2023 – 29

1 oktober – Trailen met Just Run vanaf de Groene Afslag

Toch weer even lastig, zo met de groep mee…. Rugzakje, trailschoenen, witte bolletjes met stroop. Toen was MH-V er ook en dat verraste me.

We keken even bij de Groene Afslag en er was een piano met een notenboek en ik speelde eventjes Bach! Toen deden we een paar oefeningen. Daarna gingen we met z’n allen lopen. Ik vind al die drukte en snelle en ‘geweldige’ mensen niet makkelijk. Het tempo lag niet hoog en dat vond ik prima.

Leuk langs de schaapjes. Ik moest weer even wennen aan bos en onverhard en hei. Ik kletste met M en we gingen de natuurbrug over en langs de camping. Ik ken de weg wel een beetje. Ik dacht dat we op 2km zaten, maar het waren er al ruim 4!

Het was een klein clubje met P van JustRun, 2 mannen, M en nog twee meiden die 13 gingen doen. Soms even een stukje zoeken. Ik kletste met M en soms kort met een andere. Nienke haakte af. Ik liep het liefst voorop in alle rust. Ik nam een gellie en water. We kwamen in het prachtige Spanderswoud. Nederland is ook mooi soms. De kilometers vlogen echt voorbij! Het was wel warm hoor, maar ik ging gewoon goed. Mijn spieren voelen dit wel als wat harder werken, maar het is niet extreem vermoeiend. Het bos voelt kalm en zonder druk. Ik kon de heimwee op afstand houden. En anders dacht ik aan de piano. Ik omarmde de smalle paadjes. En ik hoefde dus niet de bosjes in! En ik had geen laat van peesplaat of knie of iets. Zelfs de schoenen zitten ongewoon lekker. Ik ben gestopt met de Hardman uitleggen. 10km in dik 70 minuten en toen dacht ik: sjit, nog maar 4! We kwamen over de vlondertjes.

En dan over de natuurbrug terug. Ik zette ‘doordrammen’ aan. En daarna ging ik voorop en toen dacht ik: km13 is voor mij en die ga ik hard! Lekker even me&i. Op qui-vive de route volgen, flinke stappen, zweten, hoge hartslag. En blij! Het pad was smal en later zelfs even onbegaanbaar en zoeken, waardoor ik op 6:08 uitkwam. 😠 toen beetje wandelen en bijkomen en 14km vol maken tot de Groene Afslag. Topplek. Maar geen piano gespeeld. Thee gehad. Marsmellow barbecue.

Plussen: GEEN ENKEL PIJNTJE EN NIET DE BOSJES IN !!! Minnetje: weer wennen voor de spieren en aan het tempo wat niet overhoudt.

2 oktober – verjaardagsloopje met de BESTie

Mijn benen voelden nog de dag van gister en mijn hoofd was nog wat vol met werk. Een lage hartslag en onverhard daarbij maakte het niet ‘vanzelf’, ondanks het tempo. Ik moest 40 minuten rustig inlopen en dat ging uitstekend samen! Ik vond het leuk om bij Joyce rond te lopen. En zoveel bos en onverhard!

Joyce had haar nieuwe shirtje gelijk aan. We kletsten, maar op een gegeven moment liep ik (!!) wat verder achterop. Leuk dat er bordjes staan met de gewassen op het veld. We gingen ook door een nieuwe wijk. Eender als alle anderen.

Ik moest sprintjes doen, wat een uitdaging was op de ongelijke grond achter de golfbaan en dan ook nog in het schemerduister! Ik deed niet echt mijn best, maar mijn benen wilden dat dan weer wel. Ik heb het uitlopen ingewisseld voor appeltaart eten!! Zeer positief punt: we gingen binnen een uur na het eten en ik hoefde NIET de bosjes in!! Ik eet dan ook alleen nog maar witbrood. En ik heb niet heel veel last van mijn peesplaat of andere fysieke dingen. Ik voel het wel een beetje, zo 2 dagen achter elkaar lopen. Maar niet heel erg of hinderlijk.

3 oktober – Het Climbing Portaal in Zwift

Begon wat later, want Vincent ging eerst op de tacx. Eerst 2 rondjes vlak om de vulkaan infietsen. Dat ging best lekker. Toen het klimportaal in.

Zweten en doorbuffelen. Vooral het klimmen ging me best goed af. Dalen dan wat minder snel wat ik kan oppakken. Ik kijk dan naar de eindtijd die afbuigt in korter als ik omhoog trap en langer wordt als ik daal. Beetje schakelen. Veel zweten. En blokje voor blokje afstrepen.

Ik vind die kleurtjes wel lollig. Het gaat me om klimkracht. Flink drinken. Incl familieoverleg over het frame. Uiteindelijk binnen 50 minuten boven en daar moest ik op het einde voor doorzetten! 35 mannen die boven zijn gekomen en TWEE vrouwen. De andere vrouw verdween al snel en ta-da: bolletjestrui voor mij! 😁

dan naar beneden en dan zitten er nog wat klimmetjes in. Zo kom ik tot 600 hoogtemeters! Flink veel voor 30km. Mooi gedaan al zeg ik het zelf. Hartslag gemeten via Garmin die meeliep voor de fietskilometersbadge van garmin.

4 oktober – een wandeling

Even stappen door het vaartsluisbos. Even bijpraten. Rustdag. Het gaat goed. Goeie dagen. Druk op het werk wel. Toch weer dik 7 kilometer gewandeld.

5 oktober – niks – rust. Werken – sociale verplichtingen etcetera.

6 oktober – Een koppeltraining als vanouds!! 😀

Op de racefiets nog maar eens een keertje de rondjes om de plassen van Almere, nu het nog steeds kan met het weer. Wel de iets langere broek aan, maar ik had het ook warm. De stad door ging weer moeizaam en rommelig en tegen de wind in infietsen. Een (paar) jaar geleden had ik niet in de herfst met gladde blaadjes op de weg durven gaan fietsen buiten, maar nu ben ik zo vergroeid met de racefiets op de slechte Ierse wegen, dat een beetje blaadjes (die er op de dijk niet eens zijn al had je het graag) me niet meer tegenhouden! Ik let ook veel meer op de cadans, zeker als ik wind tegen heb merk ik dat veel rondjes draaien het makkelijker maakt. Ik had muziek op.

Op de dijk kon ik met windkracht 5/6 natuurlijk lekker hard! Dat was ook wel eens leuk om 5km 40km/u te fietsen. De zijwind op de Knardijk vind ik echt wel akelig, maar ook daar deal ik dan maar mee. En eventjes stoppen om te drinken, dat doe ik niet fietsend met die wind.

Ik nam wel de weg door het bos ivm wind tegen, maar daar vielen de bladeren me mee en ik was toen gewend aan een hoge snelheid en dan gaat dat makkelijker. Ik genoot maar weer ‘s van de ‘achtbaan’ en de rust, want er was bijna niemand. Ik werd door 2 jochies ingehaald, maar op mijn beurt heb ik ook een paar mannen voorbij getrapt! Als ik me kan vastbijten in heuveltjes, kan dat ook met wind. Dat is een enorme mind-change voor mij. Ik heb nog een ommetje gemaakt om 2 uur vol te trappen en toen zag ik een slangetje. Die was al weg toen ik gekeerd was. Achteraf ben ik blij dat het zo goed ging! Voor mij is dit tempo helemaal prima! Ik heb een hele bidon leeg gedronken en 1 gellie genomen en die vallen goed. Toen Vincent de douche in ging, ging ik toch maar gelijk het hardlopen koppelen. Ik twijfelde of dat slim was, omdat ik nooit een intervallentraining koppel, maar deze stond nog open van gisteren.
En mama zei gister nog zo: “2 uur fietsen? In die tijd kan je ook je huis schoonmaken!” Dan weet je hoe haar huis er uit ziet en hoe mijnes 😉

En daarna omkleden omdat Vincent gaat douchen en dan kan ik maar beter meteen hardlopen. Ik deed dit als koppeltraining en dat vond ik een beetje een gokje, want dat heb ik al in maaaaaaaaaaaanden niet meer gedaan. De hartslagzones van het horloge zijn weer veranderd, dus daar klopt niks van. Het inlopen ging wel erg lekker en soepeltjes, maar de hartslag werd wat hoog. Toen deed ik 5 keer de 300, maar ik merk dat het toptempo met de kilo’s erbij wat schade heeft opgelopen. En zone 4 haalde ik niet. Ik deed gewoon mijn best en telde lekker mee. Ik vind deze afstanden prettig: ik kan 300m overzien en meetellen. Het lukte me niet binnen 1,5 minuut. Ik ging wel echt wandelen of rustig dribbelen in de rust-meters.

Lekker door het Kotterbos, maar niet te ver om. In de ‘rust’ van 4 minuten kon ik de brug over. Ik dacht dat ik de 200tjes wel kon overslaan, maar toen was ik toch al bezig. Ik heb nog aangezet, maar zone 5 was helemaal out of the question. Het verschil met wind mee of wind tegen is ook merkbaar als je aan het hardlopen bent. Er toeterde iemand tegen me en een asielzoeker stak zijn duim op en nog iemand zei: “goedzo!” Het helpt toch…. Uiteindelijk heb ik 10km volgemaakt en daar ben ik blij mee! Nu terug trainen naar de tijd dat dat weer in een uurtje kan.

Ik ben blijer met het feit dat ik niet meer de bosjes in hoeft onderweg! Niet 1 keer!! Ik eet geen volkorenbrood meer en dat helpt mijn darmen schijnbaar enorm. Het allerblijst ben ik met het feit dat de peesplaat niet meer pijnlijk is. Ergens in km8 voelde ik kramp in de peesplaat schieten en ik begon te schelden, maar dat was RECHTS, terwijl ik de hele zomer last had van links. Stom lijf. De kramp schoot er ook weer uit gelukkig (schelden helpt). Ik voelde soms wel even mijn rechterknie, maar werkelijk niets ernstigs of lastigs. Qua werk is mijn hoofd tot rust gekomen, ook al ga ik nu 4 keer per week naar Dronten en dat merk ik in de sport. Er is ook geen doel wat gehaald moet worden. Langzaam maak ik wel weer (stiekeme) plannetjes, maar die bespreek ik tzt wel met de trainster 😉

7 oktober – zwemtraining bij de TVA! Ik doe allemaal dingen die heel lang geleden voor het laatst zijn gebeurd……

Totaal geen zin in het zwemmen en dan nog moeten omrijden ook omdat at de Hogering afgesloten is. Kon niet in het kinderuurtje, want V is ziek. Ik heb last van mijn rug (teveel afgekoeld gister na de training) en van allemaal ouwevrouwen-spiertjes. De tijd dat ik ‘zomaar’ uren en dagen achter elkaar kon sporten heet ‘vroeger’.

Inzwemmen:
300m pb
200m zonder pb
Het ging me best lekker.

Training Dennis S
5×150 rustige duur
Eerste en laatste met pb
Tweede en vierde voorop. Zowel met als zonder pb goed te doen. Ik hou de jonge sprintheld niet bij.
Stom horloge telde niet goed.

3×200 boven duurtempo
Alles met pb en voorop
Probeerde steeds sneller te gaan. Laatste voelde het snelst en was doorwerken, maar de tijd zegt iets anders.

Lange pauzes met veel gefiep van de andere oudjes in de baan

50 ss 50 rug – bah

50ss-250 heel rustige duur zonder pb en R voorop met -50ss Toen liet ik ze bewust maar gaan.
Ach, dat gejammer is ergens ook wel grappig.

50ss uitzwemmen

En dan de enorme opschepperijen in de kleedkamer nog overleven (wat zijn ze allemaal slank en wat fietsen ze énorm goed). Niks voor mij als ik me al ‘het kleinste meisje van de klas’ voel.

Horloge heeft 50m misrekend (in de 150jes). 25begin te weinig, einde te veel. Ongecorrigeerd 2:10 gemiddeld: dat viel tegen. Gecorrigeerd 2:08 en dat vind ik oke, met schoolslag en rugslag erin.

8 oktober – Een oersaaie solo trailrun op de Kemphaan

16,1 km – 10 engelse mijl. Dat is niet mijn afstand, ik heb moeite met de voeding goed indelen. Ik ging alleen trailen en dat is best werken: ongelijke ondergrond, de route volgen en gewoon maar doorgaan. Ik kende het terrein. De Kemphaan. Het stadspark van Almere. Het is S A A I. Alles lijkt onecht, bedacht. En dat is het ook, zeker de polder. Overal bordjes, aanwijzingen en hekjes. Speeltuinen, gemaaid gras en zelfs een apart fietspad in het bos voor de mountainbikes. Bomen staan in rijtjes en ik heb zelfs worteldoek op het bospad gezien; om de boel bij elkaar te houden.

Alles is genummerd en in kaart gebracht
Nederland is opgedeeld, verhuurd, verkocht, verpacht
Geregeld, betegeld, ingepolderd, afgeperkt, uitgedacht

Harrie Jekkers – Orkanen

De eerste 6km gingen echt niet makkelijk en ik had terug naar de auto kunnen gaan na 4km. Ik ken de hele route ook, van wat ooit het Catanspel was. Ik heb hier al gerend met Joyce en Vincent. Nu was ik hier met mezelf en mijn muziekjes en mijn trage tempo en langzame benen. Ik stelde het pauze-momentje steeds uit. Lopen over de ritselende blaadjes vond ik wel leuk om te horen, maar de golven op de steentjes vind ik nog mooier. Het is wel al wat herfstig, maar niet echt nog, nog niet al te veel paddestoelen. Wel wandelaars en andere mensen. Iedereen groet vriendelijk, dat wel.

Op 8km liep ik vast op de route (teveel brandnetels) en toen moest ik zelf even denken en dat vond ik dan wel weer leuk en het was mooi even verhard, wat er tenminste een beetje tempo in bracht. Dat zelf denken bevalt me dan weer wel! Dan moet ik de route terugzoeken en wat tellen en een innerlijk kompas gebruiken. Ik had wel het idee dat ik naar de WC moest, maar nergens dringend. Er was geen plek om te gaan zitten, want te vol met mensen. Voor ik ging had ik last van mijn peesplaat, uit het niets werkelijk. Maar dat ging over toen ik aan het lopen was.

Na 11km werd het een stuk makkelijker, ik legde me neer bij een traag tempo en saaiheid. Ik luister zo in mijn eentje de hele tijd muziek; misschien had ik een paar up-tempo nummers. Tempo ging iets omhoog, maar dat kan ook komen omdat het wat makkelijkere paden waren. Op 12,5km nog een pauze om wat te eten en te plassen en toen ging ik het afmaken ook!

Alles is voorspelbaar in dit park: schapen in het Schapenbos en van tijd tot zelfs kunstwerken. Keurige hekjes en rechte paden en overal nummertjes, zodat niemand kan verdwalen. Bankjes zijn goed onderhouden.

Voor elke twijfel een geloof
Voor elke angst een therapie
Alle pijn verdoofd
En op verzoek euthanasie
Als de dood voor het leven, zijn we, laf
Met een been in het graf

Harrie Jekkers – Orkanen

Ik hobbelde verder tot 15 km en toen dacht ik: de laatste kilometer ga ik aanzetten. Alles in die laatste kilometer. Grotere passen, meer kracht leveren en -eerlijk is eerlijk- ook een groot stuk verhard. Aan de andere kant: ook meer mensen die ik moet ontwijken. Ik verbijsterde mezelf: 5:45! In mij zit dus wel een enorme drive en lef om die laatste kilometer door te knallen, die drive en het lef wat behoorlijk was weggezakt de laatste maanden. Helaas had ik in de loop van de avond wel weer “ouderwets” last van de peesplaat. Bang voor hoe het morgenochtend weer voelt, maar nu kan ik even rustig aan doen en dat kon begin van de zomer niet. Ik heb best weer een aardige week gedraaid al zeg ik het zelf! Eindelijk weer 9+ uur en redelijk netjes volgens het schema. En dat met een volle werkweek, een ziek kind en een huishouden wat helemaal bijgewerkt is. Ik ben misschien geen podium-atleet, geen topmoeder, geen medewerker-van-de-maand, maar ik rommel er mooi toch mee door!

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2023-28

19 September. – Geen zin meer

Ik heb geen zin meer om te sporten of me uit te sloven of tijd in beweging te steken. Na al die jaren, voelt het prima om niet te gaan. Om gewoon binnen te zitten, terwijl het buiten waait. En om gewoon maar een klein stukje te fietsen. Ik heb geen behoefte aan hardlopen. Taal niet naar zwemmen. Ik haal mijn MTB op bij iemand en fiets even helmloos en zonder fietsschoenen op een zware fiets.

Maar als het dreigt te gaan regenen en ik moet plassen, rij ik weer naar huis. Anders wordt het Hardman jasje nat! Nog nooit heb ik zo toegegeven aan geen zin hebben in sporten. Het voelt bijna raar.

20 September – Weer een kilometertje erbij…..
Na een drukke werkdag en haasten met eten toch maar gaan rennen als Vincent op de baan is. Niet omdat ik zin heb, maar ik kan niet verzinnen waarom ik niet zou gaan en Rob ligt toch ziek op de bank. Het ging niet vanzelf en toch ook weer wel. Ik ben (veel) te dik, jog maar wat en begin met gestamp. Mijn rechterknie is pijnlijk. Alsof het stijfjes is. Na 1200m weet ik al dat ik de zakdoekjes niet voor niks bij me heb. Het is droog, best mooi groen en redelijk warm. Ik ging uit van 3-5-8km qua stops. Ik zie de borden wel, maar ze zijn ook weggemoffeld aan de kant van de weg. Kan ik er nou wel of niet door? Ik luister muziek en hobbel door. Een man steekt zijn duim op, dat doet goed; maar ik olifanter er wel doorheen. Lekker onverhard.

Bijna 3km en ik duik een bosje in. 💩 Dan wandel ik naar het sluisje, maar die is hartstikke afgesloten!

Goed dat ik zo om loop, via deze kant en niet aan de andere kant met de dijk eerst. Terug over het schelpenpad. Alles trekt een beetje: die knie nog, een kuit verkrampt wat. Maar ik leg me er langzaam bij neer en kijk naar de rooie zon. Ook mooi.

Ik wil naar het Noordeplassenstrandje, maar ik zie weer een bord van iets wat afgesloten is en ga dan de 5km volmaken langs de Vaart. En dan kom ik in een steady tempo. De kniepijn wijkt en het pasritme wordt meer mijnes. Ik ga niet stoppen op 5 en wil door tot 7 nu. Gewoon blijven gaan. Ik zie mijn leuke oud-collega, maar snel daarna trekt de kramp door de peesplaat! Snel iets anders bedenken. Het tempo gaat iets omhoog naar 6:19. Na 7km stop ik ook niet. Langs Joyce’ oude huis en het ritme vasthouden. Ik ga maar gewoon door. Mijn hoofd wil wel stoppen, maar de benen gaan nu door. Tien km zullen er komen! Het licht gaat aan.

Ik loop langs de lantaarnpalen en hobbel nog een keer om de baan heen. Ik ben hartstikke superblij met mijn tien kilometer. Ik doe warme kleren aan en zit een tijdje. Ik heb een klein beetje last van mijn benen en mijn peesplaat, maar het is niet ernstig. Ik ben er een beetje moe van na zo’n drukke dag.

21 September – Back op de Tacx

Weer eens even een keer binnen ivm regen buiten. Gewoon een beetje bewegen. Ik vond het wel weer bekend leuk. Ik ga naar de Makuri Islands.

Links fietsen en rondkijken. Het verschil met echt is dat je hier niet rond kunt kijken. Wel afwisselend met de virtuele landschappen en day er dan mensen gewoon hun dagelijkse gangetje gaan. En k vind die virtuele wereld wel leuk. Mangrovebos, beelden, strand.

Ik keek een beetje op de kaart en ging de eilandjes rond. Het was rustig. Ik had geen haast. Muziekje aan. Een uurtje en toen 25km vol maken. Ik verdiende een groen shirt bij de sprint, omdat ik de enige vrouw was.

22 September – Niks en 23 september Buiten fietsen in de stromende regen.

Het begon een beetje te druppelen toen VIncent en ik de tuin uit reden. Het begon harder te regenen toen we de straat uit reden. Vincent ging terug. Ik dacht: het stopt zo wel. Het begon nog harder te regenen. Maar ik ben dan al nat en het gaat dadelijk vast stoppen. Ik zie RvR en heel veel mensen die schuilen. Ik ga het Kotterbos in. Beetje glibberig en ietwat akelig, maar ook spannend en ‘mijn ding’, die regen. Het kan nóg harder regenen! Bril af & fotootje.

De regen wordt minder. Het water loopt mijn sokken en ondergoed in. Ik ga over de Trekweg terug en even stopt de regen. Dan begint de kou. Ik wil wel door tot de manege, maar tegen de kou is geen kruid gewassen. Het is wel droog intussen. Maar ik niet! En dan heb ik geen zin meer. De kou trekt op in mij en die voelt als een bedreiging. De regen begint weer zachtjes. Ik ga nog met een klein ommetje terug naar huis. Als ik het dan ook zat ben, hoeft er niks meer: nog geen drie kwartier, nog geen 15km en een laag tempo. Maar nat tot in mijn tenen en tot op mijn onderbroek. Een warme douche en chocolade zijn heerlijk!

24 September – Na maanden weer hardlopen met Joyce samen. H E E R L IJ K

Ik zag er tegenop. Weer meer dan 10km lopen en hoe moet dat met eten en wat kan ik het beste aandoen… Het is dan wel met Joyce, met mijn andere ikke, maar ga ik niet te hard voor haar… En dan een route van 2x6km, dat is ook raar. Korte broek, Hardma(n)shirt, compressiesokken (of de korte sokken) en nieuwe witte schoenen (is dat wel goed…) en om 5 over 2 (na nog een plas) gingen we. Kletsen, kleppen, roddelen, vertellen, overleggen, praten. En ondertussen een beetje lopen. Het ging goed! Ik had de route en opeens zaten we al op 3km.

Ik hoefde niet zo om me heen te kijken. Het was wel mooi groen en matig druk, maar niet vervelend. We kwamen langs de zwijntjes. En maar kletsen ondertussen. Voor Joyce lag het tempo misschien ietsje te hoog, voor mij was het prima! Ik had echt geen enkele ambitie en was gewoon blij dat het goed ging. Op 6km hebben we gestopt bij de WC en om iets te drinken/eten. En dan nog een rondje, maar toen stond de eerste km’s de route niet aan. En het werden er zo al 8! We hadden vakanties te bespreken en allemaal dingen die gebeurd zijn. We gingen even het bergje op, maar het uitzicht viel tegen. En dat boeide toch al niet echt…

Daarna moest ik toch maar weer de route opstarten. En toen was het opeens al 9km in maakt-niet-uit-hoeveel-tijd. Dat vond ik echt fijn. En ik had geen pijntjes of niks. Joyce wilde een stukje wandelen en we maakten een foto bij de zwijntjes.

Joyce had het gewoon wat moeilijker na een week verhuizen en sjouwen. En we wandelden wat vaker. Niet dat we stilvielen qua kletsen hoor, dat niet. Langs de kunst van de bewegende vrouwen.

En toen wilde Joyce de 11km volmaken en ik mocht de laatste km alleen doen. Ik had nergens last van: niet van de peesplaat of de knie of darmen. niks.

Dus ik hobbelde door over de brug alleen en Joyce wandelde terug. Maar ik was er eerder en ging haar ophalen, maar zij nam een andere route ofzo, want ik zag haar niet en zo werden het opeens toch 13km. En toen hebben we nog heel lang zitten te kletsen!! Met appeltaart en op een muurtje. We zijn weer een klein beetje bij. En ik ben ook weer een beetje bij. Ik denk dat ik voor het einde van het jaar samen met Joyce wel een halve marathon kan trailen. Het begin is er. Er zijn weinig nawerkingen. En wie weet wat er kan volgend jaar… Dat is een goed teken, dat ik daar in elk geval alweer over wil nádenken. Maar aan de andere kant: op deze mooie dag had ik ook op de fiets naar het Natuurpark in Lelystad kunnen gaan, maar daar had ik dan weer echt de motivatie niet voor.

25 September. Wandelingetje

Dan rij ik naar huis en n gesprek met de trainster zeg ik dan dat ik lekker ga fietsen. Binnen. 🚵🏼‍♀️Even klimmen en puffen. 🥵Thuis ga ik eten 🍽️ en even zitten 🛋️ en dan blijk ik moe 🥱 . Eigenlijk geen reden om niet te gaan fietsen toch? Triatletenbestaan toch? 😵‍💫Maar ik zit zo lekker. 😒Ik ga de vuilnisbak wegzetten en denk: lekker weer voor een wandeling. 🤔 Ik heb geen zin in fietsen. 🫤 Triatleet in naseizoen-modus. 😔Dus we gingen wandelen. 🚶🏼‍♂️🚶🏼‍♀️Dat is minder zweten, maar wel net zo vermoeiend. 😞Zo voelt het. Nu het vroeg donker wordt. 😟 Triatleet zwerft doelloos rond in najaarsstand 🩱 🚲 🥾🩼🥴. After season dip. 🕳️. 😴

26 September. Langzame moeizame lange duurloop

Het was er niet. Ik had vooraf geen enkele zin. Niks. Geen motivatie anders als: ik zou wel willen dat ik zin had. En ik had last van mijn darmen en koude rillingen al voor ik ging.

Ik wil weer gaan hardlopen. 15km op een hele lage hartslag. Alleen. Zondag lukte het me met Joyce samen om 13km te lopen. Ik blijf in de buurt en ken de weg. En toch ben ik erg bang. Het is me letterlijk kil om het hart. En dat is wel heel erg gek. Ik heb geen enkel doel om nu te moeten gaan, anders dan dat het leuk is, maar ik vind het zo eng! Ik voel verzet binnen in me. Het is mijn hoofd die ik moet overrulen en dat is lastig. Ik denk: straks vind ik het leuk, het moet kunnen en anders ga ik naar huis. Maar mijn lijf staat op nee. Zelfs de peesplaat denkt een beetje mee, terwijl die al zo lang stil is. Ik voel me slecht en dom en verkeerd en fout. Mijn darmen reageren ook weer in de overdrive. Ik eet al een paar dagen volkorenbrood. Ik denk dat het met elkaar te maken heeft. Darmen reageren, lijf reageert, hoofd heeft moeite.  Ik heb heimwee. Dat is dat je terug wil naar het bekende, naar huis. Kan het buitenland je thuis zijn? Vorige maand fietste ik. In het echte bos. Tussen de rotsen. Langs een schaap. Kijkend naar de regenboog. 

Mijn darmen wilden niet meewerken, ook niet tijdens het lopen. Ik had een hartslagbeperking van 142 ingesteld. Muziek en rugzak mee. Route zo overbekend. Kikkertjes leuk, stilte oke, groen mooi; en daar heb je alles mee gehad. Het voelde stroef en moeizaam en slepend. Na 3km dook ik al de bosjes in. Dat hielp even, 500m ofzo. Daarna nam de melancholie en moppergedachten alweer de overhand.

Toch naar de dijk toe en dan terug over het fietspad. Het ging zo slecht en na 6km werd het alleen maar erger. Vermoeiender, zwaarder, tempoloos, zinloos en zin-loos. Ik vond het goed als ik na het centrum (de wc) naar huis zou gaan. De tijden echt dramatisch! Zo langzaam! Maar de gedachten nog veel erger. Het had van mij nooit 26-09 hoeven worden. Ik liep alleen maar door omdat ik naar de WC kon. Op een soort misleidende wilskracht.

De WC was open (diarree) en drinken was ook even fijn. Een gesprekje met de horeca-uitbaatster die dicht moest vanwege het heien, was de resetknop en toen ging ik nog langer door. Dat ging beter! Ietsje sneller, ietsje opgewekter en met wat meer wilskracht. Maar zonder een hogere hartslag.

Ik wilde de 15km nu ook volmaken ook (voor Garminpunten dan). Dus ik hobbelde nog om door het Kotterbos en dat was eventjes fijn. Ik had geen last van de peesplaat of knie, maar wel van doemgedachten. Het werd na 13km wel weer zwaarder en stamperiger. Toen heb ik 2 keer heel eventjes gewandeld. 15km volgemaakt. Wel zweten, maar niet kapot. Dat was ik al voor ik ging. Ik hoop dat de smile weer terugkomt. Mooi dat ik op lage hartslag toch onder de 7 minuten kan blijven.

Achteraf ben ik blij dat ik niet heb opgegeven. Al die jankerds met buikklachtjes waren vanuit de wc 2km naar huis gelopen of gewandeld en niet 6km extra.

27 September – Een wandeling.

Solo sjokken.
Rob bleef thuis. Had ik ook moeten doen.
Moe moe moe. Somber somberder somberst.
Slof sjok. Niet eens koud. Rondje sloffen met muziek en telefoon, maar voor mijn gevoel is de verbinding los. Vermoeiend. Ik erger me. Ik verveel me. Alles is saai. Glad. Stap. De wereld draait om me heen. Maar niet om mij.

28 September – Fietsen met zelfverzonnen tempoblokjes

Als het aan mij had gelegen had ik een uurtje of 5 kwartier rustig om de Noorderplassen getrapt, maar ik wist dat er iets in het schema stond over tempoblokken. Ik had alleen geen idee hoe of wat en geen zin om te kijken. Ik sufferde een beetje de stad door over ‘nieuwe’ paden. De rode brug stond open in de verte. Wind tegen viel niet eens tegen. Maar het ging redelijk, dus ik ging iets verder en over een pad door een park waar ik zelden fiets. Leuk.

Toen op de dijk dacht ik: tempoblokjes doen dan maar. En toen deed ik 4 minuten inspanning (racefietshouding) en daarna oversteken en het vliegtuig fotograferen.

Daarna 5 minuten inspanning met liggen op de fiets. Het viel niet mee, de benen vonden het maar raar en mijn hoofd moest alle moeite verzamelen om door te gaan met harder trappen. Rust en oversteken. Dan 6 minuten, wat lastig gaat langs het Bloq, maar goed: uitdaginkje en telkens weer oppakken na het oversteken. 3 minuten racehouding, 3 minuten liggen. En toen heb ik nog blokje gedaan over industrie Vaart; wind mee en tegen en dat had ik niet goed geteld, dus zat onder de 5 minuten. Daar baal ik dan weer van. Boven de tijd is prima, maar 15sec te weinig niet. Ik deed ook nog een blokje van 4 minuten en toen heb ik echt mijn best gedaan voor zover dat nog ging met mijn hoofd. Die benen waren het al gewend en vonden het wel prima. Zonnetje erbij en ik fietste kalmpjes weer terug en geen 1 keer over hetzelfde pad, wel boven of onder mijn eigen route door. Ik vond de marathonafstand wel leuk. De polder is megasaai. Plat, dat wel, maar saai en duf. We versterken elkaar op dit moment, de polder en ik. Grijs, saai, duf. Ik ben er misselijk bij, dat kan het opgespoten land niet. Maar het is leuk dat ik eind september nog op mijn racefiets naar buiten kan en ga. Doe iets engs: 175km op slecht wegdek met regen en smalle bandjes en daarna zijn 40km smalle bandjes forever easy. Cadans en gemiddeld tempo matigjes, maar het eerste uur zat ik nog niet op 24,5. Uiteindelijk stond er op het schema iets heel anders met die tempoblokjes, maar ik vind het zo wel best!

29 September – In het donker hardlopen: Intervallig: Yeey en Neey 🎉😮‍💨

Garmin dacht dat ik wel 65minuten nodig zou hebben… nounou, voor 8km?! Even de pannekoeken laten zakken en dan maar proberen. Zo vroeg donker alweer. Jammer hoor. Ik dribbelde rustig aan de wijk uit en toen een donker pad over. Dan geen zone 2 meer hoor, maar een veel hogere hartslag! Bij de scouting begonnen de 100m sprints. Even wennen weer. 4x. En tussendoor dribbels. 30sec is wel te doen, da’s zo om. Maar daarna 400m! Dat duurt wat langer en graaft iets dieper. Maar goed: wel op een verlicht fietspad. 50m wandel, 150 dribbel. Ik kan het nog!! Dat is fijn. En dat je nergens anders mee bezig hoef te zijn dan de volgende interval. Ik ging verder dan ik dacht. Volle maan.

De laatste was best zwaar en toen hield het pad op verhard te wezen. Moest ik even inhalen!! Daarna nog 4x 200m met 200rust. Ik telde lantaarnpalen. Ik vind 200 het fijnst. Mooie lengte. Al hield ik de hrf (heart rate frequentie) niet binnen z4. Te hoog. Toen nog uithobbelen en dat was ook niet op de hartslag nauwkeurig. Hrf te hoog. Neey. Ik maakte 9km vol op 6:26 gemiddeld en dat vind ik oke. Garmin vond me productief! Yeey… maar vooral: PIJNLOOS. Y E E Y. Niet moeiteloos neey… pleeeee neeyy

✅ ☑️ ✔️ zonder pijntjes! Echt geen last van de peesplaat (of knie, of heup, of wat-ook) en dat terwijl ik wel een lange vermoeiende werkdag had en slecht geslapen. Snelheid is er nog lang niet en de hartslag is ook gauw wat hoger dan de bedoeling, maar ik vond dit een lekkere training! Jammer dat het om half 9 alweer donker is. Na de training snel de 🚽 weer op, maar ik klaag niet. De cadans is wel lekker, al is het tempo nog matigjes. Maar het was weer s leuk!!

30 September – Een zwembad…. Da’s een tijd geleden….

Het ging wat trager vandaag. Een lange tijd niet gezwommen. Maar ach, niet aan denken en positief zien: ik heb weer gezwommen. Ipv 500m 400m inzwemmen. 100bc/pb, 50ss, 100bc, 50rug, 100bc/pb. Dan vier keer netjes zonder pullboy 25versnellen en 25 rustig terug. Het voelt niet echt als versnellen.

Dan 200m met pb. Dat gaat wel lekker! Daarna vier keer 25 sprint (sort off, voor mijn doen), 25 rustig terug. Weer lekker 200m met pullboy. Dan 4x100m met paddles. Eerste en laatste keer met pb. Ik was bezig met zwemmen en in the moment met wat ik op dat moment moest doen. En anders gingen mijn gedachten verrassend genoeg uit naar de abandoned huisjes in Ierland!

Toen moest ik 200m bc doen zonder hulpmiddelen. Ach. Huisjes-slag-klimop-slag-enzovoorts. Daarna nog 200m met pb en paddles. En toen was de tijd wel op en ik was d’r wel klaar mee ook. Veel mensen weer opeens. Tempo viel me achteraf nog mee. Het voelde gewoon niet al te sterk. Stom om terug te zijn in het zwembad waar ik niet meer dacht te komen. In de kleedkamer nog een leuk gesprek met een meisje over appeltaart.

September was qua sport niet echt de beste maand! Ik heb ternauwernood 80 kilometer hardgelopen en maar 2 keer gezwommen. De fietsafstand die ik in 1 maand heb gedaan, kan ik ook op 1 dag doen als ik een hele triatlon zou doen! Nee, geen topper, deze. Veel twijfels, veel zoeken en weinig zin. Volgende maand beter hoop ik dan maar.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2023-27

3 September. Rennen in Nederland – weer opbouwen?

Gewoon lopen. Geen telefoon bij me. Ach, ik ken het hier. Ik ga voor 5km, voor de badge. Witte nieuwe schoenen, goede herzog sokken. Ik gaf niet om het tempo. Het was warm en druk. Ik nam de korte afslag omlaag. De peesplaat voelde ik. De hele tijd. Maar het was te doen. Onverhard lopen langs de ovp is wel leuk, maar vlak. Voortdurend vlak. Mijn schoenen, benen, dikke reet en conditie doen het goed, de peesplaat alleen niet. Ik ging niet zo hard. Ik vond het wel best. Volhouden en kilometers maken. Alles harder dan wandelen is prima. Ik hou dat moeiteloos vol. Weer langs het centrum, door het bos en dat stomme viaduct op. Dat bevalt me niet. Teveel pijn geleden hier. Mijn hoofd is bezig met Ierland, met alles wat ik daar geabsorbeerd heb. Ik wil terug!! Echt…. Ik weet ook wel dat er geen reden is en dat de peesplaat een oorsprong in het hoofd heeft en niet alleen een fysieke klacht is. Ik voel op de brug dat de knie en de pas wat wil veranderen, maar ik ‘trap’ er niet in en ontlast de voet niet. Zolang ik loop, valt de pijn weg. Ik ga in het park wat versnellen en dan iets grotere passen nemen. Dat voelt sterker, maar ik hou dat nog niet lang vol. Ik maak 6km vol. Zonder een pauze.

4 September – Weer fietsen op VLAK ASFALT in de vlakke polder

Het wegdek!!!! Zelfs met drempels en klinkertjes is het nog hartstikke smooth. Wat een verwennerij!

De druk. Ik ga te sloom, ben vergeten m uit te zetten bij het wandelen. En dus moet ik inhalen. Zo voelt dat. Meteen. Hier. Weer.

Een hoofd vol Hardman. Dan is alles hier druk, drukkend, drukte. (Pressure, hot weather, busy)

Ik liep het eerste stuk met M op. Fijn. Ik heb veel te vertellen. En toch ook niks. Onvoorstelbaar.

De N71 hier in de buurt is de Oostvaardersdijk. N701.
HOE

Ik doe niet mee aan de Bosbaan Triatlon. Wel ingeschreven, maar ik dacht dat het op zondag was en het blijkt op zaterdag te zijn en dan ben ik nog op bedrijfsuitje in Keulen. Ik vind het jammer. Niet eens echt erg. Vooral jammer dat ik Vincent ‘m niet kan zien doen. Ik heb gedaan wat ik wilde doen: de Hardman. Ik zou het serieus niet erg vinden om te stoppen met triatlonnen. Ik kan, wil én hoef geen andere doelen meer. Wat mij betreft is het nu Vincents beurt. Nu heb ik het gevoel dat ik het niet erg zou vinden als er geen triatlon meer zou komen, maar ik vind het fietsen leuk en hardlopen en zwemmen ook. Alleen wedstrijden zoals ik kende qua organisatie maken me heel ongelukkig en trekken me totaal niet meer. Het enige plan is OOIT revanche op de Hardman en het liefst in Ierland alle triatlons doen (er is een halve hardman en een kwart en een sprint-allemaal in dezelfde ongeëvenaarde scenery) en de Kerryway aldaar (een trail) hardlopen, maar dat kan alleen als we de jackpot winnen. Dan ga ik serieus direct verhuizen!

5 September – Zwemmen parkoers verkenning voor Vincent Junior Challenge

Lekker! In het dure wetsuit, wat minder lekker zit en schuurt in mijn nek. We moesten verder lopen dan ik had gedacht naar T2 en dat was best warm! Maar toen konden we wel netjes het water in. Ik zwom de eerste 500m echt superlekker en makkeljk en hard en goed. Even het hoekje om en dan terug. Dat was lastiger, want ik had zon tegen en er waren bootjes. Maar toch lekker gezwommen. Jammer dat ik wat haast had. Het water ligt er prima bij, fijn temperatuurtje, geen plantjes en heerlijk glad. Hier had ik het wel in 1,5 uur gered!

6 September: Na maanden eindelijk weer wat loopmoto gevonden!

Vooraf nul pijn meer in de voet. Zo fijn dat ik weer gewoon kan lopen en bewegen overdag! Al vind ik de hitte en dagelijkse drukte en elke minuut die vol zit met regelzaken alweer ruk. Heimwee naar Ierland… maar goed: vol goede moed aan het einde van de dag gaan lopen, een beetje na de hitte. Beetje. 24graden maar. De zon ging onder.

NL heeft ook mooie kleuren! Wow. Vooral net nadat de zon onder was scheen het groen mooi door. Ik deed de eerste km op hoge cadans. Geen pijn! De tweede km ietsje harder met het viaduct erin. En toen km 3 wat gaan aanzetten en even verhard gebleven. Weer eens een kilometer onder de 6 minuten! De warmte valt mee, wel zijn er opvallende bellen warme en koele lucht. Langs de plas gaan lopen en dat was echt mooi met rood licht en krekels alom.

Foto gemaakt en toen echt even aangezet. Fijn dat er na al die maanden ook weer wat ambitie lonkt: elke km harder en dat 4 keer en dan straks weer afzakken. Km4 gewoon in 5:45 met dat dikke lijf van me! Dat voel ik wel een beetje op de peesplaat, maar -hoedan- de linkerknie is pijnlijker. Stom korper. Ik loop door en het licht neemt echt af. Ook mooi. Er is niemand! Ik vind het wel moeilijker en loop echt niet meer zomaar 5km in een half uur. De vijfde km is beduidend langzamer. Het viaduct op met lampje aan en even doen de darmen lastig, maar het ritme veranderen helpt. En dan naar beneden treedt de duisternis echt in. Ik wil 7km onafgebroken doen. Peesplaat gevoelig, knie is weer oké. Ik neem een ommetje door de wijk en dan -warempel!!- ga ik lantaarnpalen versnellen! 2 om 1 dribbel. En dat een keer of 4 en net iets verder doorpushen. Dat was zelfs heel erg lang geleden! De km-tijd was boven de 6:30 en dan het rondje afmaken. Erg blij met dit en weinig pijn aan de peesplaat, niet niks, maar verwaarloosbaar. En nu kan ik het ook laten rusten, alle wedstrijdspanning is er af. Its all in ye head.

7 September – Gewoon een beetje fietsen

Waarom zou ik? My triatlondays are over. Maar toch- en beetje fietsen maar. Op een warme dag. Challenge Almere is van start gegaan met de junior challenge en ik was daar. Warm, druk, overweldigend en ook betekenisloos.

Van alle het warme lopen en me klein voelen ging de voet meer en meer pijn doen. Meer dan van het hardlopen gisteren. Its all in the head you said. Maar ik moet me toch soort van afreageren. Beetje gewoon maar fietsen. Stelde niks voor. Muziek op, lege wegen, geen enkele ambitie. Hoge cadans. En dan opeens een bord dat ik niet door mag. Buggers.

Ik ging terug en de andere kant van de vaart zoals ik al gedacht had. De zon ging vuurrood onder. Mooi hoor en leuk hier, maar toch lijkt alles ‘niks’ en ‘niet genoeg’. Een uurtje vond ik wel best. Ik koppel er geen lopen aan, want het voelt niet goed met de peesplaat.

8,9, 10 en 11 September : Ik doe niet niks; ik help bij de Challenge (ben niks jaloers op de sporters in de vreselijke hitte) en ik regel thuis dat iedereen in leven blijft. Ik doe mijn best om mijn tempo aan te passen aan Nederland, maar het valt vies tegen. Ik vind de rustdagen qua sport niet eens erg. De mojo is een beetje weg: geen doelen, geen ideeen. Gelukkig hoef ik van de trainster ook even niks.

Op 11 September maken we een wandelingetje. Allemaal even prima. Kan alles van peesplaat tot hersenpan tot rust komen.

12 September: alles kan en niks moet: een koppeltraining! De Oostvaardersplassen rond en we-zien-wel-loopje

Zou het ooit weer leuk worden? Dat vroeg ik me de eerste 10 kilometer alleen maar af. Fietsen gaat prima, maar ik ken dit te goed. Vlak, saai, bekend. En ik wilde hier al niet meer fietsen, want ik heb er een maand geleden al afscheid van genomen. Er zijn tractors waar ik langs moet en veel gras op het pad. Het is dus niks. Ik luister muziek en doe maar wat. Meer hoeft ook niet. Tempo of cadans interesseert me niet. Ik stop om een foto te maken en eens goed om me heen te kijken naar de vlakte.

En dan zie ik de vele lagen. Hoe ver je kan kijken. Hoe heerlijk recht het is. En ik denk dat er best Ieren zijn die dit mooi en uniek vinden!

Met hernieuwde moed fiets ik verder. Lekker hard. Want elk zuchtje wind mee op het gladde asfalt maakt fietsen hier makkelijk. Bootje, roofvogeltje, mist en ook veel groen. Het is allemaal zo lelijk en suf nog niet. Knardijk is wel prima en dan heb ik het fietsen weer omarmd. Acceptatie. De achtbaan valt een beetje tegen, want het is daar druk met hondenuitlaters. En dan nog terug naar het Kotterbos. Over wat wij slecht fietspad vinden. Ha! Ik ben blij dat ik ‘vertrouwd’ links kan aanhouden 😏 ik maak een klein ommetje want toch wil ik dan weer de 35km halen. Ergens is er nog een klein restje ambitie overgebleven… en straks hardlopen. Ideaal: als er niks hoeft, kan ik gewoon alles doen! Ik ga blijkbaar heel slecht op druk. En de Hardman was natuurlijk uberdruk, daar moest heel veel in. Ik drink niet alles op, maar wel een halve bidon en ik rij nog 26 gemiddeld en dat vind ik voor vandaag wel prima.

Dan gaan hardlopen. Omkleden en dan maar zien wat gaat lukken of wat niet. Ik zou 8km kunnen maken, maar zo na het fietsen zal ik blij zijn met 6. Hoe het gaat, we zullen zien. Het tempo is van totaal ondergeschikt belang. Muziekje aan. Looprondje ovp. De eerste km gaat gestaag goed. De tweede km met de brug gestaag even goed. Het is best warm en ook dit is te saai en bekend. Kilometer 3 onverhard en ook gestaag in iets van 6:20. MAAR WACHT EENS EVEN 😳😲 geen pijn. GEEN PIJNTJES🤗😊😀😁 peesplaat niet eens gevoelig. Knie was even wankel, maar pijn is nergens im frage. Er zit dan ook weer geen enkele verplichting achter. Er komt geen marathon meer. Geen idee wat ik zou willen plannen. Langzaam bedenk ik nog 1 ding voor dit jaar, maar ambitieus is het niet (hm trailen Met Joyce). Ik hobbel lekker door. Zo kan ik er prima 8km van maken. Eigenlijk is het allemaal mooi groen ook hier. En afwisselend. Er is bouwverkeer bij het centrum. Hier en daar fietsers en wandelaars. Die rechte weg tot de horizon heeft ook wel wat. Op de berg ga ik foto’s maken en er vallen flinke druppels, maar niet veel. Heerlijk! En dan is alles ook zo mooi groen als de zon weer wint.

Ik loop het fluisterbos in en moet hardop lachen van de kikkertjes die wegspringen in het veerooster. Hardop lachen! Da’s een tijdje geleden dat ik dat kon bij het hardlopen. Ik wil nu de 8km gaan halen en met dat brokje ambitie laat de peesplaat zich weer even voelen. Niet veel en verwaarloosbaar, maar dat heeft 6km geduurd!! Ik hobbel door en het tempo zakt wat af. Niks om geven, anke. Dan het viaduct op, daar zie ik tegenop. Dat deed te vaak te veel pijn in de zon en hitte omhoog. Maar ik zet de muziek van Capercaille harder en verlies me daarin en dan ben ik er zo. Ik loop nog om via de onverharde weg en door het park. Ook daar werkverkeer. Het wordt wat zwaarder, maar niet onmogelijk en wel wat minder hard. Ik hoef mijn best niet te doen. Ik maak 8km vol. Blij. Geen pijntjes, niet stuk en gemiddelde onder de 6:30.

13 en 14 september – Wandelen met en naar de collega’s toe.

Op woensdag doe ik een korte rondje in de lunch met de collega’s. Stelt weinig voor, een mijl naar de winkel en terug, maar de peesplaat is inmiddels wel weer hersteld. En dat geeft goede hoop! Op donderdag gaan we op bedrijfsuitje en wandel ik door de warmte van het station naar het bedrijf. Op bedrijfsuitje… met mensen dje ik niet ken, lang niet allemaal mag en dan lang in de bus hangen en een drukke stad. Ik zie er tegenop! Ik wandel door de warmte naar het bedrijf met de rolkoffer. Daar zitten de hardloopschoenen in. Dus het kan goedkomen. In de bus doe ik het eerste stuk tot Duiven lekker alleen lezend in het dagboekje met muziek op en wegdromen. Heel fijn. Daarna komt F bij me zitten en klets ik Duitsland door. Daarna een prima kamergenoot in DvdV en we gaan eten en ik ontmoet I en A.

De boottocht op de Rijn gaat aan me voorbij omdat ik klets met E (een parkatleet!) en C. Allemaal over de triatlon. RV is helemaal vol belangstelling. En daarna wandelen en even in een stom cafe staan. Terug naar het hotel met R die ik niet zal missen en in het hotel E uit Siberia omver blazen met de triatlon. Half twee is het mooi geweest en viel het wel mee!

15 September – een overvolle dag met hardlopen in Keulen

Fijn ontbijt. Wandelen met een grote groep. Ik denk al op de brug: dit is niks. Het is niet echt warm, maar ik heb het vandaag geen enkele keer te heet. Gek, want het is overal echt warm en benauwd. Mij raakt dat opvallend niet! Ik bemachtig papieren en dring naar voren. Op de Hohenzollern brug denk ik: eigenlijk wel leuk toch.

Dan loop ik bij de gids en hoor ik wat ze vertelt. We komen langs de Dom en die grootsheid vind ik mooi in al zijn overvloedigheid.

Er zo aan werken en zoiets afleveren ‘ter meerdere glorie’ van je geloof 🤩 Door de winkelstraten en vaak stoppen want wachten op elkaar. Ik liep hier vannacht ook. Stukje oude stad, ze vertelt over zwervers en grappig genoeg boeit dat juist H. Huisjes zijn mooi. Dan over een plein en bij een kerkruine wachten we heel lang. Dan nog een ommetje. Ik vind die duitse steden maar zozo: veel beton uit de jaren 50 en wat oude stukjes, maar ook onrustig en drukkend (op het gemoed). Ik liep even door naar het hotel: 10 minuten alleen!! Hoe fijn kan dat zijn. Dan weer lunchen bij de italiaan met heerlijke pasta-pesto. En door naar de bus voor het midgetgolfen. Zelfs daar had ik t niet te heet.

Grappig groepje met baas PB, moslim H en een roze meisje. Ik vond het wel aardig en grappig allemaal. Netjes verzorgde banen. In de bus terug bezig gaan met hardlopen. Route klaar en de zin is er ook! Route op Garmin gemaakt. Eigen idee. Goed voorbereid en in de goede flow. Geen druk op tijd of afstand. Nieuwe stad, warmte en genieten is meer dan genoeg om te beleven. Muziekje op. Al snel stoplichten en stadsonrust, maar de brug voelt goed. Niet te heet eigenlijk. Op de oever gewoon keihard genieten! Dat het lukt en zo.

En door de parken naar de volgende brug en de kabelbaan. Ik geniet gewoon echt heel erg! Trapjes en de brug over. Ik kijk mijn ogen uit.

Duurde die km 7 minuten? Ik vond het best. Stoplichten en wachten op de koop toe. 4km, veel
Asfalt en warmte, maar geen klachten! Soms zeurt er even iets, maar niets echt en zeker de peesplaat niet. Blijblijblij. Dan weer een km blijven rennen. Ik wil de hohenzollerbrucke op en neer. Ik blijf maar genieten!

Soms even een stukje wat moeilijk, maar nooit lastig of pijnlijk. Rondom de Dom wel erge drukte. Ik ga naar binnen. Vol ontzag. Maria trekt me enorm aan. Ik geef met liefde geld uit voor een kaarsje en bedank haar. Huilend 🥹 ga niet zitten of bidden, maar rust tot in de diepte van mij.

Verder echt groots. Hoi collegas en vooral snel ook doei. Buiten ga ik om de Dom terug naar het water en daar langs wat ik gister ook al wilde. Ik blijf gewoon in het moment, blij zijn en verwonderen. Zonder problemen. Ik maak om het hotel heen de 9km vol. Weer een km erbij! Niet zo snel, want: warm&onbekend. Maar vooral heel erg tevreden!

Keulen kan afgestreept worden 😄 ik voel me weer blij! Zo Goed Als PIJNLOOS!! Ook daarna weinig reactie van de peesplaat. Wel vermoeide benen van de lange dag met 30000 stappen.
Meteen na het lopen pakje optimel en cola light van thuis bijna leeggedronken. En gedoucht. Dat was erg lekker. DvdV was er ook, met haar kindje aan het bellen en hoppa, door naar weer eten in de bierbrouwerij. Ik drink toch maar niks. Nu zat ik bij R, RB, de ouwe E en nog twee. Ze vonden het bloedheet. Oke, wat warmer was het wel. Ik at salade, aardappeltjes met groenten en toe een apfelstrudel. Precies goed qua hoeveelheid en lekker voor me! Beetje haast voor de metro naar de escaperoom. Ik had de leuke groep en het was leuk om te doen. Dan storm ik er echt op af en laat anderen het afmaken – thats me ☺️ moe op de weg terug. Ik ging er voor twaalf uur in, want moe en mooie benen en ik had geen zin meer in nog meer drinken. Kheb weer diarree of verstopping.

16 September- Met de bus en de trein naar huis. Lange dag. Vermoeid. Weinig slapen. Maar ook geen last van de peesplaat! Vincent doet de bosbaan triatlon die een run bike run is.

17 September – vrijwillige intervallen door de straatjes en de regen

De regen stopte niet, dus dan er maar doorheen, want het deert me ook niet. Plan was om de straatjes op en neer te rennen met versnellen. Niets te gek en in de buurt blijven voor noodgevallen (💩). Eerst rustig inlopen, 400m blijkt en dan terug versnellen met het hoekje erbij. En dat in elk straatje. Alle pijntjes kwamen langs: knie, peesplaat, andere knie, kuit, andere peesplaat, enkels – en alles ging ook weer weg. Ik ben nog te dik, dat voel ik en de échte ambitie is er nog niet, maar versnellen keer op keer gaat prima.

In de vrije zeestraat wat fotootjes maken. Had ik beter in de rust kunnen doen, maar ik bleef de hele tijd rennen. Geen stopjes, niet wandelen. Ik wilde 6km. Vond ik wel goed genoeg. De laatste straat was terug zo stom, dus rende ik door en ging wat langer versnellen. Dat ging eigenlijk wel lekker. De hartslag iets omhoog. Toen de haakse straatjes door en even doorversnellen. 1 rustig terug en dan nog iets meer aanzetten op kortere afstand. Er kwam toch wel iets wilskracht bovendrijven. Nog 1 straatje kalm en dan nog echt aanzetten en volhouden ook! Toen heel rustig over de witte brug en in onze straat maximaliseren tot het fietspad. Dat was even graven in mij, waar die knop ook alweer zat. Niet overdreven stuk gaan, maar wel even wat extra doen. Het voelde inmiddels fysiek allemaal weer prima, maar… de darmen gingen wel werken. Toen 7km volgemaakt en snel naar de plee en uitdruppen thuis. Ik kan het nog, intervallen zijn echt maaaaaaanden geleden. Ook geen reactie achteraf, dus het stemt me heel tevreden. En ohja, op 1 na (foto’s) was het tempo aardig gelijk in het aanzetten. Alleen de laatste valt tegen, toen ik echt mijn best moest doen. Het begin is er weer, dus dat is dikke winst; maar het begin van wat eigenlijk 🤔
Oh en de regen: geen last van gehad, hoewel Rob zei (!) dat het niet gestopt was met regenen 🤷🏼‍♀️

18 September – wandelen met de collega’s. De grootste helden bleven de hele zondag slapen. Watjes. Die hebben zeker geen kinderen en zijn 20 jaar jonger. Maar ik maak mijn t-shirt!!!! MIJN t-shirt van de Hardma…. Mijn logo, mijn afstanden.

19 September – Een kort stukje fietsen voor een grote knuffel

Effe een frisse neus en een knuffel: de dag is goed. Dit was mijn laatste kans om in Almere de knuffel te halen. Morgen levert ze de sleutel in. Dan woont ze helemaal in Dronten. Gelukkig werk ik daar! Ik wilde niet naar binnen (hou t maar in gedachten zoals het was), dus we hebben in de garage staan kletsen. Er is teveel te vertellen na 5 weken, 2 vakanties en het-leven-van-alledag. We appen gelukkig dagelijks, of we nu in Ierland, Frankrijk, Almere of Dronten zijn. Dus de afstand boeit niks. Je kan ook prima een ‘bestie’ hebben als je al volwassen bent! En zij is mijn spiegel, klankbord, praatpaal, medestander en geweten. En vriendin en zus en topwijf. Waar we ook zijn.
Ik ging ff op de schoolfiets van Vincent, want die heeft licht. Ik ging tussen de buien door.
Ik voel me wel weer oke trouwens. Nergens, echt nergens, niks geen pijntjes! Moe en ‘gebruikelijk’ unhappy door ‘die periode’ en de aanstormende herfst (letterlijk) en donkerte, maar fysiek ben ik beter dan ik in tijden ben geweest.
Ook lekker gewerkt, nu R weg is moeten we het alleen rooien. Ik doe mijn best en tel wat goed gaat. Anke is veranderd: de zelftwijfelaar beschouwt het geluk nu veel meer, de angstige pessimist is een voorzichtige optimist geworden.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

Alle blogs staan online!

Tussen 25 juli en 18 augustus ontbrak nog, maar is nu ook compleet!
Ondertussen hier nog een paar filmpjes van het fietsen in Ierland, opgenomen met de GoPro vanaf de fiets tijdens de rit van Sneem naar Waterville.
Inclusief het hijgen, want ik film alleen als we naar boven trappen, niet als we heel hard naar beneden racen!

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2023 – 26 IERLAND na de Hardman

28 augustus Een rondrit Ring of Kerry MET DE AUTO

En ook dan is het prachtig.
Eerst naar Sneem voor een broodje van de Mace.
Dan naar ‘mijn’ huisjes, waar ik voor mijn eindexamen een film van heb gemaakt.

De trap, de haard, een fornuis en flessen liggen er nog steeds. Ik loop naar de andere trap en vind het groen door de gebroken ramen geweldig. Hier vallen tijdloosheid en vergankelijkheid samen. Hier ben ik nog altijd dezelfde als ik was toen ik afstudeerde en hier ben ik veel ouder geworden. 

We rijden door richting Molls Gap en genieten nog van de stilte en het ruimtelijke landschap om ons heen.

Dan de kerk en de ruïne op de Ring of Kerry. Nu mag ik foto’s maken!

Vanuit Killarney rijden we binnendoor terug. Zonder druk van een triatlon of fietsen achterop. Het is ongekend mooi.

29 augustus UITFIETSEN

Op de fiets klimmen was geen enkele moeite! Even dachten de benen: wakrijgewenou, maar al snel was het vooral de slechte weg die ik alweer vergeten was. Vincent was mee, maar die had ook geen sterke benen vandaag. We fietsten langs het meer en opeens stoppen omdat het zo onwijs mooi is!

Dat meer is zo rustgevend. De weg was helemaal rustig en dat is fijn, want dan hoef je niet zo op te letten op tegenliggers. Het ging me redelijk goed af en ik heb heel erg goed om me heen gekeken! Wat een mooi landschap is het toch. Het is armoedig met rotsen en laag gras en zelfs de bomen moeten flink om zich heen grijpen, maar er straalt zoveel kracht uit! Het licht is anders dan waar ter wereld ook.

En overal schapen. Alleen maar dat. We gingen tussen rotsen door en dan verder het land in naar het volgende meer. Niemand te zien en daar is ineens… een schooltje.

We gingen nog verder en VIncent was moe. De weg was echt heel slecht en best wat eng. Vol gaten en steentjes. Eigenlijk wilde ik tot het bruggetje, maar toen was er een boer bezig met stenen verpuveren met een enorme machine en opeens was ik het zat.

Dus we maakten foto’s en toen keerden we om. Ook dan is het landschap erg mooi. Ik vind ook de bossen heerlijk, zo vreselijk écht.

Meestal reed Vincent achter me en dan wachtte ik op hem. Die ene keer dat ie voor me reed waren er schapen op de weg. Ik had wel sportdrank mee, maar iets eten was ook wijs geweest. Het was wel zonnig.

Nu werd de weg steeds beter en in Waterville is de weg dan opeens prima! We kwamen een auto tegen en op het smalste stuk bij het meer en de vangrail opeens een busje. 😳 De laatste 3km tot de weg ging ik wat harder alleen vooruit. Mijn benen vonden dat helemaal prima! Ik ben echt weer hersteld, maar het tempo en de cadans moet je even niet naar kijken. 😇

Een wandeling op Ross Island

Alan ontmoeten, naar het water kijken waar ik gezwommen heb, volkomen ontspannen, nergens pijntjes en gezellig samen zijn.

Stukjes trail, een grote boom, waterkant, een hertje, jongens die in een meer springen, verharde paden en geen last van welk pijntje dan ook. Alleen maar tevredenheid en het gevoel dat alles goed is zo.

30 augustus DE ENGSTE FIETSERVARING OOIT

Omlaag fietsen met 65 kilometer per uur is BY FAR het meest enge wat ik OOOOOOOOIIIIIITTTTTT heb gedaan.

Ik wil toch gaan fietsen. Nog 1 keer langs Skellig. Rob wil wandelen en ik vind dat een prima combi, dat hij naar Portmagee komt, maar ik wil misschien ook wel doorfietsen. Uiteindelijk ga ik gewoon maar en ik leg een tas klaar. Ik ben alweer supersnel gewend op de fiets.

Mijn benen moeten weer even schakelen, maar die kunnen niet zelf denken (gelukkig maar). Ik ga richting Ballinskelligs. Intussen zijn de heuvels al helemaal gewoon geworden. Een bus toetert naar me. En dan afslaan. Rust, matig wegdek en hoge cadans. Het gaat goed! Ik kijk om me heen en met het zonnetje wordt het wel erg warm. Bij het strand rij ik door en dan begint het klimmen. De zon verstopt zich achter de wolken, maar ik klaag niet. Het is nog even mooi en indrukwekkend.

Met verlaten schuren en huizen en al dat groen en die muurtjes om veldjes. Ik klim rustig omhoog. Er is opeens in het lastige stuk met veel klimmen wel behoorlijk wat verkeer. En dan liggen de Skelligs daar. Ik ga door naar beneden, naar de ruineplek waar Vincent en ik de vorige keer ook waren.

Ik maak er snel een foto en ga dan door. Het gaat lekker omlaag. Ik kom langs de chocolade fabriek. En door een dorpje wat alleen een Ierse naam heeft. An Boiffin. Langs de speeltuin. Ik ga naar links, richting Portmagee. Ik zie dat de weg flink omhoog zal gaan, maar dat had ik net al gezien. Ik vind het eigenlijk wel goed en als Rob naar Portmagee wil komen, mag ie me oppikken. In een bocht bel en app ik hem. Hij mag de tijd nemen, want ik ga nog verder omhoog zie ik. Er staat een bordje met een autootje wat steil omhoog gaat.

Het gaat heel erg steil omhoog. En er is ander verkeer, dus slingeren kan niet. Ik ga tot de haarspeldbocht en dan is het nóg steiler. Het zweet druppelt van me af en ik moet afstappen. Ik kan niet meer fietsen. Ik loop een stuk en ik denk: zal ik dadelijk dan maar weer opstappen, maar dat gaat heel erg lastig. Na nog een haarspeldbocht kijk ik bijna een beetje verbaasd dat het nog steiler kan zijn. Zelfs met alle Zwift-ervaring ga ik dit niet redden! Gelukkig staan het horloge en het fietscomputertje stil, want zelfs lopend is het verdomd lastig! 1 Keer glij ik zelfs een beetje weg. De doorgang hoog boven me is smal en er zijn aardig wat auto’s. De Skelligs zijn achter me alweer een beetje te zien en het uitzicht over het dal is erg mooi. Voorzichtig ga ik naar boven en dan ben ik op de parkeerplaats. Het waait er zo hard dat ik mijn fiets moet vasthouden! De Skelligs zijn goed te zien en gaan natuurlijk met mijn fiets en met mij op de foto.

Een mevrouw maakt een foto van me en vraagt me of ik omlaag moet. Ze snapt wel dat ik naar boven moest wandelen. Het waait echt onwijs hard. Ik fotografeer het dal en mijn fiets bij de borden ook nog. Het verhaal van Fatale Zwijgen speelt zich echt hier af, dat zie ik zo voor me. Ik ben wel blij dat ze me komen halen, want mijn benen beginnen nu echt enig protest en verzuring te beleven. Er komt een auto omhoog en die haalt het bijna niet :-0 Maar ik denk dat naar beneden makkelijk moet zijn dan naar boven. Zeker over deze rechte en overzichtelijke weg. Als ik op mijn fiets zit, denk ik daar anders over! Ik rem veel bij, vooral op de achterrem en vraag me (rijkelijk laat) af of mijn remmen kunnen verslijten en dat ik dat Rob eerder had moeten vragen. Ik ga echt niet hard, want dit is nog veel en veel en veel enger dan omhoog. Veel zwaarder. Ik ga niet snel en kijk naar de schapen. Dan zie ik een nisje en daar stopt een auto bij. Kan ik ook. Even bijkomen. Maria staat er. Hoe toepasselijk.

Ik wacht tot de mevrouw weg is en lees dan hardop het gebed erbij. Maria heeft me deze vakantie al meer geholpen, dus nu moet ze nog maar even mee. Ik moet immers nog tweederde van de weg omlaag. Die ligt helemaal recht voor me en stort zich naar beneden, is ruim 1 baan smal en gelukkig tot nog toe redelijk van kwaliteit. Zou ik het echt durven om even niet te remmen? De weg is leeg en ik zie dat het einde weer wat omhoog gaat, dus ja, ik laat me naar beneden storten. Ik denk dat ik het uitgil, maar dat weet ik niet zeker. Ik ben in elk geval verkrampt, voorzichtig, alert en ik kijk alleen maar naar de weg. Later zie ik wel hoe hard het ging, nu boeit me dat niks. Mijn hart zit in mijn keel. 1 Auto passeert me omhoog rijdend en er is plek genoeg. En dan ben ik beneden. Of in elk geval is het een stuk minder steil. Er loopt een mevrouw met een hond. Ik hoef nog steeds niet bij te trappen en daar ben ik blij om, want dan kan ik alles even uit de kramp halen. Wat vond ik dit DOODeng. Echt heel erg eng. Ik rij Portmagee in, waar het druk is met toeristen en auto’s. Te druk voor een foto. Ik ben onwijs blij dat Rob me komt halen, want mijn benen lijken helemaal van pap. Vincent komt ook mee en we gaan een stuk wandelen. Hopelijk willen mijn benen dat. 1 Ding willen ze nu niet meer: naar beneden rijden. Ik ben blij dat Vincent er niet bij was. Het gemiddelde tempo is van 26 bij het eerste zicht op Skelligs flink gedaald. I don’t care. Ik leef nog. Ik ga de brug over en ook daar ga ik lekker uitgebreid foto’s maken.

Rob en Vincent zijn er toch nog niet. Gelukkig is het na de brug alleen maar licht omhoog op Valentia Island. Ik heb maar 30km gefietst, maar dat vind ik helemaal best. Hetr gemiddelde is op 22 blijven steken, maar dat zal me helemaal een worst wezen. Ik heb er veel langer over gedaan dan ik in de polder zou doen. Ik ben zo blij dat ik er ben en zo van streek dat er nog even van moet huilen. Op de parkeerplaats maak ik foto’s.

Wel gaaf, mijn fiets en Skellig. De bootjes komen terug. Vincent en Rob komen ook en wat ben ik blij dat ze er zijn en dat de fiets op het rek kan. Ik heb 65,5 kilometer per uur gefietst. Vincent is hartstikke jaloers. Ik kleed me om, maar heb geen shirt bij me. Twee jasjes aan dan maar. Ik ben weer opgeknapt en ik heb nu zin om de repen te eten. Rob zet de fiets goed vast. Dan gaan we naar het torentje lopen. Het waait en het is gezellig met zijn drietjes. We hebben de pas er goed in. Ik loop op mijn oude witte schoenen. Het uitzicht is mooi. Terwijl het niet eens heel zonnig is. We stuiven naar boven. Ik kan dat wel, mijn adrenaline is nog ruim voldoende |-) Boven waait het. Hard. Stevig. Onafgebroken. De toren die eens zo belangrijk was en de bakermat van de huidige communicatie tussen continenten vormt, is abandonded. Geen museum, geen entree, geen plakkaat, geen grote woorden, geeneens een hek. Wind, schapen, gras. Verlatenheid. Er staan staken en er zijn muurtjes. Het loopt in kliffen naar de zee waar vissersbootjes varen. Op deze bijzondere plek komen tijd, communicatie en de kracht van het land samen. Rob zit, Vincent springt rond. Ik raak niet uitgekeken op de Skelligs. Ik maak veel foto’s, maar het vasthouden van deze plek lukt toch niet.

Het is er koud. Grappige kleine dingen: Vincents verjaardagsdatum is in de steen gekrast. Ik doe Vincents Hardmanjasje aan om met de Skelligs op de foto te gaan. We maken de foto van mijn eindexamenfilm. En even voel ik de neiging om in de zee te springen, maar ik ga nog de Skelligs toe morgen. De kliffen donderen wel de zee in. Ook het zicht op Portmagee is prachtig. De brug is de verbinding. Gelukkig is de enge fietsweg vanuit hier niet te zien. Vererop zijn Italiaanse studenten naar de top aan het hiken. Er komen twee Duitse vrouwen aan met stokken. Internationaal is heden ten dagen gemeengoed. Met de telefoon zou ik iedereen kunnen bellen. En uitkijkend over het eeuwenoude monument Skellig en dit twintigste eeuwse verbingspunt, lijkt tijd en ruimte relatief. De ramen zijn uit de toren en de contour van de haard is nog zichtbaar. Door de wind heen, hoor je zo nu en dan een schaap blaten. We blijven een tijd en moeten terug. Omdat tijd vergankelijk is.

Naar beneden lopen gaat ook weer prima, al ga ik mijn voet en hiel weer voelen. Nu is het niet meer erg. Ik hoef niks meer. Het is een wandeling van 4 kilometer omhoog en omlaag. Mijn fiets is er nog natuurlijk en we rijden terug naar het huisje. Zelfs Ierland went na anderhalve week. Ik wil niet meer naar huis!! 

31 augustus Skellig & Hardlopen

Wandelen op Skellig:

An aisling deiridh.
Tá an ciúnas agus an suaimhneas thar barr. Is iontach an fhíric go bhfuil na botháin sin fós ann. Tá sé níos mó ná mar is cuimhin liom. Agus chomh hiontach. Ciallaíonn sé gach rud domsa.

Hardlopen in Ierland 💚🤍🧡

Als ik nu een peesplaat of knie stuk loop, hoef ik nergens meer heen. En ik moet en zal hardlopen in Ierland. Iets wat ik nog nooit heb gedaan. Ik ben pas begonnen met hardlopen nadát ik in Ierland was geweest. Korte broek, t-shirtje, nieuwe witte schoenen, voet intapen. De peesplaat is nog steeds niet helemaal weg en laat sinds woensdag weer van zich voelen. Ik vind het spannend en het is fijn dat Vincent mee gaat. Ik hoop dat ik het nog kan. 1 Kilometer minstens, maar ik heb een route van 5 kilometer. Hoe gaaf zou dat zijn. Natuurlijk lopen we eerst omhoog en ik ben niet van plan om op het tempo te letten. Ik kan het nog. Ietwat houterig en stampend, maar ik weet nog hoe ik moet hardlopen. Dan moet Vincent een foto maken met Maria en vanaf dan komt alles goed.

Omlaag Waterville in door de zon en langs het park. De eerste kilometer zit er op in 6:18 ofzo en ik ben blij. Heel blij. We lopen langs de zee en Vincent maakt wat foto’s.

Ik geniet van het zicht op Waterville en de geur van de zee en het geluid van de golven. Ik zeg nog: Dag Ballinskelligs, tot de volgende keer. Vincent vult aan: voor ons allebei, in elk geval die volgende keer. De wereld is goed zo. Twee kilometer. Het tempo houden we vast en het voelt goed. De voet gaat niet meer pijn doen, de schoenen zitten goed en de knie reageert niet. Ik loop er redelijk ontspannen bij en voor Vincent is het heel makkelijk.

We gaan omhoog over zo’n Iers weggetje: net te smal met gras in het midden en licht omhoog. De Ring oversteken en dan door de woonwijk. Vincent heeft het goede moment uitgezocht om te beginnen over de startstress waar ik bij de Hardman weer last van had. Enerzijds denk ik: ik doe nooit meer een triatlon, maar aan de andere kant weet ik dat dat het enige is wat ik nog zal moeten oplossen – dat ik niet meer zo misselijk en ongelukkig aan de start sta. Dan had de Hardman een tien gekregen. Zelfs zonder finish.

We lopen de 3 kilometer vol (iets minder snel) en ik hoef niet te rusten of terug naar het huisje. We rennen langs de leuke Ierse huisjes en dan naar rechts. Dat gaat omhoog! Dag hondje en gewoon blijven rennen. Al die tijd stilzitten, heeft niks afgedaan aan mijn conditie.

Had ik bij de Hardman dan wel kunnen rennen?
Nee, dan was ik nog veel eerder ‘uit’ gegaan.

Als ik boven ben, gaat het ook weer naar beneden en dan met zicht op het meer. We fietsten aan de overkant.

Ik geniet echt van dit hardlopen. Heel, heel erg veel. Het is ook zo mooi! Vincent meldt het als we op 4,2 kilometer zitten. Dat vind ik erg attent. Hij gaat dadelijk nog een keer hetzelfde stuk, ik vind 5 kilometer aan 1 stuk op dit tempo al fantastisch.  Iets van 33 minuten.

Ik Heb Gerend In Ierland. Dat had ik nog nooit gedaan. Ik ben gaan hardlopen nadat we in Ierland zijn geweest met Vincent. En wat ik de afgelopen weken heb gedaan is flink wandelen, maar niet echt hardlopen. Dit, 6 minuten en 20 seconden per kilometer, dat is echt officieel hardlopen. Ik heb het er warm van en mijn peesplaat is gevoeliger, maar dat heb ik er voor over!

De peesplaat is stukken gevoeliger de rest van de dag. Maar de knieën houden het prima. Een nieuw beginnetje. Of een einde? Ik weet het niet, of ik nu niet meer hoef te sporten of dat ik stiekem al nieuwe doelen heb.

1 September: TERUGREIS

2 September: REIZEN

Categories: Geen categorie | Leave a comment

Na de Hardman

27 augustus. 
Ik word wakker en heb erge hoofdpijn. Ik loop naar de douche voor een paracetamol en een plas. Gek genoeg loopt het prima. Na de paracetamol slaap ik weer verder. Ik heb het eindelijk lekker warm. De hoofdpijn is er een paar uur later nog. Het regent buiten. Heerlijk. Ik hoef niks meer! Ik pak de telefoon en ga de berichten eens bekijken. Zelf ben ik werkelijk geen greintje teleurgesteld dat ik niet gefinisht ben. De training was daar niet op gebouwd en uiteindelijk heb ik gewoon te weinig voeding binnen gekregen en heb ik onderschat dat ook wandelen energie vraagt. Er zijn slechts 3 vrouwen gefinisht. Ik app met Joyce en antwoordt de andere mensen ook. Ik kan lekker blijven liggen! Dan heeft Rob voor mij toch een medaille meegekregen.

Zonder aarzelen vinden ze dat ik die toch heb verdiend. Ik weet het niet zeker. Ik ben er erg blij mee, dat wel. Ik heb geen honger en voel me verder verbazingwekkend goed. We eten lekker laat pas. Vandaag hoeft er niks. Vooral niet snel. De lunch versnoepen we. Prima. Er is veel over en weer te bespreken. De zon komt weer door. De middag verloopt. Ik ruim alles op en doe alle was.

Ik blog een heel stuk. Dat helpt me. En ik heb veel contact met de buitenwereld. Het voelt soms alsof ik moet verdigen. Joyce is een grote steun, maar ook Arjan komt met Skellig verrassend uit de hoek. We willen nog buiten wandelen. Ik vind het raar dat de pijn in mijn voet zo goed als weg is. En de trap neem ik moeiteloos op en neer. Is dat training die toch goed uitpakt of het wandelen? Na de Oreokoekjes heb ik ook niet meer echt trek. Ik drink wel veel cola light. Ik ben nog steeds behoorlijk ongesteld. Justine heeft het fietsen al afgebroken bij Molls Gap, want het zwemmen was te zwaar voor haar. Normaal is ze een goeie zwemmer, maar dit was haar te heftig. We gaan met zijn drietjes naar buiten. Ik moet een blaarpleister hebben. Het enige wat ik nu nog echt wil is werkelijk hardlopen in Ierland. Echt hardlopen. Einde van de week. Als er niks meer mis kan gaan. We gaan kijken bij de pub, maar Rob is te moe om mee te gaan. Vincent wil dat graag en ik ga mee. Het is mooi om Vincent te zien genieten en zelf geniet ik ook erg.

Het dringt tot me door dat ik een mooie prestatie heb geleverd. Diep door zeg maar. Bij de Fields of Athenry dringt de zin “raise our child with dignity” zich aan me op. We zitten een tijdje vooraan en later bij de bar. Van Vincent krijg ik een drankje. Lieffffff. Hij vindt de muziek echt geweldig en wil ook wel graag in Ierland gaan wonen, zo zegt hij. Ik vind het een prima idee, haha. Ik ben moe en een beetje hongerig, maar ook blij en gelukkig en tevreden. Rob zal even slapen. We lopen langs het strand terug.

Ik voel me écht goed. Stom lijf. Doet maanden moeilijk en nu – We eten frietjes en ik eet een ijsje. Ik maak tot diep in de nacht de blog af. Nu nog een week vakantie! 

Achteraf was het echt elke minuut waard! Ik heb maar twee dingen “fout” gedaan: de zenuwen vooraf. Zo jammer dat ik daardoor de zon heb gemist en het eerste rondje zwemmen! Jammer dat ik daar zo misselijk van werd en zo ongelukkig. En ik heb niet goed opgelet met de menstruatie. Gewoon niet genoeg binnen kunnen krijgen op de fiets. Zelfs van het opgeven en de grens van mijn kunnen bereiken heb ik geen spijt! Ik had ook niet genoeg getraind.

Wat ik jullie ook niet wil onthouden is het verhaal van Daragh, een jongen die ook meedeed aan de Hardman.

Daragh – we wisten nog niet dat ie zo heette toen we ‘m de eerste keer zagen. Hij kwam met ons tegelijk zijn startnummer halen op vrijdagavond en er was dat jochie en een man en wij discussieerden wie de Hardman zou gaan doen. Vincent zei dat het de oudere man was, dus toen het jochie met ons opliep richting het toilet vroeg ik ‘t gewoon en hij ging het zelf doen! Zijn eerste, jawel. Hij dacht op zijn beurt dat Vincent mee ging doen. Vincent is nog een kop groter! We liepen naar de auto terug en in de bedrijfsbus haalde Daragh ons zwaaiend in en toen vroeg Vincent brutaal hoe oud hij was. 25 jaar. Wij zeiden: die gaat voor de kampioenschappen meedoen. Achteraf een compleet verkeerde inschatting van ons.

Bij de briefing was ie er niet bij. Toen lag hij met zijn broer al in de tent.

Na 1 uur en 10 minuten was de vrolijke kleine knul als eerste het water uit. Later vertelde hij Rob en Vincent dat hij elke dag zo’n 8 kilometer in de zee zwemt. Dus zwemmen was helemaal zijn ding. Hij was als eerste in de wisselzone dus. En toen begon het. Rob en Vincent stonden vol verbazing een minuut of 20 (!!!!) te kijken hoe Daragh zich omkleedde, zijn box inpakte, herschikte en nog eens om zich heen keek. Hij pakte zijn fiets en vroeg werkelijk: wat moet ik nu eigenlijk doen?! Ze wezen hem de weg en oke- daar ging ie op de ietwat gammele racefiets. Iemand zei hem dat het een flink stuk was en of hij wel genoeg had aan 1 bidon. Hij vertelde bij de post in Waterville dat zijn bidon niet eens vol zat en dat hij toch echt wel honger had gekregen. Toen was hij bessen gaan plukken bij een huis en daar kwam de bewoonster aan. Toen de knul vertelde wat hij deed, kreeg hij thee en chocolade aangeboden! Terwijl hij dat op de post vertelde, kwam een andere deelnemer uit een zijstraat waar hij donuts had zitten eten die hij net had gekocht. Rob en Vincent hadden al met de donutsnoeper gekletst (deels in het Nederlands). Daragh kreeg een donut en voor het eerst van zijn leven gaf iemand hem een gel. Die was hij aan het opmaken toen ik hem inhaalde – IK! Een ouwe taart van dubbele leeftijd.

Uiteraard kon Daragh stukken beter hardlopen. Vandaag vertelde Alan dat Daragh 2 weken geleden meedeed aan een 220km-loop voor een liefdadigheidsdoel.

Daragh kwam weer in de wisselzone en zijn broer stond een sigaar te roken, terwijl de knul zich omkleedde. Dat deden er veel trouwens! Meer dan de helft ging aan het omkleden in de wisselzone! En toen ging daragh dus lekker lopen en onderweg met iedereen kletsen en superblij zijn met het eten op de post en het water van Vincent en hij liep ook lekker tegen mij te kletsen hoe leuk Vincent en Rob waren.

Hij is gefinisht! In 13,5 uur. En dat gun ik hem dan ook enorm van harte. Rob heeft hem verteld dat hij aan zijn wisselen en fietsen moet gaan werken en Daragh wil graag met Vincent trainen. Kun je het je voorstellen?! Hij wist gewoon niet waar hij aan begon! En Alan van de Hardman vindt dat helemaal prima. Niks geen kouwe kak, stoerdoenerij of opschepperigheid. Geen gezanik over hulp van buitenaf. Gewoon lekker besjes jatten en donuts eten onderweg.

Daragh schrijft op zijn insta-account: “I get so much out of delving in these areas of my mind body and soul, there’s so much pain and darkness that I am going through this helps me digest it, it helps me understand that I am powerful beyond belief, that this too shall pass and at the end of a tough uphill battle is a lovely rewarding downhill, life is up and down that’s the beauty of it although it’s hard to see it like that when your deep in the throws of it, keep going and you’ll reap the rewards.”

En over de andere held met zijn hond: Alan Ryan, die de Hardman organiseert:

De familie van Alan van de Hardman helpt allemaal mee met de wedstrijd. Doen ze al jarenlang. Ze weten wat ze moeten doen. En gelukkig heeft zijn zus 6 kinderen tussen de 30 en 14 jaar. ‘He’s a fine lad’, zegt hij over zijn neefje die met Vincent op de waterpost stond.
Rob zei nog tegen dat Alan het zwemmen zoveel langer was. Daar moet Alan om lachen: it’s a bonus, isnt it? Sommigen hadden wel 5km gezwommen.

Het is zo relaxed, so laid-back, zo makkelijk. Terwijl Almere afgezet wordt voor de duizenden deelnemers. De dijken schoongeveegd. Twee weken bouwen aan de finisharea. Alan deed het met zijn 4 trouwe helpers zelf. Op vrijdagavond. En op maandag reed hij rond om de bordjes op te pikken. Samen met zijn superlieve hond.
En als je dan denkt dat hij ‘maar wat doet’, heb je het zo mis! Alan organiseert 9 wedstrijden in een jaar. En daarnaast is hij zelf triatleet. En director of the national Irish Triatlon Bond. Die bond die in de week voor de Hardman ruzie ontkende met niemand minder dan Ironman, vanwege 2 doden op het zwemparkoers van de Ironman in Cork.
Hij komt even naar Ross Castle om met ons nog wat na te praten.

De rest van de vakantie in 3 foto’s:

28 augustus: Ik vind het echt heerlijk dat ik nergens op hoef te letten! Ik heb meer dan 6000 calorieen verbrand en toch heb ik geen overmatige trek of ben ik extreem moe. Ik heb ook nauwelijks meer last van de peesplaat. Wel van de blaar, die (toevallig?) op dezelfde plek zit als de waar de peesplaat trok. En ik ben nog steeds behoorlijk ongesteld, terwijl dat echt nooit 5 dagen duurt. Ik ben gewoon blij dat ik 7 rondjes wél heb gelopen en wel heb gefietst en wel heb gezwommen. Maar ergens voel ik me nu ook klaar met triatlon.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

De HARDMAN

De Grote Dag. Hardman 2023.

Ik slaap prima! Kort, maar gewoon door en diep. Ik hoef maar 1 keer te plassen en slaap dan weer door. Om 4 uur piept het horloge me wakker. Ik voel me oke, maar wil mijn voet nog afplakken, moet nog iets eten en voor Vincent aan ons bed staat, heb ik de bidon met sportdrank al leeg. Ik maak 2 broodjes klaar voor in de auto en heb geen trek. Het is nog donker en ik kijk even naar de sterren. In het donker rijden is eng, een broodje eten is moeilijk en ik word misselijk. Daar zitten ook zenuwen bij. We doen een merken-woordslang en dat leidt wel iets af. Onderweg moeten we een keer stoppen, want ik moet weer plassen. Het is niks leuk, ik voel me zo niet lekker! Het tweede broodje krijg ik echt niet op. We zijn er ongeveer een half uurtje van tevoren en weer moet ik eerst plassen. Daarna de fiets klaarzetten.

Ik ben enorm zenuwachtig en misselijk en onrustig. Ik kan er niks aan doen, het neemt me over. Alles in mij zegt: wegwezen hier. En het is niet druk, er is geen opzwepende muziek, geen gedoe, geen regels waardoor Vincent en Rob niet mee de wisselzone in mogen. Ik heb snel mijn chip en ik drentel op en neer.

Onrustig voor de Dixie, onbereikbaar. Ik moet zelfs een beetje spugen. Helaas mis ik de prachtige zonsopkomst door de stress. Ik krijg er net te weinig van mee.

Ik probeer te denken dat ik niets liever wilde dan dit, maar ik voel me alsof ik niets liever minder zou willen dan hier zijn! Dan de wisselzone in en we houden een minuut stilte voor de omgekomen Ier vorige week bij de Ironman. Het clubje is echt klein!

Ik ben best van streek en dan het water in. Koud! Ik klets nog even met een andere mevrouw. Echt koel water met steentjes. Het is allemaal zo eenvoudig als aftellen van 10 tot 0 en gaan. Geen gedoe. En ik ga.

Mijn horloge stond al aan bij 10. Ik merk op dat het koud, diep en ook helder is. Tegelijk. Ik zwem gewoon achter ze aan. Dat gaat best goed. Dan komen de golfjes. Ik kijk een beetje om me heen naar de heuvels. Het is mooi, maar ik ben nog onrustig. Na de eerste boei word ik misselijk. Verdomme zeg. Niet weer. Ik hou even stil om te kokholzen.

Christine in de kano vraagt of het gaat. Ik zeg van wel, maar echt lekker voel ik me niet. Ik mis dan de aansluiting helaas, maar ik ben nog niet de laatste. Dan is het inderdaad niet te zien waar de volgende boei ligt, tegen de zon in. Tegen de zon in dan maar, zoals ze zeiden. Ik navigeer goed, maar voel me niet goed. Misselijk en ongelukkig. Ik rond netjes de boei, maar het zieke gevoel laat me niet los. Ik heb geen idee hoe hard ik zwem, maar ik voel mijn horloge wel trillen. De weg terug naar de boei aan de kant is ver. Ik word ingehaald door een vrouw met een witte badmuts en kokhals nog een keer. Eenmaal bij de boei ga ik staan. Het gaat niet goed, ik voel me niet lekker. Ik kan hier en nu stoppen. Ik zie Rob en Vincent op de pier.

Ik doe even een schietgebedje naar Maria en BESLIS dan om nog een ronde te gaan. Er zijn nog (best veel) mensen achter me, maar ik ga mijn eigen tempo doen. Ik kijk nog een keer goed om me heen, zie Vincent al mijn kant opkomen en dan ga ik weer het koele water in. Ik moet nog even opstaan omdat de tape heeft losgelaten. Die haal ik er af en stop ik in mijn wetsuit. En dan weer zwemmen. Ik heb het besluit genomen. Ik ga rustig 4 op1 of 2 op1 ademen en door. Ik pak een rustige, lange slag en bedenk de leuke dingen, dat ik hier mag zijn en dat ik een heldje ben. Een zwemmend heldje. Ik voel de tekst van “Deep waters hold reflections of times lost long ago”. Ik vraag me af hoe diep het water is, hoe hoog de heuvels en waarom de zon weg is. De golven zijn in vergelijking met de Frysman laag, maar ik denk dat ze voor hier flink zijn. Ik zwem lekker in mijn eentje. Zoals het mij past. Mijn eigen strijd. De misselijkheid en het ongelukkige gevoel wijkt en maakt plaats voor blijdschap en trots en ik raak in het moment en in de slag. Er zwemt nog een meneer, maar die kiest net een andere route. Ik moet nu plassen en warm een aantal keer het water een beetje op. Ik bedenk me dat ik geen tampon meer ingedaan heb. Hier in het water niet zo erg en straks plas ik er met mijn zwarte trisuit vast ook wel langs. De zon is weg en de boei is te zien. Door de golven is de omgeving minder goed te zien. Ik adem dan ook maar 1 kant op, doen wat goed voelt. Er zijn nog steeds mensen achter me. Ik snij 1 boei af, ze moeten me maar komen halen, haha. De zon is weg en de boei is goed te zien nu. Ik begin echt blij te worden en deze keer ben ik sneller bij de tweede boei. Voor mijn gevoel. Dan naar de derde boei toe. Het begint me toch een partij hard te gieten! Ik zie de druppels om me heen en ik vind het sneu voor de mensen aan de kant, maar dit is wat ik fantastisch vind! We don’t do easy. Het spookt door mijn hoofd. Ik krijg het wel erg koud. Mijn handen voel ik niet meer zo goed. Ik heb het niet snel koud, maar dit is niks warm! Ik zie dat de kanoster naast me is en bedank haar. Ze vragen vanaf de kant of het goed met haar gaat en ze antwoord dat ze teruggaat. Daarom weet ik dat ze Christine heet. In het laatste stuk naar de boei toe haal ik de vrouw nog een keer in, maar ik blijf lang zwemmen voor ik opsta. Stomme steentjes.

“hello Anke” zegt Alan nog en ik zeg tegen Rob dat het zwaar was. Ik heb er 1 uur en 50 minuten over gezwommen en dat valt even tegen. De zon schijnt nu weer, maar ik zie het niet. Ik heb het nog steeds erg koud. Rustig aan wisselen. Stap voor stap. Hier haal ik de winst niet.

Wetsuit in de zak en onder in de box. Ik ben blij dat ik de schoenen niet los heb neergezet. Sokken aan gaat goed. Al zit overal gras, maar dat is niet erg. Startnummer omdoen is ook niet vanzelf. “Op de rug” zegt Rob. Ik neem een gellie, lekker met water. Het aandoen van de handschoentjes is echt lastig en ik ben blij dat ik de jas aan kan. Mijn telefoon zit er al in. Rob vertelt me nog dat iedereen het zwemmen erg zwaar vond en dat er nog zo’n 10 mensen achter me zitten. Ik ben blij dat ik kan gaan fietsen om op te warmen. Ik loop rustig de wisselzone uit met mijn fiets. Het is nog steeds niet helemaal licht en regenachtig. Voor me uit rijdt de vrouw van het zwemmen. Ze is helemaal ingepakt. Ze zit ver voor me, maar ik kan mooi zien hoe ik Killarney uit moet rijden! Al is het duidelijk en rustig op de natte wegen. Ik ben blij dat ik op de fiets zit! Van tevoren heb ik besloten me per uur met het fietsen bezig te houden en niet te ver vooruit te kijken. Het begin is de stad door en uit. Door te volgen gaat dat hartstikke goed en er zijn vrijwilligers. Het is nog niet druk. We moeten stoppen voor een rood licht! Ik spreek de vrouw nog even niet aan. Daarvoor ben ik nog even aan het bijkomen. Als we de rivier over gaan, bedenk ik me dat dat het enige stukje is wat ik nog niet heb gezien vanuit de auto. Het volgende blokje is naar Molls Gap, al staat alleen Kenmare nog op de borden. Ik ga de vrouw inhalen voor we de bossen in gaan. Dat doe ik liever alleen en mijn tempo ligt wat hoger. Ook nu weet ik niet zo goed wat ik moet zeggen, maar ik bedank haar. En dan langs de bossen. Er is niemand op de wegen op dit tijdstip. Geen idee hoe laat het eigenlijk is. De zon laat zich niet zien en ik warm langzaam op. Het enige wat ik denk is, dat ik geen zonnebrand heb als de zon later wel doorkomt en ik de mouwtjes uit wil doen. Na Torc waterfall begint het Grote Genieten. Oerbossen omringen me. Groen. Meren. Ik schreeuw het uit!

Ik roep naar Arjan, mijn voormalige collega die de passie voor Ierland deelt hoe mooi het hier is. Ik zing hardop. Van the rambling rover, want die zit in mijn hoofd. Het regent en druppelt weer, maar ik vind dat niet erg. Alleen jammer dat mijn zonnebril dan minder zicht geeft. Het is zo onbeschrijfelijk adembenemend mooi. Er komt een meneer naast me fietsen die ook nog even wil klagen over het zwemmen en wil weten waar ik vandaan kom en een praatje maakt. Ik weet niet meer precies wanneer hij er was, voor of na de tunnel. Ik heb liever dat hij doorfietst. Het is gewoon mijn eigen ding, dit en hier. Ik moest natuurlijk wachten voor de tunnel. Maar ik was wel alleen onder de tunnel, dus ik heb heel hard echo geroepen. Al weet ik dat het met die stenen hopeloos was, ik vond het wel erg leuk. Het is zo mooi, zoooo mooi! Ik mag geen foto’s maken, dat doen we later een keer met de auto. Jammer, dan moet ik alles onthouden! Het licht over de meren, de wolken die langsrazen. De klim begint volgens mijn fietscomputertje. Ik ga niet haasten hoor, gewoon hoge versnelling en blijven trappen, maar vooral blijven kijken! De bossen hebben plaatsgemaakt voor stukken met rotsen. Het voelt als oergrond. En al die tijd nauwelijks automobilisten. Heel in de verte rijdt een andere fietser voor me, misschien die meneer. De vrouw achter me is uit beeld verdwenen. Dit is van mij alleen! Het voelt zo rijk, ik ben zo gelukkig dat omhoog fietsen niks voorstelt. Regen? Ik voel alleen maar geluk. Het is gewoon tastbaar. De kou is weg. Ik rij langs de ruine. Daar moeten we echt nog een foto maken. Wat een adembenemende plek.

Ik snap dat je daar bouwt, maar waarom laat je het vervallen? We komen bij Ladies View en daar maken ze foto’s. Ik kan niet anders dan lachen! Ik zie een regenboog boven de vallei staan en denk: daar kan ik nooit meer een foto van maken. Wat mooi. En nog verder omhoog. Ik dacht dat Molls Gap in de buurt zat en ben bang dat ik door die meneer het meer heb gemist, maar het meer komt nog. Het is jammer dat er boven een vieze witte camper staat. Op de fiets zie ik de ruine aan de overkant. Het is even droog en er schijnt een wazig zonnetje. Dan wordt alles wat nat is nog extra verlicht. En dan tussen de rotsen, het groen en langs de prachtige vallei met wolken en zon in de verte door omhoog. Het tempo, hoe ver het is, hoe lang nog: dat doet me allemaal niks. Ik ben in het moment op die plek. Ik doe mijn bril af om beter te kunnen zien. Er staan schaapjes langs de weg. Ik groet ze hardop. Het is overweldigend.

Bij Molls Gap staat de motor en wat water. Ik heb niks nodig. Ik drink redelijk en eten van gellies gaat zelfs heel goed. Ik loop voor op wat ik moet eten en dat voelt wel goed. Dan over Molls Gap naar beneden. Er staat een bordje van de Hardman met “Steep Descent”. Grappig hoor. Godzijdank is er niemand, want het is me wat: natte wegen en hard omlaag en ondertussen gaat het harder regenen en ik heb geen bril op. Dit is echt een nieuw stadium van spannend voor mij! Ik rem piepend om op de goede weghelft te blijven. Het is mooi, maar ook echt wel een beetje eng. Het gaat wel lekker snel en mijn benen krijgen nu even rust. Next stop is Kenmare. Ik rij de bebouwde kom in en daar is een groepje mensen bezig met hardlooptraining. Ik weet dat ik een zwaar stuk tegemoet ga. Tot Sneem is volgens mij 60 km. Ik heb geen idee hoe ver ik eigenlijk ben of hoe laat het is. Ik kijk wel, maar sla het niet echt op. De andere man rijdt nog voor me. Het is fijn te weten dat Rob en Vincent in de buurt zijn. Zij zorgen dat ze oproepbaar zijn in noodgevallen. In Kenmare houden ze even het verkeer tegen. Voor me fietst een andere man. Het blijkt maar 26 km te zijn tot Sneem. Dat is het volgende uur dus. Ik moet gaan plassen van mezelf. Ik moet ook, maar ik kan dat niet meteen. Ik klim sneller dan die man voor me, maar ik haal hem niet in. Dat boeit me ook niet. Ik vind het een veilig idee. Ik kijk wat om me heen naar de huisjes. Het wegdek is slecht in Ierland. Voortdurend. Vermoeiend. Het hobbelt de hele tijd en dat kost armkracht. Ik word er moe van, en die armen zijn al moe van het zwemmen. Ik ga zelfs een stukje op het stuur liggen! Huisjes, bos, muurtjes, bruggen. Nog steeds opvallend weinig druk voor een zaterdagmorgen. Ik zag een bus, maar dat is een lijndienst! Het plassen lukt me uiteindelijk wel. Ik haal de man in als hij de bosjes in duikt. Ha, daar hebben wij vrouwen dan voordeel van! Hij moet ook 2 keer zijn bidons oprapen. Ik blijf gewoon zitten op mijn fiets. Ik merk dat ik dat urenlang kan volhouden en dat me dat eigenlijk weinig moeite kost. Die fiets is een stuk van mij geworden. Vlak voor Sneem is de landtong wel even een mooie afwisseling en het klaart op. Ik doe iets langer dan een uur over om Sneem te bereiken. En daar is Vincent!

Net als iemand me inhaalt, maar dat mag de pret niet drukken. Hij laat me een glimp van Touch the Sky horen. De tekst op mijn blaadje is weggevaagd door de regen. Ietsje verder staat Rob. Dat doet me erg goed.

Het stuk van Sneem naar Waterville ken ik. Dat voelt goed zeg! Maar het is weer mooi en overweldigend. Eerst dat oergevoel van de vallei daar. Rob en Vincent halen me in en Rob knippert als ik zwaai. Lieflieflief. En dan een heel stuk naar beneden. Ik haal een oudere meneer in die ook de Hardman doet warempel (geen idee waar hij vandaan komt of wat ie gedaan heeft) en ik ga veel harder naar beneden! Ik durf echt en ga zelfs eventjes liggen. Het tempo boeit me echt niet vandaag. Ik moet nog een keertje plassen. Er is geen publiek bij deze wedstrijd. Niet dat het mij deert, integendeel. Het is jezelf, het land en het weer. Dat is extreem puur. De rotsen zijn mijn toeschouwers. Het land kijkt met me mee. En hier en daar staat een beeldje van Maria. Gek genoeg weinig kruisen met Jezus, maar Maria gaat vandaag een beetje met me mee. Dan klimmen we omhoog en dat lukt me nog steeds goed. Ik kan niet wachten tot ik boven ben! Eerst even Caherdaniel door. Of ligt dat na het strandje? Daar is het nog niet druk. Ik weet zeker dat het dit hele stuk van Sneem naar Waterville droog is, maar ik kan me vergissen. Het is in elk geval niet zonnig.

Ik ben blij dat het is opgeklaard, want ik zou zo graag de Skelligs zien straks. Dan de klim omhoog in twee delen. Eenmaal boven kijk ik even goed naar de eilanden in de verte. Er zijn wel wat toeristen nu en slechts een handvol bussen. Het waait heel erg hard, de mensen op de grote parkeerplaats kunnen nauwelijks blijven staan! Ik voel de wind ook wel, maar dat ken ik. Al voelt er niks als ‘thuis in de polder’, omdat dit meer als thuis voelt. Naar beneden razen (weer dat hardmanbord met steep descent) begint met een laatste flinke plas. En dan omlaag wel wat bijremmen. De wind tegen is fors, waardoor het niet zo hard gaat én niet zo makkelijk is. Mijn benen rusten, maar mijn armen niet! En dan komen de Skelligs in beeld. Ze geven bijna licht, zo helder staan ze daar! Little Skellig ligt echt wit te stralen en Skellig Michael is groots. Ik denk even aan het afzien daar en dealen met alle omstandigheden. Ik ben er echt diep door geroerd en geraakt. De dag kan af zijn. Maar ik ga nog langs de kerk, kijk nog een keer om naar Skellig Micheal en ga dan op zoek naar de waterval. Ik zie ‘m en ik kan het nummer van de weg niet goed onthouden. Iets met 11950. Straks aan Vincent doorgeven. Samen met de Christina van de kano. Zij weten natuurlijk niet wat er in me omgaat en hoe ik het hier beleef, maar het gaat goed. Ik kom er aan. Ik ben al op de helft. Want ik weet niet of het 175km worden of dat het er 180 zijn. Ik ben er niet te lang mee bezig. Eerst Waterville nu! Ook daar is het stil. Ik zie Maria in de verte en draai af en ik zie Rob.

Ik weet niet waar ik heen moet! Hij wijst me de hoek van de straat. Supersimpel. Geen gedoe. Vincent staat klaar met de bidons die uit het tasje zijn gescheurd. Mijn gelletjes zijn op! Dat is goed he! Mijn bidons zijn verre van leeg. 1 Met sportdrank en 1 met water. Maar dat water is opgegaan aan plasacties. Ik gebruik het water wat over is voor een plasactie aldaar. Gek genoeg kijk ik dan uit naar een momentje rust en bijpraten, maar als ik sta, wil ik verder met fietsen! Ik roep om de zonnebrand naar Vincent en de rest vergeet ik weer. Snel door! Leuk om naar het kerkje te fietsen en even te denken: ik kan hier afslaan en op de bank gaan zitten. Maar ik ga natuurlijk door. En om te denken: hier wandelden we. Na het kerkje haal ik weer fietser in. Het is het kleine jochie van gister. Rob en Vincent spreken hem vaak over de dag. Hij zwom snel, had geen idee van wisselen, had geen voeding bij zich en kan niet fietsen. Als ik hem inhaal, eet hij een gel. Ik ben als ik daar fiets wel even verbaasd. Voor me fietst nog iemand, in de verte. Dat zal de komende tigtig kilometer zo blijven. Ik zit op 100 kilometer en roep uit: Appeltaart! Gek genoeg denk ik ook: nog ‘maar’ 75 kilometer.

Dan kondigt mijn fietscomputertje weer een klim aan en ik zie ‘m voor me liggen. Ik had niet door dat dit een felle klim zou zijn, maar ik zie er niet tegenop. Lekker gaan. Nadeel is dat er ook nog wind tegen is. Maar hier zit de afslag naar Ballinskelligs en ik weet dat het naar boven is het tot het bosje. Het is nog steeds best rustig op de weg vind ik. Er is een licht zonnetje, maar het is niet warm. Eigenlijk ligt Cahersiveen nog best een eind weg! Daar ga ik wel een klein uurtje over doen. Met de auto lijkt het dichterbij. Ik krijg iets meer moeite met het verwerken van alles merk ik. Kan niet meer zo precies de kilometers en de voeding bijhouden. Kijk niet meer zo hard om me heen. Ik haal een bejaarde fietser in die met zijn eigen dagtochtje bezig is. Het duurt lang voor mijn gevoel voor ik Cahersiveen bereik. Ik weet vrij zeker dat iedereen deze plaatsnaam leest als Ka-Her-Sji-Vien, maar de Ieren noemen het Karsevin. De straat loopt er scheef, maar op de fiets merk je dat niet. Ik knik even naar de kerk en sneller dan ik had gedacht ligt Cahersiveen ook weer achter me. Dan wordt de weg goed. Qua wegdek. Vlak en ook nog ’s vlak voor wat betreft hoogtemeters. Ik ga even liggen en merk dat de vermoeidheid en de verveling een beetje toeslaat. Wellicht miezert het ook weer. Ik zit rond 115 kilometer en mijn tempo is me wat te laag, maar ik moet me nog niet druk maken. Een echt volgend doel heb ik niet zomaar, want Glenbeigh is net iets te ver weg. De omgeving is nog steeds mooi met de brede valleien, maar ik ben er even klaar mee. Dat ik al op tweederde zit, ontgaat me. Ik moet iets gaan doen! Ik had nu wel even een muziekje gewild. Maar dat mag niet en is er niet. Dus ik moet iets anders verzinnen. Een alfabet met de naam van iemand die ik een chocoladeletter kan geven. Een man, een vrouw en het mogen niet allebei atleten zijn en 1 daarvan moet familie zijn. Arnold en Annemarie zijn logisch, Betty en Bas ook, maar de C wordt al lastiger (ome Cees en Carla). Ik kom moeizaam uit de I. Het is een goede oefening om de tijd te doden en op de een of andere manier het koppie erbij te houden. Jammer dan van het wellicht mooie uitzicht, maar dat valt mee. De N kom ik niet uit. Ik ken weinig mensen wiens naam met de N begint. Brugje over. Stukje omhoog, stukje omlaag, bochtje. 1 Auto gaat rakelings voor me langs en wordt door de andere kant weggetoeterd. Verder zijn er weinig aanslagen op mijn leven gepleegd. Ik vorder voor mijn gevoel echt erg langzaam, maar de tijden vallen eigenlijk niet tegen als ik ze elke 5km voorbij zie komen. En anders eet ik snel iets, want ik ga goed op de fruit gellies. Het is een beetje saai, dat wel. Ik plas vast ook nog wel een keer. Op een gegeven moment ben je toch al vies en smerig. Ik kom bij de roadworks en bij de eerste kan ik gewoon doorrijden. Er rijdt nog een auto achter me en dat vind ik altijd fijn. De andere fietser zit nu dichterbij. Ik kijk even op naar de treinbrug, maar puzzel over een letter. Waar was ik ook alweer, denk ik dan. We komen over de smalle brug en daar moet ik stoppen tot ik er overheen kan. Ik vind de rivier vanaf de fiets wel erg mooi. Bij de volgende roadworks moet ik wel stoppen en ik neem gelijk een gel en maak van het stilstaan gebruik om te plassen en water over me heen te gooien. Het miezert daar weer geloof ik. De andere fietser is daar ook, maar hij staat net te ver voor me en ik heb ook geen behoefte aan een kletspraatje. Zijn tempo ligt net iets anders. Een andere auto sluit snel achter me aan. Ik kan nog een tijdje liggen op het stuur en kijk even uit naar Dingle. Fijn dat we daar vorige week al geweest zijn. Daar schijnt trouwens wel het zonnetje op. Ik vind het niet erg dat het aan deze kant bewolkt blijft. Ik rij het gebied met de sterrensky uit (extra donker) en besef dat ik bewoond gebied in rij.

Er is iemand bezig met een grasmaaiertje en ik lijk ook weer een beetje gewekt te worden door de herrie. Verbaasd contstateer ik dat ik alweer op 135 kilometer zit. Ook hier is het best mooi zo op het water uitkijkend. Anders dan de andere kant, maar ook leuk. Ik heb de Q en de X overgeslagen en ben bij de Z. Tante Zus natuurlijk en….. En opeens kom ik dan toch door Glenbeigh en daar is het niet zo druk als ik gedacht had. Het is dan ook geen zonnig strandweer, waar het dorp om bekend staat. Aan het einde van het dorpje wacht me wel een verrassing: 2 mensen zitten bij het muurtje van hun tuin en ze moedigen Hardman fietsers aan! Dat zijn de enige 2 onbekende supporters op het hele parcours. Twee. Over 175 kilometer. Ik realiseer me dat de rest uit mezelf moet komen. En dat schudt me weer wakker. Ik rij langs de veengebieden, wat ik de turfvelden noem. En warempel, er is ook een echt turfveldje met blokjes die staan te drogen! Ik besef weer dat ik hier rij. Het is nu nog maar iets van 40 kilometer! Opeens is dat gebeurt. En 40 kilometer is te overzien. Zeker als het niet de volledige 180 km zijn, dan ben ik over 35 kilometer klaar. Ik zie op tegen Killorglin, want dat is qua route wat lastig met rotondes en hoeken en steile afdalingen en een enge brug. Ik kijk een beetje uit naar de laatste drankpost. Niet omdat ik water nodig heb, hoewel ik dat wel kan gebruiken omdat ik goed doorplas, maar meer om even iemand te spreken. Dan zie ik de meneer voor me stilstaan. Bij 3 op elkaar gestapelde jerrycans. Er is verder niemand. Ja, we kletsen even, maar Engels is gewoon wat lastiger als je moe bent. Ik plas nog maar eens een keer, wacht eventjes en roep mezelf weer tot de orde. Dit fietsen ga ik dus halen! Ik rij het dorp in en netjes rechtdoor op de rotonde. Ik pas goed op, maar stop liever niet. Dan langs de kerk en weer zie ik Maria staan. Het is rustig op de afdaling gelukkig en voor ik het weet ben ik de brug over en pak ik de rotonde driekwart rond richting Killarney. 21 Kilometer staat er op de borden. En dan begint het grote rekenen. Ik ga dus maar uit van 175 kilometer. De wegen zijn behoorlijk goed vanaf nu. Veel bebouwing, breed en overzichtelijk. Voor Ierse begrippen. Ik ga kijken naar de tijd. Het gemiddelde zit nog niet op 25, maar op 24,6. Naar boven afronden toch? Echt druk maak ik me niet. Ik zou graag rond die 7 uur fietsen zitten en dat gaat me wel lukken. 7 Uur en een kwartier en dan heb ik ook kwartier verspeeld met zwemmen en wat ingehaald met wisselen, maar ik heb ‘slechts’ 6 uur over. Ik kan het fietstempo nog behoorlijk omhoog halen tot mijn verbazing. Ik zie echt flinke snelheden voorbij komen. De lithargie en de verveling zijn er nu af. Het aftellen is begonnen. En bedenken wat ik doe met de marathon. Het kost me een flink stuk denken, maar ik voel dat ik moe ben en ik weet dat ik wat weinig drink, dus ik moet het bij een halve marathon gaan houden. Ik hoop op 2 rondjes wandelen en 1 rondje dribbelen, maar dat ligt aan het moment. Een halve marathon halen zal mooi zijn en dan ben ik blij. Als een hele lukt, dan dat. Ik juich nog even als ik de 161 kilometer aantik. Die Garminpunten heb ik binnen! Ik zou er niet aan moeten denken om dit te rennen, zoals Robert en Joost gaan doen! En ik hoor Petrus op de achtergrond zeggen dat ik dit toch maar mooi lekker gedaan heb. Dan rij ik langs de Golfclub; ik herken het net. De rotonde is wat verder dan ik dacht. Er is een fietspad! Ik haal een vader op racefiets naast zijn kind in die roept naar mij. Zulke dingen vind ik ontroerend. En dan is daar de rotonde. Ik ga ‘m goed over, ook nu er niemand meer staat. Naar de kathedraal. Verder dan ik dacht, maar ik ben nu dicht bij mijn doel en mijn fiets heeft me totaal niet in de steek gelaten. En opeens ben ik er.

Even is het verwarrend om af te stappen, terwijl het verkeer voor mij wordt tegengehouden! Ik zoek Vincent en roep ‘m mee te lopen. Het gaat wat snel voor me na alle rust en alle uren alleen.

Ik zeg hem snel dat ik de halve marathon ga doen en dan begint het weer bijna te regenen. Iemand, een kind nog bijna, helpt me wisselzone in naar mijn plek toe. Te lief. Ik had het zelf ook gevonden. Er zijn veel mensen daar en er is muziek. Even denken. Fiets wegzetten. Oei, volle bidons nog. In de stromende regen trek ik mijn compressiesokken aan.

Er zit nog gras op mijn voeten. De fietssokken en -schoenen doe ik in een aparte tas en die zet ik express niet in de box. Het wetsuit haal ik er ook uit. Ik heb geen zin in weer een gellie. En alle loopspullen pak ik bij de hand. Even kijken waar ik die moet laten, maar mensen wijzen het me vanzelf aan. Ik doe mijn fietsjas niet uit. Omdat het regent en omdat mijn telefoon erin zit. Omdat het regent let ik even goed op met spullen neerzetten. En dan zet ik het op een wandelen. Stevig doorwandelen. Over het pad langs het water. Onder de bomen door. Ik moet even wennen, maar voel me oke. Geen enkele last van mijn voet. Dan kom ik langs de herten. Een heleboel staan er op de heuvel.

En ik ontdek dat ik mijn fruit gellies niet bij me heb. Ik vraag het Vincent. Of hij ze wil komen brengen. Over de app. Er is wat gesteggel, want het is voor mij niet makkelijk om duidelijk te zijn, maar hij mag de wisselzone in om mijn gellies te pakken. En dan komt hij achter me aan. Ik loop intussen de parkeerplaats op en ze wijzen me de route. Ergens voel ik me stom dat ik wandel, maar dit is het nu gewoon even. Vincent komt me met 5 gellies bij. We lopen onverhard. Ik vind dat er maar verdomd weinig mensen op het loopparcours zijn. Volgens Vincent zijn er maar 48 deelnemers en die zijn nog lang niet allemaal aan het lopen. Mijn kilometertijden liggen onder de 10 minuten. En het voelt goed. Ik ben nog niet echt bezig met de route, maar het huisje is echt schattig!

En het uitzicht op de bergen ook. We lopen samen tussen het bos door over weer een onverhard smal pad. Ik ben nog niet bezig met de route. Vincent kletst en vertelt. Dat is prima, ik luister wel. Boven op de heuvel is een tafel met water. Ik eet de gellie snel en dat gaat goed, drink twee bekers water en door. Vincent loopt mee. Met zijn Hardman hoody aan.

Uiteraard halen mensen me in, maar niemand zegt er iets van dat ik wandel. We komen bij 2 meiden die in het bos zitten en ze wijzen ons op een hertje wat beneden staat. Zomaar. Prachtig.

We gaan naar beneden langs nog een huisje en dan in een scherpe hoek terug naar de wisselzone. Dan wil ik mijn rits opendoen van de trisuit en haal ik er de tape uit! Die zat dus niet in de wetsuit, maar in de trisuit! We lopen langs de speeltuin en de eerste ronde zit er op. Er staan mensen te klappen en me aan te moedigen. Vincent gaat nu meehelpen. Ik drink wat sportdrank en loop weer verder. Vincent vindt dat ik het gewoon moet afmaken. In de tweede ronde maak ik wat foto’s en constateer dat het mooi is.

Ik app Joyce. Ze antwoordt gelijk en ik neem haar een stukje mee. Ik klaag even over de hoeveelheid gellies die ik neem en ik moet lachen als Joyce me als een wandelend zuurstokje ziet. Er zijn best wat stukken niet verhard. Langs de golfvelden. Er zijn gewoon bezoekers in het park. Die zeggen allemaal iets en moedigen vanachter de kinderwagen of vanaf de fiets met een paar bemoedigende woorden aan. Ik snap niet waarom de anderen over het gras lopen, terwijl ik tussen de stenen door hobbel. Het tempo ligt hoog. Ik doe 40-45 minuten over een rondje. Rob rekent door. Ik ga er van uit dat ik niet meer ga rennen. Ik durf het niet. Als het mis gaat is het echt afgelopen. Ik voel me er niet sterk genoeg voor. En als ik kan blijven wandelen, blijf ik erbij en kom ik er ook. Ik zie Justine niet terug, dus ik denk dat ze eraf ligt. Maar ik weet niet hoe streng ze zijn met de fietstijd. En ik weet niet hoe streng ze zijn met de cut-off tijd. Als ik het wandelend halen kan, dan doe ik dat! En ondertussen loop ik door. Boven op de heuvel staat Vincent bij de waterpost. Ik ben verbijsterd, wat leuk! Wat goed van hem! De meisjes moedigen me aan. Ik hou het tempo vol, voel de voet niet, maar ik voel een blaar opkomen op mijn linkervoet. En misschien ga ik daar anders van rennen, dus nee, ik stel dat nog even uit. Om de tijd te halen of daar kans op te maken om de laatste ronde in te mogen, moet ik misschien de laatste rondes rennen/dribbelen. Dan kan ik het ook.

Ik drink weer wat sportdrank en meerdere mensen zeggen tegen me: Fair Play Lady. Het is een compliment, maar ik begrijp het niet wat ze echt bedoelen. Mijn telefoon laat ik even weg en deze ronde kijk ik goed om me heen. Langs het water, ik hoor een ambulance in de stad, de herten zijn weg van de heuvel. Dan een stukje onverhard door het bos en ik kom bij de vrijwilligers op de parkeerplaats. Ze hopen dat het droog blijft, maar ik zou regen niet eens echt erg vinden. Niemand spoort me aan tot rennen en de andere deelnemers die me inhalen zeggen vooral gedag. Ik ben blij voor hun dat ze kunnen lopen. Er zijn maar weinig vrouwen. Het verbaast me. Bij de tennisbaan is iemand zijn backhand aan het oefenen. Dan over het pad met de steentjes. Daar zijn de golfvelden. Er zijn mensen aan het golfen. En ik zie het oude mannetje met zijn stok weer lopen. Dan langs het schattige huisje, Kates cottage. Daarna door het midden het bos in. Als ik daar de eerste keer niet iemand had zien lopen, had ik niet doorgehad dat ik dat smalle onverhard pad moest hebben. Dan gaat het omhoog. Daarna verhard de heuvel op. Er is een meneer met een groene bidon die iemand aanmoedigt en tegengesteld loopt. Er zijn bij de boom halverwege de heuvel ook mensen aan het aanmoedigen. Iedereen snapt nu wel dat ik aan het lopen ben en blijf en daar zeggen ze dus niks van. Ik hoor van Rob dat Justine gestopt is bij het fietsen. En dat er 5 vrouwen slechts op het loopparcours zijn. Zij kunnen iedereen in de gaten houden, ik ben zelf bezig. Ik zie dat ik berichten heb op de telefoon, maar ik reageer niet. Ik zie alleen de mail over ons bezoek aan de Skelligs. Dat komt mooi uit en het is een goede motivatie. Daar moet ik nog heen kunnen! Het grappige jongentje haalt me in en roept dat ik een leuke zoon heb. Ach, wat lief! De zoon geeft me boven water voor bij de gellie. Ik loop weer omlaag met de schuur aan mijn linkerhand en door het bos waar de meiden met de fietsbel zitten. Ook zij complimenteren met mijn leuke kind. Dat doet elk moederhart goed, maar ze menen het ook allemaal! Daarna kom je beneden bij nog een huisje en met uitzicht op de kathedraal ga je naar links. Dan is het pad weer de hele tijd verhard. Voor een blaar is dat minder, maar ik denk echt ‘als het daarbij blijft’. Langs de speeltuin staat nog iemand die de hele tijd aanmoedigt en ik kom ook mensen tegen die het rondje tegengesteld wandelen. Dan zie ik ze een paar keer. 2 Stevige dames. Rob komt me tegemoet gelopen en groet even. Doet me elke keer goed. Hij wil me niet ophouden. Ik hou het tempo van onder de tien minuten per kilometer goed vast. En zo kom ik al op 3 rondes uit. Iets drinken en weer verder. Ik weet dat het niet vol te houden is om zo hard te blijven wandelen, maar als ik me goed blijf voelen, durf ik wel iets verder te dromen dan een paar rondes. Ik stap door en doe dan een rondje in behoorlijk tempo en met om me heen kijken. Er is nu iemand aan het oefenen met zijn zoon op het tennisveld. Ik neem nu ook het gras in plaats van de steentjes en ik snap waarom de anderen dat doen! Onderaan het pad tussen de golfvelden loopt de oude man met stok. Hij heeft een kleine transistorradio en ik hoor hem luisteren naar het Ierse programma. Ik kijk op mijn horloge en het is 6 uur. Deze oude man raakt me. Ik denk aan de mensen om me heen die hier niet kunnen lopen of zijn of misschien wel aan het einde van het leven staan zonder dat dat bedoeld is. Ik loop langs het mooie huisje en mijmer het bos door. Ik bedenk me dat zoveel rondjes van hetzelfde wandelen best wat saai is. De Nederlandse-sprekende meneer haalt me in en vraagt me of ik de Nederlandse ben. Ik begreep al dat Rob en Vincent hem gezien hadden op een terras.

De heuvel weer op. Ik begin de voet een beetje te voelen, de peesplaat. Maar ik ben erg blij met de nieuwe schoenen. Ze zitten goed en lopen prima. Boven aan de heuvel weer een gel en Rob staat daar nu ook geloof ik. Ik weet een stukje niet meer zo heel goed. Ik weet wel dat ik niet ga stoppen na een halve marathon. Die ga ik ook halen ook! En wel binnen de 3,5 uur. Dat de andere helft dan ook zoveel tijd gaat kosten besef ik. Maar al finish ik om middernacht, ik blijf gewoon doorlopen! Langs de speeltuin, mensen gedag zeggen. De omroeper meldt elke keer wie welk rondje ingaat of finisht. In het begin noemde hij me ‘anke de boer van’. Hihi. De vijfde ronde gaat Rob met me mee. Ik hou nog steeds het fikse wandeltempo aan.

Rob vraagt iets meer van mijn aandacht, want hij vertelt heel veel, maar wil ik ook weten dat ik wat zeg. Hij loopt net voor me uit. Het tempo is nog goed, maar kruipt langzaam richting de 10 minuten. Terwijl de eerste kilometers rond de 9 zaten. Hij vertelt van het jochie dat heel snel zwom, vervolgens heel lang wisselde en geen idee had hoe hij moest fietsen. Die doet zomaar wat! Met zijn 25 jaartjes komt hij er nog mee weg ook. Ik vind het alleen maar lief. En van de man met de baard die meer dan 2 uur heeft gezwommen en heel veel goed gemaakt heeft bij het fietsen. Ze vonden dat ik ook netjes heb gefietst, ook al vind ik van niet. Rob rekent uit dat ik een ronde te kort ga komen om in de laatste ronde te mogen starten. Ik weet niet zeker of ik straks nog kan gaan rennen. Vanaf de heuvel neemt Vincent het over en loopt hij met me mee. Ik moet schijten. Ik had er al rekening mee gehouden en papiertjes meegenomen, maar ik kan niet zomaar de bosjes in, hier in het nationale park. Als we naar beneden lopen, moet ik heel erg nodig en is het flink knijpen. Blijkbaar kan ik wandelend dus langer volhouden! Ik duik na de halve marathon de Dixie in. Het is even gedoe met startnummer afdoen, aan Vincent geven, jas uit, op de Dixie de trisuit uit en weer aan. Het is een flinke boodschap. Het lucht op. Dan ga ik weer alleen verder, Vincent moet terug naar de post. Het kleine jochie haalt me nog een keer in. Hij moet nog 2 rondjes. Ik hoor ook mensen finishen. Ergens in het zesde rondje gaat de energie een beetje verloren. Ik ga me realiseren dat ik straks in het donker zowat alleen op het parkoers loop. Ik ben pas in ronde 6, op nog geen 25 kilometer. De marathon is nog lang. Ik vind het moeilijk me te motiveren voor nog 5 rondjes. Ik kak echt een beetje in. Het wordt saai en lastig. Het gaat nog, maar door de dixie is de tijd een keer boven de tien minuten gekomen en ik kan nu het tempo maar lastig terugvinden. En de animo om weer een fruit gellie te eten. Of de lol in de mooie omgeving. Het ebt weg. Glipt tussen mijn vingers door. Ik loop de helling op en neem alleen water aan van Rob en Vincent. Ik loop tamelijk stoicijns door. Als ik naar beneden ga moet ik plassen. Het maakt me niet meer zoveel uit. Ik ga denk ik stoppen. Ik stuur Rob een bericht of hij komt. Ik kijk tot er even geen lopers in de buurt zijn en ik hurk gewoon neer in het gras. Dit is niet oke. Ik app Vincent ook dat ik wil stoppen, maar hij vindt dat ik moet doorgaan. Ik voel dat ik leeg raak. De energie, de animo, de wil: het sijpelt weg. Over op de cola. De tijden donderen omlaag. Ik kan het niet goed keren. Rob komt er aan en hij snapt het, dat ik ‘op’ ben. Hij loopt met me mee, maar ik ga verbeten nog een ronde verder. Cola neem ik en ik loop nog even terug voor het lampje. Die hou ik vast, want ik weet niet meer goed wat ik er mee moet doen. De hertjes zijn terug. De lucht wordt donker.

Ik loop alleen door en ik voel dat het over is. Straks in het donker is dit gevaarlijk. De cola werkt even door en voorbij het bankje, als ik het onverharde pad onder de bomen op ga in het schemerdonker weet ik dat ik klaar ben en dat ik ga stoppen. Ik app Joyce nog even en zij appt dat het moet als het niet meer kan. En het kan niet meer. Ik zeg het bij de vrijwilligster bij de parkeerplaats. Ze biedt me aan de auto in te stappen, maar ik wil deze ronde afmaken. Afscheid nemen.

Ik maak nog een foto van de bergen boven de golfbanen en ik loop over de steentjes. Nu begint ook alles pijn te doen. Maar vooral het afnemen van alle kracht is een grote rode vlag. Ik had Vincent gevraagd me tegemoet te lopen. Onder aan het golfveld komt hij er aan. Ik ben er even verdrietig van, maar zelfs daar begin ik te moe voor te worden.

Ik zie ontzettend op tegen nog een keer de heuvel op lopen. De vaste supporters zijn weg. Ik zag de laatste 2 van bij de boom, me tegemoet lopen. De man met de bidon heeft aangekondigd dat hij zijn vriend ging opvangen in de vorige ronde. En de meiden zijn ook weg. Het wordt nu echt donker. Ik heb het lichtje nog niet nodig en zal het ook niet nodig gaan hebben. Met Vincent strompel ik de heuvel op. Ik moet zijn hand vasthouden en doorstappen. Elke stap vooruit is er 1. Hij snapt dat het niet meer gaat en voelt dat ook. Het tempo ligt al lang niet eens meer op 11 minuten. Vincent appt Annemarie nog, maar ze antwoordt niet meteen. Ik hoef niks meer op de post. Ik voel me echt niet goed. Ben moe, volkomen krachteloos en gewoon helemaal op. Het is een algeheel gevoel. Ontzettend slap. Onomkeerbaar door en door moe. Mijn vingers tintelen en ik heb het ijs- en ijskoud. Als we weer het bos in gaan naar beneden is het donker. Ik voel me zo slecht dat ik denk dat ik kan omvallen. Ik vraag Vincent om Rob te bellen. Het is klaar. En ik vind dat niet pijnlijk, want ik kan gewoon niet meer. Geen finish, geen medaille; het maakt me niks meer uit, ik ben af en klaar. Ik wil liggen en niks meer hoeven. Rob komt ons tegemoet en ik kan alleen maar huilen. Het is een beetje teleurstelling en veel uitputting. Rob vraagt wat het is, en ik kan alleen maar met moeite zeggen: beide. Ik pak zijn hand en ik zie de kathedraal in het licht staan. Vincents hand hoef ik even niet. Natuurlijk ben ik verdrietig, maar wat niet kan, kan niet en dit kan niet meer. Het licht gaat aan alle kanten uit. We lopen langs de speeltuin en wat mij betreft is het daar donker. Rob vraagt of ik de streep nog over wil en ja, dat wil ik om het rondje te registreren. De man roept om dat ik ronde 8 in ga en dan weet Vincent gelukkig waar ik moet zijn, want ik heb de omroeper nog niet eerder ontdekt. Ik weet niet waar ik me af moet melden, maar Rob en Vincent wel. Ik zet mijn horloge uit en zeg dat ik stop. Dan moet ik even hard huilen van teleurstelling en die man voelt dat ook en vindt het oprecht vervelend voor me. Ik lever zelf mijn chip in, maar weet niet meer hoe ik die af doe en krijg het bandje terug.

En toen ging het lichtje uit. Ik wil zitten, weet dat ik niet in het gras moet gaan liggen. Ik merk dat Vincent in paniek is, maar ik snap het niet zo goed en ik kan hem niet troosten, want mijn pijn hoeft de zijne niet te zijn. Ik heb het koud en ik wil niks. Daar tussen zit een stuk niks. Ik weet dat ik weer op een stoeltje zit in de tent met thee en ik heb het koud. Ik wil weg, de thee is vies en Rob vraagt of ze me moeten nakijken, maar ‘nee dat hoeft niet. Wie zijn die mensen hier en wat zeggen ze.’ Hij moet de auto maar halen of moeten ze toch even naar me kijken, ja doe maar wel, voor de zekerheid, maar ik snap het niet meer. Ik voel me niet lekker. Ik heb het koud en heb geen honger. Ik weet niet eens meer precies hoe ik in de ambulance ben gekomen en ik moet zitten en krijg zo’n ding op mijn vinger. Ik heb het erg koud, maar ik begrijp niet wat ze zeggen. Ik krijg een dekentje. Rob en Vincent zijn er wel bij. Ik doe mijn best om adem te blijven halen en niet te spugen en ik zie maar een klein stukje ambulance. Ik krijg een warmtedeken om. Ik weet wel dat ik te weinig heb gedronken. Volgens Rob is mijn hartslag erg hoog. Het duurt even voor ik rustig word en het warm krijg. Dat die twee dingen samen gaan begrijp ik pas later. Ik kan het engels weer volgen en die broeder wiens naam ik niet weet is best een rare vrolijke vogel. De andere is een slimme wijsneus. Vincent doet zijn best op het Engels en Rob haalt de auto. Ik drink de thee op. Als Rob weg is, leren wij die broeder ‘nee, doei’ zeggen en het gaat over Ierland en muziek. Ik voel me nog niet top, maar ik ben er tenminste wel weer. Het was onvermijdelijk om te stoppen, maar dat wist ik al. Ik heb er ook totale vrede mee.

Ik kleed me om met Rob erbij, want ik moet warm worden en blijven. Aan eten moet ik niet denken. Opstaan is nog even pijnlijk, maar ik kan alle spullen goed gescheiden wegstoppen. Ik heb het nog wel koud. Als Rob en Vincent de spullen inladen, zit ik in de tent en ik neem een banaan. Ik kijk naar het hele triatlongebeuren. De cut-offtijd is voorbij en het is pikkedonker. Ze zijn al het opruimen. De laatste man komt binnen en mag het eten meenemen. Er zijn nog 2 mensen zelfstandig op het parkoers. Ik zie de medailles, maar ik vind het niet erg dat ik die niet heb verdiend. Ik vind het echt, serieus niet erg dat ik het niet heb kunnen afmaken. Ik heb de uiterste grens opgezocht en bereikt. Om daar nu nog te lopen was onmogelijk. Ik heb gezwommen, gefietst en 7 rondes wel kunnen lopen. De mannen hebben het keurig op Polarsteps gezet, dus iedereen weet het dan ook. Ze zijn aan het opruimen. Ik moet weer plassen en ga nu wel in het park zitten. Ik blijf koud en voel me niet erg sterk, maar de banaan valt goed. De auto staat dichtbij en de fiets zit erop en ik heb alles bij me. Vincent heeft ook de spullen bij de tafel gevonden. We gaan naar huis rijden. Ik doe even de stoelverwarming aan, maar ik bedenk me dat ik ongesteld ben en vies. Ik had vergeten dat ik extra moest eten en vooral drinken bij de menstruatie. De weg is leeg en donker. We blijven de hele tijd praten. De chocomelk hersteldrank is echt niet lekker, maar ik heb ook geen trek. Door alle ervaringen te delen komen we de autorit wel door. Rob is ook moe van zoveel rijden en zo’n lange dag. Ik vind het donker nog steeds eng en verwarrend. Groot licht opzetten helpt. Het is wel half 12 ofzo als we het huisje in gaan. Ik kan nog redelijk goed lopen en voel weinig lichamelijk leed. De blaar doet pijn. En de spieren zijn moe. We zetten alles binnen. Ik moet weer plassen en daar zit duidelijk bloed bij. Dat schokt me nog wel even. Ik zet alles wat echt vies is in het water of apart in de schuur. Morgen weer een dag. Ik moet nog douchen en dan blijk ik eigenlijk flink ongesteld te zijn nog. Opluchting is dat daar het bloed vandaan komt, maar de schok dat ik daar geen rekening meer mee heb gehouden is er des te groter om. De warme douche is wel erg fijn en doet me goed. Met een paracetamol en een trui met lange mouwen aan, ga ik naar bed. Ik slaap snel in. Een lange dag is ten einde. 

Categories: Wedstrijd | 1 Comment

De Hardman – voorbereidingen vanaf 24 augustus

Donderdag 24 augustus

We sliepen een beetje uit, maar hemel, wat ben ik onrustig. Ik heb heel niet goed geslapen. Ik moet nog zoveel doen en eigenlijk kan ik ook niks meer doen! Ik ben op tijd ongesteld geworden vandaag. Dat red ik dan net (of net niet eigenlijk). Maar de fiets moet nog worden schoongemaakt, de spullen voor de voeding uitgezocht. Met wat gedraal ga ik samen met Rob mijn fiets schoonmaken in de tuin in het zonnetje.

Daarna moeten we natuurlijk testen of de fiets goed is. Ik ga met Vincent een vakantierondje maken. Ik schrijf op Garmin: “Geen fietsbenen. Wel andere zaken, maar niet goed voor fietsen. De fiets is schoon en klaar. Ikke nog niet. Vincent gaat mee. We hebben een route van Garmin en dat werkt supergoed. Eerst naar de kerk. Ik denk alleen maar aan de triatlon. Het is zover. Ik ga echt rustig. De fietscomputer is goed ingesteld. Vlak voor de stijging nog een fotostopje.

Het uitzicht is ontzettend mooi! Zo Iers met veel groen, schapen en huisjes. We gaan langs een kerkje. En verder up&up. Vincent wacht ff maar gaat me gauw weer voorbij. Hij heeft goeie benen! Boven wacht ik even alleen om foto’s te maken en het in me op te nemen.

Naar beneden doe ik voorzichtig. Zo vaak als ik kan hou ik de beentjes lekker stil en fiets ik op zwaartekracht. Ik vond het leuk, maar het tempo en de cadans zijn om te huilen. Iets met een slechte generale….” Ik moet er zelfs van uitrusten. En dan ga ik met Rob nog een stukje wandelen op de oude witte schoenen. Ze zitten nog altijd lekker. “Heerlijk. Op de witte schoenen. Mooie uitzichten. Makkelijk. Leuk en anders.”

Ik eet macaroni ’s avonds. En dan op tijd naar bed.

25 augustus. Ik slaap heel onrustig. We moeten de Polarsteps nog opzetten. En dat doe ik. Ik maak er een mooie tekst voor. En dan spullen pakken en verzamelen. Mijn schoenen worden gebracht! Ik ben er ontzettend, enorm blij mee!

Die arme Vincent moet me helpen en dan weer niet en ik ben onwijs onrustig. We eten ’s middags veel pannenkoeken. En dan rijden we naar Killarney. Hartstikke spannend. Nog een keer goed kijken naar die route. Spannend…. Ik app met Annemarie en vraag haar wat te doen met de menstruatie. Ze raadt me aan om er van uit te gaan dat het trisuit zwart is… Zeker tijdens het hardlopen. En verder tampons. Kijk, daar heb ik wat aan! Er valt wat regen onderweg. We gaan eerst naar T1. Er staan een paar hekjes en verder is er een Dixie en dat is het.

Het regent en Vincent en ik gaan de auto weer in. Er komt nog iemand kijken en we denken dat het Alan is, maar wij gaan een parkeerplek zoeken. In Killarney parkeren we op een openbare parkeerplaats dicht bij de kathedraal. Oke. Dan lopen we naar het college, wat op nog geen 300m van de parkeerplaats ligt.

Na 150m begint het te gieten! We schuilen onder een boom, want iets anders heeft weinig zin. We zijn nog altijd 5 minuten te vroeg. En daar is Alan dan ook. Ik word er bijna verlegen van. Hij moet wachten op de sleutel. Wij wachten in de hal van het St Brendans collega. Het is een school.

Er komen nog een paar mensen en ik voel me weer niet helemaal op mijn plek. Afgetrainde mannen. En ze kletsen allemaal in het Iers. De gangen zijn nog leeg van de school, maar toch voel je dat het een school is. Vincent is helemaal blij en oefent druk zijn Engels. Wij zijn als eerste en ik krijg een hoodie (zo gaaf), een startnummer (218), een badmuts en nummertjes en een buff. En een tasje om de spulletjes voor de fietsen in te doen.

Als Alan door heeft wie we zijn, vind hij het eigenlijk gelijk gaaf dat we met z’n drietjes alles doen. We gaan nog even naar de WC waarvoor we een deur open moeten maken. Alleen mannen toiletten. We komen een ‘jochie’ tegen die de triatlon gaat doen, terwijl we echt dachten dat zijn vader mee zou doen! Hij op zijn beurt denkt dat Vincent meedoet en is verbaasd dat ik de deelneemster ben. We lopen weer weg en hebben tijd over. Hij haalt ons in met de bedrijfsauto en vertelt ons desgevraagd dat hij al 25 is. Een schattig ventje! We lopen naar de McDonalds op mijn nieuwe schoenen. Wat zitten ze fijn! Wat voelt het goed of in elk geval beter. Maar ik ben ook bang hoor, voor de hele triatlon, het is niet niks. En lopen gaat echt een ding worden. Op de hoodie staat: we don’t do easy. Zo voelt het.

Elke tekst lijkt raak bij de Hardman. We lopen naar de McDonalds. Ik eet een salade. Straks nog een paar pannenkoeken. Ik heb weinig honger. Maar je kan plassen bij de Mac! De voorbereiding is anders dan anders. Dan moeten we om 7 uur terug zijn voor de briefing. Het is een handjevol mensen in de kantine. Ze weten niet wie van ons de triatlon gaat doen en 1 mevrouw zit te loeren joh! Ik drink nog maar een bidon sportdrank leeg. En nog een keer plassen. Ik blijf bezig vandaag. Ik maak kennis met Justine. Ze is stevig, vastberaden en ietwat gereserveerd, maar wel een leuk mens. Er zijn meer vrouwen. Alan heet ons welkom en noemt mij, vanuit Nederland.

Dan doet Hugh de presentatie. Super goed, hij doet het uit ervaring. Opvallende zaken: zwem naar de zon toe als je de boei niet ziet. Neem een telefoon mee. Als je gaat draften en je word betrapt ben je de domste van de dag. Met zo weinig mensen op zo’n groot parkoers, is stayeren vrijwel onmogelijk! Ik denk dat er nog geen 100 mensen zijn. Echt heel weinig. Het is zo kleinschalig en gemoedelijk. We kletsen nog even na met Justine. Als ik naar de WC ga, weet Alan dat Vincent ook triatlons wil organiseren en hij wordt gelijk ingeschakeld als hulp en krijgt ook een hoodie. Hij denkt dat ik jaloers ben, maar ik gun het hem zeer. En dan weer terug naar Waterville. Ik ga achterin zitten met Vincents oortjes op. Rob neemt de andere route binnendoor. En dan kan ik niet slapen of rusten hoor! Wat is het mooi! En eng. In het ondergaande licht op een smalle weg.

Er komt een tegenligger aan die langzaam voorbij gaat en zijn raampje opent. Vincent ook en dan zegt de man, wanneer hij zijn hondje van zijn schoot duwt: GOEDENAVOND. Het is een Nederlander (in een Ierse auto) en hij zag ons nummerbord. De gepensioneerde meneer heeft 5 boerderijen en is verzot op het relaxte land. Hij maakt graag een praatje van auto naar auto. Hoe dan?! In the middle of nowhere ineens. Dan rijden we door de valleys. Groen, brugjes, schapen op de weg. Het is adembenemend. Ik vergeet dat ik de triatlon moet doen en moet slapen, maar ik moet wel weer plassen. Dus Rob moet even stoppen en ik kan het land voelen.

We rijden omhoog en dan een foto maken van het prachtige uitzicht. Maar morgen met de fiets achterop toch maar een andere weg nemen! We zijn pas rond 8 uur weer in Waterville en dan moeten al die “kleine” dingen nog met klaarzetten en pannenkoeken eten. Ik ga nog steeds niet echt vroeg naar bed voor het feit dat we om 4 uur morgen op moeten staan.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2023-25 IERLAND

18 augustus REIZEN

19 augustus REIZEN en WANDELEN in Waterville – Ireland

20 AUGUSTUS Fietsen naar Ballinskelligs

Ge Wel Dig ++
Ik vond het spannend, zo samen gaan fietsen. En dan gaat mijn band lek zodra ik het huisje uit ga! Potdikkeme zeg. Rob wisselt het wiel en we gaan.

Er staat erg veel wind (en dat zeg ik!). Links fietsen. Ik hoor opeens: “mama, mag ik?” Als het omlaag gaat en daar gaat ie! Ik realiseer me dat hij nooit echt hoogteverschillen heeft gefietst. Hij gilt van plezier en ik ben ook blij. De weg is slecht, het is druk, het waait en we kunnen helemaal niet naast elkaar fietse , maar wat is dit gaaf! De afslag pakken naar Ballinskelligs en ik ga voor.

Ik kan prima klimmen. En ik geniet ook. Hier zomaar zelf kunnen fietsen is een cadeautje! Ook een beetje eng met de wind en de auto’s, maar alles is zo herkenbaar, zo ‘eigen’. Het gaat niet ‘vanzelf’, maar ik voel fietskracht in mijn benen! Dit is nog veel en veel echter dan Zwift. Ik wacht even op Vincent en dan weer door omhoog. Moeilijk, maar stik-het-tempo. Dit kunnen is een overwinning van jewelste. We komen op een kruising en de Ierse muziek lokt ons naar het strand. Best druk, maar met de ruïne is het zo onmiskenbaar.

Ik kijk even waar ik heen zou willen. Het plaatje zit in mijn hoofd. Ik weet het. Uitzicht op Skellig. Het is nog veel klimmen. Ik ga voor. Samen fietsen is hier niet mogelijk. Ik geniet van de huisjes, de glenn (vallei), het groen, de veldjes. Ik denk wel dat ik fout ga, maar dit is al tof! Ik maak een foto.

En dan gaan we nog verder omhoog en opzij en ik weet dat het goed zal komen. Bij het uitzichtpunt boven staan we stil. Tranen lopen uit mijn ogen, Skellig vaag in de verte en Vincent die blijer dan blij is. Het is bijna teveel geluk.

Vincent bounct van de ruïne en we fietsen er heen. Het waait hard. Net iets teveel verkeer. Fietsen tegen een hekje en dat groen en die belofte van Skellig in de verte en Vincent die ronddrentelt en naar de ruïne gaat.

Ik heb er de woorden niet voor om het gevoel van rijkdom te omschrijven. Hij vond de ruïne creepy in z’n stilte. Zijn fiets waait om, zo hard waait het! Dan terug. De zon komt door. Ik kan moeilijk afscheid nemen van het zicht op Skellig. Dan de glen door omlaag. E N G zo hard naar beneden!!!! Zo hard! Ik moet even wennen maar op de rechte weg laat ik het gebeuren. In Zwift 58 fietsen is toch anders 😇 ik kan niet stoppen met grijnzen. Geweldig 🤩. We zijn zo beneden! En dan de weg verder af terug. Vincent gaat voor. Hij durft meer. Het gaat lekker. Wind mee en dalen en lachen. Dan mist ie de afslag Waterville. Hij is te ver weg het maakt me boos. We fietsen om. Het gaat lekker hoor, maar we moeten ook terug! Ik bereik m pas laat en het helpt dat hij zegt: ‘Ik ging zo lekker, ik lette niet op.’ Door naar de N70 kan wel, is alleen extra kilometers. Vind ik niet erg. Ik ga nu weer voor en het is lastiger. Klimmetjes. En ook nog stoplichten! Toch geniet ik nog. Maar hoe het met een marathon moet als dit het fietstempo wordt, weet ik niet 🫣 ach, fietsen is al gaaf++. Bij de ⛪️ wacht ik weer op Vincent.

‘Je zal blij zijn als je er bent’ opper ik, maar stralend spreekt hij me tegen: ‘dit is zo tof, het kan niet lang genoeg duren.’ Alle zorgen die ik ooit had, verdwijnen. Dat is het precies!! We fietsen terug naar het huisje. 40km, tempo net te laag. Maar wat was het gaaf. Vincent wil weer gaan. De band moet gemaakt en nog iets bijgekocht morgen. Ik voel me stoer en gelukkig zo.

21 augustus CULLOO ROCKS en wandelen in Waterville

22 augustus Fietsen van Sneem naar Waterville – parkoersverkenning 🙂

Geen zin. Moe van slecht slapen, buikkrampen zonder resultaat en angstig voor een hele triatlon. Maar Rob brengt ons naar Sneem en dan kan ik een stuk route verkennen tot Waterville. Vincent heeft ook weinig zin. Autorijden en de route zien wekt weinig vertrouwen. Eerst nog plassen in Sneem. En dan gaan trappen. Het gaat goed! Ik voel me lekker op de fiets en wat is ‘t gruwelijk mooi. Groene valleien en ruimte. Weinig drukte. We peddelen lekker en ik ga voorop.

Het moet even indalen: ik mag dit nog een keer doen! Maar nu hoef ik alleen maar te genieten. Het is zonnig en lekker warm. Op het afgesproken punt na 6km stoppen we niet. Niet nodig. Ik kijk goed om me heen. Het is zo apart! En ik maak me druk om het tempo. Naar beneden gaan maakt veel goed gelukkig.

We stoppen even bij het strand na het fietspad. Het enige fietspad. En dan verder omhoog klimmen. Ik omarm het. Dan geen marathon zaterdag als ik dat niet haal. Ik film stukjes met de gopro en drink. Boven stoppen we voor het uitzicht. En foto’s.

Skellig in de verte. Dat uitzicht!! Het is nog ietsje verder klimmen en dan zijn we bij de parkeerplaats die ik zo goed ken uit mijn dromen.

Maar er fietste nooit mijn kind voor me! We gaan afdalen. Het gemiddelde zat op 23,4. Afdalen is leuk en eng. Het gaat zo hard! En de auto’s achter me 😑 maar het zicht op de baai is wow 🤩! Vincent wacht bij de golf voor de mustang. En dan Waterville door. We gaan tot de kerk, want Vincent geniet ook heel erg. Hij pakt de binnendoorweg en ik hou de Ring aan. Het gemiddelde is boven de 25 gestegen! En dan samen terug.

Eigenlijk is het heerlijk en fijn dat ik dit nog een keer mag doen! Ik kom energieker thuis bij Rob, maar de buikkramp blijft hangen.

En daarna een wandeling er aan vast koppelen! Het is nog steeds geen hardlopen, maar daarom ging Rob ook mee. Anders had ik het niet kunnen laten! Het voelde zo goed. Ik moest de witte schoenen nog proberen. Ik kleedde me niet eens om. Geen pijn in de voet, geen zware benen en weinig moeite. Heel fijn!

23 augustus – Dingle

En Ladies View. A great day out!

24 augustus – Een vakantieritje!

Geen fietsbenen. Wel andere zaken, maar niet goed voor fietsen. Ik ben ongesteld geworden en dat is maar net op tijd… De fiets is schoon en klaar. Ikke nog niet. Vincent gaat mee. We hebben een route van Garmin en dat werkt supergoed. Eerst naar de kerk. Vincent gaat voor. Bij de kerk naar rechts en dat is rustiger. We fietsen naast elkaar. Ik denk alleen maar aan de triatlon. Het is zover. Ik ga echt rustig. De fietscomputer is goed ingesteld. Vlak voor de stijging nog een fotostopje.

Ik geniet erg van het omhoog rijden op een weg met middenin gras. Het uitzicht is ontzettend mooi! Zo iers met veel groen, schapen en huisjes. We gaan langs een kerkje. En verder up&up. Vincent wacht ff maar gaat me gauw weer voorbij. Hij heeft goeie benen! Boven wacht ik even alleen om foto’s te maken en het in me op te nemen.

Naar beneden doe ik voorzichtig. Vincent deed dat niet, dus goed dat ik m niet zag! We gaan een weg op die zelfs een tegenligger biedt! Nog een stopje.

Echt vakantie zo. En dan uitzicht op het meer. Ik dacht dat het groter was.

Zo vaak als ik kan hou ik de beentjes lekker stil en fiets ik op zwaartekracht. We rijden up&down de bewoonde wereld weer in. Bij Maria moet ik afstappen. Te laat teruggeschakeld. Ik vond het leuk, maar het tempo en de cadans zijn om te huilen. Iets met een slechte generale…. En daarna met Rob een blokje om. Heerlijk. Op de witte schoenen. Mooie uitzichten. Makkelijk. Leuk en anders.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2023-24

12 augustus – Zwemmen bij de TVA en nieuwe fietsschoenen proberen en “hardlopen”

Midden in de nacht wakker met pijn aan mijn. LINKERknie. Opgestaan met pijn in het rechterbeen. Licht en niet zorgelijk. Beetje warme peesplaat. Niets écht erg, maar ook niet pijnvrij. Wel een keer wat trek in plaats van misselijk ’s ochtends. Al is dat snel over. De regen leek frustrerend, maar de rust deed me even goed. De oefening doen was simpel zat, maar de peesplaat gaat niet over ervan. Filmen was leuk, maar mentaal zwaar: ik wil ook lopen!!! Dat gevoel van vertrouwen weer hebben in mijzelf. Van soepel bewegen. Dat het lichaam gezond voelt in plaats van moe. Slecht eten en onrustig.
Dan lekker gaan zwemmen. baan 1 voor mezelf, ook zonder lijn. Blik op oneindig en op en neer zwemmen. Geen keerpunten. In het begin even minder afzetten. Ik telde de banen mee. Dat ging best goed. Leidt lekker af. Ik telde eerder te weinig dan teveel. Mijn brilletje besloeg, maar Vincent zou me er uit halen, dus ik hoefde alleen maar te zwemmen. En dat deed ik. Er zat best een lekker tempo in. Maryvonne gaf me onder water duimpjes en dat vond ik zo onwijs ontzettend lief!!!!! Deed me echt heel veel! Ik weet zeker dat ik goed zat met tellen. Echt waar. En ik zat zeker op 2250. Het horloge hield het op 2150. Niet Waar. Maar anders was het toch een mooie 2:01. Wel alles met achtje.

‘s Avonds gaan fietsen met muziekje op. Stukken rustiger dan gister met ebikes. Wel in de stad even opstarten. De schoenen zijn top. Ze zitten lekker en er is ruimte voor de tenen. Op de dijk ga ik weer lekker. Solo en op mezelf. Beetje liggen en soms ook niet. Beetje drinken. Dikke wind mee. En zon in de rug. Niemand gezien op de dijk. Knardijk hing ook nog onverwacht lekker. En toen de ‘achtbaan’ Fietspad. Vond ik echt heel leuk. Ging ook nog best goed. Soms een stukje filmen met GoPro. Ik ging nog een keer de extra 5km maken. Alleen het horloge aan dus ik zag het gemiddelde niet, maar ik doe t er voor. Dit gaat al redelijk makkelijk.

Op de oude witte Asics. Pantoffeltjes. Verdulleme. Die schoenen zijn op. We liepen voor melk en brood naar de Plus. Wandelen. Meer is het nog steeds niet. De peesplaat gaat niet meer pijn doen. Ik stap stevig door. Gaat ook prima. Maar het is geen hardlopen. Rennen over de busbaan (20 stappen slechts) voelt al wat beter. Maar stijf en onzeker. Even in de supermarkt. Het licht buiten is erg mooi. Ik loop nog door het park om weer op 4,2 te komen. Zelfs Justine kan een halve marathon rennen. Hoe Moet Dat Over Twee Weken?!?!?!

Aan alle mensen die iets te klagen hebben, een probleempje ervaren, hun tegenslag moeten delen op alle social media:

  • Voor dat meisje wat vorige week op insta deelde dat het allemaal letterlijk niet lekker liep en dat haar marathon in Chicago in gevaar komt met kniepijn en vermoeidheid. Fijn om te zien dat je nu vakantie hebt en alweer 12 kilometer hardloopt op 5:30 gemiddeld.
  • Voor die knul bij wie het elke keer weer in zijn kuit schoot en die maar niet wilde afvallen in de sportschool. Goed om te weten dat je in de Italiaanse zon weer een halve marathon liep en kon fietsen als een malle.
  • Voor de vrouw die wordt geroemd om haar doorzettingsvermogen waarmee ze door trainen voor een hele triatlon uit een rolstoel kwam. Met haar aandoening traint ze voor de derde hele triatlon en ze fietst harder dan ooit en zwemt mij er met gemak uit. Ze hoeft zich geen zorgen te maken om de cut-off tijd. Ze traint er hard voor en krijgt loon naar werken, maar anders zou ze haar tijd wel steken in de benodigde aanpassingen. Ik wacht op antwoord van de organisatie of de cut-off tijd strak op 15 uur ligt.
  • Voor de jongen die de honderd mijl zag vervliegen toen hij zijn enkel verzwikte. Je hebt nog tijd zat1 Inmiddels loop je ook alweer en is de verrekking over. Het ga je goed!

Voor alle klagers, zieligdoeners, aandachtsorgels en iedereen die geroemd wordt om zijn of haar doorzettingsvermogen, er zijn er een paar die écht iets hebben. IK, de ultraloopster die een hernia heeft en een blindedarmontsteking. Je hoort haar niet, want ze kan echt niks meer doen. Mijn vriendin met haar fibriomyalgie, die net weer 15km kan rennen! Of die andere met 2 kleine kinderen die de helft van de tijd bij hun vader zijn. Dat zijn stiekem wel de helden, die niet klagen of om aandacht vragen.
Maar nu ben ik de doorzetter. Het zit mij niet mee. Begin juni is mijn peesplaat van mijn linkervoet in de knel geraakt. Een ontsteking. Ik heb de halve triatlon in Hoorn afgebroken voor het looponderdeel. Shockwave Therapie, Cranio Sacrale Therapie, rust, fietsen. Meer was het niet. Ik ging na een maandje weer wat hardlopen, maar toen schoot het in mijn rechterbilspier, waardoor ik mijn been niet meer kon bewegen. Meniscus rechts raakte “uit vorm” en toen had ik meerdere klachten. Uiteindelijk lijkt het in mijn darmen te zitten. Die zetten ietsje uit, minder plek voor de baarmoeder, minder ruimte in het bekkengebied en dan verdrukt de boel. Ik ga anders eten, andere schoenen en vooral veel looprust. Niks meer stukmaken.
De droom van de Hardman. Het gaat niet meer om de hele triatlon, het gaat niet over het zwemmen: ik moet zo goed mogelijk de marathon doorkomen. Soort van hardlopend of deels wandelend. Ik kon altijd hardlopen, altijd me soepel bewegen, geen pijntjes, nergens last van behalve mijn hoofd en mijn twijfel. Nu is er alleen nog maar twijfel en is het zelfvertrouwen op het dieptepunt. Maar ik ga starten! Ik zwem beter dan ik bij de Frysman kon, ik fiets harder dan ooit eerder. Ik hoop dat ik de tijd krijg. Op deze finishlijn ben ik zo op gebrand….

13 augustus – Fietsen – nog 1 lange rit samen met Vincent

Het Challenge rondje nog maar een keer fietsen. Vincent ging mee, ik ken de weg. Ik ga op de tijdritfiets. Vincent gaat heel rustig, omdat hij verstandig is en er nog veel komt, maar voor mij is dat niet genoeg. Ik heb energie zat! Mijn rechterbeen is niet meer moeilijk, mijn peesplaat is nog hooguit een 1. ik voel me goed en behoorlijk vol vertrouwen. Nee, ik ben niet uitgerust. Nee, ik ben niet zelfverzekerd. Nee, ik ben extreem slecht voorbereid. Maar ja, ik ga gekkenwerk proberen. Langs de dijk met wind mee ga ik stukken vooruit en wacht dan op Vincent. Dat is ook voor het eerst ooit!

Ik ben bang op deze fiets. Liggen is eng, het kan te hard, ik mis de controle. Mijn hoofd is al bezig met de hele triatlon. Ik ben blij dat Vincent verstandig rustig aan doet en het niet te zwaar heeft. Jammer dat ik het te licht heb, maar het is goed. Op de Doddaarsweg fietsen we samen. Zijn tempo. Mijn cadans is niet zo hoog, maar ik durf steeds beter te liggen. Bij de brug net in het Horsterwold houden we de standaard plasstop!

En dan langs de paarden én de koeien. Op de Winkelweg gaan we een woordslang doen over levensmiddelen die je in de winkel kunt kopen. Het leidt lekker af op die lange saaie weg. Het is voor mij even nieuw, dat stukje om richting de Eemhof. Op de dijk richting Haven ga ik weer extreem soepeltjes en van tijd tot tijd wat harder. Dan wacht ik op Vincent.

We zien de regen over Almere trekken. Onheilspellend…. We vangen nog een keer een paar druppels en dan gaan we een ijsje eten bij Mariola. Of twee….

En ik krijg water in mijn bidon. Ik moet plassen en tot de brug ga ik hard en dan heb ik alle tijd om te plassen. Even langs alle enge hobbels en dan wind mee en mooi helder weer.

Vincent is erg moe en ervaart de man met de hamer. Ik ben superfit! Gek is dat, meestal is het omgekeerd. Ik had graag de 120km volgemaakt, net als Justine die me geantwoord heeft over de Hardman en de niet al te strakke cut-off tijd.

Mijn benen voelen sterk, maar er blijft te weinig tijd over als ik extra kilometers maak. Daar baal ik van ja, maar ik voel me nu toch sterk op de fiets en klaar voor de uitdaging in Ierland. Qua fietsen. Ik ben zelfs blij met de tijdritfiets op het eind! Ik ging de 100km volmaken. En dan koken en alles. Ik heb weer energie. EN GEEN ZWARE BENEN MEER

14 augustus Na een werkdag weer moe en dus gewoon maar lopen

Oke. Nergens meer last van. Alles voelt sterk en goed. Ik doe de oefening moeiteloos. Geen last van rechterbeen, en ook de peesplaat is rustig. Ik durf niet te rennen. Oo het werk word ik wel weer eeg vermoeid. Ik ben vandaag niet geconcentreerd. Mijn hoofd is al in Ierland. Mijn gedachten zijn bij een slecht voorbereide triatlon. Na een drukke werkdag ben ik weer erg moe. Dus ik ga met Rob wandelen in de warme avond. Op zoek naar de allerbeste schoenen. De laatste ascis dus niet. Want daarna had ik weer een beetje last. Van de peesplaat. Het is nog broos, maar ik wandel dit zo weg. Nu durf ik te hopen op 2 wandelrondjes en 1 dribbel rondje. De oostvaardersplassen zijn ook mooi!

Het was best warm. Ik denk dat het werken (reizen/leren/zoeken/goed genoeg proberen te zijn) ook veel energie kost en daarom is sporten na het werken zwaarder als het voorheen was. Dus straks rust en 🇮🇪 is een goed medicijn. En anders wandelen Justine en ik saampjes!

15 augustus SOLO zwemmen en VER ook

Er was een tijd…
10 jaar geleden: zwemmen?! Buiten?! NOOIT! Zijn er echt mensen die dat doen, nee toch?
7 jaar geleden: 😱 ik heb 2000 meter gezwommen in het Weerwater! Helemaal naar de boei en terug en als langzaamste van de groep!
2017: die halve triatlon is gelaagd, want ik heb het zwemmen overleefd!
2019: Frysman. Windkracht 5. Verdrinken. Net niet. 3800m in net geen twee uur. Zwaarder wordt het niet.
2020: een rondje om het eiland in het Weerwater met Marc! Wat geweldig!
2021: alleen zwemmen?! Dat is echt veel te gevaarlijk!
2022: Ironman Hamburg. Misselijk op het water. 1 uur en 37 minuten over 3800m. (Al maakt Garmin er 4000+ van).
2023: als Vincent aan de kant me in de gaten houdt, ga ik wel alleen met mijn boei en wetsuit. Ik heb geen haast. Ik ken de ‘weg’. Dat rondje Floriade is leuk. Behalve die plantjes dan…

het ging lekker! Ik was snel bij de vuurtoren. Vincent zag ik nergens. Het was zo lekker alleen! Easygoing.

Dan langs de Floriade naar de mannetjes en de bruggen en de 🌱. Ik maakte me zorgen, want geen Vincent. (Hij was er wel, ik zag m niet).

Planten vielen mee. En door! Ik ben een kei in navigeren. Van boei naar boei.

En dan het besef: alleen midden op het Weerwater. In mijn kracht. Soepel. Op naar 2000m. En dan tegen de wind in naar het hoekje. Dat is zwaarder. Maar ík kán dít! 2700m op t hoekje. Ga ik er nog een km bij doen? Ik ben er nu toch. Terug naar de boei, de brug nog een keer onderdoor. De golven zijn echt heftiger! En dan terug naar het steigertje. Boven de 3500m. Waar is Vincent in z’n rode jas toch? Op en neer in de ‘baai’. Ik verzamel de 3800m. Binnen 1,5 uur! Annemarie zei nog dat ik dat zou kunnen. Nog geen 3 minuten pauze. 1:34 overall. Sneller dan in Hamburg! 😳 alleen!!! Behoorlijk trots op mezelf. Zwemmen komt vast redelijk goed. Fietsen vast ook n beetje. Rennen niet. 😵‍💫

17 augustus Het laatste rondje in de Polder

de dijk oke, maar de stad…. 5 uur geweest en druk en onrustig en kriegelig en lastig en tempoloos en energieloos. Moeilijk gewoon.

Vincent ging mee, maar ik ben niet zo gezellig. Na de cranio ben ik jankerig. De peesplaat doet nog steeds zeer. Vraag is of het de peesplaat wel is, maar dat is voor latere zorg. Karin zei: “het komt goed met jou” en daar vertrouw ik op. Zelfs ik kan niet binnen een week verpesten dat alles nu recht ligt. Ik voel me niet rustig en verdrietig. Ik heb wel zin in de vakantie en pakken gaat ook best goed.

Melancholie. Er is een raar gevoel van toewerken naar een einde toe: alsof ik niet meer thuiskom als ik in Ierland thuis ben. Weird en verdrietig.

Categories: Geen categorie | Leave a comment