb ik weer een looptraining staan. Geen plan waarheen te gaan. Ik ga gewoon het fietspad af en ik voel me een dikke olifant. Een combinatie van een olifant ? met een slak ? . Een OlifAnkSlak. Slof-slof. Puf-puf. Boven de 7 minuten per kilometer en ik heb nog moeite met zone 1! Vincent heeft het horloge dan ook krap ingesteld qua hartslagzones. Ik moet ook naar zone2-3, maar veel sneller gaat het echt niet! In de rust wandel ik. En dan sleep ik me berg op. Het is warm. Het is drukkend. Het is klam. ? En ik slak me er doorheen. Zelfs het viaduct af gaat als een hobbelend varkentje. ? Ik wilde graag dat grappige hoekje lopen achter de Boathouse langs, maar er is geen stap die ik leuk vindt. Ik ga het ommetje onder de bomen toch maar langs en doe de laatste versnelling en -raad ‘s- die lukt! Er komt even wat energie voorbij.

Een kort besefmoment ‘vakantie’, maar in de rust wandel ik weer. Ik dacht dat ik dichterbij was als bij de tennisvelden en dan wandel-ren ik verder. Veel kilometers worden het niet vandaag en snel ook zeer, zeer zeker niet. Ik moet ook nog eens en dat maakt het wandel-rennen intervallen nog frequenter. Uiteindelijk staan er 8 kilometers in 56 minuten als ik de WC bij de atletiekbaan in storm.

7 juli – hardlopen ?‍♀️ met tempoblokjes ⏱ rondom de A6 ? en de leuke andere sportende meneer die elke interval viert ? .

Vincent gaat zwemmen en ik ga hardlopen bij Almere Poort. Ik moet in zone 1 lopen met een paar versnellingen aan het einde. Deze laatste dagen voor de vakantie werk ik hard, dus ik leg me direct neer bij een rustig tempo. In de zon. Het tempo valt mee. Het is te merken dat ik twee dagen niet gelopen heb. Ik heb geen muziek op en alleen mijn eigen gedachten als gezelschap. Ik ga onder de A6 door en dan naar links. Eigenlijk is er wat weinig schaduw. Zeker als je je niet hebt ingesmeerd! Voor de Trispiration Bingo moet ik 5 versnellingen doen en niet ‘maar’ 3. Dus ik doe er straks vast 2. Er komt een meneer van links. Een stevige (deels gespierde) meneer. Met een flesje water – de slimmerik. Hij doet intervallen en haalt me in. En na zijn interval zie ik hem voor me overtuigend zijn handen in de lucht steken uit triomf. Mooi! Ik ben ook blij voor hem. Dan haal ik hem in: “u gaat snel m’vrouw”. Haha. Dit is zone 1. Ik doe 1 kleine versnelling, maar de meneer is sneller voorbij het Eksternest. Hij doet deze keer zelfs een klein dansje en dan keert hij om en steekt zijn duim naar me op. Zo leuk kan hardlopen zijn! Ik hobbel intussen rustig de Oorbrug over met een smile.

De eerste 5 kilometer zitten erop en het wordt iets zwaarder intussen. Het tempo verlaagt bij dezelfde hartslag. Ik ga weer terug richting Almere Poort en langs mijn werk. En wie zie ik daar lopen? Dezelfde meneer! We lachen en ik zeg hem dat een korte broek beter is. “Mooie ronde maken wij m’vrouw” zegt hij met een brede grijns.

Ik doe nog een versnelling, maar het gaat iets minder van harte. Ik zie een beetje erg op tegen de 3 grote versnellingen van 90 seconden aan het einde. Ik hobbel langs mijn werk, maar de foto doet het niet.

Over het brugje en dan zit het inlopen erop en moet ik 90 seconden tellen en snoeihard lopen. Ik ben te moe om het te vieren eerlijk gezegd. De tweede loop ik langs de afstudeerders drive-in van het Aeres collega. Krijg ik er muziek bij. Maar geen dansje voor mij! Wandelpauze en bijkomen en de laatste keer nog sneller gaan! Dan doe ik een kleine vreugdesprong . Dat wel. Ik loop lekker de 11 kilometer vol.

6 juli – De kat ? die er niks van snapt ?

IJsblokje: “Ik lig hier lekker achter de schermen. Letterlijk. Op de kabeltjes. Een mooie plek om de kamer te overzien en niet zo warm als overal. Ik kijk uit op de bazin. Die snap ik totaal niet. Die zit daar met de beentjes te draaien op dat apparaat. Als mijn pootjes zo op en neer gaan, dan is dat op het bed en ben ik blij. De bazin ruikt niet naar blij eigenlijk. Bazin zit naar het scherm te staren. En ze heeft van die dingen in haar oren. Ik denk dat ze niet naar mij luistert. Ze is ook niet echt aan het snorren. Dat doet het apparaat, maar ik weet niet of die ook blij kan zijn. Het is altijd moeilijk om de baasjes te snappen.

Ik ga even bij het raam kijken. Dat is open. Maar buiten is van dat water. Dat is ook al raar eigenlijk. Weet je, ik ga op de doos liggen. Daar zitten de spullen in waar de bazin al dagen naar op zoek is. Maar dat weet ik alleen. Zij nog niet. Ik ben haar gezoem en getrappel zat, mag ik weg? Gelukkig, daar is de baas. Doei, ik ga op de bank liggen.”

De bazin fietst nog even verder in Zwift, terwijl ze naar de coachcall luistert en het buiten regent.

5 juli – Van de beentjes?? die ‘t moe zijn en liever niet willen fietsen ? ?‍♂️

Kladbrief van de klachten van de benen aan het hoofd:

Beste Hoofd,

We hebben gisteren verdikkeme een halve marathon gelopen in die rottige hitte en vandaag lopen we weer de hele dag rond en dan moeten we ook nog ‘s gaan fietsen! Daar zijn wij, de benen, het gewoon niet mee eens! En niet gewoon een half uurtje, nee meteen een rot-end weer en door het bos en over de brug enzo! Het kan nooit ‘s gewoon.

We protesteren bijna nooit, maar nu wel een keer. En er luistert niemand naar ons! Er komt een dag en dan gaan we echt niet meer mee, hoor je ons! Want we worden smerig en moe en slapjes van al dat gedraai met die trappers. En daar helpt al die krachttraining geen ene moer aan. We dienen protest in en wij benen zijn met z’n tweetjes en jij bent maar alleen, hoofd. We gaan een keer staken als… (daar moeten we nog iets voor verzinnen)…. Doei, de benen.

Officiële brief:

Beste mevrouw het hoofd,

Wellicht dat het schema nou eenmaal de baas is waar naar geluisterd moet worden, maar we zouden het als benen zeer op prijs stellen als er ook naar ons werd geluisterd.

Vandaag waren we eigenlijk te moe om heel Almere door te fietsen en dan de Hollandse Brug over te gaan. Het deed een beetje zeer en het ging niet zo gemakkelijk. De jongen hield de moed er gelukkig in en die ging ook niet zo snel, anders waren we echt niet meegegaan!

We waren ook niet meegegaan als we geweten hadden van de volgende drie punten:

– dat het zo ver zou zijn (helemaal om het Gooimeer heen!)

– dat we door het bos zouden gaan

– dat het regende en we erg smerig werden.

Volgende keer horen we graag van tevoren wat ons te wachten staat, zodat we vanaf het allereerste begin kunnen weigeren en niet pas na ruim 50 kilometer.

We blijven alleen maar meewerken als onze samenwerking goed blijft verlopen.

Met groeten, de benen (zowel links als rechts)

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2021-19

4 juli Zwemmen ?‍♀️ en een ? halve marathon lopen ?‍♀️ 2️⃣1️⃣⏺1️⃣

We hebben 3 puberjongens op visite die blijven slapen. Nou ja, dat slapen doen ze pas laat… En de kat vind om 5 uur dat hij moet mauwen. Om 8 uur zijn de jongens weer op volle sterkte. Kortom: ik heb langere nachten gekend… Maar ik had gezegd dat ik zou gaan zwemmen als ik vroeg wakker was. Ik heb tot half 11. Dus ik eet snel iets en ga dan naar het zwembad in Almere Stad. In de snelle banen maar.

Ik heb een training. Eerst 100m inzwemmen met achtje. Dan doe ik in baan 5 4 keer 200m. Ik moet op de techniek letten. Breed zwemmen zit er al behoorlijk in. Nu nog diep. Ik zwem alles zonder achtje tegenwoordig. Voor mij is aftellen van banen het meest lastig. Ik moet 5 keer 150m waarvan de eerste, derde en vijfde keer met paddels. Iets harder. Ik verhuis naar baan 6, waar 1 meneer in zit. Die ik niet bijhoud. Maar dat is met twee personen geen enkel probleem. Met paddels en zonder achtje is nog iets zwaarder. Maar de tweede en de vierde keer gaan dan wel weer erg lekker! Daarna moet ik 4 keer 200m doen en dat in de hoge zone. De eerste en derde doe ik met achtje. Ik zwem flink door en dat kost kracht, maar oh, wat is het leuk! Nog even en ik moet echt gaan ontspannen met de vingers. Dan ga ik in 1 keer de hele doorhaal aanpakken. Voor vandaag is dat nog iets te ver weg. Het diep insteken gaat nog lang niet elke keer vanzelf. De Apple Watch telt de banen een heel stuk beter dan de Garmin op deze zondagmorgen.

Aan het einde is baan 5 weer leeg en daar sneak ik snel in om een baan vlinderslag te proberen en op te nemen! Dat is een uitdaging op de Trispiration Bingokaart. Het is een geinige poging, laten we het daar op houden!

‘s Middags breng ik de jongens naar het zwembad de Koploper. Ik heb mijn fietsen schoongemaakt. Als de jongens binnen zijn, heb ik mijn rugzakje op en ga ik door Lelystad zwerven. Ik heb geen route in mijn hoofd en alleen een vaag plan dat ik over de enge bruggen van de Anaconda wil lopen. Het was echt lekker in het begin. Het gaat gemakkelijk en ik kan zomaar mijn eigen tempo oppakken als het maar binnen zone 1/2 blijft. Hartslag van maximaal 150. Maar het is al wel meteen erg warm. Ik zweet me ongans. Door alle commotie ben ik twee dingen vergeten: insmeren (het leek niet zo zonnig) en mijn OV-kaart. Ik zou elke 4km even stoppen om te eten en drinken. Ik zwerf door de straten heen. Het is stil overal. Na de eerste 4km ga ik vooral drinken.

Ik keek even waar ik was en toen kwam ik er uit welke route ik moet volgen naar de Anaconda. Gewoon overheen lopen he. Telefoon in de hand en gaan. Het viel mee.

De brug over het water was iets andere koek, daar moet ik blijven doorlopen, want die vind ik behoorlijk akelig. Al is fietsen enger dan lopen.

Toen naar links, want ik dacht daar verderop de brug weer terug over te gaan, maar eenmaal daar op 8km zag ik op het fietsbord dat ik het natuurpark over kon. Dat dan maar! Ik eet een hele eierkoek en drink weer.

Het natuurpark is lekker in de schaduw en lekker rustig. Ik moest tegen de tien km naar de WC en nieuw water hebben. DE LITER WATER WAS OP. Kan iemand de krant bellen! Bij het centrum bijgevuld, hoera voor de open toiletten en toen kwamen er grote druppels naar beneden. Ik vond het verfrissend, maar het hield alweer op voor ik nat kon worden. Ik ging langs de weg lopen en dat was minder, maar je moet elke keer water over.

Stoplichten en appen met een van de moeders van de knullen. En dan weer langs de grote weg. Ik ga er wel van doorlopen. Weer stoplichten. Ik stopte het horloge ook maar. En dan weer terug richting de Koploper zoeken. Ik ben nu bij de Mac langs de A6 en zit op 13 kilometer. Ik werd het wel wat zat en vergat weer te eten.

Ik besloot over de fietspaden door de stad terug te gaan. Dat motiveerde zo lekker dat het weer een stuk heel goed ging. Ik mijmerde weg en toen begon het te donderen in de verte. Oeps. Opeens kwam er druk van alle kanten: om 5uur moet je terug zijn voor de jongens, over 20 minuten is de twee uur vol, ik wil een halve marathon lopen…. Weg pret. Weg rust.

Ik wandelde langs het water, maar de donder zette niet door. Ik zag een andere loper die vroeg of ik net gestart was, maar ik kon niet zeggen dat ik al op 16km zat. Ik vroeg de weg terug naar de Koploper. Hij was een stuk sneller. Er was ook een meneer zijn hond aan het uitlaten die me zei: probeer maar voor de bui binnen te zijn! Tot zover het vriendelijke volk van Lelystad!

Bruggen over en ik weet niet wat. De routebeschrijving van de loper liet te wensen over, maar ik volgde de bordjes en het tempo liet wat te wensen over. Teveel gedoe met tijden uit elkaar houden. Dan word het echt allemaal lastiger om te denken: halve marathon, 2 uur, 5 uur…. Ineens was ik bij de Koploper en toen was de 2 uur nog niet vol! En de HM al helemaal niet! Dus nog een rondje er aan vast geplakt over de bruggen.

Toen nog blokjes om de Koploper heen en even wachten op de jongens en een beetje cirkelen, want de halve marathon moet er dan toch maar komen. Met moeite 21,12 volgemaakt in 2:12 en werkelijke tijd 2,5 uur. Voor mijn gevoel zat er veel meer pauze in. Weer ‘n halve marathon eruit geperst. En dat zonder zonnebrand én zonder regen! En ohja, zonder genoeg eten….

3 juli Fietsen ?‍♀️ en krachttraining ?️‍♀️

Ik ga lekker op de fiets een stukje rijden. Simpelweg mijn neus achterna. Op het zadel van de tijdritfiets. Een beetje wind mee op de lange rechte weg. En ik ga op de Vogelweg rechtdoor. Geen idee waar ik precies uitkom, of eigenlijk wel zo’n beetje, maar hoe ik daarna zal rijden, geen idee.

Zeewolde, Almere, langs de windmolens in aanbouw. Ik ga gewoon rechtdoor. Dan kom ik langs Oosterwold. Ik ga nu wel de Vogelweg op. Geen idee waarom. Ik ga over de weg richting de golfbaan. Ben ik nog nooit geweest. Ik heb een gewone route, maar net even anders. Ik rij langs de nieuwe teststraat die nog niet in gebruik genomen is. Het ziet wat donker.

Ik ga maar lekker door naar huis. Ik moest 75 minuten fietsen en ik haal daarin 33 kilometer. In de stad gaat het gemiddelde tempo weer hard omlaag. Maar ik ben tevreden! Het kostte niet zoveel moeite en ik heb lekker ongedwongen gefietst.

‘s Avonds doe ik nog een kwartiertje krachttraining. Deze keer heb ik zo min mogelijk aan, want je krijgt het bloedheet van dat gekickt en die oefeningen! Of het daar aan ligt of aan de korte tijd of aan de training zelf of -heel misschien- is het wel dat het ooit went, maar deze keer viel het mee!

2 juli Fietsen en zwemmen en krachttraining

Ik had me ingesteld op alleen fietsen. Vincent voor de laatste dingetjes naar school en Rob werken en Joyce kan deze week ook niet. Maar als ik aan het ontbijt zit, vraag ik Manuel. En die heeft er wel oren naar! Hij moet alleen nog even opstaan en ontbijten. Ik wacht op hem. Omdat ik me had ingesteld op alleen, ben ik niet zo druk aan het kletsen vandaag. Als ik alleen was geweest had ik me netjes aan de zones en de tempoblokken gehouden, maar samen wordt het toch weer meer een duurrit. De Oostvaardersplassen rond. Manuel vertelt lekker over zijn avonturen als trainer. Ik vind dat ik hard moet trappen, maar dat vind ik eigenlijk altijd, haha. We gaan een grote ronde maken.

Het is veel rechttoe-rechtaan. Makkie. Eigenlijk maakt het tempo me niet zoveel uit. Alleen gaat het aan het miezeren in Lelystad. Dat is niet lekker! Dat hadden we niet afgesproken! Het regent niet door, maar de bril en het zicht worden wel naatje.

En hier en daar een beetje glad in het bos. Bij de sluizen op de Knardijk hebben we nog tijd om om de plas heen te gaan. Het miezert iets harder door en we nemen de rechte weg. Manuel vind wind tegen en miezer een slechte combi. Die wind tegen had ik dus niet eens gevoeld!

We rijden door het Kotterbos en daar lijkt het droog, maar het kan ook opgedroogd zijn. Ik maak de 50 kilometer en 2 uur vol.

Ik had me ingesteld op het zwembad. Een duurtraining van 3 keer 900m. Maar eerder deze week had Vincent me beloofd naar een snelle 500m te hazen in het buitenwater. Met wetsuit aan. We gaan dus maar naar dezelfde plek als waar we maandag de triatlon hadden. Ik in wetsuit, Vincent niet. Vincent heeft het koud. Ik niet.

Ik zwem me suf, maar daardoor is het 1 bak onrust. Ik haat het als iets zo ‘moet’. Ik haal Vincent in als we de boei gerond hebben. Te koud voor hem. En te langzaam voor mij. De omstandigheden zijn toch elke keer anders. Ik zwem nog verder.

Naar de boei terug en ik ga nog een boei verder. De tweede keer 500m gaan zelfs nog sneller en net zo snel als in de triatlon. Raar hoor, want ik heb gepauzeerd met Vincent erbij. Nu zal ik de 2000m ook halen ook voor de jaarchallenge van Trispiration! Ik durf zomaar in mijn uppie over de plas te zwemmen.

Vanaf de verre boei laat ik de tijd en snelheid los en ga ik rustig letten op het diep insteken en mijn benen gebruiken. Dat geeft rust en ik zwem opeens heerlijk! Echt fijn. Het gaat misschien niet meer supersnel, maar ik geniet weer van het zwemmen en dat vind ik eigenlijk belangrijker.

Als ik weer bij Vincent ben die in de zon is opgewarmd, ga ik nog een keer de boei rond. Er zijn kinderen op sups en kano’s, niet handig, maar ik cirkel er omheen. Rust bewaren, een beetje opletten en breed en diep in blijven steken. Ik zwem de 2000m vol en voel het een beetje. Misschien kostte het fietsen eerder op de dag al wat energie? Wie zal het zeggen. Ik heb 2000m weggezwommen binnen 50 minuten.

Ik ben vandaag niet van het grote genieten in het sporten. Misschien komt het toch door vermoeidheid of het weer of omdat de woonkamer niet netjes is of… Ik weet het niet. ?‍♀️ Misschien door het verminderen van suiker en eten. Ik val weer af, maar mijn vetpercentage nog niet echt. En dat is ook weer niet goed. Zucht.

‘s Avonds ga ik nog een kwartiertje krachttraining doen. Voor deze trainer doe ik dat blijkbaar, maar ik loop liever 15 kilometer hard! Ik vind het zwaar, zweet me kapot en doe onwijs mijn best. Ik doe dit 3 keer per week een dik kwartier en dan moet ik heel snel onder de douche. 1 Ding weet ik zeker: dit is zo goed voor mij! Ik zal hier zeker sterker van worden. Hopelijk gaat het over een paar weken wat gemakkelijker allemaal. Dus ik probeer het.

1 juli wandelhardlopen precies zoals in het schema staat!

In het schema stond weer 3 dagen achter elkaar hardlopen, maar met de trainer heb ik doorgesproken dat dat toch niet handig is. Dus is het 3 kwartier wandelen geworden. Maar er staat nog hardlopen! Tijdens de training van Vincent ga ik met Rob wandelen. Wij wandelen flink door. Elke kilometer onder de 11 minuten. Het is lekker om samen buiten bij te kletsen. En we gaan even langs alle winkels voor kattebakzakjes. 3 Kwartier worden iets meer.

30 juni 9 Kilometer intervallen voor een badge.

Garmin heeft elk kwartaal een badge als je 505 kilometer hardloopt. Ik heb de eerste gemakkelijk gehaald en nu wil ik de tweede ook. Maar ik kom nog 9,2 kilometer te kort. Als ik kan gaan tijdens de training van Vincent regent het. Natuurlijk. Niet hard. Ik ga een rondje om Almere Poort. Mijn telefoon draag ik altijd om mijn linkerarm, maar daar zitten nu de sleutels, dus ik moet even een balans vinden. Eerst rustig inlopen in zone 1. Na 10 minuten ga ik 5 minuten versnellen. Niet te gek, gewoon zone 2/3. Dat gaat helemaal heerlijk! De regen is ook weg en er is genoeg zuurstof in de lucht. Ik moet 2 minuten rusten en dat is na 1 minuut al klaar.

Daarna moet ik 10 minuten ‘hard’. Ik tel zoveel mogelijk. Dat leidt me af en ik krijg mijn ademhaling onder controle. Dan maak ik me nergens zorgen over en als de gedachten afdwalen, tel ik gewoon door. En anders pak ik het na 5 minuten weer op. Ik ga de wijk in langs. Hier en daar ruikt het lekker naar eten. De rust is weer 2 minuten wandelen, maar na 1 minuut dribbel ik. Dan moet ik 15 minuten in zone 2/3 doorbrengen. Dat valt wat meer tegen. Ik raak wat vermoeid, ga iets minder hard en krijg het tellen niet voor elkaar. Tot overmaat van ramp klopt mijn bedachte route ook niet meer. Ik ga gewoon route te kort komen! Daar baal ik dan van, hoe stom ook. 2 Minuten rust en ik ga alweer terug.

Ik ga tien minuten hardlopen door het park. Het valt niet meer mee. Mijn benen vinden het welletjes, ik haal de 9 kilometer echt wel en ik tel een beetje lusteloos. Ik heb veel te weinig route en ga maar naar rechts. Dwalen kan er ook nog wel bij zeg… Ik wijk met het tellen maar 10 seconden af. Dat is netjes. Ineens moet ik 2 minuten echt totale rust houden in zone 0. Ik zit op 9 kilometer, de badge is binnen!

Ik weet alleen niet meer waar ik ben en ik heb nog maar 10 minuten. Dus ik ga de laatste 5 minuten door de Ierlandstraat, de Schotlandstraat en de Nederlandstraat in de hoop dat het goed komt. Het tempo ligt hoog, de hartslag iets hoger en ik word er nu eindelijk ook moe van. Ik haal 10 kilometer in iets van 61-62 minuten. Daar is met de wandelpauzes en de lage zones niks mis mee. Kijk, ik ben dan geen pro of elite triatleet, maar ik loop 2 dagen na een sprintje alweer supergemakkelijk de kilometers vol! Kan ik toch iets goed: herstellen. Ik hobbel het laatste stukje uit. Het worden 11,12 kilometers, terwijl ik op 11,11 mikte. En het is een leuk figuurtje geworden! Maar ik heb de badge gehaald! Zo halverwege het jaar zit ik op 1042 kilometer hardlopen.

29 juni Rustig uitlopen met nul foto’s

Even mijn hoofd leegmaken na een nacht met vier uur slaap. Ik kan mijn aandacht niet echt ergens bij houden. Gewoon lekker lopen helpt dan het beste. De overbekende route langs de Oostvaardersplassen en een muziekje op. Gewoon in zone 1 en tien minuutjes in zone 2. Het is nogal gemakkelijk. Ik loop behoorlijk moeiteloos 7 kilometer achter elkaar door. Dat kan deze oude taart dan weer wel. Met veel sjacherein. Ik ben dan ook eindelijk begonnen met echt op het eten letten. Ik schrijf alles op en ik smokkel tussendoor geen koekjes of chips meer. Wellicht heb ik daar ook een beetje last van.

28 juni NPW sprint triatlon De age-grouper tussen de elite

Laat ik eens bij het eind beginnen: ik heb nog nooit zo hard en lekker gezwommen zonder wetsuit, ik heb zo hard gefietst als ik kon en de kerel achter me kon me niet goed volgen, ik heb gemiddeld 5:12 gelopen en toch sta ik op de 24ste plek van de 30 deelnemers. Mannen en vrouwen. Het zou toch laagdrempelig zijn? Ik had het gevoel dat ik in de verkeerde groep was gestart. En dat maakte het eigenlijk helemaal niet echt leuk. Dat Vincent ver voor me eindigt is zijn goed recht, maar als ik alles maximaliseer, dan ben ik toch niet zo sloompjes? Noot van een paar dagen later: nee, echt langzaam was ik zeer zeker niet! Anderen doen enige dagen later een sprinttriatlon op een andere locatie en daar zou ik ook in de top 5 hebben gestaan. Vanaf boven geteld wel te verstaan. Bij de vrouwen. Het is dus net welk kader je aanhoudt. Vandaag was niet de mijne.

Terug naar het begin: alle groten deden hun wetsuit aan. “Anders loop ik teveel vertraging op bij het zwemmen.” Ik had mijn wetsuit niet eens bij me! Ik ben lekker in mijn trisuit van Trispiration. Oranje past mooi bij mijn fiets. Ik wil zwemmen en voelen of ik dat kan. Het water is toch zeker warm genoeg? Ik wil weten of ik verbeterd ben. We gaan 500m zwemmen en ik hoop dat het ook echt 500m zijn. Ik heb een halve bidon sportdrank leeg en macaroni gegeten.

Ik spring maar snel het water in. Het is totaal niet koud. Het water voelt zo totaal anders als ooit tevoren. Het is nog gewoon nat, maar het hele idee dat ik daar ter plekke zou kunnen verdrinken is totaal verleden tijd. Heel ver weg gedreven. Ik ga gewoon lekker zwemmen!

Om precies 7 uur starten we. Al snel merk ik dat ik niks meer zie door het brilletje. Ik zwem iemand omver! En ik hou iemand bij. Ik maak hele lange en rustige slagen. Lastig dat ik niks zie, maar ik ben toch niet de voorste. Het enige wat ik denk is dat ik breed moet zwemmen. Mijn hand kan ik nu toch niet controleren.

Ik kan je niet uitleggen hoe totaal nieuw de gewaarwording is dat ik gewoon superrustig zwem zonder gevecht en moeite. Ik adem 1 op 2, maar ik heb ook veel meer rust aan alle kanten. Ik baal bijna dat het maar 500m zijn! Ik moet wel even turen voor de boei, waar ik al bekant ben. Bij de boei maak ik 1 brilleglaasje schoon.

Het helpt iets, maar ik heb toch geen flauw idee waar ik heen moet haha! Ik zie wat boten en een hoop zwemmers voor me en die volg ik maar lekker. Als het maar 500m worden voor de meting van Trispiration. Dat worden het en ik heb de steiger in het vizier. Door dat brilletje kan ik niet zien hoe lang ik er over heb gedaan. Het trapje is al bezet en ik zie op het trapje iets staan met 12 minuten. Zelfs dat is al sneller dan 13 minuten, dus het is top! Ik heb heerlijk gezwommen en ben superblij. Wat een overwinning dat ik dit zonder wetsuit heb aangedurfd en gedaan! Ik doe slippertjes aan. Dat rent ook niet lekker, maar de steiger is ook glad. Ik wissel kalm en krijg de fietsschoenen lastig aan.

Dan stap ik op de fiets. Het fietspad op en eigenlijk denk ik binnen een kilometer al: ik heb geen zin in fietsen en ik haat fietsen nogal. Tja, wat dan. Dan ga ik maar zo hard mogelijk, dan ben ik er eerder vanaf. Ik ga liggen en boven de dertig rijden. Ik ga mensen inhalen. Simpel zat. Best wel een paar eigenlijk. En al snel. Ik snap niet dat iedereen nog veel harder gezwommen heeft. Ik haal wel een man en vrouw of 3, 4 tamelijk moeiteloos in.

1 Meneer gaat me bijhouden, maar tegen de wind in (het hele kleine beetje wat er lijkt te zijn) laat ik hem weer achter. Ik lig en trap. En ik ben pissig omdat ik geen zin heb. Niet dat ik er 1 seconden over denk om te stoppen, maar ik heb vandaag besloten dat ik fietsen niet leuk vind en daar hou ik me dan aan. Mijn fiets is wel top. Die luistert naar me en helpt me mee om snel te zijn. Alles gaat sneller dan 30 kilometer per uur. Behalve de bochten. Dat zijn er een paar en dan kan de meneer achter me weer bijkomen. De rotonde is een ramp voor mij. De rechte weg een zegening. Het gaat me ook irriteren dat iedereen voor mij fietst. Ik lijk wel stil te staan! Het gevoel dat ik hier totaal niet goed genoeg voor ben bekruipt me en laat me niet meer los.

Ik kom Vincent tegen die met een hele groep al dik in de volgende ronde zit. We komen weer bij de wisselzone en mogen nog een rondje. Nou ja, moeten in mijn geval. Ik zie een helikopter. Ik zing een liedje. Ik zie in de verte nog 1 iemand. Ik trap heel hard door. De meneer achtervolgt me. Profiteur! Ik vind het niet erg. Bij de rotonde haalt de meneer achter me mij bij en hij zegt: wat fiets jij gruwelijk hard! Ik ontken. En laat hem even voor, maar ik heb GN voor ons gezien en die wil ik nog wel inhalen. Zij loopt sneller, maar het is toch leuk. Dus ik ga weer voor.

Tot het laatste stukje. Dan mag de meneer mij trekken. Ik vond het al niet leuk en ik ga binnen 3 kwartier de ruime 24 kilometer fietsen. Dat is voor mij top. Ik weet niet of het lopen nog wel lukt nu. Ik heb spijt dat ik geen sportdrank heb meegenomen. Ik zet mijn fiets rustig tegen die van Vincent aan en moet even naar mijn loopschoenen zoeken. Ik neem een gel en heb geen water. Ik doe geen sokken aan. Ik ga maar gewoon. Lopen kan ik wel.

Dacht ik. Maar ik loop achteraan. En ik kan wel hard lopen, maar ik sta stil in vergelijking met de rest. Het is allemaal asfalt en saai en warm. Het zullen dan wel ‘maar’ 5 kilometer zijn, maar ik ga ze aftellen! De eerste gaat in iets van 5:08. Stilstaan dus echt niet! Maar iedereen zit in een ander rondje. Het is mij te onoverzichtelijk. Er is wel wat publiek, maar onrust kan ik niet meer hebben. Gewoon maar doorlopen dan. Het is ook simpel. Ook de tweede kilometer gaat gewoon hard. Ik weet verder weinig meer van de ronde. Gewoon saai en recht. Ik kom Joyce nog even tegen. Ik heb het warm. Vlak voor het eerste rondje loop ik achter een man, maar die zal zo toch zeker wel klaar zijn. Niet dus. Ik haal hem in. Het is net als het fietsen: gewoon maar doorgaan, dan ben ik er het snelst vanaf.

De dames langs de kant roepen me na: de laatste ronde, maar ik roep van niet. “We wachten op je hoor!”, de schatten. Ik ken haar, maar hoe heet ze ook weer. Het is de vrouw van… Ik pieker over haar naam. AA staat bij de brug en ik vraag haar of ze toch niet mee wilde doen. En weer door. De meneer van het fietsen loopt weer om me heen. Ik haal MS in. De kilometertijd blijft ongeveer gelijk en ik vind het eigenlijk wel goed als het maar onder de 5:30 blijft. Absurd. Dat is hier een wandelingetje.

Rob is al weg en dat is goed nieuws, want dan gaat Vincent als een malle. Ik moet nog een rondje. De trainer support in elk geval wel iedereen, maar ik kan net zo goed zonder publiek. Het is eindelijk stil op het rondje, maar ik ben nog verre van alleen. Net niet genoeg mensen om me op te richten en het zal me ook wat. Ik kan de vierde kilometer best wat langzamer, maar dan duurt het langer. Eigenlijk hoeft het simpelweg niet meer voor mij. Ik denk niet dat ik een sprinter ben. In dit gezelschap is mijn allerbest een beetje te minnetjes. Ik loop 5 kilometer in 26 minuten. De meneer van het fietsen komt langs me lopen. Ga me maar voorbij hoor. En de stevige mevrouw ook. Hij wil liever niet: “jij hebt zo hard gewerkt”, maar ik zeg hem te gaan. Leuk dat ze nog over hebben, ik hoeft dat niet. Ik eindig binnen anderhalf uur. Voor mij maximaal. In de achterhoede.

Dat staat me tegen. Het zou toch laagdrempelig zijn? Maar de drempel is wel een trapje hoger. Vincent is net zo min eerste geworden als ik laatste ben. Hij heeft snoeihard gezwommen. Ik dus niet. Hij heeft snoeihard gefietst. Ik dus ook niet meer. Hij heeft ontzettend hard gelopen. Ik voor mijn doen ook. Maar het helpt niet echt. Ik denk dat ik niet zo op wedstrijdjes gebouwd ben. De zegeningen? Dat ik zomaar even 5 kilometer wegloop in 26 minuten. Dat mijn cadans op 80 ligt. En vooral dat zwemmen! Dat vond ik echt geweldig. Al was ik de sloomste van dit stel. Hoe dan?! Ik moet alles nog opruimen en afmaken. Mother’s life. Ik slaap enorm slecht. Misschien is een trainingsweek van 14 uur en een wedstrijdje iets teveel gevraagd nu. Voor de trainer geen beste start. Maar wel een uitdaging. Het duurt een hele, hele tijd voor ik toch bedenk dat ik weer mee kan doen in augustus, dan ben ík mijn enige tegenstander. Op precies hetzelfde parcours. Dan kan ik zien of zijn schema beter is.

27 juni Oefenen in een overdekt zwembad – da’s lang geleden!

Ik ga naar Almere Poort en koop een kaartje voor het bakenzwemmen. In mijn horloge staat de opdracht: 3x 500m (ik ga niet voor de 750m- dat red ik echt niet), waarvan 1 keer met paddels en 6 keer 25m techniek en 25m borstcrawl terug. Mijn enige opdracht is: breed insteken en naar mijn hand kijken en voelen of het soepeler gaat. Het zwembad is overweldigend: er is ook een oefenuur voor de kindertjes, allemaal mensen bij elkaar en een drukkende herrie. Ik zal wel de enige zijn, maar dit is na anderhalf jaar weer even wennen! Ik weet niet welke baan ik moet kiezen: doorzwemmers of turbo. Ik kies de turbo, want de doorzwemmers doen schoolslag.

Ik haal diep adem en spring voor de eerste 500m het water in met achtje. Wat een verademing dat ik mijn hand kan zien! Als vanzelf steek ik al vanaf het begin breder in. Het gaat gemakkelijk. Ik zwem zo ongeveer het snelste van de turbo baan. En dat is een nieuwe ervaring. Ik heb wel meer slagen nodig. Ik moet 1 keer sorry zeggen omdat ik iemand raak. Mijn horloge laat van zich horen en ik denk dat ik er ongeveer 500m op heb zitten, maar ik weet het niet zeker. Ik rust even en doe de paddels aan. Het horloge kan ik niet volgen. Ik ga 500m met paddels zwemmen. Dat is nog beter voor mijn insteek. Maar ho ‘s effe: zonder achtje! En dat kan! Dat lukt mij! Op de Apple Watch zie ik het als ik 1000m heb gezwommen. Ik doe de paddels uit en ga voor 500m zonder hulpmiddelen. En dat lukt ook! Nog beter zelfs! Ritme, rust en zo nu en dan een controle. Ik adem 1 op 2. Maar mijn hoofd komt al minder het water uit. Ik gebruik mijn benen erbij en ik bewaar de rust. Niet dat ik niet moe wordt of dat het helemaal vanzelf gaat, maar het grenst er wel aan. Na 1500m ben ik klaar voor techniekjes. Ik doe de heup-tik-aan, oksel aantikken, bijleggen. En vooral bijleggen lukt me gewoon! Echt! En alles zonder achtje. Het achtje gebruik ik voor benen en daarna voor alleen armen. Tot slot wrik ik nog 25m vrijwillig en dan vind ik het mooi. Ik zwem rustig de 2000m vol.

Ben ik klaar? Voor de training wel, maar ik zie niet wat mijn horloge doet en ik wil er niet aan zitten. Ik ga een kilometer zwemmen. Zonder hulpmiddelen. En dan zie ik wel of ik echt sneller ben geworden. De kinderen verlaten het bad, het wordt rustiger en ik krijg de baan zelfs voor mezelf alleen. Het is moeilijk de afstand te zien. Uiteraard ben ik al wat vermoeid. Na 800m ben ik er helemaal klaar mee. Helemaal. Ik moet plassen en ik wil niet meer. Ik stop. Uiteindelijk pak ik het achtje en doe ik de laatste 200m. Dan ben ik er echt klaar mee. Ik heb 3000m gezwommen in 75 minuten. Niet veel sneller dan anders. Maar mijn zwemscore is wel degelijk verbeterd. En mijn snelste 100m staan nu echt. Een topzwemmer word ik niet meer, maar dit is voor mij een enorme verbetering.

‘s Avonds gaan Vincent en ik fietsen. Een hele rustige (uit)fietsactie. We gaan richting de plassen bij de Haje. Op de Trekweg hebben we wind tegen, maar dat is logisch. Vincent fietst een stukje wat harder. Ik ben wat vermoeid. Niet gek na een week van zo’n 13 a 15 uur. We komen onder de snelweg door en daar is een leuke brug. Even een fotootje.

Als we omkeren zien we de donkere wolken die zich samenpakken. De kleuren zijn mooi, maar de dreiging is ook groot. We fietsen langs het water en ik geniet van de kleuren. Op de Ibisweg ziet het er somber uit voor ons. We hebben even wind mee, maar de wind draait volledig om in een paar minuten. Een slecht teken! Vincent is bang dat we nat worden. We fietsen naar de brug terug en als we weer aan de andere kant van de snelweg zijn voel ik me wat veiliger. Soms een paar druppels, maar het regent niet door. We fietsen flink door en treuzelen niet meer. We gaan door de stripheldenbuurt en op de Laan der VOC worden de druppels opeens wel groot. We racen naar huis en de hagel barst pas echt los als de fietsen net in de schuur staan. Ik vind zelfs 22,95km op de teller goed! Het onweert als we in de huiskamer staan.

Een drukke sportweek. En gewerkt. En de wassen gedraaid. 70 Franse woordjes geleerd. En zoveel mogelijk naar de nieuwe trainer geluisterd. Maar we moeten wel even praten of dit voor mij vol te houden is.

26 juni Meijendel in de tropische hitte en Kijfhoek: wandelen op de plek waar hardlopen onder verboden sporten valt .

Joyce en ik reden naar de Wassenaarse Slag. Het zag er uit als een lekkere dag hardlopen: beetje bewolkt en net weer droog. Niets was minder waar! Het was een vreselijke dag! Benauwd. Hele hoge vochtigheidsgraad. Plakweer. Een dekentje over je heen en moeite met ademhalen. We liepen eerst een ommetje door de duinen naar een mooi uitzichtpunt. Het was meteen al veel zand, veel hoogteverschil en ongewoon zwaar. We stonden te kijken op het uitzichtpunt.

Toen liepen we een stukje terug en we gingen naar het strand en de zee. Meestal geniet ik daarvan en gaat het als vanzelf, maar nu moest ik na 4 kilometer al constateren dat dat vandaag niet zo was. Verre van. Die dag waar je altijd bang voor bent: de dag dat het niet lukt. Wat prettig was, is dat de dag van Joyce en van mij samenviel. Door de dikke, zware lucht. Ik hield het lopen iets langer vol, maar niet met enig gemak. We stopten regelmatig. Echt stilstaan met een stilstaand horloge erbij. Dan leek het mee te vallen.

Maar ga je weer lopen, dan is het een soort gevecht tegen het luchtledige. Het zicht op de Pier van Scheveningen was gaaf, net Watopia. En de rollende golven waren lekker. Het zand was goed te doen. Maar ik vond niks meer leuk. Niks. Ik baalde zo. Het voelde zo zwaar aan. Dat vind ik niet leuk. Van mij hoefde het geen 30 kilometer te worden. Als we dat strand maar af mochten, hopelijk was de lucht daarachter beter.

We gingen een trap op en boven bekenden we elkaar dat dit een lange tocht zou worden. Met wandelelementen te over. Dan zetten we een stuk aan en leek het even mee te vallen en dan kwam het dekentje er weer overheen te liggen en verdween de energie. Tot overmaat van ramp werkten mijn darmen niet echt lekker mee. We kwamen op een stuk waar we niet in mochten. Dan maar rechtstreeks naar de watertoren toe. Daar was een waterpunt. En die mooie watertoren.

Raar idee dat je dan dus vlak bij de stad zit. We wilden naar de radarbol. Maar daar staat een groot hek omheen. Zo dicht bij de stad is de lucht ook dik en zwaar. We hadden wel een schelpenpad om het hek heen. En we hoorden ze schieten. Voor de rest schoot het niet op. Het was echt kilometers sprokkelen.

We liepen langs de NATO-gebouwen. Den Haag heeft altijd iets van een sjieke dame. Toen kwamen we bij de Waalsdorper Vlakte en ook daar was een welkom waterpunt. Mijn darmen deden rustiger aan. Net als het tempo. Op de vlakte die verre van vlak is, gingen we weer rennen. En toen naar de bel toe, die dus best klein is.

We gingen naar het monument. Dat was ook kleiner dan ik altijd had gedacht, maar wel sereen. En toen gebeurde er iets wat me echt nog niet eerder is overkomen: we gingen op een bankje zitten en ik vond het wel prima. We zaten op 14 kilometer en ik wilde gewoon zo snel mogelijk terug naar de auto. Joyce vond dat ook goed en we keken naar een verkorting van de route. Daarna gingen we weer verder; er is maar 1 manier om weer bij de auto te komen: hardlopend. Afgewisseld met wandelen.

Ik ging tussen kilometer 15 en 16 nog hardlopen, maar gek genoeg was het toen wel echt op. We kwamen bij een uitzichtspunt. Van alle punten viel dit een beetje tegen. Eigenlijk.

Na het punt moesten we ergens naar links. We zagen het juiste pad. En het bord verboden toegang. Tja, dan lopen we toch maar het natuurgebied Kijfhoek en Bierlap in. Joyce had er dagkaarten voor. We keken nog even op de kaart. Hopelijk kunnen we er aan de andere kant uit. Het gebied is werkelijk adembenemend.

Prachtige duinmeren. Vergezichten. Single track paden. Heel veel zand. We zetten het op een wandelen. We waren gewoon moe. Doodmoe. Daar helpt weinig eten meer aan. Lekker flink wandelen en adem overhouden om te kletsen. Al was soms dat zelfs best lastig! We volgden groene paaltjes.

Heel soms, als het naar beneden ging, voegden we een klein hardloopelementje toe. Na 21 kilometer in een ellenlange tijd, kwamen we op een verharde weg. Van kleine ongelijke steentjes. We kwamen zowaar 2 andere mensen tegen! Na overleg besloten we de verharde weg te volgen en zo af te snijden. We moesten terug naar de auto. Ja, er stond een bordje verboden toegang, maar wij konden weer een stukje hardlopen!

Ik zeg nog: als de boswachter nu komt, vragen we een lift naar Wassenaar en toen kwam de duinwachter er ook aan. Een jongeman en een dame. Joyce vertelde meteen dat we wisten dat we daar niet mochten lopen, maar dat we te moe waren en het terrein af wilden. Gek genoeg was dat niet onze grootste overtreding. Onze grootste fout was dat we hardliepen. Sporten is daar verboden en hardlopen valt daar zeer zeker onder. Joyce liet de dagkaarten zien. Daar stond het in kleine letters op. Ironisch maar waar, hebben we eigenlijk alleen maar gewandeld in dat natuurpark en waren we nauwelijks in overtreding! Hij gaf ons niet de boete van 109 euro en begreep dat we dit niet expres deden. Hij zou voor ons het hek opendoen en dan konden we naar links het gebied uit. Links? Wij wilden naar rechts! Toen we vertelden dat we bij de Wassenaarse Slag stonden en via de Watertoren waren gekomen, begreep de duinwachter pas echt dat we al heel ver waren. We wandelden door het hek heen dat weer dicht ging achter ons. We waren moe en beduusd, maar toen het doordrong dat we een boete hadden kunnen inlijsten voor hetgeen we juist nauwelijks meer konden: hardlopen, lagen we dubbel van het lachen!

We zaten op 23 kilometer en hadden 5 kilometer afgesneden. Achteraf bezien had de Kijfhoek maar 1 ingang. We hadden dus ook nog 3 kilometer verder kunnen rennen en dan er achter komen dat er geen andere uitgang was. Daarom wees de duinwachter ons naar links, naar de enige ingang. Dan hadden we terug gemoeten én nog veel langer en verder moeten lopen. Nu waren de hardloopelementen echt zeer schaars geworden. We wilden de 25 kilometer halen en daarmee basta. We liepen zelfs nog een stukje om, omdat we een verkeerd weggetje namen. Op de parkeerplaats zat er 25 kilometer op. In uit- en thuistijd van 4 uur en 50 minuten! Looptijd was 3 uur en 35 minuten. Ongewoon moe waren we. De eerste regendruppels vielen. En het onweer begon achter ons. In het gebied waar wij nog hadden gezeten als we niet in overtreding waren gegaan met hardlopen op het enige stukje verharde weg.

Deze loop heeft erg veel energie gekost. Het weer maakte het echt heel erg zwaar. Daardoor voelt het erg slecht aan en ik voelde het echt als falen. Goede punten zijn: als je na 5 kilometer al weet dat het ‘m niet wordt en wij toch 25 kilometer gaan én… koop altijd een dagkaart!

‘s Avonds doe ik nog een keer 20 minuten krachttraining met een filmpje mee. Is zwaar vanwege het zweterige en plakkerige weer. Maar ik doe het wel netjes!

25 juni Keep on cycling en keep on swimming

Samen met Manuel ging ik fietsen. We gingen de 3 waters van Almere rond: eerst het Weerwater, daarna de Noorderplassen en tot slot de Oostvaardersplassen. Iedereen fietst altijd gruwelijk hard, maar ik kan dat niet. Ik maak eigenlijk meer een tourtocht, zeker als we zo samen gaan. We gingen langs de manege en langs het tennispark. Het waren best wel nieuwe stukken en allemaal stad. Dat schiet niet op. Toen moesten we omrijden, want het rondje Weerwater is nog steeds afgesloten. Dan heb je stoplichten en nog meer stad. Toen we eindelijk het Weerwater zagen, waren we al heel Stedenwijk doorgeslingerd. En dat komt het tempo absoluut niet ten goede! We reden door het Beatrixpark. Het water daar hebben we beter gezien dan het Weerwater. Bij de Noorderplassen deden we een kort stopmoment omdat ik even moest bellen, maar daarna konden we weer door! Eindelijk kwamen we dan op de dijk met een gemiddelde van 23 kilometer per uur. Dat is echt heel sloompjes als ik kijk. naar al die anderen die met gemak 25 of 26 kilometer per uur halen. Maar nu was er wind mee en konden we gaan liggen op de fietsen. Nog een paar gas-terug-momenten bij de oversteken en dan helemaal doorfietsen en het gemiddelde ophalen. Manuel zag al op tegen de Knardijk met wind tegen. Maar tegen die tijd ben ik ‘warmgedraaid’ en ga ik weer op mijn fiets liggen en doorstappen. Wind of niet. Mag Manuel lekker op de weg langs het Oostvaardersveld… Na driekwart neem ik het over. We hogen het gemiddelde op tot 25 en Manuel vertelt hoe je dat zo houdt: uitzetten voor je de wijk weer in rijdt. Niks voor mij. Uiteindelijk fietsen we ruim 55 kilometer (56) en dat in twee uur en een kwartier. Het gemiddelde in Strava zit op 25, maar daar heb ik hard voor moeten werken en dan heb ik me nog niet eens aan de tempoblokjes gehouden. Mijn gemiddelde zit op 24,8.

‘s Avonds gaan we met (een paar van) de meiden van Trispiration zwemmen. JB heeft ons uitgenodigd om een rondje om Steigereiland te zwemmen. Dat wil ze graag een keer. We zijn met z’n zevenen. Ik vind het best spannend: zwem ik wel goed genoeg? Het regent een beetje. Ik heb mijn halve wetsuit al aan en ben op tijd klaar. Het water is helemaal niet koud. Ik zal met CT en M mee zwemmen. JB en haar vriend voorop, MV en DvM zwemmen minder hard. De eerste tegenvaller is dat ik in het vieze water mijn hand moeilijk kan beoordelen. Dat is jammer. Dan moet ik maar blijven denken in breed en diep. Het tweede punt is dat ik moeilijk navigeer en alleen maar achter de gele boei aan kan zwemmen. We gaan onder de brug door. De beha-brug. Erg leuk.

Ik heb de GoPro aangezet. Zie wel wat er van komt. En ondertussen zwem en denk ik. JB en haar vriend wachten op ons en zeggen ons tot de groene boei te zwemmen en dan naar rechts te gaan. Ik ga vast, ze halen me wel in. De groene boei kan ik weer zien. Ik ga de hoek om en kom in een heerlijk ritme. Ik hoeft alleen nog maar aan het breed te denken. Gewoon alles in kleine stappen doen. En ik kan zien dat ik van de kant af blijf op gelijke hoogte met de huizen. Lekker doorzwemmen naar een andere groene boei in de verte.

Tegen de tijd dat ik daar ben, moeten we naar rechts. Schreeuwt JB tegen me. Wonderlijk genoeg zwommen ze allemaal achter mij. Blijkbaar. Ik ga naar rechts en merk wat vermoeidheid. Nu zwemmen ze mij maar lekker voorbij! Ik vind het onrustig hier met huizen en boten.

We gaan samen onder de brug door, maar mijn GoPro filmt helaas niet meer. Ik vind het wel best eigenlijk intussen, maar ik zwem gewoon door. Het is zaak om ook dan op te blijven letten op mijn slag en breed te bijven insteken. Mijn armen doen er een beetje pijn van. Ik ga mijn benen nog maar meer gebruiken en kom dan weer in de slag. We komen opeens bij de bekende boei en dan vind ik het weer jammer. Ik vertraag wat om nog even van het water te genieten. Ik zwem een klein stukje door om de 3000m te halen. Gelukt!

24 juni Intervallen in de hitte

Ik had er niet zoveel zin in. Voor de derde dag achter elkaar hardlopen. En nu nog intervallen ook. Het zijn maar 25 minuten en het is zone 1 en zone 3 werk, maar ik kijk er niet naar uit. Ik blijf langs de baan staan te kletsen. En dan ga ik toch maar. Eerst 10 minuutjes inlopen. Nu heb ik mijn tijd verkletst en kan ik niet meer bij Joyce langs. Ik zit al snel heel hoog in zone 1-2. Hoeft niet! En dan moet ik 10 keer 150 seconden zone 2-3. Dat is lekker tellen. Bij de tweede keer merk ik dat volkoren brood een uur voor het sporten een slechte keuze is. Ik moet! Dan ga ik toch maar even langs bij Joyce, want een WC hebben ze daar nog net. Het lucht op, maar dan weer terug de hitte in en nog 6 of 7 keer intervallen is niet bepaald makkelijk. In de rust wandel ik echt. Ik ga langs de woonboten.

En dan weer een keer tot 150 tellen. Eigenlijk wilde ik aan de andere kant van de Vaart teruglopen, maar dat zal misschien net te veel worden. Ik zit nu met de balans tussen de tijd dat Vincent klaar is met trainen en de lengte van mijn training die niet meer overeen komen. Ik heb te weinig tijd om de training af te maken! Dan zie ik een pad en bruggetje naar links en besluit ik daar eens te gaan kijken. Een leuk schelpenpad langs water. Tellen tot 150.

Ik ga de busbaan over en dan ga ik daar weer terug. De intervallen haal ik wel zo ongeveer allemaal, maar dan het uitlopen maar niet. De hoeveelheid kilometers zal ook niet echt om over naar huis te schrijven zijn. Ik pak nog een schelpenpad mee. Niet heel verstandig, want dat kost meer kracht, meer hartslagen dus en een lager tempo. Maar het is wel leuker!

Ik kom weer bijna bij Joyce haar huis langs. Nog maar een paar intervallen. En ach, het went ook. Een lieve meid zegt me vrolijk gedag en zet-m-op en dat doet me erg goed! Mijn hoofd is zo rood als het shirtje. De laatste interval doe ik lekker hoog in zone 4 en daar hoort ook een fijn tempo bij. Tja, ik moet toch op tijd weer bij de atletiekbaan zijn, is het excuus. Ik loop een rondje om de baan heen uit. Dan is er nog niemand, dus ik plak er nog een rondje aan vast. En dan kan ik warempel zowel de training afmaken van 55 minuten als ook nog eens precies tegelijk met Vincent klaar zijn! Dit was geen koekie.

Woensdag 23 juni. Naar het strand bij Almere

Vincent bedacht dat ik tijdens zijn zwemtraining wel naar het strand kon lopen. Welk strand? Ik ben in Almere Poort en daar zijn meerdere stranden. Maar toen stapte Vincent uit en ging hij zwemmen. Ik mag en moet rustig vandaag. Een uur. Geen rugzakje mee dus. Geen verwachtingen. Als het niet gaat, is wandelen een optie. Maar het lukt wonderwel goed! Ik heb een muziekje op en ik moet niks, dus ik kan alles. Ik hobbel naar het strandje onder de snelweg door. En over het strand.

Dan ga ik het verharde pad verder volgen in plaats van op de geijkte plek onder de snelweg door. Ik ben verbijsterd dat je hier ook onder de brug door kunt, zo vlak langs het water! Het is groots en ik heb dit echt nog nooit gezien. Ik kom op een stuk waar ik ooit een crosscup liep. Dat lijkt een eeuwigheid geleden! Ik denk er weemoedig aan terug. Het sneeuwde en ik vond het niet zo leuk, maar ik was in top-conditie. Ik kom weer op een strand en daar moet ik helemaal overheen.

Voor het tempo is dit niet fijn. Helemaal niet. Maar dat ik dapper doorren, doet mij wel weer goed. Ik loop door naar de strandstoel, want dat heb ik Vincent ook beloofd, al wist hij toen niet waar ik bedoelde.

En dan ben ik bij Duin Marina. Maak ik ook nog snel een fotootje. Nu weer terug. Ik hobbel langs de duinhuisjes en dan wil ik onder de Hogering door. Ik zwerf Almere Poort in. Ik heb nog tijd en nu wil ik ook nog wel langs de orthodontist. Dat was in eerste instantie de bedoeling. Ik weet eigenlijk niet precies waar die zit… Ik hobbel vrolijk door in een soort van ritme. Ik kom op plekken die helemaal nieuw voor me zijn.

Dan heb ik nog tien minuutjes en weet ik niet meer hoe ik terug moet naar het Topsportcentrum. Ik pak mijn kaart erbij en de orthodontist blijkt niet haalbaar. Dan maar rustig teruglopen. Ik maak er 9 kilometer van en ben blij dat het zoveel beter ging als gisteren!

Dinsdag 22 juni. Het gaat voor geen METER, met een Dixie op de goede plek

Volgens het schema van de nieuwe trainer moet ik vandaag anderhalf uur hardlopen. Een half uur in zone 1, een half uur in zone 2 en een half uur in zone 3. Is niet echt moeilijk, maar 90 minuten is best wel lang. Eigenlijk. Ik heb hard gewerkt overdag, ben niet op mijn best en voel er niet zoveel voor. Ik zet maar een muziekje op en ik ga naar de manege lopen en dan terug. Niet de meest geïnspireerde route, maar dat sluit dan heel goed aan bij het tempo en hoe ik me voel. Aan de ene kant wil ik het goed doen, aan de andere kant hoeft het even niet. Ik ga natuurlijk veel te hard voor zone 1.

Het is niet leuk, het gaat niet, het gaat niet gemakkelijk en ik heb er weinig lol in vandaag. Het rugzakje is te zwaar en zit in de weg en ik zit mezelf in de weg. Nog voor de manege zit zone 1 er al op. Door naar zone 2, maar het tempo wijzigt niet of nauwelijks. Brug over en dan de volgende brug weer op en binnen een paar kilometer 2 snelwegen over. Echt, als het al niet goed gaat is deze route misschien wel het allerdomst. Ik begin me af te vragen of ik niet gewoon naar huis zal lopen en dan moet ik naar de plee. Voor een grote boodschap. Alsof het nog niet shit genoeg is! Ik hobbel het fietspad af. Vincent loopt ook, maar korter en ergens anders en hij appt me. Kan ik mooi even wandelen! Tot mijn grote verbazing staat aan de waterkant de verlossing:

Tja, daar maak ik dan maar gebruik van. Vies, vuil en goor kan er ook nog wel bij, maar er is zelfs papier. Ik hoop dat ik zone 3 dan nog iets kan oppakken. Toch nog maar niet naar huis via de kortste weg. Het tempo is zelfs in zone 3 nog verre van enige goede bedoeling, maar ik loop tenminste nog! Hoewel het helemaal ruk is. Ik dacht op 12 kilometer uit te komen in anderhalf uur, maar ik loop de anderhalf uur vol en het worden zelfs 13 kilometers. Wat ben ik blij dat dit erop zit! Nu werk ik weer met kleuren aan de trainingen en goede trainingen (lees: die de goede tijdsduur hebben) zijn groen. Dit was een groene training. Met een bruin randje.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2021-18

13 juni – 30 kilometer ?‍♀️ ?‍♀️ met een wedstrijd van 10km ? erin

Het is zondagochtend 8 uur. De wegen zijn stil. Er zijn nauwelijks mensen op straat op deze zonnige dag. Maar er zijn twee meiden die met hun dubbel gevulde rugzakje de Stedenwijk van Almere verlaten: KH moet voor haar hele triatlon nog een lange duurloop doen en ik ga met haar mee. Op haar schema stond 5km inlopen naar de Kemphaan, dan op de Kemphaan een wedstrijd doen van 10km en dan 5km teruglopen naar huis. Dat zouden er toch zeker 21 worden, maar toen bleek dat haar huis 7 kilometer van de startplek van de wedstrijd af ligt. Dus kom je op 24 kilometer (dus: 25 toch zeker). ‘s Avonds zou ze nog 10 kilometer extra moeten lopen om de 30km te halen, maar ik opperde met mijn domme hoofd (op de bank lijken die dingen altijd veel logischer) om dan maar gelijk de 30km te doen. Om kwart over 8 zaten de eerste paar kilometers erop. KH en ik kletsen altijd. Onafgebroken. Nu is KH van een uniek soort materiaal gemaakt, want die kletst én loopt flink door. Tegelijkertijd. Ze is niet voor niks Europees Kampioen Triatlon in haar leeftijdsgroep. Al kwebbelend valt de Oorbrug en de zon mee. Na 5km zijn we op de Kemphaan (maar nog niet bij het startpunt) en moet KH de bosjes in. Te kort op het lopen ontbeten. Ik neem een eierkoek. We worden ingehaald door snelle kerels die ook ‘eventjes’ inlopen op een tempo waarvan ik hoop dat ik dat IN een wedstrijd ooit zou kunnen evenaren. Dan slaat mijn stress toe: mensenmassa’s, wedstrijddruk, startnummer, stress; ik kan dat allemaal niet!

Het is een loop ter ere van het 25-jarig bestaan van de masseurpraktijk voor ongeveer heel zichzelf respecterend Almere. Waar ik niet bij hoor, maar door KH ben ik meegesleept. Het troost me dat we samen zullen lopen. Zij denkt dat ik harder loop, maar daar ben ik veel te behoudend voor. Ik moet daarna nog zo’n end! We maken precies de 7 kilometer vol. De volgende 10 zijn dan de wedstrijd. We zijn op tijd, even kletsen (KH voornamelijk), een gel eten (ik), rugzakje af (wij allebei), ander shirt aan. Er zijn ‘maar’ 40 mensen. Met de meesten heb ik helemaal niks. Behalve met MBB en die lieve kindjes. Raar om te bedenken dat het pas 9 uur is. En off we go! Ik loop met een groepje mee waar KH loopt te kletsen. Het gaat behoorlijk op tempo. Ik vind 5:20 ronduit hard eigenlijk. En ik ben klaar met het geteut. Met z’n tweetjes vind ik dat geen probleem, maar zo tetterend groepje is niks voor mij.

Ik haak wat af, klets nog even met een meneer en pak dan mijn eigen tempo van 5:30. Steady. Het voelt niet vreselijk zwaar en prima te doen. Ik zou harder kunnen, maar dat wil ik niet. De zon valt mee, de schaduw is fijner. Op kilometer 4 krijg ik een appje van Vincent die hup mama hup schrijft.

Lief! Daardoor zit ik iets boven de 5:30 en dat moet ik goedmaken. Dat kan ook. Onder de bomen iets aanzetten. Ik zie het groepje voor me uiteen vallen. Niet dat ik ze kan bijhalen en dat wil en hoeft ik ook niet.

Er finishen wat mensen die voor de 5 gingen. En dan loopt KH voor me. Ik tel hoeveel er tussen zit en dat zijn ongeveer 26 seconden. Als de schaduw komt, trek ik aan. Vanaf kilometer 6 ga ik harder lopen en leg ik het tempo op 5:20. Dat gaat prima. Ik loop in. Gestaag. Kilometer 8 gaat op 5:15 zelfs en ik loop nog geen 10 seconden achter KH. En dan bedenk ik me dat ik dat gewoon niet wil. Zij is simpelweg beter, beter getraind en sterker. En ik moet hierna nog een heel stuk! Niet kapot lopen nu. Ik laat haar gaan en kom zelf terug op 5:30. Daar kan ik mee rekenen. Ik ga het gemakkelijk binnen een uur halen. Hopelijk kan ik KH ompraten om het bij 25km te houden vandaag. Dan bedenk ik dat ik na het eerste gelletje niks meer heb genomen. Ik had het zo beloofd en zo nodig! Ik voel dat ik ineens snel sjachereinig wordt en vermoeid. Ik kan het tempo niet vasthouden en blijf achter. Ik maak een wazige selfie. How I feel.

Ik schaam me dat ik weer door de koolhydraten heen ben gejaagd, dat ik nu dorst heb van de hitte én dat ik niet te genieten ben door het tekort. Schaamte, woede, sjacherein, krachtverlies en desinteresse maken dat ik de 10 kilometer heus wel volloop (zonder te wandelen al kost dat nu moeite) en daar ik de tijd later maar moet berekenen. Uiteindelijk binnen 55 minuten. Ik ben blij dat ik er ben, bij het eten, water en de finish.

In die volgorde. KH is me zeker 40 seconden voor. Ik ben blij met de medaille, maar nog blijer met het flesje water. Die drink ik leeg en ik eet zoute stokjes, een eierkoek én een gel. Ik trek me even terug, want ik moet even tot mezelf komen. Rund dat ik er ben, iets met ezels en stenen, maar deze ezels stoot zich elke keer aan alle klinkers op het pad! Dan wil ik snel weer verder en snel weg. KH vraagt of W een stukje meeloopt, maar van mij had dat niet gehoeven. Die loopt veel harder namelijk en dan ‘moet’ het weer zo. KH maakt er natuurlijk 30 van! We hebben de hele ochtend nog voor ons liggen joh. W gaat naar links en wij naar rechts op het vierbruggenpad. Tussen de bruggen in moet KH weer even de bosjes opzoeken. Deze nieuwe variant gels zal het voor haar niet worden.

Niet dat zij er over piekert om de 30km in te korten – welnee. Ik krijg gewoon iets meer pauze! We zitten op 18 kilometer, maar die wedstrijd heeft mijn eten in de war geschopt en ook hoe lang het nu allemaal duurt. Er is geen werkelijk tijd meer, alleen racetijd, want we stoppen de horloges steeds. Op het zonovergoten pad richting de Shell laat ik KH kletsen en heb ik het zwaar. Ik ben de hele tijd bang dat ik haar ophou, ook al verzekert en belooft ze me dat dat echt-echt-echt niet zo is. We blijven rond de 6:00 minuten op een kilometer lopen. Met de wedstrijd erin lopen we de halve marathon in 2 uur en 3 minuten Wish it was like that! Als we in de schaduw lopen, gaat het me weer wat beter. Lekker door het Cirkelbos. We zijn flexibel in de route. Als het maar dertig wordt! Voorbij de berg richting het parkje met het water doen we nog een stop. Ik eet 2 eierkoeken braaf op. En drink lekker veel.

Dan de zon in en ik klets de tijd door. Ik tel ook de kilometers af eerlijk gezegd. Mijn (boven)benen doen pijn. Door die wedstrijd en het oprekken van de spieren daar en het afkoelen en wachten en weer opstarten elke keer, trekt het zelfs enorm in mijn benen. Samen met de zon en de voedingssjacherein maakt dat ik me niet zo goed voel. Bij de volkstuintjes moeten we allebei bij een boom stoppen. Door KH’s gepraat over poepen, moet ik ook! We gaan nu wel echt teruglopen, want we zitten op 25 kilometer. Ik weet ook al dat ik dat niet meer in 1 keer red. Het loopt tegen 12 uur en het is echt heet intussen.

We lopen langs de schaapjes en komen weer bij de houten brug waar we een paar uur geleden ook waren. Toen voelde het anders! Komt vast door het gewicht van de medaille die we nu meeslepen – duhhhhh. 26 Kilometer, 27 kilometer. Ik tel ze zo af en ik hoeft zo niet meer! We doen nog een stopje. KH loopt nu voor me uit. Dat is waarschijnlijk het verschil: zij heeft wel een doel en ik heb niks meer gegeten. Zij is gemaakt van gehard staal! Wat een ongelooflijke kracht. En ze roept maar: kom op!

Ik vind wel een doel: de 30km binnen de 3 uur lopen. Daar moet ik nog voor gaan. We moeten in de volle zon de Oorbrug over. Vooral die zon is ruk. Ik ga aan het tellen. Nog 1 kilometer in 6:30. Dat zijn dik 300 tellen. Het leidt me af, maar mijn benen doen te veel pijn om er meer van te maken. De brug af mag ook nog. En de busbaan over. Tellen. KH (ver) voor me. Blijven tellen. Ik zit al over de 300. Heb nog een minuut. Het gaat lukken! Nog een busbaan. Tellen. Piepppp – zegt het horloge. 2 uur 59 minuten en 46 seconden. Rommelen met het horloge, uitzetten net over de 3 uur heen. Dan is KH er ook en ze wacht me op. Het is 12 uur en er lopen twee meiden met leeggedronken rugzakjes door dezelfde straten als 4 uur eerder. (de nettotijd ligt net onder de 4 uur, ook fijn) De temperatuur is verdubbeld. Mijn benen voelen dubbel zo zwaar. De dynamiek van inlopen, een wedstrijd lopen en dan nog een keer heel ver uitlopen kan mijn bekoring niet wegdragen. Het is iets teveel gevraagd van mijn planningsvermogen met voeding en tempo-indeling. De coach van KH had echt bedoelt dat ze vanavond nog een keer moest gaan in plaats van alle energie opmaken in 3 uur. Dus -ach wat jammer nou ?- het zwemmen ‘s avonds laten we voor wat het is! Ik kan ‘s middags nog wel prima het onkruid wieden en de keuken schoonmaken. Of course. ?

14 juni. De Zwemanalyse – Breed en Diep ?

Dit heb ik jaren uitgesteld. Echt. Een professionele, scherpe zwemanalyse in een endless pool van een ware zwemdeskundige. Met opnames en spiegels. Zodat je ziet hoe je zwemt en wat er nog beter kan. Aangezien ik mezelf heb leren zwemmen, ben ik echt bang dat er teveel te verbeteren is! Ik ben nogal bang voor het antwoord ‘geen-beginnen-aan’. Ik hoeft niet zozeer sneller te zwemmen, als het maar gemakkelijker wordt. Ik vind zwemmen geweldig, maar het blijft een struggle. Dus ik ben er nogal zenuwachtig voor. Degene die mij gaat verbeteren heeft ook in 2019 de Frysman gedaan, al was hij ‘ietsje’ sneller bij het zwemmen (lees: 50 minuten!) dan ik (blijkbaar goed naar zichzelf geluisterd en geanalyseerd). Ik had de eer om naast hem in de wisselzone te staan. Maar dat weet hij niet meer. Hij vraagt zich af wat qua zwemmen het probleem kan zijn als ik de Frysman zwemmend overleefd heb en ook binnen 3 kwartier de halve triatlon in Almere heb voltooid. Maar ik weet het wel! Mijn onmisbare achtje, het gebruik van mijn benen en de ademhaling: het moet echt soepeler kunnen! Dit zwemfenomeen en als coach van een heleboel mensen, is wel zo slim om te begrijpen hoe moeilijk het combineren van een hele triatlon met een baan en een gezin is als vrouw.

De zwemtrainer heeft wel goede credentials, want hij heeft mensen leren zwemmen vanaf nul. Ik hoeft alleen maar te zwemmen en dan kijkt hij wat er beter kan. Zo’n zwembad is best raar, dat je naar niks toe zwemt. Omdat ik dit erg, erg spannend vindt, is mijn ademhaling totaal niet onder controle en moet ik 1 op 2 ademen. En ook nog zonder achtje! Het lijkt de start van een wedstrijd wel! Goede simulatie zeg maar.

Zo wordt het grootste verbeterpunt meteen duidelijk: breed. Ik moet heel breed insteken. Omdat ik dat nu niet doe, kantel ik mezelf zowat om en dat bemoeilijkt het ademhalen. Eigenlijk moet ik mezelf voortdurend behoeden om niet naar beneden te duiken. Mijn benen krijgen daardoor ook geen grip. Ik krijg daardoor ook veel lucht mee wat ik onder water moet wegzwemmen en wegduwen. Gelukkig krijgt hij het beter uitgelegd dan ik hier. Ik hoeft het dan ook “alleen maar” toe te passen. Voor mijn gevoel leg ik mijn armen aan de zijkant van het bad, maar dat is nou precies de bedoeling! Het verbetert eigenlijk meteen. Al moet ik enorm nadenken. Breed. Naar de hoek van het bad. Denken. Dit is de eerste stap. Er is ooit 1 iemand die dit tegen me gezegd heeft, maar die had er geen verklaring bij. Dan kan ik er niet zoveel mee.

Doordat het nu al een stuk stabieler ligt, komt meteen punt 2 aan het licht: mijn linkerarm gaat omhoog bij het uitstrekken. Zeker mijn hand. En dat REMT AF. Het is vooral links, want dan ga ik ademhalen. Ik ga proberen hoe ik dit eruit krijg en voor mijn gevoel maak ik de beweging af naar beneden. Dus voor mijn idee skip ik het uitdrijven nu helemaal en dat voelt buitengewoon onwennig. Als ik even de aandacht laat verslappen, verval ik in de oude gewoonte. Nu moet ik aan twee dingen denken: breed en diep. Mijn benen hoeven nu echt niks meer te doen! Ik lig namelijk recht. De uitleg gaat verder. Ik ben één en al oor. Het is ongelooflijk, maar ik ga hier helemaal in op, wat wil ik dit graag leren! Het wordt me opeens duidelijk waarom ik na anderhalf jaar nog steeds last heb van mijn gekneusde vinger aan mijn linkerhand. Die span ik tegen het water in. Die houdt (samen met de andere vingers) letterlijk het water tegen!

Nu moet ik nog timen wanneer ik adem haal. Ik krijg een aparte oefening mee: ik moet naar mijn hand kijken en als die onder water is en niet omhoog staat, mag ik adem halen. Het is even oefenen om de rare slag met mijn hoofd hoger te pakken te krijgen, maar als het me lukt, zie ik mijn arm en hand en het is volkomen duidelijk wanneer het minder goed gaat! Dan heb ik nog ruimte om nee te knikken ook én adem te halen. Wat ineens minder moeite kost. (aha – voelt dat zo als je hoofd niet helemaal het water uit hoeft; flitst er door me heen) Volgens mij staat er iemand naast te kant te grinniken die mij nee ziet knikken. Hij wijst me erop dat ik de andere helft van de tijd heel hard ja moet knikken! Als ik dit snap, gelooft hij wel dat ik dit vaker goed zal doen. Het is op de filmpjes heel goed te zien.

Ik word wel erg moe, maar nog steeds denk ik goed na. De laatste sessie voelt voor mij een stuk minder, totdat we de vergelijking maken met het gevecht tegen het water van een half uur eerder. Ik neem veel minder lucht mee! Ik knok veel minder. Het voelt zelfs een beetje ‘sloompjes’ aan. Meestal gebeurt dat als ik moe ben, dan ga ik voor mijn gevoel ‘lazy’ zwemmen, maar dan gaat het opeens een stuk rustiger en sneller! Die state of mind kan ik nu beredeneren en gaan toepassen vanaf het begin. In 100 metertjes. Natuurlijk gaat dit niet vanzelf en vanaf nu goed, maar ik kan niet wachten om dit te trainen tot het een gewoonte is. Ik heb ineens veel meer tijd voor de hele slag, dat merk ik wel. Dat komt omdat ik nu leer dat ik kan uitdrijven. Dat gaat ongemerkt, maar dat is straks de grootste winst.

De trainercoach belooft me dat het niet alleen gemakkelijk wordt, maar ook sneller. Hij zegt stiekem tussendoor dat hij het bad sneller moest zetten! Voor nu zijn de sleutelwoorden Breed en Diep, en voor mij komt daar ontspannen vingers bij. Hoeveel tijd ik kan winnen zal me een worst wezen. De zwemcoach merkt op dat hij zelden iemand ziet die zo ongelooflijk snel de zaken oppakt en aanpakt. Met mijn fanatisme zal ik het ook kunnen leren ook, zo weten we allebei! Mijn achtje heb ik niet meer nodig, want ik lig verder prima in het water. Ik heb in een uur zoveel geleerd! Zoveel! De enige spijt die ik heb is dat ik dit niet jaren eerder heb gedurfd. En ik vond het zwemmen al zo leuk.

‘s Avonds ga ik nog fietsen. Rustig een rondje om de Noorderplassen heen. Mijn hoofd tolt nog na van het zwemmen en wat zou ik graag in het eerste beste water duiken om te oefenen en oefenen. Maar ik fiets gewoon een beetje in de warmte met de wind. Er staat een lastige windrichting en ik ben aan alle kanten nog wat vermoeid van de 30km van gisteren. Ik baal van de spierpijn die ik als straf heb gekregen omdat ik niet goed gevoed heb. Het is nog erger nu ik het weet! Met de kilometers wordt het allemaal wat kalmer in mijn hoofd. Van fouten kun je leren denk ik maar. Al is dat een gedachte en geen gevoel.

Sporttechnisch heb ik een hoop dingen gedaan en aangepakt in een week: een 30km gelopen in de hitte met een wedstrijd in the middle, me ingeschreven voor de halve triatlon, de zwemanalyse gedaan en ik ga over op een andere trainer. Dat tolt allemaal door mijn hoofd. Ik fiets 30km. Geen toptijd, maar binnen een halve maand heb ik voor Trispiration de jaarchallenge voor deze maand gehaald: 2x 10km lopen (ook al was dat in 1 keer 2×12), 2x30km fietsen (allebei in Flevoland) en 2x2000m zwemmen (allebei buiten en 1 keer zelfs 2500m).

15 juni Warm binnenbad en oefenen met ?‍♀️

Ik wil alleen maar zwemmen! Oefenen moet ik. En dat is ook het enige waar ik zin in heb. Eigenlijk wil niet werken, me niet bezighouden met huishoudelijke taken of contact hebben met andere mensen. IK WIL ZWEMMEN. Om 5 over 8 sta ik in het bad in Almere Buiten. Dat is een vreselijk bad: warm, klein en binnen. Maar het ergste moet nog komen: er is geen plek meer voor het groepje voor mij! Het bad is vol! Nee toch zeker… Ik ga nog even navragen hoe ik had moeten reserveren (maar dat kan niet) en dan blijkt er nog 1 plekje te zijn. Voor mij! Mooi dat ik hier de komende uren niet meer wegga.

Ik moet eerst in het grote bad. Ik ga gewoon op en neer zwemmen en een half uur lang alleen maar denken aan breed uitsteken. 3 Keer op en neer en dan even rusten. Ik ga kalm. En gemakkelijk. Breed-breed-breed. Een beetje om de schoolslag-vrouwkes heen. Breed. Breed. Breed. Leer mijn doorzettingsvermogen kennen en je weet dat ik hier volhardend genoeg voor ben! Ik krijg een seintje dat ik erbij kan in het banenbad. Dan kan ik doorgaan met kijken over mijn vingers heen! Het banenbad is heet! Tjonge, dat wordt nog wat! Ik ga op en neer en kijk over mijn handen heen. Ineens daagt het ‘diep’ mij. Ik moet echt veel lager insteken. Diep het water in. Ik ga elke keer op en neer en drink na een keer of 4/5 wat water uit de bidon. En weer opnieuw breed en laag insteken. Elke keer opnieuw. Het gaat allemaal heel traag voor mijn idee. Maar snelheid gaat het nog niet om. Ik moet wel breed uit kijken over mijn vingers heen! Het moeilijkste vind ik het echt om mijn vingers ontspannen en laag te houden. Ik moet ook nu om mensen heen cirkelen, maar dat boeit me niks. Ik doe hier mijn eigen ding, doen jullie dat ook maar. Er zijn twee mannen die als dames aan het bijkleppen zijn. Verder zie ik mensen de baan in en uit gaan, maar ik blijf. Diep-diep-diep. Blijven kijken en blijven concentreren. Ik word niet moe van het zwemmen zelf, maar van het blijven proberen. Ik zwem maar en ik zwem maar. Wel anderhalf uur. Ik word natuurlijk moe-er, maar ook dan telt blijven opletten op breed en diep. Ik ga even een stukje hard als ik iedereen moet inhalen, maar dat lukt me wel. Inhalen is lastig, dan voel ik me te breed en verval ik in de oude fouten. Om kwart voor tien ga ik het bad uit. Ik heb niet echt een idee of ik snel of langzaam heb gezwommen, door de afmetingen van het bad en de pauzes. Ik heb ook geen idee hoeveel ik precies heb gezwommen. Het is in elk geval genoeg voor de 1000m badge! En om uren na te ‘genieten’ van de chloorlucht!

16 juni Een swimrun ?‍♀️ ?‍♂️ ?‍♀️ ?‍♂️ ?‍♀️ ?‍♂️ ?‍♀️ ?‍♂️?‍♀️ ?‍♂️ ?‍♀️ ?‍♂️ met Vincent

Het is warm en heet in Nederland. Zelfs een beetje benauwd. De airco doet boven zijn werk en ik wil natuurlijk vooral zwemmen! Vincent heeft een zwemtraining, maar ik haal hem over om een zwemloop te doen. We zoeken de oude schoenen op, stellen de houders voor de pullboy in, doen een trisuit aan en dan gaan we naar de Noorderplassen. Vincent neemt de GoPro mee. We beginnen met hardlopen. Ik heb nergens haast mee. Het is namelijk echt warm. ? We lopen langs de kale schapen het bochtje buitenom. Na een kilometer ontdek ik dat ik mijn brillenglaasje kwijt ben. Balen! Maar ja, je sleept ook met een boei en een badmuts in de hand.

We lopen weer terug, maar vinden geen brillenglaasje. Dan maar terug naar de auto voor de reservebril. En wat zit daar onder in de tas? Het brillenglaasje! Poging 2 dan maar, maar nu moet het zweet hoognodig worden afgespoeld in het water. Het water is totaal niet koud, maar Vincent denkt er anders over. De GoPro slaat elke keer om. Die filmt vooral heeeeeeel veeeeeeeel plantjes! Het is aardig dichtgegroeid.

Dat zwemt niet lekker met schoenen aan. Ik oefen nog wel een beetje met breed, maar over de vingers kijken is lastig met de hoge planten. We zwemmen langs het strandje een beetje richting de zwanen. Ik vind het zwemmen zó leuk! Vincent filmt me zo’n beetje (er is nog werk aan de winkel).

Dan gaan we weer rennen. Soppen. Slurpende schoenen. Badmuts op. Joggen. Boei in de arm. Lekker over het gras. Dit is wel een populaire hangplek en we worden aangemoedigd door jongelui en begeleid door Turkse muziek. Ieder zijn eigen hobby! We lopen weer een kilometertje verder. Daar wil Vincent er weer in. Het ziet er niet best uit: een beetje vies en onhandig. Ik loop rondjes om de bomen en Vincent filmt met de GoPro.

We lopen nog iets verder door. Bij wat Vincent het eilandje noemt, gaan we erin. Door het zuigzand. Jakkie. Vincent wil naar het opgespoten eiland zwemmen. Daar zijn we zo. Vincent klimt erop, maar het zijn vooral stenen. Kan hij mij even op de film zetten en dan moet hij weer terugkomen. Het is wat lastig met GoPro en boei en balans en stenen die er liggen. Ik kan weinig voor hem doen en dat irriteert een beetje.

Terwijl de zon ondergaat zwemmen we richting de boten in de hoop dat we daar de kant weer op kunnen. Echt vaart maken is er niet bij. We stoppen nog om een foto proberen te maken van ons op het water, maar de GoPro helpt niet mee en Vincent wordt zowat verstrikt door mij! We hebben wel lol, maar geen goede foto.

Vincent krijgt het koud. Op de hele Noorderplassen; misschien wel in heel Almere- is hij de enige die het op het dit moment koud heeft! We gaan weer zwemmen, maar het water is hier niet zo schoon. Meestal boeit me dat niet zo, maar zelfs ik vind het lastig en opmerkelijk hier. We moeten een plek zoeken om aan de kant te komen en dat is even klauteren en schuifelen. Moet je je indenken dat als twintiger met je brommertje een rustig plekje met je vriendje onder een boom hebt gevonden aan de waterkant en ineens komen er twee gekken uit het water geplonst met een badmuts op! De arme meid zei zo vriendelijk mogelijk gedag, dat wel. Wij weer aan het joggen. Het was erg mooi met de zon.

Ik was er al met al een beetje klaar mee, dat wel. Het is hartstikke leuk, maar ik werk ook de hele dag in de warmte en dat is allemaal vermoeiend. Vincent had het koud ? (HOE DAN) en hij liep terug naar de auto, ik jogde de kilometer vol. Het blijft een aparte tak van sport, dat swimrunnen!

17 juni Zo rare Er UU Es Tee dag. Want het is veel en veel te heet en benauwd om te sporten met dik 30 graden. Eigenlijk is werken ook te vermoeiend, maar daar krijg ik voor betaald, dus die moet maar.

18 juni SWIMSWIMSWIMSWIM

Ik ga met RW, de dochter van Joyce. We spreken af op het Lumierestrandje, maar de afspraak is wat wazig in verband met het weer. Het regent, maar onweert niet zoals voorspeld was. Het is lekker koel. We spreken af om kwart over 10, maar Joyce gaat hardlopen en die is er al om 10 uur. Ik ben er eerder dan RW en laat mijn pak door vriendelijke hardlopers die voorbij komen dichtritsen. Dan moet ik plassen en begint het te regenen (wat niets met elkaar te maken heeft!). Ik ga het water vast in en dan kan ik naar het steigertje, de rood-groene boei en de groene boei en weer terug en dan kan ik vast oefenen met breed en diep. Zonder zo snel te hoeven zijn als RW. Ik krijg mijn berichten wel binnen via de Apple Watch. Mijn blokje is 500m en het gaat niet snel, maar wel een stuk makkelijker.

Nog geen RW te zien. Dan nog maar een keer hetzelfde stukje. Ik concentreer me dan zo, dat ik alles verder vergeet. Alleen de meeuw die van de ene boei naar de andere vliegt voor me uit zie ik. Verder kijk ik over mijn vingers heen en denk aan het breed insteken. Als ik terugkom heb ik de Apple Watch niet opnieuw gestrart én blijk ik geen berichten te krijgen! RW wacht op me bij haar ouders. Oh-dom-van-me: dat hadden we afgesproken! Ze komt nu naar het strandje. Ik zeg dat ik al aan het zwemmen ben en ik ga nog een stukje. Over de kilometer doe ik wel een half uur! Ik ga nu steigertje-roodgroene boei- rode boei – groene boei – steigertje. Ik vind het dus helemaal niet eng om alleen te zwemmen! Er is niemand op het water, geen bootjes of niks. Alleen de mensen die aan de brug werken. Het is al lang gestopt met regenen.

RW en haar moeder Joyce staan op de kant als ik terugkom en de 1500m volzwem. RW doet haar pak aan en ik wacht lekker. Het is bewolkt gelukkig. Joyce maakt foto’s van ons.

We gaan van boei naar boei. RW kan veel en veel beter zwemmen dan ik, dus ze wacht bij de rood-groene boei. We gaan onder de brug door naar de rode boei aan de andere kant. Ik let nog steeds op en ik word wat rustiger. De slag gaat dan ook al ietsje meer vanzelf.

Het diep insteken nog niet altijd, maar ik zwem alvast een stuk breder en dus stabieler. Dan gaan we verder richting het centrum naar de rode boei. Die is verder weg dan ik dacht! RW haalt me elke keer weer op. Ik ga steeds harder zwemmen! We overleggen dat we om het eilandje waar de elektriciteitsmast op staat heen gaan. Zo ver ben ik nog nooit geweest! Overigens zwem ik meestal ook niet zo ver buiten. Ik zit al op 2,5 kilometer! Met mijn domme (en natte) hoofd heb ik gezegd dat we tegen de klok in om het eiland gaan. Als je alleen naar rechts ademt, is dat onverstandig, navigatietechnisch gezien! Achter het eilandje ruikt het enorm naar de witte bloemen. Ik vind het opmerkelijk om onder de hoogspanning door te zwemmen, ook al is dat raar. We gaan terug naar de boei waar we vandaan komen. Ik zit over de 3 kilometer zwemmen heen en ik merk dat ik moe word. Bijvoeren onderweg is er dan ook niet bij! RW blijft wat achter. De zon is erbij gekomen en de stralen in het water zijn prachtig. Zij heeft er last van, of van de hele lichte golfslag en ze wordt misselijk. Voorbij de rode boei ga ik de rust in. Ik ga heel kalm zwemmen en gebruik mijn benen. Ik trappel, steek breed in en laag en vind een ritme wat ik uren vol zou kunnen houden. RW blijft helaas misselijk en dat vind ik zo rot voor haar. Ik wil ook terug. We gaan onder de brug door naar de groene boei. Ik zwem gestaag door, maar het wordt nu moeilijker om te denken of ik goed zwem. Vooral diep insteken blijft dan achter. Mijn hand is dan wel totaal ontspannen. Ik zit op precies 3800m bij de groene boei. Die laatste 200m komen er ook! Ik moet nog om via het steigertje en nog een stukje voor de lijn heen en weer en dan heb ik 4000m gezwommen. Vier hele kilometers. Bij het uittrekken van de wetsuit wankel ik. Ik ben vermoeid, mijn armen zijn wat gevoelig en dat is het.

Zaterdag 19 juni Fietsen ?‍♀️ en hardlopen ?‍♀️ ?‍♂️ met enen en vieren

Voor de badge van Garmin moet je 40km fietsen. Ik ga dat lekker in mijn uppie doen. Muziekje op. Ik ga de Hoge Vaart langs. Heen en terug.

Het is lekker weer: beetje zonnig en niet te heet. Dus wat vergeet je dan? Het water! Überhaupt iets aan voeding. Langs het water zonder water ?

Ik ga heen door het Wilgenbos. De ophaalbrug staat namelijk eens een keer open. In het Wilgenbos liggen behoorlijk wat losse takken door het noodweer gisteren. De sluis is net dicht. Ik hoeft niet zo hard. In mijn hoofd visualiseer ik de route alvast. Door de stad heen gaat eigenlijk best snel. Langs de Vaart met aan de andere kant de Kemphaan gaat eigenlijk niet zo snel. Bij de Shell steek ik over.

Eerst het Vierbruggenpad (met de 5 bruggen) Verderop moet je een stukje omrijden omdat de brug niet meer bestaat. Ik rij weer lekker door in de stad. Al moet ik 1 keer stoppen voor een overstekende ganzenfamilie! Ik ga weer een ophaalbrug over, de rode deze keer en dan door naar het Block van Kuffeler terug. Ik heb nog een stukje wind mee langs de dijk naar huis en dan zitten er 41 kilometer op.

‘s Avonds ga ik samen met Vincent ?‍♀️ ?‍♂️ . Hij wil graag naar de Kemphaan om onverhard te dwalen. Van zijn trainer mag hij maximaal anderhalf uur. ? Ik wil naar het Schapenbos. ? ? ? Een simpele opdracht. Op nog geen 2 kilometer van de parkeerplek. Na het bestuderen van de kaart lijkt het simpel: we gaan de paarse? route volgen tot we de gele? route tegenkomen en dan tot de groene? route of over de eilandjes. We hebben maar 2 regels: niet onder hetzelfde bruggetje ? door heen en terug en we keren niet om ➿. Eitje! “Mama, dat is maar 4,5 kilometer paarse paaltjes volgen”. Bij paaltje 3: ik ga liever die kant op ?? oke. Joh. Dat kwam weer goed ? . Voor 1 kilometer. Toen wilde hij onder de bomentunnel door. Weg paarse route. En daarna gingen we langs het schapenbos af. Ook goed. Dadelijk naar rechts en we zijn er. Op km2 zei hij volkomen onverwacht: hier links ?. Het Schapenbos lag rechts dus ??‍♀️ toen langs de eilandjes. “Het schapenbos ligt hier rechts”, beweerde de puber. Ik dacht: achter ons dus. ? Na drie km stonden we op de dijk naar Huizen te kijken ?

Terug over het Rooibos. Ik dacht nog: het Cirkelbos dan? ? Maar nee, terug over de brugjes. Toen hij na 5km weer richting Cirkelbos terugstak, greep ik even in en leidde hem terug naar de Kemphaan. ➰ We staan na 6km op een recht pad en hij kijkt op de kaart: “Hier rechtdoor tot de Wetering (een soort kanaal) en dan twee keer rechts.” ➡️➡️ Kan niet misgaan. Denk je. Ik zeg: ‘hier links is het Schapenbos dus’. ? Gaat meneer de gids dan ook direct naar links ?

Schapen gezien. ? Jippie. En toen… kwam de opstandige geitenbende op ons af! ? Er was maar 1 oplossing: de volkstuintjes in!

Het doolhof zonder uitgang. ? Toen hebben we een algemeen hardloopregel overtreden en aan feestende oudjes die ons aanmoedigden de route/uitgang gevraagd. ? warempel, je kan er af! Ik zeg net: “nu kan er niks meer misgaan” als Vincent roept: hier links ?. Nou kan er veel te veel misgaan als je Almere Haven in gaat, dus toen heb ik een veto uitgeroepen. ? Kwamen we na een omzwerving weer op het rechte pad. Letterlijk. ? hij koos. De omweg naar de Wetering. Ik dacht: kan ik dat? Ik dacht van wel. Dus ik zei niks meer. ? We stopten regelmatig en ook de horloges ⌚️ dus we leken best lekker op tempo te lopen. ? Vincent mocht maximaal anderhalf uur en ik moet het morgen bij de trainer verantwoorden! ?Zo kwamen we bij het kasteel. ?

We zagen nog een hertje. ? We gingen onder de 305 door, want we gingen niet 2 keer onder het brugje bij de Kemphaan. Het goede pad rechtsaf was afgesloten door een ongewaaide boom, dus we konden er pas bij de oude afgebroken ophaalbrug terug naar de Kemphaan ? ? . Ein-de-lijk wist hij écht de weg…. ? We liepen nog een beetje om om de 14km vol te maken. Doordat we elke keer de horloges ⌚️ stop zetten ging dat nog binnen de anderhalf uur ook! ⏰ Vind ik mooi: gister 4km zwemmen, vandaag 41km fietsen en 14km lopen. Allemaal enen en vieren dus. We hebben echt dubbel gelegen van het lachen. ? Ik heb Vincent op het hart gedrukt dat ik de pijlen⬅️➡️↗️⬇️↕️ hoe dan ook volg bij de Trail des Fantomes!

Zondag 20 juni. Geen zin in sport – regen ? & borduren?

Ik zou bij zonsopgang gaan lopen. Want dit is de dag die het langste licht is in Nederland. Hebben we bij Trispiration als uitdaging mee gekregen. Goed idee, maar…. het regent ? . De hele nacht. En om 4 uur regent het pijpenstelen ? . Om kwart voor 5 regent het ook nog ☔️ . Ik draai me om. Een zonsopgangloop zonder zon is zonde. ☀️ Kortom: ik lig toch vaak genoeg wakker en sta lekker laat op. En dan? Ik heb nog geen schema, wacht op de (nieuwe) trainer en verveel me een beetje. Wat zal ik eens gaan doen dan? Ik ga borduren! ? Dat deed ik heel veel toen ik nog tijd over had omdat ik niet sportte. En wat ga ik dan borduren? Sportvrouwtjes!

Ondertussen kan ik lekker autoracen ? kijken. En achter een schermpje telefoon ? hangen. Ik besluit dat ik maar ga fietsen. De trainer gaat niet meer bellen. Na het avondeten stap ik op de fiets. ? Ik heb geen zin. Ik hoeft van mezelf maar drie kwartier. Of een uur als ik zin krijg. Ik heb ook al geen route-idee ?Ineens weet ik wat er mis is: ik heb gisteren heel, heel slecht bijgevoedt. Niets (echt niks) bij het fietsen en bij het lopen heb ik 2 winegums op. Daarbij is mijn lijf aan alle kanten druk met de organisatie van de maandelijkse periode?. Slechte, zeer slechte combinatie ? Het ergste van alles is dat het nu weet. En dat ik me er blijkbaar nog niks van aantrek.? Ik beloof mezelf dat het anders moet. Het helpt me niet aan zin om te fietsen. Ik ga weer langs de Hoge Vaart (weinig fantasie) en langs de rode ophaalbrug. Na 12 minuten heb ik nog geen zin ? . Dan komt het niet meer. Na 20 minuten nog steeds niet ? . Ik voel me zwak ?. Dus ik rijd terug. ?‍♀️ Nog geen 20 kilometer, maar wel 3 kwartier. En onderweg een halve bidon water leeggedronken! De bidon blijft op de fiets zitten, ik zelf weet niet hoe snel ik er af moet springen zodat ik verder kan borduren.

Je ziet dat ik het ben he? Paarse fiets, licht haar. Maar de bikini en het ontbreken van de helm maken het ongeloofwaardig.

21 juni 2021 – Fietsen ?‍♀️ met Vincent ? tussen de buien ? door

De trainer heeft het schema af: VIJFTIEN uur. Hij legt uit dat ik ‘alleen maar’ hoeft te proberen om 80% van het schema op te volgen (is nog altijd meer dan 12 uur ja!). En dat het een leidraad is. Goede plannen allemaal, maar ik ben nogal van het netjes volgen. Al is dat vandaag al onmogelijk. Ik kan niet zwemmen helaas. En fietsen… Deze eerste dag van de zomer begint slecht: het regent alleen maar. Tussen 5 en 7 lijkt het even droog. Met de nadruk op LIJKT. Vincent gaat met mij mee op zijn pas gerepareerde fiets. Helaas blijven er druppels vallen. We doen een ronde Oostvaardersplassen.

Ik moet een uur in zone 1, maar die ligt tamelijk hoog. Mijn cadans ook. Voor Vincent is het een eitje. ? Van tijd tot tijd druppelt het en de zonnebril had beter thuis kunnen blijven. Maar die heeft Vincent toch op. ? Het is overal wel rustig. Op de dijk hebben we wind mee. ? Na een uur moet ik tempoblokjes gaan doen. Ik doe het dapper. Maar 2 uur fietsen haal ik vandaag ook niet. Als we weer aan ‘onze’ kant van de Oostvaardersplassen zijn, houdt het op met druppelen en wordt het weer steeds meer serieuze regen. In mijn lies zit iets niet lekker.? In het vierde blokje (achteraf van de vier, terwijl ik op vijf telde, anders had ik m afgemaakt ❗️) ben ik rond (Vincent nam de korte weg naar huis) en vind ik het wel goed. De 40 minuten die ik overhou van de 2 uur fietsen, kan ik mijn fiets weer schoonmaken! Begint lekker met dat nieuwe schema van mij…? Vandaag nog niet de helft van de trainingen gehaald. ?

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2021 – 17

1 juni een solo-rondje met muziek ? in paars ? en rood ?

Er staat een ritje op het schema. En het is mooi weer. En de rode fietsbroek ligt klaar. En de paarse fiets is er altijd klaar voor. Ik neem maar een muziekje mee. En de GoPro. Vincent gaat hardlopen. Hij kan nog een foto maken van me.

Ik ga gewoon een beetje mijn neus achterna. Geen idee van de route heb ik. Richting de Kemphaan dan maar. Ik heb mijn muziek aan staan en geniet van het zonnetje en het mooie licht.

Ik fiets gewoon lekker door, niet te hard. Langs de Kemphaan af. En dan kom ik een hertje tegen die voor mij en mijn GoPro oversteekt.

Leuk dat ik dat nu kan laten zien zonder snel naar een telefoon te moeten grijpen ofzo. Ik neem eens een keer een ander fietspad langs Nobelhorst waar ik nog nooit ben geweest! Almere is erg groen als je het zo bekijkt zeg. Ik fiets ook lekker tegen de zon in en weer terug.

Ik maak nog een klein ommetje om niet dezelfde paden te nemen. Het is geen lange, snelle of verre rit. Maar ik ben toch even uitgewaaid!

2 juni Wereld Hardloop Dag ? ?‍♀️ ?

En mijn trainer vind dat ik een rustdag moet nemen! Tja, die trainer kan ik prima negeren… (sorry haha), maar mijn horloge is het ermee eens:

Ik denk er dan maar een seconde of tien langer over na. Het is bloedheet buiten. En Manuel kan wel iemand gebruiken die hem ophoudt als hij na 4 weken gedwongen looprust weer gaat. Sorry horloge, sorry trainer. Het is maar een klein stukje in de middagpauze.

De hitte valt me mee. We lopen in de schaduw. We houden wandelpauzes. En ik kwebbel die arme Manuel suf. 5 Kilometertjes. De laatste kilometer doe ik solo en die is het lastigst. In de zon en de hitte.

De badge is binnen!

3 juni 2021 Rustdag dan maar, want vandaag is het te heet. ? Benauwd. Vochtig. Een wandeling is al zweten. ? Ik wil zwemmen ‘s avonds. Maar we wachten op de bank ? Die natuurlijk pas laat komt. En dan nog in elkaar gestreken moet worden. Da’s ook warm en zweterig en zwaar ?

4 juni. Fietsen ?‍♀️ ?‍♂️ met Manuel ?-uel, de Prik ? en ?‍♀️ met goPro ?

Tussen tien en half 12 kan ik fietsen samen met Manuel. Manuel moet verder werken aan de conditie. Om half 12 moet ik mijn vaccinatie op gaan halen. Vind ik spannend. Ik weet namelijk niet hoe ik ga reageren. En daar kan ik maar slecht mee omgaan. Dus nu ik nog kan fietsen, ga ik! Ook nieuw voor mij is dat Manuel het zwaarder heeft dan ik. Eigenlijk is het altijd andersom. Ik moet een tandje bijzetten om Manuel bij te houden. Nu kwek ik Manuel weer gek. En vraagt hij om even te stoppen ‘om naar de zwaluwen te kijken’ bij de sluis op de Knardijk.

Deze ene zeldzame keer vind Manuel de korte weg terug wel prima. En eigenlijk vind ik daar weinig leuks aan. Ik heb liever dat Manuel weer de oude is. Met een net iets betere conditie dan ik. Omdat hij een man is. Ik heb liever dat Manuel niet hoeft te zuchten. Of hooguit omdat ik te rustig aan doe. Dat zijn bloedwaarden en stressniveau weer normaal is voor een hardloper. Ik ben net op tijd thuis en haal de vaccinatie in Purmerend. De reactie zal morgen wel komen. Of liever niet. ‘s Avonds ga ik zwemmen. YES. Met mijn nieuwe pak. KH gaat mee en ZGvG kan ook. KH en ik hebben allebei een prikje gekregen vandaag, maar ik heb een pleister! Het is druk op het strandje. Ik heb mijn pak al half thuis aangetrokken. Dat is een stuk lastiger met dit pak!

Het zit als een tweede huidje. En zo zwemt het ook! Heerlijk-heerlijk. Het water is lekker warm. We hebben alledrie een ander zwemniveau. KH ver boven mij, ZGvG iets minder. We spreken de boeienroute af. Ik zet de GoPro aan en die gaat mij volgen.

Hopelijk kan ik jullie dan een beetje meenemen in het water. Want ik vind het zo geweldig en heerlijk! Slag, slag, slag…. Ik moet voor de juni challenge van Trispiration nu 500m zwemmen en aan het eind van de maand nog een keer en dan hopelijk sneller. Dus ik doe eerst maar eens heel kalm aan! Er zijn van die dingen die je niet bedenkt als je nooit buiten zwemt. Dat je onderweg gewoon kunt wachten op elkaar (horloge mag uit leerde ik vandaag) en dat je dan in je pak of op je boei blijft drijven. Dan kun je prima kletsen en overleggen. KH legt uit hoe te navigeren. Ik wil onder de brug door.

Is dat niet geweldig leuk! Ik ga meestal de andere kant op, maar nu zo richting Almere zwemmen is machtig.

Ik doe lekker lang over de 500 meter. Horloge uitzetten en dadelijk weer aanzetten: ook dat kan prima op het water! We zwemmen naar rode boeien. Eigenlijk zou ik omkeren als KH me weer tegemoet kwam, maar ik haal het ook om de boei heen! Verderop wacht ze weer.

Ik ga nog wat aanzetten en mijn best eens doen. Benen gebruiken. Lange slagen maken. Naar de bodem kijken; he, daar zijn nog nauwelijks plantjes! We gaan de brug weer onderdoor. Ik heb geen last van de GoPro, maar… die is ook vaak onder water.

Na een tijdje is de accu vanzelf leeg. Mijn accuutje is er ook wel mee klaar en ik zwem terug. ZGvG is al op het strand. Er is politie en drukte. Het ergste vind ik het zand aan mijn voeten. Ik heb zo’n 1700m gezwommen. En enorm genoten!

Mijn pleistertje heb ik nog steeds. En nergens last van!

5 juni Fietstochtje ?‍♀️ ?‍♀️

Het is de hele dag een beetje sappelen. Ik voel me prima, beetje last van mijn arm, maar ik heb enorm slecht en weinig geslapen. Niet van de vaccinatie, maar gewoon door vanalles. En dat voel ik. Denk ik. Soms even spierpijn. Van het zwemmen zal dat wel zijn…. ? ‘s Avonds ga ik fietsen met Joyce. Ik ben wat dizzy, maar na het eten is dat weer weg. Ik neem de ATB. Joyce heeft een route. Naar Almere Haven. We kletsen ons suf. Alsof we niet de hele dag appen.

We moeten door Almere Haven heen steken. Daar wacht een mooie verrassing als we de hoek om gaan:

Nog nooit gezien! We komen ook door een stuk van Almere Haven dat me totaal niks zegt. Gelukkig hebben we een route. We gaan richting het kasteel. Ik wil eigenlijk best 30km fietsen. Met het op- en neer naar Joyce rijden lukt me dat wel. Het fietsen gaat prima. We gaan nog even langs de AH. Voor morgen als we samen gaan hardlopen. Het schijnt dat wij nooit uitgekletst raken….

6 juni Hardlopen in Groningen en Drenthe ?Alle provincies in da pocket

Voor de jaarchallenge van Trispiration voor mij -Ren elke maand 10 kilometer en doe dat twee keer in twee verschillende provincies- ontbraken Groningen en Drenthe. Die lagen al op de plank, maar toen was het in Limburg beter weer. Vandaag scheen de zon (in Almere bij vertrek), dus togen Joyce en ik naar het noorden. Rond half elf stonden we in Leek op een parkeerplaats aan de rand van de bebouwing.

Met een rugzak vol eten, want ik moet hardlopen met het eten van koolhydraten gaan combineren, zodat ik de dagen erna beter kan aanvullen en niet naar snoep en koek ga grijpen. Experiment! Toen we begonnen met hardlopen, was de zon in Groningen achter een dik wolkendek verborgen. Het miezerde zelfs! Nu heb je mij daar helemaal niet mee, maar Joyce en dan met name haar bril; die heeft daar iets minder zicht door. Het was niet koud. We hadden niet zo’n idee wat de route zou brengen, maar het begon goed: onverhard; brede paden; makkelijk te volgen. En dan een fietspad tussendoor. We liepen langs een terras en langs water en werden overal buitengewoon vriendelijk bejegend. De eerste kilometers gingen soepeltjes, met sportdrank en de witte bollen als brandstof. De kaakspieren hadden het toch weer zwaar. We kwamen bij een ommetje door een verborgen stuk bos. De ondergrond is zo totaal anders als de Flevolandse klei! Na 4 kilometer stopten we.

Gewoon even uitkijken over het landschap naar de roofvogel en de leegte en ondertussen ETEN. Joyce nam zoute stokjes, ik een eierkoek. Rare gewaarwording. Zo wordt lopen leuk. We haalden de paarden in op het fietspad en kletsten gewoon maar door. Zo nu en dan moest Joyce haar bril schoonpoetsen. Het idee was om 11 kilometer in de ene provincie te lopen en dan stopte ik mijn activiteit en gingen we door voor de andere 11 kilometer in de andere provincie. Het was plat, alles. We zagen een stukje wat omhoog liep, maar toen we daar liepen, bleken we te moeten omkeren. Ik zette zo nu en dan de GoPro aan. Die hing vlakbij aan de rugtas. Nu piept hij en ik moet de toontjes leren kennen (7 keer is uit). Toen kwamen we weer bij een stuk bos met een ommetje. Er waren andere mensen die bang waren voor een koe, maar wij zagen geen beest in de wijde omtrek. Ik zette de GoPro aan. Tot bij het uitkijktorentje.

Daar genoten we van het uitzicht over het Leekermeer, Leek, Roderwolde en de koeien. Ik at deze keer ook zoute stokjes. Het bleef somber weer, maar mijn stemming beïnvloedde het niet. Ik liep lekker en gemakkelijk. Een beetje nat worden werkt juist verkoelend! Alleen de natte voeten…. Maar ja, als je in Drenthe bent, waar het altijd schijnt te regenen als ik er ben, dan went het misschien ooit. Toen we het bosje bijna rond waren, wachtte een zeer, zeer aangename verrassing: een plankenpad.

Over het water. Over het moeras. Tussen de bomen. Over het kroos. Over nog meer water en moeras. Houten paaltjes. Wankele stukjes. Het was een sprookje, zo mooi!

Het maakte Groningen opeens geweldig. Daar gaat niks boven. En het was honderden meters lang. We wandelden. Genoten. Op het eind keerden we om. Voor nog een keer. Ik jogde er overheen. Net zo mooi. Echt onbeschrijfelijk. Het Petgatenpad.

We zagen 1 ander gezinnetje. En toen liepen we enigszins beduusd weer verder. Verrast en overdonderd beduusd. We kwamen het bos uit en liepen ineens verhard langs de snelweg. Dat was minder verrassend. Ik bleef lekker bij Joyce lopen. Ik hoeft niet hard. Joyce verstapte zich nog net in Groningen voor we de provincie verlieten. Het waren 12 kilometer geworden. We gingen het water over en daar volgde een pauze.

Ik stopte de route, at een gel en hoorde dat in Almere de lucht strakblauw was. Drenthe bood even weinig zicht op de zon als Groningen. We liepen over rechte fietspaden en de eerste paar kilometers in Drenthe waren niet bepaald een verkoopplaatje voor Drenthe. Joyce wilde iets kalmer aan doen en wat meer wandelen. Mij om het even! Zo’n saaie rechte weg met als enige afleiding palen waarvan wij niet wisten of het kunst was hier in het land van niks en nergens of dat het een functie had moeten hebben.

Maar toen draaiden we weer een breed onverhard pad op en zou er meer water komen. Zeker deed het dat! We liepen een grasdijk op. Ongelijk gras. Nat gras. Recht. Al snel sopten mijn schoenen. En nog steeds een somber gedoe. Ik hobbelde door en door. Tot de rand van het Leekstermeer. Ik denk dat het op een zonnige dag iets feestelijker is. We wandelden en renden nog een stuk tot ergens midden op de grasdijk.

Daar stopten we voor mini-stroopwafels deze keer! het is raar dat ik pas op 4 kilometer zat en toch ook op 15 kilometer. De Apple Watch stop ik nooit. De Garmins gingen in de eetstops uit. Voor de verandering. We besloten dat lopen zo veel leuker wordt. En weer verder over de grasdijk, die eindeloos zwaar was. Zo zwaar dat het zandpad een verademing van jewelste was! Wie had gedacht dat een zandpad het ooit ergens van zou winnen? We stapten een stuk flink door. Even was het wat stiller tussen ons. Het kan wel! Ik was een beetje aan het aftellen om de tien kilometer in Drenthe vol te krijgen. Ineens kwamen we weer op een fietspad van asfalt. Dat is ook prettig! Alleen moet je soms aan de kant voor de fietsers, maar hier bedankt iedereen je dan.

We kwamen langs het water te lopen. Het landschap blijft wat leeg en wijds. Ineens liepen we op een prachtig fietspad tussen het water door. Heel apart. Het was eigenlijk behoorlijk afwisselend. Maar niet qua weer: grijs is er in weinig gradaties. De smaken waren met en (inmiddels) zonder miezer. We liepen langs een haventje met camping en daar was het dan openen weer druk met verkeer op de smalle klinkerweg. Het ging de goede kant op met de afstand! Ik wilde de halve marathon binnen de 3 uur lopen, met alle stops daarin meegeteld. Het lukte me! 2 uur 58 ofzo.

Joyce loopt altijd wat achter gek genoeg, maar ook zij haalde het in 3 uur. Waarvan we zo’n 20 minuten hebben gepauzeerd! De volgende mijlpaal was het halen van de 10 kilometer in Drenthe. Ik was blij toen me dat gelukt was, hoe rustig ook! Opdracht voldaan. Ik liep even alleen verder, dan kan ieder zijn eigen tempo pakken.

We kwamen nog over een mooie brug en toen liepen we zo’n beetje Leek weer in. Was ik moe? Een beetje, maar ik slaap dan ook al twee nachten erg slecht. Ik was er wel een beetje klaar mee, dat wel. Bij de haven van Leek wachtte ik weer op Joyce. Ik wilde eigenlijk nog een keer 12 kilometer lopen. Dan maar door het park wat er naast ons lag. Mijn idee was een ommetje, maar we zwierven naar het prieeltje en toen trok het prachtige landhuis.

We weken af van de route en Joyce vroeg zich maar af hoe ze dat had kunnen missen, maar ik vond het mooi en klaar. Ik zat op 12 kilometer en toen Joyce op 24 kilometer zat, stopten we allebei de horloges. Achteraf heb ik twee keer precies 12,22 kilometer gelopen in precies 1 uur en 40 minuten verstreken tijd. Niet al te snel nee, maar waar je ver voor gaat, daar moet je lang van genieten!

Ondanks de bevestiging dat Drenthe maar weinig mooi weer oplevert, reden we om naar het vakantiepark waar wij vorig jaar waren om opnieuw een huisje te reserveren. We wandelden het hele park over voor de badge. Ik was niet ongewoon moe of sjachereinig. So far de positieve uitwerking van het voedingsplan! Het was wel een lange dag uit zo: van 9 tot 6. In Friesland scheen de zon weer. Gelukkig heb ik met Joyce altijd een zonnetje bij me!

Maandag 7 juni – Buiten zwemmen! ?‍♀️ ?‍♂️ ??

Het is zulk lekker weer! Eindelijk zomer. Tenminste in Flevoland… En dan wil ik buiten zwemmen. Het was zo leuk vorige keer! Ik stel Vincent voor om buiten te gaan zwemmen en hij zegt meteen ja. Dan moet ik er weer even aan wennen dat hij mee gaat! Vincent heeft nog niet buiten gezwommen.

Ik neem de GoPro mee. Het wetsuit gaat al gemakkelijker aan, maar is wel erg heet in de auto. Vincent gaat maar 500m en ik wil langer, dus Vincent pakt de autosleutel in zijn boei. Dat vind ie spannend. Hij vindt het sowieso spannend! Het water is niet zo heel koud. Na even wat geklets, gaan we zwemmen. Er zijn al veel plantjes! Dat valt mij tegen. We blijven langs de kant zwemmen. Vincent heeft altijd veel aanmoediging nodig. Ik zwem heerlijk. Lekker rustig. Ik heb geen haast. Lange slagen maken en 1 op 4 ademen en bij Vincent in de buurt blijven.

We zwemmen naar het einde van het strandje en keren dan om. Dan kan ik Vincent alleen maar onder water in de gaten houden. We zwemmen ook samen weer terug.

Vincent gaat er uit en ik heb genoeg zelfvertrouwen om alleen verder te gaan over het rustige water. Op naar de boei. Geen haast, geen moeten, geen stress; maar als het even kan wil ik de 2000m halen voor de eerste keer deze maand. Ik zwem gewoon kalm en rustig. Zoek zo nu en dan naar de boei, kijk naar de boten en ga gewoon rustig verder. Ik kijk niet om en de plantjes zijn nu helemaal weg. Koud is het totaal niet.

Gewoon lekker doorgaan, meer hoeft ik niet te doen. Een verademing! Ik kom bij de boei en zit op iets van 1000m. Dan ga ik terug en ik ga doorzwemmen.

Niet meer rondkoekeloeren en benen er een beetje bij gebruiken. Doorzwemmen dus. Dat kan ik ook! Ik voel wel de plek in mijn nek, die schuurt toch nog steeds. Doorzwemmen! Niet letten op de zon, dan maar minder mijn hoofd uit het water halen. Is ook goed ook. Ik zwem de 500m vol en wijk een beetje uit naar rechts, zodat ik dadelijk nog een keer 500m kan zwemmen langs het strand. Ik ga naar aanleiding van de blog eens slagen tellen. 100 Slagen is bij mij ongeveer 80 meter. Maar dan begin ik het ook zat te raken en rustig zwem ik een beetje op en neer naar de 2000m toe.

Gedaan! Als Vincent mijn spullen pakt, zwem ik nog een heel klein stukje in badpak. Daar waar ik kan staan en waar het warm is. Dat valt vies tegen! Het is nog niet zo heet en ik mis het drijfvermogen van het pak. Omkleden en naar huis.

8 juni. Koppeltraining: rustig fietsen ?‍♀️ ?‍♂️ en heel hard lopen. ?‍♀️⏱

Volgens het schema moet ik 37 minuten fietsen op verschillende wattages en daarna 10 minuten vol gas lopen. Dat eerste deel lukt alleen binnen en dat doe ik dus niet en dat tweede deel: zo hard lopen als ik kan, daar zie ik tegenop. Maar voor fietsen is het lekker weer en Manuel gaat mee. Gelukkig kan ik hem deze keer weer flink bijhouden en is het meer dan een rustig ritje! Ik merk wel dat Manuel eerder vermoeid is. Bij de nieuw te bouwen windmolens stoppen we een momentje voor een foto. Dan voel ik me opeens heel kleintjes met mijn fietsje.

We zouden ongeveer 20km fietsen, maar we gaan om via de manege. Ik hoop daarmee de loopstraf te ontlopen. Dan zit de tijd er toch op? ? Maar Manuel zegt als net-gecertificeerd trainer dat een trainingsprikkel niet voor niets in het schema staat. Ik vraag me mopperend af waarom, want er is niks; geen doel; geen reden. Ik weet niet of ik het ga doen. Het is warm en laat. Ik heb geen zin. En toch doe ik de schoenen aan. 10 Minuten is te overleven. Ik ga rondjes om het park. Gewoon zo hard ik kan. In het begin valt het mee. Gewoon hard. De eerste kilometer gaat in een stagnering 4:47 Vier-zeven-en-veertig. Ik heb niet gekeken tussentijds. Ik doe nog een rondje. En dan wordt het wel zwaar. Heet. Hoog in de adem. Ik vertraag. Zo hard kan ik nooit nog een keer. Ik krijg er nu al moeite mee! De hartslag zit op 165 en dit is de max vandaag. Ik moet en zal de tien minuten vol maken. De 2 kilometer. Al is de volgende in 5:10! In de schaduw bij de huizen. En de volgende kilometer gaat in 4:46. Sneller! Hoe dan?!?!

Ik loop nog tot het fietspad. Als de tien minuten er op zitten, zet ik meteen het horloge uit. Ik ben net zo rood als het trisuit. Ik wandel en druppel naar huis. Maar dan vergast de buurman me met zijn auto en binnen is nog niet fijn, dus ik ga Vincent tegemoet dribbelen. Met wandelpauzes. Hij is verder weg als ik dacht en gaat de andere kant op als ik dacht. Met berichten houden we contact en komen we elkaar tegen na 2 kilometer.

Door het bos gaan we terug, in een beetje koelte. We nemen gewoon wandelpauzes en een grote klim- en klauterpauze. Ik loop ruim 4 kilometer uit. Yeah right.

9 juni Hitte ? hobbelen – haat het ?

Vincent gaat zwemmen in Almere Poort en ik ga daar hardlopen dan maar. Ik moet even opschieten. En dan vergeet ik met mijn stomme hoofd het water! Ik heb me wel ingesmeerd en gekeken dat ik op de dijk wind mee moet hebben. Het is 26 graden en ik moet in zone 1 lopen! Met wandelpauzes ook nog. Ik neem maar een muziekje mee. Misschien had ik beter klassieke muziek kunnen opzetten. Ik zet de hartslagbeperking op 135. Hobbelen maar! Het is altijd vreselijk moeilijk om de hartslag laag te houden en het superslome tempo te accepteren. Ik maak in de wandelpauze een foto. Dat zal ik elke wandelpauze doen.

Op de dijk bemerk ik de fout: de dijk loopt IN DE VOLLE ZON. Met nul komma nul verkoeling, omdat de wind van achter me komt. Het is ploeteren. De waterscooters maken vreselijke herrie. Kilometer voor kilometer rijg ik, stukje bij beetje.

Ik kom op een nieuwe fietspad door Almere Haven heen. Schaduw! Dat komt meteen de hartslag met 4 a 5 slagen ten goede! Mijn humeur klaart er toch niks van op. Ik zweet, maar echt vermoeiend of lonend is dit gejog niet.

Ik vind het Dunloppad en loop een kilometer lang heerlijk in de schaduw. Tempo is geaccepteerd en ik ga het vast halen: 9 kilometer – al is dat niet binnen een uur. Om het Kromslootpark heen pak ik het fietspad. Ik had me niet gerealiseerd dat ook dat in de volle zon ligt. Ik neem de wandelpauzes een beetje zoals het komt. Wil soms een kilometer volmaken. Het is echt hangen en wurgen.

Na 8 kilometer wandel ik een stukje en dan loop ik terug naar het zwembad. Ik maak de 9 kilometer vol met een gemiddelde van 7:10 per kilometer. Het is niet eens de hitte of dorst of vermoeidheid die het ergste waren, maar de verveling!

10 juni ?‍♀️ in het Weerwater

Een appje op de whats-appgroep die trainingen afspreekt: wie gaat er mee zwemmen in het buitenwater? Na enig geschuif met tijd kwam het me goed uit. En Vincent gaat niet hardlopen. Deze mannen zwemmen niet idioot veel harder dan ik doe, dus ik waag het erop! Ik heb mijn wetsuit al half aan als ik op het Lumierestrandje kom. Om half 8 gaan we het water in. Ik weet dat W altijd snel begint met zwemmen en HB zwemt meestal iets minder hard. Het gaat me meteen goed. De temperatuur van het water is heerlijk, mijn pak zit goed, ik voel me goed en we gaan lekker ver vandaag. Helemaal naar de snelweg. Ik geniet van het water, maak lange, rustige slagen en let alleen maar op de boei van W voor me. Hij stopt halverwege. Ik zet voortaan mijn horloge uit en geniet van het praatje. We hebben nu wind mee. Ik ga gewoon snoeihard! Ook wel eens leuk. Ik maak nul foto’s vandaag.

We zwemmen naar de boei en ik zwem ze voorbij. Ik zat zo lekker in een flow! Echt heel rustig zwemmen en benen gebruiken en voilà, dan ga je. Dan tegen de wind in. De golven zijn niet echt van betekenis. Ik ga oefenen met onder water uitademen. Ik adem tegenwoordig gemakkelijk 1 op 4. Halverwege maken we nog een kletspauze. Zo grappig, we zwemmen echt alledrie ongeveer hetzelfde tempo en lang wachten hoeft niet. Dat voelt heerlijk. Het laatste stuk terug ben ik zo bezig met ademhalen dat HB me in kan halen als hij even tempo maakt! Die is ook lekker vooruit gegaan met zwemmen. We stoppen nog een keer. Ik wil graag de 2000m halen en we besluiten onder de brug door te gaan. Groene boei, stoppen, onder de brug door. Ik geniet er van en laat de snelheid voor wat het is. Ik heb de 2 kilometer gehaald. Ik ben niet kapot. We zwemmen nog naar een rode boei de baai over en het tempo van W neemt inderdaad wat af. Bij de rode boei hopen we alleen maar dat het rondje eiland weer eens tot de mogelijkheden behoort. Dan zwemmen we terug en warempel – ik word wat vermoeider. Grappig genoeg kan ik W nu bijhouden. Het is niet eens echt druk met boten, of ik let er niet zo op. We maken nog een ommetje via het steigertje om de 2500m te halen. Grappig genoeg lukt me dat in een uur! Dan tellen de pauzes niet mee. Heerlijk weer, heerlijk water, heerlijk gezelschap, heerlijke afstand!

Als ik thuis ben, doe ik het weer; om het kwartet vol te maken; ik schrijf me in! Over precies 3 maanden doe ik mee aan de halve triatlon in Almere!

En dan: een UNICUM. Twee rustdagen achter elkaar. Sportloze dagen eigenlijk, want met alle sociale afspraken zitten de dagen wel vol! En een stukje wandelen. En huishouden. Overwerken. Dagen zonder sport zijn eigenlijk helemaal geen rustdagen!

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2021-16

Voor de verandering werk ik een keer terug uit. Dus als lezer begin je bovenaan met de laatste dag van de maand.

31 Mei Warmlopen en helmfietsen ? ?‍♀️ ?‍♀️ & ⛑ ?‍♀️

Het is prachtig weer. Ik heb een dag overuren over en de hele ochtend zit vol met allerlei ‘administratie’. Maar ‘s middags ga ik hardlopen! Om 2 uur sta ik voor haar deur. Na al die regen en de herfst van afgelopen periode, is het even wennen aan de zon, de korte broek en niet te vergeten: insmeren! We zullen niet hard gaan, want we willen bijkletsen. Ik ga gewoon zien wat me lukt na de triatlon van zaterdag. Ik begin te kwebbelen. Over dat ik altijd kan kletsen, ook als ik hard tien kilometer loop 😉 Nu lopen we op asfalt, dus Joyce hoeft alleen maar mee te lopen en te luisteren. Ongemerkt gaan we steeds iets harder. Dat ziet en merkt Joyce ook. Voor mij is het tempo prima te doen. Pas na de vierde kilometer moet ik ook stoppen met praten en een tandje bij aanzetten. Ik krijg nog wel prima besproken dat we op 5 kilometer stoppen voor een korte pauze. Joyce zegt alleen nog ‘ja’. We zijn toevallig precies onder de brug in de schaduw. Binnen een half uur hebben we net niet gehaald. Het scheelt een paar seconden. Het is warm!

We rusten even en gaan weer door. Iets rustiger nu. We voegen zelfs zo nu een dan een wandelmoment in! Geen probleem. Joyce gaat nu op de praatstoel zitten. We lopen langs de Vaart en ja, het is warm, maar het valt mij mee hoe goed ik daar intussen tegen kan.

9 Kilometer maken we vol. In een uurtje. En dan ben ik het opeens wel helemaal zat eigenlijk. De dag is nog niet om! Ik kan ook nog gaan fietsen. Waarom niet he…. De allerbeste reden om het wel te doen zijn de nieuwe helmen! Ik heb een prachtige paars-blauwe helm en Vincent een rode. Passend bij de fietsen.

Vincent gaat een rondje Oostvaardersplassen, maar dat hoeft van mij niet. Ik fiets met hem mee tot de Knardijk via het Kotterbos. Dan is de wind mee vanaf de Oostvaardersdijk voor Vincent. Vincent wil de hele tijd iets harder dan ik. Ik klets weer verder. Bij de paardjes doen we een fotostop.

Op de Knardijk gaat Vincent naar rechts en ik naar links. Ik ga de sluizen over en dan de weg in. De weg is bezaaid met gras, want er wordt gemaaid. Dat is een beetje jammer, want dan kan ik niet voluit gaan met wind mee, maar ik voel ook wat vermoeide benen onder me. Ik fiets een uurtje en 26 kilometer. Vincent is over de dijk heen gevlógen en is maar iets later thuis met meer kilometers op de teller. Die helmen doen het goed!

30 Mei Uitfietsen ?‍♀️ ?‍♂️ voor een ijsje ?

Gisteren heb ik dus de triatlon gedaan. Vandaag uitslapen en uitfietsen. Geen spierpijn. Geen last van plekjes. Alleen vermoeid van nog een nachtje weinig slapen. Vincent ging met me mee fietsen. We gingen een ijsje halen in Almere Haven. Jaren geleden zou hij gaan stuiteren hoe ver dat wel niet is, maar nu komt hij voor het woord ijs in fietskleding aanzetten! Rustig tempo. Dat hoort bij uitfietsen. We reden via Nobelhorst over de witte brug en langs de Kemphaan. Vincent zou de weg terug doen, zonder mijn route te kruisen! Hij heeft intussen een aardig idee van Almere. Het was heerlijk zonnig, vrijwel windstil, prachtig weer. We zagen in Almere Haven een fietser die uit de bocht was gegaan en gevallen. We hebben even gestopt om te vragen of het ging, maar behalve dat zijn derailleur kaduuk was, leek het goed te gaan. Bij Mariola in Almere Haven. Waar de terrassen vol zitten.

We gaan via het Surfstrandje (ook vol) en langs het Kromslootpark richting het centrum van Almere. Soms komt Vincent anders uit dan hij verwacht had, maar er komt elke keer een oplossing. De wegen zijn opengebroken en we willen niet over het Spoorbaanpad. Uiteindelijk fietsen we in alle rust 30 kilometer vol.

Zaterdag 29 mei – Trispiration / GO Virtual Brouwersdam Kwart Triatlon 1000m?‍♀️40km ?‍♀️10km ?‍♀️

Een wedstrijd! Eigenlijk zou iedereen van Trispiration de Brouwersdam Triatlon doen, maar wegens Corona gaat dat niet door. En Almere Duin gaat ook niet door. Maar JB van Trispiration helpt iedereen uit de brand: in haar omgeving vanaf het woonschip in Amsterdam IJburg gaan we met de ‘meiden’ zwemmen, fietsen en hardlopen.

Er is een parcours van 1000m zwemmen, een parkoers van 20 km fietsen en 5 kilometer hardlopen. Iedereen mag doen wat hij wil met die afstanden. Ik ga voor de kwart afstand, want die valt mooi samen met de Virtuele Brouwersdam: 1000m zwemmen, 40km fietsen en en 10km hardlopen. Ik vind het best weer spannend. Alles klaarzetten, walgelijk vroeg opstaan, onrust. En natuurlijk werk ‘ik’ weer niet mee: ik hik er de hele week tegenaan en zaterdagochtend barst het maandelijkse feestje zo’n beetje los. Bah. Niks aan te doen. Ik zal het later negeren en doen alsof “mijn neus”. bloedt. Ik trek me er overdag niks van aan. Het triatlonpak is toch rood. Maar ik baal er wel van en het beïnvloedt (al een hele week) mijn stemming. Mijn hormonen zijn namelijk buitengewoon onvriendelijk en maken mij niet blij, gelukkig of tevreden over wat-dan-ook. We liggen met elkaar overhoop. Maar vandaag is de opdracht om te genieten! Ik kan er nu toch niks aan doen.

Vincent gaat met me mee naar Amsterdam voor de support. We nemen 1 teamgenoot mee op de weg naar Amsterdam, naast de 2 fietsen, een wetsuit en genoeg voeding. Om 8 uur zijn we er. Sneller dan ik had gedacht is mijn wisselzone klaar. Ik weet het nog prima! Ik ben nogal overweldigd door de grote groep mensen. Ergens schiet het door mijn hoofd dat we hier zijn omdat alles is afgelast en stel nou dat er 1 iemand is die toch besmet is… Blijkbaar gaat dat me onbewust dwarszitten. Met supporters en hulp erbij, zijn er toch zo’n 40 mensen. Om 9 uur is de briefing.

De fietsroute zal korter zijn. Ik wil hoe dan ook de afstanden van de kwart triatlon halen! Voor een aantal vrouwen is dit de eerste keer dat ze iets triatlon-achtigs doen. Zij vinden het vast spannender dan ik. Ik ben niet meer gespannen en ik heb geen zin. Dat is de meest fatale combinatie die ik ken!

Er wordt lang gedraald bij het water, ik spring er als eerste in. Even is het koud, maar al snel wil ik gewoon van start. Maar het duurt even voor er 30 dames in het water liggen. En dan gaan we zwemmen. Ieder zijn eigen afstand, ik doe dus 1000m. Het is redelijk druk, maar ik snap de route wel.

Het gaat best goed, maar mijn benen gebruik ik maar even niet. Gele boei, dan linksaf het IJ op naar de groene boeien. Ik heb geen haast. Dit vind ik wel erg leuk! Dat wel. Richting de brug. Ik maak wel zorgen om de afstand. Op het keerpunt zit ik nog niet op de 500m. De weg terug ga ik wel mijn benen gebruiken. Koud is het al lang niet meer. Ik ga echt weer via de gele boei en dan helemaal terug naar de startboei. Ik geloof dat de meesten genoegen nemen met korter.

Er zijn genoeg meiden voor me om me de weg te wijzen, maar de meesten zitten achter me. Als ik bij de startboei ben, kom ik nog 100m te kort, dus ik zwem nog voor het schip langs op en neer. En dan ga ik via het verre trapje er weer uit. Dat vind ik het spannendste!

Ik heb er ongeveer 25 minuten over gedaan om er 1020m van te maken. De steiger doet pijn aan mijn voeten. Ik heb de tijd bij de wissel, haasten hoeft vandaag niet. Vincent draait heel hard Touch the Sky voor me. Dat vind ik superlief en het raakt me echt enorm. Ik doe niet haastig bij de wissel, maar ik werk wel door. Wetsuit snel uit. Helm op. Bril. Fietsjas en startnummer. Schoenen kunnen gewoon zo aan. Gel eten.

Ik hoor anderen opscheppen: daar gaat nog iemand die ik zo kan inhalen. Zij kan snel fietsen. Ik zie op tegen het parkoers met stoplichten en drukte in Amsterdam. Vreselijk vind ik dat. Vincent heeft de GoPro aangezet en de route klaargezet. Dik 4 minuten na het einde van het zwemmen ben ik gewisseld, het nummer is nog niet eens afgelopen! Helaas is de route klaar als ik de wisselzone uit ga. Ik ga niet terug! Ook niet voor de telefoon. Lastig, maar ik weet het wel qua route zodra ik in het Diemerpark ben. Er fietst iemand voor me. Ik kijk hoe de route is aangegeven en ik volg haar voorlopig eventjes. Bij het stoplicht sta ik naast haar te wachten. Het is geen brug die open staat, maar dit irriteert me enorm. We gaan langs de zwemlocatie en dan het park in. De drukte en onrust is niks voor mij. Bij het Diemerpark fiets ik nog achter mijn teamgenoot en ik roep haar rechtdoor te gaan. Ze heeft de oude route, maar ik herken nu de pijlen op de weg. Voor me ligt een rechte fietssnelweg.

Ik ga liggen, haal haar in en pin het tempo vast boven de 30. Vlak asfalt, ruim pad. Dit is lekker! Het smalle fietspad is vervangen door een breder exemplaar met nieuw asfalt. Doorrammen dus! Ik zie tijdig de pijl naar rechts en dan kom je na een paar bochten achter de energiecentrale. Leuk. Alleen… weer een STOPlicht. GRMBL. Snel een slok sportdrank, maar ik ben een beetje misselijk. Door de periode. Je rijdt langs de energiecentrale. Meer energie denk ik erbij en dat vind ik leuk.

Nog een breed en supergoed fietspad. Dan langs de Maxis en het pad op richting Muiden. Ik ga nog steeds flink hard. De fiets en ik liggen elkaar zo goed! Het startnummer wappert. Ik zie het keerpunt en ga iets verder voor ik omdraai. Er zitten maar weinig dames voor me. Maar dat boeit me niks. Ieder zijn eigen uitdaging. Die van mij zal het zijn om precies 40km te fietsen. Liefst binnen anderhalf uur. Dan ben ik tevreden. Nu gaat de route aan de andere kant langs de centrale. Daar is het fietspad drukker en smaller en… er zijn schapen. Die oversteken. Op het pad liggen. Weg tempo. Maar wel een glimlach.

Ik heb een slechte balans tussen genieten en wedstrijd. Daar zit voor mij een wereld van verschil tussen. Genieten doe ik in de trainingen (ook) en nu wil ik toch laten zien (aan mezelf) wat ik kan en waar ik voor getraind heb op cadans en op de Zwift. Tot nog toe ben ik daar tevreden mee, maar de schapen en het geslinger halen me uit de modus. Leuk is dat je op de fietssnelweg de teamgenoten weer ziet die de andere kant op fietsen. Ik lig zonder moeite op het ligstuur. Me zorgen te maken dat het geen 20 kilometer gaat worden. Amsterdam weer in vind ik een nachtmerrie. Over de brug mogen ook auto’s rijden op het fietspad en natuurlijk doen ze dat steeds als ik er wil fietsen. Klinkertjes, wegen van rechts, overal mensen en dan een stoplicht waar ik lang moet wachten. 1 Licht ‘negeer’ ik. Ik kom weer in de buurt van het schip. Ik hoeft de route niet, maar wel mijn telefoon. Ik zit nog niet op 19 kilometer!

“Je ligt tweede”, roept Vincent, maar dat kan me niks schelen. Ik lig mooi op mijn eigen schema! We proppen mijn telefoon in het tasje. En door…. Ik ben blij dat ik maar 2 rondes hoeft. Ik ben de stille polder gewend.

De beha-brug over en weer (lang) wachten bij de stoplichten. Weer auto’s op de fietsbrug en dan naar de fietssnelweg. Die ligt me leeg uit te nodigen en ik geniet er echt van. Van de kikkers, de zon en het park. Ik besluit mijn extra kilometers te nemen richting Muiden en niet op het einde in Amsterdam. Het bochtje langs de energiecentrale. Ik kijk heel goed uit en ga niet weer wachten bij de stoplichten op niemand. Langs de Maxis. Ik zie veel van de andere meiden en dat vind ik wel erg leuk, maar verder hou ik niet van een heen-en-weertje. Fantasieloos. Degene die achter me ligt moet mij kunnen inhalen: ze is de helft van mijn leeftijd en een echt fietsbeest. Ik had haar liever achter me gehouden, maar ik doe mijn eigen wedstrijd: binnen anderhalf de volle 40km fietsen.

Ik fiets helemaal tot in Muiden en keer dan om. Heb ik nog geen 30km op de teller. Op het keerpunt haal ik nog mensen in en de snelle dame zal me wel inhalen. Heb ik nog een reden te meer om de pedalen nog even wat harder rond te laten draaien! Langs de schapen is het deze keer rustiger en de blaatbeesten blijven op hun rustplekken liggen.

Pas vlak voor het Diemerpark word ik ingehaald. Ik mag achter haar stayeren, maar dat doe ik niet. Op de rechte weg ligt het tempo ongeveer gelijk van ons. Ik ben blij dat ik er bijna ben, maar ik weet dat ik een kilometertje te kort zal komen. Bah. Geloof het of niet, maar ik word voor de derde keer naar het voetpad gedwongen op de fietsbrug door auto’s. En het stoplicht gaat op groen als mijn snelle teamgenoot wel kan doorfietsen en ik een volle en vooral lange ronde moet wachten. Dan de brug over en ik kom inderdaad te kort. Ik ga het wel gemakkelijk halen binnen anderhalf uur. Inclusief de stops en schapen-vertraging. Doorfietsen dan maar en via het tankstation en ommetje maken voor de extra kilometer. Goed idee, tot ik daar weer voor een stoplicht sta! Omkeren, en dan maak ik nog een extra haakje de andere kant op. Dit vind ik helemaal niet leuk.

Voor ik de wisselzone in rij, staat de teller op 40 kilometer en de tijd op 1:28. Ik wil weg en ik ben dit zat. Zo simpel is het. Ik wil zo snel mogelijk naar huis. Ik wissel snel mijn schoenen en doe sokken aan. Vincent hoeft niet mee. Hardlopen! Dat kan ik.

De eerste kilometer loop ik in 5 minuten! Ik stop natuurlijk niet bij het stoplicht en moet even schakelen, maar hardlopen kunnen mijn benen.

Hoewel die benen en ik niet meer kunnen genieten van deze stadse omgeving vol onrust, beweging en prikkels. Ik wil naar huis. Ik heb geen zin. Ik wil hier weg. En 5 minuten per kilometer is onhoudbaar. Om eerlijk te zijn, vind ik op dit moment helemaal niks leuk of goed. De tweede kilometer gaat iets minder snel, maar ik zit boven de 11 kilometer per uur. Dan moeten we zwerven door de woonwijk heen. Ik mis wat lintjes, maar ik snap het idee en loop tussen de bewoners door. Ik neem een stukje perk mee en ga richting het water.

Ineens komt Vincent bij me fietsen net voor de brug. Ik mopper alleen maar dat ik naar huis wil. Vincent doet zijn best optimistisch te zijn (“Je hebt een behoorlijk tempo, mama”), maar het enige wat ik roep is dat ik naar huis wil en wel zo snel mogelijk. Weer een heen en weertje. Er hobbelen wat andere dames, maar ik ben de minst blije op dit moment. Als ik er goed bij had nagedacht, was het grappig geweest. Over 4 kilometer doe ik ruim 21 minuten. Langs het water is redelijk leuk qua uitzicht. Vincent fietst vooruit voor een foto.

Een klein kind wat nog nooit oortjes heeft gezien levert een glimlach op. Er is een grote boot. Ik denk alleen maar: ik wil hier weg. Over 5 kilometer doe ik 26 minuten. Deze route is dan weer iets te lang! Ik keer snel en ga voor het laatste rondje. Daarna mag ik naar huis. Vincent fietst mee en zorgt dat ik kan doorlopen. Ik bedenk me iets: ik wil deze hele kwart triatlon nu binnen 3 uur werkelijke tijd afronden. Hoe laat zijn we gestart? Vincent moet de tijd van de startfoto opzoeken. Bedenk hierbij dat ik dus nog energie heb om met hem te praten en hem dat te vragen! Ik loop rond de 5:25 per kilometer en dat deert mij nergens ook maar een druppel! Het tempo verslapt geen moment. 6 kilometer in 32 minuten. Doordat ik nu een doel in het vizier krijg van de drie uur, zet ik door. 10 uur 37. Zo laat zijn we gestart. Dus ik moet voor 13:37 binnen zijn; dat gaat me lukken. Ik bijt me vast.

Door de wijk en nu langs mensen die met hun fiets hannessen in plaats van het perkje. Ik tel de kilometers wel af nu. En ik weet dat ik het kan halen. Weer langs het water naar het keerpunt. Er lopen andere dames, soms wandelend. Heb ik een inhaaldoel erbij! Na 7 kilometer krijg ik het moeilijker. Ik zeg Vincent dat ik de 8 kilometertijd zal roepen en dat hij moet zeggen hoelang ik nog heb voor de laatste 2 kilometer. Ik reken uit dat ik dat moet gaan redden. Keren en terugrennen. Nu loop ik door het omslagpunt heen. Ik krijg het zwaarder en laat volzinnen achterwege. Ik kan de boten en de omgeving niet meer goed zien. Vincent maakt nog een foto en ik haal iemand in.

Mijn voeten doen zeer. Dat doen ze eigenlijk nooit. Vincent zal aan het einde van het fietspad doorrijden voor de finishfoto. En mijn rode jasje. Ik wil in een hoekje gaan zitten met de capuchon over mijn hoofd. Als hij net weg is, zit de fotografe daar. En de politieauto komt me tegemoet. Die zet voor de sier nog even de zwaailichten aan. Waarschijnlijk voor de vrolijkerd achter me. Doorknallen nu! Over de tien kilometer doe ik 53:21. Vijfdrietweeéén, dat kan ik onthouden. Ik ben er blij mee. Dan nog 150 meter tot de finish.

Ik ben blij dat ik klaar ben. Niet tevreden of moe of kapot. Met een marge van 6 minuten zit ik onder de drie uur. Het is mij te druk en onrustig alhier. Ik heb eigenlijk weinig zin om met wie-dan-ook te kletsen. Ergens wel en ook totaal niet. Ik krijg een medaille en eet een mini-bounty. Ik pak mijn spullen geroutineerd in. Nog een bezoek aan de WC en gelukkig valt daar de schade mee. Voor de jaarchallenge van Trispiration laat ik deze 10 kilometer in Noord-Holland mooi meetellen! Ik heb gemiddeld 5:20 gelopen en dat vind ik mooi van mezelf. Ik heb alles netjes voor elkaar en ik ben goed getraind. Maar ik heb niet erg genoten.

Ze bewonderen mijn fiets nog. Ik sta ze te woord en vind het lief allemaal, maar ik moet echt weer wennen aan dit soort grote bijeenkomsten. Omdat iedereen iets verschillends doet qua afstand en tempo, druppelen er mensen binnen. Een aantal ken ik niet eens, een aantal waardeer ik tot diep in mijn ziel. Een uur na mijn finish gaan we weer weg. Mijn fiets wil niet goed op de fietsendrager zitten en we moeten twee keer stoppen om ‘m vast te doen. Het is niet erg ofzo, maar wel extra vermoeiend. Ik ben vermoeid, maar niet moe. Een flinke douche en lekker alles opruimen helpt.

Als Vincent zwemt, ga ik met Rob nog een flink stuk wandelen en niet eens heel rustig. Na de voetencreme hebben mijn voeten niks meer geleden. ‘s Avonds wordt het weer laat door het Streamers-concert. Dan voel ik me moe. Maar niet erg voldaan. Het gebeurt me wel vaker dat dat later pas komt. Ik vermoed dat de hormonen en de onrust er wat mee te maken hebben. Aan mezelf en voor mezelf heb ik bewezen dat ik de afgelopen tijd heel goed getraind heb: ik fiets sneller met een gemiddelde van 28,2 (of 27,5 incl. alle oponthoud) en een cadans van 73 en ik loop harder en gemakkelijker dan ooit. Nu nog wat rust in de hormoonhuishouding en genieten er doorheen mixen en ik heb het voor elkaar als er een echte wedstrijd komt!

Vrijdag 28 mei – Losfietsen Solo door de polder ?

Morgen een triatlon. Ik ben al in de zenuwen! ‘s Morgens werken en dan inpakken. Hoe was het ook alweer… Druk-druk. ‘s Middags ga ik even een stuk fietsen. Alleen. Muziekje aan. GoPro aan. En gaan. Door de rechte polder. Mijn neus achterna. Geen haast. Ik neem de rechte wegen. Gewoon trappen en lekker niet na hoeven te denken. Op de vogelweg ga ik naar rechts. Dan kan ik langs de Vaart tegen de wind in. Al waait het niet zo hard.

Het gaat lekker. Ik doe niet mijn best. Ik kom weinig mensen tegen. Ik ga langs het water en ik haal lekker iedereen in die ik tegenkom! Ik moet een uur en ik ga ook een uur. Dan maar verder langs het water. Tot bij de atletiekbaan. Terug naar huis. Ik fiets 26 kilometer in 1 uur en 3 minuten.

Donderdag 27 mei Afzien in zone 1 en 2 ?

Vincent op de atletiekbaan en ik ga lekker rustig lopen. Nou ja “lekker”… Ik moet eerst 10 minuten in zone1 lopen en dan 50 minuten in zone 2. Dat klinkt relaxed en ik neem ook een muziekje mee, maar het is totaal niet relaxed. Omdat het warm is geworden plotseling, moet het lijf zich aanpassen en dat lukt nauwelijks in zone 1. De hartslag drijft elke keer het pannetje uit! Ook als ik wandel, blijft het frustrerend zone 3. Ik heb een soort route met plekken waar ik langs wil, maar in dit tempo wordt het een wandeling! Ik vind hier echt geen reet aan. Zone 2 is nog een beetje te handhaven, maar van tempo is geen enkele sprake. Ik hobbel een beetje door de wijken. Kom ik leuk langs tegeltjes met mozaïek.

Ik denk dat ik moeite zal moeten doen om 7 kilometer te halen in een uur! Ik kom langs het eerste doel: de gekleurde paaltjes.

Door naar het tunneltje. Echt lol heb ik op deze manier niet in het lopen. Ik ben moe van een werkdag (werkweek) en ik kan geen druppeltje tempo ontwikkelen. Doel twee lukt ook. Doel drie zal wel simpelweg terughobbelen worden.

Op de eerste brug laat ik de frustratie varen en probeer ik te ontspannen en dieper adem te halen. Het is niet anders dan dit. Ineens ga ik harder lopen! Niet dat je zegt echt hard, maar richting de 9 kilometer per uur lukte opeens wel beter. Ik besloot beide bruggen over te gaan en me neer te leggen bij het lage tempo.

Ik zit dezer dagen gewoon niet zo lekker in mijn vel. So be it. Ik hobbel weer naar beneden en als ik me niks van het tempo aantrek en me probeer niet te ergeren, gaat het wat beter. Ik loop door de wijk en merk dat ik best wel boven de 7 kilometer zal uitkomen! In de wijk kom ik nog wat antieke zaken tegen die fotowaardin zijn.

Kon ik maar bijtanken! In mijn hoofd dan. Ik kom ook nog langs een ongeluk bij de busbaan en probeer mezelf gelukkig te prijzen dat ik gezond ben, maar vandaag valt het niet mee en voelt het niet zo. Het zijn de hormonen die me voor de gek houden en bedonderen. Dat weet ik, maar ze nemen een aardig loopje met me! In de overdrachtelijke zin dan. Ik heb nog tijd om de 9 kilometer vol te maken voor ik Vincent langs de baan weer oppak. Nog een paar dagen en dan zijn de noodswings weer voorbij. Wat slecht uitkomt met een triatlon in het vooruitzicht, mok ik dan nog even door….

ECHT HEUS WAAR – een rustdag. Tenminste…. 7 kilometer gewandeld met Rob. Rust jaja

25 Mei De verjaardag en de koppeltraining fietsen ?‍♀️ binnen en ?‍♀️ buiten

Vandaag wordt Vincent 15. Hij moet naar school, maar ik breng en haal hem. Ik werk ook gewoon. ‘s Avonds ga ik weer op de Zwift zitten. De instellingen zijn nog steeds niet helemaal goed. Ik zie dat ik berg op ga qua tempo, maar ik voel het niet aan de weerstand. Het was ontzettend druk op de berg en in de dorpjes. Dat hindert mij.

Ik heb een route van 15+ kilometer. Ik moet een uur fietsen vandaag en ik moet me aan het schema houden deze week. Na het fietsen moet ik ook hardlopen. Ik ga het maar eens trouw doen.

Als de route compleet is, ga ik nog een stuk door om het uur vol te maken. Ik kies een ander stuk weg en daar is het prachtig rustig! Net of ik iets beter adem kan halen opeens.

Ik ben wat gefrustreerd door alles en ik heb geen zin om ook maar iets meer te doen dan op het schema staat. Na een uur spring ik dus van de fiets af en ik trek alleen een extra jasje aan. 20 minuten hardlopen koppelen. Dat kan ik prima, maar zonder dat ik daar zin in heb….. dan is het een saai ommetje.

Het lukt met niet om er van te genieten. Ik loop gewoon ‘omdat het moet’. Ik loop steeds ietsje sneller en simpelweg om de wijk heen. Ik ben een beetje mokkig: ik ken het hier wel, 20 minuten is nauwelijks de moeite, ik heb weer geen zin, waarom zou ik dit doen. Ik vergeet dat het tempo en de hartslag prima liggen. Na precies 20 minuten en 3,5 kilometer stop ik. De rest wandel ik liever naar huis! Dat is echt een unicum.

24 Mei Voor ? en na ? het feest ? fietsen ?‍♀️ in ?

Er komt visite voor Vincents verjaardag. Opa’s en oma’s. En op mijn schema staat fietsen. Maar dat kan prima om de taart, bezoek en het kletsen heen! Twee keer 25 kilometer. Ik laat mijn horloge aan staan, zodat het 50 kilometer in 1 rit zal zijn. En ik ga twee keer naar New York. Virtueel dan. Haal ik ook de hoogtemeters van de dag! Ik stap op om kwart voor 10. Eerst de route met de klok mee en vanavond dezelfde route tegen de klok in.

Het is lekker rustig in New York. Ik vind dat helemaal geweldig en zalig. Kan ik goed om me heen kijken. Wat jammer is, is dat er ergens iets mis staat bij de connecties, zodat ik de beklimmingen nauwelijks voel. Ik zie ze alleen maar terug in het (superlage) tempo. Dat irriteert me dan.

Dat ik goed kan kijken naar de taxi’s en de gebouwen vind ik geweldig. Zeker nu je de rest van de info uit kunt zetten en het tempo dan ook niet zichtbaar is en geen druk oplegt. Stiekem loopt het hoogteverschil op en daardoor doe ik er iets langer over dan ik had gepland. Gelukkig blijft er meer dan genoeg tijd over om de taart te maken.

Na een middag met wafels en kletsen en opruimen, stap ik om half 8 weer op de fiets. Weer New York, weer dezelfde route, maar nu omgekeerd. Het is een stuk drukker! Ik ben meer bezig met appen dan met de ‘omgeving’. De beentjes trappen gewoon door.

Ook na de route gewoon verder gaan. Want ik zal toch echt twee keer 25 kilometer moeten scoren! Snelheid is niet echt het toverwoord, maar ik hark ook bijna 800 hoogtemeters binnen. Als ik afstap en de administratie heb bijgewerkt, heb ik twee medailles verdiend: voor een virtuele rit van 50 kilometer en voor meer dan 600 hoogtemeters.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2021-15 GEEN ZIN

23 Mei 2021

Ik heb geen zin. Ik bedoel GEEN ZIN. Ik wil op de bank zitten. Achter de computer hangen. Een boek lezen. In bad gaan. Maar ik zou zo trouw mogelijk het schema volgen deze week. En daar staat 3 kwartier hardlopen . Een kwartier zone 2, een kwartier zone 3 en een kwartier zone 4. En daarna uitfietsen. Maar ik WIL niet. Nou is dat geen excuus. Ben ik geblesseerd? Nee. Kan ik niet in hartslagzones lopen? Nope. Moet ik andere dingen doen? Helaas kan ik niets (meer) verzinnen. Doe het voor mij, appt het hardloopmaatje. Dat geeft de doorslag. Als ik zelf dan niet wil, dan doe ik het voor de rest.

Kilometer 1 is voor mijn hardloopmaatje. Die is met vakantie op de Veluwe en heeft dat al tig keer moeten verzetten en nu is hij niet lekker. Kan hij niet hardlopen. Ik moet me inhouden voor zone 2, maar dit doe ik voor jouw maat! In onze saaie omgeving.

Kilometer 2 is voor MV van het team van Trispiration. Die erg last heeft van de coronaprik en ziek thuis zit in plaats van de trainingen kan volgen. Ik krijg er niet meer zin van, maar wat haar niet lukt, doe ik dan wel voor d’r.

Kilometer 3 is voor mijn kind die niet mee wilde lopen, omdat hij moet fietsen. In etappes. Lerend. Ik neem straks wel een etappe over! Doe ik ook nog iets voor hem. Fietsen is wel leuk. Maar dit lopen op de handrem in zone 2 is geen hol aan. Blijven lachen hoor ik hem zeggen. Grimas.

Kilometer 4 is voor paps. Na heel veel corona heeft hij nu weer last van de tweede prik! Hij is beschermd, maar het schiet niet op zo. Het tempo zit er aardigjes in. Zonder zin. Ook zone 3 flipper ik snel uit.

Kilometer 5 is voor vriendin MBB die niet meer kan afzien na heel veel perikelen en vanmorgen een 5 kilometer wedstrijd liep sinds tijden. Ze wilde en haalde het binnen de 30 minuten. Ondanks dat zij vindt dat ze niet meer kan afzien, heb ik grote bewondering voor hoe ze dit voor elkaar krijgt! Ik met mijn gehannes en gebrek aan zin loop PRECIES haar tijd. Niks toeval.

Kilometer 6 zit ik in zone 4. Wind tegen. Voor mezelf. Dit doe ik voor mezelf. Kop in de wind, vooruit kijken en trappen. Dat het maar zo snel mogelijk voorbij is!

Kilometer 7 is voor de trainer. Ik kan schelden en het is goed om aan hem te denken, want ik let weer op de looptechniek. Viaduct op. Ik begin dit enorm zat te raken. Zone 5 blijft elke keer in de buurt. IK VIND DIT HELEMAAL NIET LEUK EIGENLIJK. Netjes lopen-let op de loophouding-blijf lachen ? ROT F.

Kilometer 8 is voor al die medelopers voor wie 11 kilometer per uur onhaalbaar is. SD, WvB, ID en al die vrouwen die volgende week in Amsterdam hun eigen triatlonuitdaging aangaan. En voor al die lopers voor wie 11 kilometer per uur een makkie is. PL, AM, de meeste mannen. Als de drie kwartier erop zit, moet ik de kilometer voor al die mede-lopers afmaken. Het is een snelle kilometer.

Kilometer 9 is het helemaal klaar. Zo totaal geen zin meer. Ik had al niks, maar nu is het op-op-op. Kan ook niemand meer verzinnen. Maar ik wil naar huis. Als ik wil gaan wandelen, zie ik de buurman staan. Kan ik niet wandelen dus, want hij loopt ook hard (en veel harder) en moedigt me aan. Er is geen zin bij komen kijken, maar ik heb het wel gedaan! Voor iedereen. Door mij.

Na het avondeten maar uitfietsen. Op de Makuri Islands. Met aardrijkskunde erbij. Ik neem inderdaad een etappe over van het kind.

Ondertussen hadden we het over Berlijn. En kon ik genieten van het moois van de Makuri Islands. Ik fietste bijna 3 kwartier. Van het uur, maar dat mocht ook korter van het schema. En daar heb ik me voor 1 keer deze week dan ook aan gehouden, aan ‘korter’. Op het schema stond 8,5 uur. Ik heb weer ruim 10 uur gemaakt (en 2 uur gewandeld). Best netjes toch? ?

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2021-14

Maandag 10 mei Hoge Cadans en de GoPro ?

Ik heb een nieuw speeltje: een GoPro. Dat is een superkleine camera, zo klein als je hand en daar kun je foto’s mee maken en filmpjes. Het dingetje is waterdicht en zou moeten reageren op stemcommando’s, maar dat is nog lastig voor me. Ik heb een steun voor op de fiets en die ga ik deze avond proberen! Vincent rijdt naar de training en ik ga mee. Mijn doel is de Hollandse Brug. Die wil ik op en af.

Al roepend tegen de GoPro (make a photo) kom ik door stukken van Almere die ik nauwelijks herken! Dat leidt me erg af en ik heb geen idee of ik foto’s maak of niet. Niet, zo blijkt achteraf. Intussen hou ik de cadans hoog. Ik probeer minstens 75 keer per minuut een rondje te trappen en liefst tachtig keer. Dat is in het begin wennen, maar het gaat steeds beter. De snelheid lijdt er niet echt onder merk ik tot mijn verbazing. Ik kom op het Spoorbaanpad uit (via een omweg) en ik merk dat de hoge cadans me ook helpt om de bochten wat soepeler te nemen. Als ik de brug opga en even moet wachten bij de stoplichten zet ik de GoPro handmatig aan. Om te bewijzen dat ik over de brug fiets! Ik ga lekker heen en weer.

En dan langs Almere Duin. Er is nauwelijks wind, maar ik zal dat het kleine beetje wind-mee op de dijk hebben. Bij Almere Duin stop ik even om de GoPro uit te zetten handmatig.

Het water is spiegelglad! Zo zie ik het echt heel zelden. Er komt een waterig zonnetje door en het fietst prima. Al luistert de GoPro niet naar me en dat is wel jammer natuurlijk. Maar dat weet ik dan nog niet. Ik roep van tijd tot tijd: GoPro-make-a-photo, maar kan niet controleren of het werkt. (niet dus) Ik rij langs het Blok van Kuffeler en dan ga ik door het Wilgenbos. Ik zet op de brug nog een keer de GoPro aan.

Het Wilgenbos is een feest van tinten groen! Prachtig. Daar zie je echt dat de natuur opknapt van regen afgewisseld met hete zonnige dagen.

Ik kom bij het sluisje en film ook dat ik daar overheen ga.

Dan fiets ik terug naar de atletiekbaan. Al die tijd heb ik mijn cadans heel hoog gehouden. En dat bevalt prima! Oei, schrijf ik dat nu echt op… Ik pik Vincent weer op en dan maak ik de 50 kilometer vol. Dat lukt niet binnen 2 uur, doordat het druk was in de stad in het begin denk ik. Maar ik ben supertevreden met een gemiddelde cadans van 80!

Dinsdag 11 mei – Lunchwandeling voor de badge ? en een hele rustige loop met Vincent ?‍♀️ ?‍♂️ ?

Tussen de middag spoeden Rob en ik ons naar de Plus. Ik neem deze lunchwandelingen op en samen dragen ze bij aan de wandelbadge die ik met Garmin kan verdienen. De Plus is net niet ver genoeg weg, dus ik maak de drie kilometer vol na het werk.

‘s Avonds hebben Vincent en ik een soort overeenkomstige training: hij moet heel rustig en ik pak de zone 1/2 training van morgen, omdat ik daar zin in heb. 10 Minuten in zone 1 of laag in zone 2 en dan een minuut wandelen. Dat gaat me wel lukken! We nemen het gewone rondje langs de Oostvaardersplassen met een klein ommetje door het Kotterbos. Het is overal lekker rustig.

We tellen de tien minuten met de hand af en het wandelen ook. Dus de eerste pauze is na tien minuten, maar de tweede pas na 21 minuten! Ondertussen is er ruimte genoeg om te kletsen. Vincent rent over de berg heen.

Als we langs het water rennen, gaat in de verte de zon bloedrood onder. Er zijn veel dieren op de Oostvaarders-vlakte. Het is rustig met mensen op dit tijdstip. We rennen nog door het bos achter het centrum en daar staan een stel hertjes ons aan te staren.

Wij gaan om ze heen en laten ze lekker grazen. De negen kilometer moeten we wel zo’n beetje volkrijgen, als we zo’n 6 keer de opdracht voldoen. We maken nog een ommetje achter de wijk langs en dan is het mooi geweest. Zon onder, oogjes toe.

Woensdag 12 mei. Geen Sport. ?

Werken, naar de sportdietist (wel bezig met sport) en dat is het dan.

Donderdag 13 mei Fietsen ?‍♂️ op een warme ☀️ Hemelvaartsdag.

Vincent gaat logeren bij een vriend met zijn club maten en hij gaat daar rennend heen. Ik ben wat moe en suffig vandaag, geen idee waarvan precies. Ik wil een beetje lui zijn, maar echt stilzitten kan ik niet goed. Als we Vincent zijn spullen brengen, blijkt het heerlijk warm te zijn buiten. Door een rennende en zwemmende Vincent moet ik toch ook naar buiten! Ik kies voor de fiets en de GoPro. Of ik echt zin heb, weet ik niet zeker.

Ik ga eerst door het Kotterbos en plan een rondje om de Oostvaardersplassen. Cadans hoog en go-pro-make-a-photo proberen te zeggen, maar vooral fietsen. Muziekje aan en trappen maar. Ik ga hard. Het is simpel: ik haal een heleboel dagjesmensen in en hou de cadans hoog. Ik merk maar weinig dat ik wind tegen heb, maar de windmolens laten toch zien dat er wat moet zijn! Misschien moet ik eens vaker een dagje rust proberen… op de Knardijk ga ik filmen. Zodat je ziet hoe lastig het is om andere fietsers en parkerende auto’s te ontwijken. Omdat het versneld is, ziet het er nog enger uit!

Nu heb ik echt wind tegen en ik ga lekker liggen op de fiets. Dat helpt. Ik trap gewoon hard door. Dan ben ik er het snelste vanaf. Aan het einde van de dijk stop ik de opname met mijn stem – ja, het lukt een keer! Ik ga de dijk over om te kijken wat er voor rare schoorstenen varen.

Het blijken onderdelen van windmolens te zijn, die -heel slim- over water naar Lelystad worden vervoerd. Als ik de foto maak, kruist een wandelaar mijn pad die al 45 kilometer onderweg is en nu op zoek is naar een bushalte. Stoer hoor. Daar kan ik even op fietsen, op zoveel energie! Ik ga liggen en ik ga snoeihard.

Ik ken mensen die 37 kilometer per uur heel normaal vinden (urenlang), maar voor mij is het echt top! Het gaat heerlijk, de cadans is hoog en de fiets past me echt als een verlengstuk. Ik zit /slash/ lig helemaal op mijn gemak. Iedereen die voor me fietst, wil en zal ik inhalen. Ik vlieg gewoon door de zon de dijk over! Ik moet hierna hardlopen koppelen, maar ik zie daar echt tegenop. Dus ik besluit maar even lekker door te fietsen.Nu het zo heerlijk gaat, moet ik daar maar van profiteren!

Al die tijd snort de GoPro mee. Ik kan dat niet goed zien, maar ik maak me er ook niet druk over. Ik sjees de dijk over. Ik besluit om binnendoor te gaan bij de Noorderplassen. Hopelijk is het niet zo druk. Zeker aan het begin is het dat wel en dan realiseer ik me dat ik boven de 30 rij en dat de recreatiefietsers en wandelaars echt tijdig opzij moeten. Op het smalle fietspad is het gelukkig helemaal stil en hoeft ik alleen maar te genieten van het groen.

Bij de rode ophaalbrug zet ik de GoPro eindelijk uit. Ik twijfel even, maar wil dan toch terug over de dijk en langs onze ‘eigen’ route langs de oostvaarderplassen naar huis. Ik ga vandaag zeer, zeer zeker de 50 kilometer halen binnen 2 uur! Liefst hou ik mijn gemiddelde ook eens boven de 27, net als alle anderen altijd lukt. Ik merk dat ik wind tegen heb, maar ik zit/lig nu zo lekker op mijn fiets, dat het gemiddelde hoog blijft. Foto’s maken met de GoPro lukt me echter niet zo goed met de stembediening. Blijkbaar lukt het me wel om de Recording aan te zetten.

Langs de plassen is het gelukkig rustig, want ik heb wind mee. Ergo: het gemiddelde kan nog flink omhoog! De dertig haal ik niet, maar voor mij is 29 echt super-super-knap. En vooral dat ik zo ontzettend lekker en vol vertrouwen heb gereden. Mijn cadans ligt op 78. Ik ben echt tevreden als ik thuiskom, maar ik heb geen enkele zin meer om te gaan hardlopen, dus die skip ik mooi!

Vrijdag 14 mei BUITEN in open water ZWEMMEN ?‍♀️

Vorig jaar om deze tijd zwommen we alleen maar buiten, maar dit jaar blijft het weer -op z’n zachtst gezegd- wat achter. Vandaag gaan we echter met een groep van Trispiration zwemmen in Amsterdam. Die beginnen al om 6 uur en ik vind dat met eten een crime. Gelukkig rijd ZGvG met me mee en hoeft ik er niet alleen heen, want ik vind het best spannend! Is het niet te koud? Kan ik wel goed genoeg zwemmen? Hoe ga ik dit ervaren? Ik ga in mijn oude wetsuit, want die krijg ik snel aan. Eigenlijk sta ik even voor zessen te popelen om het water in te gaan! Ik droom altijd over zwemmen buiten en nu ik hier op het punt sta om het water in te gaan, kan ik nauwelijks meer wachten. Er zijn veel meiden van het team.

Mijn eerste reactie is: het valt mee met de kou! Na de hels koude fietstocht naar Zandvoort toe, is dit lang zo erg niet Ik spring erin en kan gelijk zwemmen. Even wat schoolslag, maar al gauw in borstcrawl. Rustig aan. mijn bril zit goed, mijn wetsuit vertrouwd, het water boezemt me geen angst in. En ik kan mijn benen gebruiken! Ik ben één van de weinigen hier die geen handschoenen of zwemsokken aan heeft, maar ik mis er niks aan. Ik ga naar de boei en door naar de andere groene boei. Heerlijk! Ik geniet van mijn vingertoppen tot mijn tenen. Het water om je heen. Rust, stilte, kracht, slag na slag. Jammer dat je niks ziet in dit water. Ik ga om de groene boei heen en weer terug. Geen golven, geen vermoeidheid en ik zwem in de buurt van een andere gele boei. Ik voel me supersterk! Ik ga richting de brug naar de rode boei en ik heb er nog lang geen genoeg van, dus ik zwem weer naar de verre groene boei. Ik kan zelfs met beenslag en 1 op 4 ademen (met gemak) tempo maken en ik zit helemaal in de slag.

Er zijn zwemmers om me heen, maar toch doe ik dit lekker allemaal zelf. Het voelt supergoed! Ik ga nog een keer helemaal terug en dan denk ik: waarom zou ik nu niet de 2000m volzwemmen die ik 2 keer per maand ‘moet’ halen? Ik ga die laatste 400m ook! Ik zwem naar groen terug, naar rood, weer naar de dichtstbijzijnde groene, naar een scheve rode en weer terug naar de groene. Onderweg maak ik een praatje met de (bijna jarige) teamcoach; ja, dan lig ik even stil en kun je prima kletsen. Nog steeds niet koud, nog steeds kan ik zwemmen met beenslag en ik ga nog één keer naar de rode boei. Ik vind een rondje zwemmen leuker persoonlijk. Op de Garmin maak ik de 2000m ruim vol (2040), maar de Apple Watch houdt het op 1997m. Ik vind het zeer zeker tellen! Heel blij en opgewekt kom ik het water uit. Wanneer weer?

Pas in de auto op weg naar huis, koel ik wat af. het enige nadeel is dat ik een (heftige) schuurplek heb in mijn nek van het wetsuit.

Zaterdag 15 mei: Een triatlon ?‍♀️ ?‍♀️ ?‍♀️ in 3 delen met eigen afstanden ?, eigen pauzes ⤵️ en een eigen volgorde ?

‘s Ochtends ga ik hardlopen met de trainer. We gaan vanuit zijn werkplek bij de Koploper, voor als hij onverwacht moet opdraven. Ik heb een route rondom Lelystad van 11 kilometer. We moeten nodig een bijkletsen: over de vakantie in Zandvoort, over zijn werk wat hij weer bijna volledig doet, over alle afgelaste wedstrijden, over dieten en eten, over wie het koppigst is (wat ik met glans win), en over doelen en plannen en ideeën. Het loopt heerlijk! Wel veel verhard, maar dat houdt het tempo er in. Ik ben best verbaasd hoe snel wel lopen eigenlijk. Het is lekker weer. Al heb ik het wel warm.

Echt vernieuwend is de route niet. Wel een afwisseling van landelijk en rustig en langs wat grotere wegen. We komen ook door een stuk bos, maar daar klaagt de trainer over de modder. Daar geef ik nou niks om. Dan maar even wandelen, maar ik ga er gewoon doorheen hoor.

Zoals het een goede trainer betaamt, heeft hij het ook nog over looptechniek. Eigenlijk ben ik te eigenwijs om daar naar te luisteren ;-), maar ik hoor hem wel heel goed! En na 9 kilometer ga ik het toch (stiekem) even proberen of letten op looptechniek en pasfrequentie nou helpt en jawel… We lopen de tien kilometer vol binnen een uur. En dan door naar de 11 kilometer door de woonwijk. Met een keurig gemiddelde van 5:57.

In de ‘wisseltijd’ tussen het lopen en het zwemmen, bouwen Rob en ik verder aan de auto van Lego.

‘s Middags hebben we zwemkaartjes voor het bad de Sijsjesberg, Vincent en ik. Het wetsuit is nog niet droog, maar hoe moeilijk kan het zijn om in verwarmd water te stappen? Nou… het valt me flink tegen! Ik vind het de eerste stappen best koud zo in mijn trisuit… Ik sta voor de langzame baan ingeschreven, maar daar val ik wat uit de toon met mijn borstcrawl en achtje. Ik ga 500m (dat is 5 keer op en neer) met achtje. Ik verhuis naar de andere baan, waar Vincent ook gaat zwemmen. Dan doe ik 500m zonder achtje, zonder wetsuit én met benen! Dat hou ik gewoon vol! Ik ben verbaasd. Maar na 500m telt mijn Garmin van de kilometer pas 800 meter. Verdikkie. Ik ga 500m met achtje zwemmen. De andere zijn misschien wat sneller, maar ik hou dit eindeloos vol. En ik weet niet of de andere ook al 11km hebben hardgelopen vanmorgen (misschien wel meer).

Na de 1500m ga ik 300m met paddels zwemmen. Dat is lang geleden en dat voel ik best in mijn armen! Ik zwem nog 300m zonder hulpmiddelen. Dan zitten er toch echt wel 2000m op, zelfs volgens de Garmin. Ik zwem nog 100m schoolslag en daarna nog 100m met achtje. Dan ben ik het wel zat. De donkeren wolken komen er aan. Het noodweer barst los als Vincent zijn tien minuutjes hardlopen-koppelen-aan-zwemmen uitvoert.

Tja, dan ben ik er nog niet helemaal natuurlijk…. In de volgende wissel maken we de Lego-auto af en eten we iets. Ergens heb ik niet meer veel zin om te fietsen, maar ach, ik ga gewoon. Ik hoeft ook niet lang. In Watopia is het rustig en ik ontdek dat je het scherm van alle toeters en bellen kunt ontdoen.

Ik fiets geen route ofzo, gewoon mijn virtuele neus achterna! Dan bedenk ik dat ik alle afstanden van de Jaarchallenge van Trispiration wel kan doen vandaag: ik heb al 11 kilometer gelopen, 2200m gezwommen en nu kan ik ook nog 33 kilometer fietsten! Ik koers wel op de vlakke stukken af. Daar gaat het tempo wat omhoog, maar ik voel dat ik al wat uurtjes heb gesport vandaag.

Uiteindelijk ben ik na 33 kilometer weer ongeveer bij het startpunt.

Mijn eigen triatlon van de dag! Met eigen afstanden, eigen volgorde en eigen pauzes. Eigenwijs he 😉

Zondag 16 mei. Een koppeltraining ?‍♀️ ? ?‍♀️ die een motivatie-zoektocht werd

Een dag vol Hollandse regen. Nodigt uit tot bankhangen en uitslapen. Of bloemen bouwen van Lego. Een beetje achter de computer zitten. En binnen fietsen. Dan maar. Ik heb nog een koppeltraining staan van bijna 2 uur, maar dat gaat ‘m zeer zeker niet worden, want daarvoor ontbreekt alle zin. Alle wedstrijden in juni zijn van de baan, de vakantie is van de baan en wat is er eigenlijk nog over om hard voor te sporten, vraag ik me de laatste dagen van tijd tot tijd af. Ik heb geen intrinsiek doel, niks om voor te denken: als het regent, moet ik ook. En dat helpt me niet. De bank, uitslapen, een warm bad: het is allemaal zeker zo uitnodigend. Het enige wat ik me nog kan indenken zijn de badges van Garmin. Zou mooi zijn als ik deze maand level 5 kan worden. Daar moet ik 500 punten voor halen. Ik heb er nu 496…. Voor een extra punt moet ik nog 300 meter hardlopen. Dat vind ik de moeite niet. Dus toch een koppeltraining. Als ik 15 kilometer fiets haal ik nog 2 punten binnen en dan lijkt het erop! Op de Tacx dus! Anke gaat een stukje door Londen.

Maakt mij niet uit hoe en waar, maar zonder heuvels graag. Ik app ondertussen wat en de regen trekt weg. In Almere dan. Ik check de buienradar nog een keer en dan begint het grappig genoeg virtueel te regenen in Londen! Toch geen voorbode…. Dan word ik liever virtueel nat!

Ik haal 15 kilometer net niet in een half uur, maar ik maak ze vol in 31 en een halve minuut. De lange hardloopbroek heb ik al aan, dus ik hoeft alleen de fietsbroek uit te trekken en hardloopschoenen aan te doen. Door de achterdeur was ik minder dan 5 minuten later buiten om 5 kilometer te gaan hardlopen. Ik wilde niet kijken hoe snel. Dus ik liep gewoon een rondje om de wijk. Dan kan ik al terug na een kilometer. Of twee. En daar had ik me toch zin in! Badge binnen, koppeltraining is gedaan. De eerste kilometer ging in 5:47. Prima. Dan onder de bomen door. Tussen de honden door. Iedereen gebruikt dit droge momentje om de hond uit te laten.

Kilometer 2 overdrijft met 5:22. Natte blaadjes he. En geen zin. Dan loop ik maar harder om er sneller vanaf te zijn. Het idee was om 10 kilometer binnen 55 minuten te lopen, dus ik bedenk dat ik 5 kilometer in 28 minuten zou moeten halen. Of ik hou het bij 3 kilometer. Wanneer moet ik een triatlon doen? Waarom moet ik dat snel doen? De derde kilometer gaat in 5:21. Dat verbaast me. Weinig natte blaadjes hier. Wel honden, maar die hol ik voorbij. Allemaal. 4 Kilometer. Gewoon vanaf het einde van het fietspad naar huis rennen. Is ook prima. Het onverharde pad ga ik alleen op als het leeg is. Helaas. Het is leeg. Onverhard is langzamer. Kilometer 4 gaat nog sneller zelfs in 5:20! Ik loop inwendig alleen te vloeken en te mopperen en te balen en ik ga harder en harder! Ik heb gister nog 11 kilometer gelopen. Ik heb wel tien redenen om dit vandaag niet te hoeven. En als ik er een half uur over doe is het net zo prima als 28 minuten. Maar ik loop gewoon hard door en zet zo langs het park nog wat extra aan. Why not? Hoe eerder ik klaar ben hoe beter. 5 Kilometer in 27 minuten. Zeven-en-twintig. Klaar. Bezweet. Een beetje moe. En trots. Dat je met zoveel tegenzin zo snel ergens kunt komen. Dat ik voor 15km fietsen en 5 kilometer hardlopen net iets minder dan een uur nodig heb. Met wisselen erbij 62 minuten.

En die badges? Voor het hardlopen is het punt binnen, maar voor het fietsen… kom ik achthonderd meter te kort!!!!! Nog 3 punten tot de 500, maar vandaag gaan ze er niet meer komen!

Maandag 17 mei Fietsen om kleding te passen met thee ☕️ onderweg! ?‍♀️

Vincent heeft training, ik hoeft maar een uur te fietsen. Op een hoge cadans “hoger dan je fijn vindt”, staat er op het schema. Eigenwijs als ik ben, zou ik deze week WEL eens het hele schema zo netjes mogelijk willen volgen! Dus ik ga op een cadans boven de 80 fietsen. Door de stad naar vriendin KH. Zij heeft kleding in de aanbieding. Het is vaag of ik ze mag overnemen, omdat ze bij een team horen. Ik ben benieuwd of ze me passen. Maar eerst drinken we thee! Fijn om weer eens bij iemand op visite te zijn, zonder corona-angst. De kleding zit me als gegoten!

Alleen kan ik ze niet meenemen op de fiets! Ik fiets weer naar de training van Vincent toe en dan terug naar huis tot ik 25 kilometer heb gefietst. Niet erg snel, want dat geslingerd door de stad bevalt me niet zo. Maar wel met een gemiddelde cadans van 85! Rob en ik gaan met de auto de kleding halen en blijven dan lang hangen om te kletsen.

Dinsdag 18 mei Intervallen rennen ⏱

Die intervallen zijn mijn ding niet: ik zie er altijd tegenop. Dat je korte tijd hard moet. ? Vandaag gaan Vincent en ik dezelfde route: ik loop 20 minuten zone 1 met hem mee en Vincent gaat dan verder in zone 1. Ik moet dan volgens het schema 20x anderhalve minuut in zone 4 met anderhalve minuut rust er tussen. Om binnen een uur -zoals ook op het schema staat- te blijven zijn 15 versnellingen genoeg. We gaan richting de dijk. Ons gezamenlijke tempo is laag, gezellig en met de rem er vol op.

Dan ga ik er vandoor. Anderhalve minuut, dat is 90 tellen en die tel ik af. Keer op keer. Niet hardop, maar het leidt mij af en ik heb een idee hoe lang ik moet. Ik kan goed tot 90 tellen. In de rust app ik met Vincent dat ik wel tot aan de dijk kan en terug als hij de afslag eerder neemt. Anderhalve minuut pauze zijn een minuut wandelen en een minuut dribbelen. Het gaat redelijk. Leuk is anders, maar dit is prima te doen.

De vijfde is natuurlijk de dijk op! Vincent verveelt zich intussen een beetje en fotografeert om zich heen 🙂 Het is gemakkelijker als de ander uit beeld is. Ik kan maar anderhalve minuut terugappen. En dan versnel ik weer 90 tellen. Ik zie Vincent in de verte. Intussen heb ik er al 10 versnellingen op zitten.

Ik haal Vincent bij en zijn training zit erop. Hij gaat me ondersteunen. En hij houdt mijn telefoon en kapotte hoesje vast.

Vincent loopt nogal moeiteloos met me mee (GRRR) en heeft nog adem te over voor opbeurende teksten. “je bent er bijna” “Het gaat goed hoor” “je bent op een derde” En ik maar denken en tellen: ik ben op tweederde, het gaat niet zo lekker! Maar dat kan ik net zeggen in de rustpauze. Ik ga er zeker 15 doen en Vincent opteert de 16 keer. Het enige wat hij van mij mag zeggen is dat ik hier vast sneller van wordt… Hij heeft zelfs energie om me te filmen! Ik ga niet heel rustig hoor, maar het verschilt nogal tussen de ene en de andere of ik net boven of net onder de 12 kilometer per uur loop.

We gaan de brug op nog een keer een versnelling aan. Zucht. Ben ik er al? Ik zit op de 15! Maar goed, ik doe er in de straat nog ééntje… Vincent maakt een foto en zwaait naar de buren.

Ik zit al op een uur. Ruim. Als ik nog een extra rondje om het huis maak, doe ik interval 17 er ook nog bij. Intussen heb ik het aardig warm ondanks de korte broek! Zoals altijd ben ik trots dat ik (bijna alle) intervallen heb gedaan! Misschien word ik er wel sneller van…

Woensdag 19 mei Rustig hardlopen in Almere Poort en intervallen fietsen

Op het schema wat ik zo nauwkeurig wil volgen staat eerst een half uurtje fietsintervallen en daarna een uur hardlopen op 9,5 kilometer per uur. Echter, de praktijk wijst anders uit: werken, Vincent naar het zwembad brengen en daar tussenin fietsen voordat ik rond het zwembad kan hardlopen, wordt ‘m niet. Dan maar eerst hardlopen. Lekker rustig mag ik. Mooi tussen de buien door! Ik loop extreem relaxed en voor mijn gevoel rustiger dan rustig. 6:15. Naja. Dan kom ik de schapen tegen op de weg.

In een prachtig zonnetje dus! Het leuke is dat ik niet precies weet hoe ver ik ga komen. Kilometer 2 en 3 gaan (ook) rond de 6:10. Ik kan er niks aan doen hoor. Ik ga ietsje sneller elke keer! En dan denk ik: laat ik een piramide lopen op gevoel. Elke kilometer ietsje harder tot en met kilometer 5 en dan weer elke kilometer iets rustiger. Kilometer 4 gaat zo langs het strand gaat weer ietsje sneller. Laat ik de 9,5 kilometer per uur maar loslaten… Ik loop tot de start van de Duintriatlon de dijk over. Ik zal straks door de wijk terug moeten, maar ik heb geen idee hoe. Ach, Vincent moet zich ook omkleden! Op de dijk trekt de wind aan. Ik weet wat dat betekent ? en dat hadden we niet afgesproken!

Kilometer 5 gaat in 5:52. Nu dus weer rustiger aan. Tot 10 kilometer. Dan begint de regen. Onvermijdelijk. Niks aan te doen. Doorlopen maar. En gniffelen om alle mensen die net als ik de buienradar geloofden en hun hond uitlaten! Ik ga de wijk in en heb geen idee, maar het gaat rechtdoor. Kilometer 7 gaat weer boven de 6 minuten. Rond de 6:10. Ik moet doorlopen met die regen en dan gaat kilometer 8 de mist in! Ik loop net ietsje harder dan kilometer 7! Daar baal ik dan van. Ik kom langs het Klokhuis. Druppend.

Nu heb ik niet meer zo’n goed idee welke kant het topsportcentrum op is. Ik vertraag wat, maar de auto laat me te netjes voor! Toch pak ik de vertragende draad weer op door ondertussen te SMSen met Joyce dat ik ook nat geworden ben. Buienradar in de ban!

Ik loop rondjes om het zwembad in de regen om de tien kilometer vol te maken in een dik uur. Dan neem ik Vincent mee naar huis die net zo nat is, maar afgedroogd.

Donderdag 20 mei RUSTDAG – wandelen mag! ?‍♀️ ?‍♂️ ?

Qua werk en kind (naar de orthodontist brengen) is het vooral onRUSTdag. ‘s Avonds moet Vincent hardlopen en gaan Rob en ik een stukje wandelen. Als het droog is. Ik dacht aan naar de berg en terug, maar als we Vincent zijn tegengekomen, lopen we verder langs de Oostvaardersplassen. En opeens staat daar aan het begin van het pad een hert met een groot gewei. Ze zijn groot! En mooi.

De kleuren zo tussen de regen en de zonsondergang zijn fenomenaal. Ik heb de verkeerde schoenen aan, mijn stadsschoenen. Dat merk ik na ons ommetje van 5 kilometer! Maar alle onrust is verdwenen.

Vrijdag 21 mei 10+11 kilometer in Limburg ?‍♀️ met ?‍♀️-elementen (of is het omgekeerd?)

Voor de Trispiration Jaarchallenge doe ik in het eerste halfjaar 2 provincies aan om 10 kilometer te hardlopen. Het plan voor mei was 11kilometer in Groningen combineren met 11 kilometer in Drenthe. Route klaar, maar een dag vol regen houdt ons tegen. In Limburg lijkt het minder regenachtig te worden, dus Joyce maakt snel een route. We gaan naar Mook. Helemaal boven in Limburg. Als we niet uitkijken zitten we in Gelderland. Als we de Maas overgaan, heet het Brabant. Anderhalf uur rijden is voor ons anderhalf uur bijkletsen! Ik heb er voor vandaag een hard hoofd in: misschien is dit de dag dat het niet lukt? Dat denk ik altijd, dus het is niks nieuws.
In de auto op de weg terug, kletsen we over de route die we hebben gedaan vandaag. (JW= Joyce, AB, dat ben ik)

JW “In het begin was het meteen zoeken! Hoe vaak hebben we het nou gedaan met een route en het is elke keer weer even wennen! Maar het was wel duidelijk Limburg met die grote schuur. Ik had een route onverhard gemaakt.” AB “En eigenlijk viel het meteen een beetje tegen met de heuvels. Het ging niet steil omhoog ofzo, maar wel op z’n minst heuvelig. Voor ik het doorhad zaten er al 2 kilometer op. Weet je nog dat we maar direct afspraken om rustig aan te doen en dat 3 uur over een halve marathon oké zou zijn?” JW “Ja, ik had moeite de ademhaling bij te stellen. En elke keer ging het weer stiekempjes omhoog. Ik was al lang blij dat we dan konden wandelen” AB “Ik telde al uit dat we 9 minuten per kilometer zouden gaan doen. Zo voelde ik me. We kwamen over een grote heide. Ik had tijd om te appen en te filmen met de GoPro.”

JW “Naar beneden gingen we meteen weer hardlopen. De eerste 3 kilometer zaten er snel op. Dat we uitzicht hadden, betekent dat we best wel een stuk omhoog gelopen waren.” AB “We kwamen langs een soort verdedigingswerken. Met trapjes ging je daarheen. Ik dacht echt dat het wel een lange toch ging worden vandaag!”

JW “Ik heb echt geen idee hoe lang we over kilometers deden. Of waar we waren ofzo. Ik weet nog wel van die koeien die daar zo heerlijk lagen, die hadden het goed uitgezocht! Het was erg veel bos en vooral stiekem veel hoogtes.” AB “Toen kwamen we bij die toren. Met zo’n trap waar ik dus ECHT NIET op durf. Maar ik moet en zal het proberen! Ik ging treden tellen en hield me stevig vast. Als ik maar dacht aan dat tellen en niet naar boven keek, was het net onder controle te houden. Ik ben onwijs opgetogen dat ik de 42 treden omhoog ben gekomen! In de wind! Over een trap die met kettingen vast stond.”

JW “Mooie overwinningen! En we keken uit over Nijmegen of Mook. Het was echt groots. Ik kende dit stuk van Limburg echt niet. En het was heerlijk weer. Beetje zon en niks koud.” AB “Ondanks de overwinning op mezelf, kon ik niet lekker doorrennen. Ik had er gewoon niet zoveel zin in vandaag. Er zat weinig motivatie in me. Heel raar. Gelukkig kunnen we dat samen.” JW “Ik ben blij met je mindere dagen! Dan heb ik niet het idee dat ik je ophoud. En dan wandelen we gewoon wat vaker. Ik voelde mijn kuiten toen al volgens mij.”

AB “Jij vertelde net over de vakantie toen we ineens voor een gesloten hek stonden die de route versperde. We gingen even verkeerd en toen hebben we onze horloges uitgezet. Dat doen we nooit, maar nu even wel. Nieuwe route er omheen gezocht. Ik had geen idee waar ik zat. Limburg, dan hield het op.” JW “Boven op de heuvel. Dat weet ik nog en we gingen omlaag tot in Mook. Dan achter langs en toen kwamen we op de snelweg. Echt iets voor jouw…” AB “Not! Langs een grote weg en verhard en auto’s die langsrazen. Not my cup of tea. Dan ga ik harder lopen. Voor mijn gevoel loop je er steeds naast, maar ik zag waar we terug konden gaan. Liep ik opeens een snelle kilometer!” JW “Dan zie ik je verdwijnen alsof het een makkie is, maar je wacht toch wel. Ik had ook wel door dat we dan weer omhoog moesten en ik hoopte dat het ene pad wat we dubbel moesten doen niet afgesloten zou zijn.” AB “Kwamen we langs die rare aap in de boom. En soms zijn er dan opeens weer een boel wandelaars en daarna is het weer kilometers lang doodstil.”

JW “We hebben toen een heel stuk gewandeld. Het bleef maar omhoog gaan! De Ardennen waren er echt niks bij. Echt, stukken supersteil!” AB “Maar ook dat gaat weer omlaag en de weg die we twee keer doen, gaat nu ook omlaag. Voor ons ligt de volgende berg. We hebben al aardig wat extra kilometers verzameld. We gingen weer wandelen. Ik zou tot 11 kilometer volmaken.” JW “Jep, waren we net helemaal naar boven gelopen langs de mevrouw met hond die we dan inhalen zonder hard te lopen en toen stonden we boven op de Sint Jansberg of een andere berg. Mogen we net weer omlaag, en toen zat jouw 10 kilometer erop. Het was echt supermooi, tussen de bomen door en heuvelig en groen.” AB “Ik liep 11 kilometer. Allemaal in Limburg. 8 gemiddeld op de kilometer. Maar het was de rit meer dan waard! Gewoon zo lang mogelijk van genieten! Ik was redelijk netjes aan het eten en drinken.”

JW “Elke keer als het omlaag ging, voegden we weer een hardloopelement in! Maar ik dacht dan: straks moeten we hier vast ook weer omhoog.” AB “In de verte zag je volgens mij wel de Maas of was dat ergens anders? Nou, ik weet het niet meer zo goed, maar toen kwamen die prachtige vennen.”

JW “En de zon scheen er prachtig op ook. Heel mooi en het leek echt niet op Nederland. Verbazingwekkend dat we van zoveel moois niets wisten in ons eigen land! Als ik een eend was zou ik hier gaan zwemmen! Jammer genoeg liep het wel weer naar boven.” AB “Jep, had ik weer tijd voor de GoPro. Ik vond het zo onwijs mooi daar. Ik dacht echt: doe mij maar een flinke wandeltocht met minder hardloopelementen!” JW “Dan zei ik weer: het gaat omlaag, rennen. En dan lukte dat een paar honderd meter en dan ging het weer omhoog. Ik geloof dat we de hele Sint Jansberg wel tig keer beklommen hebben!” AB “Toen zaten we opeens op de rand. Van de provincie (stond op het horloge), maar volgens mij ook van het land en van het bos. Heuvels gewoon alom. En dan de wind tussen het gras door. We kwamen wel een brommer tegen. Liepen we weer ergens een stukje anders, maar na zoveel kilometers kom je ook snel terug op de route.” JW “Waren die vriendelijke oude mensen daar al of was dat later? Het waren wel veel paden en de hele tijd onverhard. Kwamen we bij die ommuurde tuin.”

JW “Werd jij enthousiast van, maar een Hanzestad boeit je niks, dat snap ik maar niet. En we kwamen langs het Pieterpad bord. Konden we weer over iemand kletsen.” AB “Waar we het nu de hele tijd over hebben, zou ik niet kunnen zeggen hoor! Over mensen en wie wat doet op hardloopgebied enzo. In mijn hoofd liepen we 1 keer de berg op en 1 keer er omheen, maar de werkelijkheid was steeds weer omhoog. Geen idee waar die mensen waren. Ik weet wel dat we die jongens tegenkwamen die verbaasd waren dat ze op de grens met Gelderland liepen. Wij gingen daar niet overheen, maar zij wel! Toen gingen we dat mooie pad in, de Apostelweg.” “En die liep omlaag! Het ging wel hard waaien en voor mijn gevoel moesten we heus de andere kant op.” AB “Die wind kondigde regen aan. En dat vond ik zorgelijk, omdat we meer wandelden dan renden en dan hou je jezelf niet warm. Maar ja, ik had ook vrede mee dat we meer dan 3 uur nodig hadden.” JW “Gelukkig maar. We zijn wel een stuk gaan hardlopen en toen we op het pad waren waar we al eerder waren, maar nu omhoog, toen bleven we ook rennen.” AB “Dat was ongeveer het enige stukje dat ik ‘een kop erop’ had en dacht: ik-blijf-lopen-tot-boven. Verder ren ik blijkbaar beter op honger.”

JW “Gingen we eindelijk die Sint Jansberg af en weer naar de Mokerheide. Het begon wel te regenen ja, maar we liepen onder een grote paraplu. Bomen.” AB “Het regende opeens wel een keer door, maar net niet hard genoeg voor de regenjas. Genoeg om nat te worden. Het was mooi en zo groen en fris, maar ik had zelfs na een gel minder zin dan anders wel eens het geval is. Werd ik echt een beetje mokkig als jij zei: we voegen een hardloopelement toe!” JW “Die duurden ook niet lang, want dan moesten we weer omhoog! En toen stonden we opeens op een veld en er was een theater.”

AB “De structuur van het theater vond ik geweldig leuk, maar met lopen was ik wel zo’n beetje klaar. Ineens een grasveld en daarna de wildkampeer-camping. Het was wat onrustig. Ik dacht: nog 20 minuten, nog 3 kilometer – ohnee, we wandelen, nog langer dus.” JW “Toen kwamen we bij een andere uitkijktoren, maar het pad liep aan de kant van het hek en werd versperd door takken. Achteraf hadden we over het goede pad aan de andere kant van het hek kunnen lopen, maar ja. En toen weer omlaag. Over een smal pad, wat niet meer klopte met de route. Daar was een plasmoment en toen gingen we net even anders als de route.” AB “Rook het daar zo lekker of was dat eerder? Ik weet het niet meer hoor. We staken de grote weg over en toen gingen we weer het bos in. Ik dacht alsmaar: hoe ver is het nog? Ik wilde naar de Fanta!.” JW “En in eerste instantie zei je dat je dat niet luste. We renden weer omlaag en toen maakten we een foutje in de route en moesten we een afslag verder hebben. Ik hoorde wel geblaat, maar dat we de schaapskudde kruisten had ik echt nooit verwacht! Een supervriendelijke schaapherder prees ons voor onze goede timing.” AB “De grapjas dacht dat onze tijd er zo aanging, haha! Nee, dit was echt gaaf, 100 schapen die je passeren en saampjes het pad overgaan. Wow!”

JW “Echt een kadootje. We gingen nog naar het kasteel. Ik dacht echt: waar blijft het nou? Intussen zat die halve marathon er wel op, maar echt bijzonder vinden we dat niet meer. We kwamen wel op het terrein van het kasteel.” AB “Ik dacht alleen maar aan mijn warme broek en de Fanta. Ik mopperde nog op je dat ik een vriendin zou zoeken die alleen maar wilde breien, toen we op het einde nog een trapje op moesten en weer omhoog gingen! Was een grapje hoor! JW “Dat weet ik wel!” AB “Door de zon waren we weer droog en warm. De oranjerie was een antieke grote kas uit een film, maar ik had niet meer zoveel energie om te gaan rennen of me te haasten.”

JW “Er waren veel links-rechts-paadjes. Het kasteel werd helaas helemaal gerenoveerd. Stond in de steigers. Echt zo jammer! Het is een sprookjesachtig slot.”

AB “Ik dacht: nog 1 kilometer en ik mag nog over het leuke brugje en dan langs de schuilkelder. Ik liep er nog 12,5 kilometer bij en Joyce liep de 23 kilometer vol.”

JW “Ik schaam me niks voor het tempo wat op 9:31 lag of hoger of dat we er dik drie en een half uur over hebben gedaan, want er zaten ook meer dan 500 hoogtemeters in! Niet normaal veel. Op zo’n korte afstand.” AB “Limburg krijgt een vinkje! En wij hebben morgen spierpijn. Lang genoten van een prachtig stukje Nederland.” JW “En prettig dat je de auto instapt en dat het dan eerst een half uur plenst van de regen.”

Ik heb een filmpje gemaakt van een minuut van de GoPro beelden. Dat is weer een keer iets anders! En het leukste is het natuurlijk met geluid 😉

Zaterdag 22 mei Nieuwe wereld in Zwift! ?‍♀️ ???

Er is een nieuw eiland geopend in Zwift! Makuri Islands heet het. Ik heb er al wat over gezien en het is gestoeld op het authentieke Japan. Ik kan amper wachten om er lekker rustig uit te gaan fietsen en de nieuwe wereld te zien! Ik doe de nieuwe fietskleertjes aan van TriProNoosa en update Zwift en dan kan ik gaan!

Ik laat maar lekker veel foto’s zien, want ik geniet ervan. Iets minder van de onverharde wegen, maar de dorpjes zijn echt geweldig! Katten, mensen op slippers, een verdwaalde hardloper-supporter langs de weg die de route zoekt, mooie gebouwen. Het is echt enorm sfeervol! En daarna door bossen en langs bloesems. Mount Fuji op de achtergrond.

Ik merk wel dat mijn benen moe zijn, maar spierpijn of last van mijn kuiten heb ik totaal niet. Ik krijg de cadans gewoon niet zo heel hoog. Maar het is uitfietsen! Na 12 kilometer ben ik rond. Maar ik fiets nog even verder. Over de verharde wegen. Het is wel erg druk in Zwift op de Makuri’s.

Ik doe nog een extra rondje langs de dorpjes en op het einde vind ik een heerlijk rustige route langs het paleis!

Na 26 kilometer ben ik twee keer rondgegaan en hou ik het voor gezien. Het was echt leuk! Ik verheug me op meer verkenningstochten.

Dan ga ik in de middag nog een stuk wandelen met Rob. Terwijl Vincent zwemt in het zwembad. Een flinke tippel van 6 kilometer. Daarmee maak ik genoeg stappen voor de maand mei. Er wacht me thuis een verrassing: Ik ben Level 5 geworden in Garmin!

Ik kan stoppen met sporten! Het maximale niveau is bereikt! Daar denk ik even over na. Stoppen? Ik denk nog een halve minuut langer na… Neeeeeeeee! Dat ze maar een level 6 gaan maken.

Categories: Geen categorie | Leave a comment