2024-16b Zeewolde Endurance Middle Distance

De Halve Triatlon met eigen afstanden in Zeewolde. – 2000m zwemmen – 80 kilometer fietsen – 20 kilometer hardlopen.

Vooraf niet zenuwachtig. Ik weet wat er mis is en mis zal gaan: voeding gaat geen voldoende opleveren. Ik heb net-aan genoeg gelletjes, niet lang genoeg over de voeding nagedacht. Ben ik daar al ooit aan doodgegaan? Is nog niet gelukt en al vaak geprobeerd. Nou, dan zal het nu ook niet gebeuren. Ik ontbijt dus redelijk rustig, al is het weer vroeg dag. Ik wil om half 8 weg. Rob gaat mee, Vincent komt op de fiets naar de Biezenburcht op de Knardijk. Ik drink alvast een bidon leeg. Alle spullen liggen klaar, ook het wetsuit. De temperatuur is te hoog voor een wetsuit, maar ik hoop ontzettend dat het gezakt is! Ik zwem beter en liever met wetsuit. We parkeren de auto en eventjes ben ik dan toch overdonderd door al die enorme fietsen en geweldige mensen. Maar ik hoef vandaag alleen maar te finishen, de snelste ga ik hier niet worden, dat is zeker! Ze doen alleen de snelste 3 vrouwen en ik weet al dat ik daar niet bij hoor. Daar kom ik met mijn leeftijd niet aan. k ga mijn nummer halen en zie dan dat ik met wetsuit mag! Mijn dag is meteen weer goed. Wat ontzettend fijn. Een no-brainer: ik ga met wetsuit. Period. Als we aankomen zie ik meteen Annemarie en ik zie in de wisselzone ‘collega’s’ van de triatlonvereniging. Ik weet wat ons hier bindt… Maar zij niet. Ik sta met mijn fiets op de ideale plek, dicht bij de fietsin- en uitgang. Tussen W en TR in. Makkelijk te vinden, zeer ruim en weinig geren met de fiets.

Ik vergeet totaal om zenuwachtig te zijn. Geen buikpijn, geen stress: dit ga ik gewoon maar doen. Ik spreek nog iemand die de sprint gaat doen (WS) die ik lang niet heb gezien en ik hijs me in het pak. Naast het water tref ik een Eindhovense die duidelijk zenuwachtiger is dan ik. Ik praat met haar en ben bijna verbijsterd hoe rustigjes ik zelf ben. Het water in met een setje dames. De mannen zijn al 5 minuten voor ons vertrokken.

Ik test even het nieuwe brilletje en het pak zit goed. En hoppa: gaan. Zwemmen is in 1 woord: HEERLIJK! Ik genoot van het nieuwe brilletje waarmee ik prima navigeer, maak gewoon simpelweg slag na slag. Ik adem 1 op 4 en voel me helemaal prima. Ja, er zijn plantjes, maar mij storen ze totaal niet. Het is wel even kijken hoe ik zwemmen moet, maar de boeien zijn herkenbaar en de paar roze badmutsjes ook. Ik doe mijn ding. Vind mijn plek en de ruimte.

Het is wel grappig met zoveel haven om me heen. Oranje boei. Ik heb sterk het idee dat er wat dames afsnijden, want ik ga strak door naar de gele boei en dat moet ook echt. Als ik me zorgen begin te maken of het horloge wel aan staat, zijn we al op 500 meter. De temperatuur is prima en er zijn werkelijk nul golven, niks. De gele boei om. Dan moet ik even kijken en in de verte is een oranje boei. Ik zie ook al witte badmutjes en haal er ook een paar in! Dat zijn gewoon mannen he…. Ik ga strak en gestaag naar de oranje boei en er wordt gefloten voor andere dames. Ik ben niet de laatste. Ik kijk naar de bootjes en daarna naar de huizen. De oranje boei snel om en dan naar de volgende. Het is heerlijk rustig met veel ruimte en leuk om te kijken. Dan naar weer een boei en ik kom bij het bruggetje.

Ik zie Rob staan en zwaai zelfs even naar hem. Het gaat echt super. Dat slootje is superleuk. Ook om vanaf het water het publiek te zien. En dan weer door voor de tweede ronde. Ik vind het niet erg. Ik ben niet moe, niet misselijk, voel me uitstekend. Een vrouw haalt me in. Wonderlijk. Ik probeer even in haar benen te hangen, maar ze gaat te snel. Ik heb gewoon geen zin om me over de kop te zwemmen. Ik haal nog meer mannen in. 1 Heeft het moeilijk, maar hij zwemt weer door gelukkig. Ik ga om de boei heen en geniet nog een keer van het luxe bootje en de man die daar in de kano zit te zitten. Ik zwem strak en steady verder. Nu neem ik soms wat plantjes mee. Ik ben echt blij hoe dit gaat en hoe leuk ik dit vind! Ik zie Rob weer en steek een duimpje op.

Nog een keer door het kanaaltje en dan voorbereiden op de het afscheid nemen van dit heerlijke zwemtochtje. Water happen, plasje doen, nog een keer ademhalen voor ik de trap op ga. Ik ben achtste vrouw, zeggen ze. Boeie. Ik kijk ook niet naar de tijd en ga niet rennen ofzo. (tijd valt achteraf ietsje tegen, toch maar 1900m gezwommen volgens Garmin) Ik wankel ook niet.


T1; kalm aan. Hardop praten. Geen stress. Ik doe wat ik moet doen, neem wat te eten en drink het warme water. Vergeten dat die zwarte bidons zo warm worden in de zon. Jakkiebah. Ik zie H, die heeft langzaam gezwommen. En dan de wissel uit en eventjes lopen en rustig opstappen.

Ik wist het al met 5km: geen fietsbenen. Ik ben net de stad uit en over de rotonde en op het fietspad. Lig niet lekker, geen gemakje. So be it. Moet je het mee doen. Al is 80km dan lang, maar goed: 4 rondes. En die rondes kan je aftellen. Ik moet het maar zien als een lange duurrit, zo zonder al te goeie kracht.

Al bij het ophaalbruggetje heb ik me erbij neergelegd. Ik probeer het nog wel op het fietspad, maar het is zo rustig!! Waar is iedereen?! Er zijn nog mensen van de sprint in hun tweede rondje ofzo. Er rijdt politie met zwaailichten langs; toch niet voor Vincent, paniek ik heel even. Dan ben ik al bij de Biezenburcht en daar staat Vincent. We gaan de weg op, dat is wel leuk!

H haalt me in en roept dat hij zijn horloge heeft moeten opduiken. (misschien zag ik hem worstelen?) Er zijn nog behoorlijk veel mannen die me inhalen. Maar absoluut geen drommen, geen drukte. En geen wind. Misschien voedt dat mijn verveling ook, er is nul strijd. Geen afleiding en weinig mensen om me heen eigenlijk. We gaan een andere weg op met een leuke bochtencombinatie. Nog even zie ik de snelle mannen voor me, maar ik voel “hét” niet vandaag. Ik drink water+gels. Ook warm, maar het is goed voor mij. Alles wat ik nu naar binnen werk, helpt me later vandaag. Over lange polderwegen met een grote weg ernaast. Het kan me niet bekoren, niet afleiden. Wat niet is, is er niet. Accepteren en doortrappen. Langs de EHBO en dan komen we elkaar nog even tegen op het keerpunt. Ik ben niet de laatste, maar het is wel een enorm niemandsland. Ik bekijk de post en eet een gellie en drink zelf. Dat dat betreft top. Dan de Knardijk weer op, over de steentjes en langs Vincent de weg op.

De weg zou leuk moeten zijn zonder wind, maar er is geen uitdaging. Niemand om in te halen, niets. ik doe mijn best en wil best boven de dertig blijven, maar de wilskracht ontbreekt. Dan door Zeewolde. Ondanks de vele bochten vind ik dat wel leuk. Ik moet alleen niet blijven liggen op de drempels. Alle 4 de drempels. Hier liepen we ooit toen Vincent wel kon rennen en ik ziek en/of geblesseerd was. Dan Zeewolde in en Rob roept me waar ik heen moet voor de volgende ronde.

In ronde 2 al met alfabetten begonnen: wat-hoort-bij-ons (A+R+V), wat vind ik echt leuk en waar wil ik heen verhuizen. Dan zitten er nog geen 30 kilometer op. Het leidt af. Je denkt niet aan andere dingen, alleen aan de letter waar je iets voor zoekt. Arteon- Badnews – Catan…… Zo erg was het: dat was nodig. Al vroeg in de race dus. Ik denk over de H als ik Vincent weer passeer.

Ik zie het vissertje en verder zie ik bijna niemand. Misschien heel in de verte eens een fietser. Gewoon een rondje polder door. Bij het keerpunt blijk ik niet de enige te zijn en dat weet ik ook wel, maar het is best saai. Als ik “ons” alfabet heb gehad ga ik maar door met wat ik écht leuk vindt. Het is bijna een noodgreep, want het is wel goed om te denken aan leuke dingen. Ik tel niet echt in kilometers, wel een beetje in rondes. De bidon is bijna leeg, dus dat gaat goed. Ik wissel om met water en dat gaat prima. Het stukje niet inhalen, Zeewolde door en ik ben al op de helft. In 1 uur en 20 minuten, dus 2,5 uur ga ik absoluut niet redden. Maar ik ga het wel halen en soms, op sommige dagen, is het gewoon niet meer of minder dan dat. Ronde 3 was heel stil. Ik heb het hele fietspad tot aan de ophaalbrug volkomen voor mezelf. Saai. Erg, erg saai. Het alfabet helpt nauwelijks genoeg. Dan is Vincent weg en de weg is ook leeg. Het past mij uitstekend, begrijp me goed, maar ik heb me nog nooit verveeld. En bij de V staat op de leuke-dingen-lijst absoluut niet Verveling. Vincent denk ik wel. Op de slingerweg langs de wildrooster heb ik goed geplast. Ik heb water zat en er is niemand die er last van kan hebben. Qua tempo zal het me allemaal wat. Daar ben ik helemaal niet meer bezig. Dit is het. Zo is het als je geen fietsdag hebt. Gelukkig zijn het geen 93 kilometer en slechts 80. Ik blijf wel positief hoor. Het zwemmen ging lekker en je kan niet alles maar mee hebben zitten als je elk weekend een triatlon doet. In Zeewolde word ik ingehaald door een vrouw! Dat geeft tenminste iets sjeu. hHet betekent twee dingen: ik ben niet meer alleen en al ben ik nu misschien de laatste, er is tenminste iemand anders nog! En laten we eerlijk zijn: de 60 kilometer zijn ook voorbij gegaan. Raar idee dat we deze afstand die ik nog moet fietsen, straks ook nog moeten lopen. Hopelijk heb ik wel betere loopbenen. En anders niet. Finishen is genoeg. Nu niet lek rijden.

In ronde 4 kreeg ik ineens de geest! Wist ik weer hoe ik moest liggen. Ik haal de andere dame in en kan het fietspad af. De laatste 15km lig ik weer goed op de fiets en op de weg en ik zie het water enzo. Nou, dat is helaas wat laat, maar ook dat zij zo. Hoewel het nu echt stil is, kijk ik goed. Volgens mij zie ik wel wagens of was dat in een eerdere ronde? Na het keerpunt zie ik de vrouw niet al te ver achter me zitten en zij kan zeker beter lopen. Ik plas nog en wissel nog een bidon en ik heb voldoende gegeten en gedronken. Al dat plassen geeft zo’n ontzettend vies gevoel. Ik spoel veel met water, maar het blijft onpraktisch. Op de weg gaat het weer wat minder easy. (misschien stak er wat wind op?) Met deze stilte en deze rust en leegte knal ik nog lekker door in het niet-inhalen stukje en ik bedankt de verkeersregelaars. Dan in Zeewolde vind ik het wel best. De vrouw mag me met al die bochten inhalen en ik ga me voorbereiden op lopen en ben blij dat het fietsen voorbij is. Ik heb het gehaald. Nee, fietsen was geen hoogtepunt.

T2: sokken aandoen, rust, drinken (jek, warm) en gaan lopen. Ik doe niks verkeerd, maar absoluut ook niets snel of overhaast. Gewoon de korte sokjes aan. Schoenen goed doen. En dan gaan rennen, de wisselzone uit.

He, dat gaat goed! Ik kom achter W te lopen en ik vind de drukte hier in schril contrast met het fietsen nu wel prettig. Acht rondjes, er lopen nog mensen van de OD (denk ik), dus veel mensen, maar genoeg ruimte. En je weet niet wie waar zit. Straks anders, maar nu ben ik blij om te rennen. Eerste km’s te hoog tempo onder de 5:20. Nergens voor nodig. Ik kijk goed rond. Veel publiek, veel mensen. Ook op het strand. Weinig tot geen schaduw. Rob en Vincent zitten naast de kant. Ook dit ga ik maar rondje voor rondje doen. Daar ben ik goed in.

Ik loop langs Fika, een restaurantje en dan langs de eerste post waar ik drink en een gellie neem en ik pak ook sponzen mee. Gek genoeg valt de warmte me mee. Waar trainen al niet goed voor is… Maar geen Dixie. Ik zie Annemarie en met haar luide gymjuffenstem roept ze iedereen toe. Ik zit pas in ronde 1 en ben nog blij. Sowieso eigenlijk wel.

H haalt me in. Hij ligt eigenlijk maar 1 ronde voor. Ook bij de andere post geen Dixie. Ik voel dat ik die wel nodig ga hebben. Ik laat W iets uitlopen. Het is hartstikke zonnig op het fietspad. Na de eerste ronde snap ik ook het keerpunt. Rondje 2. Sponzen, water, gellie, bochten, andere mensen. Ik loop met een vrouw die het zwaar heeft op de kwart. Ik heb het niet zwaar. Maar ik moet en er zijn geen bosjes. Niet. Wel een strand WC. Ik roep naar Vincent dat hij naar de FIKA moet gaan om de WC vrij te houden. 5 Kilometer doet ik met gemak in een half uur. Het tempo ligt gewoon hoog. Al voelt het wel als rustig en kalm en beheersbaar.

Dan moet ik behoorlijk. Op km6 bij FIKA ren ik naar binnen en de WCs zijn vrij. Gewoon een dikke drol. Ik eet netjes een gellie, drink en spoel mijn handen. Het trisuit kan weer aan. Ik zie Annemarie weer en vertel haar welke oplossing ik heb genomen. Ik heb een lekker loopritme, zegt ze me. Dat is belangrijk. Geen moeite. Ik kan ook met saaie rondjes omgaan. Gewoon tellen tot de helft en dan aftellen. Dit is al ronde 3. Ik pak zo het ritme weer op. Ik pak elke keer sponzen aan.

Als ik ronde 4 in ga, heb ik met gemak 10 kilometer in 58 minuten gelopen. Inclusief dixiestop van circa 2 minuten. Acceptabel….. En weer door! Nu komen de moeilijkere rondjes. Al is 5 ook nog prima. Ik hou het tempo van 5:30 redelijk vast zonder idioot veel moeite. Ik koel goed, ik blijf eten. Uit deze ronde heb ik minder herinneringen. Al valt het me nu voor het eerst op dat het omhoog loopt als je de laatste bochten aan het einde hebt gehad. Ik vind het strand grappig: al die zomerse mensen die zitten al te warm vinden.

Mannen die moeten plassen. Rondje 5 is wat saai. AC en BT moedigen me aan. Bij het keerpunt zegt iemand die mij intussen voor de zoveelste keer ziet: Dat is ook gewoon nog steeds hardlopen in een prima tempo. Ik heb het ook niet moeilijk. Dat is wel verwonderlijk. Het lopen beheers ik blijkbaar! De omroeper zegt dat ik de volgende ronde in ga, maar Genesen zegt hij niet goed. Het werd wel steeds leger, maar dat kan ik ook. Rondje 6 was het moeilijkst, dacht ik. De omroeper zegt mijn naam verkeerd en ik roep naar Vincent dat hij dat echt moet rechtzetten straks. Ze zijn ergens anders gaan staan.

Nog een keer naar de WC. Accepteren. Het trisuit gaat iets moeilijker aan, maar mijn darmen zijn nu echt leeg en ik heb toch weer een fruit gellie op. Ik drink elke keer water. En pak daarna het looptempo en het loopritme weer op. Dat is natuurlijk best heel erg sterk! Rondje 6 duurt wat langer, maar ook de 15 kilometer loop ik binnen anderhalf uur. Inclusief 2 stops! Dan moet je nog 5 kilometer, wat beter klinkt dan “nog twee ronden”. Ik was vergeten dat rondje 7 naar de vreselijke 10 engelse mijl loopt en nog stiller is. Nu is de rust prima, maar het heeft ook iets saais, waardoor wandelen aantrekkelijker wordt. Niemand die het ziet… Ik zie Annemarie nog even die naar huis fietst en vertel haar dat ik nog een rondje moet hierna.

Uiteindelijk gestopt met eten erin proppen en mijn buik klotste ook van het water. Wel sponzen en koelen. De stilte is niet erg, dat kan ik wel handelen. Ik haal het absoluut niet meer binnen de 5 uur. Even jammer. Iemand van Proschema loopt mee met een deelneemster, maar ik heb dat niet nodig. Ik heb het niet meer vanzelf, maar het is behapbaar. Als ik maar blijf koelen. Nog 1 keer keren. Ik heb een medaille gezien, dus ik doe het niet voor niks en dat stemt me gerust.

Rondje 8 was het moeilijkste: weinig mensen meer en wat er nog loopt, ploetert. Ik bedank de vrijwilligers en sla de posten over met drinken. Dat ik nu minder voeding heb, merk ik een beetje. De wil is ook minder. Ik wandel soms een paar lantaarnpalen. Wat maakt het uit?! Maar ik ren dan liever en ga langer door en kan dat ook. Ik wist dat ik het zou gaan halen en ook binnen de 6 uur. Vond ik prima en de rest boeide me niet echt. 3 wedstrijden in 3 weken is heel wat voor mij! Ik geef de sponzen af en loop heel blij naar de finish. Het zit er op. Ik ga juichend de finish over en hij zegt mijn naam goed!

Hier met die medaille. Er kan een dik vinkje bij de halve triatlon. Uiteindelijk 5:22:22 en meteen weer helemaal bij. Niet hongerig of erg moe of kapot. Heel raar.

Weer wat rondgekletst (er zijn wel lieve mensen) en spullen gepakt. Dat was ‘m dan. Het is zo raar dat het allemaal ‘niks’ voorstelt. Vijfde van de 35+ vrouwen (7) en in totaal negende van de 16 vrouwen. Uiteraard een dik PR en eindelijk onder de 6 uur, maar wat wil je met 13km minder fietsen. Wat fijn is op de niet-beste-fietsbenendag. De wisselzone is ook veel korter. En het is minder druk, mentaal en qua mensen. Het hardlopen is veelbelovend, maar ontbrekende dixies baren me zorgen. Ik had de halve marathon rond de 2 uur kunnen lopen. Dat is met de hitte een heel fijn idee.

Op voor de hamburger en alles opruimen. Ik kan maar niet beslissen of ik echt trots ben of het weird is om “zomaar” een halve triatlon te doen, terwijl dat een paar jaar geleden nog een enorm ding was.

Categories: Wedstrijd | Tags: | Leave a comment

2024-15

16 juni – Een lange duurrit met 2 snotneuzen

Vanmorgen opgestaan met verkoudheid. Verder werkelijk nergens last van. Al is niezen en snotteren ook vermoeiend. En ik voel een zonnetje in mijn gezicht! Rustig aan maar. Blog afmaken, wasje draaien en s middags op de bank zitten en een dutje doen. Ik snoep veel teveel en ik voel me gewoon niet 100% fit. Terwijl alle andere geweldenaren de Almere City Run sneller dan snel doen, kom ik bij. Ik ben niet ziek ofzo, maar ook niet topfit. ‘s Avonds ga ik met Vincent fietsen. Het is dan eindelijk droog. Samen met Vincent was echt supergezellig!! Spelletjes gedaan en dan viel het wel mee. Ik weet dat 3,5 uur zoals mijn schema zegt niet haalbaar is. We gaan pas tegen 7 uur en zelfs op deze ‘zomer’avond is het niet zo lang licht. We doen rondjeS Oostvaardersplassen. Als het niet lukt, kunnen we na 1 stoppen. Kalmpjes aan. Mijn benen trappen wel hoor, maar echt energie hebben ze niet over. Op de dijk wind mee is makkelijk.

We gaan “wie heb ik in mijn hoofd” spelen. Dikke pret! De kilometers vliegen voorbij. We stoppen voor een plasje. Wind tegen valt wel mee.

Bij het centrum nog een plas-eetmomentje. We doen nog een rondje, maar dan met blackbox. Ik neem aardrijkskunde en Vincent denkt er (gelukkig?) helemaal niet aan! Fotootje bij de paarden.

De zon is wel fijn en mooi. Mijn superbril maakt het allemaal nog flitsender! Vincent is met twee rondjes klaar. Ik ga nog op en neer naar de dijk en naar de parkeerplaats. Het wordt koud als de zon lager zakt. Ik maak 80km vol en net geen 3 uur.

Het is een wonder, de week is voorbij. Het is uitgelopen op een grote teleurstelling met een paar lichtpuntjes. En 13 uur sport, waarvan 12:20 uur triatlonnen. Weet je; die anderen doen vandaag in het grote licht hun best en lopen harder dan ze kunnen, maar ik weet niet of die morgen ook zo pijnvrij opstaan als ik en ondanks alles toch weer gaan fietsen. Want dat doe ik wel!!!! En dan niet een beetje uitfietsen, maar gewoon 80 kilometer op een zondagavondje.

17 juni – Een beetje bootcamp en wandelen

De verkoudheid is geweken. Rob komt weer thuis van de zakentrip. Met Vincent in de pauze even gaan wandelen in de zon en later op de dag (uren later) naar de bootcamp gewandeld. Mooie lucht. Fijn weer.

Maar ik ben onrustig weer en ongeconcentreerd en vooral ontzettend aan het schransen. Zie je wel; zo goed ben ik niet. Ik kom wel redelijk toe aan mijn werk, maar ook dat is onrustig.
Dan de bootcamp. Eerst bij het uitzichtpunt wat opdrukken enzo. Dan naar de trap wandelen/joggen. 1 Van de meiden heeft de Almere City Run gedaan. Ik prijs haar dat ze nu alweer hardloopt, maar hou zelf mijn mond. Ik deed mijn 5km zomaar 5 minuten sneller.

De trap 7x op en af. Tussen alle kwebbelaars door. En dan weer wandelen, lekker in mijn uppie. Heerlijk, ik heb niet zoveel te melden.
Dan nog 2 rondes bootcampoefeningen: ik begin telkens iets eerder, zodat ik meer dan 30 seconden doe. Ik doe heus mijn best, want ik ga hier beter van zwemmen, maar echt animo ontbreekt.
Tot slot een rondje buikspieren. En dan is het alweer klaar. Ik vond er geen klap aan.

18 juni – things go wrong in life

Niet mijn best gedaan op dit loopje. Sinds ik vol goede moed thuis kwam van Cranio sacrale therapie die echt goed hielp met “ik-ben-sterk” is alles met een doodzieke Vincent opeens weer anders. Vanmorgen moe na slecht slapen en me zorgen maken. Papa en mama maar uitgenodigd voor 30 juni. Ik stelde het lopen uit. Goed idee bij de therapie: we gaan tanken, Vincent rijdt en ik ren naar huis en hij rijdt alleen terug voor het eerst. Maar Vincent sliep en voelde zich slap en niet lekker. 38,7 is toch geen koorts, zei hij. Ik stond er bij en het was echt waar: 38,6. Grote griep. Hij wil zo graag zijn herexamen maken! Maar het kan niet. En hoe verder is verdomd lastig te vinden na 6 uur als alles dicht is. Ik zou gerust zijn op de veilige weg: halen dat examen, dan maar in augustus. Annemarie en Joyce zijn me tot steun. Na het eten ga ik toch nog maar rennen. Ik moet 200tjes doen en ik zie wel. Niet is ook goed. Regenjasje aan. Bij het inlopen app ik met Vincent en doe het jasje uit. Het is droog en zal ook droog blijven.

Ik probeer de 200tjes gewoon op de nieuwe schoenen en het gaat wel. De hartslag blijft achter en ik doe niet mijn best. In de eerste zie ik iemand die zijn papegaai uitlaat. In de tweede een paar schoenen in de berm, keurig naast elkaar. In de derde een tuinstoel. Elke keer dribbel tussen de slakken in de rust. In de vierde steken moeder en 8 eendjes over. En dan moet ik weer bermpoepen. Er is toch niemand in de wijde omtrek. Op het vebindingspad word ik angstig. Er zitten grote dingen in het bos die ik hoor en ik zie niemand verder. Ik ben zelden bang, maar nu voel ik me onveilig op 1 of andere manier. In de 6de 200 springt er een hert uit de bosjes en we kruisen elkaar maar net in vliegende vaart. Ik weet nu tenminste wel wat ik hoorde. Ik dribbel de pauzes door. Geen hele hoge inspanning. Ik ga gewoon over de weg. Er staat een camper met een engerd erin. Ik vind het wel lastiger worden eigenlijk, want de vraag waarom dringt zich weer op. Waarom doe ik dat versnellen eigenlijk? En zo braaf? Om niks? Ik ben met honderd dingen bezig, maar niet met tempo. Ik voel me wel okay en redelijk sterk, maar ook onthand en ietwat wanhopig. Ik jog maar gewoon door over de slechte weg.

Van de opdracht, de lage hartslag en het tempo trek ik me niets aan. Ik ga met moeite over de brug achter almeerplant. Het is mistig van het vocht en de lucht is best raar warm. Ik jog de opdracht vol en heb nog een uitvoeringsscore van 66 ook! Ik maak 10km vol binnen een uur en ga naar de Etos door voor een coronatest. Ik laat de 11 km maar zitten en wandel gewoon vanaf het fietspad. Ik wandel naar de ah en dan naar huis. Vincent is zo beroerd, maar geen corona. Het is zo vervelend. Niet weten hoe of wat, de grip kwijt zijn. Maar ik heb gerend hoor. Tempo is okidoki en hartslag laag en inspanning voelt ook matig, maar ik ben buiten geweest en heb wat stoom afgeblazen. Ik ben wel sterk. Hoor. (al ligt opschrijven en voelen ver uit elkaar)

19 juni – fietsen om niks

Fietsen om niks. Even de wind voelen. En is er zon?! ☀️ waarom? Té sa dorcha innui. Ik kan moeilijk iets beslissen. Zelfs de weg bepalen is lastig. Het moest tussendoor. Werken en een etentje en zoveel dingen te regelen. Vincent is veel te ziek voor het herexamen en dat trekt ook een wissel op mij. Mega slecht slapen, want ik hoor hem hoesten en ik maak me enorme zorgen. De thermometer en de gulzige ogen zijn duidelijk: een herexamen is onmogelijk vandaag. Overdag naast het werk regelen dat hij naar het derde tijdvak kan. En hij is zo ontzettend ziek. Ik snap de consequenties: weg zomer, weg zorgeloos trainen, weg hulp van school; maar Vincent is daar nog te ziek voor. En dan oud-collega’s die aan me trekken en alles uitleggen aan mensen: het is loodzwaar en trekt veel energie weg. Ik ga meteen vanaf het werk even uitwaaien, maar ik hou me erg in. Ik vergiet een paar tranen, maar eigenlijk is daar weinig ruimte voor.

Ik vind beslissen vandaag extreem moeilijk en ik ben erg moe. Ik ga na het fietsen ook nog met de oud-collega’s uit eten. Ik weet dan al niet meer waar ik gefietst heb.

20 juni – Mama Is Boos 4x6minuten wedstrijdtempo

Ik had geen zin. Om 3 uur kakte ik in op het werk en had ik veel suiker nodig. Ik heb keurig het werk afgemaakt hoor, maar mijn ogen wilden liever dicht. Mijn hoofd zeurde: “ik wil op de tijdritfiets fiehietsen”. Mijn verstand zei: niet doen, je bent te moe. Mijn benen zeiden: lekker binnen met afleiding gaan fietsen. Mijn hoofd won. Hup, pak die fiets en probeer het maar. Ik wilde zo graag, maar was extreem moe van de hele week ‘groot en sterk’ zijn.

Ik háát het en erger me kapot aan mensen die in hun trainingen net zo hard of harder rijden dan in een wedstrijd. Got, wat heb ik ze opgezocht na triAlmere. En kijk nou: ik snap ze. Het drong mooi door tijdens deze rit. Die mensen zijn heel ongelukkig en boos en gebruiken trainingen om zich af te reageren en te bewijzen dat ze toch wel iets kunnen, wat in het normale leven mist. Want zo’n training was dit. Ik was woest op alles en hoe alles gaat en de muziek van LoreenaMcK stond heel hard. Ik trok me nergens iets van aan, van niemand niet; alleen dat ik iedereen in wilde halen en wilde laten zien (aan mezelf) dat ik heus wel iets kan. Ik heb gezongen, gedanst en geschreeuwd op de fiets. Mijn benen deden pijn en verzuurden en ik schold en mopperde. Dan gaat de training dus op wedstrijdtempo. Arme rest.

Overigens klopt de vermogensmeter absoluut niet. Ik ben blij met de fiets. Dus ik vond het eng om te gaan van tevoren, maar ik kwam wakker en blij van de fiets af. Volgende keer als ik rustig fiets zal ik het bedenken: ik train en ben blijkbaar gelukkig genoeg om te trainen. In de race moet ik maar boos worden 😉

Ik kletste zelfs in de rust met een meneer die ik had ingehaald en hij vroeg: intervallen? Hahaha. Dikke doei. En ik kreeg een 👍 van een man in een hele grote dure Mercedes! Hij bewondert mij en mijn gele bril vanuit zijn dikke bak. Op de dijk toeterde er zelfs een busje! Daarom rijden de anderen zo hard: in hun echte leven missen ze dat blijkbaar.

21 juni – De 30km hardlopen met 3x4km tempoblokken. Rondjes om het huis van 4,2km

Het was natuurlijk een ramp deze week, Vincent ziek. We zouden samen de marathon lopen, maar dat gaat dus niet door. Plan B was ook nog een wens: 7 keer het 4,2-rondje lopen, wat langer is als ik in Ierland heb gehaald. Alleen stond er nu 30km op de planning met blokken in marathon tempo. Ik zag er tegenop, natuurlijk. Gaat het echt wel lukken na zo’n emotionele rollercoaster? Daarom zijn de rondjes prima: ik kan stoppen, ik kan naar de WC en ik kan elke 4,2km drinken. We halen eerst de nieuwe auto, want ‘s middags zou het droog en warm zijn. Ik ben erg moe als ik opsta, uitzonderlijk vermoeid. Ik ga ‘s middags om half 3 ongeveer. Twee bidons water klaargezet naast de Arteon, gellies in het rugzakje, Loreena muziek aan. Eerste 2 rondes (9km) z1/2: rustig aan. Eigenlijk is het een kwestie van rustig aan blijven gaan. Niets forceren. De eerste 2 rondes gaan vanzelf! Het tempo rond 5:57, lekkere muziek, nergens last van. Iets drinken kost ca 20 seconden.

Het begint alleen te regenen in ronde 2. Eerst ruikt het lekker, dan is het even jammer en daarna is het gewend. Het blijft zeker anderhalf a 2 rondes licht regenen. In ronde 3 moet ik versnellen. 4km lang. De hogere hartslag haal ik niet, maar het tempo kan wel moeiteloos omhoog! Best fors, dus ik hou me na 10km binnen een uur in en zit dan op 5:40. Daar ben ik blij mee.
Maar dan moet ik toch weer: ik maak het 4km blok af en duik de plee in. Horloge even uit (GPS glitch voorkomen). Vincent staat klaar met de fiets. Een km rustig aan. En dan moet ik weer harder. Muziek is uit, Vincent heeft wat moeite met fietsen zelfs nog en weinig te vertellen. Wel over de auto. Ik zit al op de helft met 15km en het gaat prima. Misschien wel 8 rondjes…

Maar opeens is het dan toch zwaar: ik moet weer en duik de bosjes willekeurig in. De darmen zijn van slag. Ik laat het horloge aan staan. Dan moet ik nog een stuk door en het tempo ligt minder hoog. Het is nog te doen, maar V zwaait dadelijk af. De bidon voor na het MT blok staat klaar. Ik maak de halve marathon vol in 2:06 (of 2:08) en ondertussen appt Manuel. Onhandig. Maar de tijd is best oke.

Ik ren het huis voorbij, maar het tempo is een beetje minder. Als Vincent weg is, doet mijn rechterheup pijn. Muziek weer aan. Inhouden en tempo loslaten! De bidon staat net te ver, ik eet weer en zit op 23km. Nog 1km rust en dan nog zes – hoe dan. het is weer droog. Ik neem de bidon mee, die ‘splasht’. Concentratie. Het moet allemaal niet meer, en zeker niet hard, liever een wandelpauze als dat moet. Ronde 6 is gewoon lastig. Ik tel de kilometers af. En de rondes ook. Ik probeer de blije gedachtes aan Ierland, maar het is erg trekken en slepen. Een hond heeft mijn stront ontleed.

De pijn in de heup verdwijnt, maar een strak ritme is lastig te vinden. Kilometer 27 en 28 gaan voorbij. iemand haalt me in, weet die gast veel. ik wandel nog even en dan de laatste kilometer. Ik haal het met de ronde en thuis. Ik heb bedacht dat 3 uur 10 uitstekend is, het is zelfs nog neller! Daar ben ik blij mee, maar het einde was wel zwaar en mijn benen doen behoorlijk pijn. Ik moet echt even bijkomen op de vloer en in de douche. Nog 12km extra… Maar dit is langer en sneller dan wat ik in 2023 heb ‘hard’gelopen. En dat na een rampzalige week en een ons extra. hartslag blijft laag, iedereen reageert opeens op Strava. Haha, nu ben ik het, die “uit het niets” opeens 30km loopt 😀 De schoenen zijn geweldig!! En ohja, op 2,5km van het rondje zat het OVERVOL met vogels, hoe hard de muziek ook stond, die hoorde ik er bovenuit! 3keer DarkNightofTheSoul geluisterd.

Ik schrijf in het trainingslogboek: Ik zag hier erg tegenop na deze rampzalige en energieslurpende week. Ik snoep weer veel, want ik slaap slecht en ik kom dus aan en ik ben voortdurend moe en ik baal nu ook van alles, nu de regelstand een beetje uit kan. Ik ben altijd al een sporter geweest met een hoofd wat minder sterk is dan ik fysiek ben. Dus dit was een gok. Ik zou met Vincent gaan, maar die kan dus nog weinig, hoeveel beter het ook met hem gaat. Dus dit doen: 7 keer precies hetzelfde rondje en verder komen als ik in Ierland was gekomen, was mentaal een vele male grotere opgave dan het voor mijn benen zou zijn. De eerste 18km (4,5 ronde) gingen uitstekend. Vincent ging ronde 4 en 5 mee. Toen was hij kapot. En ik daarna ook eigenlijk wel. De laatste 1,5 ronde vond ik zwaar. Ik had last van mijn rechterheup en been, maar dat trok weg. Vandaag ben ik emotioneel helemaal afgevlakt: ik ben niet blij met de supergave nieuwe auto, niet trots op 30km hardlopen, niet vrolijk dat Vincent opknapt en ook niet boos dat niemand op school iets van zich laat horen of geïrriteerd door mijn moeder die vindt dat Vincent ook een paar weken vakantie moet hebben zonder te leren. En nu ben ik het: ik zet vanuit het niets op Strava ineens een 30km loop. En op een redelijk tempo (al kan iedereen dat straks onverhard weer verbeteren of zich beroemen op hoe goed zij dat vroeger ook konden; geloof me: dat hoor ik best een paar keer van verschillende mensen). Ik heb instant last van spierpijn en stijve (boven)benen. Niet ernstig

En hier komt het verslag van 1 van de moeilijkste trainingen van het jaar: De training die ik NIET heb gedaan!!!!!!!!!

Annemarie schreef me ooit: ‘je ziet niet wat anderen niet doen’ en dat is blijven hangen. Niemand behalve zij en ik zien hier wat ik bewust níét heb gedaan. Dat is extreem moeilijk voor mij!!!! Maar buiten zwemmen na 30km lopen en met de ervaring van 2 weken geleden en ik zou alleen moeten gaan, voelde nóg onmogelijker dan een rode training. En naar een andere dag schuiven zie ik ook niet meer gebeuren. Een echte rode training: dat is de eerste dit jaar. Vind ik moeilijker dan 30km hardlopen!

22 juni – uitfietsen!

Anke staat op na weer een te korte nacht om naar de wc te gaan en… het trekt een beetje, maar eigenlijk niks. Na een heleboel spelletjes candycrush (je kan maar iets kunnen) sta ik echt op om te gaan ontbijten en is er helemaal niks meer aan de hand. Ik voel me prima! Moe, maar een nacht met 7+ uur slapen zal MrGarmin, de HRV en ik vast waarderen en verhelpt dat. De laatste weken haal ik de 7 uur niet. Een paar fijne lieve en gemeende berichtjes doen de rest en voila: anke doet het weer. Ik ga uitfietsen. Een uurtje. Ik wil een rondje noorderplassen fietsen, maar merk dat ik bij de manege beland dus ik ga langs de vaart. De wind is best heavy! Mijn benen hebben geen zin in hoge cadans of het viaduct, maar verder doen ze hun werk. De muziek hard. Smile. Ik kom de geweldige LucE tegen met zijn kind op het fietsje en ik ga wat door de stad. Met een smile. Ik hoef niks. Lekker geen tempo.

Ik vreet vandaag toch teveel. Dit is een in-between-dagje van nauwelijks iets. Ik rij op de dijk wel lekker hard en makkelijk met wind mee. Ik maak 25km vol via de Evenaar en het is wel zat ook. Door met eten en op familiebezoek en in de auto zitten. Gezellig!

23 juni – Sprint Triatlon Rotterdam – “hersteltraining”

Een bijzondere hersteltraining, maar de sprint triatlon is binnen! Hier lees je hoe en wat.

maandag 24 juni – wat vermoeid, maar vooral geïrriteerd bij de bootcamp

Nergens last van. Geen enkel pijntje of trekkend spiertje. Volgens Garmin ben ik overbelast, want de HRV is wel laag. Rob is ziekjes, maar Vincent knapt op. De collega’s komen niet naar Almere, dus ik werk thuis en ik doe alle was. Ik voel wel vermoeidheid, ben moe en ongeconcentreerd op het werk. En bang. Dat het mis gaat. Dat ik toch ergens geblesseerd raak. Ik kan niet alles kunnen. Ik voel me overweldigd. En ook dom. Maar wel fysiek sterk. Bang. En echt wel in mijn hoofd vermoeid. Wazig. Nooit goed genoeg. Vooral dat. Al win ik alles (dat kan niet), dan nog niet goed genoeg. En ik ben verbaasd dat ik zo genoten heb gister. Verbijsterd dat ik dat allemaal kan.

Ik ga naar de AH en de bootcamp wandelen.

Vroeger in vwo2 had ik een vriendin die alleen maar over zichzelf praatte. En wat haar bezig hield. Die jongen waar ze een oogje op had. Dat was nog in de tijd van de telefoon met een draadje en een hoorn. Ik hoefde de hoorn maar neer te leggen en heel soms ‘ja’ te zeggen. Als zij uren vol praatte. Ik trek dat soort mensen aan. En ik kan er niet mee omgaan. Zij haalde het VWO wel, maar ik niet. Die mensen die zijn allemaal geweldig en verkondigen dat blijkbaar graag tegen mij. Daarna had ik een vriendin die vooral sneu en zielig was. Gelukkig heb ik nu maar weinig mensen meer in de buurt die mijn energie met hun geweldigheid opslurpen. (ik zeg niet geen, want triatleten zijn daar een uniek soort in, die het tot een kunst hebben verheven) Maar de bootcamp zette me weer even 35 jaar terug in de tijd. Hoe mensen je toch zo teleur kunnen stellen. Alleen maar over zichzelf praten en energie opslurpen. “Kijk mij geweldig zijn. Blessure voel ik nog hoor, maar ik loop 3 dagen achter elkaar. En fiets vanuit het niks 3 keer per week 120km bij elkaar. Van een beetje bootcamp oefeningetjes.” verkondigen. Als ik dan vertel van mijn rampenweek, dan hoor ik maar 1 keer een gemeend “dat is vervelend”. Bij de rest voel ik aan dat ie zichzelf met z’n ex zieliger vind. Als ik zeg dat ik onder die omstandigheden 30 kilometer heb gelopen, heb ik er niks, maar dan ook helemaal niks aan als tie begint over hoe zwaar het was om te lopen met die ex, toen je nog 5 kilometer met haar liep, een jaar of wat geleden. Dan interesseert mij dat deze keer niet. Dat soort zuigt mij leeg. Helemaal op. Dat soort snapt er niks van. Als je wist wat het betekende om 30km in 7 dezelfde rondjes te lopen, boven de dertig te fietsen in de wedstrijd en emotioneel iets meer te verhappen te krijgen dan de nieuwe vriend van je ex van jaren geleden, dan begin je niet weer over jezelf en dat je 7km gelopen hebt. “Langzaam met 6’ gemiddeld.” Als je het echt snapt, luister naar je hartslag, sukkel. Nog 1 keer naar deze bootcamp en dan ga ik nooit meer. Dan laat ik de knipkaart verlopen. Ik heb deze ellende met niet luisterende en uitzuigende ‘vrienden’ al meer dan vaak genoeg getraind. Ik leer niet zo snel blijkbaar.

Bij de bootcamp doe ik mijn best maar hier word ik echt niet sterker van. Elke keer hetzelfde, niks uitdagends aan. Ik train mijn irritatiespier vooral door al dat geneuzel van die mensen. Wellicht voel ik me daar als triatleet te goed voor. 9x de trap, wandelen, ronde 1, dennenboom (ik doe echt mijn best en hou de spieren vast tot het gevoelig is), nog een ronde en dan nog 6 oefeningen en tot slot buikspieren. Elke keer hetzelfde, ook met de buikspieren. Ik ben er zo klaar mee. Ik haat het dat ik me er te goed voor voel en dan stuiter ik helemaal terug de andere kan op en voel mezelf het allerslechtst. Ik zit uitgeteld op de bank. Gelukkig kan ik Candy Crushen als de beste!!

25 juni – Hardlopen in de hitte en huishouden en strijken als krachttraining!

Ik voel me beter, al is de HRV nog laag. Ik ben een kilo aangekomen, maar nu ga ik weer goed voor mezelf zorgen. Klaar met zielig zijn! Veel thee drinken. Het is warm buiten. Is het opeens zomer. Er ligt veel strijkwerk en ondertussen bel ik met mijn zus. Dan valt het strijkwerk wel mee. Ik moet vandaag ook nog het huis schoonmaken en het onkruid weghalen uit de tuin. Vincent is weer op zoek gegaan naar informatie op school en we gaan weer verder met hoe de zaken er nu voorstaan.

Er staat in deze relatief rustige week hardlopen op het programma. Een uurtje De training is 40 minuten deurtempo en dan 8 keer versnellen voor 30 seconden en anderhalve minuut rust tussendoor en dan nog 5 minuten uitlopen. Ik ging samen met Vincent, die weken niet gelopen heeft en nog steeds verkouden is. Het is maar een uurtje. En het is erg warm. Goede training voor Duitsland, want daar verwacht ik ook warmte! Dus dat dacht ik elke keer: dit is een goede training voor de warmte.

Vincent had het er maar zwaar mee. Hij moet dan ook ‘sloffen’. Ik doe gewoon wat lukt. eerst gaat de hartslag weer totaal niet omhoog. de eerste paar kilometer echt niet. Ik loop om zodat Vincent even kan wandelen en bijkomen. Ik blijf gewoon hobbelen. Het gaat best nog wel op een matig tempo. Ik ga gewoon door en ik heb niet echt de behoefte aan wandelen ofzo. Ik cirkel nog een keer om Vincent heen.

Ik moet acht keer versnellen straks en heb niet zo goed uitgeteld hoe lang mijn training dan is. Ik neem een extra blokje om, dan kan Vincent ook even zijn eigen tempo doen. Dat gaat dan wel ook weer lekker voor mij, alleen met mezelf. Daarna beginnen de 30 seconden versnellen. Dat valt een beetje tegen, kost iets meer moeite en ik krijg het er warm van. Anderhalve minuut dribbelen. Dan zie ik dat ik dat maar 2 keer hoef te doen volgens de training. Het waren er toch echt 8?! Dus ik ga ze zelf maar timen, want 8 is 8. Ik doe dan maar een minuut rust en jog over de Evenaar. Mijn hartslag gaat nu wel lekker omhoog! En het voelt iets lastiger aan. Er zijn auto’s en obstakels. Ik jog gewoon verder in de rust. De training heb ik best goed gedaan m et hoge uitvoeringsscore voor de verandering hihi. Ik doe er nog 2 versnellingen en lap mijn horloge. En dan uitlopen tot 10km doe ik dan maar. Dat valt niet mee, ik vind het heet en ongemakkelijk.

Maar ik maak 10km vol en ga dan thuis snel uitdruppelen, drinken en douchen.
Ik ga vanavond niet zwemmen. Het komt niet uit, ik voel me niet 100% fit als ik opsta en wil dat chloor niet riskeren met vroeg opstaan morgen.

26 juni Zomeravondbijkletsfietsrondje

Manuel vroeg of ik mee wilde! Wat een eer! Daar schuif ik de rustdag we voor opzij. Wilde ik toch al doen, want dit is de dertigste dag dat ik een half uurtje sport. En wandelen kwam er niet zo van op deze uberzonnige dag. Nou ben ik niet van hoogzomerse hitte en brandende zon. Daar word ik sloom en moe van. En er stond een rustdag met diëtiste-bezoek. Qua gewicht enzo ga ik (ook al) goed. Ik reis op en neer naar Leiden en candycrush mijn talent. Fietsen is wel lekker! Maar ik zet me niet zo in. Geen zin an. We kletsen gewoon onderweg. Van de vakantie.

Op de ibisweg wind mee, maar zelfs daar hoef ik niet echt iets anders dan genieten van het zonnetje en het gezelschap. Sorry voor het ophouden Manuel, het omatempo is geheel aan mij te wijten! Maar ik haal het stappendoel van de maand, de fietstijd, de 30dagen-goal en de slaapmaand. Dus al met al best super! Was ik maar niet zo suffig door die hitte. Ik ga nooit naar een tropisch land verhuizen! En ik maak me Grote Zorgen over de halve triatlon zaterdag. Ik onderschat het een beetje denk ik. “Maar” 2km zwemmen zonder wetsuit, “gewoon” 80 kilometertjes fietsen en “ach” 20km hardlopen. Daar heb ik dus helemaal niet voor getraind, denk ik dan!

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2024-15a Sprint Triatlon Rotterdam

Een bijzondere hersteltraining!

‘s Morgens als ik opsta (of wakker wordt) voel ik me niet heel klaar voor een sprint triatlon. Ik heb overal kleine pijntjes. Mijn knieën doen pijn, maar ik weet niet echt of ik links of rechts pijn heb en mijn benen zijn stijfjes. Ik twijfel erg over het hardlopen, want ik wil niets stuk maken. Als ik naar de AH loop ben ik zelfs wat wankel! De bootcamp sla ik sowieso over. Het is niet zo dat ik geen zin heb, integendeel, maar ik zie er wel tegenop, tegen 5 kilometer hardlopen in een sprint. Dat het warm is of ver rijden vind ik niet zo erg. Vincent gaat ook mee, hoewel hij met zijn verkoudheid en net ziek geweest, niet kan starten. Dat is balen. De fiets zit hartstikke snel op de nieuwe auto, ik heb mijn spullen inmiddels ook vaak genoeg verzameld om te weten hoe het moet. In de auto zit ik achterin en ik luister nog maar eens naar online sportpsychologie cursus. Het gaat over confidence (vertrouwen) en selftalk. Dat is wel goed voor mij. Ik heb geen tijd voor zenuwen of stress, ik moet deze wedstrijd gewoon binnen hengelen. Klaar. Als het hardlopen lukt, dan kan ik dat vast wel. Vertrouwen hebben. Rob en Vincent vinden dat ik eigenlijk ook moet winnen, maar ik weet het niet. Ik voel die druk in elk geval niet, er doen 7 vrouwen mee in mijn categorie en ik ken ze niet.
Als we de parkeerplaats op rijden, zien we een oud klasgenoot van Vincent! Die herkent ons niet. Hij is wel geslaagd. Het is een groot grasveld. Ik maak me eigenlijk weinig druk, voor mijn doen zeker. Misschien is dat na dit weekje ellende op, het ‘druk maken’. Ik heb mijn koptelefoon nog op. Het is een komen en gaan van mensen overal. Spulletjes halen en dan mijn fiets wegzetten. Ik zie de oude juf van Vincent en mijn allergrootste insta-oma-heldin. Oudere vrouwen, die me even aanhoren en begrijpen. Ik zet de spullen weg; ik weet hoe het moet. Ik twijfel niet of ik een wetsuit aandoe, natuurlijk! Er heerst een ontspannen sfeer. Dan kom ik Rafi tegen! Nog zo’n held! We zijn allebei in Hamburg een Ironman geworden. Het is een nog lievere man als ik al dacht!

Pak aan, zonnebril zoeken die in het brillenkokertje zit, banaantje eten en plassen. Het is een soort routine. Ik ga bij de rest staan en klets wat. Rafi is wel gespannen. De Yvonnes horen me uit en redden me. Het is voor mij ondenkbaar dat ik hier moeite mee zou moeten hebben.
Als we het water in mogen, vind ik het meteen koud. Een massastart. Dat is een tijd geleden! Eigenlijk in Ierland. Ik vind het best. Ik lig best in het midden. Pang – off we go.

Ik heb nooit idioot veel moeite met de wasmachine en het gestamp, ik doe ontzettend mijn eigen ding en heb geen enkele haast. Eigenlijk vind ik al heel snel mijn ruimte en mijn plek. Ik zwem gewoon door. Ademhalen gaat oke en slagen maken al helemaal. Ik snap de route niet zo heel goed en weet niet al te best waar ik heen moet. Dan zie ik ook nog eens weinig, want mijn brilletje is vies en beslaat. Ik neem een kort moment om schoon te maken. Ik adem 1 kant op en maai gewoon maar door. Kan mij het schelen of het hard gaat of niet! Even denk ik wel laatste te liggen, maar dat is onmogelijk. Ik heb 1 moment last van iemand en dan ga ik onder de brug door.

Ik zie de gele boei, aha, daar moet ik omheen. Het spreekt voor zich eigenlijk. Jammer dat ik maar de helft zie. Om de gele boei heen en wel zo krap mogelijk en gewoon op borstcrawl. Dan adem ik tegen de zon in. Ik zag al niks, maar nu helemaal niet meer. Doorzwemmen dan maar. Ik kom in een comfortzone van lang doorzwemmen en maar gewoon genieten. Het vechten met het water is al heel lang voorbij. Het is eigenlijk best ver en ik ga gewoon langs de rooie boeitjes en achter wat mensen aan.

Ik haal ook mensen in, maar dat is vast omdat zij te snel begonnen zijn en niet omdat ik sneller ga zwemmen. Ik doe gewoon mijn ding. En dat is best leuk zo. Nog een boei om en dan ga ik richting het trapje. Daar zie ik dan even tegenop, maar deze zijn erg fijn. Ik huppel het water uit.

Dat gaat lekker, roep ik tegen Vincent. Ik zie het, roept Vincent terug. Ik hijs mijn pak uit en zwaai naar Rob. Geen idee hoe lang ik bezig was, maar ik jog gewoon lekker de wisselzone in. Het valt me even op dat er nog meer dan genoeg fietsen staan. Pak ophangen, helm op, slok drinken: allemaal op routine zonder gekkigheden. Dan komt de volgende er pas aan. Ik trek mijn enkelbandje nog even wat strakker en ga de wisselzone uit. Opstappen, fietscomputertje aan en gaan met die banaan!

Ik ga heel snel al liggen. Hier moet ik tijd winnen voor het hardlopen straks. Ik zit al heel erg snel in mijn element. Het horloge pakt het allemaal keurig op en is naar fietsen gewisseld. Er zijn wat bochten waarin ik mijn verlies maar neem. Ik ga aan het inhalen. En niet zomaar een beetje, het lijkt wel alsof ik vlieg! Dit zijn mensen die 3 kwartier eerder zijn gestart en die de rookie race doen. Chicane, de brug op en af, dan soort van wind tegen en nog een bocht, weer een brug op en af en dan rechtdoor met wind tegen. Dat is een ding voor mij: normaal zou ik niet durven te blijven liggen met windvlagen die ik voel, maar vandaag heb ik er vertrouwen in. Ik moet dit even leren. Niet rechtop gaan zitten als ik iemand inhaal, maar gewoon even ruimte nemen. Er is genoeg ruimte. Er zijn ganzen en iemand gaat bellen, hoe grappig! Ik hou m boven de 30.

Dan nog een brug en een scherpe bocht en daarna even wind mee, maar net te kort om echt vaart te maken. Nog een bocht en dan kom je in publieksarea. Wat een mooie fiets, hoor ik. Ik kom langs Rob en Vincent en het gaat dus echt ontzettend goed. Ik voel me uitstekend en sterk en over het algemeen ook een beetje boos. Ik ga snoeihard op het eerste rechte stuk, al ietsje harder door de chicane. De brug op blijft wat behoudend, maar daarna pacman ik weer verder, soms roepend: pas op. Ik zie de andere dames en roep ze toe. Sorry, ik ben het racemonster vandaag. Bochtjes, wind tegen valt mee en dan het rechte stuk ‘wind tegen’ weer. Ik ga snel liggen en hard trappen. Soms zijn de dingen simpel! Ik ben al op de helft joh. Het gaat alleen maar harder! En ik heb er hartstikke lol in. Ik heb wel een beetje dorst. Een enorm goed gebouwde triatlete met een dicht wiel passeert me en is klaar, maar ik snap niet wat zij doet bij de amateurs. Het NK is al geweest. De tweede ronde zit er al weer op als ik naar Rob en Vincent zwaai.

Ik de derde ronde ga ik echt helemaal los. Ik passeer de meiden en Rafi alsof ze stil staan, laat de vrachtwagen netjes door en ik durf in een paar bochten al te trappen en de meeste hoef ik niet meer bij te remmen. Het is rustiger. Ik word ingehaald door een dicht wiel, net voor de scherpe bocht. Zelfs hij trap niet door. Op het rechte stuk loop hij langzaam uit, maar ik doe mijn eigen ding en ik maak me nergens zorgen om. Ik heb het loopparcours gezien en dat is felle zon en saai en recht. In de vierde ronde zal ik ietsje langzamer gaan, maar het hoeft niet en het is leeg. Ik tik de 40 aan met wind mee en alle ruimte. Ik word er niet eens moe van, van dit. Ik heb ook geen negatieve gedachten en denk: ach, vanaf hier kan ik rennend met de fiets naar de wisselzone op 18km. De laatste bochten gaan eigenlijk hartstikke goed, maar het parkoers is inmiddels ook best leeg. Op naar het rennen!

Ik loop de verkeerde rij in. Maar er is plek zat, dus ik kan met fiets en al onder het rek door en daar heeft niemand last van. Ik drink en zet mijn spullen aan de kant. Routinewerk. Ik doe geen sokken aan en schuif (voor de laatste keer nu echt?) in de witte schoenen die vol babypoeder zitten. Nog meer drinken en dan ga ik de wisselzone uit. Ik merk meteen dat het lopen goed gaat. Geen pijntjes. Nog 5 kilometer doodgaan, roep Vincent. Die is van de opbeurende teksten vandaag. Maar ik lach er wel om. En dan ga ik maar. Ik zet kleine stapjes en het gaat zoals het gaat en ik weet dat het niet eens heel slecht is, maar dit is het begin pas. Ik loop gewoon lekker door in mijn eigen ritme.

Even achter een meneer, maar die verlaat ik omdat ik ietsje harder ga. Op de post neem ik weer drinken aan, maar dat blijkt sportdrank te zijn, zie ik aan de kleur. Ik drink het toch, maar het valt niet goed. Het is bloedheet op het fietspad, maar dat deert mij gek genoeg helemaal niet. De eerste kilometer gaat simpelweg hard. En moeiteloos. Dat verbaast mezelf nog het allermeest. Ik denk even dat dit toch herstel moet zijn, maar het gaat zo lekker! Ik blijf gewoon rennen. Keren en dan weer terug. Iets met wind tegen, maar dat vind ik wel lekker, een beetje verkoeling. Het tempo blijft hoog liggen. Ik kijk naar de andere mensen. En blijf gewoon maar rennen. Ik begin me af te vragen waar ik lig eigenlijk. Ik neem nu wel water en giet het over me heen. Ik ga mezelf niet over de kop rennen, blijf gewoon doen wat ik doe. Ik vraag aan Rob hoe ik ga en wat ik kan verliezen, maar hij zegt me dat ik 28ste lig ofzo. Stom antwoord.

Kilometer 3 gaat nog ietsje harder. Een deelnemer vraagt bij de post hoeveel rondjes hij moet lopen. 2 Zegt de vrijwilliger, maar als je er 3 loopt, krijg je gratis drinken van me. Smile. Ik kijk en moedig de anderen aan. Vind ik lastig, dat ik ze zo gemakkelijk inhaal. Toch begin ik het nu ook een beetje te voelen. Niet dat ik denk dat ik moet wandelen ofzo, maar gewoon iets minder op het gemakje. Dan tel ik hoe lang het nog duurt en dat is niet zoveel. Het tempo blijft gewoon echt dik hoog en die laatste kilometer ga ik ook redden. Ik vraag me echt wel af waar ik lig en hoe lang ik bezig ben enzo. Eventjes. Nog een stukje verder en dan weet ik het. Ik lach om mezelf, dat ik twee dingen goed kan: een beetje rennen na het fietsen en Candy Crushen! Wat een talenten zeg….. Het publiek is nu wel uitgedund.

Hup, ik ga hard en juichend de finish over. Dat was het dan. Ik kijk meteen en zie dat ik eerste 50+er ben in een tijd van 1:24 nog wat. Is dat goed? Vincent staat te juichen. Ik ben alweer bij joh. Even afkoelen en wat water drinken. Ik heb nergens last van. Ongelooflijk maar waar: helemaal niks geen pijntjes. Ik ben gewoon erg blij en ook dat ik heel ruim eerste ben geworden. Ik ben verbijsterd dat ik zelfs 4de ben bij de vrouwen. Van alle vrouwen die de sprint hebben gedaan he! Ik snoep het één en ander en zelfs een stukje kersenvlaai. We moeten wachten op de prijsuitreiking. De medailles zijn helaas wel op. Maar ik krijg een beker. De uitslagen zal ik later wel bekijken. Ik blijf nog even voor de andere dames en klets wat met mensen. Dan op het hoogte podium springen en ook dat is goed te doen.

Ik geef mijn bloemen door aan YV. Ik vind haar zo’n leuk mens. Ik pak mijn spullen en alles en dan kunnen we weer naar huis. We moeten omrijden via Schiphol. Ik snoep veel en het is laat inmiddels. We halen nog een hamburger. Annemarie is gelukkig niet ‘boos’ dat deze hersteltraining ietsje anders uitpakte….. Ik zie dat ik dik boven de 30 heb gefietst en 26 minuten heb hardgelopen. En netjes gezwommen onder de 2 minuten per 100 meter. Daar mag ik heel blij mee zijn. Na een week zoals ik die heb gehad en 30 kilometer hardlopen op vrijdag. Het is ook ongelooflijk. Ik ruim ook nog alles op. Maar opscheppen verzuim ik. Even kort op Instagram.

HOE KAN IK NERGENS MOEITE MEE HEBBEN

Categories: Wedstrijd | Tags: | Leave a comment

2024-14

12 juni – tisniks

Om de zenuwen voor de eindexamenuitslag een beetje onder controle te houden, gingen we samen wandelen. De hartslag is toch al hoog. We krijgen een enorme bui over ons heen.

Dat voorspelt al niet veel goeds en de bui worden inderdaad tranen met tuiten: gezakt. Dan zakt de grond even weg inderdaad. Het is niet kansloos, dus we gaan op school uitzoeken wat er te redden is en welk herexamen we moeten doen. Dat kost veel energie. Heel veel. Er zijn mogelijkheden.
‘s Avonds wil ik er wel even uit en wat sporten. De NPW triatlon is naar vandaag gezet, maar daar heb ik dus echt geen enkele zin in. Op mijn bericht dat wij waarschijnlijk niet komen is nul reactie gekomen, maar de lijst is wel aangevuld met de plaatselijke toppers die uiteraard moeten shinen. Ik ga hardlopen. Nou ja, hard zit er niet aan. Een hele rustige duurloop. De hartslag opzettelijk laag houden en het tempo van niks. Muziekje op en het Kotterbos door.

Aantal andere hardlopers: NUL. Aantal keren plassen onderweg: 1 Aantal keer schijten onderweg: ook 1. Aantal keer wandelen onderweg: keer of 6. Aantal vuilnisbakken weggezet: 2 En dan komt het ergste: na een kilometer of 6/7 trekt het in mijn voet. Kramp of is de blessure terug? Ik maak me nog grotere zorgen. Ik ga iets harder lopen en het wordt minder, maar het trekt niet weg. Ik maak met moeite 10 kilometer vol. Net onder de 7 gemiddeld. Ik heb dan echt aan alle kanten het gevoel dat ik niet voldoe. En ik heb overal spierpijn!

13 juni – Een suffige duurrit

De onrust is nog niet over. Het is niks, het leven is teveel en sport even te weinig. Ik doe maar wat. Tempo en cadans en gevoel: allemaal net niet. Ik ga omdat ik morgen niet hoef. Ik doe maar wat, heb geen idee. Niet voor een route, niet voor een opdracht, niet voor een doel. Alles gaat toch anders. Ik zou heel blij kunnen zijn met de contractverlenging en de lovende woorden, maar er is weinig plek voor. Aardrijkskunde, dat ene ticket wat me niet alleen lukt, Rob die op reis gaat, de tri in zandvoort die een runbikerun wordt, geen vraag van wie-dan-ook (“en jij” zou genoeg zijn), te weinig interesse. Er is alleen de oneindige steun van Joyce en de brede lach van Vincent in de Mercedes aan het rijden. De rest is grijzig. Ook met een gele bril op. Die verduistert ook.

Ik eet ook weer slecht en ik voel me slecht en weinig waardevol. Zo fiets ik ook. Stukje bij beetje, bochtje en rechte weg. Piekerend, suffig en ergens vol jaloezie op ‘iedereen’ bij wie het vanzelf gaat of wie zoveel zorg krijgt van de overheid. Ik was ook blij geweest met anderhalf uur fietsen. Maar toen was ik nog niet thuis. Er was nauwelijks wind. En weinig mensen. Veel polder.

Hazen, een hertje, buizerds, een wilde kat. Het is het allemaal nét niet; tempo net geen 27, cadans de eeuwige 77, geen 2 uur en net 45km. Maar het was tenmonste droog. Het weer is ook saai. Like me. Is juni al voorbij? Nog lang niet he….

14 juni – Zwemmen in een warm, klein binnenbadje

Buiten zwemmen een half uurtje was het idee wat op het schema stond, maar nee, dat lukt niet. Dan dit maar. Binnen, korte reistijd, past overal net tussen. Maar het bad is klein en ik heb het ingesteld op 15m. Maar misschien is het nog wel minder? Achteraf denk ik dat het rond de 12 meter was, als ik wat tweak met de getallen. Vaak aantikken en keren en om de anderen heen zwemmen. Meestel ging het goed en ik heb geduld als het moet. En dat in het warme water. Ik voelde me onwijs een buitenbeentje! Alleen al omdat ik een badmuts op had 🙈 alles met achtje. Poepoe. Ik hield het onafgebroken een half uur vol. Doorzwemmers: zo heette de baan, dus ik zat goed. 😊 snel weer verder met de dag!

15 juni – een run bike run in Zandvoort in plaats van een sprinttriatlon

Toch ben ik samen met Joyce naar de wedstrijd gegaan. Hier staat het wedstrijdverslag.
En ‘s avonds lekker uitzwemmen. Niet om toch een triatlon te doen op 1 dag, maar omdat Vincent me er naar toe wil rijden!

Het was te doen, maar vermoeiend. Kort ingezwommen en toen de 450m: heel-armen-heel-benen-heel-school-heel-rug-heel. Benen wilden niet. Samen met W in de baan, die een uur extra zwom. Toen 700 m achter elkaar. Met stukjes sneller.

W voorop, maar ik weet niet wat sneller ging en of het wel genoeg was. Toen moest ik het alleen doen: 50-100-150-200-250 met eerste en laatste baan snel (dus de eerste 2 allebei) Daarna was het idee nog 100-25xnel-100-50snel etc, maar ik kwam tot 100-50snel-100-50snel-100. Toen nog een rond getal maken. Er was wel wat minder kracht. Daarna reed Vincent door de regen naar de snackbar voor de welverdiende hamburger! Ik ben moe, maar niet kapot. Al was het een hele enerverende dag.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2024-14a DTS Zandvoort sprint die een run bike run werd vanwege het weer.

15 juni
Niet mijn week. Zo ontzettend niet mijn week! 2 triatlons afgezegd, Vincent niet geslaagd, Rob die weg gaat. Maar ook een paar lichtpuntjes: contractverlening, feestje van het werk gisteravond (slecht eten dus) met leuke mensen en gesprekken en Joyce die mee naar Zandvoort gaat.
Het bericht dat de sprint in Zandvoort werd omgezet naar een run-bike-run kwam op donderdag. Ik zag ‘m al aankomen, gezien het weer: stormachtig en veel regen. De mail was duidelijk!

Rob is dit weekend naar Madrid voor zijn werk. Dus ik heb Joyce gevraagd mee te gaan. Ik had al een heel plan, maar nu werd het dus 1 wisselzone en lopen in plaats van zwemmen. Ik vond het lastig schakelen. Telt dit als een sprint triatlon? Nee he? Gelukkig vond ik nog een andere sprint triatlon die ik als “herstel-training” ga doen volgende week. Die begint pas in de namiddag. Dat geeft me ruimte. De RBR in Zandvoort zou om 9:45 al starten. Vroeg naar Zandvoort dus! Ik sliep maar matig, met buikpijn van al het eten. En toch op tijd opstaan, om half 7 en de laatste spullen pakken en voorbereiden. Joyce was op tijd. Vincent was er nog even bij. Volgens Garmin zit ik op de piek, maar zo voelt het niet…

Toen we naar Zandvoort reden, begon het bij Amsterdam te regenen. Later GOOT het echt. Akelig om dan over de kuipbocht te fietsen. We kletsen als vanouds onafgebroken. Ik ben blij dat Joyce rijdt. Ter hoogte van Haarlem merkt Joyce op dat ze niemand anders ziet met een fiets. Ook in Zandvoort niemand te zien met fietsendrager. Het is half 9, maar ik ben er niet gerust op! Ik weet dat veel mensen hebben afgezegd vanwege het weer, maar ik laat me niet op mijn kop zitten. Op het terrein zijn wel fietsendragers en ook mensen met een tijdritfiets en dichte wielen. Niet om ‘t één of ander, maar ik vind dat onverstandig met deze wind. Ik ga op de racefiets. Ik hoef niet te winnen. Nou ja…. Vorig jaar was ik op een paar seconden 4de. Dus ik heb wel iets goed te maken. We schuilen nog even in de auto. Het lijkt hierna droog te worden. We pakken de spullen en lopen het terrein op. Het is RUSTIG. Ik bedoel echt: geen drommen met mensen, geen drukte, geen harde muziek, geen onrust. Zelfs de WCs hebben geen wachtrij.

De crossRBR is al bezig, de rookies starten om 9 uur. Ik heb snel mijn startnummer in handen en plak de stickers slecht op.
Joyce vind het allemaal wel gezellig. We fabrieken een elastiekje voor haar haar, want het waait zo hard dat alles voortdurend in je gezicht kom. We schuilen even voor de regen. Het regent nog even als de briefing voor de rookies bezig is. Ik luister mee, maar de routes blijven me wat onduidelijk. Het is compact allemaal. Ik zet mijn doos weg, wat een slim besluit is: zo blijft alles droog. Tja, daarvoor race je in Ierland 😉 Mijn fiets waait om in de wisselzone! Ik moet de fiets ophangen aan de remmen.

De wind is extreem, zelfs voor polderbegrippen. De hekken waaien om. Organisator Lars heeft het er allemaal maar druk mee. Ik krijg een appje van SG en van thuis, maar ineens slaan toch de zenuwen toe. Wat als dat fietsen niet lukt of ik geen loopbenen heb vandaag? Ik heb de nieuwe schoenen aan voor de eerste 5km, er ligt een schaar in de wisselzone om de veters door te knippen als dat moet en ik heb groene compressiesokken aan. Kan Joyce me herkennen. Zij vindt het leuk en weet zeker dat het me gaat lukken, maar ik ineens niet meer. Ik ga in trisuit. Nummer moet meteen al op. Tijdens de briefing ga ik naar de WC en ik hoef niet, maar ik heb wel krampen en dat is auw. Ik luister toch nog eventjes mee, maar ik heb het gelukkig daarstraks al gehoord. En dan gaan we. Pang.

Weg is iedereen! Wat een enorm hoog tempo kan iedereen aanhouden! Ik loop onder de 5 minuten en wordt aan alle kanten ingehaald. Abnormaal zeg. Ze schreeuwen de route en dan het circuit op. Nou ja, ik doe maar wat ik kan. De eerste kilometer gaat in 4:40 en dat is wat te gortig natuurlijk. Dan omhoog over het hele steile stuk en ik verlies even de controle en glij zo’n beetje. Omhoog lopen vind ik niet zo erg, maar scheef…

En dan binnendoor.Er zijn al fietsers. De zon schijnt. Werkelijk! Maar het waait zo hard dat mijn haar die niet allemaal in de vlecht past in mijn gezicht waait. Dan een stukje terug en de wind is wel echt een dikke rem. Ik kan dat best en haal weer wat mensen in. Te snel gestart, denk ik dan grimmig. Iemand staat me heel hard aan te moedigen, maar ik zou niet weten wie het is. Ik hoor heel veel hekken vallen en denk: niet mijn fiets!!!! Dan gaan we het terrein weer op. Ik zwaai naar Joyce.

Ja, weet je: dit gaat best oke zo! Een beetje rennen – ach. De fietsen staan nog overeind. Onverhard rennen en door het spekgladde tunneltje. Ik denk even aan elders en hoe druk het hier was bij de Zandvoort Circuit Run. Het blijft droog, maar de wind is echt stevig-stevig. Dan de oversteek en daar is de wind om de flats echt even abnormaal. Mensen halen me nog steeds in. We komen op de boulevard met wind mee. Ik zie de zee die enorme golven heeft. Snap ik, dat we daar niet zwemmen. Ik neem de wind maar gewoon mee en er valt een gat. Alsof ik de laatste ben. En wat dan nog… als de rest voor me dan maar jonger is, haha. Belachelijk, want mijn tempo ligt op 5:10 ofzo, dus het zou wel maf zijn als iedereen harder kan lopen dan dat. De schoenen zitten perfect, kort/kort is ook uitstekend. Dan weer terug het terrein op. Ik zie nog iemand van de crossRBR en glibber nog een keer de tunnel door. Ik heb auto-sport aanstaan op het horloge: dan wisselt Garmin zelf van sport; van lopen naar fietsen en naar lopen. Ik ben benieuwd, maar ik denk opeens: het moeten wel 5 kilometer zijn voor de badge! Als ik Joyce voorbij loop en richting de wisselzone ga heb ik ‘m. Dat roep ik naar haar.

Ik loop bijna verkeerd en dan hup, de fiets zoeken. Dan begint een staaltje beginnersgepruts. De schoenveters zijn zo los, maar de helm wil niet uit de krat. Dan waait de deksel van de krat weg en moet ik daar achteraan op 1 fietsschoen en 1 loopschoen. En dan de bidon achterlaten, maar in de krat anders waait die ook nog weg. Anyway: mama zet weer eens thee in de wisselzone. Maar ook ik ga met fiets, helm en startnummer gedraaid naar de opstapbalk. Daar ligt meteen een plas. De tijdwaarnemingsmat is weggewaaid en wordt net weer opgespannen! Wat een bruut weer zo. Gelukkig is het droog. De kombocht. Je kan onderaan prima blijven fietsen, ondanks dat er veel fietsers zijn. Hoge versnelling. Dan het rechte stuk op. Ik moet even ‘settelen’: inklikken, kijken, een ritme vinden.

Tarzanbocht eng door. En dan pakt de wind je op het eind van de bocht. Omhoog ploeteren en dan binnendoor omlaag en dan weer omhoog. Het valt me mee, dat stukje. Dan heel hard omlaag en weer omhoog. Dat vind ik wel leuk.

Ik durfde in Ierland 60 te rijden, dit is breder en ervoor gemaakt! Dan weer een bocht waarin de wind je pakt. Ik ben op mijn hoede. Achteraan op het circuit is de wind fors en lastig. Ik schakel veel op en neer. De bochten zijn met de wind en de hoeveelheid fietsers net lastig. En als je dan denkt dat je alles hebt gehad, krijg je op het zelfde stuk als bij het lopen, vol wind tegen en het gaat omhoog! Dat kan ik wel. Nog een paar s-bochten en dan ben ik er al weer. Het tweede rondje gaat al beter door de kombocht. Het rechte stuk ga ik even helemaal los! Hier kan het! Joyce zie ik ook.

Ik begin er de lol van in te zien. Tarzanbocht door en even een stukje persen. Gek genoeg haal ik mensen in. Vrij veel. Ik weet niet in welke ronde ze zitten en ik ben verbaasd over hun 300-nummers. Rookies nog? Het zal wel. Ik ga echt helemaal los op de afdaling en de stijging daarna. Pak ik vol snoeihard mee. Voor mijn collega die me gister zei dat ik dat wel moeilijk zou vinden. Nou niks Jo, ik doe het voor jou! En voor mezelf. Even ploeteren en iemand in de bocht die me bijna omrijdt, wat gek is met zoveel ruimte. Het stukje waar ik mijn kuiten voel en dat ook durf en dan zit het tweede rondje er ook al op! het tempo zit er nu redelijk in.

Het rechte stuk pak ik snoeihard mee. Even lijkt het me wel genoeg: nog 3 van deze rondjes, ammehoela. Ik had iets moeten eten. Mijn horloge doet even moeilijk over een verbinding en ik ben bang dat ik teveel wegklik, maar het gaat goed en ik zie weer wat ik aan het fietsen ben. In het derde rondje wordt het al wat rustiger, maar nog niet echt extreem. Ik zie ook veel lopers: zou ik toch zo ver achter liggen? Het moeten wel rookies zijn, maar dat is dan weer langzaam. Ach wat – ik mag weer omhoog en omlaag en iemand kletst even tegen me dat er zoveel wind is. Yeah. Deal with it. Ik vind dit echt heel erg leuk op het circuit.

Ik heb het al tig keer gedaan, maar deze keer vind ik het superduperleuk. Met dat idee pik ik het weer op. Ik weet waar de wind het overneemt en calculeer het nu in. Daardoor krijg ik het gevoel van controle weer wat. Ik zie wel mensen die het moeilijk hebben met de wind enzo. Kom op zeg, maar ik vat je ook wel weer. De kombocht weer door. Het rechte stuk en ik ga liggen. Ik zie Joyce juichen als een trekpoppetje en ik lig hardop te lachen. Ik heb mijn eigen harlekijntje bij me! Geweldig! Het gaat de goede kant op: nog maar 1,5 ronde en het tempo is echt oke. In de vierde ronde is het stuk waar ik tempo maak LEEG. Ik wil wel schreeuwen, maar ik fiets me helemaal er doorheen en geniet tot in mijn fietsschoenen. Nog even de wind tegen langs en het is nu echt rustiger duidelijk. Er fietst iemand in de weg op een gewone fiets, maar het is een videograaf. Apart ja.

Nog 1 rondje. Weinig meer te verliezen. Dus ik ga een stuk rücksichtsloser de kombocht door, ik ga liggen en kijk nog even naar de klok, maar ik zie wel wat ik kan halen en ik blijf al de helft van de Tarzanbocht trappen. Even vind ook ik naar boven lastig en dan zijn er meer mensen op het stukje waar ik vaart maak, maar het is zo ruim dat circuit. Ik waan me eventjes een coureur! Wat me zorgen baart, is dat ik niemand met een medaille zie. Zouden ze er toch nog niet zijn? Sjit, dan moet ik toch azen op een podiumplaats, want ik moet wel íets hebben! Anders had ik misschien nog een zesde rondje wel gewild. En dan naar binnen toe fietsen. Ik heb de twintig gehad, zie ik zowel op de fietscomputer als op het horloge. Het auto-wisselen werkt.

In de wisselzone is het druk. Mensen die wisselen, mensen die hun fiets ophalen, mensen die voor de OD hun fiets neerzetten. Ik wissel nu wel netjes op tempo. Ik slinger er langs en ga weer rennen. Het is nog steeds droog en zonnig zelfs. Ik zwaai naar Joyce en ik heb het naar mijn zin.

Nog maar 2,5 kilometer hardlopen: hoe moeilijk kan dat zijn? Nou… De OD is gestart en die moet rechtdoor en ik linksaf. Ze roepen het en toch mis ik de afslag. De vrijwilliger rent met me mee en ik kan tussen de paaltjes door het tunneltje in. Een post, een slok water. En dan een verrassing: we moeten omhoog! Richting de zee. Lekker bedacht ja.

We mogen ook weer omlaag, dat wel. Niet dat dat beter is, want die kuiten voelen dat ook! Ik blijf rennen, dat zeker wel. Ik zie dames achter me, dus ik ben niet de laatste ook. Dan komt het moeilijkste stukje: de parkeerplaats over tegen de wind in. Saai, recht, eindeloos en zwaar. Ik denk aan de race in Ballinskelligs die ook niet doorgaat en aan alles wat mis is gegaan en dan komen de tranen vast door de wind… Ook hier stop ik niet voor, want ik moet en zal nu finishen en zo snel mogelijk ook. Aan het einde van de parkeerplaats gaat het omhoog – doe normaal en daarna onverhard over de andere parkeerplek. De andere oudere vrouw haalt me in, maar ik kan echt niet aanhaken. 1 Man waar ik eigenlijk de hele tijd mee op heb geracet in zijn blauwe trisuit ook, maar dat is een man. Boeitniet. Nog een keer door het gladde tunneltje.

Er zijn nu ook OD lopers. Het heeft niet geregend. Geen druppel. Dan naar de finish. Ik juich en ben blij!

Geen idee of ik snel was of niet. En dan krijg ik de ‘medaille’: een beker! Hij is fantastisch. Ik eet twee spekkies en drink vooral even wat water. Ik vind Joyce al snel weer en ik ben gewoon heel blij. Alles behalve de wissel ging top. Joyce heeft met mijn toestel foto’s gemaakt. Ik heb het niet koud gehad en vooral het racen op de fiets vond ik hartstikke geweldig. Van Joyce moet ik dat blije gevoel even goed vasthouden en me vooraf al moet realiseren dat het ook gewoon voor de lol is. Zij zag me alleen maar lachen en ook veel andere mensen die alleen maar voor het plezier mee deden. Joyce gaat plassen en ik bel met Vincent en app met Rob. Dan gaan we op zoek of we moeten blijven voor een podium. We komen MD tegen, de altijd lieve gast van de TVA. Uitslagen zijn te vinden via een QR code en ik vind mezelf al snel: tweede dame 50+!! Hoera, hoera! Ik eet de broodjes op, want ik heb gewoon trek. Jas aan en dan wachten. Ik haal mijn fiets en spullen snel, want die heb ik liever bij de hand met deze stormachtige wind. Het wachten duurt best lang, ze moeten veel tellen. Ik ben zeker tweede, want ik heb genoeg gefietst. Die andere vrouw haalde me inderdaad in bij het lopen. Ondertussen kan ik gewoon rondhuppelen en ik ben echt niet extreem moe ofzo. Eigenlijk is dat best gek. Dan de beker ophalen! Ik moet er niet aan wennen hoor, om op het podium te staan 😉

De beker is geweldig. We gaan nu weer terug. Het is wel drukker, maar niet overvol of onoverzichtelijk. Ik wil Joyce nog graag de beklimming laten zien en we wandelen nog op en neer, maar we zien de zee nu alleen uit de verte. Dus we lopen nog wel even naar het strand, nu we er toch zijn.

Wij snappen niet dat andere dit laten vanwege het weer. Het was de hele tijd droog! Wel veel wind, erg veel wind, maximaal veel wind, maar geen regen. Ik wandel moeiteloos mee. We gaan weg rond een kwart voor 1 en de reis die dan volgt is monsterlijk. We rijden een file in voor Schiphol en vervolgens steken we werkelijk heel Amsterdam door om aan de andere kant de A10 met de klok mee te volgen. Het is allemaal stapvoets en rustig rijden. Vreselijk. Ik ben blij dat Joyce rijdt. We kletsen ondertussen ook aan 1 stuk door. En dan is mijn telefoon leeg. Een kleine ramp, maar het voelt ook oke. We moeten nog ergens plassen. En als we eindelijk op de A1 zijn en kunnen rijden, regent het weer pijpenstelen. Ik vind mijn beker wel leuk, maar ook schaam ik me een beetje. Ik ga niet diep en ik ga er ook niet echt voor: ik ben gewoon van een zekere leeftijd inmiddels.

Het is drie uur als we eindelijk thuis zijn. En nee, ik ben gewoon niet kapot. Ik ben wel snoeperig. Maar nauwelijks echt moe. We kijken nog iets na van aardrijkskunde en dan gaan we nog zwemmen. “Doe jij toch een triatlon”, zei Annemarie gisteren. Het is belachelijk dat het normaal geworden is. “Ik ben er ook aan gewend”, zegt Joyce. Het was een mooie ervaring, schrijf ik naar Annemarie. Maar doe mij maar zwemmen erbij.

Een beker, een tweede prijs en een ongebruikte badmuts. Dat vat het prachtig samen.

Categories: Wedstrijd | Tags: | Leave a comment

2024-13

1 juni – Zwemmen vanuit de tenen.

Het kwam uit mijn tenen, dit gezwem! Een drukke dag, veel autorijden, geen hardloopschoenen kunnen vinden en vroeg opstaan en onregelmatig eten. Ik ben vermoeid en heb teveel suikers nodig. Dit is de eerste dag dat ik de WeightWatchers niet afmaak met invullen. Ik doe alles met achtje, maar absoluut zonder zin! Ik zwem maar 100m in. Dan de 500 alle slagen (heel-armen-heel-benen-heel-school-heel-rug-heel) Daarna 400 of 450 achter elkaar: 50 rustig, 50 sneller, 50 rustig, 100 sneller, 50 rustig, 150 sneller. R zwom de hele tijd voorop. Toen 200m rustig (15’Pauze), 200 sneller, 100 rustig, 100 sneller, en dan 4×50: rustig, snel, rustig, snel. Ik deed een snelle vooraan. Mijn energielevel was laag. Daarna in 50 meters: poloslag, 1op2 ademen, 1op3 ademen, 1op4 ademen, 1op4ademen, 1op3ademen, 1op2 ademen en poloslag. Ik zwom nog 100m uit. Best een dapper uurtje, want zin heb ik niet meer gekregen. Wel in friet en M&Ms. Daar heb ik dan weer wel aan toegegeven.

2 juni – Het zwemstuk van de NPW triatlon verkennen met L & M en een halve marathon lopen

iIk vond het best vroeg voor een zondag 😆 M reed gelukkig, dus ik kon mijn pak al aan en LS was op tijd. Ik had alles bij me. M de eerste keer buiten, LS nog een beetje angstig buiten en ik vind het spannend omdat ik me verantwoordelijk voel. Ik liet LS alles zien en toen zwommen er lieve eendjes en konden we via de steiger.

Het water was koud! Viel even tegen. Ik bleef vlak bij LS in schoolslag en blijven praten. Navigeren naar de boom, rust bewaren. Rustig aan de borstcrawl laten doen. Niks overhaasten. Als ze gaat zwemmen, gaat ze lekker door! De kou is er af. Naar de boei. Mijn horloge is van de leg en denkt dat ik al 500m in toptempo heb gezwommen! Bij de groene boei wel even echt pauze en stilgezet. Heb ik bekend dat ik een sprookjesonderwaterwereld bedenk in plaats van enge dingen. Ik zwom om naar de rode boei en dan even aanzetten om ze in te halen. Voor hun een mooie smoes voor pauze 😉 en dan naar het trapje toe. LS ging er uit en M ook. Ik zei ze nog snel het pak uit te doen. Ik ging zelf nog een keertje heen en weer. Even onafgebroken zwemmen nu ik er toch ben. Boei uitwisselen en op lap drukken. Mijn armen waren wat gevoelig nog van gisteren (en nog een beetje spierpijn op de borst van de bootcamp), dus rustig aan. Geen wedstrijd. Ik maak me dan al zorgen dat ik vanmiddag nog zo ver moet lopen en of ik dat wel kan en wil of moet zeggen of dat ze me dan echt gek vinden. Ik heb niks gezegd. 😇 ze vinden me toch al raar. Ik zwom gewoon strak heen en weer, adem 1 op 4 en haal krachtig diep onder me door. Het ging wel aardig. Het trapje op blijft een dingetje. Toen kwam LS te laat voor de foto, maar ik vond het best. Pak uit, auto’s kijken, best kil, maar niet te koud. Achteraf had ik nog even moeten kijken: ik heb precies 500m gezwommen en die gingen in 11 en een halve minuut. Volgens mij heb ik ooit ‘gevierd’ dat ik binnen 12 minuten kon, dus voor een traininkie is dit wel superbest. We reden nog langs het hardloopparcours. Ik op 📱 zij kletsen over 🐎 Garmin vond het zo koud, dat ik de badge voor Poolzwemmen heb binnengehengeld.

En dan ‘s middags de halve marathon lopen. Er staat een training met inlopen, 4 keer 3km (waarvan 2 op tempo) en uitlopen van in totaal 2 uur en 5 minuten. Ik ga eens niet rondjes om het huis. Dat ken ik wel. En ik zal moeten leren zelf de voeding mee te nemen.  ‘Als je niet goed voelt, mag je afbreken’, heeft Annemarie gezegd. Ammehoela. Muziek aan, nog een keer of 3 naar de WC en gaan! Zoals het ging heb ik weer voort gerend. Ik kan het niet anders zeggen. 35min z1/2 wind tegen en rustig aan. Ik ken de route en zie wel of het lukt. In zone 1/2 loop ik 6:05/6:10. Viel me wat tegen, ik had gehoopt met de wat hogere hartslag iets sneller te kunnen, maar wind speelt dan toch een rol. En accepteren dat het is wat het is op dit moment in de training. Elke 2,5km een foto en een selfie.

Ik at elke 5km een fruit gellie en drinken. 1e x wandelend. Dat kwam mooi uit!

Daarna moest ik 4x2km op 5:45 lopen met een kilometer rustig aan. Ik had me vergist met de wind op de dijk, die had ik in het tweede blok tegen. Da’s effe pushen dan. Maar niet te veel, want ik moet nog lang!

Voor mij is de voeding en onderweg de bosjes in het lastigst. De 2de keer “at” ik in de bosjes ‘zittend’. Wat erin en wat eruit zeg maar 😉

Ik heb zelf een camelbag bij me; moet enorm opletten tijdig te eten en ik kon pas op 10km de bosjes in (want daar was de virtuele post; elke 5km). Ik hoop dat ze in Duitsland Dixies hebben!

De derde en vierde keer ‘harder’ had ik wind mee langs de Oostvaardersplassen en dat was makkelijker, ware het niet dat de derde keer onverhard was.

Kotterbos ook door. Oude mensen op de ebike (ze haalden me in) vroegen waarvoor ik train en dat ze zelf ook halve marathons hadden gelopen – I love it. En de vierde keer versnellen viel gelijk met een gel eten die verkeerd viel zonder vocht, dus ik moest er misselijkheid uit lopen in een rustkilometer. Dat was niet fijn, maar ik hoefde net niet te kotsen. Wel even gewandeld.

Het is geloof ik allemaal gelukt om alle 8 de ‘snelle’ kilometers in 5:40 te lopen. Ik liep nog uit langs de rustige wegen en langs de Evenaar.

Uiteindelijk weer ietsje sneller dan vorige week (!!). 2 uur en 5 minuten (2:08:37 incl poeppauze)

En weer doorrrrr. Er volgt nog meer, en ik ben blij dat ik juni qua schema nu weet. Dat voelt geruster. Thuis vet diarree, maar na een warme douche voel ik me weer prima. Beetje heel licht stijfjes. Ik had muziek op en de witte schoenen aan. Ik heb ‘s avonds nieuwe Asics gekocht die er op lijken qua gevoel. Ik ben een beetje verbrand in mijn snoet.

3 juni – hardloopschoenen uitproberen en bootcamp – Vincent ging mee

ze zitten bijna zoals de witte! N het begin wat weinig tempo, maar dat bleek er op het einde toch in te zitten. Vincent liep mee die net 15km duurloop had gedaan. 2km naar de bootcamp. Toen met een mevrouwtje een mile samen verder.

Daarna met Vincent alleen het grote rondje afmaken en tempo oppakken. Kan prima. Ook onverhard. Aan de schoenen ligt het niet.

Toen de Bootcamp. De trap samen met J. Ze moesten op me wachten. We jogden terug al kletsend. En toen het eerste rondje. Daarna heb ik mijn horloge gereset. Beetje dom he. Maar het was de hele dag al maandag met taalfouten, domme antwoorden en gekkige dingen. Ik was niet vooruit te branden qua werk maar… we hebben alle geparkeerde tickets doorgelopen!!! Bij het eten was ik er ook niet bij en waren we laat. Toen was proschema ook nog een gespreksonderwerp en ‘k had al weinig trek. Eigen schuld. Iets met lekkere dingen. En dan was ik ook mog eens wat kortaf vandaag. Sommige dagen gaan gewoon voorbij.
Tweede rondje boogtcampen en de dennenboom en ik deed verrekest mijn uiterste best en dus gedegen en langzaam en dan moesten ze weer wachten. Nou vette pech. Ik deed net iets meer maar het helpt allemaal niks. Mijn gedachten gaan van hot naar her. Buikspieren is nog het leukste tegenwoordig. Ik voel me schuldig dat ik teveel doe en dat dat niet mag van Annemarie en de schoenen zitten goed. En ik wilde fietsen voor de badge maar dat zit er niet in. En ik was moe. Maar ook blij dat ik zo sterk ben. Ik dacht aan DM uit Ierland. En ik moet dingen navragen bij de “lauzitsers”. En ik moet bij Manuel langs. En de vuilnisbakken. Ik doe het allemaal maar het gaat niet snel of enthousiast. Ik heb geklooid met Garmin en ik weet niet of iemand het nu nog ziet maar dat zal me verdommen. Zelfs m&ms zijn niet meer lekker. Go raibh maith agat.

4 juni – Twee keer fietsen en een koppelloopje op de koop toe

Het voelde allemaal wat energieloos. Dit was de training die voor vandaag op het schema stond:
100 minuten, maar toen ik de training uitschreef was het korter. 35 min infietsen van gemaakt. Ik ging met Vincent op de tijdritfiets. Rondje ovp. Maar eerst kijken of ‘n auto er is. Het ging allemaal maar moeizaam. Gewoon niet makkelijk. Wind mee op de dijk wel hoor, maar dat is dan weer too easy! Ik moest 10 minuten aanzetten. Dat ging ook wel weer prima. We stopten even bij het bankje.

Toen een stukje kalm aan. Vincent had het ook niet vanzelf vandaag. Ik moest 5 minuten wedstrijdtempo. Hij laat me dan gaan en haalt me weer bij haha! Ik mijn dikke best doen en hij kan mee. Dan 2 minuten rust. We reden tussen de ‘poppies’ door en stopten voor een kiekje.

Toen de trekweg ging Vincent me voor. Ik deed ook mijn best en het ging best! We hadden wind tegen. Ik vind links rijden leuk. Het was lekker rustig.

Ik ging nog een blok alleen op de open Trekweg en dat was even werken! Toen reden we saampjes de hele trekweg af. Ik had totaaaaaaaal geen zin meer. Maar we gingen wel door tot 40km. Vincent moet er 60 maken, maar eerst gaan we thuis lunchen. Het gemiddelde is aardig, maar de cadans is minder. Ik had geen zin in een koppelloopje. Eerst eten.
Ik ben wel enorm afgevallen! 99 dagen ww en 9,9 kilo!
En mijn vo2max voor fietsen zit boven het mogelijke! 52 van de 50. 😂😂😂😂

En dan gaan we ‘s middags weer fietsen. Met L en M, waar ik zondag ook mee gezwommen heb. “Oh, als je vanmorgen ook al hebt gefietst, ben je dan niet moe?!” vroeg ze. Ik ben in een permanente staat van ‘moe’. Dat hoort bij trainen. “En je huishouden dan?” Dat doe ik óók. Dit is voor mij een plezierritje. Het hoeft niet hard, op de racefiets. Enorm wennen op de racefiets zeg. En er staan idiote paaltjes op het pad, geplaatst door onze buurman. Zoiets maakt me ontzettend pissig. We fietsen door de stad. Vincent en ik voorop en ik vergis me wat in de route, maar het komt goed. We houden m&l uit de wind. Op de rotonde stoppen we even.

Vincent gaat er effekes vandoor en ik kan dat ook. Ik fiets wind mee met L mee, ze zit raar op haar fiets. We laten de wisselzone zien en fietsen dan ook nog een keer het looprondje. Anderhalf keer. Alles gaat lekker rustig aan. Dan de dijk op. Ik heb een enorme hongerklop. Eet de gellie, maar dit heb ik verloren. Jammer. Ik fiets met M op de dijk wind mee en maak een foto.

Ohja, telefoon lastig terug te stoppen. Ik ben wel vermoeid, niet kapot of dat het niet meer lukt, maar “zleepy”. Ik ga mooi niet zwemmen vanavond. Even goed slapen lijkt me beter. Dat geeft me rust. Dan langs de plassen. M gaat naar huis en wij rijden met L langs de Evenaar. Alles bij elkaar toch dik 70 km gemaakt. Dit gemiddelde was echt laag, 24. De cadans is wederom even laag als vanmorgen. En de wasmachine is ook klaar. Ikke nog niet. Koppelloopje is koppelloopje. Vincent moest alles bij elkaar 60km fietsen en daar zag ie tegenop, dus dan in 2 blokken en dan is het te doen! Hij zat er vet overheen, maar auto pause wordt nu wel belangrijk voor m, want die heeft hij niet aan. Handmatig alle korte stopjes noteren zorgt dat ie wat kilometers mist.

Koppelloopje

De andere schoenen aan. Andere nieuwe. Ik neem de sleutels van ons oppashuis mee en ga even rustig rennen. Ik slinger een beetje door de wijk en het gaat best goed eigenlijk! Gewoon lekker doorlopen, het zijn maar een paar kilometer. Een kwartiertje stond er op het programma en die maak ik vol. 2,5 kilometer.

5 juni – Een lange treinreis, werkdag en valsspelen voor de Wereld Hardloopdag

Soms mag je valsspelen. Ik zag het iemand doen die ik hoog heb zitten met een dagelijkse activiteit en ik zag mensen die dit tempo voor een minuutje volhouden, ook als hardlopen bestempelen. Ik slaap te slecht voor de badges en het gaat volgens de data heel erg slecht, maar ik maak van dit wandelingetje hardlopen, anders komt het er niet van op Global Running Day. Iedereen heeft er wel tijd voor, maar ik niet: ik zit uren in een vertraagde trein (uitzicht op de foto)

en werk en ga naar Vis a Vis theater. Ik moet ook weer vertraagd naar huis. Tijdens de middagpauze wandeling maken we geweldige werkafspraken, dat dan weer wel! Dus deze badge telt mooi mee!

6 juni – Inlopen naar de Bootcamp Nation

Hardlopen ging wat moeizaam. Blauwe nieuwe schoenen. Gewoon loslopen.

Ik heb echt goed mijn best gedaan bij de Bootcamp! Vond het wel leuk om de uitdaging af te wisselen met wat makkelijkers. Soms trilden de spieren. Grappig clubje. M voor de helft van ons totaal, een fitnessmeisje, 2 indiers en een dumbo. Ik kan alles als ik maar denk aan het allermoeilijkste wat ik ooit heb gedaan. Teveel gesnoept vandaag want slecht geslapen. Voel me niet feestelijk vanwege het rijbewijs maar vooral wat oud. Mijn kindje is niet meer. Nooit meer. Ik maak me persoonlijk grote zorgen over de npw en trizandvoort en examenuitslag.

“Het schema voor de marathon is niet zwaar, het leven er omheen is zwaar.”
“De zwaan is boven water krachtig en sierlijk, maar onder water werkt ze zich een slag in de rondte”

7 juni – Een lange duurloop met een lieve vriendin en een nare ervaring bij het zwemmen

De korte versie: Met Joyce op de fiets naast me. Van…. Naar…. Met haar auto naar Harderstrand. De dijk af wind mee ging lekker soepel. Na 10km poeppauze. Onverhard op 14km is me wat. De stomme alikruikweg. Zwaar op de oldebroekerweg. Pauze en kokken over de helft. 21km in biddinghuizen en dan een flinke bui. Doorlopen. En dan begint het grote Harken. Te weinig voeding. Nog een keer diarree. Laatste 3km loodzwaar. Wilde 30 niet eens volmaken! Maar geen pijntjes verder. Die stomme voeding weer.

De langere versie: Joyce ging met me mee. Op de fiets. Ik reed naar Joyce toe, zij had haar fiets op de fietsendrager en we gingen naar het Harderstrand. Ik had de muntjes bij me om te parkeren. Ik kon mijn bidons bij haar kwijt in de rugzak en had zelf de fruitgellies bij me. Ik moest 8 blokjes lopen van 20 minuten duurloop + 1 minuut sneller + 1 minuut rust. Als je zo kijkt, valt het mee, maar het gaat om 2 uur en 56 minuten. En dat staat garant voor een kilometer of 27-28. De route is 28,5 kilometer terug naar Joyce’ huis en dan halen we vanmiddag haar auto weer op met mijn auto. Maar eerst hardlopen! Rustig aan gaan doen.

Ik heb op de dijk wind mee. De zwaanuitspraak komt van Joyce. Ik zie elke keer als zij even voor iets moet stoppen een zwaan! De eerste keer fietst ze terug om mijn zonnebril te pakken. Later krijgt ze een telefoontje. Ik loop lekker. Het gaat goed, ik voel me ook goed. Mijn hartslag is lekker laag en we kunnen nog volop kletsen. Ik ook. Na een kilometer of 4 heb ik al de minuut rust en ik eet een fruitgellie en drink vooral. Ik ben wat dorstig.
Ook het tweede blokje gaat helemaal zorgeloos prima en gemakkelijk. Joyce moet even bellen en een zwaan klappert voorbij.

We lopen langs de ThumbsUp en langs het water en de kilometers gaan voorbij. Ik weet best dat hier de moeilijkheid nog niet ligt! Het is eigenlijk niet druk, we zien bijna niemand. De ene kilometer gaat opeens sneller dan de andere, maar ik zal er maar niet echt op letten. Als ik op mijn horloge kijk, zie ik staan dat ik nog 21,1 kilometer moet lopen. Dat is een rare gewaarwording.
Dan moet ik na 10km opeens voor de grote boodschap de bosjes in. Grappig genoeg is dat precies dezelfde plek als toen we deze route samen liepen in oktober! Het is een flinke kilo minder die ik mee hoeft te nemen.

We wijken van de dijk af en gaan richting het Spijkbos. Over een heerlijk fietspad. En langs de zonnepanelen die gewassen worden en dekking bieden aan geitjes. We zijn vlak bij Walibi. Het lastige is dat ik even en op de route en op de looptijd moet letten. Na 13 kilometer lopen we het bos in. Onverhard.

Joyce lacht me hard uit: tuurlijk, ga je in je lange duurloop onverhard lopen, wie bedenkt dat?! Nou, Garmin voor mij. Ik vind het wel leuk. Dan maar iets minder snel hoor. We horen de mensen gillen in de achtbaan. Joyce zou daar absoluut niet willen zijn, ik ben jaloers op stil zitten op een stoeltje.
We komen weer verhard te lopen en de kleur van de lucht is mooi.

Ik realiseer me dat ik naar de Alikruikweg loop waar ik in het rondje om Biddinghuizen vreselijk heb lopen afzien. Ik zit intussen op 15 kilometer en het gemak van het begin is er af. De hele gesprekken laat ik over aan Joyce. Daar is ze goed in! Het tempo neemt af. De bidons moeten gewisseld worden en ik blijf netjes eten. Ik ben op de helft en qua timing gaat het best redelijk!
De Alikruikweg valt mee, maar ik zie erg op tegen het stuk terug naar Biddinghuizen omdat ik dan wind tegen zal hebben ook nog. De Oldebroekerweg is niet beter, ook niet in mijn gedachten. We gaan richting de vervelende 16 kilometer. Na het vijfde blokje doen we een stopje. Midden op de weg. Er is toch niemand. Het is lang goed gegaan, maar ik moet kokhalzen van het gelletje. Ik eet ‘m op, maar niet van harte.
Het zesde blokje doet Joyce het praten en ik het lopen. De eerste van de 3km gaat lekker op tempo, maar daarna neemt het wat af. Wind tegen is minder erg dan ik dacht. We lopen Biddinghuizen in.

En dan gebeuren er een hoop dingen tegelijk: Vincent appt me. Ik loop de halve marathon vol in 2:17 uit-thuis-tijd (incl pauzes) of 2:11 en ik moet versnellen. Als ik in de rust zit, sla ik de gel over en begint de regen. Joyce doet haar jasje weer aan en de regen wordt een flinke dikke stortbui. Wat kan ik anders dan doorrennen?

Het is frustrerend om op de bordjes te zien dat Dronten nog steeds 7 kilometer verder ligt. Ik ben er bijna, maar toch ook niet. De regen houdt op en ik ren weer verder. Het voelt weer iets beter. Hoeveel is het nou eigenlijk nog ook… Maar het onderwerp “marathon lopen” schiet ik snel af. Het pad is alweer droog. En dan in kilometer 24 moet ik opeens weer! En redelijk snel ook. Ik ga gewoon langs de drukke weg zitten. Niet smakelijk en vooral ook vervelend, maar het kan niet anders. Ik ga het waarschijnlijk halen met de route. Nog 1 blokje, nog ongeveer 4 kilometer.

In kilometer 25 gaat het mis. Eigen schuld. De voeding is op. Ik heb twee keer overgeslagen en daar staat ie weer: de man met de hamer. Je zou zeggen dat ik het intussen moest weten, maar helaas… Joyce neemt het praten volledig op zich en ik luister graag en moet lachen. Maar van binnen is het behoorlijk op. Ik voel me dom. We zien in de verte nog een waterhoosje, zo zien we later. Ik vergeet de foto. Nu durf ik Joyce wel te beloven dat ik de 30km achterwege laat. 27km gaan uit-thuis in 3 uur. Het tempo gaat sinds kilometer 25 sterk omlaag, maar ik let er niet meer op.

We doen de korte ronde in het park. Het is grappig als Joyce iedereen groet en zegt: ze zouden omvallen als ze wisten dat je 27 kilometer gelopen hebt. Maar het dringt net te weinig door. Niet meer doen Anke, te weinig voeding nemen. Ik hark de laatste kilometers bij elkaar. Hoe moet ik er nog 12 extra lopen? Maar laat ik me daar nu nog maar niet druk over maken. Met wat extra eten komt het vast voor elkaar, slik. Met 28 kilometer zit de opdracht er op. De route perfect gemaakt! Ik maak 28,5 kilometer vol. Gemiddeld volgens Garmin 6:16 en uit-thuis is 6:35. Die laatste is wat jammer.
Ik drink nog een bidon leeg. De honger valt mee. De vermoeidheid ook. Spieren of pijntjes heb ik niet. Wat bof ik toch ontzettend met een vriendin als Joyce! Onbetaalbaar.

Buiten zwemmen.

Deze zwemactie buiten was geen succes. Het is niet echt geschikt voor publicatie, want dat zou (onnodige) zorgen opleveren. Ik hou het er op dat ik midden op het water enigszins in paniek ben geraakt. Het nadeel van water is dat je dan geen kant op kan. Letterlijk en figuurlijk. Al met al heb ik ook een rondje om het eiland gezwommen. Het was koud, ver en moeilijk. Maar ik heb het overleefd. En een hoop van geleerd, zullen we maar denken.

8 juni – fietsen met grafwind en een rotbui en zwemmen bij de tva

Ik stond (lekker laat) op en…. heb NERGENS last van. Een schuurplekje bij mijn aars en even een trekkerige linkerachillespees, maar verder NIKS. En dat snapt mijn hoofd niet. Het voelt alsof er toch íéts zou moeten zijn. Mijn hoofd kan er niet bij. Ik geloof het niet. Ik vóél me namelijk een slechte, slome, onwaardige triatleet. Belazerd door de lachende vriendjes die harder, langer, sneller kunnen. Fietsen en zwemmen dan, lopen niet. Al is mijn tempo ook wat sneuig natuurlijk. En dan zijn er net zulke buien buiten als ik heb: donker, heftig en lastig. Ik heb geen zin om te fietsen. Wat moet ik bewijzen, waarom zou ik weer 2,5 uur gaan klungelen? Ik wil naar Muiden en 60km halen. Maar er is wind. Fuckin freakin veel wind. En die heb ik tegen tot Muiden. In de stad is het al kut. Ik luister muziek, maar de somberheid heeft de overhand. Het tempo is megalaag. Ik zoek mijn weg en dwaal door Haven. In het Kromslootpark is het even leuk met alle schaapjes en minder wind. Maar de brug op met tegenwind en vermoeide benen is K U T. En langs de snelweg wind tegen is ook NIET LEUK. Bij de kruising wacht ik heel lang en twijfel om in te korten. Ik ben het zo zat! Maar de wil overwint. Nog 4km tegenwind naar Muiden toe. 23 km in een uur. Om te janken. Daar helpt geen mooie nieuwe helm aan.

Dan wind mee op de lege leuke zonnige weg met uitzicht op kasteel. Een beetje leuk, maar vrolijk zit er niet in vandaag. Dan door Muiderberg hobbelen en weer de brug over, dit is beter. Dan langs het drukke strandpad. Ik moet plassen. Onwijs plassen. Bij Duin zijn veel zeiltjes. De dijk is leeg en in de bocht ga ik zitten. Het stroomt eruit en over het pad.

Vanaf nu heb ik wind mee. Het is makkelijk en het tempo gaat onwijs omhoog. Het gemiddelde gaat omhoog naar 50km in 2 uur. Verdiend, maar ik heb teveel afgezien. Langs de kassen en 55km is me genoeg. 25,5 gemiddeld is goed verbeterd, maar het blijft een babytempo. Ik vond het niet leuk. Niet goed genoeg, not a single moment. Ik ben niet goed genoeg.

Zwemmen in baan 2

Ik denk niet dat ik nog kan zwemmen na de ellende van gisteren, dus ik ga in baan 2, even terug naar af. Achteraan harken – ik ken mijn plek. Inzwemmen voor iets van 350meter. De trainster vind ik fijn, maar ik weet niet wat we moeten doen. Iets met benen (dat willen ze niet), armen (lijkt me prima) en 150 hele slag en warempel die doe ik zonder achtje. Ik blijf achter S zwemmen. Daarna doen we 50jes met 1op2, 1op3, 1op4 en 1op5 ademen. Dat doe ik met achtje en kan ik ook. Daarna iets met wisselslag geloof ik. We doen ook een piramide. Ik doe het allemaal en warempel ik kan het ook best! Wederom niet snel, maar ik ben ook vermoeid. Het boeit me niet zo. Mijn hoofd zit gewoon vol met minnetjes. We doen een piramide met 50-100-200-100-50. Daarna moeten we nog een keer 250 armen en 250 hele slag doen. Ik ga anders ademen: nauwelijks boven de waterlijn. Dat is beter en ik oefen er mee. Niet van harte, maar dat is er nu eventjes af. Ik zwem nog wel uit en maak er 2300m van. Garmin maakt er 2325 van en upload de training vervolgens weer niet. Ik heb een slechte dag, ook met eten. Mijn beste ik zit er even niet bij dezer dagen.

9 juni – Lekker wandelen in Drenthe en intervallen proberen in Almere

Ik slaap weinig, 5a6 uurtjes. Zenuwen en onrust zitten hoog. We hadden Vincent naar het TT circuit gebracht en wij gingen wandelen op de terugweg. Lekker saampjes, Rob en ik. Heerlijk kalm en genieten en onderweg op een bankje zitten zelfs. De vlondertjes waren leuk. Veel vogels te horen. Het pas was goed, maar er omheen veel nat veen. Lekker weertje. Er waren andere wandelaars.

Ik stel het hardlopen van intervallen uit en zie er tegenop. Vrijdag nog 28km gelopen, morgen een triatlon. Maar ik heb nergens last van, maar ik ben hyper en doodsbang dat ik toch geblesseerd raak. Als alle klusjes zijn gedaan (lampjes, strijken etc) ga ik maar. Op hoop van zegen. 20 minuten inlopen en dan 9×400 op hoog tempo met 200 rust en 65min met 10,5km. Ik kan altijd stoppen als het niet gaat. Maar binnen een kilometer voel ik het al: het gaat vanzelf! Tempo hoog, hartslag enorm laag. Veter los en dan nog 5:56 lopen. De 3e km nog sneller! Ik snap er niks van.

Dan 400m versnellen. De hartslag blijft onder de 150, maar mijn benen kunnen niet harder. (Of wis het de wil?!) ik dribbel in de rust. En doe dat nog een keer, maar begin iets te laat. De derde of vierde gaat de dijk op en iets langzamer. Daar ben ik al! De km’s gaan keihard als een makkie. Schoenen?!

Dan krijg ik wind mee. En kan het dus nog harder. Ik ga gewoon alle intervallen lopen. Intussen gaat het geconcentreerd, ik ga geen grens over, blijf voelen. Ook al blijft die hartslag idioot laag. Foto’s onderweg en genieten van de bekende omgeving. Ik tel ook de intervallen af. Tweederde gehad, nog maar 2 enzo. De laatste worden ietsje zwaarder, maar ik kan het aan. Hoe dan???? Het is vooral mijn hoofd die er niks van snapt. En ik ben bang dat het mis gaat, blessure of iets wat mislukt. Ik wandel eventjes in de rust, maar ook dan is de hartslag elke keer veel te laag.

Nog uitlopen en ik zal de 11km net niet halen, zal ik ze volmaken? 10km in 58 minuten! Hoehoehoe???? Ik ga door het park en dan gaat er toch iets enorm mis: ik moet opeens poepen! Rennen laat ik ff. Ik kijk nog hoeveel ik moet voor een 50km-week, maar die extra 300m zijn te veel. Ik maak de 11km niet vol, maar mijn broek wel; die gooi ik weg en binnen loop ik direct de 🚾 in. Verder ging het dus erg goed. Onbegrijpelijk. Hoe zet ik mijn hoofd uit?!

10 juni – GEEN NPW triatlon – zware teleurstelling, want 1/8ste triatlons zijn niet dik gezaaid.

Ik baaaaaaaaaaaaal dat de npw triatlon niet door kan gaan. Ik snap het best met dit weer, maar een 1/8ste- die zijn al dun gezaaid verdomme!

Dan haal ik ook nog een rode training, want zwemmen lukt niet vandaag. Ik schrijf bij t3s: “Doordat het van dat kloterige hollandse weer is en dan durven we met z’n allen niks en dan krijg ik een rode training. Ik haaaaaaaat het. En ik haat die organisatie al zo hartgrondig. Ik snap het hoor, maar ik ben gewoon diep teleurgesteld. Hopelijk gaat de rest van de week beter. Anders is Vincent gezakt en hoor ik donderdag dat ik geen contract verlenging krijg. Ik háát rode trainingen”. Annemarie steunt me wel hoor. Volgens gaat werd het droog. Jammer dat niemand haar gelijk gaf.
Toen we de tickets op het werk bespraken (ik werk thuis, maar het was een teamsmeetang) en ik het hoorde onweren was ik er al bang voor. Maar toch: hoe nu dan? Ik word gék van de onzekerheid. En ik kan alleen maar wachten tot de examenuitslag er is. Of wordt de triatlon daar heen verplaatst?

Dan maar binnen fietsen. In plaats van buiten knallen op de tijdritfiets, binnen Yathzeen. Nou ja, ik won tenminste wel. Al was het een stom dobbelspelletje. Het ging totaal niet. Niet leuk. Niet goed. Vincent kwam later. Ik voel me zwak en suf. Maar ja, ik won alle 4 de potjes yathzee. En ik draaide de beentjes rond. Meer eer viel er niet te halen. Ik heb zin om te vervallen in snoepen. Ik kan er extreem slecht tegen als mijn plannen gedwarsboomd worden. En het plan om ‘alles’ te doen is nu ver weg. Kut.

En ik zag al zo op tegen deze week! En ik ben heel erg bang om weer een blessure te krijgen of dat er iets mis gaat. Net als vorig jaar. Maar stil zitten kan ik toch niet. Dan dit maar.
Ik doe het slome rondje fietsen binnen en ik kan nauwelijks klimmen. En de fiets gaat ook nog stuk, de pad bezwijkt onder mijn gewicht.

Dan nog maar een suf koppelloopje. Het ging langzaam, maar gestaag. Zo aan het tempo te zien maar goed dat er geen wedstrijd was! Hét Rondje andersom. Lekker rustig op straat. Een paar hondjes en de rest van de watten zitten binnen. Te klagen. He, het is best lekker weer – voor de herfst. 🍂

Hartslag weer akelig laag. Toch overtraind? Maar goed, het tempo was eveneens laag. De regenjas bleef hartstikke droog. Er lagen wel veel takken en grote plassen. Ik heb inwendig flink lopen vloeken. Niet dat D er iets aan kan doen, maar ik heb al zo’n grafhekel aan die blaaskaak bij wie alles altijd wel vanzelf gaat.
Ta sé ag cur báisti – leerde ik vandaag in DuoLingo – Maar het looprondje was hartstikke droog. Aanstellerts. 😡

11 juni – 2 uur binnen fietsen en bellen

Er moet iets van rust komen, maar er moet zoveel geregeld worden ook! Slecht slapen en een tijdlang wakker liggen is de regel de laatste week. Samen met Vincent doe ik een rondje regeldingen. Hij gaat werken. Ik heb een soort van rustige dag. Ik moet een training doen van 2 uur fietsen, maar buiten regent het van tijd tot tijd. Mijn zusje vraagt of ik zal bellen, en ach, dat combineert binnen beter. Ik zoek een route die ik nog niet gedaan heb in Watopia en die luistert naar de inspirerende titel “Spiral into the vulcano”. Ik moet blokjes versnellen geloof, maar uiteindelijk zal de uitvoeringsscore van deze training nog geen 5% zijn, dus ik heb niks meer of minder gedaan dan rondjes trappen. En heel veel luisteren naar mijn zus. Daar is ze goed in. Veel praten en vertellen. Het leidt lekker af. Zij heeft toch geen idee wat ik doe verder, dus het is prima.

Ik ga wel drie keer om de vulkaan heen en steeds hoef ik niet omhoog. Als we klaar zijn met bellen pas. Het valt me mee, maar veel pit zat er al niet in en het wordt ook niet meer. Ik maak de ronde van 55km vol en ga dan ook nog naar beneden. Op de vulkaan regent het, maar buiten was er eigenlijk geen regen. Of niet dat ik gemerkt heb. De cadans en het tempo zijn erbarmelijk.

Er was niks aan de training, maar alles voelt dan ook als in afwachting van de examenuitslag morgen. Heel erg zenuwslopend. Na de training zit ik onder de overkapping op de bank en dut ik even wat bij.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

Protected: 2024-13a Buiten zwemmen wat niet goed ging

This content is password protected. To view it please enter your password below:

Categories: Geen categorie | Enter your password to view comments.

2024 – 12

23 Mei – Het fietspad langs de Oostvaardersplassen is weer open! 😍😍 Ik ren heen en weer. 3x1500m 5:30.

Niet zoveel zin, al de hele dag ongeconcentreerd en vermoeid en wattig hoofd. Wel werk verzet, maar niet zo geweldig. En dan een uur extra noodtelefoon ook nog. Nja. Laat eten dus en dan de overkapping opruimen #mamablij En dan nog gaan rennen. Het duurt even voor de veters gestrikt zijn… 20 minuten inlopen. Dat lukt dan wel. Korte passen, geen muziek en dan!! Zijn de plassen weer open!!! Het hek is open! De kikkers kwaken me toe.

Langs het water- zo vertrouwd, de chicane, zo groen. Heerlijk genieten! Zal ik de interval gewoon overslaan? Maar nee, na 3,5km (best snel dus) ga ik het gewoon proberen voor anderhalve kilometer. Niet te gek en van mezelf hoef ik er maar 2 van de 3 te doen. 5:25 is prima. De vlakte, het water, de kleuren: het is prachtig. Maar na 1200m moet ik wel enorm drukken. Ik ga het zijpad in en laat 2 zakdoekjes achter. Door naar de dijk. In de rust de dijk op. Boven versnel ik weer. Deze krijg ik kado qua tijd, want die gaat naar benden! De zon geeft alles glans. Ik maak gewoon foto’s en zie wel.

Het is uitgestorven. Te laat blijkbaar. Ik neem de vliegjes voor lief, maar de teek had niet gehoeven. Ik ga gewoon hetzelfde pad terug! Dat doe ik alleen hier, op en neer is normaliter niet mijn ding! De banaanfiets heeft het lastig met keren. Verder is het hele fietspad vanaf de bocht tot het centrum (ik ga rechtdoor bij de bult) van mij alleen. Niemand gezien. Ik versnel nog een keer, maar mijn best doen is er absoluut niet bij. Gewoon versnellen waar ik nog zin in heb. Het is verder dan ik dacht. Ik ben het hek al door. Rond de 8 minuten elke keer. Is vast goed genoeg.

Ik loop dus iets verder met de gouden bol achter me en dan moet ik me toch opeens weer! Niet te zuinig. Gelukkig is er niemand. Hopelijk spoelen die 2 zakdoeken ook weer snel weg. Ik ga langs het centrum en het trapje en de hartslag is wat laag, maar ik kan het niet zo goed opbrengen om me te gaan inspannen. Ik vind het wel best zo. Ik maak 11,11 vol en dan stop ik het horloge gewoon en wandel ik naar huis. De schijterij heeft me 5 minuten gekost. Dan is het gemiddelde nog altijd 6:14! Slechts 1 teek. Niet kapot, wel kleine pijntjes. Niet meer alleen een vermoeid hoofd, maar ook wat zware benen.

24 Mei – Binnen fietsen in Zwift – Loop de Loop ➰de looper de Loop ➿ in Watopia met 6x2min 🤬🥵

S morgens werken als de zon schijnt en het windstil is. Een vergadering. Boeiend, maar vermoeiend. En ik sliep al slecht: onrustig en veel wakker. Zodra ik thuis ben (met de bus notabene) naar de winkels, auto-ellende met een accu die het niet meer doet in de wasstraat, schoonmaken. En dan node binnen op de fiets stappen want het regent inmiddels. 😣 Zwift wil natuurlijk ook niet meewerken. Anderhalf uur lang wattage-ellende. Eerst infietsen en mama bellen. Ook weer gedaan. Dan 30 minuten rondfietsen in Watopia. Ik had een route van 12km. Twee loops. ➰ muziekje aan en trappen maar. Saai en saaier. En de kilometers maar aftellen.

Ik doe een loop 🔁 om de vulkaan. Dan moet ik 6 keer één minuut flink hard-1 minuut allerhardst en dan 2 minuten rust. Mijn benen vinden het helemaal N I K S: ze verzuren, doen pijn en twee minuten rust gaan veel sneller voorbij dan de twee minuten enorme inspanning. Ik zweet me te pletter. 🥵 1 keer wissel ik een minuut rust in voor een sprintje in wWatopia. Ik pak ook nog de loop 🔂 over het vlakke land om de intervallen te doen. Door alles vandaag is eten er een beetje bij ingeschoten. Ik leef op een mager ontbijt en wat fruit. 🍌 en water (uisce – ik leer Iers).

Het is aftellen van de intervallen en optellen van de kilometers. Ik ga voor 40km voor de badge- hoe dan ook. Maar niet met valsspelen! Garmin telt te weinig ivm Zwift. Ik hou de afstand van Zwift altijd aan. Ik haal de ingestelde wattages (op Garmin) totaaaaaaaaal niet. Dat is frustrerend, maar ook de Tacx is niet goed gekalibreerd. Ik doe 6x mijn best. Dan uitfietsen. De loop afmaken en weer terug naar downtown. Ik zit net niet op 40km, dus nog een klein op en neertje en dan stap ik bezweet en erg moe af.

De benen voelen dit! Het hoofd ook; nog extra moe. Ik heb de badge en het plaatje met de rondjes ziet er wel geinig uit.

En door! De Picnic komt, pannenkoeken eten en opruimen en klaarmaken voor het feest morgen. Fijn, een schoon en opgeruimd huis, maar het lijkt niet van ons zo.

25 Mei – De 18de VERJAARDAG en een koppeltraining met mijn kind die ineens VOLWASSEN is.

Je kan het onmogelijk voorspellen: op het ene moment heb je een piepkleine baby van 2150 gram in je armen, je knippert mret je ogen en brengt hem naar de basisschool en even later leest hij voor op een donkere decemberdag. Nog een klein eindje verder in de tijd loopt hij het Baken Park Lyceum in en speelt hij piano. Maar er was geen seconde op 25 mei 2006 dat ik had kunnen denken dat hij een sportman zou worden. En nu is mijn kind een man geworden. Een heuse sportman.

Een verjaardag is druk. Geen huis vol, maar de hele dag door visite: koffie, thee, taart, lekkernijen, ballonnen, kwebbelen en zorgen. Wil er iemand nog wat, staat alles op tafel, van de ene maaltijd in de volgende. En dat is al lastig voor mij! Ik snoep mee, maar geniet van de paprika en de komkommer. Ik ben slecht geworden in eten. En de hulp van Vincent en zijn blijdschap met alle presentjes is geweldig. En dan is het nog twee uur licht als iedereen weg is en de vastwasser weer vol staat. De fiets wordt ontdaan van ballonnen en mag doen wat ie goed in is: hard, heel hard de dijk over. Ik neem ook een tijdritfiets en ga er een beetje achteraan. Op mijn eigen liggende en genietende hard. Langs de plassen.

Eerst een lastig pad voor m en dan over de dijk. Joy joy. Hij gaat met 40 vooruit en wacht vervolgens minutenlang op mij. De hele dijk lang zien we niemand! Op de Knardijk pakken we een bankje mee. Even die mooie foto maken met de fietsen, hem en loslaten.

Ik laat niet los, ik stuur achter hem verder. We gaan weer door en dan zeg ik: gas erop en weg is tie! Vinden we allebei leuk: hij is een snelheidsduivel, ik ben trots. Op de weg langs het oostvaardersveld vertelt hij. Tot aan het Kotterbos. Gek hoor, als mama een soort vriendin moeten zijn. Beetje sturen en goede raad geven. Ik was liever gaan lopen. Dus ik zei hem: zullen we straks nog 1,8km eraan koppelen? Had hij al aan Rob gevraagd de hardloopschoenen neer te zetten als verrassing voor mij. 🥰 we maken de 36km niet vol (2×18) en zelfs de 34km nét niet (33,9!!). Ik laat het erbij. Op de tijdritfiets zit ik ook op een gemiddelde van 28,2. Dat dan weer wel.

Dan een koppelloopje. Van de fiets af, plasje en een rondje+ om het park. Dit kan ik! En niet een beetje ook! Hij gaat nog veel harder natuurlijk als hij even los mag, maar mijn tempo begint ook met een 5. Dit is voor het eerst dat hij koppelt na zijn tijdritfiets. We gaan ook onverhard en het gaat gemakkelijk. Te makkelijk bijna. Na 1,8km afdrukken en wandelend naar huis. Samen koppeltraining is dikke liefde. 🫶🏼 dan is alles goed.
Mooie afsluiting van een lange dag.

Dat je je realiseert: op het moment dat hij geboren was, kende ik het woord koppeltraining niet eens!
En tien jaar geleden ook niet.

26 Mei – 8 keer 14 minuten deurtempo + 1 minuut versnellen + 1 minuut rust. Dat is ruim 2 uur en dus: Halve Marathon Tijd! 5 rondjes om het huis.

Met een rugzakje met de gelletjes erin deze keer. muziek aan. Niet ingesmeerd. Het was best behoorlijk benauwd. Dit ging niet zo lekker als 2 weken geleden. Toen was het nog stoer en dapper, nu meer van hetzelfde. Ik appte Maarten die ik in ronde 1 zag zitten of hij mee ging. Helaas nog niet. Ik verveelde me een beetje. Ik was behoudens aan het lopen en hield een beetje in, maar dan lijkt het niet zo snel te gaan en niet gemakkelijk. Ik zie een beetje op tegen de maand juni. Die staat nogal vol met wedstrijden en levens-uitdagingen. En daar loop ik dan een beetje over te piekeren op zo’n zondagmiddag. Waarom ik deze training doe, of ik niet verder of beter zou moeten zijn (lees: sneller) Ik versnelde wel in de minuut, maar de hartslag ging niet echt mee. De rust was dribbelen. Er was opeens een kilometer die wel vanzelf snel ging, maar dat bleef bij 1km in 5:45. Netjes elke keer op tijd rennend de gel proberen te eten en dan even sportdrank drinken. Zwaaien naar M. Mijn hartslagmeter floepte een paar keer los. Vervelend. In de derde ronde dacht ik: ik moet naar de WC. Ik appte Vincent, maar toen moest het opeens echt en ik zag een gat in de bosjes en daar “dook” ik in. sstttt…. Zakdoekje leggen en weer verder.

Het zonnetje kwam er door en toen werd het nog benauwder, maar niet extreem zwaarder. Het bleef een soort van gecontroleerd, als was ik niet erg vrolijk. Ik wist niet of ik 5 of 6 rondes wilde lopen. 5 Sowieso, en dan extra? Wat win ik daarmee? Is dit een voorbereiding voor de lange afstand? Moet ik dan nu 25km lopen? Mijn lijf vond van niet eigenlijk. En hoe gaat het als ik straks de 7 rondes moet lopen die ik in Ierland niet heb gehaald? Ik moet ook kijken of er in Duitsland genoeg posten zijn. Ik loop dus meer te prakkeseren dan ontspannen van de muziek te genieten.

In ronde 4 vroeg ik of Vincent mee zou willen, maar hij moest nog eten en voelde er niet zoveel voor. Ik bedacht ook dat het míj́n opdracht was, niet de zijne. En toen ging ik wat lekkerder lopen. Het is ook mijn saaiheid, mijn keuzes. Ronde 4 ging gestaag en ik sloeg de 2 minuten ander ritme een beetje over. Ik vind uit het dribbelen weer een ritme zoeken best lastig. En zo kwam ik de vervelende 16km voorbij. De 8 blokken én de rondjes waren 2 leuke manieren van aftellen. De hartslag was redelijk hoog, maar niet buiten de perken. Nog een keer drinken en toen de laatste ronde. Kwam Vincent ineens in de straat naast me lopen! Zo lief!

We kwebbelden. HEUS – ik kon nog in volzinnen praten! Niet meer vanzelf en ik vond het ietsje zwaarder om wéér datzelfde rondje te doen en het warm te hebben. Inhouden was niet zo moeilijk meer.

Ik ging het hartstikke mooi halen met de rondes en de opdracht! Het laatste stukje liet ik V maar kletsen en die versnelling was matig omdat er niet meer zoveel in zat. 21,1 volgemaakt. Net ietsje sneller. Ook incl poeppauze. Vermoeide benen en wat moe. Net thuis voor het onweer vol losbarst! Blij dat ik geen 6de ronde heb gedaan. Was ook niet nodig.

Een dipje

En dan opeens voelt het allemaal niet meer zo goed. Is het vermoeidheid? Na de verjaardag en de halve marathon in 1 weekend. Zoveel stress en onrust verzameld. Ik voel me niet meer in staat om al die ‘mooie’ plannen die ik heb uit te voeren. Een marathon én nog al die lange fietstrainingen en dat in het wisselvallige Hollandse weer. Zonder dat iemand het weet of me bejubelt. Zonder dat ik sneller of beter wordt. Dan zie ik KH weer keihard lopen na kei hard fietsen met d’r blessure. MvdB blijkt snoeihard te kunnen fietsen. FP wordt bejubelt op Insta tot en met om een kwart triatlon waar ze minstens 20 berichten aan wijdt. Al die fantastische luitjes die training na training doen in modder, weer en wind naast 40 urige werkweken met ideale, volkomen stressloze gezinnen.
En waarom doe ik dit? Voor wie? Ik vind het best leuk, maar M&Ms vretend met een boek op de bank is ook leuk. Ik heb teveel slechte voeding gehad de afgelopen twee dagen en dat zal ook niet helpen. Dan voel ik me weer dik en dom en dat ik niks kan volhouden behalve alle koekjes opvreten. Kan ik met dit beetje training, met slechts 21km -een paar keer- een marathon lopen? Wie denk ik wel niet te zijn?
En dan lees ik op WW iemand die 4 hernia’s heeft gehad na een triatlon carrière van 12 jaar waarin ze zichzelf als ‘goed’ bestempelt en ze is nu 20 kilo (!!) aangekomen en dan denk ik: waarom dan? Waarom doe ik dit? Ik schep morgen weer niet op, op mijn werk of bij de bootcamp. Ik jakker door, mijn eigen ding. Zo goed als het vorige week ging, zo blij als ik was, zo somber gestemd ben ik nu. Ik ben te oud, te langzaam, te dom voor deze sport. Om mezelf te zijn. Want ik ben eigenlijk lui en niet sportief. Bang voor wedstrijden, blessures, mensen en mezelf. Op dagen als deze. 

Maandag 27 mei. – Wandelend naar de Bootcamp. Het bevalt me niet: ergernis en mijn eigenste best.

Ik had heel rustig kunnen rennen. Maar dat heb ik niet gedaan. Ik heb me Enorm geërgerd. Die stomme trainer gaat klagen over wat hij over zichzelf afroept door achter mensen aan te rennen. Hij kan niet rennen want is nog geblesseerd maar blijft beweren dat zalf help bij achillespees-verrekking en hij moet ze met rust laten en hij koos expres een andere route. Ik voelde me bedonderd. Ik heb tegen die andere aardige man opgeschept dat ik een hm kan lopen maar de trainersukkel was te kregelig en begon agressief te worden. Bah bah. Ik wilde zeggen dat hij er zelf op aanstuurde. Ik heb zoveel aan moeten horen bij hem, ik ben er klaar mee. Ik ga echt weg bij deze club. Mijn rechterknie is wat gevoelig. Beetje overbelast. Weer hetzelfde stukje wandelen als gister is écht saaier dan saai.
Dan de bootcamp zelf met zo’n 8 mensen. Geleuter, geschreeuw, de helft die het echt probeert maar het in stilte voor zichzelf doet. Schreeuwers die maar halfslachtig doen. Een trainer die niet oplet of motiveert (want: met zichzelf bezig) en ik doe mijn eigenste best. Alles net iets langer, iets dieper, iets geconcentreerder. Uiteindelijk ga ik er beter van zwemmen.

Ik deed 12 keer de trap. In sets van 3. Alle treetjes, 1 overslaan en 2 overslaan. En terug lopen en een klein stukkie rennen. Dan een rondje bootcampen. Altijd hetzelfde laken en pak. Weinig variatie. Daarna de “dennenboom”. Squatten en lunches afgewisseld. Kleine passen, diep doorbuigen en ik ben de langzaamste. Stik er in zeg. Zitten ze te kletsen op luide toon. Nog een rondje. En dan de buikspieren. Het gaat me echt steeds beter af! Ogen dicht, oren uit en aanspannen die spieren. De lucht was dreigend mooi, maar het bleef droog.

28 Mei: Een lange duurrit met Vincent en met mezelf, een vrijwillig koppelloopje en zwemmen.

Vincent gaat me mee naar Joyce fietsen. Hij is daar nog nooit geweest. We hebben allebei een lange duurrit staan (60km voor hem, ik 3 uur) en die schuiven we naar deze dinsdag, nu het nog droog is en Joyce kan. We kletsten het eerste stuk als we Almere uit rijden. We zijn allebei op de tijdritfiets. W moesten vaak het gesprek onderbreken voor een vrachtauto. Die rijden er om 10 uur veel in de polder om de goederen op te pikken! Kwebbelden we op de Vogelweg verder tot de Knardijk. Mijn cadans/vermogensmeter pakte niet op de tijdritfiets, want dan heeft ie de Tacx te pakken thuis en laat die niet meer los. Geen controleerbare cadans dus. Ik gok rond de 776/77, dat is het altijd bij mij.

Op de Knardijk een foto en toen gingen we los! ieder z’n eigen tempo. Wind mee, goed fietspad en keihard rechtdoor. Vincent houdt de tractor net niet bij en ik rij zelfs 37/38. Dat is leuk aan de polder! 5 Kilometer lang ook nog.

Na de stoplichten namen we de weg en daarna het fietspad over de Rietweg. Die is nog afgesloten, maar het fietspad niet. op het fietspad rijden ook de tractors voor ons en we kwamen onder de modder te zitten!! Vincent had ruzie met het drinksysteem en ik haalde hem in en ging voor. Weer een lang recht stuk, maar een iets minder fietspad. Een meneer begon tegen me te kletsen over de wind toen ik op Vincent wachtte.

Daarna fietsten we samen, want ik moest de weg naar rechts vinden. Ik vond ‘m, maar bij het oversteken verschakelde Vincent zich en sloeg zijn ketting vast. Gestrand!

Joyce pikte ons op en ik fietste naar haar huis. We hadden een heerlijke lunch en veel te bepraten. Ik at een worstebroodje en eieren. Ik ben (veel) aangekomen afgelopen weekend; een dikke kilo erbij en daar baal ik echt enorm van. Ik snap het: het lijf houdt graag alles vast, maar het werkt demotiverend en ik snap dat het voor anderen nog erger is.

Ik ging alleen met mezelf en zonder muziek terugfietsen. Met de wind tegen. Eerst wind van zij op de weg naar Dronten, maar ik leek ‘m mee te hebben, zo hard ging ik! Liggen en trappen en proberen niet verder te denken. Ik had het fietspad voor mij alleen. Heerlijk! Na 55km kreeg ik de wind tegen en werd het lastiger aan alle kanten.

Ik stopte nog even bij de Vaart en toen ging ik soepel achter de wijk langs. Ook niemand. Het water glinsterde echt prachtig. Ik voel me safe op de fiets intussen. Ook richting de ‘enge’ brug gaat het prima. Liggen en fietsen en de wind valt mee. Maar daarna in het bos is het andere koek! Veel bochten, vuil wegdek en krap. Gaat het mooie tempo eraan.

Op de Knardijk moet ik weer plassen (er is toch niemand) en dan wil ik liever langs de paarden dan weer over zo’n krap pad. Dat gaat inderdaad stukken beter. Ik moet 3 uur fietsen, maar met mijn tempo red ik dat niet. Ik ga te hard en zal te vroeg thuis zijn. Ik vraag me af of ik 100km vol moet maken, maar het is wel goed zo. Ik hou het op 80 en voel me er toch nooit goed genoeg over! De fiets is vuil, ik ook. Het gemiddelde blijft steken net onder 28 km/uur. Is ‘m net niet.

Koppelloopje

Ik koos er zelf voor. Stond niks op het schema. In fietsbroek vanuit de achtertuin. Jasje uit, renschoenen aan en gaan. Benauwend weer, maar droog. Tempo boeit niet. Het overbekende rondje. Niet nadenken. Het voelt oke. Nergens pijntjes. De eerste kilometer ging in 6:04. Ik zie dat het horloge daar allemaal gekke dingen van heeft gemaakt. Ik maakte een foto.

Het ging soepel, maar ik zweette wel heel erg. Wederom leek de wereld uitgestorven qua mensen. De tweede kilometer ging in 5:50 en dat nodigde natuurlijk uit…. Elke kilometer iets harder dan? Mijn horloge ging opeens uit! Helemaal van slag, dat ding. Ik heb m gelijk weer aangezet, maar er is iets geks gebeurd met de data. Kilometer 3 ging in 5:47, dat klopt weer wel. Ik bedacht er toch 5km van te maken. En dan natuurlijk steeds iets sneller als we toch bezig zijn… Kilometer 4 ging in 5:45, dus dat was kielekiele. Rondom het park heb ik aangezet. Stevigere passen. Even wat dieper gaan. Dat kan ik eigenlijk best. Ondertussen denk ik alleen maar de mensen die het altijd nog beter kunnen. Ik hak de laatste km er doorheen in het onverharde park. 5:30 tsjakka. Vincent wacht me op om een foto te maken.

Zijn fiets is weer gemaakt. Ik maak mijn fiets eerst schoon. Daarna mezelf pas. De lange duurrit en een loopopdracht gedaan vandaag: het kan weer gaan regenen.

‘s Avonds ga ik nog zwemmen. Gewoon maar inzwemmen in baan 3 en toen was het allemaal ongelijk verdeeld en waren RV en LM met twee in baan 4 en met 6/7 in baan 2/3. W ging een baan verder en toen dacht ik: ik blijf achter hem zwemmen. W begint altijd sneller als hij eindigt, dus dat is mooi. Ik zeg dan niet: ik heb ook al een koppeltraining gedaan vandaag of ik tetter niet door de kleedkamer dat ik snel was op TriAlmere, terwijl de anderen wel van zich laten horen hoor, dat ze hun eerste sprintje deden en (door het wandelen) nergens last van hadden. Maar goed: anke in baan 4.

4×100 met 1 baan versnellen: ik deed de laatste. Is voor LM en RV een makkie, maar voor mij een uitdaging. Een steigerun van 50m. Daarna een bondarenko van 500m. Vond ik leuk. Ik kon achter W blijven. Die moest hard werken want de andere twee hield hij niet bij. ‘Flinke training’ zei W. En ja, dat was het voor ons!! Maar ik zwem me niet stuk, ik moet gewoon flink aanzetten. Overigens moet dit allemaal met achtje! Dan 200 kalm (haha), 2×100 tempo, 4×50 sprint. Ik deed het derde sprintje. Echt mijn best gedaan! Ik wilde 2 of 2,5km zwemmen. Vond ik mooi voor vandaag. Maar ik zat al op 1900 en toen nog 4×100 met steeds een extra baan erbij snel. Mochten W en ik de eerste 2 doen 😆 ik vind het ook wel lekker om voorop te zwemmen en geen rekening met de voeten voor me te houden. Letterlijk ‘hoofd omlaag’. Toen door voor 2500m dan maar, want ik zat op 2300. We deden 300, 3 keer 100: 25 kalm-50snel(ler)-25school, maar dat schoolslag doe ik of niet of alleen armen. Kan ook. Daar gaf Garmin me wat kado aan meters. En toen zwom ik 2700m vol. In een beretempo voor mij. ‘Flink getraind, maar niet elke week’ vatte W het mooi samen. En dan nog zeg ik niks over 80km fietsen en 5km hardlopen. Het waren er namelijk geen 100 en geen 10. Ik ben wel te energiek om goed te kunnen slapen. Gek genoeg voelt zo’n dikke sportdag niet als een knappe prestatie.

29 Mei – STILTE en RuSt

Een wandeling met de collega’s. Meer is het niet. En we werden op het einde nog nat ook! Verder is het een drukke dag hoor: een dag werken in Leiden. En ‘s avonds vergadering van de triatlonvereniging. Mijn hoofd zit een beetje vol. En dat werkt tegen me. En de weegschaal is ook tegen me! Dat is ook niet leuk.

30 Mei – Fietsen – met versnellen in blokjes de polder door op de tijdritfiets

De polder. Wow. Ik vond het fietsen leuk. Ik heb genoten. Van de snelheid wind mee. Van de fiets. Ik heb de tijdritfiets inmiddels echt helemaal door en durf te liggen en hard te trappen. Ik genoot erg van de rechte wegen.

Van de Knarweg die net vakantie leek, omdat het net zo goed een weggetje in Drenthe of Frankrijk had kunnen zijn, zo onbekend. Ik genoot van de tempoblokjes (ook al mislukten ze soms omdat ik bochten door moest en dijken op). Van de rust. Van het gemak om te liggen. Van de muziek. Van vers asfalt (op de Ibisweg). Ik heb erg goed gekeken. Hoe snel alles langs me heen ging. Naar de molens. De wolken. De werkeilandjes. De boerderijen. De katten.

En dat terwijl ik me niet goed genoeg voel. Ik ben erg bang voor alle sport. Het liefst die ik de gordijntjes even dicht. Iedereen uit mijn buurt. Geen aandacht. Eerlijk gezegd krijg ik dat ook niet. En dan schrijft MvdB er gelijk iets bij, dat ik snel word. Duh. Ik kan er zo een stuk of vijf noemen die dit fluitend doen voor de gezelligheid. En vijftig die het niet kunnen, maar die zitten stilletjes in een hoekje en hoor ik helemaal niet. Allemaal de groeten. Joyce kan wel zeggen dat het goed gaat, maar zo VOELT het niet. Ik krijg de puzzel voor dit weekend niet goed in elkaar en daar word ik dan heel onrustig van. Juni wordt écht zwaar! Dat ik dat ook maar moeilijk ingepland krijg in mijn hoofd, maakt het niet gemakkelijker.

Fietsen ging dus super, gezien de omstandigheden.
Dan de grote minpunten: de vermogensmeter doet het niet. Geen cadans, geen wattage. En waar moest ik op fietsen?! Jawel: wattage en cadans. Zucht. Dus ik hield de cadans bewijsloos hoog. Ik had gelukkig ook tempo ingesteld. Nog een min: wind tegen op het einde, maar die viel mee. De Ibisweg is prima geworden. En een beetje miezer. En: plassen in de drassen. Ook jammer: donkere zonnebril. Dan lijkt alles niet zo vrolijk. En ik fietste al tegen de avond in. Ik moest een ommetje maken om zo min mogelijk door de stad te fietsen en toch 50km te halen. De training was net te kort, maar ik reed toch flink door.

Wel mooie fotos gemaakt. Omdat ik het mooi vond. En de foto’s representeren wat ik voel. En netjes voor de bmw gestopt die naar mij zwaait! 50km vol gemaakt. Je moet zo opletten als je boven de dertig rijdt in de stad, dat voelt raar en sterk. Ik reed gemiddeld 29. Hoor ik er eindelijk (vandaag) een beetje bij.
Ik zie op tegen de enorme opdracht morgen. En ik heb nu de grootste moeite om braaf te blijven eten. Er waren ook geen aardbeien, dus ik moest kaas. En nootjesmix. Ik ben een anorexant hoor: nu wil ik niet meer te dik worden. Is ook een periode.
Nog meer te fiepen? In elk geval niet van het werk! Hoewel ik ongeconcentreerd ben, geniet ik echt van het oplossen van de tickets en dingen bedenken.

31 Mei – 1100 badgepunten halen bij Garmin: Bootcampen, binnen fietsen terwijl de zon schijnt en een andere hardlooptraining dan origineel gepland stond in verband met vermoeide benen. Kan ik dus ook hebben!

Eerst terug naar Bootcamp Nation voor een pittige training. Vincent was ook een keer mee. Voor hem is het hartstikke goed. We moesten doorlopen om op tijd te zijn. Lekkere training! We waren met veel meiden, ook wat stevige mevrouwen. Eerst inloopoefeningen: kniehef, hakken-billen enzo. Ja hoor. En toen deden we achter elkaar door een tijdje: resistance band squats laag en hoog en met de ball laag en hoog en dan doordraaien en hardlopen met een burpee er tussen in. Ik hou dat eindeloos vol. Niet zo hard vandaag, want ik moet nog meer doen… Dat deden we een flinke tijd.

Ik ga er wel van zweten, maar mijn spieren doen er niet zo moeilijk over. Dan squatten met de bal en zonder bal, tegenover elkaar. Ik en Vincent natuurlijk. Dat deden we best vaak.

Daarna moesten we kort op en neer lopen. Vond ik wel tof. Ik hou echt van dat eindeloze. Maar niet van keren, dus dat was jammer. En toen nog 3 keer een minuut kleine jumpings doen. Ik voelde het! Eindelijk! Heerlijk. Daarna nog even rekken en strekken en klaar weer. Ik zweet wel, maar ik trek het ook prima. Lief klein ventje erbij in de wagen. Ergens ook sneu voor zo’n jochie. Coach D is in elk geval een stuk vrolijker en beter te pruimen.

Daarna een paar verplichtingen thuis en toen ging ik binnen fietsen.

Waarom in vredesnaam binnen fietsen als het buiten prima weer is? Nou, ik moet voor de badges van Garmin hoogtemeters maken en dat gaat niet zo best in de polder. Dan de virtuele berg maar over! Mijn benen vonden het minder fijn. Die voelden nog iets bootcampachtigs. Het begin ging goed, maar toen het klimmen begon, hadden de bovenbenen moeite. Langzaam omhoog. Op naar de 500 hoogtemeters!

Die had ik nodig, die hoogtemeters. Ik zou graag 1100 punten halen nog deze maand. Stappenbadge en deze moest nog. Ik ga niet voor snelheid. Na een half uurtje ofzo kwam Vincent om mee Yathzee te spelen. Het eerste potje won ik grandioos, het tweede potje hij met 1 punt en het derde potje deelden we via Whatsapp met LS (die er niks van snapte en vast dacht dat we haar voor de gek hielden) en die won ik weer enorm.

En toen was ik boven en kon ik niet omdraaien!! Ik had 500 hoogtemeters, maar moest doorklimmen met de 17%helling. Even later lukte het gelukkig. Toen sjeesde ik naar beneden en maakte de ronde af en daar zaten stiekem ook nog hoogtemeters in. Tempo is dus erg laag, maar dat komt door al dat klimmen. En toen waren mijn benen vermoeid en moest ik nog lopen.

Er stond 2 uur, maar al fietsend bedacht ik al dat dat een slecht idee was. Dus maar wat gewisseld en toen was het horloge ‘vol’ voor workouts. Zucht.
Dan maar een vervangende hardlooptraining omwisselen.

En als je dan de training achteraf ziet in Garmin, ziet het er heel goed uit: lage hartslag, redelijk tempo. Maar ‘it feels not as it looks.’ Help!
Dit is dus (letterlijk) een hele dappere move van mij: ik moest de halve marathon doen (2 uur) maar die heb ik naar zondag geschoven. Ik zat op de fiets en was bergen aan het beklimmen en mijn benen waren ‘gevoelig’, dus ik dacht: geen eindeloze loop en gewoon wisselen met de zondag: daar staat een uurtje. Ik vind dat erg lastig, want de fiets-loopcombi is natuurlijk ergens voor bedacht. Maar de bootcamp vanmorgen was ook niet mild, en heel soms moet ik zelf ook niet te braaf moeten zijn of te ver willen gaan en doen ‘wat goed voelt’. En dan nog was dit extreem moeizaam! De hartslag bleef (idioot) laag, maar het tempo gelukkig ook.

Meer ging gewoon niet! Mijn rechterkuit trekt. Ik moet andere schoenen. Na 5km moest ik de bosjes in om de darmen te legen. As usual. Ingecalculeerd. Het lopen ging op zich best ‘oke’, maar moeizaam en slepend. Kijken en luisteren naar de omgeving is geweldig. (Geen muziek)

De versnellinkjes waren echt een verzoeking. En toen moest ik ineens nog een keer stande pede de bosjes in voor een flinke pot diarree! Ik was er een klein beetje misselijk van. Maar toch doorgaan hoor! Alle 6 de versnellingen van 30 seconden maak ik af! Al had ik toen wel echt duidelijk een tekort aan energie. Training (bijna helemaal) afgemaakt. 10km volgemaakt en 1 minuut eerder thuis – kwas er klaar mee. Thuis meteen bij-tanken en een warme douche. Nu heb ík zelfs spierpijn en gevoelige benen.

Het ziet er datatechnisch allemaal uitstekend uit, maar ik VOEL dat niet zo. Ik heb in mijn hoofd geen vertrouwen. Niet in de triatlons van juni, niet in de juli plannen, niet in blessurevrij blijven. Ik lig wakker van het piekeren of alles wel kan en lukt en blessurevrij blijft. Dus als ik dan moet constateren dat ik vandaag niet de 2 uur kan rennen, is dat echt pijnlijk voor mij. Verstandig, maar het voedt de twijfels alleen maar. En nu moet ik zondag weer. Hopelijk lukt dat dan.
Mei is om!

Niet eens zo heel veel gelopen (hoe kan dat dan) en 20km gezwommen en heel veel gefietst. Wel 900 kilometer! Ook niet zoveel gewandeld, grappig genoeg. Maar wel flink wat uren krachttraining! En: Het doel van de maand gehaald!! Met een badge voor rustig ademhalen. Laten we dat in juni proberen door te zetten 🙂

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2024-11

13 Mei – Wandelend naar de Bootcamp. Stom

Ik vind wandelen echt moeilijk. Ik kan ook rennen namelijk. Probleemloos. Niks wat pijn doet. Ook niks wat zich realiseert dat het zo is. Ik loop een halve marathon (in control) en verlies alleen maar veel vocht. Geen spiertje pijn. Vermoeid wel. Vooral in mijn hoofd. Met een hinkende M verder gewandeld. Hij heeft (ongetraind voor trail) een halve marathon (die een trail bleek te zijn) gelopen en zijn achillespees vernachelt. Maar als hij loopt is er niks aan de hand. Beretrots is ie. Maar niet op zijn tijd. Dan de bootcamp:
Trap 8x
Wandelen. Ja ik doe een triatlon zaterdag en nee, dat is niet zo knap, maar buiten zwemmen is zo leuk! – dat vertel ik ze.

Ronde 1 – net iets minder gewicht in de schaal leggen
Dennenbomen. Voel ik een beetje, maar afleiding helpt. Laat de rest maar schreeuwen.
Ronde 2. Doe ik ook maar dan net iets langer
Ronde 3 -6 stuks en dikke muggen. Armdingen
Buikspieren. En dan weer naar huis wandelen. Ik vond het niet zo’n leuke avond.

14 Mei – Een duurrit met veel mislukkende dingen.

Ik zou gaan bellen met mijn zus. ❌ er stond zoveel wind dat ik haar wel kon verstaan, maar zij mij niet. Vermoeiend. Oostvaardersplassen nog steeds dicht ❌ kon ook niet echt de dijk op met de wind van zij. Tempo en inspanning helemaal niks. Cadans verrot. Luisteren en denken over de route ging erg lastig samen. ❌ toen voorbij het bloq naar links, wind tegen: telefoneren onmogelijk. Bij Rode Brug gaven we het op. We bellen straks wel.

Fietspad tussen de koeien door. 🐄 weer een onderbreking. ❌

en toen een enorm groot gat 🕳️ ❌ smal pad, tegenligger ❌ 11km in een half uur. Dan wat wind 🌬️ mee pakken. De dijk op naar links. Even wat makkelijker maken. Ik had ook erg last van krampen. ❌❌ ook dat nog. Maar toen was ik er zo K L A A R mee dat ik omdraaide bij het Da Vincipad. Nog een gesprekje met een man die dacht dat ik de weg zocht, maar de beslissing ‘naar huis gaan’ en omkeren koste me moeite. Ik liet hem op zijn mooie paarse fiets voor gaan. Ik ben zo traag vandaag! Maar ik haalde m langzaam maar zeker in. Ik deed geen moeite meer. Lag wel en trapte heus aardig door, maar deze training was ik al lang klaar mee! Ik ging anders dan die man, want ik wilde m niet inhalen. 13km in tweede half uur. Met een klein ommetje 30km volgemaakt en blij dat ik thuis was. Kon ik verder bellen om te horen hoe het geweldige neefje het doet. Blij dat deze training klaar is. Het was niks. ❌ tempo❌ cadans❌ gevoel 0️⃣ Er volgen nog een paar belangrijke ‘veertienden’ dit jaar. Twee maanden nog. En over vier maanden ook. Vandaag heb ik er weinig fiducie in. Ik ben moe. Heb veel kleine pijntjes. Het lijf voelt oud, het hoofd denkt ‘r het zijne van. Ik kan het vast. Maar vandaag weet ik het nog niet zo zeker. ❌

15 Mei – Rustdag, want de wandeling in Leiden was stiekem een goed overleg!

Voel me erg vermoeid vandaag. Alles bij elkaar: examenstress, lange reis naar leiden en dietiste, 🩸 en erg vermoeid. Veel kleine pijntjes. En ohja- wedstrijd in zicht. Paniek alom. Slecht slapen helpt niet mee. Onrustig, hoogdpijn, rechterknie & linkerknie. Examenstress er bovenop. Ongeregelde dagen. Niet mijn dag. Maar wel een half uur gewandeld met teamleider G en een goed gesprek gehad. Ze zijn allemaal wel geschikt, mijn lieve collega’s.

16 Mei – 5×400 met 200 rust en in- en uitlopen

freakin’ veel idioten gehoord vandaag. Rondom fysio’s die andere jankers wel dryneedlen, een set mensen die niet willen luisteren, belachelijke dingen op insta en gezever en gezanik. Maar hier thuis leef ik tussen examenstress. Werkstress. Onrust. Slecht slapen. Pijntjes. Ongelukkig. Leeglopen en prikkelbaar. En zwemmen wordt ‘m niet. Werken lukt redelijk, maar langzaam en slechts gedeeltelijk. De tickets druppelen door. Collega J is nog ziek. Ik ben vermoeid. Nou, zo’n dag dus. Drie dagen zonder echte sport en ik ben niet te genieten!
De training is niet makkelijk op het horloge te zetten. Gewoon maar door het benauwde weer heen gaan hobbelen. De eerste 3km gaan strak op oké tempo. Het bos is nog dicht. Er kan ook niks goed zijn vandaag. 400m versnellen va het centrum. Het lukt maar de hrf 160 is te hoog om te halen. Ik jog in 200 rust. Ondanks de warmte is het best genieten in de Oostvaardersplassen met de diertjes en het groen enzo.

Maar ik ben prikkelbaar en geïrriteerd vandaag. Hardloop muziekje aan. De eerste twee versnellingen gaan okay. Warm en te doen. Niemand te zien op 2 mannen na, waarvan 1 hardloopt. De derde versnelling is verhard en dat is beter. In het kotterbos ga ik even in de bosjes zitten. Ongeveer waar ik de vorige keren ook zat, alleen nu is het inmiddels dichtgegroeid. Met muggen erbij. En brandnetels.

De vierde versnelling is volledig singel track en dat scheelt en gaat zomaar 10sec langzamer. De laatste is verhard en ik ga er even voor. Dat helpt. Ik kan het wel. Dan tien minuten uitlopen. Ik ga terug en zie de meneer hardloper nog een keer. Loop heel kalm de brug over. Daarna pak ik het tempo van het inlopen weer op. Redelijk hoge hartslag. De hele loop al. Ik maak 9km vol. Vind het wel goed zo. 55 minuten was het idee. Het is iets minder. Tempo redelijk mooi. 72% uitvoeringsscore. 70% onverhard. Maar ik zie op tegen zaterdag. Als iedereen me weer inhaalt alsof ík degene ben die niet traint. Het gaat niet goedkomen.

17 Mei – Losfietsen – 2x: eerst met Manuel, later nog een keer met Vincent. Wat moet ik ‘los’ zijn. NOT

Er zit niet zoveel kracht en energie in. Dat wordt wat morgen! Ik heb overal pijntjes: knieen, voeten, rug, hoofdpijn, onrustig, slecht slapen. Ik was verbaasd dat Manuel mee kon, want meestal is hij bezet door mensen die stukken sneller kunnen dan ik wil! Eenmaal fietsend trokken de pijntjes weg en zijn we gezellig gaan kletsen (ik). Arme Manuel… Op de Knardijk wind tegen, maar het viel me mee. Ik vond de kleuren echt prachtig: een soort pastelgroen.

Op de dijk werd dat afgewisseld met dreigende luchten. Heel erg mooi. We hielden het droog! Er kwam een heli over en Manuel heeft me van de vakantieplannen verteld. Ik ben nu al jaloers! De wind kwam overigens wel van alle kanten. We maakten het ommetje groter, want ik moest anderhalf uur. Zie je de cadans van 81! Die is wel goed. Over het tempo van 25,7 gemiddeld hebben we het maar niet. Ik heb 42,2 kilometer gefietst.

ik dacht opeens, toen ik mijn spullen verzamelde en op Facebook zag dat ze in Almere Haven bezig waren met opbouwen terwijl Vincent zijn grote liefde – de tijdritfiets- schoonmaakte ; hij moet eventjes fietsen om zijn hoofd leeg te maken. Na al die examens even fietsen. Dus ik stelde voor te gaan. Waarom ook niet. Ikke rustig aan en hij van tijd tot tijd knallen. We spraken goed af tot waar dan precies. In het begin reden we in een vierdaagse fuik vol kinderen. Toen stopte ik mijn horloge en ik miste 2km. Beetje warhoofdig. Ik heb ze er later weer bijgeteld. Ik fietste wel okay en van tijd tijd lekker hard, maar door Haven zoeken en wachten en de stad kost enorm veel tijd. Op het terrein begon Vincent meteen te kwebbelen. Ik wilde de arrogante wisselclinic liever vermijden, maar die waren overal. Ik wilde mijn plek wel weten, maar toen kon ik mijn startnummer al ontvangen! Als een kind zo blij, ook al was het lastig meenemen zonder zakken. Vincent ook blij, want die koopt/bestelt een shirt.

We fietsen terug door het vreselijke hobbel haven en over de dijk. Ik maak een foto. Het ING jasje is top, maar de zakken ontbreken. Rijden met startnummer op je kont is ook apart. Terug langs de manege. En daarna via Nobelhorst. Vincent ging nog even hard tot op het snelweg viaduct. Tempo is weer erbarmelijk en deze hele fiets prestatie eigenlijk ook, maar ik heb wel pret gehad en het weer gedaan en overleefd. Wedstrijden en ik worden nooit geen goeie combi meer vrees ik. Al is er geen enkele reden om me druk te maken, want ik finish echt wel. Maar stiekem wil ik natuurlijk toch net iets sneller dan vorig jaar. Al heb ik het dit jaar niet zo goed voor elkaar. Ik heb het gevoel dat ik met teveel trainen afbreuk pleeg. Als ik maar lol heb morgen. 1 brok ervaring. Dat stoort me dan bij die clinic: die instructeur heeft extreem veel ervaring en kan alles, maar hij verzuimt te vertellen dat ze hun badmuts op moeten houden en zwembril omhoog schuiven, zodat je de handen vrij hebt. Ik heb het 70km weggetrapt vandaag. Toch weer teveel gedaan eigenlijk. We zullen het wel zien morgen. Ik leg wat halfslachtig de meeste spullen alvast klaar.

18 Mei Almere TRiHard Standaard afstand – OD triatlon. Het verslag staat hier.

19 Mei – Uitfietsen en buiten zwemmen

NERGENS last van. Ik kan zo opstaan en ben vermoeid, maar dat is het dan ook. Niet eens verbrand. Geen hoofdpijn. Ik weeg maar een onsje minder. Geen honger. Maar ook al weinig euforie meer.
Het gaan uitfietsen is dan zo’n training die ik heel moeilijk vind. Uitslapen was voor mij belangrijker vanmorgen (ik heb tot 12 uur de blog bijgewerkt) en dan lukken 2 uur voor de lunch al niet meer. Daar word ik ongedurig van. Ik zie anderen ook uitfietsen, maar die gaan niet voor 2 uur. En hard dat ze gaan! Ik snap niet dat ze mij gister niet bij konden houden als dit hun uitfietsen is. Maar goed, ik sleep me op de racefiets en denk: 50km in 2 uur lijkt me echt uitfietsen. Maar ik merk dat ik toch weer harder moet van mezelf, want de rest kan dat toch ook? Het is niet zo druk als ik dacht, dus het rondje OVP is uitstekend. Op een gegeven moment denk ik: uitfietsen, kalm aan. Neem een andere route, een ander stukje. En ik ga het bos in. Veel bochten, krap, ontspannend. Ik vind het wel leuk, maar het gemiddelde zakt als een baksteen en zo ook de cadans.

Eenmaal op de dijk voelt het alsof ik dat moet inhalen. Ik ga liggen, luister naar de muziek en trap gewoon heel hard. Ik ga wat verder door en eerlijk gezegd heb ik al een hele tijd geen zin meer en ik heb al uitgeteld hoe lang ik moet voor een groene training en ik moet elke keer wat verder, want liggend op de dijk gaat het dus wel hard. Ik moet dan door de stad en dat kost behoorlijk wat energie met honden ontwijken, opletten op auto’s en veel bochtjes. Ik ben er helemaal klaar mee en sukkel naar huis. Waarom zou ik 50 vol moeten maken of 2 uur? Ik heb ook bij lange na niet genoeg gegeten.

Ik wil Rob en Vincent niet meer hele middagen alleen thuis laten. Ze mopperen niet ofzo, maar er is een schuurtje wat geschilderd zou moeten worden, een huis wat opgeruimd moet worden en administratie te doen.

En dan zegt Vincent: zullen we toch gaan zwemmen? En ik zeg natuurlijk toch ook weer ja!

Deze zwemtraining heeft me enorm dwars gezeten. Dinsdagavond ging niet (te laat ivm examens), woensdag toch nog naar kantoor, dus kon het ook niet en toen werd ik ongesteld. Hij schoof maar mee, dit zwemuurtje. En het zag er naar uit dat het een rode training werd in finalsurge, de eerste in maaaaaaanden. Dat kan ik niet hebben. Dus het voorstel om toch even buiten te gaan, nam ik met beide handen aan. Ook al waren er 100 huishoudelijk rotklussen die voor gingen.

Vincent en ik gaan met LS, een meisje wat gister haar eerste sprint deed en zonder knellend wetsuit wil proberen te zwemmen. Ze hoop dan beter adem te kunnen halen. Het helpt niet tegen haar angst voor het open water. De afspraak was wat rommelig, want we bleken daar af te spreken, bij de Jutter en toen waren zij er al en wij nog niet.

Ik had het oude, warme wetsuit aan. Ik bleef vlak bij LS zwemmen. Maar ze stopte wel heel vaak. Niet erg hoor, maar ik hield mijn horloge gewoon aan. Ik vond het wel leuk in het water, maar best koel. Na 1 rondje nam Vincent haar mee het water uit en ging ik zelf nog kalm een rondje door. Vincents wetsuit is te klein geworden. Ik ging tegen de klok in en tegen de golfjes in. Het tempo zat er niet echt in, maar ik had het wel heerlijk. Navigeren is dan anders als je andersom gaat, want je ziet de inham niet zo goed. Ik zwem wel lekker strak van bord naar paal en zo. En aan 1 stuk door. Ik adem 1 op 4.

Ik had nog 100m extra gezwommen als ik dan een groene training had gehad, nu is tie geel. (te kort) Maar dat is beter dan rood. Eigenlijk te idioot voor woorden dat ik dat gewoon weer kan na de wedstrijd van gisteren, maar zo is het nu eenmaal. Niet meer gaan hardlopen (want dan heb ik alle drie de sporten weer gedaan) is nog best moeilijk ook! Maar ik hou het hierbij.

20 Mei – hardlopen en nieuwe bootcamp

Eerst tien minuten heel erg rustig hardlopen. Dat was wel oke. Het park door en onverhard en gewoon joggen op gevoel. Dan zit ik boven de 6 minuten, rond 6:20. Niet dat ik na 10 minuten echt veel meer inspanning nodig had, maar gewoon een klein beetje meer. Ik ken de omgeving wel en toch soms ook niet. Ze verbouwen enorm bij het centrum.

Rob appte dat degene die de fiets wil kopen, eerder komt. Dan red ik het net! Ik luister naar de muziek. Net of ik lekker weg kan kruipen. Het voelt allemaal prima te doen aan, al is het wat warm en onverhard. Er is een nieuwe heuvel waar de paarden op staan. Bijzonder, die heb ik echt niet eerder gezien.

Ik loop wel steeds iets harder. En dan gaat het naar 5:45/5:50. Dat voelt prima en blijft nog best binnen de perken qua hartslag. Het voelt erg krachtig om te weten dat ik kan hardlopen en zou kunnen zwemmen in het water hier. Dat gevoel van oppermachtig is fijn. En het overvalt me. Ik ken het helemaal niet. Ik doe de winst zaterdag af als een toevalstreffer en een gelukje. Ik ga rustig de brug op. Als ik naar beneden ga, fietsen drie knullen breeduit. Ik ga wel even de andere kant langs. Ze schreeuwen naar me dat ik het zo goed doe en dat ze respect hebben. Ik vind het leuk. Als de jeugd al zo kijkt, wat heb ik dan gemist? Het leken etters, maar nee dus. Ik ga de 7km vol maken. Het gaat prima al loopt de hartslag wel iets op en is het warm eigenlijk. In de straat zeg ik de buurmannen gedag met de tekst: ‘nog een paar rondjes’. Ga toch weg. Je snapt er toch niks van. We gaan gewoon weer door met trainen als vanouds. Terug in mijn veilige anonieme kooitje, vergeet mijn gedoe maar weer allemaal: het staat op Facebook en insta en nu weer door naar de volgende. In mijn slappe-jappe trainingstempo. Toedeloe!

En dan naar een andere bootcamp. Ook in de buurt. Ik wandel er naar toe. Ik dacht dat ik het vreselijk zou vinden: veel mensen, nieuwe mensen, muziek. Maar het valt enorm mee. Coach D is een toffe peer, echt. En dat wist ik zeker toen hij een mevrouw met een hondje groetten en tegen haar riep: wat een weertje he. Het regende op dat moment. We waren met z’n drieen. Heel fijn. Uitstekend voor me. Ik was er heen gelopen met last van mijn knie (rechts). Ik deed bij de warming up dus even rustig aan. Maar het trok weg.

Ik kan alles meedoen, geen probleem. Kort circuitje. Ik vertel dat ik een triatleet ben. Dat ik dat durf! D schat het op waarde! Ondertussen doe ik de oefeningen. Dat is een minuut. En dat is lekker lang. Dat voel je tenminste! Ik ben toch echt niet te porren voor zo’n Hyrox hoor. Touw, squats en een elastiek optrekken. Ik vertelde dat ik al een Ironman had gedaan. Bewondering alom hahaha. En ondertussen lekker rekken en strekken! En hij lette op. We gingen ook nog met de armpjes doen. Eerlijk gezegd viel de zwaarte me mee. Afleiding he. Het ging regenen. We zijn niet van suiker gelukkig. Ik klets nog lang na met coach D. Coole gast. Nee, ik wil niet opscheppen, dat echt niet. Straks als er meer mensen zijn val ik vast stil. Het licht bij het terug wandelen was echt heel erg mooi.

21 Mei – Een duurrit fietsen met een leuke ontmoeting.

Ik schuif maar weer trainingen in het programma in. Vandaag weer een dag vrij. Twee uur fietsen met vrijdag geruild, want nu is het weer nog goed en heb ik nog de tijd. Maar echt veel zin heb ik niet. Het viel me mee, toen ik eenmaal op de fiets zat vond ik het best wel weer leuk en goed te doen. Ik vind het eigenlijk enorm saai intussen, dit stuk van de polder. Het is wel erg groen nu, maar ik ken het wel. Ik dacht net: hier was ik eergister ook, niks veranderd. Zegt een meneer op een gewone fiets tegen me: Wat is het prachtig hier he! Die had ik even nodig om me te realiseren dat het inderdaad best bijzonder is. Het was superrustig overal. Eerst veel wind tegen. Used to it.

Ik pak de rustige wegen dan ook, kan ik lekker liggen en naar de muziek luisteren. Op de Knardijk wind van opzij en ik moet nog maar eens tegen mezelf zeggen hoe mooi het eigenlijk is. Op de dijk eindelijk wind mee. Lekker gaan liggen en maar trappen. Opeens hoor ik: “Got, wat fiets jij hard zeg”. Is het MH! Dat heerlijke mens. Ik zet de muziek meteen uit. We fietsen al kletsend samen op. Ze is een tof mens, niks geen poeha. Dan denk ik: die man van jou is ook altijd aan het sporten. Maar zij blijkt die tijd te werken, dus soms is het anders dan je denkt. Zo’n 15 heerlijke kilometers.

Ik ga nog even door na de Noorderplassen en neem een pad binnendoor met de wind vol tegen. Ik rij tot dan 27,9 en moet de stad nog door.

Ik kies de fijne fietspaden, maar het gaat beduidend minder hard. Ik maak de 60 kilometer zowaar vol. Op de racefiets is dit een prima tempo voor mij, met 27,2. Natuurlijk niks vergeleken bij de rest, maar het is wel goed zo. Hoewel ik hele stukken de cadans hoog heb gehouden, valt het toch weer wat tegen wat dat betreft. Ik heb nog een hele middag te gaan met schoonmaken van het huis en ramen lappen. Ik ben er moe van! Gelukkig mag ik morgen weer werken.

Maar eerst gaan we nog zwemmen! Ook die training heb ik mee geschoven, die stond voor buiten op vrijdag op het programma. Ik heb dan geen tijd. Dus ik ga nu bij de TVA zwemmen. Intervallen
Drie in baan 3: W, ik, G. Elke keer ook die volgorde. Het begon al slecht, want ik mis 150m inzwemmen.
Daarna zwom ik nog 200m in geloof ik en toen begon een training met allemaal 150jes.
In setjes van 3×150 En dan 150 rust
Telkens andere banen versnellen. 1 en 5 en 2 en 6 en 3 en 4. Zoiets. Daarna 3×150 met 50jes versnellen: laatste 50, middelste 50 en eerste 50
150 rust en dan 2×150 met 25 versnellen tot de pillon en 1,5 baan rustig (dus 3 keer 12,5 versnellen) en daarna omgekeerd (3x laatste 12,5 versnellen)

Toen 1 keer dat W 12,5 voor ging en wij moesten hem inhalen. Ik dacht allemaal een keer, maar we deden alleen W en die kon ik ook inhalen binnen 50m.
Ik had het er allemaal gemakkelijk mee. Lange slagen, uitblazen onder water en wegdromen.
Toen nog een keer 150m rustig.
Daarna nog 1x 150m en toen koos W voor baan 3 en 4 hard. Ik had echt flinke trek intussen.
Daarna ging ik er snel uit. Zat geweest. Stond toch maar een training van 45 minuten.

22 Mei – Weer zwemmen

Ik treuzelde om er in te gaan. Het inzwemmen ging wel goed, maar ik heb gewoon geen zin om mijn best te doen. Alles met achtje dus. En met een doorhaal die voor mijn gevoel onder me door gaat. Het helpt schijnbaar. We doen 4×100. De eerste baan een andere slag, de laatste baan versnellen. We zijn met zijn vieren in de baan. J, een toffe peer wiens naam ik niet ken en W (weer). De eerste twee keer beginnen we met schoolslag, wat ruk is met het achtje en W en ik nemen m mee. Schoolslag gaat niet lekker, mijn andere knie zeurt wat. Geen zin in. W laat ons slepen en ik doe rug. Daarna krijgen we een piramide: 50-100-150-200-250-200-150-100-50. Doorzwemmen. Eerst gaat J voorop. Het gaat me uitstekend af. Ik zwem moeiteloos achter ‘toffe peer’ aan. De enige moeite is niet versnellen. Als ik even moet bijtrekken maak ik langere slagen die dieper doorbuigen zeg maar. Vanaf de 200 gaat toffe peer voorop. Iets hoger tempo, maar ik vind alleen maar fijn. Mijn Garmin is van slag (haha leuke woordspeling) en geeft me meer of minder meters. Stom ding. Ik hou wel van zo’n fikse piramide. Daarna 4×50 met de eerste 2x 25 snel in de laatste baan en de tweede 2x de eerste baan hard. Het gaat me allemaal prima af. Bijna vervelend. Ik zou mijn doorhaal even willen bespreken, maar er komt nog een steigerun van 100m. Ik doe ‘m ook namens de mannen die al aan het uitzwemmen zijn. Dan doe ik nog 100m zonder achtje. Garmin heeft me vast wat meters kado gegeven. En een pr wat niet telt. Mijn linkerhand schijnt nog te remmen, zei trainster G. Maar dat is voor de volgende keer. Nu eerst taxi spelen en patat halen. Dieetgewijs een slechte dag, want ik heb ook chocolade verorberd.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2024-11a TriAlmere Standaard afstand OD

18 Mei 2024

Redelijk geslapen, maar niet zo heel lang. Niet meer echt ongesteld, dus dat komt goed uit. Ik pak zo’n beetje alle spullen en ontbijt gewoon. Het gaat best wel goed. Qua stress en zo. Maar ik pak de Udemy cursus erbij over wat anxiety is en ik kleur ondertussen. Even rustig worden en accepteren dat de spanning erbij hoort, maar niet ondraaglijk hoeft te zijn. Dat zegt die goser tenminste. Ik maak broodjes en om half 11 gaan Rob en ik naar Almere Haven. Vincent komt later met de fiets, dan heeft hij meer speling op de dijk. Spulletjes neerzetten en heel veel mensen gedag zeggen.

Zo leuk dat SG er is! Dag ES, dag TK, dag iedereen in de wisselzone: ZG, CT, RV, N, HB. A enI van de TVA zijn er als supporter. Lieve DH doet mee en haar hubbie komt kijken. Trainster AR heeft gezeur met haar startnummer. Ze is toch ook een mens en nog wel een goeie ook en ze raakt daar geïrriteerd van. Ik heb haar vorige week gevraagd waarom ik zoveel train (hou die informatie in gedachte). Ik klets nog even met L&L. Rob is bij me.

Het gaat redelijk met de stress. Soms even diep ademhalen, maar een OD is minder gevaarlijk en ik moet niks. Niet echt waar natuurlijk, want ik zou graag sneller zijn als vorig jaar. Toen deed ik er 2:46 over. En ik zou graag weer op het podium komen. Vorig jaar was ik tweede. En deze wedstrijd is precies hetzelfde, dus een mooi vergelijk. Maar dat vormt druk en daar moet ik niet teveel aan denken. Doe mijn ding. Broodjes eten. Wetsuit aan. Het is warm. So be it. Ik ga even zwemmen. Brilletje zit goed, water is koud. Ik raak even in paniek. Eventjes. Ik zoek SG en Rob en haal maar rustig adem. Samen met AR loop ik de zone in. Dan dring ik naar N en DH. DH stelt me de vraag waar ik al tijden bang voor was, maar zo rechtstreeks dat ik wel eerlijk moet antwoorden. En dan staan we zo’n beetje aan het begin van het zwemmen.

En gaan! Het water is minder koud, maar druk. Ruk druk. Schoolslagzwemmers. En ik ga liggen en ik ga harder. Mijn slag is enorm groot en fel en ik zwem massa’s mensen voorbij. Ik moet veel om mensen heen. Ik kan prima ademhalen, gewoon 1 op 4. “Maak de grote slagen maar! Ga overal maar langs.” zeg ik tegen mezelf. Ik krijg een trap, maar zelf ben ik ook niet braaf. Je ziet niks, het water is onrustig. Ik niet. Ik wil zwemmen! Ze gaan staan en ik ga even dolfijnen. Dat gaat nog sneller. Dan de eerste boei om. En dan achter het eiland. Ik vind al wat ruimte, maar geen voeten om in te gaan hangen. Ik moet zoveel mensen inhalen! En dan doe ik het voor de Ierse topzwemmer D. Dit is echt een makkie vergeleken met de deep cold waters van Ierland. Echt, een makkie. Geen golven. Door naar de boei. Ik kan alles supergoed zien. De badmuts zit redelijk, al worden mijn oren wel nat. Het gaat gewoon superhars tegenwoordig. Lange, ferme slagen, vrijwel geen benen. Ik kan me niet meer voorstellen dat ik er ooit moeite mee had, met dat zwemmen. Ik adem 1 op 4, ik maak de grote slagen en ik ga. Ik geniet er zelfs van. Er is niks wat niet lukt! Ik vind elke keer weer ruimte en hoeft nergens voor te vechten. Terug naar de boog. Ik kan ontzettend goed navigeren en voel ook dat mijn horloge aan staat omdat die trilt op 500 meter. Ik let maar niet op de tijd en gewoon op hoe lekker het gaat. Ik hoop dat ik straks niet teleurgesteld zal zijn als ik niet binnen een half uur klaar ben. Weer veel mensen die vroeg gaan staan, maar ik ga ze zwemmend voorbij. Ik dolfijn even en sta laat op en doe de landlap best kalmpjes.

En dan weer het koele water in dolfijnen. Ik denk: ik zit nu in de wat snellere groep, dus ik ga benen zoeken, maar ik vind ze niet. Ik ga ze nog steeds allemaal voorbij. Strak naar de boei toe. Achter het eiland is nu genoeg ruimte en ik heb het enorm naar mijn zin. Ontzettend. Het gaat zo gemakkelijk! Ik voel me prima en pak slag na slag. Ik doe het voor mijn manager E en mijn lieve collega K. Dat vind ik leuk. Ik zie wat zon en ik zie wat andere mensen, maar verder is dit bijna te gemakkelijk! En dan ben ik het eiland alweer voorbij. Terug naar de boog. Ik pak nog een aantal hele lange slagen met binnendoor steken. Toch maar eens aan TK vragen of dit het nu is. En dan tot de boei en daarna ga ik pas staan. Water in het pak en ik kan al gaan sjorren als ik het water uit loop. Prettig! Het gaat niet helemaal makkelijk. Ik zie Rob en dan kijk ik naar mijn tijd.

FUCKING HELL: onder de 28 minuten! Ik ben extreem blij. Hoi A en I. Ik ga redelijk kalm de wisselzone in, geen gehaast hoor. Pak uitdoen blijft een ding. Ik doe sokken aan. De man tegenover me vindt dat voor een sprint veel tijdritfietsen klaar staan. Of is dit de OD, vraagt hij. Ik vertel hem dat dit de OD is en vraag of de dijk er lekker bij ligt. Terwijl ik mijn helm op zet en een fruit gellie wegwerk (die ik uit mijn schoen vis), kletsen we eventjes. Fiets pakken (stomme bidons die dan niet meer passen) en dan naar de uitgang hobbelen. Net over de streep opstappen. Ha, ik heb nu inclusief wisselen net zoveel tijd verdaan als vorig jaar alleen het zwemmen! Nog natrillend van het zwemmen van blijdschap laat ik een paar dikke vette scheten zodat ik niet naar de dixie hoef. Hoi Rob!

Ik heb het gevoel iets vergeten te zijn, maar alles klopt en is gewoon goed gegaan. Ook het horloge lappen en het startnummer. Het stukje Haven is gewoon kut met de klinkertjes. Accepteren maar. HB haalt me in. Mag ie. Dan de dijk op en ik ga liggen. Ik weet inmiddels hoe ik moet liggen op de tijdritfiets. Hoge cadans houden en gaan. Ik haal HB weer in en blijf gaan. Hoog tempo. Ik haal veel mensen in. Dat is nieuw voor me. En ik ga maar door. Ik maak me geen zorgen, ga niet het rood in en kijk bootjes. Vincent en Manuel missen me bijna, want die hadden natuurlijk ook niet gedacht dat ik zo snel zou zijn!

Het gaat als een malle. Ik moet veel drinken en dat kost even wat tijd, maar als ik weer ga liggen, gaat het weer als een dolle. Helemaal naar de brug. Even goed opletten bij het omhoog rijden en in de bochten. De snelsten komen me nu tegemoet. Annemarie haalt iemand in zie ik. Hoe zou ik in de wedstrijd liggen eigenlijk? Het houdt me bezig, maar het stoort me niet.

Het stuk de dijk richting de Eemhof op is erg lang. Rustig draaien en dat kost me wat, maar als ik weer lig pak ik het terug. Haal ik ze weer in. Het gaat een soort van moeiteloos. Opvallend moeiteloos. Ik ga niet diep, ik verveel me niet, ik doe wat ik kan en ik trap. En soms schakel ik juist wat lager. Er fietst een meisje op een rode fiets om me heen. Beetje mijn tempo. Lastig om niet te stayeren, maar ik doe mijn best. Ik zie wel wie er achter me zitten, want die kom ik nu tegen. Veel mensen! Ik zie elke keer tijdsblokjes van rond de 8,5 minuut langskomen op de 5 kilometer. Voor mij is dat echt enorm hard! Het wegdek valt me mee. Soms een gat ja, maar er is ruimte en hoe dan ook: in vergelijking met Ierland is dit echt prima. Echt waar.

Er is geen wind. Dus voor mij; er is alleen maar wind mee. Ik zie Vincent en Manuel weer, want Manuel heeft een fijne felgele jas. Ik zie Rob en dan de lange bocht door. Het zal wel joh. Iedereen heeft een zwakke plek. Ik rem zo min mogelijk, maar kan niet niet remmen. Hoi Rob, kus.

Ik vind dit eigenlijk leuk dat het zo goed gaat. Dat is genieten! Eens een andere manier van genieten, dat het lukt en niet eens afzien is. Fotograaf en dus even blijven liggen, maar dat is echt geen moeite meer. Ik heb in de polder een paar weken geleden leren fietsen op deze fiets. We zijn dikke vriendjes. Ik lig er iets over, over de bars en schakel dan zodat de cadans boven de 80 blijft. Ineens voel ik me misselijk en komt het gal naar boven. Spugen net niet, maar ik wil wel drinken. Ik moet dadelijk iets eten. Daar moet ik dan altijd even overheen. En drinken ook vooral. De sportdrank is oke. Ik neem ook een bar en dan weer door. Dan ga ik weer liggen en ik haal een paar mensen in en dan heb ik opeens een heel stuk heel veel ruimte. Daar hou ik wel van. Het lijkt er op dat DdK het zwaar heeft op de fiets, die kan zo moeilijk kijken. De grote snelheid is er ook niet. Annemarie is al lang voorbij. Dat ziet er zo mooi uit! Een stevige mevrouw met een 36x nummer haalt me in. Ik heb het idee dat er mensen zijn die nu net pas aan hun ronde beginnen, maar dat zou sterk zijn. Anders snap ik eigenlijk niet hoe ze voor me kunnen zitten op hun stoemperige racefiets. De volgende dijk weer op en in de bochten is het best leeg, dus ik neem het heerlijk ruim en rem niet eens af!! Dan richting de Eemhof. Voor Vinnie. Er is gewoon echt geen wind. De windmolens staan stil. Dit is wel Almere ja! Zo zonder wind klopt er iets niet. Heb ik allemaal wind mee. Ik verveel me niet op de fiets, aan de andere kant is er ook weinig te bedenken. Heel gek, een soort pauze in mijn hoofd. Trappen, cadans hoog houden. En uitkijken naar het hardlopen. Als dat straks nog wil lukken tenminste. Die benen zullen het wel doen, maar kan het hoofd dat nog aan? Er zijn veel bootjes. Bocht door en gek genoeg zit ik dan opeens weer tussen de mensen in. Ik haal ze ruim in, drink nog wat, vlieg naar beneden en heb dan even moeite met het omhoog klimmen. Op het fietspad wordt het nu wel heel rustig. En blijkbaar vind ik dat saai. Ineens haalt het hele groepje me vreselijk stayerend in. En de motor kijkt drie keer, maar doet niks. Dat irriteert me. Ik hou afstand en even heb ik het wat minder gemakkelijk. Even op de cadans letten en op het wegdek. Je leest het goed: ik heb het eigenlijk 37 kilometer helemaal gemakkelijk gehad en nu is het maar ietsje minder vanzelfsprekend allemaal. Ik ga een record op de 40km fietsen! Ik ga zo ontzettend hard. Helaas ben ik er nog lang niet. Ik ben net voorbij het Smoddebos pas! Daar baal ik van. Ik ben niet de sterkste fietser en elke kilometer meer, kost me tijd. Het groepje ligt ver voor me. Het is stiller op de dijk. Ik bedenk op 5:45 te gaan lopen. Dat moet wel lukken. Ik heb geen idee hoe lang ik over het totaal heb gedaan en laat dat ook gaan. We zien het wel. Somme havenkom in. Accepteren dan maar. Takkeklinkertjes. We komen zo wel op 45 kilometer uit en dat vind ik een flinke verlenging. Maar ik moet het er mee doen. Ik word nog even geschud en dan de drukte weer in.

Moet ik nog plassen? Nee. Is de bidon leeg? Zo goed als!! Fijnnnnn. Netjes afstappen en dan de hele wisselzone door over het gras. Ik vind het lastig. Heb de neiging de helm al af te doen, maar dat zou dom zijn. Ik hang de fiets weg en moet weer even denken. Routine aan. Loopschoenen aan. Zonnebril wegleggen. Gelletje. En dan moet ik snoeihard plassen. Ik kiep de bidon met water er overheen. Doe de schoen goed. Dikke doei. Ik denk nog even: en nu, wat nu ook alweer? Rennen dan maar! Horloge lappen en ik denk nog: Over het gras. Leuk zeg! Eens zien hoe dit gaat. Ik zwaai naar Rob. Altijd blij hem te zien.

Langs de muziek en de Red Bull. ES haalt me eindelijk in. Ik roep wel dat ik beter heb gezwommen. Het voelt goed, het lopen. Dit is een prima tempo. Misschien niet zo snel, maar het voelt vol te houden zo. Dit lijkt me inderdaad rond de 5:40, zo voelt het. Ik kijk niet verder op het horloge. En dan zit de eerste kilometer er op in een verbijsterende 5:14. Hoe kan dat nou? Waar komt dat vandaan? Dit gaat geen 9 kilometer zo blijven. En het voelt zo hard ook helemaal niet! Ik ben echt flabbergasted.

Vincent staat op zijn stoere fiets naast de dijk. Water over me heen en een slokje drinken. Ik hou het hoofd koel. Letterlijk en figuurlijk. Ook kilometer 2 gaat in een razendsnelle tijd. Nog sneller zelfs. Hou maar op! Dit is zo weird. Het voelt echt mega gemakkelijk en ik loop 5:04! De zon zit even achter de wolken en ik geniet er gewoon van, van dat hardlopen. Ik geniet van de saaie dijk, wat ik kan. Hoi Manuel! Ik zie ook Vincent op zijn fiets. Hij fietst verder door voor me. Dan hoor ik achter me: “Anke! Wat een mooi loopritme zie ik bij je.” Het is Annemarie. Ze loopt me zo voorbij, maar dat ze mij dat zegt doet me zoveel goed! Ontzettend belangrijk.

Ik ga achter Jeanette van Tri2One coaching hangen. Mooi tempo heeft ze. Het is gek dat het ook helpt als iemand anders een tempo aangeeft. Keerpunt en ik volg haar. Hoi Vincent. Ik volg Jeanette. Ik hoor Vincents fiets als hij weer verder racet. Ook kilometer 3 en 4 blijven onder de 5:15. Ik snap er echt helemaal niks niks niks van. Het voelt niet als diep graven of als onmogelijk. Misschien gaat het straks mis, maar dit is echt super.

Hoi Manuel, hoi Vincent. Ik loopt alleen maar te doen wat ik moet doen. Ik verveel me geen moment met al die mensen om me heen. ZG, DH, CT. Veel mensen lopen ongelooflijk veel harder dan ik. Mannen vooral, maar toch…. RV, HB haalt me zelfs in als een stoomtreintje. Hij heeft het schijnbaar lastiger dan ik. Maar dat zijn er veel. Ik heb het niet lastig. Werkelijk niet. Tweede rondje is ook al klaar. Ik snij dus mooi het hoekje af! Het fietsen was al meer dan genoeg extra. Even herrie. 26 minuten over 5 kilometer. Ik zie Rob weer.

Het liefst zou ik roepen: hoe dan, wat gebeurt me?! Dat is het gevoel wat overheerst. De vraag hoe-lang-blijft-dit-zo speelt ook rond. Water over me heen, ik heb niet genoeg om ook te drinken. Ik raak Jeanette kwijt. Ze is te hard gestart en zakt nu af qua tempo. Mijn kilometertijden blijven maar gelijkmatig snoeihard. Ik denk dat dit het antwoord is: hierom train ik zoveel. Dit is een makkie voor mij. Een zonnetje deert me niet. Heb ik getraind. Afzien heb ik genoeg gedaan. Fysiek ben ik ijzer-ijzersterk. Moet ik Annemarie daar dankbaar voor zijn of zal ik haar een klap gaan verkopen? Wist zij dit? De vraag waarom lijkt beantwoordt met daarom, maar het roept alleen maar meer vragen op. Heb ik ergens last van? Nee. Geen pijntjes, geen vermoeidheid, geen grens. Het is toch weer mijn hoofd wat zo verbijsterd en verbaasd is, dat het allemaal ongelooflijk onecht lijkt. Ik kan het nauwelijks plaatsen en dat verwart me. Het voelt goed, maar zo heb ik nog nooit een wedstrijd gedaan in de felle zon. Dat het moeiteloos kei-hard gaat, is totaal onbekend voor me. En zo ging het zwemmen en het fietsen ook al! Ik zit in het moment en ik haal alles uit dit moment wat er in zit. Flabbergasted.

Ik vraag me wel af of de andere vijftigers sneller zijn. Dat lijkt me sterk. Vincent fietst de hele tijd om me heen. Superlief. Ik zie andere mensen meer afzien: J, ZG kijkt ook niet heel blij, terwijl dit toch echt haar weertje zou moeten zijn. Ik roep naar RV: ik zie je bij het finishbiertje. De man voor me heeft daar meteen zin in. Ik ben nog prima in staat om te praten. Hele volzinnen zonder moeite. Dit is al ronde 3 joh. De allersnelsten zijn foetsie. Geen ge-race meer nu. Ik zou nu toch iets moeten gaan voelen. Kilometer 6. Like clockwork weer even snel. Het mag echt wel langzamer! Maar ik blijf dit maar kunnen. Moeiteloos. Ik zwaai naar KH en ik heb haar hubbie ook gezien. Er stond iemand bij KH toen ze “hup Ank” riep en die hoorde ik achter me zeggen: oh, is dat Anke. Geen idee wie het is die mij zou moeten kennen? De kleine verrassingen. Ik denk dat ik de laatste ronde maar iets minder hard ga. Ik roep Vincent om water over me heen te gooien. Hij doet dat mooi beneden. Als ik door het bos loop moedigt DdK me nog even aan, maar die is klaar en ik nog niet. A en I zijn er ook elke keer met een hoop gejuich. Bij de red bull tent is water en ik drink een paar slokken. Die stomme MvdB zegt ook dat het er goed uit ziet. Stik erin lul. Ik zwaai nog een keer naar Rob en dan gaat de laatste ronde in.

Ik heb tegen Vincent gezegd dat ik ga vertragen, maar eigenlijk is 5:22 nog niet eens echt langzamer. Ik drink nog wat en zeg Manuel dat het te gemakkelijk gaat. Gelukkig moet ik eigenlijk ondertussen een beetje, maar er zijn geen Dixies. Het is duidelijk rustiger nu. Ik denk echt dat de mensen zoals ZG die ik nu tegenkom en die voor me liggen (dan zie je ze aan de andere kant) in de laatste ronde zitten. Dus helemaal redelijk denken kan ik niet meer. Ik blijf maar gestaag hard doorlopen. Hoi D van KH. Het laatste keerpunt. Er rijden twee gasten op een fatbike en die roepen heel hard tegen ons lopers “Respect.” Dat vind ik dan weer grappig. Ik begin te denken of ik sneller zal zijn als vorig jaar. Maar ik wil niet naar het horloge kijken. Ik wil ook wel weten of ik de snelste 50+er ben, maar ik tel de tijd af tot de finish en denk: over 10 minuten weet ik het. De medaille ga ik scoren! Ik vraag me nog even af of ik de laatste kilometer zal versnellen, zodat ik moe aankom, maar ik heb er niet echt zin in. Ik weet nu dat het niet mis kan gaan dus waarom zou ik? Ik hou het tempo gewoon vast. En dat is al een enorme prestatie op zichzelf! Ik bedank I en A en even denk ik: waar moet ik precies heen? Ik loop maar rechtdoor en ohja, dan nog over het gras. Daar geniet ik even van. L&L roepen nog naar me. En dan keihard juichend de finish over. Tsjakka.

Ik kijk om: eerste 50+ dame in een tijd van 2:44 nog iets. Ik ben ongelooflijk blij! Wat ben ik blij. Ik ga Annemarie bedanken en niet slaan. HB en RV omhelzen me. HB zag me fietsen en dacht : hoe? RV zag me rennen en dacht: hoe? En ik dacht HOE? Ik wil Vincent en Rob.

Ik ben smerig, dat weet ik. En ik ben alweer helemaal bij. Ik hoeft niet meer gelukkig. Ik voel me uitstekend. Rob komt ook. En dan wil ik iets eten van de organisatie. Ik vind meloen en verorber dat werkelijk. Hoe heerlijk kan het zijn! Het is werkelijk ongelooflijk hoe ik dit gepresteerd heb. Ik weet het niet. Alles klopte, alles viel in elkaar: de voeding, zenuwen onder controle, het zwemmen, fietsen op de tijdritfiets en hardlopen. Ik had mijn dag. Mijn dag.

Rob en Vincent zorgen even wat voor me, maar het hoeft niet eens. Annemarie is oprecht trots op me. Ze is een engel, hoe giftig anderen dat ook vinden als ze tegen mij praat. Rob laat haar mijn rondetijden zien en ze moet een paar keer kijken hoe strak en snel het is geweest. Dat doet me goed. Ik zal haar nooit meer omver meppen en vertrouwen in haar hebben. Mijn hartslagmeter pakt ie niet van de Garmin. Dat is irritant. Maar zodra er ook maar iets op Garmin staat, komt Annemarie al naar me toe dat ik gemiddeld 33 heb gefietst. Het is zo schattig, dat is voor haar en voor die stomme KD die erbij staat een eitje, voor mij is het een heldendaad. En Annemarie weet dat.
Ik haal mijn spullen en daar is wel een echte bammer: mijn voorband is helemaal leeg. Dat doet zeer. Beter nu dan daarstraks, maar toch. Het is alsof je beste vriend opeens begint te schelden tegen je en geblesseerd is. Ik pak mijn spullen, praat nog na met Jeanette (het buiten zwemmen viel haar tegen, want dat deed ze voor het eerst) en ik zeg mensen gedag. Ik rommel met omkleden. Vincent vraagt of ik nog mee ga zwemmen en eerlijk gezegd lijkt me dat een prima plan. Maar Annemarie kijkt me verbijsterd aan en roept: jij gaat met de beentjes omhoog en lekkere dingen eten. Dat laatste vind ik net zo moeilijk als een zwemtraining overslaan. Ze zegt me morgen uit te gaan fietsen en misschien buiten zwemmen. Ik heb lang genoeg gewacht en de mannen ook. Kom maar door met die ceremonie.

Op naar het podium. 1 andere 60+ dame en ik staan op het hoogste treetje, de rest is weg. Ik ben blij met de beker. Omdat die illustreert wat ik kan. De bloemen zijn voor L die nu haar eerste sprint triatlon doet. Ik ben er opeens klaar mee. Wil naar huis en moet nog even A gedag zeggen. Rob en Vincent zijn ook hartstikke moe. Ik ben eigenlijk nog het minst moe! Omdat ik dit zo vaak heb getraind. Thuis even zitten en met KH appen. Spullen opruimen. Niet al het denken gaat helemaal soepel, want ik vul de wasmachine wel, maar vergeet ‘m dan aan te zetten. Kleine dingen. We halen een hamburger. Ik heb een beetje last van mijn linkerknie, maar niet eens echt. Ik zet Annemarie op Instagram. Meer nog even niet.

Even op strava. Ik breng wandelend met Vincent de bloemen naar L&L. Wandelend ja. Qua tijd hebben ze in vergelijking met mij natuurlijk niks gepresteerd, maar hun eerste sprint: wow, wat een prestatie! Ik moet het nog allemaal van me afschrijven en maak het laat. Ik heb niet eens teveel gevreten! Wel wat M&Ms, maar hé, vandaag mag het!!

Categories: Wedstrijd | Tags: | Leave a comment