2024-17

1 juli – En dan is het OP
Het kan. Ineens is het op. Ballonnetje leeg.
Vannacht goed geslapen, maar kort, want om half 8 zit ik alweer in de trein voor een dag werken in Leiden. Kan ik mooi even alle social media bijwerken! De werkdag is intensief. Heel veel tickets die openspringen, veel overleggen. Wel leuk hoor! Ik ga wandelen met de collega’s door Leiden. Fysiek gaat het best wel goed eigenlijk. Even lekker een frisse neus halen! Heerlijk weer. Prima temperatuur, droog en het waait. En intussen is thuis Vincent een beetje van de leg. En Rob is ook niet thuis, die is in München voor het werk en een presentatie. Dus ik ga alleen naar huis en zal straks alleen naar de stomme bootcamp gaan. Ik had een stok achter de deur aan Vincent, maar die moet dus werken. Moet ik alleen naar die vervelende mensen. Die -net als zovelen- helemaal niet snappen wat een halve triatlon is. Het is jammer dat ik daar de knipkaart nog op moet maken. iIk heb er zelden zin in. Als ik thuis kom, blijkt er eigenlijk geen eten te zijn. Er is alleen ontbijt en ik moet over 20 minuten weer naar de bootcamp vertrekken. Ik eet de restjes op en kleed me om. Ik heb écht geen zin. En dan bedoel ik nog minder dan anders. Ik meld me af.
🫥🤯
Ik ga in sportkleren op de bank zitten en dan is het op en af en klaar. Alles doet me pijn, ik ben erg moe en ik wil alleen maar chocolade eten. Ik ben ook nog eens zo’n beetje ongesteld geworden na een maand overslaan en dat trekt ook door me heen.

Stilte. Ik wil niets meer. Dan is het blijkbaar echt klaar.
Ik sleep me nog naar de winkel en daarna moet ik strijken. Is er tenminste iets van de lijst af voor morgen. Ik neem het mee als kracht”training”. Het is namelijk een hele krachttoer om alles op te ruimen, zijn spullen te strijken, mijn spullen te strijken en weer alles op te ruimen. Het is me goed zo.
Ik heb hoofdpijn, ben moe, vermoeid en voel me slechter dan slecht. Niks powervrouws meer aan (zo noemt notabene KH me!!), geen energie meer. Blijkbaar houdt het ergens zelfs voor mij op. En dan voel ik me helemaal niet geweldig of goed of sportvrouw.
In het huis van de triatleten staan de bidons net zo leeg te zijn.

2 juli – Een duurrit van 100 minuten

Het is iets beter, maar nog steeds voel ik weinig zin en animo. Ik wil eigenlijk hardlopen, maar er staat nou eenmaal fietsen en zo’n vrije dag vult zich altijd met vanalles: kapper, organiseren met Vincent samen, fiets poetsen etc. De middag ben ik alleen en ik ga maar gewoon op de tijdritfiets met de muziek hard aan een rondje oostvaardersplassen. De wind is RUK. Letterlijk bijna. Die komt vanaf het Markermeer. Ik kies dan voor wind mee op de Knardijk. Ik begin met wind tegen en ik neem maar gelijk een ommetje. Op de dijk staat dus een dikke wind van opzij. Die is lastig. Om te liggen en om mee om te gaan. Het ergste zijn de auto’s. Ik merk overduidelijk dat die een soort kolkjes veroorzaken en daardoor draait de hele wind dan even. Achter het dijkje gaat het wel. Ik lig zoveel mogelijk. Moet er maar mee om leren gaan toch? Ik fiets zoveel mogelijk links. Er is toch geen enkele andere fietser. Dan kan ik naar buiten geblazen worden. Het gebeurt een paar keer, zeker als er een vrachtwagen de luchtstromen beinvloedt!

Ik kom 1 brommer tegen en die heeft het moeilijk omdat ze mijn richting op geblazen wordt. k zit dan al in de laatste bocht. Ik luister naar de muziek. Op de Knardijk gaat het uiteraard heerlijk! Ik moet ook hier wat extra pakken. Ik zie geen computertje voor mijn neus, bewust. Daar laat ik me dus niet door beinvloeden, want anders had ik het allemaal vast te sloom gevonden. Al had ik dat al wel door. Op de Ibisweg gaat het best lekker. Wind van de andere kant. Is ook niet mals en er staat file, dus het is druk op de weg met auto’s. Ik ga nog een stukje tegen de wind in en de stad door en dan heb ik totaal geen zin meer. De tijd zit er bijna op, ik heb 40km gered en ik vind het helemaal best. Ik heb het weer geprobeerd.

3 juli – 15’z1+50’z2 hardlooptaal voor: 15 minuten heeeeeeel erg rustig en dan 50 minuten rustig

de beentjes wilden niet echt graag, maar de hartslag bleef te laag om het ze gemakkelijk te maken. Arme beentjes🦵🏼 Dat koppie had wel zin, maar die darmen dan weer niet. En het vrouwelijke deel haakte vanmorgen al af, begon om 6 uur met krampen en toen dacht het hoofd: ik blijf thuis. Het verstand zei: op naar Leiden jij! Het verstand won (en een trein later). Even laatste overleggen met M en die lieve schat van een Je die me vraagt of het nog wel lukt. Die jongen is echt een engeltje. 👼 Met de 🚆 weer naar huis en ondertussen is de kramp weg maar staat de 🩸 kraan open. Gevuld met 🍫 en 🍟. Rob is er weer. Het leven klopt weer. Maar ik ben vermoeid. Dan is een uurtje lopen in z1/z2 aantrekkelijk. Mis! Zone 1 is een km wennen en dan heerlijk suf joggen! Maar dan z2. Ik moet er hard voor werken met de beentjes. Het tempo is dan ook hoog. 🌬️ mee. Door het begroeide Kotter🌳 tempo ⬇️ maar de 💗 iets ⬆️.

Wel supermooi 🤩 daarna weer verhard. Ik moet hier en daar wat extra. Het gemak is er af, maar alle pijntjes zijn ook weg. Ik begon met knieen, kuiten, maar vooral de vingerkramp is idioot. Ik loop achter langs en ga kalmer aan. Het begint een beetje te regenen 🌧️ heerlijk! Ik maak 10km vol in een uur. En ga door voor de elf. T worden er 1111 en het tempo valt wat tegen eigenlijk. Wel een uitvoeringsscore van 90%! ❤️

Ik moet 💩. Maar vochtmeting is het belangrijkste. Ik woog 68 voor ik ging en daarna ongeveer 76,3 en na de 🚽 nog maar 66,9. Ik heb weer overal kleine rotpijntjes: 🦶🏼 voeten, knie rechts: dat soort dingen. Het loopje was niet wat ik gehoopt had. De muziek was wel fijn.
Sommige vrouwen met vet overgewicht en een blessure lopen dit tempo ook. 😒 Dat valt me dan tegen als ik ook 5:30-jes heb zien langskomen bij mezelf. Niet getreurd: ik heb 6 uur voor een marathon. Ik gok op 4,5. Doel: sneller dan een halve triatlon. Goed idee he?! 🙄 Ik heb vakantiestress. Inpakken en weggaan naar een plek van niks. Why?! Voor de fucking marathon?! 😵‍💫

4 juli – Fietsen – 7×2’ sneller, yeahRight (oftewel: zeven keer 2 minuten harder)

na een dag zo min mogelijk losse eindjes op het werk achterlaten en een paar (heerlijke) telefoongesprekken (wie zei dat ik dat niet kon) een een bezoek aan fysio K wat eerst meer pijn oplevert na een nacht met verdachte knie pijn, was ik moe. Teveel suikers gesnoept, niet goed voor mezelf geweest en ik heb zweertjes in mijn mond. En morgen moet ik inpakken. Ineens is er dan vakantie. Ik mis Jo en Je nu al. Rob maakt mijn rem en ik ga fietsen. Muziek aan. Geen ‘je-best’ aan. Ik voel het buitenste kniebandje rechts. Maar fietsen mocht echt. Ik zie KD weer en rij via het asiel. Het is me niet veel: wind tegen, bochten en veel moeite. Op de dijk wind mee en het licht is fantastisch. Ik ga hard, maar dat geeft niet echt meer energie.

Ik kom niemand tegen. De plassen zijn erg mooi in het licht en met het water. Ik zie een zee-arend.

Dan 2 minuten versnellen als ik de Knardijk op draai met wind van opzij. Valt niet mee. Zelfs de rust niet. Ik ga door tot de sluizen. De band is lek. Doet het nog wel, maar is niet meer hard. Ik red het niet elke keer om 2 minuten te versnellen binnen de watts, maar dat lukt vrijwel nergens in de training. De vijfde tegen de wind in liggend achter de Jahe langs gaat heerlijk. Ik durf de Trekweg aan voor de laatste! Dapper tegen de wind ik. Dacht ik. De eerste auto’s verbazen me. Maar dan blijven ze komen. Doodeng. Liggen onmogelijk. Hopen dat ik net genoeg ruimte krijg. De A6 is dicht. Verdomme. Kut karren. Heel erg eng. Vooral in de bochten. Ik bid elke keer maar dat ze me zien. Ik moet door de planten. Wind tegen spelen met je leven. Met een slappe band. Ik kom zeker 100 autos tegen en kan niet snel genoeg op de brug zijn. Dan ben ik echt heel erg moe. Ik rij terug en langs de Vaart. Ik maak 40km vol en doe ongeveer de opgegeven anderhalf uur op een minuut na. Ik vind het wel best. Sneu gemiddelde weer van net geen 27,5. Kijk maar niet naar de cadans, die is nog lager. En de uitvoeringsscore is 22%. Dus niet echt hoog gescoord!!

5 juli – Op de tijdritfiets met wind mee en regen.

we moeten inpakken en op vakantie gaan, maar ik heb geen zin. Dus ga ik eerst maar fietsen. De band van de racefiets is lek, dus ik moet op de tijdritfiets. Ik zet de Mask&Mirror weer op en ga maar door de stad tegen de wind in. Het gaat maar zo-zo. Ik kan niet echt goed mijn route bepalen. Maar ik kom via de normale route langs de NPW op de dijk en stop heel kort.

Op de dijk gaat het hard! Echt hard, heelijk windkracht 4 mee. Als ik langs de OVP rij, zet ik zelfs aan en gaat het heel erg hard. Dan flitst alles als een razende voorbij. Eng en spannend en geweldig tegelijk. Het is ook hartstikke rustig en de kleuren in de lucht zijn mooi. Ik probeer tussen de parkeerplaatsen in echt het tempo hoog te houden. Alsmaar boven de 40, wow. Net niet onder de 7 minuten. Ik fiets gewoon 30km binnen een uur!

Nog even een stopje voor water. De Knardijk met zijwind is andere koek. Maar ook daar lekker rustig en prachtig licht. Het belooft niet veel goeds, maar de kleuren zijn geweldig. Ik rij door het oostvaardersveld en ook daar mooi geel en het lijkt geregend te hebben. Zou ik geluk hebben? Ik kan ook prima tegen de wind in het tempo hoog houden (geen 40 hoor). Na 40km begint het dan toch te regenen helaas. Maar het is niet anders en ik wijk er niet voor en trap gewoon door. Zitten er druppels op het vizier.

Met 43km wordt het droger en na 45km is de regen gestopt. Ik rij een stukje om om de 50km te halen en om de training van 1 uur 45 minuten precies vol te maken. Helaas moet ik nu nog een keer de fiets schoonmaken. Daar baal ik dan wel van.

6 juli – Een dag reizen en dan even een korte wandeling in Senftenberg.

Na een hele lange, vooral vermoeiende reis. Om half 9 weg. Eerst Vincent rijden 3 kwartier. Dan Rob na een korte plasstop. Ik zat achterin en daarna voorin. Toen ging ik rijden. Vincent zag weer een stoere auto hoor en we stonden te kletsen met de boys. Ik ging rijden. De auto doet veel zelf. Daarna file. Eindeloos lang file. Broodje eten. En maar wachten en schuifelen en verkeerde rijen kiezen. Anderhalf (!!) uur lang. Ik reed tot Marienburg. Benauwd en teveel airco. Weer naar de wc en toen kijken bij de grenspost. Unheimisch. Regen op de golfplaten.

Rob reed moeiteloos en ik zat achterin. Hoofdpijn en bijkomen met suikerspekken. Daarna ging ik weer rijden. Het begon te regenen en stortregenen en onder Berlijn door. Ik reed ook nog verkeerd, want afslag was afgesloten. Daarna onweer. Vincent zat ook voorin. Lachen hoor, maar vermoeiend.

Om kwart voor 7 in Senftenberg. Het regende nog net. Duits van de buurvrouw met de sleutel kan ik dan nauwelijks volgen. Alles in het huis gooien en dan naar de winkel. Moeilijk te bedenken. We aten brood. Daarna deze korte wandeling naar het water. Het was droog en qua kleur echt fantastisch!

Ik liep met moeite een half uur vol. Reizen is een vermoeiend ding. Alle wisselingen: temperatuur, omgeving, snelheid, aanpassen, doorgaan, alles een plek geven kost letterlijk en figuurlijk moeite.
En ondertussen doe ik heel trouw de oefening die ik heb opgekregen om de knieën sterker te maken. Elke dag tien minuten.

7 juli – Een verkenningstocht op de fiets en 14km hardlopen in het Lauzitser Seenland

Eerst waren er al fietsen die niet goed remden. De remmen hebben geleden van het reizen en nat worden op de snelweg, met olie-achtig water. Rob maakte wel iets. Vooral Vincents tijdritfiets is lastig en dat is de enige die hij bij zich heeft. Toen gingen we eerst lekkere warme witte broodjes lunchen. Gingen we eindelijk weg, reed ik verkeerd, was ik de route kwijt op het fiestcomputertje en moesten we omdraaien. Toen gingen we tegen de richting in, maar dan bleef de fietscomputer wel aan en roepen dat ik een ubocht moest maken zodat ik de snelheid (welke?) niet zag. We gingen door de stad. Leuk stadje hoor, maar wel onrustig met klinkertjes en fiets-wandelpaden. Het ging allemaal niet snel. We kwamen langs de industrie en ik vond het indrukwekkend. Een soort Abanadoned Egineering In real life. Vooral langs het spoor. Het was wel lekker asfalt en lekker rustig ook. Soms een paar gewone fietsers. En veel bos! Ik had geen idee waar we waren. We kwamen bij een mooi uitzicht en stopten even om een foto te maken.

Daarna gingen we door en kwamen we bij een werkelijk geweldig tunneltje! Met luchtgaten.

We gingen langs een kanaal. Heel apart en gaaf. Toen een brugje over. Ik filmde Vincent. Daarna werd het wat saaier. Niet verkeerd, niet druk (zeker niet voor een zondagmiddag), veel bos, langs het water aan de rechterhand. Overal bordjes dat het verboten gebiet is.

Heerlijk asfalt, maar wel wind tegen! We kwamen weer over een bruggetje waar het druk was. Op de meren was niemand. En maar doorfietsen.

Toen kwamen we opeens bij een uitzichtspunt. Vincent ging omhoog en ik ontdekte dat we net een heel lang stuk van de route van het hardlopen hadden verkend! Behoorlijk saai dus, maar… genoeg bosjes!! Ik hoorde Vincents schoenen omhoog gaan. Ik moest plassen. Er was een WC. Maar zo ver kom ik dan weer net niet….. Toen weer verder; het was drukker. Langs een vliegveld en toen veel geslinger en een dorp door. Niks voor mij! We reden het bos weer in en langs een soort kanaal. Achteraf is dat een eiland. Langs een druk vakantiepark en nog een uitzichttoren die we voorbij lieten gaan. Ik was echt kwijt hoe ver nog en hoe het ging. Behalve dat het erg langzaam ging met nog geen 25km/u. Ik zag op tegen het hardlopen en toen opeens zag ik het lieveheersbeestje weer die ik op de heenweg ook had gezien en ik dacht nog: die hebben ze hier allemaal, maar toen waren we alweer “thuis”! 38km. Laag gemiddelde.

Hardlopen 14km: 3 km rustig – daarna 3x 2km op marathontempo en 1 kilometer rust en 2 kilometer uitlopen.

Ik zag er tegenop. Ik ontdekte dat ik maar 2 korte hardloopbroeken heb. Ik moest alles nog klaarleggen. 7km heen, 7km terug. Water mee, 3 gelletjes. Telefoon moest opgeladen worden en mee, dus kabels zoeken. Anyway: het duurde even. Vincent had koppelloopje ook even uitgesteld. Ik ging terug richting lieveheersbeestje en maar zien hoe het gaat. Afbreken als het niet goed voelt, had Annemarie gezegd in verband met de knie. Ik moest even denken: brugje over en dan? Maar het ging soort van vanzelf goed en ik was snel in het bos. Tempo van 5:52 ofzo en dat voelde erg makkelijk. Hartslag bleef weer laag.

Ook kilometer 2 ging prima en vanzelf. Ik had de muziek aan. Kilometer 3 ging ook op een prima tempo en hartslag. Ik was al bij de uitkijktoren! Ik dacht nog: zal ik het rondje afmaken, want dat kan hierna nooit meer. Lang over nagedacht. Maar wijsheid won. Op en neer. Dan 2 kilometer op marathontempo. Wat is dat in ‘s hemelsnaam?! Hoe moet ik dat weten? Hoe hard moet ik dan gaan?! Ik had iets met de hartslag ingesteld. Ik zou blij zijn als ik een marathon in 5:55 kan lopen! Maar ik ga de hartslagzone in en doe maar wat me lukt met de benen. Het tempo ligt duidelijk hoger, de hartslag moet nog even mee. Het tempo verbaast me, is hoog. het wordt warm en ik heb dorst. Gelukkig heb ik zelf bij me.

Na de 2 kilometer jog ik en ik eet een gellie en drink een flesje leeg. Daar moet de rugzak voor af, maar dat is dan maar zo. Ik heb er 400m voor nodig en jog verder. Niet stoppen, tenzij het (ik) echt moet. 5km binnen een half uur geloof ik. Maar ik let er niet op. Ik versnel weer. Fietsers in de buurt. Ik kom bij de camping en de drukte. De fietsers zijn langzamer en zitten me op de rotonde nog een keer in de weg.

Ik keer keurig om op 7km. Stukje onverhard. Ik moet wat dieper voor het hogere tempo, maar dat lukt. Nu. Geen 42km lang. Ik eet/drink weer netjes in de ‘rust’,maar ik blijf rennen. En zo kom ik op 9km. Die tien gaan ook binnen een uur, maar dat zit in de laatste keer sneller lopen. Die zijn zwaar. Saai (wen er maar aan) en ik moet een beetje.

Het tempo is top met 2km onder de 11 minuten. Ik app met Vincent en maak wat foto’s ook. ik drink alleen maar in de laatste ‘rust’. Dan 2 km uitlopen op mijn eigen tempo. het is wel wat zwaarder, maar ik moet vooral niet aan drie keer zoveel denken … Ik moet steeds meer en app Vincent de wc vrij te houden. Dan word ik aangesproken op het bruggetje door mensen die iets zoeken vanuit hun auto, alsof ik iets zou weten hier 😳 Ik ben net klaar in de straat en wandel en knijp mijn billen bij elkaar. Het is flink veel en ik voel me eigenlijk beter dan vanmorgen! Ik eet chocolade en drink fristi. Mijn knie doet geen pijn!! Ik had de compressiesokken aan. Dit was een mooie test en ik zal blij zijn als ik dit tempo ook haal op een marathon, maar alles is goed. Mooie uitvoeringsscore, daar ben ik echt blij mee!!!!! Die ligt op 97%.

8 juli – Wandelen in een benauwde nieuwe omgeving voor de supermarkt en andere inkopen

Het wordt best wel snel warm eigenlijk! De grote flessen hadden we al gehaald op zaterdagavond, maar we komen ernstig mokken tekort (2 stuks) en theekoppen hebben ze helemaal niet. Maar de Kaufmarkt had alleen dure dingen. We moesten wel andere dingetjes hebben. De route was niet apart of mooi en het was wel warm en benauwd.

En ‘s middags zijn we weer naar het centrum gegaan, want we moesten die mokken hebben en rem-reiniger. De rem-reiniger was er wel bij een fietsenwinkel ver buiten het centrum. Niemand spreekt hier Engels, maar dit meisje wel een beetje. En toen bleek ze een Nederlandse te zijn! Het was voor haar meer schakelen dan voor ons! Maar de rem-reiniger was in de ‘baumarkt’ te verkrijgen, dus we zijn nog een stukje verder Senftenberg doorgelopen. Het was warm en niet echt leuk. Ik hou niet zo van dat benauwende en daar moet ik dan echt aan wennen. Ik heb vandaag bijna net zoveel stappen gezet als gisteren!

Het mannetje gaat van rood naar groen, meer is er in Senftenberg niet te doen!
Onthaasten.

9 juli – Een ‘eet-alle-glycogeen-op-uit-de-spieren-training” samen met Vincent die rustig moet lopen.

Midden op de dag. Het is al heet, we moeten nog lunchen. Het ideale moment voor een training?! Vast niet, maar dan kan ik vanmiddag lekker snoepen! Vincent moet 7km, ik 40 minuten. Dus ik moet hard en hij moet zacht. Zo staat het ook in onze respectievelijke schema’s. Eerst 20 minuten inlopen. Richting de haven, langs de camping, nog best veel schaduw. Tempo ligt goed en hoog en het gaat prima! We zien een eekhoorn.

Dan 5 minuten lang hard. “Een kilometer”, zegt Vincent. Voor mij is dat fors hard. Ik haal een mevrouw op de fiets in en we komen bij de haven. Ik haal het: 4:53 gemiddeld. Wow. 2 minuten dribbelen is welkom, maar dan alweer snel door naar 3 minuten harder. Nog harder? Er zijn hekjes en mensen en Vincent gaat voor me uit.

Ik zet flink aan en vind wel een soort van maximaal. Vincent maakt een foto en kan nog aanmoedigen ook: voor hem een makkie. Ik zweet me kapot en tel af. 4:43 gemiddeld. WOw. Even wat wandelen om bij de komen, een minuutje hooguit. Dan nog een keer 2 minuten. Of Vincent me op 4:30 wil hazen. Ik moet alle moeite doen om hem bij te benen, en daar zit ook de beperking: in de mijn benen. Die kunnen niet harder. Hartslag en ademhaling op orde, maar mijn benen kunnen gewoon niet meer dan dit. Ze doen geen pijn hoor, maar grotere passen of meer kracht hebben ze gewoon niet. Ook geen verzuring, maar gewoon maximaal. Ik tel af. Vicnent roept wel dat het 4:30 is, maar zijn horloge loopt op hem achter. Waarom schijnt de zon zo hard en is er als ik harder dan hard moet elke keer géén schaduw??! 4:33. WOW. Ik wandel nu echt omdat ik het nodig heb. En dan weer dribbelen en daarna 9 minuten uitlopen.

We halen de 7km in 40 minuten makkelijk. Ik moet weer eens naar de plee. Stomme darmen. 7km in 38nogwat minuten. Abnormaal. We lopen mijn 40 minuten ook vol en dan de 7,5 kilometer ook voor de deur, maar ik knijp intussen mijn billen flink bij elkaar en dat gaat ten koste van het tempo. Ik drink chocomelk en snoep veel, van de weeromstuit doen we geen lunch. Wel muffins maken. En verder doe je met 32 graden gewoon niks. Dat is namelijk veel te warm. Die gekke Garmin noemt mijn training “herstel”. Sinds wanneer is een VO2max-training herstel?! Die is bevangen door de hitte denk ik. Of 7,5 kilometer telt gewoon niet meer mee, dat kan ook hahaha. 😆

10 juli – Zwemmen in de Senftenberger See

We gingen rond het middaguur richting de Senftenberger See. Ik denk: dan hebben we het maar gehad. Het was warm en benauwd en toen we de straat uit liepen, hoorden we het rommelen. Rechtsomkeert. Vincent zei nog: het ziet wel donker daar. Weer ‘thuis’ volgde een enorme onweersbui. Even koelde het af, maar daarna weer op en toen deed ik het wetsuit vast aan en gingen we nog een keer proberen om te zwemmen. Het water was lekker. Vincent ontdekte vissen.

Het water was eerst helder, maar daarna donker. We gingen langs de gele boeien. Vincent zwemt wel harder dan ik, maar ik doe mijn best en zwem prima. We gaan naar het steigertje en van daar uit zie je iets anders verderop en daar gaan we dan heen. Ik stop telkens mijn horloge. We zwemmen naar de derde boei. Ik wil dat Vincent wat langere stukken zwemt, hij moet even in de ademhaling komen en doet wat kalmer aan. We mogen niet voorbij de boeien en zwemmen nog een keer 4 boeien verder en dan samen naar het bordje waar verboden op staat. Vincent heeft al veel meer gezwommen! We zwemmen in 1 ruk terug en Dat gaat me wel goed af. Ik heb geen haast toch? het water is lekker, ik voel me oke en ik zie Vincent (ver) voor me. Ik ga nog een keer de gele boeien langs, want Vincent staat al veilig aan de kant vissen te kijken en te filmen.

Dan nog is de 2000m bij mij niet vol en die maak ik wel vol natuurlijk! Stom op en neer langs de boeien en de andere zwemmers. het is drukker geworden. Ik deed mijn pak uit en toen ging ik met een boei en in badpak. Dan voel ik het water en temperatuur veel beter, maar ik merk dat ik veel minder sterk zwem! Ik kan het wel, maar mijn benen moeten iets meer doen en ik vind het ook wel gaaf. Nog een keer langs de boeien en naar de steiger en dan nog de 500m vol maken. Het gaat zeer veel langzamer!!

Vincent ging rennen, want die moest nog 10 kilometer en ik ging even op de fiets kijken of we de route morgen goed kunnen volgen met het computertje en met de bordjes. We kwamen elkaar natuurlijk tegen.

Ik fietste nog even door en kwam door het dorpje. So far, so good. Prima te volgen en goed te doen. Omkeren of de Senftenberger See rond? Het zag donker en donderde wat in de verte, dus toch maar omkeren.

En toen kreeg ik een appje van Rob dat het ‘echt droog zou blijven’. Het regende nog niet, maar dat kwam er duidelijk wel aan, want het werd donker en dreigend. Ik fietste heel hard door. Er kwamen ongeveer 100 Hele Grote hageldruppels naar beneden, maar het viel me mee. Zou ik het halen? Ik haalde Vincent bij en ik reed met hem mee en toen regende het.

Lastig, want ik heb deze setup morgen ook nodig! Maar Vincent ondersteunen die bij beginnend onweer in een uitkijktoren stond, was ook even nodig. Het had in Senftenberg veel harder gegoten en het viel gelukkig wel mee. Komt vast wel goed morgen. We nemen de tijd en halen Polen vast wel.

11 juli – Van Senftenberg naar Polen: 100 kilometer met Vincent fietsen

Het meeste (of eigenlijk bijna alles) heb ik bij me: 4 gevulde bidons en een rugzakje met accupacks en regenjasjes en heel veel fruit gellies en een portemonnee. Vincent heeft 1 bidon en veel gelletjes bij zich.

Ik moest alleen de route doen, want Vincents Garmin horloge kon dat niet aan. We gingen een route volgen die volgens Vincent uit een blauw etend pacmannetje bestond. Het ging goed qua route. Ik kon het prima aflezen op de fietscomputer. Het eerste stuk ging hard en gemakkelijk. Lekker hoge cadans, rust in het bos en nog bekend terrein ook. (ik was hier gister al) Afspraken maken over wie waar rijdt als we inhalen enzo. Soms heel eventjes een klein stukje verkeerd gereden, maar ook dat had ik snel door. Langs het kanaaltje.

Toch niet afsnijden en aan de andere kant om de See heen. Een fietssnelweg! Leeg, strak geasfalteerd en heerlijk te befietsen tussen bos en meer. Helemaal top!

We zagen niemand, op 2 bessenpukkende oudjes na. Wel weer even over het hardloopparkoers van zondag en het lijkt oneindig ver! Dan door een dorpje Welzow wat Abandonad Egineering in real life is! We keken onze ogen uit naar de vervallen gebouwen. Heel gaaf. We fietsen door een achterland en na 30km zitten we eindelijk op een weg waar ook auto’s ons kunnen inhalen. We komen bij de mijn en kijken uit over het enorme complex.

Ontzettend mega indrukwekkend. Het is echt enorm. Maar de route is opgeslokt door de mijnbouw, dus we moeten de weg er omheen volgen. Dat is met het fietscomputertje lastiger, want die wil je dan terug hebben naar de route waar je die verliet. We kijken nog een keer en zien een weg die voor auto’s afgesloten lijkt, maar voor fietsers niet. Dat klopt ook. We komen er aan de andere kant toch 2 auto’s op tegen! Soms is het urenlang doodstil en nu opeens zelfs 2 auto’s!

En dan even zoeken naar de route en hoe we die naar Spremberg moeten volgen. Ik verloor een bidon op het mega-hobbelige fietspad en toen moesten we er opeens af en was het onverhard en ik schakelde niet snel genoeg terug, dus ik moest lopend de berg op. Ik had even een dipje. Maar Vincent gelukkig niet!

Toen via prachtige bospaden naar “Spermaberg” zelf. Daar even zoeken, want zo’n stad is dan druk en onrustig en de route lastig te vinden. We hadden een korte irritatie en toen gingen we over een onverhard pad langs het water. Het pad was prachtig, maar niet zo geschikt voor onze fietsen en vermoeiend.

We kregen wat trek en hadden nog geen winkel gevonden. We keken bij een dorpje zonder naam en Vincent zocht de supermarkt op. Het donderde in de verte, maar dat zou volgens Rob net langs ons heen gaan.

Op en neer naar Irenes winkel. We kochten broodjes en cola met muntgeld. Toen konden we weer door met wat hernieuwde energie! Daarna een stuk saai en ook apart: velden, zonnebloemen, licht glooiend. We speelden wie-heb-ik-in-mijn-hoofd, maar Vincent wilde een blackbox doen. En dan het bos weer in. Prachtige lichtval, echt genieten. Soms stond er alleen maar een fietsbordje met een pijltje een kant op, maar intussen had ik het fietscomputertje door! Door dorpjes met duidelijk andere huizen.

Echt opvallend veel bos. We reden dan ook op de mooie routes. Er lag veel viezigheid op de weg en op sommige plekken leek het geregend te hebben. Nog een stopje voor een plas en wat eten. Bij een wolvenplek. Het is inmiddels 2 uur. We gaan langs het water en toch merk je dan iets moe-er te zijn. Net iets beter op moeten letten en uit moeten kijken. Het gaat allemaal prima, want het is nergens echt druk ofzo. We speelden blackbox en die van mij was te moeilijk. Ik lette op de omgeving en toch ook wat minder. Ik ga dan toch de kilometers aftellen. Best wat klimmetjes soms, niet hoog, maar het gaat wat omhoog en omlaag en dat merk je dan gelijk aan het tempo. En dan de rechte, drukke weg naar Bad Muskau. Niet de route meer, al was die rustiger geweest en verstandiger. En dan Polen.

We staan langs de rivier die de grens is en Duitsland is duidelijk met een grenspaal en er is zelfs een soort controle! Maar het is wel onrustig daar. Dan de brug over. VRE-SE-LIJK: kraampjes, drukte, gekriegel. Polen is een grote NEE. Geen vlag, geen bord, niks, alleen kraampjes en koopjesjagers. Bah. Door het park is beter. Op de rustige brug maken we foto’s.

Ik heb de 100km vol! Het rommelt in de verte. Dat komt wel dichterbij. Rob komt er aan en ik bel hem om wat af te spreken. We gaan naar de winkelparkeerplaats. Vincent maakt de 100km ook vol door (hard) op en neer te rijden in het Poolse park. Het gedonder wordt erger en we ontwaren een stuk of tien druppels. We zijn snel bij de parkeerplaats en nog geen 5 minuten later is Rob er ook. Moe van alle omwegen en het vreselijke weer onderweg. Overal om ons heen is het vreselijk noodweer, maar wij hebben niks gehad! Ik ben er niet heel erg moe of hongerig van. Wel wat, maar niet echt veel. Het ging gewoon lekker soepel! De bidons waren voldoende en de telefoons zijn ook niet leeg geraakt. Het gemiddelde was 24 km per uur en dat valt me mee. De cadans is net blijven steken. Maar dat is van ondergeschikt belang! We hebben veel plezier gehad samen. We rijden naar het huisje terug door enorme buien en via de snelweg. Na het douchen gaan we naar de McDonalds, dat heeft Vincent absoluut verdient!

12 juli: Fietsverkenning van het loopparcours en het laatste koppelloopje

Ik dacht: laten we maar op tijd gaan, want vanmiddag voorspellen ze slecht weer, vanaf 12 uur al. We gaan uiteraard niets hard! eerst door Senftenberg heen hobbelen. Vreselijk veel klinkertjes en dat soort ellende.

Dan bij het station langs. Het weer is goed, maar er staat een stevige wind. Ik voel ook nog de fietstocht van gisteren, gewoon iets minder energie aan alle kanten. De stukken van de tocht zijn best lang en vooral saai eigenlijk. Maar er zijn bosjes en ik ga me wel redden. Ik moet niks he. We kijken nog even bij het keerpunt voor de halve marathon. Ik ga nog 10 kilometer heen en 10 kilometer terug langs de andere See.

Ik doe maar weer een plas. Ik drink me vandaag echt ongans! Dan het stuk naar Grossraschen. We doen het niet al te logisch. Ik denk niet dat ik in heel Europa een saaiere halve marathon voor Vincent had kunnen uitzoeken! We komen bij de haven en daar zijn ze net begonnen. De man maakt een foto voor ons.

Wij fietsen verder en het is mooi, maar…. heuvelig!! Dat hadden we niet afgesproken… Het is ook op de fiets best een eindje. En hier en daar even echt klimmen. Er is een uitzichtspunt. Het zicht over de See is wel erg mooi.

En nu is het er weer doodstil. We komen weer bij het beginpunt uit en gaan weer door de stad. Nu pakken we de andere kant om de hobbels voor Vincents tijdritfiets te vermijden. Het is warm buiten en het waait dus. In de stad is het vooral druk en onrustig en krap en lastig. Ach, vandaag hoeft het tempo al helemaal niet!! We gaan nog rustiger dan gisteren 🙂

koppelloopje

Ik had een trisuit aan, dus ik kon ook echt gelijk door! Nog geen slecht weer in aantocht, maar het was wel warm. Echt warm. Vincent is al voor me uit weg. Ik ga gewoon hartstikke goed! Het tempo ligt hoog, het gaat best redelijk, maar het is erg warm en ik zweet me kapot en ik hoef natuurlijk niet hard of goed of moeilijk. Straks denken ze nog dat ik zo hard een marathon kan lopen! maar dan spelen er dus andere dingen: een rugzakje vol drinken en eten, darmen, drang en druk. Nu is het een kwartiertje en dan mag ik eten en rusten. Na 2km op tempo hou ik me in, al blijft het gewoon hard gaan. Ik maak de 3km vol en ben dan veel vocht kwijt geraakt. Ik drink het wel weer bij.

Nogmaals: dit tempo hou ik 3 of 5 kilometer vol na het fietsen, maar ab-so-luut geen 42! En zeker niet als het omhoog en omlaag gaat. Nu is het zaak op eten en vooral drinken te gaan letten. Ik voel me leeg en raar, dat al het trainingswerk gedaan is. Het zit er op voor de marathon. Meer kan ik niet doen. Dat voelt echt gek. Het voelt kaal. OP de een of andere manier wel genoeg, maar of ik het ook echt kan weet ik niet natuurlijk. Ik wil vooral niks kapot lopen, zoals ik gewoonlijk altijd wil. We halen in de namiddag de startnummers. Ik merk dat ik een beetje in mezelf keer. Maar ik heb wel zoiets van: ik heb vakantie! Al gaat huishouden met een wasmachine en eenvoud huis wat schoon moet blijven en zelf koken nooit helemaal op. Ik slaap prima en na een drukkend hete ochtend volgde een flink onweersgebied. Het trok aan ons voorbij, maar het regent wel en het koelt af. Gelukkig dat we even niet meer hoeven te sporten! Kunnen we letterlijk en figuurlijk nog even afkoelen.

Over het waarom we hier in het Lauszitser Seenland zijn en waarom we juist hier een (halve) marathon gaan lopen, heb ik een aparte blog geschreven.

13 juli is een rustdag. Veel drinken. En een stukje wandelen ofzo.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2024 – Warum: De Lausitzer Seenland Marathon

Tja, hoe komt het zo dat we hier verzeild zijn geraakt in het Lausitzer Seenland in Duitsland tussen Berlijn en Dresden in en dat ik zondag 14 juli een marathon ga lopen? Dat behoeft wellicht enige uitleg…

Het was ergens half maart toen Vincent van zijn trainer de opdracht kreeg om half juli ergens een snelle en vlakke halve marathon te lopen. Hij had net in Spa met veel hoogtemeters zijn eerste halve marathon gelopen in ruim anderhalf uur en voor de halve triatlon moest hij nog maar een keer laten zien wat hij kon. Ik ging op zoek en vond een halve marathon én een marathon in Friesland op 13 juli. Ideaal. Het eerste wat Rob zei: “dan gaan we daar met vakantie naar toe! Ik zoek een groot huis en jullie kunnen daar lopen en fietsen en zwemmen!” Hoe geweldig tof en onbetaalbaar is dat?! Ik zag het al zitten: een namiddag marathon waarbij je met de bus naar de start gaat en terugloopt. Rob zei: “je kan de Afsluitdijk af fietsen en kijk eens naar dit huisje, dat ligt aan het water.” Maar ik wilde het eerst aan mijn trainster voorleggen, want een marathon midden in het seizoen… Dat moet wel passen. Annemarie keek mee en een paar dagen later kwam ze met de ontluisterende mededeling: ‘die marathon wordt volgens mij afgelast.’ En ze had -helaas-pindakaas- gelijk! Toen begon een grote zoektocht naar een andere vlakke halve marathon in Europa, liefst met een marathon erbij. In Nederland is er in deze periode helemaal niks meer in verband met de vakantie-periode. Ik had net een nieuwe baan, dus het aantal vakantiedagen was beperkt tot 2 weken en in die tijd kan je niet naar Finland rijden. In de Duitse Alpen is ook een loopcombinatie mogelijk, maar de hoogtemeters rijzen daar de pan uit. In Frankrijk dan? Ook dat is niet vlak of juist een trail. En toen vond ik Lausitzer Seenland 100. Een multisportsevenement in het weekend van 13 en 14 juli met fietsen en hardlopen en longboarden en wandelen en allemaal op zijn Duits: met ontbijt en vrolijk opgemaakt in jaren-70 stijl.

Rob zegt: “wat maakt het uit, ik zoek een leuk vakantiehuis en we rijden naar het Lausitzer Seenland met de fietsen achterop.” En zo ging het dus. Het is niet grootschalig, niet extreem duur om mee te doen. We vinden een huis via AirBnB in het nabijgelegen Senftenberg. Als trainingslocatie is het ideaal: dit oude mijnbouwgebied wordt ingericht als (water)sportlocatie. De oude mijnen zijn omgeturnd in meren. Er zijn hypermoderne fietspaden aangelegd. Als je traint voor een halve triatlon, dan is dit een prachtig gebied!

Het Lausitzer Seenland ligt tussen Berlijn en Dresden. Het kan er natuurlijk wel heel warm worden. Het ligt op een plateau. Er is veel bruinkool afgegraven. Of er echt veel te doen is, valt te bezien, maar als liefhebbers van het programma Abandoned Egineering zal het voormalige Oost-Duitsland wel in een behoefte voorzien.

Voor sommige mensen is het niet interessant, zo’n (halve) marathon als deze op een onbekende plek. Runners World is op zoek naar mensen die écht op vakantie gaan voor een loopwedstrijd, maar daar horen wij niet bij. Ze laten nooit meer iets van zich horen op mijn reactie. En toch voel ik het als een mooie ervaring. Ik vind het bijzonder en waardeer enorm dat Rob dit voor ons doet! Voor mij lijkt het juist een ideale marathon: kleinschalig, niet idioot veel prikkels, toegankelijk en origineel. Voor mensen als Dennis, Gaby of Irene ben ik een softie die ‘slechts’ 1 marathon per jaar loopt over het asfalt en dan in een tijd waar zij niet eens voor opstaan en op een plek waar zij hun goedgevulde portemonnee niet voor open maken. Maar daar tegenover staan wel een dozijn Joyces die best zouden willen ruilen met mijn tijd, zo’n honderd Wendy’s die nooit een marathon zullen hardlopen en duizend Kevins die onderuitgezakt op de bank blijven zitten.
Er zijn veel mensen die zullen denken: dat doet die Anke ook maar weer eventjes, en zelfs Vincent heeft dat idee. MAAR ZO IS HET NIET. Ook ik train er hard voor en ben van tevoren erg zenuwachtig. Ik besef dat alles moet kloppen op die ene dag dat je dan gaat hardlopen. Een marathon is een kwestie van 27 kilometer inlopen, 10 kilometer afzien en 5 kilometer uitlopen. Ik schreeuw het niet van de daken op Instagram of op Strava. Ik vind het ontzettend dapper van mezelf dat ik een dag van tevoren aankondig dat ik een marathon ga lopen. Er is eigenlijk toch niemand die weet hoe of waarom ik dat doe; de meeste mensen zijn bezig met zichzelf en hun eigen geweldige prestaties.

Ik ga de zevende marathon lopen in mijn leven. De eerste marathon liep ik in Spijkenisse in 2013, toen ik nog geen 5 jaar aan hardlopen deed en het me (door de afgelasting van de marathon, niet door mijn schuld) niet lukte om voor mijn 40ste de koningsafstand te lopen. Ik deed er 4 uur en 47 minuten over en het koste me daarna vele uren om te bedenken dat ik zo uitgeput was omdat ik na 25km niet meer had bijgegeten. De tweede marathon liep ik in 2015. Ik trainde toen enkel op het hardlopen en in Eindhoven zette ik mijn PR neer op 4 uur en 5 minuten. Ik was toen 10 jaar jonger en heel goed getraind! Daarna werd de marathon een onderdeel van de hele triatlon. De dynamiek is dan totaal anders. De losse marathontijd telt een stuk minder mee. In 2019 deed ik in de Frysman 5 en een half uur over de marathon. Ik hield zelfs geen cola binnen en was die dag al uitgeput door het zwemmen en het fietsen. De totaaltijd telde. In de marathon die onderdeel was van de Ironman in Hamburg in 2022 had ik ook zo’n 5 en een half uur nodig. Ook daar was de voeding het breekpunt. Toch is dat de marathon waar ik het meest trots op ben, omdat het een mentale overwinning was. In december van 2022 deed ik opnieuw de marathon in Spijkenisse, net als in 2013. Ik had er 4 en een half uur voor nodig. Vorig jaar probeerde ik de marathon in de Hardman triatlon te wandelen. Ik had een blessure die hardlopen voor enige maanden onmogelijk had gemaakt. Uiteindelijk moest ik na 29 kilometer opgeven omdat ik (vanwege kou) niet meer verder kon. Daar deed ik 5 uur over.
Ik schat nu zo in dat ik tussen de 4 uur en een kwartier en 4 en een half uur nodig ga hebben om de marathon te voltooien morgen. Het ziet er uit dat ik harder kan lopen dan ooit, maar ik reken op extra tijd die ik nodig heb om bij te tanken en de bosjes in te gaan. Ik ga niet voor een PR, al zit de sub 4 uur altijd in het hoofd. Dan hoor je bij de ‘snelle vrouwen’. Ik reken me totaal niet rijk.

En zo werd een marathon tussen het triatlonprogramma in gepland. Naast het trainen voor een halve triatlon in Zeewolde, moesten er ook lange duurlopen gepland. Mijn nieuwe werk gaat hartstikke goed en ik blijf blessurevrij! Uiteraard telt de leeftijd mee, maar fysiek ben ik in orde. Door het afvallen gaat het hardlopen ook steeds beter. Het is wel even slikken als ik zie dat juni helemaal vol zit met wedstrijden en er komt natuurlijk heel veel stress kijken bij de eindexamens. Ik doorsta het. Ik pas alle trainingen in elkaar. Annemarie van Train3Sports zal wel eens gedacht hebben: hoe nu weer…… Ik heb het in elk geval meer dan eens door mijn hoofd laten schieten. Het slechte weer, maar ook de warmte benut ik om te trainen.
Ik vind een losse marathon moeilijk en zwaarder dan een halve triatlon. Een marathon is voor mij onberekenbaar. Ik zit met de voeding en vooral met mijn darmwerking. Ik mail met de organisatie en hoor dat er vanwege de natuurgebieden waar we doorheen lopen, geen Dixies zullen zijn onderweg. Daar maak ik me zorgen over. Ik moet veel fruit gellies eten en veel drinken onderweg. Gelukkig zijn er erg veel posten, zowat elke 4 kilometer. Ik heb alle tijd: de cut off tijd is 6 uur. Ik moet wel al om 7 uur ‘s morgens starten en daar hou ik niet zo van, dat vind ik wel erg vroeg. Voordeel: zondagmiddag ben ik zeer zeker klaar! Aan de andere kant: het blijft een marathon en de eerste 25-30 kilometer gaan nog wel, maar daarna begint het pas echt. En ik ken hele sterke en goede triatleten die kunnen bevestigen dat een losse marathon moeilijker is dan die in een hele triatlon! En daar maak ik me wel wat zorgen over; dat ik mezelf daar zo midden in het seizoen, in het onbekende en warme buitenland wél toe in staat acht. Die arrogantie bezit ik niet.

Het voordeel van een marathon: als dit niet lukt, zijn er meer mogelijkheden aan het einde van het seizoen. Maar ik ga er van uit dat het hoe dan ook lukt en dat ik een medaille mee kan nemen naar de snackbar in Almere voor een hamburger! Ze hebben mij een hamburger beloofd als ik een hele marathon loop. Senftenberg heeft ook een McDonalds.

Nu zijn we in het Lausitzer Seenland en de trainingsmogelijkheden zijn uitstekend, maar verder is de vakantie vooral lekker rustig. Goed wennen aan de warmte. Veel fietsen. Vincent en ik hebben de route verkend en er zijn genoeg bosjes voor mij. 🙂 Er zijn ook meer hoogteverschillen als we in Friesland hadden gehad. En het is oersaai. Strak asfalt, heen en terug en ik verwacht weinig publiek. 10 kilometer heen langs het meer en diezelfde 10 kilometer weer terug. Dat je de hele tijd kan zien hoe ver je achter ligt en op wie je voor ligt. 1 Brugje, 1 tunneltje, maar bovenal: 1 finish. En daarna hebben we nog een hele week vakantie!

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2024-16

27 juni – Intergevallig met hitte en Vincent samen.

Repeat: beste mensen: ik hou niet van de hitte. Geen tropische zon voor mij. Teveel zweten, niet op te kleden, niet aan te ontkomen. En het water warmt te snel op! Ik droomde vannacht dat ik een wedstrijd uit moest per vergissing omdat de rondjes op waren en ik werd wakker in paniek. En dacht: ik doe overmorgen een halve triatlon! Toen was de paniek echt en terecht. Ik heb niet genoeg gellies! Ik ben niet getraind voor die afstand (Annemarie ontkent) en de tijdritfiets is daar (óók) niet klaar voor!! Ik haal diep adem en ga eerst deze werkdag doorkomen. Ik ben overigens gezonder als ik in weken ben geweest. Geen pijntjes ofzo. Werken is ook al wat: mensen bellen, tickets genoeg. En in mijn hoofd zeurt: de halleve… Annemarie helpt me op weg dat me dit best lukt (ik kan zelfs op halve voeding uiteraard). Om 5 uur ontdek ik dat het water te warm is voor een wetsuit! 2km door plantjes ploeteren zonder ondersteuning! Het is 27 graden buiten en ik hou niet van warmte. Ik ga lopen met Vincent. Hij moet meer doen (12km) en wil met bidon zeulen. Ik stel dan maar hét vierkommatwee rondje voor. Ik moet eerst 30minuten kalm. Met de warmte en het paniekerige gevoel is dat dus echt rustig.

Is niet easy voor Vincent, sloffen lijkt makkelijk, maar eigen tempo is makkelijker. In km 3/4 door het bos stikt hij bijna echt door de vliegjes. Ik hark gewoon op 6:05 de kms door. Langs huis begint mijn interval: 4 keer 3 minuten rond 5:30. De eerste keer in de straat gaat nog niet best en net niet goed. Dan 2 minuten rust. Vincent gaat mee, voor hem is het allemaal ‘rustig an’. De tweede tel ik en gaan al beter. Loopt ie zo weg voor een foto.

De derde vind ik lastig, maar het tempo zit erin. Wandelmomentje en dan verhard blijven lopen. De vierde is echt doorzetten en aftellen, maar die gaat ook wat te hard. Het loopt oke, maar niet vanzelf. Ik doe een rondje om het park alleen om de training met 10 minuten uitlopen af te maken. Uitdruppelen! Toch viel het mee. Zonder zon. Zonder zorgen. Lets go

28 juni – Slecht slapen is slecht voor je en het helpt ook niet aan een goede koppeltraining

Vannacht heb ik een paar uur kunnen slapen op de bank, Rob lag zo te snurken. Dus alles doet pijn en met een halve nacht slapen voelt het niet goed. Ik wilde best, maar niks kon. Geen repen bij de Decathlon, geen voeding. Ik krijg niet genoeg eten naar binnen. Ik moest een uur fietsen en Vincent langer. Het ging ongelooflijk moeizaam. Ook op de tijdritfiets. Kreeg gewoon de benen niet rond en kwam de bochten niet door. Druk in de stad. Heb er geen vertrouwen in voor morgen. Ik ga vast finishen, maar een keer laatste worden is mij ook prima. Gelukkig weet ik dat ik kan zonder voeding haha.

en dan een kort koppelloopje. Ik heb toch een trisuit aan. Een rode. Het ging moeizaam. De eerste kilometer hard en daar moet ik diep voor graven. De tijd zit dan op 5:20 of zo. Daar heb ik wel eens gemakkelijker aan gekomen. Daarna 1,5km rustiger en dat ging nog wel.

Ik besluit niet meer te gaan zwemmen. Even een dutje doen. We zien wel morgen.

29 juni – De halve Triatlon in Zeewolde.

Weer een wedstrijd, dus weer apart beschreven! En wel HIER

En wat doe je dan in de avond? Dan ga je ook nog zwemmen in het zwembad, omdat Vincent gaat en omdat hij degene is die auto rijdt. Kan ik dus gewoon. Vincent reed en dat ging ook. Goed voor hem. Ik had nog een keer een grote boodschap thuis en me even afgespoeld en opgeruimd. Unstoppable. Zolang het kan, doe ik het maar. Ooit zal de adrenaline wel op zijn. Baan 2. Achtje. I vroeg meteen naar de wedstrijd en vond het wel stoer en apart. Ik eigenlijk ook. het is een soort van: we zien wel. 100m inzwemmen. Ik baal ENORM dat Garmin de triatlon niet heeft opgepakt. Zo kut. 400m zone 1. Ik doe maar wat. Ik vind het rustig. Dan 2x100m sneller en dat vind ik wel zwaar. Ik ga voorop natuurlijk. Weer 400m. Ik tel ze wel af. Ik krijg trek. Daarna 4x50m. Nu wordt het een beetje honger zelfs. Ongemakkelijk.

Ik krijg ook krampjes hier en daar en ik krijg het koud. Ik zwem in baan 1 100m uit en dan doe ik ook nog 100m ZONDER achtje. Omdat ik knettergek ben. Dat moet het wel zijn! Die gaan ook niet (meer) zo snel. Ik ga er eerder uit. Ben een onderbroek vergeten en de reservespullen waren natuurlijk allemaal gesneuveld. Door voor veel papat en een dikke hamburger!

IK HEB GEWOON DE HALVE TRIATLON BINNEN GEHENGELD. WAAR DAT OOIT M E G A WAS, VANDAAG GEWOON GEDAAN. MET TE WEINIG SLAPEN (2 nachten (ver) onder de 7 uur) EN MET WEINIG VOEDING (al viel dat wel mee achteraf) EN VOOR DE DERDE WEEK OP RIJ. IN DE FREAKIN’ HITTE.
OERSTERK

30 juni – uitfietsen

Ik ben toch moe en het is niet mijn dag, in niks niet. Moet nog teveel opruimen, poetsen, bijhouden en verwerken. Mijn knie doet pijn bij het opstaan. Een typsich gevalletje ‘overbelasting’, maar daar lig ik niet wakker van. Het kan ook een combi zijn tussen de vervroegde tijd van de maand en zenuwen en alles. Rob gaat op reis en ik ga fietsen op de racefiets. Nou ja, racen. Sloom is prima! Ik ben ook gewoon best moe. Ik moet nog schoenen zoeken (die van gister staan te drogen 😇) en sleutels pakken. En ik vergeet op windfinder te kijken. Dat is dom. Ik begin met veel wind tegen langs de oostvaardersplassen. En op de dijk ook. Er zit weinig kracht in. niet niks, maar ook weinig animo. Muziek hard aan.

Ik maak een foto en dan kan ik het toestel lastig terug stoppen. Ik merk dat mijn voorrem het niet doet!! Ik stuur het gras in en dat remt prima af en het is veilig, maar voor remgrage Anke een moeilijk idee. De achterrem is nog prima. Ik ga met wind mee naar huis, maar qua tempo en cadans en gevoel is het niet zoveel. Als ik afstap, is mijn knie echter blij en losgemaakt. Ik heb 15km volgemaakt en de hele maand juni elke dag iets gedaan van minstens 30 minuten. Gezondheid is een rijkdom. Ondergewaardeerde rijkdom.

Met papa en mama samen ga ik nog wandelen in het Pampushout en daarna gaan we heerlijk uit eten en maak ik alle punten op die ik met een halve triatlon heb verdiend!

De maand juni:
Een mooie 183 kilometer gelopen (oei, dat is best veel! Hoe kan dat nou?!)
Een aardige 626 kilometer gefietst. (gemiddelde snelheid een sneue 26,6)
Netjes 16 kilometer (!!) gezwommen
4 uur en 42 minuten van die stomme krachttraining en
bijna 20 kilometertjes gewandeld.
En dat voor een maand waarin het bittere ellende was. Waarin een havo-diploma (nog) niet gelukt is. Een maand vol spanning en wedstrijden. Maar ook met 2 bekers! En een hoop liefde.
Blij dat de maand om is. Slechter kan het niet worden. Juli moet beter! Ook zonder tig wedstrijden daarin.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2024-16b Zeewolde Endurance Middle Distance

De Halve Triatlon met eigen afstanden in Zeewolde. – 2000m zwemmen – 80 kilometer fietsen – 20 kilometer hardlopen.

Vooraf niet zenuwachtig. Ik weet wat er mis is en mis zal gaan: voeding gaat geen voldoende opleveren. Ik heb net-aan genoeg gelletjes, niet lang genoeg over de voeding nagedacht. Ben ik daar al ooit aan doodgegaan? Is nog niet gelukt en al vaak geprobeerd. Nou, dan zal het nu ook niet gebeuren. Ik ontbijt dus redelijk rustig, al is het weer vroeg dag. Ik wil om half 8 weg. Rob gaat mee, Vincent komt op de fiets naar de Biezenburcht op de Knardijk. Ik drink alvast een bidon leeg. Alle spullen liggen klaar, ook het wetsuit. De temperatuur is te hoog voor een wetsuit, maar ik hoop ontzettend dat het gezakt is! Ik zwem beter en liever met wetsuit. We parkeren de auto en eventjes ben ik dan toch overdonderd door al die enorme fietsen en geweldige mensen. Maar ik hoef vandaag alleen maar te finishen, de snelste ga ik hier niet worden, dat is zeker! Ze doen alleen de snelste 3 vrouwen en ik weet al dat ik daar niet bij hoor. Daar kom ik met mijn leeftijd niet aan. k ga mijn nummer halen en zie dan dat ik met wetsuit mag! Mijn dag is meteen weer goed. Wat ontzettend fijn. Een no-brainer: ik ga met wetsuit. Period. Als we aankomen zie ik meteen Annemarie en ik zie in de wisselzone ‘collega’s’ van de triatlonvereniging. Ik weet wat ons hier bindt… Maar zij niet. Ik sta met mijn fiets op de ideale plek, dicht bij de fietsin- en uitgang. Tussen W en TR in. Makkelijk te vinden, zeer ruim en weinig geren met de fiets.

Ik vergeet totaal om zenuwachtig te zijn. Geen buikpijn, geen stress: dit ga ik gewoon maar doen. Ik spreek nog iemand die de sprint gaat doen (WS) die ik lang niet heb gezien en ik hijs me in het pak. Naast het water tref ik een Eindhovense die duidelijk zenuwachtiger is dan ik. Ik praat met haar en ben bijna verbijsterd hoe rustigjes ik zelf ben. Het water in met een setje dames. De mannen zijn al 5 minuten voor ons vertrokken.

Ik test even het nieuwe brilletje en het pak zit goed. En hoppa: gaan. Zwemmen is in 1 woord: HEERLIJK! Ik genoot van het nieuwe brilletje waarmee ik prima navigeer, maak gewoon simpelweg slag na slag. Ik adem 1 op 4 en voel me helemaal prima. Ja, er zijn plantjes, maar mij storen ze totaal niet. Het is wel even kijken hoe ik zwemmen moet, maar de boeien zijn herkenbaar en de paar roze badmutsjes ook. Ik doe mijn ding. Vind mijn plek en de ruimte.

Het is wel grappig met zoveel haven om me heen. Oranje boei. Ik heb sterk het idee dat er wat dames afsnijden, want ik ga strak door naar de gele boei en dat moet ook echt. Als ik me zorgen begin te maken of het horloge wel aan staat, zijn we al op 500 meter. De temperatuur is prima en er zijn werkelijk nul golven, niks. De gele boei om. Dan moet ik even kijken en in de verte is een oranje boei. Ik zie ook al witte badmutjes en haal er ook een paar in! Dat zijn gewoon mannen he…. Ik ga strak en gestaag naar de oranje boei en er wordt gefloten voor andere dames. Ik ben niet de laatste. Ik kijk naar de bootjes en daarna naar de huizen. De oranje boei snel om en dan naar de volgende. Het is heerlijk rustig met veel ruimte en leuk om te kijken. Dan naar weer een boei en ik kom bij het bruggetje.

Ik zie Rob staan en zwaai zelfs even naar hem. Het gaat echt super. Dat slootje is superleuk. Ook om vanaf het water het publiek te zien. En dan weer door voor de tweede ronde. Ik vind het niet erg. Ik ben niet moe, niet misselijk, voel me uitstekend. Een vrouw haalt me in. Wonderlijk. Ik probeer even in haar benen te hangen, maar ze gaat te snel. Ik heb gewoon geen zin om me over de kop te zwemmen. Ik haal nog meer mannen in. 1 Heeft het moeilijk, maar hij zwemt weer door gelukkig. Ik ga om de boei heen en geniet nog een keer van het luxe bootje en de man die daar in de kano zit te zitten. Ik zwem strak en steady verder. Nu neem ik soms wat plantjes mee. Ik ben echt blij hoe dit gaat en hoe leuk ik dit vind! Ik zie Rob weer en steek een duimpje op.

Nog een keer door het kanaaltje en dan voorbereiden op de het afscheid nemen van dit heerlijke zwemtochtje. Water happen, plasje doen, nog een keer ademhalen voor ik de trap op ga. Ik ben achtste vrouw, zeggen ze. Boeie. Ik kijk ook niet naar de tijd en ga niet rennen ofzo. (tijd valt achteraf ietsje tegen, toch maar 1900m gezwommen volgens Garmin) Ik wankel ook niet.


T1; kalm aan. Hardop praten. Geen stress. Ik doe wat ik moet doen, neem wat te eten en drink het warme water. Vergeten dat die zwarte bidons zo warm worden in de zon. Jakkiebah. Ik zie H, die heeft langzaam gezwommen. En dan de wissel uit en eventjes lopen en rustig opstappen.

Ik wist het al met 5km: geen fietsbenen. Ik ben net de stad uit en over de rotonde en op het fietspad. Lig niet lekker, geen gemakje. So be it. Moet je het mee doen. Al is 80km dan lang, maar goed: 4 rondes. En die rondes kan je aftellen. Ik moet het maar zien als een lange duurrit, zo zonder al te goeie kracht.

Al bij het ophaalbruggetje heb ik me erbij neergelegd. Ik probeer het nog wel op het fietspad, maar het is zo rustig!! Waar is iedereen?! Er zijn nog mensen van de sprint in hun tweede rondje ofzo. Er rijdt politie met zwaailichten langs; toch niet voor Vincent, paniek ik heel even. Dan ben ik al bij de Biezenburcht en daar staat Vincent. We gaan de weg op, dat is wel leuk!

H haalt me in en roept dat hij zijn horloge heeft moeten opduiken. (misschien zag ik hem worstelen?) Er zijn nog behoorlijk veel mannen die me inhalen. Maar absoluut geen drommen, geen drukte. En geen wind. Misschien voedt dat mijn verveling ook, er is nul strijd. Geen afleiding en weinig mensen om me heen eigenlijk. We gaan een andere weg op met een leuke bochtencombinatie. Nog even zie ik de snelle mannen voor me, maar ik voel “hét” niet vandaag. Ik drink water+gels. Ook warm, maar het is goed voor mij. Alles wat ik nu naar binnen werk, helpt me later vandaag. Over lange polderwegen met een grote weg ernaast. Het kan me niet bekoren, niet afleiden. Wat niet is, is er niet. Accepteren en doortrappen. Langs de EHBO en dan komen we elkaar nog even tegen op het keerpunt. Ik ben niet de laatste, maar het is wel een enorm niemandsland. Ik bekijk de post en eet een gellie en drink zelf. Dat dat betreft top. Dan de Knardijk weer op, over de steentjes en langs Vincent de weg op.

De weg zou leuk moeten zijn zonder wind, maar er is geen uitdaging. Niemand om in te halen, niets. ik doe mijn best en wil best boven de dertig blijven, maar de wilskracht ontbreekt. Dan door Zeewolde. Ondanks de vele bochten vind ik dat wel leuk. Ik moet alleen niet blijven liggen op de drempels. Alle 4 de drempels. Hier liepen we ooit toen Vincent wel kon rennen en ik ziek en/of geblesseerd was. Dan Zeewolde in en Rob roept me waar ik heen moet voor de volgende ronde.

In ronde 2 al met alfabetten begonnen: wat-hoort-bij-ons (A+R+V), wat vind ik echt leuk en waar wil ik heen verhuizen. Dan zitten er nog geen 30 kilometer op. Het leidt af. Je denkt niet aan andere dingen, alleen aan de letter waar je iets voor zoekt. Arteon- Badnews – Catan…… Zo erg was het: dat was nodig. Al vroeg in de race dus. Ik denk over de H als ik Vincent weer passeer.

Ik zie het vissertje en verder zie ik bijna niemand. Misschien heel in de verte eens een fietser. Gewoon een rondje polder door. Bij het keerpunt blijk ik niet de enige te zijn en dat weet ik ook wel, maar het is best saai. Als ik “ons” alfabet heb gehad ga ik maar door met wat ik écht leuk vindt. Het is bijna een noodgreep, want het is wel goed om te denken aan leuke dingen. Ik tel niet echt in kilometers, wel een beetje in rondes. De bidon is bijna leeg, dus dat gaat goed. Ik wissel om met water en dat gaat prima. Het stukje niet inhalen, Zeewolde door en ik ben al op de helft. In 1 uur en 20 minuten, dus 2,5 uur ga ik absoluut niet redden. Maar ik ga het wel halen en soms, op sommige dagen, is het gewoon niet meer of minder dan dat. Ronde 3 was heel stil. Ik heb het hele fietspad tot aan de ophaalbrug volkomen voor mezelf. Saai. Erg, erg saai. Het alfabet helpt nauwelijks genoeg. Dan is Vincent weg en de weg is ook leeg. Het past mij uitstekend, begrijp me goed, maar ik heb me nog nooit verveeld. En bij de V staat op de leuke-dingen-lijst absoluut niet Verveling. Vincent denk ik wel. Op de slingerweg langs de wildrooster heb ik goed geplast. Ik heb water zat en er is niemand die er last van kan hebben. Qua tempo zal het me allemaal wat. Daar ben ik helemaal niet meer bezig. Dit is het. Zo is het als je geen fietsdag hebt. Gelukkig zijn het geen 93 kilometer en slechts 80. Ik blijf wel positief hoor. Het zwemmen ging lekker en je kan niet alles maar mee hebben zitten als je elk weekend een triatlon doet. In Zeewolde word ik ingehaald door een vrouw! Dat geeft tenminste iets sjeu. hHet betekent twee dingen: ik ben niet meer alleen en al ben ik nu misschien de laatste, er is tenminste iemand anders nog! En laten we eerlijk zijn: de 60 kilometer zijn ook voorbij gegaan. Raar idee dat we deze afstand die ik nog moet fietsen, straks ook nog moeten lopen. Hopelijk heb ik wel betere loopbenen. En anders niet. Finishen is genoeg. Nu niet lek rijden.

In ronde 4 kreeg ik ineens de geest! Wist ik weer hoe ik moest liggen. Ik haal de andere dame in en kan het fietspad af. De laatste 15km lig ik weer goed op de fiets en op de weg en ik zie het water enzo. Nou, dat is helaas wat laat, maar ook dat zij zo. Hoewel het nu echt stil is, kijk ik goed. Volgens mij zie ik wel wagens of was dat in een eerdere ronde? Na het keerpunt zie ik de vrouw niet al te ver achter me zitten en zij kan zeker beter lopen. Ik plas nog en wissel nog een bidon en ik heb voldoende gegeten en gedronken. Al dat plassen geeft zo’n ontzettend vies gevoel. Ik spoel veel met water, maar het blijft onpraktisch. Op de weg gaat het weer wat minder easy. (misschien stak er wat wind op?) Met deze stilte en deze rust en leegte knal ik nog lekker door in het niet-inhalen stukje en ik bedankt de verkeersregelaars. Dan in Zeewolde vind ik het wel best. De vrouw mag me met al die bochten inhalen en ik ga me voorbereiden op lopen en ben blij dat het fietsen voorbij is. Ik heb het gehaald. Nee, fietsen was geen hoogtepunt.

T2: sokken aandoen, rust, drinken (jek, warm) en gaan lopen. Ik doe niks verkeerd, maar absoluut ook niets snel of overhaast. Gewoon de korte sokjes aan. Schoenen goed doen. En dan gaan rennen, de wisselzone uit.

He, dat gaat goed! Ik kom achter W te lopen en ik vind de drukte hier in schril contrast met het fietsen nu wel prettig. Acht rondjes, er lopen nog mensen van de OD (denk ik), dus veel mensen, maar genoeg ruimte. En je weet niet wie waar zit. Straks anders, maar nu ben ik blij om te rennen. Eerste km’s te hoog tempo onder de 5:20. Nergens voor nodig. Ik kijk goed rond. Veel publiek, veel mensen. Ook op het strand. Weinig tot geen schaduw. Rob en Vincent zitten naast de kant. Ook dit ga ik maar rondje voor rondje doen. Daar ben ik goed in.

Ik loop langs Fika, een restaurantje en dan langs de eerste post waar ik drink en een gellie neem en ik pak ook sponzen mee. Gek genoeg valt de warmte me mee. Waar trainen al niet goed voor is… Maar geen Dixie. Ik zie Annemarie en met haar luide gymjuffenstem roept ze iedereen toe. Ik zit pas in ronde 1 en ben nog blij. Sowieso eigenlijk wel.

H haalt me in. Hij ligt eigenlijk maar 1 ronde voor. Ook bij de andere post geen Dixie. Ik voel dat ik die wel nodig ga hebben. Ik laat W iets uitlopen. Het is hartstikke zonnig op het fietspad. Na de eerste ronde snap ik ook het keerpunt. Rondje 2. Sponzen, water, gellie, bochten, andere mensen. Ik loop met een vrouw die het zwaar heeft op de kwart. Ik heb het niet zwaar. Maar ik moet en er zijn geen bosjes. Niet. Wel een strand WC. Ik roep naar Vincent dat hij naar de FIKA moet gaan om de WC vrij te houden. 5 Kilometer doet ik met gemak in een half uur. Het tempo ligt gewoon hoog. Al voelt het wel als rustig en kalm en beheersbaar.

Dan moet ik behoorlijk. Op km6 bij FIKA ren ik naar binnen en de WCs zijn vrij. Gewoon een dikke drol. Ik eet netjes een gellie, drink en spoel mijn handen. Het trisuit kan weer aan. Ik zie Annemarie weer en vertel haar welke oplossing ik heb genomen. Ik heb een lekker loopritme, zegt ze me. Dat is belangrijk. Geen moeite. Ik kan ook met saaie rondjes omgaan. Gewoon tellen tot de helft en dan aftellen. Dit is al ronde 3. Ik pak zo het ritme weer op. Ik pak elke keer sponzen aan.

Als ik ronde 4 in ga, heb ik met gemak 10 kilometer in 58 minuten gelopen. Inclusief dixiestop van circa 2 minuten. Acceptabel….. En weer door! Nu komen de moeilijkere rondjes. Al is 5 ook nog prima. Ik hou het tempo van 5:30 redelijk vast zonder idioot veel moeite. Ik koel goed, ik blijf eten. Uit deze ronde heb ik minder herinneringen. Al valt het me nu voor het eerst op dat het omhoog loopt als je de laatste bochten aan het einde hebt gehad. Ik vind het strand grappig: al die zomerse mensen die zitten al te warm vinden.

Mannen die moeten plassen. Rondje 5 is wat saai. AC en BT moedigen me aan. Bij het keerpunt zegt iemand die mij intussen voor de zoveelste keer ziet: Dat is ook gewoon nog steeds hardlopen in een prima tempo. Ik heb het ook niet moeilijk. Dat is wel verwonderlijk. Het lopen beheers ik blijkbaar! De omroeper zegt dat ik de volgende ronde in ga, maar Genesen zegt hij niet goed. Het werd wel steeds leger, maar dat kan ik ook. Rondje 6 was het moeilijkst, dacht ik. De omroeper zegt mijn naam verkeerd en ik roep naar Vincent dat hij dat echt moet rechtzetten straks. Ze zijn ergens anders gaan staan.

Nog een keer naar de WC. Accepteren. Het trisuit gaat iets moeilijker aan, maar mijn darmen zijn nu echt leeg en ik heb toch weer een fruit gellie op. Ik drink elke keer water. En pak daarna het looptempo en het loopritme weer op. Dat is natuurlijk best heel erg sterk! Rondje 6 duurt wat langer, maar ook de 15 kilometer loop ik binnen anderhalf uur. Inclusief 2 stops! Dan moet je nog 5 kilometer, wat beter klinkt dan “nog twee ronden”. Ik was vergeten dat rondje 7 naar de vreselijke 10 engelse mijl loopt en nog stiller is. Nu is de rust prima, maar het heeft ook iets saais, waardoor wandelen aantrekkelijker wordt. Niemand die het ziet… Ik zie Annemarie nog even die naar huis fietst en vertel haar dat ik nog een rondje moet hierna.

Uiteindelijk gestopt met eten erin proppen en mijn buik klotste ook van het water. Wel sponzen en koelen. De stilte is niet erg, dat kan ik wel handelen. Ik haal het absoluut niet meer binnen de 5 uur. Even jammer. Iemand van Proschema loopt mee met een deelneemster, maar ik heb dat niet nodig. Ik heb het niet meer vanzelf, maar het is behapbaar. Als ik maar blijf koelen. Nog 1 keer keren. Ik heb een medaille gezien, dus ik doe het niet voor niks en dat stemt me gerust.

Rondje 8 was het moeilijkste: weinig mensen meer en wat er nog loopt, ploetert. Ik bedank de vrijwilligers en sla de posten over met drinken. Dat ik nu minder voeding heb, merk ik een beetje. De wil is ook minder. Ik wandel soms een paar lantaarnpalen. Wat maakt het uit?! Maar ik ren dan liever en ga langer door en kan dat ook. Ik wist dat ik het zou gaan halen en ook binnen de 6 uur. Vond ik prima en de rest boeide me niet echt. 3 wedstrijden in 3 weken is heel wat voor mij! Ik geef de sponzen af en loop heel blij naar de finish. Het zit er op. Ik ga juichend de finish over en hij zegt mijn naam goed!

Hier met die medaille. Er kan een dik vinkje bij de halve triatlon. Uiteindelijk 5:22:22 en meteen weer helemaal bij. Niet hongerig of erg moe of kapot. Heel raar.

Weer wat rondgekletst (er zijn wel lieve mensen) en spullen gepakt. Dat was ‘m dan. Het is zo raar dat het allemaal ‘niks’ voorstelt. Vijfde van de 35+ vrouwen (7) en in totaal negende van de 16 vrouwen. Uiteraard een dik PR en eindelijk onder de 6 uur, maar wat wil je met 13km minder fietsen. Wat fijn is op de niet-beste-fietsbenendag. De wisselzone is ook veel korter. En het is minder druk, mentaal en qua mensen. Het hardlopen is veelbelovend, maar ontbrekende dixies baren me zorgen. Ik had de halve marathon rond de 2 uur kunnen lopen. Dat is met de hitte een heel fijn idee.

Op voor de hamburger en alles opruimen. Ik kan maar niet beslissen of ik echt trots ben of het weird is om “zomaar” een halve triatlon te doen, terwijl dat een paar jaar geleden nog een enorm ding was.

Categories: Wedstrijd | Tags: | Leave a comment

2024-15

16 juni – Een lange duurrit met 2 snotneuzen

Vanmorgen opgestaan met verkoudheid. Verder werkelijk nergens last van. Al is niezen en snotteren ook vermoeiend. En ik voel een zonnetje in mijn gezicht! Rustig aan maar. Blog afmaken, wasje draaien en s middags op de bank zitten en een dutje doen. Ik snoep veel teveel en ik voel me gewoon niet 100% fit. Terwijl alle andere geweldenaren de Almere City Run sneller dan snel doen, kom ik bij. Ik ben niet ziek ofzo, maar ook niet topfit. ‘s Avonds ga ik met Vincent fietsen. Het is dan eindelijk droog. Samen met Vincent was echt supergezellig!! Spelletjes gedaan en dan viel het wel mee. Ik weet dat 3,5 uur zoals mijn schema zegt niet haalbaar is. We gaan pas tegen 7 uur en zelfs op deze ‘zomer’avond is het niet zo lang licht. We doen rondjeS Oostvaardersplassen. Als het niet lukt, kunnen we na 1 stoppen. Kalmpjes aan. Mijn benen trappen wel hoor, maar echt energie hebben ze niet over. Op de dijk wind mee is makkelijk.

We gaan “wie heb ik in mijn hoofd” spelen. Dikke pret! De kilometers vliegen voorbij. We stoppen voor een plasje. Wind tegen valt wel mee.

Bij het centrum nog een plas-eetmomentje. We doen nog een rondje, maar dan met blackbox. Ik neem aardrijkskunde en Vincent denkt er (gelukkig?) helemaal niet aan! Fotootje bij de paarden.

De zon is wel fijn en mooi. Mijn superbril maakt het allemaal nog flitsender! Vincent is met twee rondjes klaar. Ik ga nog op en neer naar de dijk en naar de parkeerplaats. Het wordt koud als de zon lager zakt. Ik maak 80km vol en net geen 3 uur.

Het is een wonder, de week is voorbij. Het is uitgelopen op een grote teleurstelling met een paar lichtpuntjes. En 13 uur sport, waarvan 12:20 uur triatlonnen. Weet je; die anderen doen vandaag in het grote licht hun best en lopen harder dan ze kunnen, maar ik weet niet of die morgen ook zo pijnvrij opstaan als ik en ondanks alles toch weer gaan fietsen. Want dat doe ik wel!!!! En dan niet een beetje uitfietsen, maar gewoon 80 kilometer op een zondagavondje.

17 juni – Een beetje bootcamp en wandelen

De verkoudheid is geweken. Rob komt weer thuis van de zakentrip. Met Vincent in de pauze even gaan wandelen in de zon en later op de dag (uren later) naar de bootcamp gewandeld. Mooie lucht. Fijn weer.

Maar ik ben onrustig weer en ongeconcentreerd en vooral ontzettend aan het schransen. Zie je wel; zo goed ben ik niet. Ik kom wel redelijk toe aan mijn werk, maar ook dat is onrustig.
Dan de bootcamp. Eerst bij het uitzichtpunt wat opdrukken enzo. Dan naar de trap wandelen/joggen. 1 Van de meiden heeft de Almere City Run gedaan. Ik prijs haar dat ze nu alweer hardloopt, maar hou zelf mijn mond. Ik deed mijn 5km zomaar 5 minuten sneller.

De trap 7x op en af. Tussen alle kwebbelaars door. En dan weer wandelen, lekker in mijn uppie. Heerlijk, ik heb niet zoveel te melden.
Dan nog 2 rondes bootcampoefeningen: ik begin telkens iets eerder, zodat ik meer dan 30 seconden doe. Ik doe heus mijn best, want ik ga hier beter van zwemmen, maar echt animo ontbreekt.
Tot slot een rondje buikspieren. En dan is het alweer klaar. Ik vond er geen klap aan.

18 juni – things go wrong in life

Niet mijn best gedaan op dit loopje. Sinds ik vol goede moed thuis kwam van Cranio sacrale therapie die echt goed hielp met “ik-ben-sterk” is alles met een doodzieke Vincent opeens weer anders. Vanmorgen moe na slecht slapen en me zorgen maken. Papa en mama maar uitgenodigd voor 30 juni. Ik stelde het lopen uit. Goed idee bij de therapie: we gaan tanken, Vincent rijdt en ik ren naar huis en hij rijdt alleen terug voor het eerst. Maar Vincent sliep en voelde zich slap en niet lekker. 38,7 is toch geen koorts, zei hij. Ik stond er bij en het was echt waar: 38,6. Grote griep. Hij wil zo graag zijn herexamen maken! Maar het kan niet. En hoe verder is verdomd lastig te vinden na 6 uur als alles dicht is. Ik zou gerust zijn op de veilige weg: halen dat examen, dan maar in augustus. Annemarie en Joyce zijn me tot steun. Na het eten ga ik toch nog maar rennen. Ik moet 200tjes doen en ik zie wel. Niet is ook goed. Regenjasje aan. Bij het inlopen app ik met Vincent en doe het jasje uit. Het is droog en zal ook droog blijven.

Ik probeer de 200tjes gewoon op de nieuwe schoenen en het gaat wel. De hartslag blijft achter en ik doe niet mijn best. In de eerste zie ik iemand die zijn papegaai uitlaat. In de tweede een paar schoenen in de berm, keurig naast elkaar. In de derde een tuinstoel. Elke keer dribbel tussen de slakken in de rust. In de vierde steken moeder en 8 eendjes over. En dan moet ik weer bermpoepen. Er is toch niemand in de wijde omtrek. Op het vebindingspad word ik angstig. Er zitten grote dingen in het bos die ik hoor en ik zie niemand verder. Ik ben zelden bang, maar nu voel ik me onveilig op 1 of andere manier. In de 6de 200 springt er een hert uit de bosjes en we kruisen elkaar maar net in vliegende vaart. Ik weet nu tenminste wel wat ik hoorde. Ik dribbel de pauzes door. Geen hele hoge inspanning. Ik ga gewoon over de weg. Er staat een camper met een engerd erin. Ik vind het wel lastiger worden eigenlijk, want de vraag waarom dringt zich weer op. Waarom doe ik dat versnellen eigenlijk? En zo braaf? Om niks? Ik ben met honderd dingen bezig, maar niet met tempo. Ik voel me wel okay en redelijk sterk, maar ook onthand en ietwat wanhopig. Ik jog maar gewoon door over de slechte weg.

Van de opdracht, de lage hartslag en het tempo trek ik me niets aan. Ik ga met moeite over de brug achter almeerplant. Het is mistig van het vocht en de lucht is best raar warm. Ik jog de opdracht vol en heb nog een uitvoeringsscore van 66 ook! Ik maak 10km vol binnen een uur en ga naar de Etos door voor een coronatest. Ik laat de 11 km maar zitten en wandel gewoon vanaf het fietspad. Ik wandel naar de ah en dan naar huis. Vincent is zo beroerd, maar geen corona. Het is zo vervelend. Niet weten hoe of wat, de grip kwijt zijn. Maar ik heb gerend hoor. Tempo is okidoki en hartslag laag en inspanning voelt ook matig, maar ik ben buiten geweest en heb wat stoom afgeblazen. Ik ben wel sterk. Hoor. (al ligt opschrijven en voelen ver uit elkaar)

19 juni – fietsen om niks

Fietsen om niks. Even de wind voelen. En is er zon?! ☀️ waarom? Té sa dorcha innui. Ik kan moeilijk iets beslissen. Zelfs de weg bepalen is lastig. Het moest tussendoor. Werken en een etentje en zoveel dingen te regelen. Vincent is veel te ziek voor het herexamen en dat trekt ook een wissel op mij. Mega slecht slapen, want ik hoor hem hoesten en ik maak me enorme zorgen. De thermometer en de gulzige ogen zijn duidelijk: een herexamen is onmogelijk vandaag. Overdag naast het werk regelen dat hij naar het derde tijdvak kan. En hij is zo ontzettend ziek. Ik snap de consequenties: weg zomer, weg zorgeloos trainen, weg hulp van school; maar Vincent is daar nog te ziek voor. En dan oud-collega’s die aan me trekken en alles uitleggen aan mensen: het is loodzwaar en trekt veel energie weg. Ik ga meteen vanaf het werk even uitwaaien, maar ik hou me erg in. Ik vergiet een paar tranen, maar eigenlijk is daar weinig ruimte voor.

Ik vind beslissen vandaag extreem moeilijk en ik ben erg moe. Ik ga na het fietsen ook nog met de oud-collega’s uit eten. Ik weet dan al niet meer waar ik gefietst heb.

20 juni – Mama Is Boos 4x6minuten wedstrijdtempo

Ik had geen zin. Om 3 uur kakte ik in op het werk en had ik veel suiker nodig. Ik heb keurig het werk afgemaakt hoor, maar mijn ogen wilden liever dicht. Mijn hoofd zeurde: “ik wil op de tijdritfiets fiehietsen”. Mijn verstand zei: niet doen, je bent te moe. Mijn benen zeiden: lekker binnen met afleiding gaan fietsen. Mijn hoofd won. Hup, pak die fiets en probeer het maar. Ik wilde zo graag, maar was extreem moe van de hele week ‘groot en sterk’ zijn.

Ik háát het en erger me kapot aan mensen die in hun trainingen net zo hard of harder rijden dan in een wedstrijd. Got, wat heb ik ze opgezocht na triAlmere. En kijk nou: ik snap ze. Het drong mooi door tijdens deze rit. Die mensen zijn heel ongelukkig en boos en gebruiken trainingen om zich af te reageren en te bewijzen dat ze toch wel iets kunnen, wat in het normale leven mist. Want zo’n training was dit. Ik was woest op alles en hoe alles gaat en de muziek van LoreenaMcK stond heel hard. Ik trok me nergens iets van aan, van niemand niet; alleen dat ik iedereen in wilde halen en wilde laten zien (aan mezelf) dat ik heus wel iets kan. Ik heb gezongen, gedanst en geschreeuwd op de fiets. Mijn benen deden pijn en verzuurden en ik schold en mopperde. Dan gaat de training dus op wedstrijdtempo. Arme rest.

Overigens klopt de vermogensmeter absoluut niet. Ik ben blij met de fiets. Dus ik vond het eng om te gaan van tevoren, maar ik kwam wakker en blij van de fiets af. Volgende keer als ik rustig fiets zal ik het bedenken: ik train en ben blijkbaar gelukkig genoeg om te trainen. In de race moet ik maar boos worden 😉

Ik kletste zelfs in de rust met een meneer die ik had ingehaald en hij vroeg: intervallen? Hahaha. Dikke doei. En ik kreeg een 👍 van een man in een hele grote dure Mercedes! Hij bewondert mij en mijn gele bril vanuit zijn dikke bak. Op de dijk toeterde er zelfs een busje! Daarom rijden de anderen zo hard: in hun echte leven missen ze dat blijkbaar.

21 juni – De 30km hardlopen met 3x4km tempoblokken. Rondjes om het huis van 4,2km

Het was natuurlijk een ramp deze week, Vincent ziek. We zouden samen de marathon lopen, maar dat gaat dus niet door. Plan B was ook nog een wens: 7 keer het 4,2-rondje lopen, wat langer is als ik in Ierland heb gehaald. Alleen stond er nu 30km op de planning met blokken in marathon tempo. Ik zag er tegenop, natuurlijk. Gaat het echt wel lukken na zo’n emotionele rollercoaster? Daarom zijn de rondjes prima: ik kan stoppen, ik kan naar de WC en ik kan elke 4,2km drinken. We halen eerst de nieuwe auto, want ‘s middags zou het droog en warm zijn. Ik ben erg moe als ik opsta, uitzonderlijk vermoeid. Ik ga ‘s middags om half 3 ongeveer. Twee bidons water klaargezet naast de Arteon, gellies in het rugzakje, Loreena muziek aan. Eerste 2 rondes (9km) z1/2: rustig aan. Eigenlijk is het een kwestie van rustig aan blijven gaan. Niets forceren. De eerste 2 rondes gaan vanzelf! Het tempo rond 5:57, lekkere muziek, nergens last van. Iets drinken kost ca 20 seconden.

Het begint alleen te regenen in ronde 2. Eerst ruikt het lekker, dan is het even jammer en daarna is het gewend. Het blijft zeker anderhalf a 2 rondes licht regenen. In ronde 3 moet ik versnellen. 4km lang. De hogere hartslag haal ik niet, maar het tempo kan wel moeiteloos omhoog! Best fors, dus ik hou me na 10km binnen een uur in en zit dan op 5:40. Daar ben ik blij mee.
Maar dan moet ik toch weer: ik maak het 4km blok af en duik de plee in. Horloge even uit (GPS glitch voorkomen). Vincent staat klaar met de fiets. Een km rustig aan. En dan moet ik weer harder. Muziek is uit, Vincent heeft wat moeite met fietsen zelfs nog en weinig te vertellen. Wel over de auto. Ik zit al op de helft met 15km en het gaat prima. Misschien wel 8 rondjes…

Maar opeens is het dan toch zwaar: ik moet weer en duik de bosjes willekeurig in. De darmen zijn van slag. Ik laat het horloge aan staan. Dan moet ik nog een stuk door en het tempo ligt minder hoog. Het is nog te doen, maar V zwaait dadelijk af. De bidon voor na het MT blok staat klaar. Ik maak de halve marathon vol in 2:06 (of 2:08) en ondertussen appt Manuel. Onhandig. Maar de tijd is best oke.

Ik ren het huis voorbij, maar het tempo is een beetje minder. Als Vincent weg is, doet mijn rechterheup pijn. Muziek weer aan. Inhouden en tempo loslaten! De bidon staat net te ver, ik eet weer en zit op 23km. Nog 1km rust en dan nog zes – hoe dan. het is weer droog. Ik neem de bidon mee, die ‘splasht’. Concentratie. Het moet allemaal niet meer, en zeker niet hard, liever een wandelpauze als dat moet. Ronde 6 is gewoon lastig. Ik tel de kilometers af. En de rondes ook. Ik probeer de blije gedachtes aan Ierland, maar het is erg trekken en slepen. Een hond heeft mijn stront ontleed.

De pijn in de heup verdwijnt, maar een strak ritme is lastig te vinden. Kilometer 27 en 28 gaan voorbij. iemand haalt me in, weet die gast veel. ik wandel nog even en dan de laatste kilometer. Ik haal het met de ronde en thuis. Ik heb bedacht dat 3 uur 10 uitstekend is, het is zelfs nog neller! Daar ben ik blij mee, maar het einde was wel zwaar en mijn benen doen behoorlijk pijn. Ik moet echt even bijkomen op de vloer en in de douche. Nog 12km extra… Maar dit is langer en sneller dan wat ik in 2023 heb ‘hard’gelopen. En dat na een rampzalige week en een ons extra. hartslag blijft laag, iedereen reageert opeens op Strava. Haha, nu ben ik het, die “uit het niets” opeens 30km loopt 😀 De schoenen zijn geweldig!! En ohja, op 2,5km van het rondje zat het OVERVOL met vogels, hoe hard de muziek ook stond, die hoorde ik er bovenuit! 3keer DarkNightofTheSoul geluisterd.

Ik schrijf in het trainingslogboek: Ik zag hier erg tegenop na deze rampzalige en energieslurpende week. Ik snoep weer veel, want ik slaap slecht en ik kom dus aan en ik ben voortdurend moe en ik baal nu ook van alles, nu de regelstand een beetje uit kan. Ik ben altijd al een sporter geweest met een hoofd wat minder sterk is dan ik fysiek ben. Dus dit was een gok. Ik zou met Vincent gaan, maar die kan dus nog weinig, hoeveel beter het ook met hem gaat. Dus dit doen: 7 keer precies hetzelfde rondje en verder komen als ik in Ierland was gekomen, was mentaal een vele male grotere opgave dan het voor mijn benen zou zijn. De eerste 18km (4,5 ronde) gingen uitstekend. Vincent ging ronde 4 en 5 mee. Toen was hij kapot. En ik daarna ook eigenlijk wel. De laatste 1,5 ronde vond ik zwaar. Ik had last van mijn rechterheup en been, maar dat trok weg. Vandaag ben ik emotioneel helemaal afgevlakt: ik ben niet blij met de supergave nieuwe auto, niet trots op 30km hardlopen, niet vrolijk dat Vincent opknapt en ook niet boos dat niemand op school iets van zich laat horen of geïrriteerd door mijn moeder die vindt dat Vincent ook een paar weken vakantie moet hebben zonder te leren. En nu ben ik het: ik zet vanuit het niets op Strava ineens een 30km loop. En op een redelijk tempo (al kan iedereen dat straks onverhard weer verbeteren of zich beroemen op hoe goed zij dat vroeger ook konden; geloof me: dat hoor ik best een paar keer van verschillende mensen). Ik heb instant last van spierpijn en stijve (boven)benen. Niet ernstig

En hier komt het verslag van 1 van de moeilijkste trainingen van het jaar: De training die ik NIET heb gedaan!!!!!!!!!

Annemarie schreef me ooit: ‘je ziet niet wat anderen niet doen’ en dat is blijven hangen. Niemand behalve zij en ik zien hier wat ik bewust níét heb gedaan. Dat is extreem moeilijk voor mij!!!! Maar buiten zwemmen na 30km lopen en met de ervaring van 2 weken geleden en ik zou alleen moeten gaan, voelde nóg onmogelijker dan een rode training. En naar een andere dag schuiven zie ik ook niet meer gebeuren. Een echte rode training: dat is de eerste dit jaar. Vind ik moeilijker dan 30km hardlopen!

22 juni – uitfietsen!

Anke staat op na weer een te korte nacht om naar de wc te gaan en… het trekt een beetje, maar eigenlijk niks. Na een heleboel spelletjes candycrush (je kan maar iets kunnen) sta ik echt op om te gaan ontbijten en is er helemaal niks meer aan de hand. Ik voel me prima! Moe, maar een nacht met 7+ uur slapen zal MrGarmin, de HRV en ik vast waarderen en verhelpt dat. De laatste weken haal ik de 7 uur niet. Een paar fijne lieve en gemeende berichtjes doen de rest en voila: anke doet het weer. Ik ga uitfietsen. Een uurtje. Ik wil een rondje noorderplassen fietsen, maar merk dat ik bij de manege beland dus ik ga langs de vaart. De wind is best heavy! Mijn benen hebben geen zin in hoge cadans of het viaduct, maar verder doen ze hun werk. De muziek hard. Smile. Ik kom de geweldige LucE tegen met zijn kind op het fietsje en ik ga wat door de stad. Met een smile. Ik hoef niks. Lekker geen tempo.

Ik vreet vandaag toch teveel. Dit is een in-between-dagje van nauwelijks iets. Ik rij op de dijk wel lekker hard en makkelijk met wind mee. Ik maak 25km vol via de Evenaar en het is wel zat ook. Door met eten en op familiebezoek en in de auto zitten. Gezellig!

23 juni – Sprint Triatlon Rotterdam – “hersteltraining”

Een bijzondere hersteltraining, maar de sprint triatlon is binnen! Hier lees je hoe en wat.

maandag 24 juni – wat vermoeid, maar vooral geïrriteerd bij de bootcamp

Nergens last van. Geen enkel pijntje of trekkend spiertje. Volgens Garmin ben ik overbelast, want de HRV is wel laag. Rob is ziekjes, maar Vincent knapt op. De collega’s komen niet naar Almere, dus ik werk thuis en ik doe alle was. Ik voel wel vermoeidheid, ben moe en ongeconcentreerd op het werk. En bang. Dat het mis gaat. Dat ik toch ergens geblesseerd raak. Ik kan niet alles kunnen. Ik voel me overweldigd. En ook dom. Maar wel fysiek sterk. Bang. En echt wel in mijn hoofd vermoeid. Wazig. Nooit goed genoeg. Vooral dat. Al win ik alles (dat kan niet), dan nog niet goed genoeg. En ik ben verbaasd dat ik zo genoten heb gister. Verbijsterd dat ik dat allemaal kan.

Ik ga naar de AH en de bootcamp wandelen.

Vroeger in vwo2 had ik een vriendin die alleen maar over zichzelf praatte. En wat haar bezig hield. Die jongen waar ze een oogje op had. Dat was nog in de tijd van de telefoon met een draadje en een hoorn. Ik hoefde de hoorn maar neer te leggen en heel soms ‘ja’ te zeggen. Als zij uren vol praatte. Ik trek dat soort mensen aan. En ik kan er niet mee omgaan. Zij haalde het VWO wel, maar ik niet. Die mensen die zijn allemaal geweldig en verkondigen dat blijkbaar graag tegen mij. Daarna had ik een vriendin die vooral sneu en zielig was. Gelukkig heb ik nu maar weinig mensen meer in de buurt die mijn energie met hun geweldigheid opslurpen. (ik zeg niet geen, want triatleten zijn daar een uniek soort in, die het tot een kunst hebben verheven) Maar de bootcamp zette me weer even 35 jaar terug in de tijd. Hoe mensen je toch zo teleur kunnen stellen. Alleen maar over zichzelf praten en energie opslurpen. “Kijk mij geweldig zijn. Blessure voel ik nog hoor, maar ik loop 3 dagen achter elkaar. En fiets vanuit het niks 3 keer per week 120km bij elkaar. Van een beetje bootcamp oefeningetjes.” verkondigen. Als ik dan vertel van mijn rampenweek, dan hoor ik maar 1 keer een gemeend “dat is vervelend”. Bij de rest voel ik aan dat ie zichzelf met z’n ex zieliger vind. Als ik zeg dat ik onder die omstandigheden 30 kilometer heb gelopen, heb ik er niks, maar dan ook helemaal niks aan als tie begint over hoe zwaar het was om te lopen met die ex, toen je nog 5 kilometer met haar liep, een jaar of wat geleden. Dan interesseert mij dat deze keer niet. Dat soort zuigt mij leeg. Helemaal op. Dat soort snapt er niks van. Als je wist wat het betekende om 30km in 7 dezelfde rondjes te lopen, boven de dertig te fietsen in de wedstrijd en emotioneel iets meer te verhappen te krijgen dan de nieuwe vriend van je ex van jaren geleden, dan begin je niet weer over jezelf en dat je 7km gelopen hebt. “Langzaam met 6’ gemiddeld.” Als je het echt snapt, luister naar je hartslag, sukkel. Nog 1 keer naar deze bootcamp en dan ga ik nooit meer. Dan laat ik de knipkaart verlopen. Ik heb deze ellende met niet luisterende en uitzuigende ‘vrienden’ al meer dan vaak genoeg getraind. Ik leer niet zo snel blijkbaar.

Bij de bootcamp doe ik mijn best maar hier word ik echt niet sterker van. Elke keer hetzelfde, niks uitdagends aan. Ik train mijn irritatiespier vooral door al dat geneuzel van die mensen. Wellicht voel ik me daar als triatleet te goed voor. 9x de trap, wandelen, ronde 1, dennenboom (ik doe echt mijn best en hou de spieren vast tot het gevoelig is), nog een ronde en dan nog 6 oefeningen en tot slot buikspieren. Elke keer hetzelfde, ook met de buikspieren. Ik ben er zo klaar mee. Ik haat het dat ik me er te goed voor voel en dan stuiter ik helemaal terug de andere kan op en voel mezelf het allerslechtst. Ik zit uitgeteld op de bank. Gelukkig kan ik Candy Crushen als de beste!!

25 juni – Hardlopen in de hitte en huishouden en strijken als krachttraining!

Ik voel me beter, al is de HRV nog laag. Ik ben een kilo aangekomen, maar nu ga ik weer goed voor mezelf zorgen. Klaar met zielig zijn! Veel thee drinken. Het is warm buiten. Is het opeens zomer. Er ligt veel strijkwerk en ondertussen bel ik met mijn zus. Dan valt het strijkwerk wel mee. Ik moet vandaag ook nog het huis schoonmaken en het onkruid weghalen uit de tuin. Vincent is weer op zoek gegaan naar informatie op school en we gaan weer verder met hoe de zaken er nu voorstaan.

Er staat in deze relatief rustige week hardlopen op het programma. Een uurtje De training is 40 minuten deurtempo en dan 8 keer versnellen voor 30 seconden en anderhalve minuut rust tussendoor en dan nog 5 minuten uitlopen. Ik ging samen met Vincent, die weken niet gelopen heeft en nog steeds verkouden is. Het is maar een uurtje. En het is erg warm. Goede training voor Duitsland, want daar verwacht ik ook warmte! Dus dat dacht ik elke keer: dit is een goede training voor de warmte.

Vincent had het er maar zwaar mee. Hij moet dan ook ‘sloffen’. Ik doe gewoon wat lukt. eerst gaat de hartslag weer totaal niet omhoog. de eerste paar kilometer echt niet. Ik loop om zodat Vincent even kan wandelen en bijkomen. Ik blijf gewoon hobbelen. Het gaat best nog wel op een matig tempo. Ik ga gewoon door en ik heb niet echt de behoefte aan wandelen ofzo. Ik cirkel nog een keer om Vincent heen.

Ik moet acht keer versnellen straks en heb niet zo goed uitgeteld hoe lang mijn training dan is. Ik neem een extra blokje om, dan kan Vincent ook even zijn eigen tempo doen. Dat gaat dan wel ook weer lekker voor mij, alleen met mezelf. Daarna beginnen de 30 seconden versnellen. Dat valt een beetje tegen, kost iets meer moeite en ik krijg het er warm van. Anderhalve minuut dribbelen. Dan zie ik dat ik dat maar 2 keer hoef te doen volgens de training. Het waren er toch echt 8?! Dus ik ga ze zelf maar timen, want 8 is 8. Ik doe dan maar een minuut rust en jog over de Evenaar. Mijn hartslag gaat nu wel lekker omhoog! En het voelt iets lastiger aan. Er zijn auto’s en obstakels. Ik jog gewoon verder in de rust. De training heb ik best goed gedaan m et hoge uitvoeringsscore voor de verandering hihi. Ik doe er nog 2 versnellingen en lap mijn horloge. En dan uitlopen tot 10km doe ik dan maar. Dat valt niet mee, ik vind het heet en ongemakkelijk.

Maar ik maak 10km vol en ga dan thuis snel uitdruppelen, drinken en douchen.
Ik ga vanavond niet zwemmen. Het komt niet uit, ik voel me niet 100% fit als ik opsta en wil dat chloor niet riskeren met vroeg opstaan morgen.

26 juni Zomeravondbijkletsfietsrondje

Manuel vroeg of ik mee wilde! Wat een eer! Daar schuif ik de rustdag we voor opzij. Wilde ik toch al doen, want dit is de dertigste dag dat ik een half uurtje sport. En wandelen kwam er niet zo van op deze uberzonnige dag. Nou ben ik niet van hoogzomerse hitte en brandende zon. Daar word ik sloom en moe van. En er stond een rustdag met diëtiste-bezoek. Qua gewicht enzo ga ik (ook al) goed. Ik reis op en neer naar Leiden en candycrush mijn talent. Fietsen is wel lekker! Maar ik zet me niet zo in. Geen zin an. We kletsen gewoon onderweg. Van de vakantie.

Op de ibisweg wind mee, maar zelfs daar hoef ik niet echt iets anders dan genieten van het zonnetje en het gezelschap. Sorry voor het ophouden Manuel, het omatempo is geheel aan mij te wijten! Maar ik haal het stappendoel van de maand, de fietstijd, de 30dagen-goal en de slaapmaand. Dus al met al best super! Was ik maar niet zo suffig door die hitte. Ik ga nooit naar een tropisch land verhuizen! En ik maak me Grote Zorgen over de halve triatlon zaterdag. Ik onderschat het een beetje denk ik. “Maar” 2km zwemmen zonder wetsuit, “gewoon” 80 kilometertjes fietsen en “ach” 20km hardlopen. Daar heb ik dus helemaal niet voor getraind, denk ik dan!

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2024-15a Sprint Triatlon Rotterdam

Een bijzondere hersteltraining!

‘s Morgens als ik opsta (of wakker wordt) voel ik me niet heel klaar voor een sprint triatlon. Ik heb overal kleine pijntjes. Mijn knieën doen pijn, maar ik weet niet echt of ik links of rechts pijn heb en mijn benen zijn stijfjes. Ik twijfel erg over het hardlopen, want ik wil niets stuk maken. Als ik naar de AH loop ben ik zelfs wat wankel! De bootcamp sla ik sowieso over. Het is niet zo dat ik geen zin heb, integendeel, maar ik zie er wel tegenop, tegen 5 kilometer hardlopen in een sprint. Dat het warm is of ver rijden vind ik niet zo erg. Vincent gaat ook mee, hoewel hij met zijn verkoudheid en net ziek geweest, niet kan starten. Dat is balen. De fiets zit hartstikke snel op de nieuwe auto, ik heb mijn spullen inmiddels ook vaak genoeg verzameld om te weten hoe het moet. In de auto zit ik achterin en ik luister nog maar eens naar online sportpsychologie cursus. Het gaat over confidence (vertrouwen) en selftalk. Dat is wel goed voor mij. Ik heb geen tijd voor zenuwen of stress, ik moet deze wedstrijd gewoon binnen hengelen. Klaar. Als het hardlopen lukt, dan kan ik dat vast wel. Vertrouwen hebben. Rob en Vincent vinden dat ik eigenlijk ook moet winnen, maar ik weet het niet. Ik voel die druk in elk geval niet, er doen 7 vrouwen mee in mijn categorie en ik ken ze niet.
Als we de parkeerplaats op rijden, zien we een oud klasgenoot van Vincent! Die herkent ons niet. Hij is wel geslaagd. Het is een groot grasveld. Ik maak me eigenlijk weinig druk, voor mijn doen zeker. Misschien is dat na dit weekje ellende op, het ‘druk maken’. Ik heb mijn koptelefoon nog op. Het is een komen en gaan van mensen overal. Spulletjes halen en dan mijn fiets wegzetten. Ik zie de oude juf van Vincent en mijn allergrootste insta-oma-heldin. Oudere vrouwen, die me even aanhoren en begrijpen. Ik zet de spullen weg; ik weet hoe het moet. Ik twijfel niet of ik een wetsuit aandoe, natuurlijk! Er heerst een ontspannen sfeer. Dan kom ik Rafi tegen! Nog zo’n held! We zijn allebei in Hamburg een Ironman geworden. Het is een nog lievere man als ik al dacht!

Pak aan, zonnebril zoeken die in het brillenkokertje zit, banaantje eten en plassen. Het is een soort routine. Ik ga bij de rest staan en klets wat. Rafi is wel gespannen. De Yvonnes horen me uit en redden me. Het is voor mij ondenkbaar dat ik hier moeite mee zou moeten hebben.
Als we het water in mogen, vind ik het meteen koud. Een massastart. Dat is een tijd geleden! Eigenlijk in Ierland. Ik vind het best. Ik lig best in het midden. Pang – off we go.

Ik heb nooit idioot veel moeite met de wasmachine en het gestamp, ik doe ontzettend mijn eigen ding en heb geen enkele haast. Eigenlijk vind ik al heel snel mijn ruimte en mijn plek. Ik zwem gewoon door. Ademhalen gaat oke en slagen maken al helemaal. Ik snap de route niet zo heel goed en weet niet al te best waar ik heen moet. Dan zie ik ook nog eens weinig, want mijn brilletje is vies en beslaat. Ik neem een kort moment om schoon te maken. Ik adem 1 kant op en maai gewoon maar door. Kan mij het schelen of het hard gaat of niet! Even denk ik wel laatste te liggen, maar dat is onmogelijk. Ik heb 1 moment last van iemand en dan ga ik onder de brug door.

Ik zie de gele boei, aha, daar moet ik omheen. Het spreekt voor zich eigenlijk. Jammer dat ik maar de helft zie. Om de gele boei heen en wel zo krap mogelijk en gewoon op borstcrawl. Dan adem ik tegen de zon in. Ik zag al niks, maar nu helemaal niet meer. Doorzwemmen dan maar. Ik kom in een comfortzone van lang doorzwemmen en maar gewoon genieten. Het vechten met het water is al heel lang voorbij. Het is eigenlijk best ver en ik ga gewoon langs de rooie boeitjes en achter wat mensen aan.

Ik haal ook mensen in, maar dat is vast omdat zij te snel begonnen zijn en niet omdat ik sneller ga zwemmen. Ik doe gewoon mijn ding. En dat is best leuk zo. Nog een boei om en dan ga ik richting het trapje. Daar zie ik dan even tegenop, maar deze zijn erg fijn. Ik huppel het water uit.

Dat gaat lekker, roep ik tegen Vincent. Ik zie het, roept Vincent terug. Ik hijs mijn pak uit en zwaai naar Rob. Geen idee hoe lang ik bezig was, maar ik jog gewoon lekker de wisselzone in. Het valt me even op dat er nog meer dan genoeg fietsen staan. Pak ophangen, helm op, slok drinken: allemaal op routine zonder gekkigheden. Dan komt de volgende er pas aan. Ik trek mijn enkelbandje nog even wat strakker en ga de wisselzone uit. Opstappen, fietscomputertje aan en gaan met die banaan!

Ik ga heel snel al liggen. Hier moet ik tijd winnen voor het hardlopen straks. Ik zit al heel erg snel in mijn element. Het horloge pakt het allemaal keurig op en is naar fietsen gewisseld. Er zijn wat bochten waarin ik mijn verlies maar neem. Ik ga aan het inhalen. En niet zomaar een beetje, het lijkt wel alsof ik vlieg! Dit zijn mensen die 3 kwartier eerder zijn gestart en die de rookie race doen. Chicane, de brug op en af, dan soort van wind tegen en nog een bocht, weer een brug op en af en dan rechtdoor met wind tegen. Dat is een ding voor mij: normaal zou ik niet durven te blijven liggen met windvlagen die ik voel, maar vandaag heb ik er vertrouwen in. Ik moet dit even leren. Niet rechtop gaan zitten als ik iemand inhaal, maar gewoon even ruimte nemen. Er is genoeg ruimte. Er zijn ganzen en iemand gaat bellen, hoe grappig! Ik hou m boven de 30.

Dan nog een brug en een scherpe bocht en daarna even wind mee, maar net te kort om echt vaart te maken. Nog een bocht en dan kom je in publieksarea. Wat een mooie fiets, hoor ik. Ik kom langs Rob en Vincent en het gaat dus echt ontzettend goed. Ik voel me uitstekend en sterk en over het algemeen ook een beetje boos. Ik ga snoeihard op het eerste rechte stuk, al ietsje harder door de chicane. De brug op blijft wat behoudend, maar daarna pacman ik weer verder, soms roepend: pas op. Ik zie de andere dames en roep ze toe. Sorry, ik ben het racemonster vandaag. Bochtjes, wind tegen valt mee en dan het rechte stuk ‘wind tegen’ weer. Ik ga snel liggen en hard trappen. Soms zijn de dingen simpel! Ik ben al op de helft joh. Het gaat alleen maar harder! En ik heb er hartstikke lol in. Ik heb wel een beetje dorst. Een enorm goed gebouwde triatlete met een dicht wiel passeert me en is klaar, maar ik snap niet wat zij doet bij de amateurs. Het NK is al geweest. De tweede ronde zit er al weer op als ik naar Rob en Vincent zwaai.

Ik de derde ronde ga ik echt helemaal los. Ik passeer de meiden en Rafi alsof ze stil staan, laat de vrachtwagen netjes door en ik durf in een paar bochten al te trappen en de meeste hoef ik niet meer bij te remmen. Het is rustiger. Ik word ingehaald door een dicht wiel, net voor de scherpe bocht. Zelfs hij trap niet door. Op het rechte stuk loop hij langzaam uit, maar ik doe mijn eigen ding en ik maak me nergens zorgen om. Ik heb het loopparcours gezien en dat is felle zon en saai en recht. In de vierde ronde zal ik ietsje langzamer gaan, maar het hoeft niet en het is leeg. Ik tik de 40 aan met wind mee en alle ruimte. Ik word er niet eens moe van, van dit. Ik heb ook geen negatieve gedachten en denk: ach, vanaf hier kan ik rennend met de fiets naar de wisselzone op 18km. De laatste bochten gaan eigenlijk hartstikke goed, maar het parkoers is inmiddels ook best leeg. Op naar het rennen!

Ik loop de verkeerde rij in. Maar er is plek zat, dus ik kan met fiets en al onder het rek door en daar heeft niemand last van. Ik drink en zet mijn spullen aan de kant. Routinewerk. Ik doe geen sokken aan en schuif (voor de laatste keer nu echt?) in de witte schoenen die vol babypoeder zitten. Nog meer drinken en dan ga ik de wisselzone uit. Ik merk meteen dat het lopen goed gaat. Geen pijntjes. Nog 5 kilometer doodgaan, roep Vincent. Die is van de opbeurende teksten vandaag. Maar ik lach er wel om. En dan ga ik maar. Ik zet kleine stapjes en het gaat zoals het gaat en ik weet dat het niet eens heel slecht is, maar dit is het begin pas. Ik loop gewoon lekker door in mijn eigen ritme.

Even achter een meneer, maar die verlaat ik omdat ik ietsje harder ga. Op de post neem ik weer drinken aan, maar dat blijkt sportdrank te zijn, zie ik aan de kleur. Ik drink het toch, maar het valt niet goed. Het is bloedheet op het fietspad, maar dat deert mij gek genoeg helemaal niet. De eerste kilometer gaat simpelweg hard. En moeiteloos. Dat verbaast mezelf nog het allermeest. Ik denk even dat dit toch herstel moet zijn, maar het gaat zo lekker! Ik blijf gewoon rennen. Keren en dan weer terug. Iets met wind tegen, maar dat vind ik wel lekker, een beetje verkoeling. Het tempo blijft hoog liggen. Ik kijk naar de andere mensen. En blijf gewoon maar rennen. Ik begin me af te vragen waar ik lig eigenlijk. Ik neem nu wel water en giet het over me heen. Ik ga mezelf niet over de kop rennen, blijf gewoon doen wat ik doe. Ik vraag aan Rob hoe ik ga en wat ik kan verliezen, maar hij zegt me dat ik 28ste lig ofzo. Stom antwoord.

Kilometer 3 gaat nog ietsje harder. Een deelnemer vraagt bij de post hoeveel rondjes hij moet lopen. 2 Zegt de vrijwilliger, maar als je er 3 loopt, krijg je gratis drinken van me. Smile. Ik kijk en moedig de anderen aan. Vind ik lastig, dat ik ze zo gemakkelijk inhaal. Toch begin ik het nu ook een beetje te voelen. Niet dat ik denk dat ik moet wandelen ofzo, maar gewoon iets minder op het gemakje. Dan tel ik hoe lang het nog duurt en dat is niet zoveel. Het tempo blijft gewoon echt dik hoog en die laatste kilometer ga ik ook redden. Ik vraag me echt wel af waar ik lig en hoe lang ik bezig ben enzo. Eventjes. Nog een stukje verder en dan weet ik het. Ik lach om mezelf, dat ik twee dingen goed kan: een beetje rennen na het fietsen en Candy Crushen! Wat een talenten zeg….. Het publiek is nu wel uitgedund.

Hup, ik ga hard en juichend de finish over. Dat was het dan. Ik kijk meteen en zie dat ik eerste 50+er ben in een tijd van 1:24 nog wat. Is dat goed? Vincent staat te juichen. Ik ben alweer bij joh. Even afkoelen en wat water drinken. Ik heb nergens last van. Ongelooflijk maar waar: helemaal niks geen pijntjes. Ik ben gewoon erg blij en ook dat ik heel ruim eerste ben geworden. Ik ben verbijsterd dat ik zelfs 4de ben bij de vrouwen. Van alle vrouwen die de sprint hebben gedaan he! Ik snoep het één en ander en zelfs een stukje kersenvlaai. We moeten wachten op de prijsuitreiking. De medailles zijn helaas wel op. Maar ik krijg een beker. De uitslagen zal ik later wel bekijken. Ik blijf nog even voor de andere dames en klets wat met mensen. Dan op het hoogte podium springen en ook dat is goed te doen.

Ik geef mijn bloemen door aan YV. Ik vind haar zo’n leuk mens. Ik pak mijn spullen en alles en dan kunnen we weer naar huis. We moeten omrijden via Schiphol. Ik snoep veel en het is laat inmiddels. We halen nog een hamburger. Annemarie is gelukkig niet ‘boos’ dat deze hersteltraining ietsje anders uitpakte….. Ik zie dat ik dik boven de 30 heb gefietst en 26 minuten heb hardgelopen. En netjes gezwommen onder de 2 minuten per 100 meter. Daar mag ik heel blij mee zijn. Na een week zoals ik die heb gehad en 30 kilometer hardlopen op vrijdag. Het is ook ongelooflijk. Ik ruim ook nog alles op. Maar opscheppen verzuim ik. Even kort op Instagram.

HOE KAN IK NERGENS MOEITE MEE HEBBEN

Categories: Wedstrijd | Tags: | Leave a comment

2024-14

12 juni – tisniks

Om de zenuwen voor de eindexamenuitslag een beetje onder controle te houden, gingen we samen wandelen. De hartslag is toch al hoog. We krijgen een enorme bui over ons heen.

Dat voorspelt al niet veel goeds en de bui worden inderdaad tranen met tuiten: gezakt. Dan zakt de grond even weg inderdaad. Het is niet kansloos, dus we gaan op school uitzoeken wat er te redden is en welk herexamen we moeten doen. Dat kost veel energie. Heel veel. Er zijn mogelijkheden.
‘s Avonds wil ik er wel even uit en wat sporten. De NPW triatlon is naar vandaag gezet, maar daar heb ik dus echt geen enkele zin in. Op mijn bericht dat wij waarschijnlijk niet komen is nul reactie gekomen, maar de lijst is wel aangevuld met de plaatselijke toppers die uiteraard moeten shinen. Ik ga hardlopen. Nou ja, hard zit er niet aan. Een hele rustige duurloop. De hartslag opzettelijk laag houden en het tempo van niks. Muziekje op en het Kotterbos door.

Aantal andere hardlopers: NUL. Aantal keren plassen onderweg: 1 Aantal keer schijten onderweg: ook 1. Aantal keer wandelen onderweg: keer of 6. Aantal vuilnisbakken weggezet: 2 En dan komt het ergste: na een kilometer of 6/7 trekt het in mijn voet. Kramp of is de blessure terug? Ik maak me nog grotere zorgen. Ik ga iets harder lopen en het wordt minder, maar het trekt niet weg. Ik maak met moeite 10 kilometer vol. Net onder de 7 gemiddeld. Ik heb dan echt aan alle kanten het gevoel dat ik niet voldoe. En ik heb overal spierpijn!

13 juni – Een suffige duurrit

De onrust is nog niet over. Het is niks, het leven is teveel en sport even te weinig. Ik doe maar wat. Tempo en cadans en gevoel: allemaal net niet. Ik ga omdat ik morgen niet hoef. Ik doe maar wat, heb geen idee. Niet voor een route, niet voor een opdracht, niet voor een doel. Alles gaat toch anders. Ik zou heel blij kunnen zijn met de contractverlenging en de lovende woorden, maar er is weinig plek voor. Aardrijkskunde, dat ene ticket wat me niet alleen lukt, Rob die op reis gaat, de tri in zandvoort die een runbikerun wordt, geen vraag van wie-dan-ook (“en jij” zou genoeg zijn), te weinig interesse. Er is alleen de oneindige steun van Joyce en de brede lach van Vincent in de Mercedes aan het rijden. De rest is grijzig. Ook met een gele bril op. Die verduistert ook.

Ik eet ook weer slecht en ik voel me slecht en weinig waardevol. Zo fiets ik ook. Stukje bij beetje, bochtje en rechte weg. Piekerend, suffig en ergens vol jaloezie op ‘iedereen’ bij wie het vanzelf gaat of wie zoveel zorg krijgt van de overheid. Ik was ook blij geweest met anderhalf uur fietsen. Maar toen was ik nog niet thuis. Er was nauwelijks wind. En weinig mensen. Veel polder.

Hazen, een hertje, buizerds, een wilde kat. Het is het allemaal nét niet; tempo net geen 27, cadans de eeuwige 77, geen 2 uur en net 45km. Maar het was tenmonste droog. Het weer is ook saai. Like me. Is juni al voorbij? Nog lang niet he….

14 juni – Zwemmen in een warm, klein binnenbadje

Buiten zwemmen een half uurtje was het idee wat op het schema stond, maar nee, dat lukt niet. Dan dit maar. Binnen, korte reistijd, past overal net tussen. Maar het bad is klein en ik heb het ingesteld op 15m. Maar misschien is het nog wel minder? Achteraf denk ik dat het rond de 12 meter was, als ik wat tweak met de getallen. Vaak aantikken en keren en om de anderen heen zwemmen. Meestel ging het goed en ik heb geduld als het moet. En dat in het warme water. Ik voelde me onwijs een buitenbeentje! Alleen al omdat ik een badmuts op had 🙈 alles met achtje. Poepoe. Ik hield het onafgebroken een half uur vol. Doorzwemmers: zo heette de baan, dus ik zat goed. 😊 snel weer verder met de dag!

15 juni – een run bike run in Zandvoort in plaats van een sprinttriatlon

Toch ben ik samen met Joyce naar de wedstrijd gegaan. Hier staat het wedstrijdverslag.
En ‘s avonds lekker uitzwemmen. Niet om toch een triatlon te doen op 1 dag, maar omdat Vincent me er naar toe wil rijden!

Het was te doen, maar vermoeiend. Kort ingezwommen en toen de 450m: heel-armen-heel-benen-heel-school-heel-rug-heel. Benen wilden niet. Samen met W in de baan, die een uur extra zwom. Toen 700 m achter elkaar. Met stukjes sneller.

W voorop, maar ik weet niet wat sneller ging en of het wel genoeg was. Toen moest ik het alleen doen: 50-100-150-200-250 met eerste en laatste baan snel (dus de eerste 2 allebei) Daarna was het idee nog 100-25xnel-100-50snel etc, maar ik kwam tot 100-50snel-100-50snel-100. Toen nog een rond getal maken. Er was wel wat minder kracht. Daarna reed Vincent door de regen naar de snackbar voor de welverdiende hamburger! Ik ben moe, maar niet kapot. Al was het een hele enerverende dag.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2024-14a DTS Zandvoort sprint die een run bike run werd vanwege het weer.

15 juni
Niet mijn week. Zo ontzettend niet mijn week! 2 triatlons afgezegd, Vincent niet geslaagd, Rob die weg gaat. Maar ook een paar lichtpuntjes: contractverlening, feestje van het werk gisteravond (slecht eten dus) met leuke mensen en gesprekken en Joyce die mee naar Zandvoort gaat.
Het bericht dat de sprint in Zandvoort werd omgezet naar een run-bike-run kwam op donderdag. Ik zag ‘m al aankomen, gezien het weer: stormachtig en veel regen. De mail was duidelijk!

Rob is dit weekend naar Madrid voor zijn werk. Dus ik heb Joyce gevraagd mee te gaan. Ik had al een heel plan, maar nu werd het dus 1 wisselzone en lopen in plaats van zwemmen. Ik vond het lastig schakelen. Telt dit als een sprint triatlon? Nee he? Gelukkig vond ik nog een andere sprint triatlon die ik als “herstel-training” ga doen volgende week. Die begint pas in de namiddag. Dat geeft me ruimte. De RBR in Zandvoort zou om 9:45 al starten. Vroeg naar Zandvoort dus! Ik sliep maar matig, met buikpijn van al het eten. En toch op tijd opstaan, om half 7 en de laatste spullen pakken en voorbereiden. Joyce was op tijd. Vincent was er nog even bij. Volgens Garmin zit ik op de piek, maar zo voelt het niet…

Toen we naar Zandvoort reden, begon het bij Amsterdam te regenen. Later GOOT het echt. Akelig om dan over de kuipbocht te fietsen. We kletsen als vanouds onafgebroken. Ik ben blij dat Joyce rijdt. Ter hoogte van Haarlem merkt Joyce op dat ze niemand anders ziet met een fiets. Ook in Zandvoort niemand te zien met fietsendrager. Het is half 9, maar ik ben er niet gerust op! Ik weet dat veel mensen hebben afgezegd vanwege het weer, maar ik laat me niet op mijn kop zitten. Op het terrein zijn wel fietsendragers en ook mensen met een tijdritfiets en dichte wielen. Niet om ‘t één of ander, maar ik vind dat onverstandig met deze wind. Ik ga op de racefiets. Ik hoef niet te winnen. Nou ja…. Vorig jaar was ik op een paar seconden 4de. Dus ik heb wel iets goed te maken. We schuilen nog even in de auto. Het lijkt hierna droog te worden. We pakken de spullen en lopen het terrein op. Het is RUSTIG. Ik bedoel echt: geen drommen met mensen, geen drukte, geen harde muziek, geen onrust. Zelfs de WCs hebben geen wachtrij.

De crossRBR is al bezig, de rookies starten om 9 uur. Ik heb snel mijn startnummer in handen en plak de stickers slecht op.
Joyce vind het allemaal wel gezellig. We fabrieken een elastiekje voor haar haar, want het waait zo hard dat alles voortdurend in je gezicht kom. We schuilen even voor de regen. Het regent nog even als de briefing voor de rookies bezig is. Ik luister mee, maar de routes blijven me wat onduidelijk. Het is compact allemaal. Ik zet mijn doos weg, wat een slim besluit is: zo blijft alles droog. Tja, daarvoor race je in Ierland 😉 Mijn fiets waait om in de wisselzone! Ik moet de fiets ophangen aan de remmen.

De wind is extreem, zelfs voor polderbegrippen. De hekken waaien om. Organisator Lars heeft het er allemaal maar druk mee. Ik krijg een appje van SG en van thuis, maar ineens slaan toch de zenuwen toe. Wat als dat fietsen niet lukt of ik geen loopbenen heb vandaag? Ik heb de nieuwe schoenen aan voor de eerste 5km, er ligt een schaar in de wisselzone om de veters door te knippen als dat moet en ik heb groene compressiesokken aan. Kan Joyce me herkennen. Zij vindt het leuk en weet zeker dat het me gaat lukken, maar ik ineens niet meer. Ik ga in trisuit. Nummer moet meteen al op. Tijdens de briefing ga ik naar de WC en ik hoef niet, maar ik heb wel krampen en dat is auw. Ik luister toch nog eventjes mee, maar ik heb het gelukkig daarstraks al gehoord. En dan gaan we. Pang.

Weg is iedereen! Wat een enorm hoog tempo kan iedereen aanhouden! Ik loop onder de 5 minuten en wordt aan alle kanten ingehaald. Abnormaal zeg. Ze schreeuwen de route en dan het circuit op. Nou ja, ik doe maar wat ik kan. De eerste kilometer gaat in 4:40 en dat is wat te gortig natuurlijk. Dan omhoog over het hele steile stuk en ik verlies even de controle en glij zo’n beetje. Omhoog lopen vind ik niet zo erg, maar scheef…

En dan binnendoor.Er zijn al fietsers. De zon schijnt. Werkelijk! Maar het waait zo hard dat mijn haar die niet allemaal in de vlecht past in mijn gezicht waait. Dan een stukje terug en de wind is wel echt een dikke rem. Ik kan dat best en haal weer wat mensen in. Te snel gestart, denk ik dan grimmig. Iemand staat me heel hard aan te moedigen, maar ik zou niet weten wie het is. Ik hoor heel veel hekken vallen en denk: niet mijn fiets!!!! Dan gaan we het terrein weer op. Ik zwaai naar Joyce.

Ja, weet je: dit gaat best oke zo! Een beetje rennen – ach. De fietsen staan nog overeind. Onverhard rennen en door het spekgladde tunneltje. Ik denk even aan elders en hoe druk het hier was bij de Zandvoort Circuit Run. Het blijft droog, maar de wind is echt stevig-stevig. Dan de oversteek en daar is de wind om de flats echt even abnormaal. Mensen halen me nog steeds in. We komen op de boulevard met wind mee. Ik zie de zee die enorme golven heeft. Snap ik, dat we daar niet zwemmen. Ik neem de wind maar gewoon mee en er valt een gat. Alsof ik de laatste ben. En wat dan nog… als de rest voor me dan maar jonger is, haha. Belachelijk, want mijn tempo ligt op 5:10 ofzo, dus het zou wel maf zijn als iedereen harder kan lopen dan dat. De schoenen zitten perfect, kort/kort is ook uitstekend. Dan weer terug het terrein op. Ik zie nog iemand van de crossRBR en glibber nog een keer de tunnel door. Ik heb auto-sport aanstaan op het horloge: dan wisselt Garmin zelf van sport; van lopen naar fietsen en naar lopen. Ik ben benieuwd, maar ik denk opeens: het moeten wel 5 kilometer zijn voor de badge! Als ik Joyce voorbij loop en richting de wisselzone ga heb ik ‘m. Dat roep ik naar haar.

Ik loop bijna verkeerd en dan hup, de fiets zoeken. Dan begint een staaltje beginnersgepruts. De schoenveters zijn zo los, maar de helm wil niet uit de krat. Dan waait de deksel van de krat weg en moet ik daar achteraan op 1 fietsschoen en 1 loopschoen. En dan de bidon achterlaten, maar in de krat anders waait die ook nog weg. Anyway: mama zet weer eens thee in de wisselzone. Maar ook ik ga met fiets, helm en startnummer gedraaid naar de opstapbalk. Daar ligt meteen een plas. De tijdwaarnemingsmat is weggewaaid en wordt net weer opgespannen! Wat een bruut weer zo. Gelukkig is het droog. De kombocht. Je kan onderaan prima blijven fietsen, ondanks dat er veel fietsers zijn. Hoge versnelling. Dan het rechte stuk op. Ik moet even ‘settelen’: inklikken, kijken, een ritme vinden.

Tarzanbocht eng door. En dan pakt de wind je op het eind van de bocht. Omhoog ploeteren en dan binnendoor omlaag en dan weer omhoog. Het valt me mee, dat stukje. Dan heel hard omlaag en weer omhoog. Dat vind ik wel leuk.

Ik durfde in Ierland 60 te rijden, dit is breder en ervoor gemaakt! Dan weer een bocht waarin de wind je pakt. Ik ben op mijn hoede. Achteraan op het circuit is de wind fors en lastig. Ik schakel veel op en neer. De bochten zijn met de wind en de hoeveelheid fietsers net lastig. En als je dan denkt dat je alles hebt gehad, krijg je op het zelfde stuk als bij het lopen, vol wind tegen en het gaat omhoog! Dat kan ik wel. Nog een paar s-bochten en dan ben ik er al weer. Het tweede rondje gaat al beter door de kombocht. Het rechte stuk ga ik even helemaal los! Hier kan het! Joyce zie ik ook.

Ik begin er de lol van in te zien. Tarzanbocht door en even een stukje persen. Gek genoeg haal ik mensen in. Vrij veel. Ik weet niet in welke ronde ze zitten en ik ben verbaasd over hun 300-nummers. Rookies nog? Het zal wel. Ik ga echt helemaal los op de afdaling en de stijging daarna. Pak ik vol snoeihard mee. Voor mijn collega die me gister zei dat ik dat wel moeilijk zou vinden. Nou niks Jo, ik doe het voor jou! En voor mezelf. Even ploeteren en iemand in de bocht die me bijna omrijdt, wat gek is met zoveel ruimte. Het stukje waar ik mijn kuiten voel en dat ook durf en dan zit het tweede rondje er ook al op! het tempo zit er nu redelijk in.

Het rechte stuk pak ik snoeihard mee. Even lijkt het me wel genoeg: nog 3 van deze rondjes, ammehoela. Ik had iets moeten eten. Mijn horloge doet even moeilijk over een verbinding en ik ben bang dat ik teveel wegklik, maar het gaat goed en ik zie weer wat ik aan het fietsen ben. In het derde rondje wordt het al wat rustiger, maar nog niet echt extreem. Ik zie ook veel lopers: zou ik toch zo ver achter liggen? Het moeten wel rookies zijn, maar dat is dan weer langzaam. Ach wat – ik mag weer omhoog en omlaag en iemand kletst even tegen me dat er zoveel wind is. Yeah. Deal with it. Ik vind dit echt heel erg leuk op het circuit.

Ik heb het al tig keer gedaan, maar deze keer vind ik het superduperleuk. Met dat idee pik ik het weer op. Ik weet waar de wind het overneemt en calculeer het nu in. Daardoor krijg ik het gevoel van controle weer wat. Ik zie wel mensen die het moeilijk hebben met de wind enzo. Kom op zeg, maar ik vat je ook wel weer. De kombocht weer door. Het rechte stuk en ik ga liggen. Ik zie Joyce juichen als een trekpoppetje en ik lig hardop te lachen. Ik heb mijn eigen harlekijntje bij me! Geweldig! Het gaat de goede kant op: nog maar 1,5 ronde en het tempo is echt oke. In de vierde ronde is het stuk waar ik tempo maak LEEG. Ik wil wel schreeuwen, maar ik fiets me helemaal er doorheen en geniet tot in mijn fietsschoenen. Nog even de wind tegen langs en het is nu echt rustiger duidelijk. Er fietst iemand in de weg op een gewone fiets, maar het is een videograaf. Apart ja.

Nog 1 rondje. Weinig meer te verliezen. Dus ik ga een stuk rücksichtsloser de kombocht door, ik ga liggen en kijk nog even naar de klok, maar ik zie wel wat ik kan halen en ik blijf al de helft van de Tarzanbocht trappen. Even vind ook ik naar boven lastig en dan zijn er meer mensen op het stukje waar ik vaart maak, maar het is zo ruim dat circuit. Ik waan me eventjes een coureur! Wat me zorgen baart, is dat ik niemand met een medaille zie. Zouden ze er toch nog niet zijn? Sjit, dan moet ik toch azen op een podiumplaats, want ik moet wel íets hebben! Anders had ik misschien nog een zesde rondje wel gewild. En dan naar binnen toe fietsen. Ik heb de twintig gehad, zie ik zowel op de fietscomputer als op het horloge. Het auto-wisselen werkt.

In de wisselzone is het druk. Mensen die wisselen, mensen die hun fiets ophalen, mensen die voor de OD hun fiets neerzetten. Ik wissel nu wel netjes op tempo. Ik slinger er langs en ga weer rennen. Het is nog steeds droog en zonnig zelfs. Ik zwaai naar Joyce en ik heb het naar mijn zin.

Nog maar 2,5 kilometer hardlopen: hoe moeilijk kan dat zijn? Nou… De OD is gestart en die moet rechtdoor en ik linksaf. Ze roepen het en toch mis ik de afslag. De vrijwilliger rent met me mee en ik kan tussen de paaltjes door het tunneltje in. Een post, een slok water. En dan een verrassing: we moeten omhoog! Richting de zee. Lekker bedacht ja.

We mogen ook weer omlaag, dat wel. Niet dat dat beter is, want die kuiten voelen dat ook! Ik blijf rennen, dat zeker wel. Ik zie dames achter me, dus ik ben niet de laatste ook. Dan komt het moeilijkste stukje: de parkeerplaats over tegen de wind in. Saai, recht, eindeloos en zwaar. Ik denk aan de race in Ballinskelligs die ook niet doorgaat en aan alles wat mis is gegaan en dan komen de tranen vast door de wind… Ook hier stop ik niet voor, want ik moet en zal nu finishen en zo snel mogelijk ook. Aan het einde van de parkeerplaats gaat het omhoog – doe normaal en daarna onverhard over de andere parkeerplek. De andere oudere vrouw haalt me in, maar ik kan echt niet aanhaken. 1 Man waar ik eigenlijk de hele tijd mee op heb geracet in zijn blauwe trisuit ook, maar dat is een man. Boeitniet. Nog een keer door het gladde tunneltje.

Er zijn nu ook OD lopers. Het heeft niet geregend. Geen druppel. Dan naar de finish. Ik juich en ben blij!

Geen idee of ik snel was of niet. En dan krijg ik de ‘medaille’: een beker! Hij is fantastisch. Ik eet twee spekkies en drink vooral even wat water. Ik vind Joyce al snel weer en ik ben gewoon heel blij. Alles behalve de wissel ging top. Joyce heeft met mijn toestel foto’s gemaakt. Ik heb het niet koud gehad en vooral het racen op de fiets vond ik hartstikke geweldig. Van Joyce moet ik dat blije gevoel even goed vasthouden en me vooraf al moet realiseren dat het ook gewoon voor de lol is. Zij zag me alleen maar lachen en ook veel andere mensen die alleen maar voor het plezier mee deden. Joyce gaat plassen en ik bel met Vincent en app met Rob. Dan gaan we op zoek of we moeten blijven voor een podium. We komen MD tegen, de altijd lieve gast van de TVA. Uitslagen zijn te vinden via een QR code en ik vind mezelf al snel: tweede dame 50+!! Hoera, hoera! Ik eet de broodjes op, want ik heb gewoon trek. Jas aan en dan wachten. Ik haal mijn fiets en spullen snel, want die heb ik liever bij de hand met deze stormachtige wind. Het wachten duurt best lang, ze moeten veel tellen. Ik ben zeker tweede, want ik heb genoeg gefietst. Die andere vrouw haalde me inderdaad in bij het lopen. Ondertussen kan ik gewoon rondhuppelen en ik ben echt niet extreem moe ofzo. Eigenlijk is dat best gek. Dan de beker ophalen! Ik moet er niet aan wennen hoor, om op het podium te staan 😉

De beker is geweldig. We gaan nu weer terug. Het is wel drukker, maar niet overvol of onoverzichtelijk. Ik wil Joyce nog graag de beklimming laten zien en we wandelen nog op en neer, maar we zien de zee nu alleen uit de verte. Dus we lopen nog wel even naar het strand, nu we er toch zijn.

Wij snappen niet dat andere dit laten vanwege het weer. Het was de hele tijd droog! Wel veel wind, erg veel wind, maximaal veel wind, maar geen regen. Ik wandel moeiteloos mee. We gaan weg rond een kwart voor 1 en de reis die dan volgt is monsterlijk. We rijden een file in voor Schiphol en vervolgens steken we werkelijk heel Amsterdam door om aan de andere kant de A10 met de klok mee te volgen. Het is allemaal stapvoets en rustig rijden. Vreselijk. Ik ben blij dat Joyce rijdt. We kletsen ondertussen ook aan 1 stuk door. En dan is mijn telefoon leeg. Een kleine ramp, maar het voelt ook oke. We moeten nog ergens plassen. En als we eindelijk op de A1 zijn en kunnen rijden, regent het weer pijpenstelen. Ik vind mijn beker wel leuk, maar ook schaam ik me een beetje. Ik ga niet diep en ik ga er ook niet echt voor: ik ben gewoon van een zekere leeftijd inmiddels.

Het is drie uur als we eindelijk thuis zijn. En nee, ik ben gewoon niet kapot. Ik ben wel snoeperig. Maar nauwelijks echt moe. We kijken nog iets na van aardrijkskunde en dan gaan we nog zwemmen. “Doe jij toch een triatlon”, zei Annemarie gisteren. Het is belachelijk dat het normaal geworden is. “Ik ben er ook aan gewend”, zegt Joyce. Het was een mooie ervaring, schrijf ik naar Annemarie. Maar doe mij maar zwemmen erbij.

Een beker, een tweede prijs en een ongebruikte badmuts. Dat vat het prachtig samen.

Categories: Wedstrijd | Tags: | Leave a comment

2024-13

1 juni – Zwemmen vanuit de tenen.

Het kwam uit mijn tenen, dit gezwem! Een drukke dag, veel autorijden, geen hardloopschoenen kunnen vinden en vroeg opstaan en onregelmatig eten. Ik ben vermoeid en heb teveel suikers nodig. Dit is de eerste dag dat ik de WeightWatchers niet afmaak met invullen. Ik doe alles met achtje, maar absoluut zonder zin! Ik zwem maar 100m in. Dan de 500 alle slagen (heel-armen-heel-benen-heel-school-heel-rug-heel) Daarna 400 of 450 achter elkaar: 50 rustig, 50 sneller, 50 rustig, 100 sneller, 50 rustig, 150 sneller. R zwom de hele tijd voorop. Toen 200m rustig (15’Pauze), 200 sneller, 100 rustig, 100 sneller, en dan 4×50: rustig, snel, rustig, snel. Ik deed een snelle vooraan. Mijn energielevel was laag. Daarna in 50 meters: poloslag, 1op2 ademen, 1op3 ademen, 1op4 ademen, 1op4ademen, 1op3ademen, 1op2 ademen en poloslag. Ik zwom nog 100m uit. Best een dapper uurtje, want zin heb ik niet meer gekregen. Wel in friet en M&Ms. Daar heb ik dan weer wel aan toegegeven.

2 juni – Het zwemstuk van de NPW triatlon verkennen met L & M en een halve marathon lopen

iIk vond het best vroeg voor een zondag 😆 M reed gelukkig, dus ik kon mijn pak al aan en LS was op tijd. Ik had alles bij me. M de eerste keer buiten, LS nog een beetje angstig buiten en ik vind het spannend omdat ik me verantwoordelijk voel. Ik liet LS alles zien en toen zwommen er lieve eendjes en konden we via de steiger.

Het water was koud! Viel even tegen. Ik bleef vlak bij LS in schoolslag en blijven praten. Navigeren naar de boom, rust bewaren. Rustig aan de borstcrawl laten doen. Niks overhaasten. Als ze gaat zwemmen, gaat ze lekker door! De kou is er af. Naar de boei. Mijn horloge is van de leg en denkt dat ik al 500m in toptempo heb gezwommen! Bij de groene boei wel even echt pauze en stilgezet. Heb ik bekend dat ik een sprookjesonderwaterwereld bedenk in plaats van enge dingen. Ik zwom om naar de rode boei en dan even aanzetten om ze in te halen. Voor hun een mooie smoes voor pauze 😉 en dan naar het trapje toe. LS ging er uit en M ook. Ik zei ze nog snel het pak uit te doen. Ik ging zelf nog een keertje heen en weer. Even onafgebroken zwemmen nu ik er toch ben. Boei uitwisselen en op lap drukken. Mijn armen waren wat gevoelig nog van gisteren (en nog een beetje spierpijn op de borst van de bootcamp), dus rustig aan. Geen wedstrijd. Ik maak me dan al zorgen dat ik vanmiddag nog zo ver moet lopen en of ik dat wel kan en wil of moet zeggen of dat ze me dan echt gek vinden. Ik heb niks gezegd. 😇 ze vinden me toch al raar. Ik zwom gewoon strak heen en weer, adem 1 op 4 en haal krachtig diep onder me door. Het ging wel aardig. Het trapje op blijft een dingetje. Toen kwam LS te laat voor de foto, maar ik vond het best. Pak uit, auto’s kijken, best kil, maar niet te koud. Achteraf had ik nog even moeten kijken: ik heb precies 500m gezwommen en die gingen in 11 en een halve minuut. Volgens mij heb ik ooit ‘gevierd’ dat ik binnen 12 minuten kon, dus voor een traininkie is dit wel superbest. We reden nog langs het hardloopparcours. Ik op 📱 zij kletsen over 🐎 Garmin vond het zo koud, dat ik de badge voor Poolzwemmen heb binnengehengeld.

En dan ‘s middags de halve marathon lopen. Er staat een training met inlopen, 4 keer 3km (waarvan 2 op tempo) en uitlopen van in totaal 2 uur en 5 minuten. Ik ga eens niet rondjes om het huis. Dat ken ik wel. En ik zal moeten leren zelf de voeding mee te nemen.  ‘Als je niet goed voelt, mag je afbreken’, heeft Annemarie gezegd. Ammehoela. Muziek aan, nog een keer of 3 naar de WC en gaan! Zoals het ging heb ik weer voort gerend. Ik kan het niet anders zeggen. 35min z1/2 wind tegen en rustig aan. Ik ken de route en zie wel of het lukt. In zone 1/2 loop ik 6:05/6:10. Viel me wat tegen, ik had gehoopt met de wat hogere hartslag iets sneller te kunnen, maar wind speelt dan toch een rol. En accepteren dat het is wat het is op dit moment in de training. Elke 2,5km een foto en een selfie.

Ik at elke 5km een fruit gellie en drinken. 1e x wandelend. Dat kwam mooi uit!

Daarna moest ik 4x2km op 5:45 lopen met een kilometer rustig aan. Ik had me vergist met de wind op de dijk, die had ik in het tweede blok tegen. Da’s effe pushen dan. Maar niet te veel, want ik moet nog lang!

Voor mij is de voeding en onderweg de bosjes in het lastigst. De 2de keer “at” ik in de bosjes ‘zittend’. Wat erin en wat eruit zeg maar 😉

Ik heb zelf een camelbag bij me; moet enorm opletten tijdig te eten en ik kon pas op 10km de bosjes in (want daar was de virtuele post; elke 5km). Ik hoop dat ze in Duitsland Dixies hebben!

De derde en vierde keer ‘harder’ had ik wind mee langs de Oostvaardersplassen en dat was makkelijker, ware het niet dat de derde keer onverhard was.

Kotterbos ook door. Oude mensen op de ebike (ze haalden me in) vroegen waarvoor ik train en dat ze zelf ook halve marathons hadden gelopen – I love it. En de vierde keer versnellen viel gelijk met een gel eten die verkeerd viel zonder vocht, dus ik moest er misselijkheid uit lopen in een rustkilometer. Dat was niet fijn, maar ik hoefde net niet te kotsen. Wel even gewandeld.

Het is geloof ik allemaal gelukt om alle 8 de ‘snelle’ kilometers in 5:40 te lopen. Ik liep nog uit langs de rustige wegen en langs de Evenaar.

Uiteindelijk weer ietsje sneller dan vorige week (!!). 2 uur en 5 minuten (2:08:37 incl poeppauze)

En weer doorrrrr. Er volgt nog meer, en ik ben blij dat ik juni qua schema nu weet. Dat voelt geruster. Thuis vet diarree, maar na een warme douche voel ik me weer prima. Beetje heel licht stijfjes. Ik had muziek op en de witte schoenen aan. Ik heb ‘s avonds nieuwe Asics gekocht die er op lijken qua gevoel. Ik ben een beetje verbrand in mijn snoet.

3 juni – hardloopschoenen uitproberen en bootcamp – Vincent ging mee

ze zitten bijna zoals de witte! N het begin wat weinig tempo, maar dat bleek er op het einde toch in te zitten. Vincent liep mee die net 15km duurloop had gedaan. 2km naar de bootcamp. Toen met een mevrouwtje een mile samen verder.

Daarna met Vincent alleen het grote rondje afmaken en tempo oppakken. Kan prima. Ook onverhard. Aan de schoenen ligt het niet.

Toen de Bootcamp. De trap samen met J. Ze moesten op me wachten. We jogden terug al kletsend. En toen het eerste rondje. Daarna heb ik mijn horloge gereset. Beetje dom he. Maar het was de hele dag al maandag met taalfouten, domme antwoorden en gekkige dingen. Ik was niet vooruit te branden qua werk maar… we hebben alle geparkeerde tickets doorgelopen!!! Bij het eten was ik er ook niet bij en waren we laat. Toen was proschema ook nog een gespreksonderwerp en ‘k had al weinig trek. Eigen schuld. Iets met lekkere dingen. En dan was ik ook mog eens wat kortaf vandaag. Sommige dagen gaan gewoon voorbij.
Tweede rondje boogtcampen en de dennenboom en ik deed verrekest mijn uiterste best en dus gedegen en langzaam en dan moesten ze weer wachten. Nou vette pech. Ik deed net iets meer maar het helpt allemaal niks. Mijn gedachten gaan van hot naar her. Buikspieren is nog het leukste tegenwoordig. Ik voel me schuldig dat ik teveel doe en dat dat niet mag van Annemarie en de schoenen zitten goed. En ik wilde fietsen voor de badge maar dat zit er niet in. En ik was moe. Maar ook blij dat ik zo sterk ben. Ik dacht aan DM uit Ierland. En ik moet dingen navragen bij de “lauzitsers”. En ik moet bij Manuel langs. En de vuilnisbakken. Ik doe het allemaal maar het gaat niet snel of enthousiast. Ik heb geklooid met Garmin en ik weet niet of iemand het nu nog ziet maar dat zal me verdommen. Zelfs m&ms zijn niet meer lekker. Go raibh maith agat.

4 juni – Twee keer fietsen en een koppelloopje op de koop toe

Het voelde allemaal wat energieloos. Dit was de training die voor vandaag op het schema stond:
100 minuten, maar toen ik de training uitschreef was het korter. 35 min infietsen van gemaakt. Ik ging met Vincent op de tijdritfiets. Rondje ovp. Maar eerst kijken of ‘n auto er is. Het ging allemaal maar moeizaam. Gewoon niet makkelijk. Wind mee op de dijk wel hoor, maar dat is dan weer too easy! Ik moest 10 minuten aanzetten. Dat ging ook wel weer prima. We stopten even bij het bankje.

Toen een stukje kalm aan. Vincent had het ook niet vanzelf vandaag. Ik moest 5 minuten wedstrijdtempo. Hij laat me dan gaan en haalt me weer bij haha! Ik mijn dikke best doen en hij kan mee. Dan 2 minuten rust. We reden tussen de ‘poppies’ door en stopten voor een kiekje.

Toen de trekweg ging Vincent me voor. Ik deed ook mijn best en het ging best! We hadden wind tegen. Ik vind links rijden leuk. Het was lekker rustig.

Ik ging nog een blok alleen op de open Trekweg en dat was even werken! Toen reden we saampjes de hele trekweg af. Ik had totaaaaaaaal geen zin meer. Maar we gingen wel door tot 40km. Vincent moet er 60 maken, maar eerst gaan we thuis lunchen. Het gemiddelde is aardig, maar de cadans is minder. Ik had geen zin in een koppelloopje. Eerst eten.
Ik ben wel enorm afgevallen! 99 dagen ww en 9,9 kilo!
En mijn vo2max voor fietsen zit boven het mogelijke! 52 van de 50. 😂😂😂😂

En dan gaan we ‘s middags weer fietsen. Met L en M, waar ik zondag ook mee gezwommen heb. “Oh, als je vanmorgen ook al hebt gefietst, ben je dan niet moe?!” vroeg ze. Ik ben in een permanente staat van ‘moe’. Dat hoort bij trainen. “En je huishouden dan?” Dat doe ik óók. Dit is voor mij een plezierritje. Het hoeft niet hard, op de racefiets. Enorm wennen op de racefiets zeg. En er staan idiote paaltjes op het pad, geplaatst door onze buurman. Zoiets maakt me ontzettend pissig. We fietsen door de stad. Vincent en ik voorop en ik vergis me wat in de route, maar het komt goed. We houden m&l uit de wind. Op de rotonde stoppen we even.

Vincent gaat er effekes vandoor en ik kan dat ook. Ik fiets wind mee met L mee, ze zit raar op haar fiets. We laten de wisselzone zien en fietsen dan ook nog een keer het looprondje. Anderhalf keer. Alles gaat lekker rustig aan. Dan de dijk op. Ik heb een enorme hongerklop. Eet de gellie, maar dit heb ik verloren. Jammer. Ik fiets met M op de dijk wind mee en maak een foto.

Ohja, telefoon lastig terug te stoppen. Ik ben wel vermoeid, niet kapot of dat het niet meer lukt, maar “zleepy”. Ik ga mooi niet zwemmen vanavond. Even goed slapen lijkt me beter. Dat geeft me rust. Dan langs de plassen. M gaat naar huis en wij rijden met L langs de Evenaar. Alles bij elkaar toch dik 70 km gemaakt. Dit gemiddelde was echt laag, 24. De cadans is wederom even laag als vanmorgen. En de wasmachine is ook klaar. Ikke nog niet. Koppelloopje is koppelloopje. Vincent moest alles bij elkaar 60km fietsen en daar zag ie tegenop, dus dan in 2 blokken en dan is het te doen! Hij zat er vet overheen, maar auto pause wordt nu wel belangrijk voor m, want die heeft hij niet aan. Handmatig alle korte stopjes noteren zorgt dat ie wat kilometers mist.

Koppelloopje

De andere schoenen aan. Andere nieuwe. Ik neem de sleutels van ons oppashuis mee en ga even rustig rennen. Ik slinger een beetje door de wijk en het gaat best goed eigenlijk! Gewoon lekker doorlopen, het zijn maar een paar kilometer. Een kwartiertje stond er op het programma en die maak ik vol. 2,5 kilometer.

5 juni – Een lange treinreis, werkdag en valsspelen voor de Wereld Hardloopdag

Soms mag je valsspelen. Ik zag het iemand doen die ik hoog heb zitten met een dagelijkse activiteit en ik zag mensen die dit tempo voor een minuutje volhouden, ook als hardlopen bestempelen. Ik slaap te slecht voor de badges en het gaat volgens de data heel erg slecht, maar ik maak van dit wandelingetje hardlopen, anders komt het er niet van op Global Running Day. Iedereen heeft er wel tijd voor, maar ik niet: ik zit uren in een vertraagde trein (uitzicht op de foto)

en werk en ga naar Vis a Vis theater. Ik moet ook weer vertraagd naar huis. Tijdens de middagpauze wandeling maken we geweldige werkafspraken, dat dan weer wel! Dus deze badge telt mooi mee!

6 juni – Inlopen naar de Bootcamp Nation

Hardlopen ging wat moeizaam. Blauwe nieuwe schoenen. Gewoon loslopen.

Ik heb echt goed mijn best gedaan bij de Bootcamp! Vond het wel leuk om de uitdaging af te wisselen met wat makkelijkers. Soms trilden de spieren. Grappig clubje. M voor de helft van ons totaal, een fitnessmeisje, 2 indiers en een dumbo. Ik kan alles als ik maar denk aan het allermoeilijkste wat ik ooit heb gedaan. Teveel gesnoept vandaag want slecht geslapen. Voel me niet feestelijk vanwege het rijbewijs maar vooral wat oud. Mijn kindje is niet meer. Nooit meer. Ik maak me persoonlijk grote zorgen over de npw en trizandvoort en examenuitslag.

“Het schema voor de marathon is niet zwaar, het leven er omheen is zwaar.”
“De zwaan is boven water krachtig en sierlijk, maar onder water werkt ze zich een slag in de rondte”

7 juni – Een lange duurloop met een lieve vriendin en een nare ervaring bij het zwemmen

De korte versie: Met Joyce op de fiets naast me. Van…. Naar…. Met haar auto naar Harderstrand. De dijk af wind mee ging lekker soepel. Na 10km poeppauze. Onverhard op 14km is me wat. De stomme alikruikweg. Zwaar op de oldebroekerweg. Pauze en kokken over de helft. 21km in biddinghuizen en dan een flinke bui. Doorlopen. En dan begint het grote Harken. Te weinig voeding. Nog een keer diarree. Laatste 3km loodzwaar. Wilde 30 niet eens volmaken! Maar geen pijntjes verder. Die stomme voeding weer.

De langere versie: Joyce ging met me mee. Op de fiets. Ik reed naar Joyce toe, zij had haar fiets op de fietsendrager en we gingen naar het Harderstrand. Ik had de muntjes bij me om te parkeren. Ik kon mijn bidons bij haar kwijt in de rugzak en had zelf de fruitgellies bij me. Ik moest 8 blokjes lopen van 20 minuten duurloop + 1 minuut sneller + 1 minuut rust. Als je zo kijkt, valt het mee, maar het gaat om 2 uur en 56 minuten. En dat staat garant voor een kilometer of 27-28. De route is 28,5 kilometer terug naar Joyce’ huis en dan halen we vanmiddag haar auto weer op met mijn auto. Maar eerst hardlopen! Rustig aan gaan doen.

Ik heb op de dijk wind mee. De zwaanuitspraak komt van Joyce. Ik zie elke keer als zij even voor iets moet stoppen een zwaan! De eerste keer fietst ze terug om mijn zonnebril te pakken. Later krijgt ze een telefoontje. Ik loop lekker. Het gaat goed, ik voel me ook goed. Mijn hartslag is lekker laag en we kunnen nog volop kletsen. Ik ook. Na een kilometer of 4 heb ik al de minuut rust en ik eet een fruitgellie en drink vooral. Ik ben wat dorstig.
Ook het tweede blokje gaat helemaal zorgeloos prima en gemakkelijk. Joyce moet even bellen en een zwaan klappert voorbij.

We lopen langs de ThumbsUp en langs het water en de kilometers gaan voorbij. Ik weet best dat hier de moeilijkheid nog niet ligt! Het is eigenlijk niet druk, we zien bijna niemand. De ene kilometer gaat opeens sneller dan de andere, maar ik zal er maar niet echt op letten. Als ik op mijn horloge kijk, zie ik staan dat ik nog 21,1 kilometer moet lopen. Dat is een rare gewaarwording.
Dan moet ik na 10km opeens voor de grote boodschap de bosjes in. Grappig genoeg is dat precies dezelfde plek als toen we deze route samen liepen in oktober! Het is een flinke kilo minder die ik mee hoeft te nemen.

We wijken van de dijk af en gaan richting het Spijkbos. Over een heerlijk fietspad. En langs de zonnepanelen die gewassen worden en dekking bieden aan geitjes. We zijn vlak bij Walibi. Het lastige is dat ik even en op de route en op de looptijd moet letten. Na 13 kilometer lopen we het bos in. Onverhard.

Joyce lacht me hard uit: tuurlijk, ga je in je lange duurloop onverhard lopen, wie bedenkt dat?! Nou, Garmin voor mij. Ik vind het wel leuk. Dan maar iets minder snel hoor. We horen de mensen gillen in de achtbaan. Joyce zou daar absoluut niet willen zijn, ik ben jaloers op stil zitten op een stoeltje.
We komen weer verhard te lopen en de kleur van de lucht is mooi.

Ik realiseer me dat ik naar de Alikruikweg loop waar ik in het rondje om Biddinghuizen vreselijk heb lopen afzien. Ik zit intussen op 15 kilometer en het gemak van het begin is er af. De hele gesprekken laat ik over aan Joyce. Daar is ze goed in! Het tempo neemt af. De bidons moeten gewisseld worden en ik blijf netjes eten. Ik ben op de helft en qua timing gaat het best redelijk!
De Alikruikweg valt mee, maar ik zie erg op tegen het stuk terug naar Biddinghuizen omdat ik dan wind tegen zal hebben ook nog. De Oldebroekerweg is niet beter, ook niet in mijn gedachten. We gaan richting de vervelende 16 kilometer. Na het vijfde blokje doen we een stopje. Midden op de weg. Er is toch niemand. Het is lang goed gegaan, maar ik moet kokhalzen van het gelletje. Ik eet ‘m op, maar niet van harte.
Het zesde blokje doet Joyce het praten en ik het lopen. De eerste van de 3km gaat lekker op tempo, maar daarna neemt het wat af. Wind tegen is minder erg dan ik dacht. We lopen Biddinghuizen in.

En dan gebeuren er een hoop dingen tegelijk: Vincent appt me. Ik loop de halve marathon vol in 2:17 uit-thuis-tijd (incl pauzes) of 2:11 en ik moet versnellen. Als ik in de rust zit, sla ik de gel over en begint de regen. Joyce doet haar jasje weer aan en de regen wordt een flinke dikke stortbui. Wat kan ik anders dan doorrennen?

Het is frustrerend om op de bordjes te zien dat Dronten nog steeds 7 kilometer verder ligt. Ik ben er bijna, maar toch ook niet. De regen houdt op en ik ren weer verder. Het voelt weer iets beter. Hoeveel is het nou eigenlijk nog ook… Maar het onderwerp “marathon lopen” schiet ik snel af. Het pad is alweer droog. En dan in kilometer 24 moet ik opeens weer! En redelijk snel ook. Ik ga gewoon langs de drukke weg zitten. Niet smakelijk en vooral ook vervelend, maar het kan niet anders. Ik ga het waarschijnlijk halen met de route. Nog 1 blokje, nog ongeveer 4 kilometer.

In kilometer 25 gaat het mis. Eigen schuld. De voeding is op. Ik heb twee keer overgeslagen en daar staat ie weer: de man met de hamer. Je zou zeggen dat ik het intussen moest weten, maar helaas… Joyce neemt het praten volledig op zich en ik luister graag en moet lachen. Maar van binnen is het behoorlijk op. Ik voel me dom. We zien in de verte nog een waterhoosje, zo zien we later. Ik vergeet de foto. Nu durf ik Joyce wel te beloven dat ik de 30km achterwege laat. 27km gaan uit-thuis in 3 uur. Het tempo gaat sinds kilometer 25 sterk omlaag, maar ik let er niet meer op.

We doen de korte ronde in het park. Het is grappig als Joyce iedereen groet en zegt: ze zouden omvallen als ze wisten dat je 27 kilometer gelopen hebt. Maar het dringt net te weinig door. Niet meer doen Anke, te weinig voeding nemen. Ik hark de laatste kilometers bij elkaar. Hoe moet ik er nog 12 extra lopen? Maar laat ik me daar nu nog maar niet druk over maken. Met wat extra eten komt het vast voor elkaar, slik. Met 28 kilometer zit de opdracht er op. De route perfect gemaakt! Ik maak 28,5 kilometer vol. Gemiddeld volgens Garmin 6:16 en uit-thuis is 6:35. Die laatste is wat jammer.
Ik drink nog een bidon leeg. De honger valt mee. De vermoeidheid ook. Spieren of pijntjes heb ik niet. Wat bof ik toch ontzettend met een vriendin als Joyce! Onbetaalbaar.

Buiten zwemmen.

Deze zwemactie buiten was geen succes. Het is niet echt geschikt voor publicatie, want dat zou (onnodige) zorgen opleveren. Ik hou het er op dat ik midden op het water enigszins in paniek ben geraakt. Het nadeel van water is dat je dan geen kant op kan. Letterlijk en figuurlijk. Al met al heb ik ook een rondje om het eiland gezwommen. Het was koud, ver en moeilijk. Maar ik heb het overleefd. En een hoop van geleerd, zullen we maar denken.

8 juni – fietsen met grafwind en een rotbui en zwemmen bij de tva

Ik stond (lekker laat) op en…. heb NERGENS last van. Een schuurplekje bij mijn aars en even een trekkerige linkerachillespees, maar verder NIKS. En dat snapt mijn hoofd niet. Het voelt alsof er toch íéts zou moeten zijn. Mijn hoofd kan er niet bij. Ik geloof het niet. Ik vóél me namelijk een slechte, slome, onwaardige triatleet. Belazerd door de lachende vriendjes die harder, langer, sneller kunnen. Fietsen en zwemmen dan, lopen niet. Al is mijn tempo ook wat sneuig natuurlijk. En dan zijn er net zulke buien buiten als ik heb: donker, heftig en lastig. Ik heb geen zin om te fietsen. Wat moet ik bewijzen, waarom zou ik weer 2,5 uur gaan klungelen? Ik wil naar Muiden en 60km halen. Maar er is wind. Fuckin freakin veel wind. En die heb ik tegen tot Muiden. In de stad is het al kut. Ik luister muziek, maar de somberheid heeft de overhand. Het tempo is megalaag. Ik zoek mijn weg en dwaal door Haven. In het Kromslootpark is het even leuk met alle schaapjes en minder wind. Maar de brug op met tegenwind en vermoeide benen is K U T. En langs de snelweg wind tegen is ook NIET LEUK. Bij de kruising wacht ik heel lang en twijfel om in te korten. Ik ben het zo zat! Maar de wil overwint. Nog 4km tegenwind naar Muiden toe. 23 km in een uur. Om te janken. Daar helpt geen mooie nieuwe helm aan.

Dan wind mee op de lege leuke zonnige weg met uitzicht op kasteel. Een beetje leuk, maar vrolijk zit er niet in vandaag. Dan door Muiderberg hobbelen en weer de brug over, dit is beter. Dan langs het drukke strandpad. Ik moet plassen. Onwijs plassen. Bij Duin zijn veel zeiltjes. De dijk is leeg en in de bocht ga ik zitten. Het stroomt eruit en over het pad.

Vanaf nu heb ik wind mee. Het is makkelijk en het tempo gaat onwijs omhoog. Het gemiddelde gaat omhoog naar 50km in 2 uur. Verdiend, maar ik heb teveel afgezien. Langs de kassen en 55km is me genoeg. 25,5 gemiddeld is goed verbeterd, maar het blijft een babytempo. Ik vond het niet leuk. Niet goed genoeg, not a single moment. Ik ben niet goed genoeg.

Zwemmen in baan 2

Ik denk niet dat ik nog kan zwemmen na de ellende van gisteren, dus ik ga in baan 2, even terug naar af. Achteraan harken – ik ken mijn plek. Inzwemmen voor iets van 350meter. De trainster vind ik fijn, maar ik weet niet wat we moeten doen. Iets met benen (dat willen ze niet), armen (lijkt me prima) en 150 hele slag en warempel die doe ik zonder achtje. Ik blijf achter S zwemmen. Daarna doen we 50jes met 1op2, 1op3, 1op4 en 1op5 ademen. Dat doe ik met achtje en kan ik ook. Daarna iets met wisselslag geloof ik. We doen ook een piramide. Ik doe het allemaal en warempel ik kan het ook best! Wederom niet snel, maar ik ben ook vermoeid. Het boeit me niet zo. Mijn hoofd zit gewoon vol met minnetjes. We doen een piramide met 50-100-200-100-50. Daarna moeten we nog een keer 250 armen en 250 hele slag doen. Ik ga anders ademen: nauwelijks boven de waterlijn. Dat is beter en ik oefen er mee. Niet van harte, maar dat is er nu eventjes af. Ik zwem nog wel uit en maak er 2300m van. Garmin maakt er 2325 van en upload de training vervolgens weer niet. Ik heb een slechte dag, ook met eten. Mijn beste ik zit er even niet bij dezer dagen.

9 juni – Lekker wandelen in Drenthe en intervallen proberen in Almere

Ik slaap weinig, 5a6 uurtjes. Zenuwen en onrust zitten hoog. We hadden Vincent naar het TT circuit gebracht en wij gingen wandelen op de terugweg. Lekker saampjes, Rob en ik. Heerlijk kalm en genieten en onderweg op een bankje zitten zelfs. De vlondertjes waren leuk. Veel vogels te horen. Het pas was goed, maar er omheen veel nat veen. Lekker weertje. Er waren andere wandelaars.

Ik stel het hardlopen van intervallen uit en zie er tegenop. Vrijdag nog 28km gelopen, morgen een triatlon. Maar ik heb nergens last van, maar ik ben hyper en doodsbang dat ik toch geblesseerd raak. Als alle klusjes zijn gedaan (lampjes, strijken etc) ga ik maar. Op hoop van zegen. 20 minuten inlopen en dan 9×400 op hoog tempo met 200 rust en 65min met 10,5km. Ik kan altijd stoppen als het niet gaat. Maar binnen een kilometer voel ik het al: het gaat vanzelf! Tempo hoog, hartslag enorm laag. Veter los en dan nog 5:56 lopen. De 3e km nog sneller! Ik snap er niks van.

Dan 400m versnellen. De hartslag blijft onder de 150, maar mijn benen kunnen niet harder. (Of wis het de wil?!) ik dribbel in de rust. En doe dat nog een keer, maar begin iets te laat. De derde of vierde gaat de dijk op en iets langzamer. Daar ben ik al! De km’s gaan keihard als een makkie. Schoenen?!

Dan krijg ik wind mee. En kan het dus nog harder. Ik ga gewoon alle intervallen lopen. Intussen gaat het geconcentreerd, ik ga geen grens over, blijf voelen. Ook al blijft die hartslag idioot laag. Foto’s onderweg en genieten van de bekende omgeving. Ik tel ook de intervallen af. Tweederde gehad, nog maar 2 enzo. De laatste worden ietsje zwaarder, maar ik kan het aan. Hoe dan???? Het is vooral mijn hoofd die er niks van snapt. En ik ben bang dat het mis gaat, blessure of iets wat mislukt. Ik wandel eventjes in de rust, maar ook dan is de hartslag elke keer veel te laag.

Nog uitlopen en ik zal de 11km net niet halen, zal ik ze volmaken? 10km in 58 minuten! Hoehoehoe???? Ik ga door het park en dan gaat er toch iets enorm mis: ik moet opeens poepen! Rennen laat ik ff. Ik kijk nog hoeveel ik moet voor een 50km-week, maar die extra 300m zijn te veel. Ik maak de 11km niet vol, maar mijn broek wel; die gooi ik weg en binnen loop ik direct de 🚾 in. Verder ging het dus erg goed. Onbegrijpelijk. Hoe zet ik mijn hoofd uit?!

10 juni – GEEN NPW triatlon – zware teleurstelling, want 1/8ste triatlons zijn niet dik gezaaid.

Ik baaaaaaaaaaaaal dat de npw triatlon niet door kan gaan. Ik snap het best met dit weer, maar een 1/8ste- die zijn al dun gezaaid verdomme!

Dan haal ik ook nog een rode training, want zwemmen lukt niet vandaag. Ik schrijf bij t3s: “Doordat het van dat kloterige hollandse weer is en dan durven we met z’n allen niks en dan krijg ik een rode training. Ik haaaaaaaat het. En ik haat die organisatie al zo hartgrondig. Ik snap het hoor, maar ik ben gewoon diep teleurgesteld. Hopelijk gaat de rest van de week beter. Anders is Vincent gezakt en hoor ik donderdag dat ik geen contract verlenging krijg. Ik háát rode trainingen”. Annemarie steunt me wel hoor. Volgens gaat werd het droog. Jammer dat niemand haar gelijk gaf.
Toen we de tickets op het werk bespraken (ik werk thuis, maar het was een teamsmeetang) en ik het hoorde onweren was ik er al bang voor. Maar toch: hoe nu dan? Ik word gék van de onzekerheid. En ik kan alleen maar wachten tot de examenuitslag er is. Of wordt de triatlon daar heen verplaatst?

Dan maar binnen fietsen. In plaats van buiten knallen op de tijdritfiets, binnen Yathzeen. Nou ja, ik won tenminste wel. Al was het een stom dobbelspelletje. Het ging totaal niet. Niet leuk. Niet goed. Vincent kwam later. Ik voel me zwak en suf. Maar ja, ik won alle 4 de potjes yathzee. En ik draaide de beentjes rond. Meer eer viel er niet te halen. Ik heb zin om te vervallen in snoepen. Ik kan er extreem slecht tegen als mijn plannen gedwarsboomd worden. En het plan om ‘alles’ te doen is nu ver weg. Kut.

En ik zag al zo op tegen deze week! En ik ben heel erg bang om weer een blessure te krijgen of dat er iets mis gaat. Net als vorig jaar. Maar stil zitten kan ik toch niet. Dan dit maar.
Ik doe het slome rondje fietsen binnen en ik kan nauwelijks klimmen. En de fiets gaat ook nog stuk, de pad bezwijkt onder mijn gewicht.

Dan nog maar een suf koppelloopje. Het ging langzaam, maar gestaag. Zo aan het tempo te zien maar goed dat er geen wedstrijd was! Hét Rondje andersom. Lekker rustig op straat. Een paar hondjes en de rest van de watten zitten binnen. Te klagen. He, het is best lekker weer – voor de herfst. 🍂

Hartslag weer akelig laag. Toch overtraind? Maar goed, het tempo was eveneens laag. De regenjas bleef hartstikke droog. Er lagen wel veel takken en grote plassen. Ik heb inwendig flink lopen vloeken. Niet dat D er iets aan kan doen, maar ik heb al zo’n grafhekel aan die blaaskaak bij wie alles altijd wel vanzelf gaat.
Ta sé ag cur báisti – leerde ik vandaag in DuoLingo – Maar het looprondje was hartstikke droog. Aanstellerts. 😡

11 juni – 2 uur binnen fietsen en bellen

Er moet iets van rust komen, maar er moet zoveel geregeld worden ook! Slecht slapen en een tijdlang wakker liggen is de regel de laatste week. Samen met Vincent doe ik een rondje regeldingen. Hij gaat werken. Ik heb een soort van rustige dag. Ik moet een training doen van 2 uur fietsen, maar buiten regent het van tijd tot tijd. Mijn zusje vraagt of ik zal bellen, en ach, dat combineert binnen beter. Ik zoek een route die ik nog niet gedaan heb in Watopia en die luistert naar de inspirerende titel “Spiral into the vulcano”. Ik moet blokjes versnellen geloof, maar uiteindelijk zal de uitvoeringsscore van deze training nog geen 5% zijn, dus ik heb niks meer of minder gedaan dan rondjes trappen. En heel veel luisteren naar mijn zus. Daar is ze goed in. Veel praten en vertellen. Het leidt lekker af. Zij heeft toch geen idee wat ik doe verder, dus het is prima.

Ik ga wel drie keer om de vulkaan heen en steeds hoef ik niet omhoog. Als we klaar zijn met bellen pas. Het valt me mee, maar veel pit zat er al niet in en het wordt ook niet meer. Ik maak de ronde van 55km vol en ga dan ook nog naar beneden. Op de vulkaan regent het, maar buiten was er eigenlijk geen regen. Of niet dat ik gemerkt heb. De cadans en het tempo zijn erbarmelijk.

Er was niks aan de training, maar alles voelt dan ook als in afwachting van de examenuitslag morgen. Heel erg zenuwslopend. Na de training zit ik onder de overkapping op de bank en dut ik even wat bij.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

Protected: 2024-13a Buiten zwemmen wat niet goed ging

This content is password protected. To view it please enter your password below:

Categories: Geen categorie | Enter your password to view comments.