2024-21b Achtste Triatlon Veenendaal

Ik had totaal geen zin. Ik had het gevoel dat ik iets vergeten was. Zin blijkbaar. Dat zei Vincent elke keer: je hebt de zin niet ingepakt. Ik was dan ook nogal geïrriteerd door vanalles wat niet opschoot. Ik had overigens van het lopen van 22 kilometer geen last, maar ik vroeg me wel ernstig af waarom ik in ‘s hemelsnaam weer een triatlon wilde gaan doen. Geen zin in. Ik vond de rit lang duren en het was drukkend en akelig benauwd buiten. Bewolkt en warm. Bleh. We moesten ver lopen met de fietsen en de spullen, maar eenmaal op het terrein was iemand zwaar onder de indruk van mijn fiets (totdat Vincents fiets er aan kwam) en ik vond het wel gezellig. Ik weet niet wat het was, maar het had meer dan de triatlon van vorige week. Een beetje Bornsdorf, maar dan verstaanbaar. Mijn warhoofd stond echter vol aan en ik kreeg van alles de zenuwen. De WCS, inschrijven, 19 graden water – paniekkkkkkk. We waren zo laat met de startnummers en toen moesten we binnendoor. Goddank was Vincent erbij.

Ik at nog een banaan en ik besloot dat ik met wetsuit ging. Goede oefening en hopelijk krijg ik er wat zwemvertrouwen van. We waren laat en moesten wat naar voren dringen en ik bleef maar het idee hebben: wat doe ik hier eigenlijk. Ik kletste met een man die een ‘gewoon tempo’ zwom en ik drong voor bij hem. Toen ik het water in ging riep ik die lieve DvM nog succes en toen sprong ik er in. Koud! Heerlijk!! Ik ging lekker aan het zwemmen. Vanaf dat moment was alles leuk. Ik liet alles los en zette de knop op ‘enjoy’. Die man zwom een tijdje naast me, maar toen was zijn ‘gewone tempo’ langzamer dan mijn tempo. Ik maaide lekker keihard door, ademde wat ik wilde en zag maar weinig door de beslagen bril en ik haalde veel mensen in, terwijl er niet eens zoveel voor me waren gestart. Ik ben blijkbaar blij met koud water! Ik maakte even het brilletje schoon en ging snel weer verder toen ik zag waar ik hen moest. Groene badmutsjes volgen. Vlak voor ik er uit ging, dook ik even terug om water te happen om het pak uit te doen.

Ik zag Rob en ik kon alleen maar lachen! Dit had ik gedaan! Ik had geen zin om te gaan rennen in de wissel. Snel dat pak uit en ik zwaaide even naar ES met zijn kids in de verte. Even hannesen met het pak en toen gingen er een paar dingen mis. Ik kreeg mijn schoen niet aan, daar zat de fietscomputer in en die was wit van de talkpoeder. Dus ik liep echt even te klooien.

De fietscomputer ging ook niet aan. Hopelijk doet het horloge het goed dan! Die brug over en daarna probeerde ik tegelijk op te stappen en de fietscomputer aan te drukken. Geen succes. Ik ging fietsen over de rotondes. Er waren onwijs veel vrijwilligers overal. En allemaal lieve topmensen! Zoveel heb ik er nog nooit bij elkaar gezien. Ik klooide nog even met het computertje, maar zag dat het horloge het goed deed, dus dan maar daarop.

Rotonde over en dan liggen op de provinciale weg. De rotonde was zo groot dat zelfs ik kon blijven liggen! Onze tijdrritfietsen waren op zijn best gezegd een beetje overkill op deze korte afstand. Maar het ging superlekker! Onder het spoor door en ik haalde heel veel mensen in. Het keerpunt was lastig voor me. En dan weer snel liggen en toen had ik wind mee! Dikke brede grijns. Tempo erop en de benen het werk laten doen.

Ik zag Rob en het ging wel echt lekker. Ik dacht dat ik bij de rotonde rond moest, maar ik moest rechtdoor. Nog een stuk wind mee. Ik had het echt naar mijn zin en wist niet precies hoeveel rondes ik moest. Nog een stom keerpunt. Dan moet ik terug en heb ik wind tegen. Het deert me niet en ik blijf lekker tegen de dertig rijden! Nu moet ik er bij de rotonde wel af en door het start-finishgebied. Niks voor mij, veel te veel bochten en drukte en rechtop zitten. Net op het moment dat ik daar ben, komen ze van de gemeente binnen. Grappig, want daar heb ik ooit nog gewerkt! Ik zie een bordje staan dat ik 3 rondes moet. Duidelijk. Even wat gedoe en dan de weg weer op en liggen.

Ik zie Rob weer en Vincent nu ook. Rotonde over vliegen, onder het spoor door zo hard mogelijk en dan net boven niet halen. Ik haal DvM in. Ze is een heldin met haar handicaps en op haar leeftijd een TOPsportvrouw. Een buitencategorie. Ik juich haar toe. En na het keerpunt nog een keer! Dan vlieg ik er weer vandoor. Ik ga echt zo hard naar beneden dat ik moeiteloos weer boven kom. Vind ik echt ge-wel-dig. Die rare benen van mij, gister renden ze nog en nu fietsen ze weer. Ik let niet zo op de snelheid. Wel dat elke 5km binnen de 10 minuten gaat. Rotonde over en in elk geval niet remmen. Ik moet drinken. Doe ik dadelijk op de weg terug. Nee, nu! Keerpunt. Wind tegen. Ik haal mensen in op gewone racefietsen, maar ook op stadsfietsen. Nog van de start voor ons. Weer dat lastige stukje langs het finishgebied. Ik kijk naar wat mensen die hun medaille al hebben. Nog een rondje. Ik zie Rob lopen. Ik voel dat de wind aantrekt. Liggen en nog 1 keer heen en weer. Het is inderdaad wat rustiger. Na het keerpunt zet ik helemaal de sokken er in! Ik zwaai naar de fotograaf op de brug en geniet. Ik ga zo ongelooflijk lekker hard! Er steken mensen over, hallo daar, kijk uit! Ik drink nog wat. En dan na het keerpunt heb ik mijn koppie erbij en neem ik fruit gellie. Die kan ik maar vast binnen hebben. Slok drinken erbij en dan nog een keer dat rotrondje. Afstappen, geen haast maken. Ik wil gek genoeg zo snel mogelijk de helm af, maar weet dat het niet mag. Ik zie Rob en straal de wisselzone weer in.

Ik kan mijn fiets ophangen naar Vincents fiets. Ik besluit geen sokken aan te doen. Is dat dom? We zien het wel. Maar er zit ook geen talkpoeder in de schoenen. Hoppa, ankepanke, opschieten. Ik hobbel de wisselzone uit en voel dat mijn benen gister nog aan het werk waren, maar ze doen gewoon wat ze moeten doen. Ik zie de Lange van MeisjeSanne als DJ en ik zie MeisjeSanne met haar Heldenbord. Ik volg haar blog al sinds ik in 2012 ooit begon met hardlopen en 2 jaar later begon zij over de triatlon. Over zwemtijden. En over zwemmen in het Henschotermeer. Zij deed de triatlon in Veenendaal. En ze stond met het supportbord net na het spoor bij de marathon in Eindhoven in 2015. Ik volg haar en ben door haar gaan bloggen. Ik volg haar en door haar las ik iets over triatlon. Haar teksten en gedichten zijn inspirerend. Toen ik zelf ging triatlonnen, verloor ik haar een beetje en viel haar blog stil. Maar toen ik me inschreef voor de triatlon in Veenendaal zocht ik haar weer op op Instagram. Ze wandelt, ze is kleurrijk en gister heb ik haar geschreven dat ik haar zou opzoeken. En daar stond ze: mijn inspiratie, mijn heldin met het heldenbord. De brug over en dan gaan rennen. Ja, het is warm in de zon en ja, ik ga gewoon kalm aan doen. En toch haal ik mensen in. Ik werp 1 korte blik op het horloge en zie dat ik 5:30 loop. Kan ik straks wandelen. Als dat nodig is. Het zou toch gek zijn als mijn benen dit kunnen na gisteren? Ik haal mensen in. Veel. Er zijn wel een paar kerels die mij voorbij denderen. Dat klinkt dan mooi, zo’n hoog pasritme. Rondje om het park. High five voor een klein meisje. Een post en ik neem wat water over me heen. Ergens moet ik wel een beetje, maar niet echt. Meer omdat ik er aan gewend ben. Er zit een knappe donkere man onder de boom. Vincent rent me voorbij en zegt dat hij gediskwalificeerd zou moeten worden omdat hij een ongeluk heeft veroorzaakt, maar zelf is hij ok. En dan is hij alweer voorbij. Oversteken en over het fietspad. Ze hebben een sproeier. 2 Mannen staan mensen persoonlijk aan te moedigen. Altijd leuk. Langs de auto. Idioot genoeg gaat dit soort van vanzelf. Dat kan toch niet? Ik zie iemand met een startnummer verkeerd om en zeg haar het om te draaien als ze finisht. Ik zie wat stevige meiden en zeg dat ze hartstikke trots moeten zijn. Ik loop gewoon in volzinnen mensen op te fleuren! Dat hoop ik tenminste. Er is een onverhard pad achter het water langs. Met een leuk aanmoedigingsbord.

Ik word er nog vrolijker van. Ik vind van mezelf dat ik het hele eerste rondje moet blijven rennen. In dat hoge tempo. Achter het water langs. Ik zie de fotograaf.

Ik klets nog met een mevrouw en raadt haar aan om alvast aan de finish te denken. Ik loop 11 kilometer per uur en klets nog. Er is nog een post en ik drink wat water, maar mis daardoor de goal om het bekertje weg te gooien en het valt niet goed op de paal. Ik moet door de wisselzone, maar ik heb daar geen herinnering aan. Dat ik MeisjeSanne weer zie. Brug over, warmte in. Ook nu is het hier rustiger. Het tempo blijft maar idioot hoog. 5:25 enzo. Ik probeer nog mensen aan te moedigen dat ze de finish halen en hoe goed het is als ze na het wandelen weer even gaan joggen. Of dat die jongen zo’n mooi loopritme heeft en aan moet houden. Ik kom langs de post en ze roepen: laatste rondje toch? Wat dacht je… Ik doe een paar stappen voor een paar slokken bij de post. Bij de boom zit nu een zwerver. Ik zeg nog tegen een meneer die ik inhaal: het is wel warm he. Ik steek mijn duimpje op naar de fotograaf en die vraagt of ik nog een keer langskom, maar ik ontken. Ik heb het gewoon ongelooflijk naar mijn zin! Ik hoef hier niks he. En de prijzen zijn voor de vrouwen vanaf 40, dus ik heb niet zoveel kans. Maar ik doe mijn eigen best en ik ga mijn achtste binnenhengelen! Daar word ik blij van. De gedachte aan de volgende druk ik snel weg. Het gaat nu goed met mijn bingokaart en lopen kan ik wel zeker afmaken. Mijn benen kunnen iets wat ik niet kan blijkbaar. De mannen krijgen nog een high five van me. Ik maan nog een mevrouw haar startnummer goed te doen en ik hoef de sproeier niet echt meer. Bruggetje over en ik zie het bordje dat je niet mag zwemmen in de Surfvijver.

Op dat moment begint de kinderrace. Er zitten mensen op te letten en die heb ik ook zien zitten toen ik aan het zwemmen was. Ik loop nog langs het bord met ‘als je kunt zwemmen en fietsen en rennen, kun je ook finishen’. Ik zeg ene Rob die wandelt dat hij het ook gaat halen en dat de medaille het belangrijkste is. Ik haal een mevrouw bij die zegt dat ik nog een eindsprint doe, maar dit is gewoon mijn tempo. Ik ga niet meer wandelen. Ik loop langs de fotograaf en juich.

Hij zei al dat het leuke foto was geworden! En dan afdraaien naar de finish. Ik zie nog een meneer en denk even: jammer van de finishfoto, maar ik kan hem zelfs nog inhalen, ach ik pak gewoon de andere kant. En ja… ik heb de achtste ook binnen! Daar ben ik zelf even heel erg blij om.

Ik juich de finish over, maar zie Rob en Vincent niet staan.

Rob heeft wel alles gefilmd en sluit af met de woorden: ze is nog tweede ook. Ik draai me om na de finish en zie hetzelfde. Daar ben ik even heel erg blij mee! Er was al weinig moeite, maar nu voel ik me helemaal blij. De man roept het nog verbaasd om en ik denk: er kan nog iemand sneller zijn, maar Vincent feliciteert me.

Ik ga kijken bij het eten en drinken, maar ik hoef niet echt iets eigenlijk. Ik neem water en een stuk banaan. En nog wat water. Het is allemaal goed geregeld. Het enige jammere is dat we niet weg kunnen. Ik wil de fiets wel gaan halen, maar de prijsuitreiking zou om 4 uur zijn en we moeten alweer daarheen. Ik klets nog met DvM, wat is die toch ongelooflijk lief! Het is wel druk, maar het is gezellig en niet dwingend. Er heerst een enorm relaxte sfeer en als ik dat zeg…. Ik koel wel wat af van het wachten in mijn natte pakkie. En dan het podium op.

De vrouw die eerste is geworden, heeft een baby bij zich! Die is echt nog geen 50 dus. Ik krijg een zilveren medaille en ik krijg een bos zonnebloemen. Ik ben wel blij. En dan wil ik naar MeisjeSanne. Ik zie haar zitten en ik vind het maar moeilijk om haar te vertellen hoe ik de afgelopen jaren al haar support en motivatie heb ervaren. Ze is in het echt ook erg lief en iemand waar je blij van wordt. Zij krijgt mijn bloemen. Voor alles.

Want DvM heeft zelf ook een bos verdiend op haar leeftijd. De spullen pakken en ik kan me niet goed omkleden. Ik wil weg en toch ook niet. Ze zijn al aan het opruimen, dus we moeten nog omlopen. De brug wordt ontmanteld. Ik heb niet goed gegeten naderhand. Werk te laat het pakje Fristi weg. De medailles klingelen tegen elkaar. De fietsen opladen is teamwork en verder is alles best heel erg rommelig. Mijn warhoofd is weer terug, vergezeld door een paar krampen. Ik hoef niet meer naar de WC en ik wil de koekjes eten. Het is noodweer als we naar huis rijden. Vermoeiend voor Rob. We halen friet en de hamburger, in de stromende regen. Zo blijf ik nat. Ik heb eigenlijk nergens last van. Mijn huid van mijn enkel nog een beetje, maar ik ben er niet eens echt moe van. Ik zet wat op Instagram.

Hier zijn de officiële tijden:

Zwemmen 9:26; Wissel 1: 2:30 🫣 fietsen 33:52; wissel 2: 2:40; hardlopen: 24:35 Totaal 01:13:01. 4de zwemtijd (!!), 17de wisseltijd1, 2de fietstijd (!!!!!) 9de wisseltijd2 en vijfde looptijd.
Tweede dame 40-59 (van de 31) en 19de vrouw van de 88 deelneemsters.
Een tweede plaats is mooi, maar het beste is dat ik gewoon lekker gedaan heb wat ik moest doen en dat ik genoten heb. Aan de buitenkant zien mensen weer een podium, maar wat er omheen zit -gister 22km gelopen, eergisteren 3k gezwommen, morgen 100+ fietsen, twee en een halve week na corona, de examenstress++, drukke werkdagen- dat weet niemand.

Garmin heeft er een zooitje van gemaakt, die heeft de tweede wissel als hardlopen geteld met een kilometer erbij en gemengd met het hardlopen wat ik daarna zelf hernoemd heb. De afstanden waren allemaal wat korter, zwemmen ging bij mij toch nog in 2:03, wat met wetsuit toch nog ietsje tegenvalt. Ik heb wel minder gezwommen dan Vincent, zomaar 10%. Dus ik weet nog niet of de meting wel klopt. Fietsen heb ik gemiddeld 31,6 gedaan. Met een top van 54 kilometer per uur! De cadans is blijven steken op 74. Het was nog geen 19 kilometer. En hardlopen heb ik gemiddeld in 5:22 gedaan. Slechts 4,7 kilometer. Met een goede hardloopcadans, dat dan weer wel.
Nog eentje hierna. Nog 1. Dat heb ik wel 10 keer gedacht. Acht keer zoveel. Hoe dan? Nog 1. Dan is de afstanden-knipkaart vol. Eentje. Ben ik dan een ervaren triatleet?! Welnee, ik stuntel ook nog door de wissel en ik heb ook geen zin als ik ‘s morgens opsta en ik moet ook maar afwachten wat mijn hoofd vandaag aan kan. Of zouden ervaren triatleten dat ook hebben?

Categories: Wedstrijd | Tags: | Leave a comment

2024-21a Kwart Triatlon Deil

Ik had geen zin in de triatlon. Het kwam gewoon niet, de zin of de focus. Ik at gewoon wit brood, pakte ‘s morgens alle spullen bij elkaar. Ik weet het allemaal wel. Hoe arrogant dat ook klinkt. Niet dat ik denk dat ik het ‘vanzelf’ wel afmaak, want ik voel een beetje lekke-bandenvrees en zwemmen zonder wetsuit is ook niet mijn ding. Maar ik maakte me ook niet druk. We hadden file bij Utrecht en dat boeide me ook niet, we zouden toch wel op tijd zijn. Ik zat lekker achterin te chillen. Ook geen zenuwen. Daar had ik ook al geen zin in. Ik dronk in elk geval keurig de bidon leeg en vond een Dixie in Deil. We namen de fietsen mee en het was allemaal niet groots, maar wel een beetje anders dan anders. Er zijn 2 wisselzones en zij moeten het nummer op je fiets doen, zodat het goed leesbaar is. Dat is met mijn fiets en Vincents fiets natuurlijk weer lastig. Ja, Vincent deed ook mee. Ik legde de spullen neer voor het lopen. Nog een keer insmeren. Toen kwamen papa en mama, die een keer kwamen kijken bij ons. Leuk! De fiets moest eerst hier en die moesten we later verplaatsen. Ik vond het gedoe.
Moet je op de fiets naar een wisselzone een paar kilometer verderop. We fietsten achter de rest aan. Ik had 3 bolletjes op, geen zenuwen en nog steeds geen zin. Rob moest een eind lopen, papa en mama namen de auto.
Bij het water werden de fietsen gecontroleerd en moest je nog een keer alles klaarzetten. Ik werd er onrustig van! Nog een keer naar de WC, papa de telefoon geven. En toen ging het allemaal te snel. Ik hoorde dat er geen dixies waren op het loopparkoers en ik moest door het water in. En daar waren ze toch: Zenuwen; op het allerlaatste moment in het water. Ik zocht Vincent, riep Vincent, zwom heel even in, een minuutje of minder. Het was ineens paniek en toen gingen we al met een toeter weg en stond ik te ver vooraan en te plotseling en te druk en zonder wetsuit en zonder de controle. Mensen zwommen over en langs me heen en ik kwam er niet in qua zwemmen.

Ik zag niet waar ik heen moest, vond geen ruimte, mijn brilletje besloeg. Ik had het idee dat ik andersom moest zwemmen, dus ik was verward. Stond mijn horloge wel aan? Ik kon alleen 1 op 2 ademhalen. Heel onrustig. Ik zag wel mensen, maar ik denk dat iedereen voor me zwom. Ik maakte 1 brillenglaasje schoon. En toen netjes om de boeien, dat kan ik wel, maar ik zag weinig. Het tweede rondje ging iets beter en ik kon zelfs een stuk 1 op 3 ademhalen, maar niet lang. Ik had nergens last van, maar de energie ontbrak ook, de kracht. Zelfs het water uit komen duurde lang. Ik ervaarde enige desoriëntatie. De meeste fietsen waren al weg toen ik aan wal kwam en de wisselzone in ging. Het was dan ook niet helemaal een kilometer denk ik, want mijn tijd van 22 minuten viel voor mij nog erg mee! Ik pakte mijn spullen (makkelijk te vinden) en toen zei de meneer van de NTB: “nu lekker gaan knallen”. Ik weet niet hoor, maar dat soort uitspraken maakt me agressief. Zal ik dat zelf bepalen? Ik moet finishen. Meer niet. Ik zag Rob en ik merkte dat het fietsen eigenlijk wel lekker ging.

De weg was lekker slecht. Ik haalde al meteen een aantal mensen in. Toen kwamen we op het ‘rondje’ wat we 6 keer moesten gaan fietsen. Ik had de tegenwoordigheid van geest om op de kilometerteller te kijken en te gaan rekenen dat ik er na 35km af moest gaan. Ik ging liggen op de fiets en vanaf dat moment fietste ik gewoon snoeihard door. Fijne weg, rustig, recht, geen wind. Ik ging er vandoor, haalde in, hield wel de controle vast, dronk redelijk en het ging erg hard.

Ik vertrouw de fiets, lig op de rechte stukken en ben voorzichtig in de bochten. Ik zwaaide naar de mensen bij de boerderij, naar de motoragente en naar de meneer die de hele tijd alles filmde met zijn hond er naast. Er was een familie kinderen en op de hoek stond het vol.

Elke 5km drinken. Ik zag alleen maar tijden van 9 of nog beter 8 minuten voorbij komen! Ik zag de tellers van de rondes ook. Er was nog een drukke hoek. Eerste rondje zat er al op. Ik keek niet echt om me heen. De kids op de quad in het veld irriteerden me, teveel herrie. Verder haalde ik erg veel mensen in. In de tweede ronde kwam Vincent me voorbij (zijn derde ronde) en hij riep: Ride On. Ik zag hem niet eens heel erg snel van me weg rijden. Papa en mama zagen mij niet, die zagen alleen Vincent en ik riep nog: mama! In de derde ronde ging ik ook een gel nemen en ik rekende uit dat ik met 17 kilometer in een half uur op 34 gemiddeld zat. Wat voor mij geweldig is. Ook al wordt het nog iets minder… Geen wind, 6×6 bochten en pacmannen. Ik zag wel mensen stayeren, maar er was genoeg ruimte. Ik hield van de ruimte, de herkenbaarheid. Na 4 rondjes kan je dan echt aftellen. Ik werd wel even blij van de gedachte dat ik hier met een hele bak ervaring fiets. Verder deed ik gewoon wat ik moest doen: hard fietsen, lekkere cadans houden en proberen toch niet kapot te gaan, want dat is niet nodig. Papa en mama zagen me nu wel! k fietste ook echt 34 kilometer in een uur! En weer eten. Rob stond daar nog.

De laatste ronde werd lekker rustig. Ik zag nog iemand voor me in het geel en ik dacht: jouw vreet ik nog op! En dat lukte, gaf me nog wat motivatie. En daarna nog iemand. Er reden 2 vrouwen voor me en ik dacht nog: balen, maar die fietsten nog een ronde! Dat is wel lastig in te schatten, hoe ver iedereen is. Ik zag dat ik de 40 kilometer in een toptijd fietste en wist dat ik genoeg had gejaagd voor mijn PR. Achteraf was het secondezwerk. Mijn PR op de 40km fietsen stamt nog uit de tijd dat we met zijn drieen samen de triatlon deden. Toen RW eerst zwom. Die heb ik nu verbeterd! Daar ben ik trots op! Toen de slechte weg weer terug en ik at nog een gellie. De bidon was leeg! Bij het tunneltje na 3 bochten die mij tijd kosten, dacht ik alleen te zijn, maar die meneer haalde me iets meer bij. Ik riep heel hard ECHO, zoals Vincent en ik onder tunneltjes doen en het was een toptunnel! Die meneer achter me riep ook mee. Hij haalde me een beetje bij en ik zei sorry. Dat was het leukste moment van de wedstrijd! Daar genoot ik echt even van. Verder vond ik snel fietsen ook leuk, maar niet echt dat ik dacht: goh, wat is dit geweldig. Net als de hele tijd, ontbrak de zin eigenlijk. We fietsten door Enspijk en ik haalde de man toch maar in. Ik hoefde niet meer zo snel allemaal en keek even naar de schattige dorpjes. Toen Deil in en dat was al druk met lopers. Even opletten en de wisselzone in. 43 km met 33,6 gemiddeld. Voor mij de max. ‘k Doe geen belofte voor de langere afstanden.
In de wissel deed ik kalm aan, klein plasje, sokken aan over het gras heen. Er stonden nog helemaal niet veel fietsen! Dat was raar, want ik zag er ongeveer net zoveel als in de vorige wisselzone en toen was ik laatste. Het deed me goed. Kijken maar hoe het hardlopen gaat. Het voelde al goed toen ik langs de muziektent liep. Helaas zag ik Rob of mijn ouders niet.
Toen hardlopen. Tja, dat was prima te doen. Er was al vrij snel een post en ik nam een spons mee en een beetje water. Ik vond de warmte meevallen. Eerst een stuk door de schaduw en het dorp uit. Dan over de zonovergoten dijk. Ik ging gewoon hard met mijn 5:20, maar het voelde aan alsof het lang zo snel niet ging. Langs de Linge en dan de Appeldijk op. Daar was weer een post. 3 posten met sponzen op 2,5km is geweldig. Daarna langs de molen. Erg mooi. Wel in de volle zon, maar dat deert me niet zo.

Ik hou mezelf koel met de sponzen. Dan weer richting het dorpje in de West Betuwe. Daar zaten mensen en weer een post. Ik vond het dorpje in best een stukje nog. Ik hield het tempo vol. 4 Rondjes in totaal: Lingedijk, molen, dorps Deil. Lopen kan ik wel. Ook 10 dagen na Corona. Al hoest ik soms wel en ik moest bij het lopen echt snotteren. In de tweede ronde haalde Vincent me in en ik riep hem nog na: “mama is trots op je”. Er waren veel snelle mannen, maar verder was het parcours niet overvol. Ik zwaaide elke keer naar Piet en ik zag kano-ers op de Linge. Na de tweede bocht stond een meneer luidkeels aan te moedigen en bij de laatste post stond ook een man van alles te roepen met een sigaret in zijn mond. Ik besloot 2 rondes zeker te blijven hardlopen en dat ging ook gemakkelijk! Ik liep 5km in 27 minuten. De derde ronde werd wat lastiger, want ik voelde wel dat ik een beetje moest. Maar ik kon ook doorgaan. Ik nam wat drinken, maar dat ging niet goed en ik kreeg een beetje krampen. Dan niet hoor. Ik blijf wel hardlopen, ik heb 1 keer heel even gewandeld om wat te drinken, verder ren ik alles. Mijn schoenen sopten van al het water waarmee ik me koel hield. Ik maakte ook drie rondes vol, maar toen werd het wat lastiger. Ik heb Rob of mijn ouders niet 1 keer gezien langs de kant. Ik wilde er niet meer moeite voor doen. Ik vond het allemaal niet boeiend. Ik ging het afmaken en hardlopend ook, al gingen de laatste kilometers niet meer van harte. “het gaat lekker” riep de meneer op de hoek, terwijl ik nog een vrouw inhaalde. Ik zei hem: “daar staan is lekker, hier rennen niet meer zo.” Ik ging wel door, dan ben ik er eerder vanaf. De laatste ronde was lekker rustig. Voor mij prima. Piet gedag zeggen dat hij daar mooi woont ‘de kinderen wonen hier’, kan ik horen. Zo grappig. Bij de laatste post ben ik het wel zat hoor. Ik zie niemand met een medaille, dat stelt me niet gerust. Ik geniet nog wel van de hele familie die me aanmoedigt en opa die de baby de fles geeft. Geweldig. Dan ga ik richting de speeltuin. Ik haal het gemakkelijk binnen de 3 uur, maar ik heb geen idee waar ik lig in het veld en met de fietsen en hoeveel er voor me zitten. Ik zie Rob nog even.

Al met al heb ik niet mijn best gedaan. Ik ben niet stuk gegaan. Binnengehengeld na een high five van mijn ouders in een mooie tijd van 2:38. Net geen PR op deze afstand, maar elke wedstrijd is toch ietsje anders. Ik was daarna een lange tijd erg aan het hoesten. Ik ben niet kapot ofzo. Ik voel me een beetje smerig. Ik kan me omkleden in de WC en ga dan ook gelijk voor de grote boodschap. Dat is mooi lang genoeg weggedrukt! Lang gewacht op de prijsuitreiking, maar de anderen zijn dan echt sneller! uiteindelijk was ik 5 van de 12 40+dames. Het gaat er om wie er nog meer mee doen. Ik had wel 1 van de allerlangzaamste zwemtijden! Als je je fietsnummer inleverde, kreeg je toch een mooie houten medaille.
Vincent was ook niet snel genoeg bij de mannen tot 40. Maar hij is uiteraard vele malen sneller dan ik. Dan vallen mijn tempo’s helemaal weg. Ik ben blij dat ik 5:30 heb kunnen lopen, dat is voor mij hartstikke goed! Ik heb de hamburger verdiend!

Fijne, rustige wedstrijd. Wegens een overlijden van een organisator was er geen muziek en dat beviel me enorm! (Oorzaak jammer, resultaat tof) Ook 6x hetzelfde rondje fietsen is goed voor mij en 4x hetzelfde lopen ben ik ook gaan waarderen. Geen drukte onderweg, geen overvol parkoers. Ik vond het prima weer.
En ‘s avonds? Voel ik niks. Geen last van wat-ook. Moe wel. Maar ook niet meer dan een ✅ op de lijst. Het kunstje gedaan. Ik wilde mijn best doen, had geen zin, kreeg geen zin en voel me er ‘gewoon’ onder.

Het dringt niet zo tot me door dat er mensen zijn die hier heel voor trainen en dat ik dat ‘tussendoor’ gewoon effekes doe.

Categories: Wedstrijd | Tags: | Leave a comment

2024-20

29 juli – Bootcamp en een beetje hardloopachtigiets doen.

Heel rustig. Eerst 1,5km zelf hardlopen richting de bootcampplek. Met een bidon in de hand, toen met een vrouw mee en verteld dat ik een marathon heb gelopen in de vakantie. Iedereen zanikte over hitte, maar ik vond het echt heerlijk!! Vroeger haatte ik warmte: je kan niet meer laagjes uittrekken en in de winter doe je een extra laagje aan, maar tegenwoordig smeer ik me in en denk ik: hitte adaptie! Ik kan zweten, ik kan drinken en mijn witte velletje kan het ook aan. Zomer mensen, zomer. En het is slechts 27 graden, kom op zeg. Overigens zijn alle pijntjes weg!!! Geen last van knieen of voeten ofzo. Niksiepiksie. De hele dag niet. ‘s Morgens slechts een beetje stijfjes rondom de linkerenkel.

Dan de bootcamp zelf. En druk dat het was! Wel iets van 8. mensen ofzo. 6x de trap, wel iets van 9 oefeningen en de dennenbomen-oefening en twee en een half rondje en de buikspieren lukten even niet zo goed. Superslechte zin, grammaticaal en ook de hoeveelheid zin die ik had tijdens de oefeningen. Ik doe de oefeningen wat langer. En fanatiek. Veel arm-dingen. Veel geblaat, maar op de valreep wel kennis gemaakt met J en haar triatlondochter M. Te lang voor het schema (45 minuten hoefde ik maar en het werden er 55) en te kort voor de badge (4 minuten nog deze maand). Ik begon bij deze bootcamp om krachttrainingen te doen, maar intussen vind ik het teveel van hetzelfde en te weinig variatie, dus ik was nu voor de laatste keer. De kaart is vol en ik ga niet verlengen.

30 juli – Fietsen met Vincent en 5 tempoblokjes.

Vincent ging mee, allebei op de tijdritfiets. Eerst 40minuten infietsen langs de noorderplassen. Mijn hartslag deed weer niet mee. Het voelde zwaar. Fijn om Vincent bij te hebben, door al dat werken zien we elkaar minder. Ik moest 5×5 minuten hard. De eerste deed ik lekker zelf achter de nplassen op de slechte weg. Wilde ik liever links rijden. Toen het CAA parkoers in omgekeerde richting. Door alle bochten viel de tweede in het water. We kwamen bij haven en ik zette ruim op tijd -in de 5 minuten rust- de tijd stil. Tempo hoog houden is geoorloofd: ik zie mensen vaak hele lange uit-thuis tijden hebben en hele hoge tempo’s. We wachten tot Mariola open was voor een ijsje voor Vincent.

De fietsen hadden veel Bekijks. Ga toch weg zeg, das niet aan mij besteed. Rustig haven weer uit (het is een grijs recht streepje op de kaart) en dan gaat Vincent me voor in het tempoblok. Voelt makkelijk om boven de dertig te rijden, al vind ik liggend vlak op iemand rijden altijd akelig. In de rust bespraken we dat ik iets harder kon. Voor Vincent niet moeilijk. Ik korte de pauze wat in. De vierde gingen we dus rechtdoor tot onder de brug door. Ik moest wel meer aanzetten, maar dat ging ook best prima. Dan keren en langs de brug terug naar het industrieterrein. Daar zouden we nog harder gaan, maar ik had moeite met de bochten en drukte en ik moest echt hard werken en Vincent ook. Ook Nu rechtdoor. Vincent ging even kijken naar de auto’s. Ik wachtte. Horloge weer stil gezet en het gemiddelde stond op 28,3 ongeveer. Nog net in de laatste rust. Over de Kemphaan uitfietsen en ik zag wel iets geks op het horloge dat ik lang in herstel bleef.

We gingen via de witte brug en daarna ging ik even voorop en dan kan ik voor een klein stukje ook wel doorfietsen. Ik had niet meer zoveel zin. De training werd te lang. Nog over de Trekweg. En dan wat stadse drukte. Mijn horloge gaf een wonderlijk gemiddelde aan van 25,5. Wat met de tijd (2 uur over 51km) ook klopte, maar het was gek met de 28+ strava gaf ook 27,7 aan. Garmin heeft geglitcht en daarna alleen het laatste stukje als gemiddelde gepakt. Khou er niet van. De rest van de dag was zelfzorg: Pedicure en cranio. Cranio was rommelig, maar ik ontdekte waarom ik nog steeds knikkende Knieen heb (letterlijk) en dat ik boos ben op mij en dat ik iets te ver over de grens ben gegaan. Ik werd vanmorgen doodsbang wakker van het open trapje op F60. Mezelf Te ver gepusht.

31 juli – Wandelen en zwemmen

Met de collegas en naar de trein op en neer wandelen in Leiden. Beetje futloos vandaag. Het is heel stil op het werk. Zomervakantie op de scholen. Het voelt ook als stilte voor de storm, ook omdat K weg gaat straks. G ziet de impact niet. Om 4 uur weg om te gaan zwemmen. Dat kan dan, maar ik vind het moeilijk. Vanaf het station rechtsstreeks uit het werk komen lopen. Warm hoor. Vincent kwam met de auto. Een droomscenario!! Maar snel omkleden en een baantje in. 100m zonder achtje, 100m met, 100m zonder. Met Vincents achtje, want de mijne lag nog thuis! Garmin telde ook verrot. Toen 2×150: 50 benen, 100 armen. Sucks, die benen 🦵🏼. S vooraan. We waren met zijn viertjes. 1 jongen E&S en ik. 400m duur. Anke voorop. Heerlijk. Met achtje natuurlijk. Ademen per 100 wisselen 1 op 4 en 1 op 3. Ging best lekker!

Schoolslag. Bleh. Toen 2×200. Jongen voorop. De eerste. Ging hard. Of ik de tweede wilde doen. Ging echt hard! Ik ontdekte uitademen. Okiz. Kan het nog makkelijker?! Dan hoeft je koppie helemaal niet het water uit. Ik voelde me boos. Woest. Op wie of wat weet ik niet. 50Rug. Vre-se-lijk. Ineens is het er dan: trapjes, stap, hoogte. Ademhalingsproblemen. Angst. Omdraaien en zwemmen, geen rug, geen plafond. 4×100 hard. Ik deed ze hard. Boos. Met achtje. Snel. Uitblazen onder water. Slag-slag-slag. Dan 12×25. Jek. Jongen voorop: start te hard, valt terug; maar ik ben het zat. Klaar met dit geneuzel van zwemmen. Toedeledokie, ik wil weg, ben klaar met dit. En dan doe ik juist het achtje weg een paar keer. I hate me. Dus ik pak m mooi terug. Garmin wordt net zo gek van die 25jes als ik. Ik doe nog 100m zonder achtje en dan is de zin wel zó op!!!! De douches doen het niet. Na het zwemmen nog een tijdje kletsen met J van de bootcamp en haar dochter M. Het is half 8 voor we thuis zijn.

3 keer de trap voor de peesplaat + 3 keer de knieowfening. Omstebeurt. Omdat ik 5 minuten te kort kwam aan krachttrainingen deze maand. En het is al zo weinig gek geneog: nog geen 130km gerend (incl marathon), nog geen 750km gefietst, slechts 12km gezwommen en dus net aan 4 uur krachttraining. En dat traint voor een hele…..

Dit was de laatste dag van juli: vroep op, reizen, triatlon volgen (wat maar net lukt), slaapverwekkende meeting, saaiheid op werk, z zoekt sponsor, teveel geweldige vakantie vierende mensen, zin in APPELKOEK die er niet is, een uurtje eerder weg, wandelen naar zwembad, zwemmen (hárd) met M praten, laat thuis (19:00) eten koken, vaatwasser leeghalen, vuilnisbak, winkel voor de appelkoeken, crew spelen en me ziek eten aan de koeken. 🩸. A bit too much maybe? En ondertussen proberen te dealen met alle vakantiegangers, geweldige minderheden, rijkeluitjes, (sport)planningen, onbegrip, opspringende angsten en krampen.

Maar deze badge is binnen met een paar krachttraining oefeningen! Life sucks

1 augustus – hardlopen met 3 tempoblokjes van 10/8/5 minuten met even lang rust tussendoor

Tja.
Ik ben blank, verstandig, gezond.
We zijn rijk, slim, compleet.
Ik werk deeltijd bij een fijne baas, ik verdien voldoende, ik heb leuk werk.
Ik heb een superlieve man die me support, die alles met me deelt en genoeg geld heeft om me te sponsoren.
Mijn kind is braaf, volgt me in mijn passie en is goed opgevoed.
Mijn schema en de heldin die dat maakt houdt rekening met mij, is passend en uitdagend.
Ik ben eerlijk, bescheiden en zo sociaal als ik kan.

Gelukkig ben ik ook vrouw, 50+ en extreem onzeker, want anders zou ik wel heel erg een minderheid vormen als tevreden sporter die niet klaagt, niet op social media jubelt en doet wat ze moet doen.

Al ging dat vandaag totaal niet vanzelf. Ik liep de hele tijd te denken: waarom stop ik niet gewoon? Omkeren, klaar, genoeg gezweet, genoeg gesomberd, hartslag klopt toch niet, hopeloos en een heel slecht gevoel over dit alles: deze training, mezelf en iedereen en de omgeving ook. Inlopen gaat al ongemakkelijk. Ze zijn met bulldozers aan de gang. Eerst een bankje dumpen, dan het moeras volgooien. Bosbouw is een vak apart. 5km in precies een half uurtje. Een interval in zone 3, gaat m niet worden. Maar ik probeer het. 10 Minuten lang en de 10 minuten rust zijn helemaal vreselijk. Mijn maag speelt op, ik voel me misselijk, maar ik hoef niet echt. 8 minuten ook maar proberen. Het viaduct over. 8 minuten rust is zelfs welkom. Dan 5 minuten. Dat kan ik. Ik kan me 5 minuten inspannen. Als het allemaal maar niet eindeloos lijkt. Ik moet lang, niet snel. Mijn maag moet mee. Niet misselijk zijn. 5 minuten rust. Ik moet nog omlopen ook. En ondertussen somberen mijn gedachten door.
Ik maak 13km vol. Redelijk tempo. Ik haal de vuilnisbak. En dan gaat het alsnog mis en ben ik net te laat. Het is toch de tijd dat ik een luier nodig heb.

now my charms are all o’erthrown
And what strength I have’s my own
Which is most faint; now t’is true
I must here be released by you

  • Propero’s Speech – Sheakespeare- LMcK

2 augustus – Met Vincent naar de Achelse Kluis in België fietsen

Op de tijdritfietsen! Dat hebben we nog nooit gedaan. Het plan is om naar België te fietsen, naar de Achelse Kluis en daarna terug naar Veldhoven. 180 kilometer in totaal. Ik wil liever 2 kilometer extra fietsen, zodat ik de langste fietstocht ooit doe. Onderweg stoppen we bij de McDonaldsen, gewoontegetrouw. We nemen een rugzakje mee voor wat extra spulletjes. We vertrekken om 9 uur.

Uur 1: (werkelijke tijd) Het eerste uur is overbekend allemaal. Almere, we hebben gekeken of we bevers zagen, we gingen snel de bekende paden over en Vincent ging voorop over het slingerpaadje. Ik moet echt even wennen aan de tijdritfiets en waar Vincent zo snel mogelijk gaat liggen, ben ik al blij als ik tijdig kan inklikken. Ik zit veel rechtop. Over de Stichtse Brug. Voorheen een heel eind, maar nu is het slechts een beginnetje. Het is helemaal niet warm, Vincent heeft zelfs kippenvel. Lang wachten bij de stoplichten bij Blaricum. Ik heb vreselijk hard piepende remmen. Echt naar. We besluiten langs de snelweg te fietsen. Ik ben zeer teleurgesteld dat we slechts 25 kilometer in een uur hebben gefietst. Juist dit stuk had snel en gemakkelijk hard moeten gaan.

Uur 2: Door Eemnes, langs het grote kantoor, over een smal fietspad, Vincents bidon valt een keer (kan ik meteen even drinken, want dat doe ik toch te weinig), over de rotonde en langs Soesterdijk. Het valt me op hoeveel stoplichten er eigenlijk zijn en hoeveel mensen we moeten inhalen. Alles gaat zonder problemen, maar toch: een heleboel intervalletjes eigenlijk. Dan langs Soest. We moeten omkeren, want ik dacht dat het pad onverhard was, maar er ligt een fantastische wielrenfietsweg naast! Even lekker op tempo. Daarna een pad langs de Soesterduinen: GEWELDIG. Het golft omhoog en omlaag, is supervlak asfalt, leeg en met een mooi uitzicht. We klimmen omhoog naar Vliegbasis Soesterberg. We stoppen voor een fotootje, want we mogen niet op en neer fietsen (een broedvogel).

Dan langs de opgezette helikopter, speeltuin en tig stoplichten naar de McDonalds in Huis ter Heide.

Uur 3: voor de helft gaat dat op aan wachten bij de McDonalds en eten aldaar. Het is dat de pannenkoeken zo lekker zijn! Maar de thee hebben ze niet. De WC is welkom. Onze fietsen worden als professioneel bestempeld, maar van triatlon heeft de ouwe kerel nog nooit gehoord. Ik denk regelmatig: “blijf met je ogen van onze fietsen af zeg, kijk het moois er niet af.”

Het andere deel van het uur besteden we aan door Zeist fietsen. Als we fietsen, ligt het tempo wat hoger. We bewonderen enorm veel villa’s en dure auto’s in het voorbijgaan. Het gaat goed met het fietscomputertje. Vanaf nu zullen we elk uur minstens 1 keer denken: hier zijn we nog nooit geweest! We hebben nu een route door Garmin laten maken, terwijl we voorgaande jaren via routeknooppunten of een route.nl-route hadden. Die houden geen rekening met racefietsers en Garmin blijkbaar wel. Brede, snelle paden.

Uur 4: Door Driebergen gaat in tegenstelling tot 2 jaar geleden echt vanzelf. Er blijkt juist hier zo’n prachtige fietsstraat te bestaan. We komen bij Kasteel Sterkenburg. Een prachtig plaatje.

Vincent maakt de foto en hij filmt ook de échte Hotrod die langs scheurt. Helemaal geweldig. Het is een superdruk kruispunt in the middle of nowhere met auto’s’ motoren en stilstaande fietsers op het moment dat wij daar zijn. Maar wel verrassend mooi.

Daarna is de weg weer leeg. We scheuren naar de Lekdek toe. Intussen is het wel warm geworden. Niet te heet, maar prima.

We rijden over de Lekdijk en Vincent is op weg naar het Einde. Dat je het weet. Op de dijk kunnen we ook weer lekker doortrappen. Dat snappen wij: dijken.

We hangen even achter mensen met een gewone fiets, omdat zij ook naar het pontje moeten en dan merk je pas hoe traag dat gaat. Op het pontje kan je tegenwoordig ook pinnen.

Uur 5: Door Beusichem en daarna is erg bekend. Hier werd Vincent ooit een triatleet, toen hij met pijntjes toch doorzette. Nu schieten we langs de uitloopkippen en daarna over de weg die vernieuwd is. Twee jaar geleden een ramp, want de weg lag open en was slecht, nu een ruim, prachtig dubbelbaans fietspad. Het tempo ligt even heel erg hoog! Door Buurmalsen, dat is een lief dorpje. Dan de Linge over en het drukke en onoverzichtelijk Geldermalsen door. Een mevrouw op een e-bike zit ons 3 keer in de weg, de vierde keer stoppen wij voor een échte Ferrari in het wild.

We zijn dan altijd opeens razendsnel in Waardenburg. De rest van het vijfde uur gaat op aan auto’s kijken bij ThijsTimmermans. En kletsen met de eigenaar van een Alpine, die thuis ook nog een race-Lotus heeft staan.

Ik vind de blauwe Ferrari alleen maar mooi omdat ie goed bij mijn fiets past!

Uur 6: Vincent trakteert bij de McDonalds. Er zijn helaas geen pannekoeken meer, dus ik eet ook friet. Hij neemt de rugzak over. We volgen Darragh die in Ierland van zuid naar noord loopt met een buggy vol spulletjes. Als wij denken dat we iets stoers doen, zet hij ons met zijn besjes verzamelen, karretje omhoog duwen en wisselende weersomstandigheden wel weer even op onze plek. De brug bij Waardenburg over.

Mijn telefoon/horloge/een apparaat bemoeit zich met de route. Die kletst mega irritant mee. Er staat niks open en toch geleuter. Ik heb het gevoel dat ik lek rij achter. En voel me niet senang door al die auto-geluiden als we langs de snelweg doorstomen achter de Lucht langs. Een man stayers achter ons aan. Niet mijn beste uurtje. We vinden wel weer een heel fijn fietspad naar Hedel en gaan daar de ‘misselijke’ brug over. Brabant in. Vincent zit precies dan op 90 kilometer. Zijn afstand. We rijden ‘s Hertogenbosch in. Dat gaat met een breed fietspad altijd eigenlijk best goed. Langs het station.

We komen ineens in de natuur uit. Langs het water, ik weet niet welk. Onder een snelweg door. Weer een heel stuk: hier zijn we nog nooit geweest. Dan komen we in Vught. Een stuk onverhard, een stuk door een woonwijk slingerend, zoekend naar de weg: weinig succesvol, dat Vught. De wegen zijn slecht: hobbelig en lastig. Ik had gehoopt op een snelle route naar Eindhoven, maar we moeten door het Brabantse achterland. Vincent heeft het lastig en hij kan niet zo hard. We gaan door Esch en door naar Boxtel. We willen wel een bankje, maar het is er niet. Als ik er voor rem, heeft Vincent ‘m gemist. Ik weet wel wat het is: het is nog een heel eind, we eten te weinig en met het wisselen van de rugzak is de balans veranderd. We rijden door Boxtel en ook dat is met klinkertjes en heen en weer over het spoor lastig.

Uur 7: We rijden langs Lennisheuvel, waar we twee jaar geleden moesten schuilen. Ik ga nu elke keer vooruit. De kilometers tellen op. De tijd inmiddels ook wel een beetje. We doen geen spelletjes onderweg, ik vind het prima om alleen maar met fietsen bezig te zijn en met de route. Niet teveel afleiding. We komen een bijzonder bord tegen wat vermeld dat bij regen het fietspad onder water kan staan. We hadden er moeten plassen… Met 130 kilometer om half 5 zijn we in Oirschot en ik zie een winkel en daar stoppen we. Ik haal zure matten, appelkoeken en 2 flesjes cola bij de AH, die we in het zonnetje opeten.

Vincent wil wel mee door naar België, daar is geen twijfel over. Maar terug naar Veldhoven is dan te veel van het goeie. We bellen Rob dat hij ons moet komen ophalen bij de Achelse Kluis. Ik laat mijn moeder weten dat we daarna bij hun friet komen eten. We gaan de McDonalds in Veldhoven overslaan, want Vincent is klaar met frietjes. Ik hoop op een snel fietspad naar Eindhoven, maar ik kom bedrogen uit. De dijk is slecht en we zien geen eens een overstekende tank! Ik heb de rugzak weer, dus die balans klopt weer en de cola en suikers zorgen ook dat het weer beter lukt.

uur 8: Eindelijk op het fietspad langs het kanaal!

Er komt een vliegtuig heel laag over. Meerhoven door en dan over de grote rotonde bovenlangs.

Mijn vader denkt dat we anders naar België zouden moeten rijden, maar het is al moeilijk genoeg om de route te blijven volgen. We maken een ander ommetje door Veldhoven en onder langs Eindhoven. Omdat ik hier ook een beetje de weg ken. Het is ongelooflijk raar om de weg die ik duizenden keren naar de middelbare school heb gefietst met Vincent op een tijdritfiets te rijden. Zelfs Vincent snapt dat! Langs de Campus, onder de snelweg door en voilà: daar is een prachtig fietspad op het oude spoorlijntje. Tempo maken gaat vanzelf!

Net als langs de Soesterduinen, maar dan nog breder: mooi, makkelijk en heerlijk! We komen in Valkenswaard en daar moeten we langs afgesloten wegen. Hoe lastig is dat als je er al 150 kilometer op hebt zitten! Ik volg een brommertje en we komen op de Markt. Een beetje emotioneel, want hier vertrokken we met de verkenners. We komen langs half bekende plekken. We zien kano’s en dan de Maastrichter weg op, rechtstreeks naar Belgie. Vincent krijgt er weer helemaal zin in!

uur 9: Ik zie de Achelse Kluis al liggen en we twijfelen even wanneer we de grens over rijden. Om kwart over 6 staan de fietsen tegen de grenspaal aan: voorwiel in België, achterwiel in Nederland.

We doen een plas op de grens. Ik moest al een hele tijd. Rob komt onze kant op en is vlakbij, maar hij is er nog niet. Wij rijden een stukje België door, op naar Achel en weer terug.

Maar we nemen een verkeerde afslag, want we zijn moe en we hebben al 170km gefietst. Mijn moeder appt wanneer we willen eten en Vincent ziet nog auto’s die hij wil fotograferen. Het duurt even over een paar sjachereinige bospaden en dan zitten we op 175 kilometer en zijn we weer bij de Achelse Kluis.

We zijn bijna 10 uur onderweg geweest, waarvan we net geen 7 uur hebben gefietst. Ik heb een gemiddelde van 25,5 en Vincent van 25. Ligt er dus aan hoe je ‘aftopt’. Dat is een flinke verbetering ten opzichte van de racefiets! Ik ben helemaal gewend geraakt aan de tijdritfiets. We laden de fietsen op de auto en gaan in Veldhoven frietjes eten, chocomelk drinken en miniatuurvliegtuigen bewonderen. Pas als het donker is, gaan we weer terug naar Almere. Ik heb wat schuurplekken, want ik was wel ongesteld vandaag. Verder valt het geloof ik wel mee.

3 augustus. het werd een stukje wandelen.

Een saaie begrafenis van een tante van Rob die ik nooit heb gezien, even wat langer blijven slapen en huishouden doen en nog wat menstruatie en toen had ik s avonds echt geen zin meer om een wetsuit aan te trekken. En dan bedoel ik dus écht totaal helemaal mega niet-niet geen enkele zin. We moesten nog naar de winkel, dus toen zijn Rob en ik even lekker gaan wandelen voor een frisse neus na het benauwde begrafenis kerkje.

Hebben anderen dat ook, dat het soms zomaar loopt dat het opeens niet past in de dag? 99 van de 100 keer plan ik mijn dag rondom de sport en ik vind dit dan een rotdag omdat het niet lukt. Dat vroeg ik aan Annemarie en ze reageerde binnen een half uur dat iedereen dat wel eens heeft. Dat dagen soms anders lopen en dat dat er ook mag zijn. Ze hoopt dat ik dan uitgerust ben voor de training van morgen. Ze sluit af met de woorden dat ik deze training niet hoeft in te halen en gewoon even moet laten schieten. She knows me ☺️
Ik vind dagen zoals deze vermoeiender dan wanneer dat wel weer allemaal past. Nou ja, als het zwemmen dan niet lukt de 14de, dan ben ik vandaag toch in het kerkje van Maarsbergen geweest! Geloof is een mooi ding, jammer dat zulk cultuurgoed letterlijk uitsterft.

4 augustus – Een trail met een groepje helden, maar ik laat me met mijn goeie benen eens een keer niet intimideren!

Gisteravond vroeg ik of ik mee mocht aan PL en hij ging met 2 mensen die normaliter ietsje sneller zijn dan ik, maar volgens hem kunnen ze zich aanpassen. Ik heb de route en ik zie wel. Ik moet om half 9 al bij de Groene Afslag zijn. Ik vind dat vroeg, maar goed… Het hek is dicht en ik moet de auto verderop op de P&R parkeren. Ik zie de anderen al en het worden er steeds meer! Uiteindelijk staan daar geen 4, maar wel 6 mensen. Ik heb besloten dat als ik iedereen ophoud, ze zelf verder mogen. Ik ga met E mee lopen, vooraan en ik weet altijd binnen een kilometer hoe het er bij staat en hoe het loopt en dit is top! Mijn schoenveter zit een beetje ongelijk, maar verder voel ik geen enkele moeite of pijntje of last of wat dan ook. Door al die mensen die hardlopend topprestaties leveren in lengte of snelheid laat ik me ook niet meer imponeren. Ik liep 3 weken geleden de marathon en wacht eens even… misschien is dit wel supercompensatie! Of de rustdag van gister, dat kan ook. ☺️ Het enige nadeeltje is dat mijn horloge niet meer ‘vanzelf’ op pauze gaat als we stilstaan. En E en ik lopen al snel een ‘iets andere route’, hihi. Maar bij het poortje zijn we weer bij elkaar. We lopen over de prachtige heide.

Het is er nog stil. Ik loop waarachtig te genieten! En ik ben absoluut niet de langzaamste! De brug op ben ik zelfs de snellere. Kan ik toch iets… Zodra we stoppen, drink ik maar meteen. Ik loop te kletsen met G. Zij is superslank en megasnel en woont naar volle tevredenheid in Oosterwold. Ik vertel dat ik een kwart triatlon doe; dat klopt toch?! 😇 In alle vroegte lopen we achter de camping van het Franse Kamp langs. Weet je, ik ken hier de weg eigenlijk wel, maar het is allemaal bos.

Ik loop ook een tijdje aan PL uit te leggen hoe het Lausitzer Seenland een Oost-Duits voorbeeld is van de overheersing. Wat ik grappig vind aan dit soort loopjes is dat je dan opeens weer op een bekend punt bent. En toen kwamen we langs bruggetjes en het was ontzettend mooi.

Ik was een beetje verbijsterd hoe snel ik dan aan de andere kant ben! Het lijkt zomaar opeens gebeurd te zijn. Grappig dat PL dezelfde ervaring heeft: het gaat zo gemakkelijk en gemoedelijk en het gaat op de een of andere manier snel. Niet enorm qua tempo, maar je ziet dingen en komt langs plekken en dat rijgt zich dan aan elkaar. We komen langs mijn lievelingsplek, de rododendrons. Ik had gister niet gedacht hier terecht te zullen komen en vanmorgen eigenlijk ook niet, dat ik dat zomaar zou kunnen. Het mooiste paadje van het Gooi heeft een lieflijke verrassing: er staat een paardje onder het brugje.

Ik neem eventjes de weg in plaats van over het veld, zodat ik snel een plasje kan doen op een hoekje. Verder hoeft ik helemaal niet en we zitten al op 10 kilometer! Ik denk ook: misschien is het pas 10 kilometer en nog niet eens de helft, maar straks zie ik wel. Ik heb de escape dat ik na 14 km mijn eigen weg kan gaan, dat heb ik al gezegd. We komen door het prachtige Spanderswoud. Altijd mooi. Ik praat even met megatrailheld RM. Over de Great Escape vorig jaar. RM is flink verkouden. Het wordt drukker op de hei, veel andere hardlopers ook. Ik voel me superkalm en loop makkelijk en lekker. Het is niet te warm of te koud, ik heb in kleine hapjes gellies gegeten (RM loopt op gevulde koeken!!). Ik besluit niet alleen verder te gaan. Met deze mensen hou ik het prima uit! De vlonders zijn toch ondergelopen. En natte voeten halen is oke, maar waarom zou ik?! Dit groepje houdt rekening met elkaar, wacht op elkaar en PL let op iedereen. Zo anders, zo enorm anders als vorige week!

Ik loop met RM de brug over, wederom zonder een greintje moeite. We steken aan de andere kant de hei over. Ik vertel RM ban Darragh. Die rent intussen Ierland van zuid naar noord door met een buggy vol spullen. Als wij denken dat we helden zijn… Ik ga dadelijk met gemak de halve marathon vol maken en het kan me echt niks schelen hoe lang ik daar over doe. Ondanks dat ik de laatste dagen slecht eet, hoef ik niet de bosjes in en dat stemt me blij.

Nog een stukje door het bos en ik loop met PL de route uit, als G en RM even lekker sprinten. Er zitten bijna 18km op en niemand doet moeilijk dat ik nog een stukje extra ga. Ik zeg dat ik 22km moet en RM vraagt van wie en dan prijs ik Annemarie even de hemel in. Ik neem een gellie, drink het laatste flaconnetje leeg en ga weer op weg. De route tot de brug en terug doe ik gewoon nog een keertje. Kan ik volgen. Ik vind de rust ook fijn. Ik kan goed met mezelf.

En de heide blijft even mooi. Ik mis het bankje wel: heb het leven lief, maar ik ga niet zwerven nu. Ook nu loop ik makkelijk. Ik hoef ook niks he, niet snel of verbeteren of iets, ik moet gewoon de 22 kilometer vol maken. Ik doe volgens het horloge 2 uur en iets van 12 minuten over de halve marathon, maar ondertussen zaten er natuurlijk wel stops in. Ik vind het tempo met 6:15 veel hoger liggen dan ik gedacht had te kunnen. Ik merk wel dat het iets meer zal worden dan 22 kilometer, want ik ben er nog niet.

Ergens bij 22,5 kilometer moet ik toch naar de WC. Balen, maar ik probeer het weg te denken en dat lukt behoorlijk goed. Er is toch teveel warme heide om ergens te kunnen gaan zitten. Weet je, alles is gewoon GOED. Mijn benen doen het, ik werk, mijn hoofd werkt mee, geen last van mijn knieën of mijn enkel of nare gedachten. Gewoon zijn, in the moment, mijn eigen kleine heldendaad: de halve marathon weer voorbij. Ik ben met 23,75 kilometer weer bij de Groene Afslag en ik zie de fiets nog staan. Zij gingen nog iets drinken en zijn er dus nog. Ik loop 24 kilometer vol en dan krijg ik van hun de overgebleven worteltjestaart. Superheerlijk!!

Ik hoef al niet meer naar de WC. Ik heb geen moeite met opstaan of naar de auto lopen of met wat dan ook. Ik ben niet eens echt heel erg moe of verhit. Het gemiddelde tempo is 6:12 en zelfs met alle rust is het 6:45 gemiddeld nog altijd. Ik vind dat veel beter als ik had gedacht! Ik verheug me op het bouwen met de Lego samen met Rob. Ik drink de Fristi op en thuis eet ik gewoon brood bij. Ik heb wel meer trek de afgelopen dagen. Al met al heb ik de afgelopen week met alles er op en er aan 16,5 uur gesport. Waarvan 14 uur aan de triatlonsporten. De geweldige opscheppers met hun beastweeks zullen wel veel meer hebben gedaan, maar ze zetten het nergens neer, behalve dat ze heel veel doen. Darragh, mensen: die doet veel en is een megaheld die zijn kapotte voeten op aanraden van de monniken in een heilige bron mag wassen. Lego bouwen is heerlijk rustgevend en net als het hardlopen veel te snel voorbij.

maandag 5 augustus ZIEK

Terwijl mensen hun beastweeks uitvoeren, sponsors zoeke, in de duurste camper 6 weken vakantie hebben en ongetraind 400km ‘zelfvoorzienend’ fietsen is het hier mis. Mijn hoofd snapt er niks van: gister een prima 25km gelopen zonder moeite, maar vanmnacht al keelpijn en hele snelle temperatuurwisselen. Zweten, koud. Veel werk kwam er niet uit mijn handen. En ik werd er zo moe van! Spierpijn in mijn benen. En een peesplaat rechts die trekt. Na het werk op de energieloos. Veel te weinig energie. Maar Garmin zegt dat het oke is. Rusthartslag 43, slaapscore 88. Ik ben warm en vergeet de was te doen. Ik heb geen trek. 38,1. “Dat is geen koorts he mama” Ik hoor het hem nog vragen, ergens in juni. Die zorg er ook nog bij. Hij mag niet ziek worden. Ik wil naar buiten. De 30 dagen-half uur volmaken. We wandelen naar de bootcamp die Vincent wel doet: my hero. Samen met Daragh Morgan is hij de strohalm. Ik loop alleen terug.

Ik snap het niet: wat is er gebeurd? Waarom gister rondhuppelen en vandaag na 1,5km al wankelig lopen en doodmoe zijn? Verdomme. Het kan me niet meer schelen hoe geweldig iedereen is, ik kan maar net de trap op en de koorts loopt op naar 38,7. Serieus sjit.

Vooral dat ik het zo niet kan snappen, zo niks uit mijn hoofd komt. Laat deze week maar zitten. Ik app het morgen wel naar Annemarie. Ik voel me te moe, te rot, te suffig, te klote om me ergens druk over te maken. Alleen misschien die peesplaat. Als het even doordringt. Of dat ik woensdag niet naar Leiden kan. Maar dat ik volgende week de wedstrijd moet doen. Ik voel me niet zielig. Zelfs daar ben ik te moe voor.

6 augustus – COVID ZIEK

En toen had ik ineens een positieve COVID test vast! Waar kwam dat dan weer vandaan? Echt een onaangename verrassing. 

Paar problemen bij ziekte Covid, zoals ik die had:

  • Ik heb het koud. Iedereen heeft het warm. Het schijnt buiten 28 graden te zij.  Boven in de slaapkamer is het benauwd. Maar de enige plek waar ik het warm heb is onder de overkapping. Veertig graden plus. Ik lig met een jasje aan onder twee dekens. En dan opeens zweet ik het tentje weer uit. Totaal ontregeld. Helemaal. 
  • Ik verveel me overdag. Maar mijn hoofd kan helemaal niks. Lezen lukt nog net. puzzelen en een woord opschrijven met de letters in de goede volgorde kost denkkracht. Daar val ik van in slaap. TV kijken is ook al zo idioot vermoeiend. Dan kom ik de trap niet op. Omdat ik daar over na moet denken. Ik lees een appje, maar antwoorden en dat bedenken kost me uren. Dat voelt zo raar, zo afgesloten. 
  • In mindere mate: spierpijn in mijn bovenarmen, wat hoesten en een beetje snotterig. Koorts is overdag weg, maar vanaf half 4 gaat het bergafwaarts. ‘s Avonds toch weer 38,1. 
  • Zorgen om Vincent. En een soort gelatenheid. Ik denk toch dat ik het van RM heb, maar zijn test was negatief. 
  • Goed: ik eet, heb honger, drink gemberthee. Sporten mis ik niet, ik kan deze week missen. Ik zat er goed in. De enige die me raakt, écht raakt, ís Daragh. 

7 aug Nog ZIEK

Ik slaap op de bank, zodat Rob dit hopelijk niet ook krijgt. Slapen op de bank met veel licht en niet zo lekker liggen als op een matras werkt niet zo goed.

9:40 – 37,7. Douchen en 1,5/2 uur slapen

14:10 – 37,6. Ik voel me wel beter! 

16:05 – 37,5

Maar ik voel me slapper. Misschien omdat ik het zat ben. 

Denken, slapen lukt niet goed; Eten, temperatuursensor weer gerepareerd

19:50 – 38,4 Ik voel me ziek. 

Gewoon alles doet pijn en gloeit en totale futloosheid Kon weinig eten. Geen zin. Kost teveel moeite.  De kilte is terug. Slapen helpt niet. Ik kan niet liggen. Ik ben boos en geirriteeerd. Omdat ik niet eens met mama kan bellen. Het wordt nu irritant. Met 38,7 om half negen naar bed

8-08

Muziek aangezet in de avond. Extreem moe en ziek. 2 ibuprofens hielpen nauwelijks. Alles deed zeer, niks speciaal, maar algeheel ellendig. Rob sliep op de bank. Kon niet interpreteren wat ik hoorde of hoe laat Vincent thuis kwam. 

Goed en diep geslapen tot iets van half 3? Geen idee. Maar ik was kletsnat van het zweten. De koorts was weg: 37,1 beetje keelpijn alleen nog maar. 1 ibuprofen. Schone spullen aan gedaan. 

Om half 5 weer kleddernat wakker. Weer gewisseld. Al dacht ik dat het half 6 was, maar toen was ik weer wakker en nat. Temperatuur gedaald tot 37 graden. Nu maar zonder pyjama meer in de deken gewikkeld.  En ook daar nog een keer liggen zweten. 

Ik ben frisser in mijn hoofd. De koorts is echt weg met 36,8

Vandaag nog maar flink rusten en nu denk ik wel dat het weer goed kan komen. 

12:00 Ontbijten, opruimen, de wasmachine aanzetten, half uurtje rusten, douchen, met de manager van het werk bellen en ik zit te zweten en ben er erg moe van. Wel helder gelukkig. 38 graden. Bljek. 

13:50 37,4 rust en eten enzo. Gelukkig blijft mijn hoofd helder. Na het strijken even wat verhoging. Ik wilde vandaag alleen maar de was opruimen. Er is niets meer namelijk.

Rob zegt doe rustig aan, maar ze zijn te gewend dat ondergoed vanzelf in de kast ligt. En dat stadium is voorbij. Ik ruim op (oefening 1), strijk mijn en Vincents spullen (oefening 2) en tot slot Robs shirts. Ik zweet er van! Verhoging, maar geen koorts en moe. Maar ik erger me tenminste weer en ik blijf helder in mijn hoofd. Niet een snelle denker, maar ik snap het tenminste weer! Het blijkt donderdag te zijn 😌 ik eet weer gewoon mee.

Om 18:00 weer 37,5

21:11 ik voel het al: 38,4. Ik voel me weer slap en suffig en krijg spierpijn. Op tijd naar bed maar weer. Ik kan nog net Femke Bol kijken.

9 augeen wandeling

De hele nacht doorgeslapen op 2 ibuprofens. Moeiteloos. Zweteloos. Pijnloos. Hoofdpijn van weinig drinken. 

Balen dat Rob nu ziek is. maar ik heb 36,9 en het voelt ook weer zo. Beetje ‘gewone’ pijntjes: licht hoestje, gevoelig hoofd en vooral last van alle aften. Die doen pijn. Ik ben weer opgeknapt! Slaapscore weer hoog, rusthartslag weer laag en denknivo weer normaal. 

‘s Avonds gaan Vincent en ik een stukje wandelen. Het gaat helemaal niet snel, totaal niet zelfs. Maar het kost ook niet extreem veel moeite. Het gaat gewoon stap voor stap en ik geniet en kijk. Bij het Oostvaarderscentrum en bij de bult. Ik wil wel 5km vol maken. We lopen te kletsen.

10 augustus. Fietsen en zwemmen – het stelt niet veel voor, maar is wel prettig.

Van niet sporten word ik prikkelbaar. Heel erg. Gelukkig knapt Rob sneller op en blijft Vincent oke. Ik heb vannacht heel erg slecht geslapen (ik zag het 3 uur worden) en dat maakt ook niet dat ik me beter voel. Daarbij is het warm aan het worden in Nederland. Ik zit wat te lezen op de bank en ‘s middags na het eten gaat Vincent weer werken. Ik ga fietsen. Dat is te doen qua inspanning en ik hoef niet snel ofzo. Ik zou vandaag 150km moeten fietsen, maar dat wordt het zeker niet!! Ik wilde zo graag weer iets doen! En dat moest ook, want ik werd wel erg sachereinig. Ik heb dus heel voorzichtig de racefiets gepakt. Ik vergat de handschoenentjes! Het was net of ik wekenlang niets had gedaan. En het was fijn om de wind te voelen en zo. Het ging wel echt traag, vooral omdat ik ook daar best hard voor moest werken qua gevoel. Door de stad, beetje de weg zoeken. Ik nam een leuk nieuw fietspad door parkwijk bij MvdB langs. Ik dacht: het gaat prima, maar ik moet gewoon niet overdrijven, dat is allemaal zo zinloos. En bij de Lepelaarsplas ging ik ook even rusten. Het is te idioot dat dat nodig is, maar het was wel fijn.

Dan eventjes wind mee, maar dat is heel snel voorbij. Leuk voor het tempo, maar de inspanning bleef gewoon hetzelfde. En dan langs de plassen terug. Ik wilde mensen inhalen en toen werd er achter me gebeld, ik ga opzij, roept de racfefietser achter me: ik bel voor jou! Grappig hoor. Hij haalt me niet in en dat verbaast me dan weer enorm. Ik roep nog bedankt als ik de Evenaar op ga. Ik ben er moe van. Ik maak wel 25km vol. Gekkigheid. De conditie zit er nog in, maar het vuur is even weg. Ziek zijn kost veel kracht in mijn geval.

Daarna ben ik gaan zwemmen. Dan heb ik ontzettend veel zin in zwemmen en dan toch: overdonderd als ik de auto parkeer. Kom op, ik ben nog ziek denk ik, wat doe ik hier?!, dat gevoel. Maar niks niet lopen janken. Ik doe even baan 1 maar dat is niks, dus naar baan 2. Inzwemmen met achtje en alles met achtje. Rustig aan. Achter schreeuwer R aan, achter MB en met SK en A.
We doen 3×300 met banen sneller. R voorop en daarna MB. Dan ik. Het gaat wel hoor. nIet geweldig, maar het gaat eigenlijk prima. Ik let goed op het insteken van mijn arm en omlaag steken van mijn hand. Dan 100m lange slagen. Daarna 2 keer 200 met eerst 50langzaam-50 snel (2 keer) en ik doe om en om. Niet echt goed, maar ik doe het gewoon op mijn manier. Ik voel vanaf een half uurtje dat ik moe word. Het is niet abnormaal, maar wel net teveel. en ik moet gewoon geen enkele grens oversteken nu. Het maakt niet uit: ik hoef alleen maar de finishes te halen. Ik ga er uit en doe in baan 1 nog 50m zonder achtje, maar ik heb geen zin om de 100m vol te maken.

11 augustus Fietsen, da’s toch het “veiligste”

Dat ging alweer beter dan gisteren! Er zat meer kracht en energie in. Niet vanzelf, dat nog lang niet, maar wel iets meer animo. En dat na een ‘drukke’ dag met afspraken, naar de Run2Day gaan, huishouden enzovoorts. Toch maar even gaan fietsen. Lekker wind mee en rust en muziek op. Ik vond het wel lekker rustig op de dijk.

Door de stad gegaan en misschien stond er ook niet zoveel wind als gisteren, maar ik had er ook geen last van. Met moeite besloten nog maar niet te gaan hardlopen, al heb ik het gevoel dat ik het zou kunnen. Maar zuinig en voorzichtig zijn is nu het belangrijkste. Dit was geen beste week met heel veel rode trainingen. Met koorts. En Covid. Uithuilen en opnieuw beginnen.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2024-19

Zondag 21 juli: Reisdag met krachttoer-inpakken en wandelen in Almere.

Het is altijd een hele toer om alles in te pakken en net even af te maken en op te leveren. De was afhalen, de spullen naar de auto brengen, de laatste spullen bij elkaar pakken, schoonmaken, bedden afhalen, de handafwas. We begonnen voor half 8 en om 9 uur konden we weg. In het kader van elke-dag-30-minuten-bewegen, neem ik de inpakactie op als krachttraining in Garmin. Overigens heb ik weer nergens last van! Ik voel geen gekke pijntjes of vermoeidheid zelfs.
De vrouw die voor het huis zorgt -we noemen haar Vrouw Holle- heeft opgezocht wat voor wedstrijd we deden en vraagt hoe het gaat. Ik vertel haar dat Vincent derde werd en laat de foto zien. Ze roept uit: “Er Hat zich eine Urkunde, er is Wirklich Gut!” Ik zwijg over mijn oorkonde, want hoe leg ik dat uit in het Duits, maar het daagt me: deze voormalige Oost-Duitsers, dit hardwerkende volk is onder de indruk van een oorkonde! Wat wij een printje of een papiertje zouden noemen, is voor hun een bewijs dat je iets kan. Dan laten we het kerkje van Brieske voor het laatst achter ons.

We kunnen met zijn drieën rijden. Rob een stuk, Vincent onder Berlijn langs en als ik rij is er natuurlijk een beetje file. Ik rij tot de voormalige grens. Je hebt ook genoeg tijd om achterin bij te komen en lekker veel te eten en vooral veel drinken. We hebben alle combinaties met zitplekken gehad: wie rijdt, voorin zit en achterin zit. Het gaat best heel soepel allemaal. We hebben alle tijd om te plassen en te wisselen. Ergens waait het heel hard en dreigen er buien.

Natuurlijk krijg ik de regen, maar het valt erg mee. Ik rij tot de grens met Nederland. Altijd lastig om dan weer als een slak te gaan rijden. Het is koud in Nederland. Ik vind het overal koud en dat is lastig, want ik heb het altijd te warm gehad. Volgens de warmte-adaptie van Garmin zit ik op 60%. Dat is mooi hoog. Om half 6 zijn we weer in Almere. Dan volgt het uitpakken en opruimen. Onder begeleiding van 3 katten die ons blijkbaar gemist hebben. In Nederland is het benauwend. Alles is met een paar uur helemaal opgeruimd en ook de was is gedaan. Dat was nauwelijks wat, omdat ik alles in Duitsland al had gedaan! We gaan toch eventjes een stukje wandelen, Rob en ik. Even een frisse neus halen. Het is best groen hier.

22 juli – Werken en hardlopen
Ik word vroeg wakker met alsnog de angst voor het vallen. Gek he, kom je tot rust, begint die angst. Verder slaap ik weer heerlijk. Op een Stekker na die in bed komt mauwen midden in de nacht om te laten horen dat hij zo blij is dat we er weer zijn. Ik heb het niet warm. Ik ga naar het kantoor in Almere om te werken. Dat is wel fijn, want dan kan ik me op het werk concentreren. Ik doe een hoop kleine dingen en je zit er ook snel weer in. Het is nu overal vakantie, dus rustig; maar dat geeft de mogelijkheid om allemaal andere dingen op te pakken en vooruit te werken! Ik vind het grappig om te zeggen: “ik heb op vakantie een marathon gelopen en een triatlon gedaan en 100 kilometer naar Polen gefietst en 2 keer buiten gezwommen, maar het was een rustige vakantie en ook nog eens behoorlijk warm tussen Berlijn en Senftenberg.” Zo voelt het ook: er was ook best veel kalmte met spelletjes doen en kleuren en we hebben Berlijn gezien en die gave fabriek en natuurlijk die enorm enge machine op hoogte. Het is weer een herinnering!
Mijn schema is nog niet helemaal af. Annemarie schrijft zelf dat ik nu off-sync loop, maar ze noemt me wel lief ‘het-beste-paard-van-stal’. Ik word daar onrustig van, want ik wil wel weten wat ik moet doen en wanneer de grote trainingen er aan komen. Het zal wel een hele puzzel zijn. Voor vandaag staat er een half uurtje lopen en bootcamp. Ik ben om half 6 thuis, we moeten wachten tot Vincent ook thuis is van zijn werk en het wordt laat en ik ben moe. Blijkbaar kost werken ook energie. Ik ga de bootcamp niet halen en wissel het graag in voor een spelletje Crew! Daarbij eet ik -dom- een stuk chocolade. Uiteindelijk ga ik hardlopen. Half uurtje, zo’n 5 kilometer. Het loopt niet lekker. Ik voel me zwaar en sloom.

Ik denk dat de weegschaal mij morgen letterlijk vertelt waarom dit zo ZWAAR was. Tjongejonge zeg. Moe-achtig, koel, trekkerige spieren in warempel de bovenbenen en sjokkerig, slepend. Miezertje. Mooie kleuren. Het OostvaardersCentrum in een soort sloop-rebuild fase. Er is een bankje geplaatst waar die niet hoort!!! Op een plek die rustig had moeten blijven, maar ik hoor er nu mensen zitten. Het hele lopen ging moeizaam en langzaam. Het kan niet altijd feest zijn. Zo krijg ik zin om weer te gaan dieten! Schijnt toch vermoeiend te zijn: werken. Wel een verrassend lage hartslag 🤷🏼‍♀️

Hier is het eigenlijk weer niet goed genoeg. Ik moet nu toch gewoon alweer hersteld zijn en ik moet vooral door met de trainingen. In Nederland moet er vanalles en dat hoefde op vakantie even niet.

23 juli – Onkruid wieden, fietsen en een tempotraining van de TVA zwemmen!

Soms heb je een workout met resultaat:

Vincent hielp met de rand in de voortuin en na 3 kwartier was het weer toonbaar.

Daarna ging ik fietsen ‘s middags met een vriendin, die dat al een paar keer had gevraagd en nu hadden we allebei tijd! Mijn racefiets moest even andere wielen en toen wilde zij bijtijds gaan omdat haar zoon kwam eten, dus we gingen al om half 5 en ik moest eigenlijk 100 minuten en we gingen een rondje oostvaardersplassen. (die zin is veel te lang!) Ik ging vertellen van de triatlon in Duitsland, vanaf het einde. We gingen niet zo hard. Het ging wel goed hoor. Ik deed maar even niks speciaals.

We stopten even bij de knardijk en toen hadden we even wind mee en toen moest ik nog vertellen van vincents herexamen. Ik bleef lekker ratelen. Kon zij fietsen! Hoefde ik me niet druk te maken over te langzaam of iets. Toen ging zij nog even kletsen. Ze werkte op Schiphol tijdens de storingen vorige week. Ik zat op anderhalf uur en ik vond het eigenlijk wel goed zo. Langzaam gemiddelde, geen opdracht gedaan en niet erg moe geworden. Blijkbaar kan ik toch iets meer dan ik denk, fysiek gezien zeg maar.

‘s Avonds gaan Vincent en ik naar het zwembad. Kijken of we het nog weten te vinden en of ze ons nog kennen bij de TVA 😉 Weer even vertrouwen bouwen en delen zonder achtje zwemmen in baan 2. Mijn eigen helft. 10 (leuke!) mensen in t zwembad. Geen hartslag band, schuurt teveel.
100m inzwemmen zonder achtje. Viel tegen. Voelt als moeilijk terug in Bornsdorf. Blauwe plek op knie. Ademhalen lukt niet.

Intervallen: lange rustige afstand met achtje, halve afstand 1 duurtempo ZONDER achtje, halve afstand 2 met achtje en inspanning hoog.
300-150-150
200-100-100
100-50-50
50-25-25
Dan 100-25ss-75-25ss-5025ss. Superlastig v00r wat betreft achtje-beleid. Dus veel zonder achtje!
Na 3 kwartier was de energie duidelijk minder. Altijd met dieeten. Er moet duidelijk weer wat af na de vakantie aan de kilo’s.
100-2×50-4×25. Geen zin meer. Tweede 50 achtje erbij.

100m uitzwemmen zonder achtje.
Zwembad was donker, kleedkamer ook.

24 juli – Een ‘rustdag’ met een wandeling door het pittoreske Leiden met de collega’s

Met de collega’s Jo, Ge, Jef naar de modelbouwwinkel waar ze lightsaber-spul hebben van precies de goeie dikte voor Jo. Met Ge gekletst. Snap ik hem weer iets beter. En veel drukte in de winkelstraat.

Ik dieet weer. Zuinig aan eten. Maar wel griesmeelcake van J!
Ik was vanmorgen mij OV kwijt. Paniek!! En heel vermoeiend.

25 juli – Een hardlooptraining die zelfs net niet NIKS is, het is allemaal onder de 10%

Het is wat saai op het werk met de vakanties. Ik heb overal een beetje pijntjes: knie rechts binnenkant, links buitenkant een dikke blauwe plek. Bovenbeen trekt even. Peesplaat schiet er even langs met een steek. Links of rechts. Ik ben ‘mistig’. En overdonderd door wat nog komen gaat: vooral aan trainingen, maar ook qua werk. En dan verveel ik me thuis ook een beetje.
Ik zag ontzettend op tegen intervallen. 25 minuten inlopen, 2×5-2×4-2×3 min hard (zone 4) en 2 min rust elke keer.
Er hangt een vochtige, drukkende lucht. Het gaat wel, het lopen, maar het voelt matig. Ik loop een stukje met een meneer op te kletsen die in zone 1 vecht te blijven. Hij doet ook aan zwemmen en fietsen, maar is nu even geblesseerd. Ik deed anderhalve week geleden de marathon, zo vertel ik en dan ga ik linksaf en hij rechtsaf. Overbekend. Maar wel een nieuw bankje en veel groen.

Naar de dijk. Net geen 4km in 25 minuten inlopen. Vervolgens net geen kilometer in 5 minuten. Het is allemaal net niet. En zo voelt het ook enorm. Allemaal ‘net niet’. Niet goed genoeg. Niet leuk genoeg. Niet makkelijk genoeg.

Over de dijk gaat een foto maken voor op doorrennen. Ambitie Ontbreekt. Ik haal de hartslag toch absoluut niet. Steekt op 152, waar 164 gewenst is. Dan poepen. Jawel, weer.

4 minuten gaan redelijk, fijne LmcK muziek. Stilte wel. Het gaat niet hard. Wel in vergelijk met de hartslag, maar niet met hoe het voelt. Het voelt alsof ik hard werk. I10km ook net niet in een uur.

‘k schrik me rot van een bellende fietser. Door mijn eigen huppeltje moet ik heel even lachen. Verder is het werken. Mooi donker, fijn licht, fijn tijdstip. Ik sla een rust over omdat het horloge lijkt te hangen. Vincent gaat het laatste stukje mee op de fiets na het autospotten.

Toch weer 12km in 6:10- dat valt mee, dat tempo dan weer. Maar het is het ook net niet.

Ik schrijf aan de trainster: er zijn 3 rode vlaggetjes die volgens mij aanduiden dat ik nog niet helemaal hersteld ben van een marathon:

  • niet zoveel zin en zeker niet in inspanning of uitdaging.
  • mijn hartslag gaat niet omhoog. Lukt gewoon niet. Komt niet in zone 4
  • tot slot is ook het tempo niet hoog. Niet in combinatie met de inspanning die ik voel. Wel in combinatie met de hartslag

Ik maak me daarbij bovenmatig zorgen dat ik geblesseerd raak. Ik was daar tot vorig jaar niet mee bezig en voelde me bijna onaantastbaar, maar tegenwoordig voel ik me oud en kwetsbaar.
Ze reageert of ik dan goed wil blijven voelen, want op wilskracht het lijf overrulen is een slecht idee en vraagt inderdaad om blessures.

26 juli – intervallen en de polder weer ‘omarmen’ op de tijdritfiets en buiten zwemmen in het Weerwater

Ik ging vanmorgen op de weegschaal staan en toen kwam de aap uit de mouw: 2 kilo eraf in 4 dagen. Vergt teveel van me. Ik eet vandaag weer meer. Broodje met hagelslag en kwark.

Ook bij t fietsen blijft de hartslag lager dan de bedoeling is. Ik moet weer even wennen aan de polder, de wind en vooral de fiets. In Duitsland met rem problemen en lekke banden, is dat zoek geraakt. Dus eerst wind mee op brede dijkpaden. Het begin is wat onwennig. Muziekje aan. Gelukkig kwam het weer terug.

De route was voor mij gek en niet van tevoren bedacht. Ik ging gewoon wat wegen in. Langs het vliegveld bijvoorbeeld. En dan rechtdoor. Nog nooit geweest.

Mij lukken deze intervallen (5x8hard-2rust) qua tempo en hoe het in mijn hoofd een beetje leuk wordt, omdat ik van mezelf maar 3 van de 5 intervallen mijn best hoeft te doen. De eerste wind mee- hard. Dat is ook wel s gaaf! En ik ging gewoon best hard voor mijn doen.

De tweede wind van zij en nieuwe onbekende wegen- ook hard. En ik ben gestopt voor een pauze. Op de Knardijk. In de wedstrijd ga ik wel door, maar nu train ik ‘slechts’.

De derde ging mis: fietspad ruk, afsnijpad nog slechter, landbouwvoertuigen op de weg, kruising. De derde tegen de wind in op een fietspad. Ideaal om mijn Best te doen! Kan ik de vijfde laten, maar toen koos ik dus nog lekker een keer wind mee en deed ik toch mijn best 😊 Terug naar de Knardijk. De route bleef inderdaad alsmaar welke kant mijn neus op wees.

Toen naar huis gefietst door het bos en ik was weer gewend aan de tijdritfiets. Drie uur niet volgemaakt, niet nodig, geen zin meer. Wel 80km gehaald en de route rond.
Net Tte weinig gegeten en gedronken, maar niet niks. Ik neem lekker M&Ms na het fietsen. Even de balans weer oppakken. Mijn linkerknie zeurde vandaag. Er zitten 2 blauwe/gele plekken op: 1 van een trap van het zwemmen vorige week bij de triatlon en 1 nieuwe uit het niks. Dat is balen. Ik ben blij met dit fietstempo. De cadans van 76/77 past het beste bij mij. Die voelt voor mij het soepelste.

Daarna gaan Vincent en ik samen zwemmen. Niet met alle snelle mensen mee, even de tijd en mogelijkheden aan onszelf houden. Hij de hele dag gewerkt, ik al gefietst. Achteraf voelde het zoveel leuker, makkelijker en sneller dan deze suffige superlangzame tijd van 2:24 per 100 meter. Echt een domper.
De eerste 750m heb ik het horloge niet uitgezet, dus dat klopt wel dat die langzaam zijn dan. We zouden 750 meter heen en weer 750 m terug zwemmen in eerste instantie. We hebben allebei hard echo geroepen onder de brug. Toen kwamen we bij de vuurtoren en het ging best goed. We zouden het brugje onderdoor gaan en toen verder naar het huisje. Zo onwijs stoer van Vincent dat hij doorzwom!
Ik gebruik mijn benen helemaal niet. Ik had het warme wetsuit aan gelukkig, ik vond het koud. teveel verwend in Duitsland denk ik. Kilometer in 25 minuten. Oei, dat is niks snel! Maar de keuze was toen: verder of terug. Volgens Vincent even ver, maar ik weet hoeveel plantjes er zijn en hoe ver het terug is over het Weerwater.
Wel genoten van zwemmen met Vincent over de Floriade. Hij wachtte netjes en bleef te zien. Ik merkte dat ik nog wat traumatisch was van de vorige keer dat de supersnelle zwemmers uit beeld waren. Dit brilletje is ook veel beter, ik zie nu alles ook. Samen onder de brugjes door en de zwaan langs. De plantjes vielen heel erg mee.
Toen het Weerwater oversteken. Ik bleef Vincent zien en we hadden een goede afspraak. Naar de rode boei. Ik had een goeie slag. En probeerde het maar eens met mijn benen. Ik was echt fier op
Vincent, dat hij zo ver zwom. Sorry trainer van hem, dat ik hem meesleur.
Daarna terug naar het strandje. Vincent lag te genieten en ik had echt een goeie slag! Heerlijk. Benen, ritme, uitademen, niet idioot veel moeite en geen last ergens van. Super teleurstellend dat het zo langzaam bleek te zijn achteraf. De 2700 aan de kant volgemaakt.
Twee jochies vroegen: waar hebben jullie gezwommen, Vincent zegt: om het eiland heen en ze zeggen gemeend: respect!

Heel blij dat ik samen met Vincent heb gezwommen! Stoere knul: zo ver zwemmen en op me wachten.
Het licht is erg mooi op het Weerwater. Ik ben erg koud bij het omkleden. Ik snotter nog lang na van het gepoedel buiten.

Kan ik even lekker klagen over mijn tempo en hoe ‘zielig’ ik wel niet ben en hoe ‘slecht’. Ik heb vandaag een enorme bak aan garminpunten gescoord: voor slapen, 30x bewegen, fietsen, zwemmen en een leuke voor zwemmen van de olympische spelen!

27 juli – Trailen met Vincent op het Oostvaardersveld.

We hebben het heel lang niet gedaan: onverhard lopen. Ik wilde niet te ver weg gaan. Niet zover reizen, wat weer veel moeite kost. Dan maar naar het Oostvaardersveld. We hebben dat ooit eerder samen gedaan, half of korter ofzo. Vincent moet 16 kilometer, ik mag wel 18 kilometer. De route is dus 17 kilometer 🙂 Maar als het niet goed voelt, mag ik vooral niks overbelasten. Goed blijven voelen. Ik eet op tijd, met net als gister lekker een boterham met hagelslag, naast het gezonde eten! Rugzakje vol met water, trailschoenen mee en voorzichtig over die stomme Trekweg rijden. Ik hoop 6:30jes te lopen.
Kilometer 1: Vincent stopt al bij de reuzevissen! Karpers. En voor een jongensstop. We gaan onder de tunnel door.

Ik voel het al meteen: dit gaat niet eens in de buurt van de zes-dertig komen! Dit wordt harken en stoempen en zwaar. Het voelt niks makkelijk of easy aan. Balen zeg. En dan is het ook nog eens onverhard! Tja, dat is trailen, maar ik ben het niet meer gewend. We stoppen voor een soort houten triangel. Dan denk ik: ohja, dat kan bij trailen. Jammer dat mijn horloge niet mee stopt.
Kilometer 2: we halen herinneringen op. Even lekker rechtdoor lopen. Over een bruggetje.

Het trailen went alweer. Ik moet me niks aantrekken van het tempo. Dan halen we de Picnic maar niet.
Kilometer 3: We maken veel ommetjes over het veld. Ik hou mijn ritme netjes vast. Ook als Vincent even wat drinkt. Hij haalt me wel weer in. Al gaat dat bij hem ook niet vanzelf.
Kilometer 4: de Kleine Praambult. Uitzicht op de trein en het vele groen.

Daarna verder over het zonovergoten veld. Nog steeds gaat het niet vanzelf. Maar het is niet anders. Ik weet weer wat trailen was. Gelukkig waren we allebei te gewend geraakt aan asfalt, snelle tijden en verwend met teveel gemak. Dit is even lekker werken! Loslaten hoe snel het zou moeten.
Kilometer 5: Langs de paarden, het water en vooral enorm in de zon.

We weten allebei niet of we de 17 kilometer wel gaan volmaken. Wel netjes op tijd blijven eten en drinken. Maar het is echt warm!
Kilometer 6: op en neer naar de vogelhut. Daar zitten vogels. Logisch, maar ik zou niet weten welke dat zijn! Ze vliegen op en neer en hebben nestjes in de vogelhut.

Kilometer 7 en 8: Ik kan hier wachten, zegt Vincent. We maken weer een soort heen en weertje en steken 2 keer de straat over. Dan komen we in hoog gras. Tot voorbij de enkels zeg maar. Het loopt zwaar. Nee beter: ZWAAR.

Nog steeds in de volle zon. Straks steken we dijk over en zullen we meer bos hebben. En minder gras zoals dit. De kilometertijd is erbarmelijk.
Kilometer 9: Oh, zijn we hier! We moeten de dijk op rennen. In de polder omhoog. We komen op de Knardijk en gaan even zitten op het bankje.

Ohja, dat kon ook met trailen! We kijken naar de route. Vincent wil bij 10 kilometer doorsteken, ik wil bij 12 kilometer doorsteken en een paar kilometer overslaan. Maar nu wordt het even gemakkelijk! Omlaag op de dijk en verhard. Warempel, een soort van ‘snelle’ kilometer. En bos.
Kilometer 10: modderig. Ik zeg: dit houden we. Vincent juicht, maar ik niet! Liever gras dan die glibberige, nare poldermodder. Vincent disagrees en kan me een kilometer lang naroepen dat ik ongelijk heb: er is weer gras. Langs het water.

Het is mooi, maar Vincent is het even zat. We zijn 70 minuten aan het rennen en daar zitten de pauzes dan niet bij.
kilometer 11: Het scheepswrak. Ik zie dat vanaf de fiets heel vaak en wil best een keer gaan kijken. Nu dan. Eventjes.

Het valt tegen. Hoeft ik nooit meer voor af te stappen. Vincent draait bij en is geen watje. Hij loopt met me mee.
Kilometer 12: Modder en gras tegelijk! Vinden we allebei niet leuk. Om de beurt. Maar wel bomen. Ik moet eten en plassen. Als ik stop om beide te doen, worden we lekgeprikt. Rennend eten is het ook niet door de modder en ik haat de muggen ook al. Maar het moet en na wat gescheld (op alles en elkaar) gaan we weer verder. Onder het spoor door.

Kilometer 13: ik neem me voor te blijven rennen. We hebben een brede, laten we zeggen ‘goed toegankelijk’ pad wat redelijk verhard is en er is wat schaduw. Vincent houdt de route in de gaten, want hier moeten we afsnijden. De paden die we zien, zijn wel erg begroeid en keuren we af. Een kilometer in 6:13!
Kilometer 14: Het afsnijd is al lastig begaanbaar, doordat er veel takken liggen en opgedroogde modder is. Ik jog wat. Maar als we dan weer op de route komen, blijkt dat 1 van die ‘onbegaanbare’ paden te zijn die we net nog afkeurden! Heuphoog gras. Begroeiing. Ik wandel wel, roept Vincent.

Ik jog er zoveel mogelijk doorheen, omdat ik er dan eerder vanaf hoop te zijn. Maar de brandnetels en het gras probeert je gewoon te vangen! In de zon natuurlijk. En ik ben moe. Van dat trailmoe. Kilometer 14 gaat in 9:40. Er zit een stukje pad bij!
Kilometer 15: zijn we er bijna?! We verwachten na elke bocht de parkeerplaats te zien. Er zijn een hoop bochten. Het pad is modderig, zanderig en er is gras. We horen de treinen en het kan echt niet meer ver zijn! Er zijn bordjes met aarde, zon en … energie opwekken. Nou, onze energie is wel op ja. Ik heb dus gewoon niet gepoept deze keer! Nu moet ik wel een beetje, maar ik ben vlak bij een WC.
Kilometer 16: We staan op een pad naar de dijk, wat opeens stopt!

Aan de andere kant gaat het pad verder en ik neem de weg en het pad en Vincent gaat onverhard de dijk af. We zijn bij de parkeerplaats en we rennen door naar het centrum. Ik hoefde eigenlijk niet eens! Via de parkeerplaats maken we 16 kilometer vol. Vincents training is compleet! Het was traag, de Picnic is al langs geweest (thanks Rob) en het was een hele tocht. We zijn bezweet en alles kriebelt.

Ohja, zo was het, dat trailen. Traag, avontuurlijk, zwaar, doorzetten, genieten en achteraf het allerleukst! ‘k heb wel last van mijn linkerbeen, net boven de knie, alsof er een blauwe plek zit. De compressiesokken zijn wel heerlijk verder! En ik ben moe. Ouderwets moe. Ik ben ook weer wat teleurgesteld: loop je 16km (traag, maar toch) en daar krijg ik 21 punten voor bij Weight Watchers. Met 4 gellies, 4 koekjes, 15 M&Ms en een beker chocomelk zijn er 20 op. Stom is dat. Mijn hartslag blijft op een gemiddelde van 127 steken. Dat is wel echt extreem laag. 10 Slagen onder zone 1 zelfs. Ik weet niet of dat goed is.

28 juli – Met de social ride van TriPro mee – geheel volgens verwachting 🙃 en een kort koppelloopje

Hier ben ik slecht in. Allemaal ‘geweldige’ mensen. Inclusief bladiebla, maar ze hebben me ooit afgewezen en zoiets vergeet ik niet. Ik vind JG een blaaskaak, MV een 🤬<PIEP>🤬, maar ik ga met MvdB mee. Als haar introducee. Voor haar. En ik daag mezelf uit: rijden in een groep. Fiets is klaar, ik ben op tijd op de Esplanade en heb het koud. MV keurt me nauwelijks een blik waardig en als JG komt gaat het al snel over alle fantastische trainingen die ze de komende week van 25 uur gaat doen. Anke is al klein. De rest ‘voelt de zware training nog van gister’ en ‘we gaan wel 35 rijden he’. Gelukkig mimed MvdB al snel ‘blablabla’, dat doet me echt goed. Ik heb weer een nieuwe blauwe plek, links net boven mijn knie, met veel adertjes. Ik zeg niks. Er zijn ook leuke mensen hoor: een lieve kleine meid (JG: waarom kom jij op je racefiets en niet op die tijdritfiets) en een Engelssprekende meneer (met tubalar wheels)
MvdB gaat voorop, want dan is het tempo niet te hoog en we rijden het Weerwater rond de andere kant langs (ivm een afsluiting). Ik klets met Jo. Een gewone atleet. Ze zijn er ook! Ze had de heuvels in Luxemburg verkeerd ingeschat. De route over de Floriade is ruk met alle steentjes en met een afwatering. Ik hou het bij. Ik ken de weg. Mijn knie zeurt niet. HobbeldebobbelHaven met de kerkklokken. Ik mag niet vooraan, geen goed shirt. Afwijzing deel II. TriPro afgedaan forever. Ik rij een beetje prima in the middle en handle het best goed. Maar eten en drinken vergeet ik. Ik rij met MvdB achter het kutte knipperlichtje onder de dikke billen. Kan er slecht tegen, dat lichtje. AutiAnkie.
Vlak voor Poldergarden stoppen we. Plassen!

We splitsen op. Langzame groep dus, daar ga ik met mee. Duidelijk. Allemaal vrouwen en 1 man. MV vooraan. Ik fiets met JK achteraan. JK is de held van de dag! Wat een top gozer! Running Solutions rocks. Ik antwoord op de vraag over de wedstrijd in Almere dat ik graag een keer onder de 6 uur zou komen op de halve triatlon. Niks aan gelogen. Maar ik zeg er ‘eerlijk’ bij dat me dat dit jaar niet gaat lukken. Ik wens het JK van harte toe, dat het beter weer is dit jaar. Niet zo heet als vorig jaar. De oostvaarders dijk was nog nooit zo boeiend, hoe hoog het tempo ook ligt (best fors). Hij woont in Hilversum en wordt vader en is een supergoede hardloper en hij gaat Vincent een keer helpen. Op de Knardijk vertel ik van Bornsdorf. Ik zie dat MvdB niet meer makkelijk kan aanhaken. Op de Praambult, op 50km is de pauze (58km voor mij). Weer plassen! En veel gekakel. Ben ik niet goed in. Harde muziek is sowieso een no-go. Ik wil snel weer door.

Ik stel MvdB voor samen verder te gaan. Haar tempo, ik rust. Ik eet en drink wat meer, maar liggen op de fiets in de groep doe ik niet. Alleen JK wacht even op ons, de rest racet weg. Social. Tot zo ver. Ik adem uit. Kunnen wij kletsen en ons eigen (nog steeds hoge) tempo doen op de lange weg wind mee. Vlak voor het Horsterwold zwaait MvdB af. No hard feelings at all! Absoluut niet! Zij hoeft maar 70km en moet nog hardlopen. Ik ken de weg en ik ben er heel goed in om mijn eigen ding te doen. In het Horsterwold geniet ik van het bos en de stilte. Ik eet en drink en hoor het piepje. Ook zonder muziek kan ik de Winkelweg af. Het blijft een apart stuk, maar ik heb de polder weer omarmd.

Ik heb geen idee van de tijd, dat is wel raar. Ik eet en drink netjes. Mijn tempo is niet eens heel erg slecht, al zeg ik het zelf. Ik kom op de dijk op het nieuwe snelwegfietspad en daar mis ik de groep. Nou, ik mis alleen het uit de wind houden. Maar ja, ik zal het toch echt zelf moeten doen in een wedstrijd ook. Fact. Dit gaat niet meer om het tempo of hoe hard ik ga, het gaat om de brug halen. Er is in dat hele stuk NIEMAND die mij inhaalt. Ik haal wel dagjesmensen in. Onder de brug door en dan ga ik uit verveling maar bootjes inhalen.

Ik heb nu de voeding weer op orde. Niet regelmatig, maar ik kan mezelf in dit rondje echt leren op momenten te gaan eten. Ik doe nog een paar keer een lange rit en dan moet ik dat maar gaan doen. Plekken verbinden aan eten. Ik lig en trap. Meer is het toch ook niet? Ik denk bij mezelf: waarom doe ik dit? Vind ik dit echt leuk? Zo niet, dan moet ik nu hier naar rechts en zo snel mogelijk naar huis. Of doe ik dit omdat het moet, omdat ik moet trainen? Ook dan kan ik de eerstvolgende afslag naar rechts pakken en dan haal ik de 100 kilometer ook en een groene training ook. Ik fiets rechtdoor terug om het rondje af te maken en de vier uur vol te maken. Ik vind het denk ik best leuk, al kan ik er niet de vinger op leggen wat dat precies is. De uitdaging, dat ik het kan, dat ik lekker mijn eigen invulling kan geven, dat het stoer is? Leuk genoeg. Ik ga naar de honderd kilometer toe. Net voorbij de manege.

Dan de stad weer in. Veel mensen, krappe bochten, slome fietsers, lichte vermoeidheid, beslissingen nemen. Vooral rond het kasteel echt druk en goed opletten. Ik ga net zo om het Weerwater als op de heenweg. Dan wordt het een mooier figuurtje 🙂 Na 98 kilometer ben ik weer op de Esplanade. Dat is wat het fietscomputertje gemeten heeft.

Ik zie dat ze op terras zitten en al drinken krijgen. Ze zijn er dus al even. Zij zien mij niet. Niet erg. Ik had ook niks verwacht. En dat klopt! Maar ik heb 107 kilometer gereden en ik moet er nog 8 naar huis. Het is warmer dan vanmorgen en ik ga harder dan vanmorgen en het is veel drukker dan vanmorgen op het Spoorbaanpad! Als ik wacht voor de bus in Almere Buiten, neem ik een gellie. Ik moet zo nog hardlopen namelijk. Ik had 111,11 kilometer wel leuk gevonden, maar het worden er 115 in totaal. In 4 uur en 4 minuten. Met een gemiddelde van 28,4. Ik weet dat het komt doordat ik in de groep van de snelheid heb geprofiteerd, maar ik heb ook zeker de helft alleen gereden!


Als ik thuis kom, zet ik de fiets weg. 3 van de 4 bidons zijn leeg. Matig. 7 fruit gellies op. Ik heb zin in een tosti! Maar eerst ga ik rennen. Mijn schoenen staan klaar. Ik hoeft niet eens langs de WC! Zo door in fietskleding. In de zon. Weer. Trouwens. Gewoon het ritme opgepakt. Maakt me niet uit hoe hard. Maakt me niet uit hoe. Is maar een kwartiertje. 2 rondjes om het park. Dan mag ik eten! Het is hardlopen. Het gaat vanzelf. Geen pijntjes, ook niet aan de linkerknie ofzo. De hartslag is weer ‘normaal’ hoog. Zoals het voelt.

Km 1 in 5:30. Ha! Zo kunnen het er drie worden. Schaduw. Spelende kids. Een kinderfietsje. Ronde 2. Pasritme verandert. Langere passen. Niet echt veel, maar het voelt zo. Zon. Fotootje.

Ik hou de telefoon vast, want die zat onhandig in de achterzak. Km 2 in 5:20! Grappig. Het voelt trager. Kids, koffers met mensen in de weg en auto’s met herrie. Bus. Net op tijd om over te steken, maar ik schrik van het pingeltje. Nog een rondje park red ik niet. Een half rondje. Mag kalmer, ik heb immers 18 minuten. Door! Het gaat gewoon erg goed. Zweet is prima. Ik moet nog ietsje verder langs huis. Gewoon rechtdoor. Km 3 is de snelste. En uitzetten. Terugwandelen. Ik heb zin in een tosti en chocolade. Het wordt een banaan en kwark.
Ben ik kapot van het fietsen en lopen? Nopes!
Heb ik genoeg gegeten en gedronken? Nopes!
Zijn de WW-punten op aan zeven gellies? Ja dus.
Ik neem nog een bakje chips en de koekjes. Stommepunten. Zondagmiddag op de bank.
De rest fietste veel harder. Van MvdB moet ik trotser zijn. Dat kan ik niet. Maar als ik kijk: ik heb deze week 36 kilometer hardgelopen en er is maar 1 hardlopende-dame-van-almere die meer heeft gedaan (die doen alleen maar hardlopen!!). Ik heb 14 uur en 21 minuten gesport aan zwemmen-fietsen-hardlopen. In de groep van train3sports veruit het meeste. Vaak doet Annemarie meer en misschien heeft die vandaag wel 8 uur gefietst, maar zij heeft vakantie! Ook bij de TVA sta ik in de top 10. Schep allemaal maar op met je 25 uur, met je loodzware trainingen, met je geweldigheid. Maar ik had een slechte week, zo net terug van vakantie, werken en met veel pijntjes om niks en een huishouden en boodschappen en een veel te lage hartslag. En afvallen. Ik hoef niet op te scheppen.

Non scale victories: afgevallen! De blog af! De was gedaan! De fiets is schoon! Met de groep geprobeerd! Op tijd naar bed gegaan!

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2024 – 18 a Bornsdorf Sprint Triatlon

19 juli – zwemmen in de Senftenberger See zonder wetsuit

Het is een kalme, wederom bloedhete vakantiedag. Vandaag hoef er niet zoveel. Ik werd vannacht 3 keer paniekerig wakker. 1 Keer omdat ik Stekker kwijt was in mijn dromen, de andere twee keer op hoogte. Verder voel ik me wel goed! Het lopen heb ik prima verwerkt. Ik heb wel elke keer overal een beetje pijntjes, maar niks wat beklijft of echt opspeelt. Ik kijk even op mijn werk, wat ik misschien niet had moeten doen, want ik verneem dat er nog een superlijve collega vertrekt. Voor hem geweldig en ik gun ‘m de wereld, maar ik vond hem net zo leuk! Ik blog en rommel wat en we spelen weer de Crew. ‘s Middags heb ik het onzalige idee om in de plaats van een selfmade triatlon te kijken of er geen echte is. Nu we toch hier zijn, is zwemmen, een rondje om de Senftenberger See fietsen en de 5 kilometer van gisteren nog een keer hardlopen natuurlijk wel gaaf. Vincent moet van zijn trainer dan 750 meter zwemmen. Ik zoek even en er is een triatlon hier in de omgeving op een uurtje rijden van ons vandaan. Kan dat echt?! Vincents trainer juicht het toe en die van mij…. die heeft niet veel in te brengen. Ik weet niet of het me gaat lukken, maar wie het niet probeert weet zeker dat het niet kan. We kunnen nog inschrijven op de dag zelf. Deal. Ben ik gek? Vast wel. Maar wie het niet probeert, weet ook niet waar de grens ligt toch?

Vincent moet zwemmen. Hij onderhandelt met het oog op de verdere plannen uit dat hij 3 keer 500 meter moet zwemmen. Het water is inmiddels 23 of 24 graden en dan is een wetsuit dus echt uitgesloten. We gaan in trisuit en wandelen op (te kleine) slippertjes naar het strand toe. Zelfs dat is al warm genoeg om dadelijk lekker in het water te kunnen springen!

Brilletje op, boei mee en ik neem ook mijn achtje mee! We spreken af dat we dezelfde route zwemmen als vorige week en dat Vincent na elke 500 meter zal wachten. Het duurt even voor we in het water liggen. maar dan is het doorzwemmen. Ik vind het wel lekker, maar nu meet ook Vincents horloge goed en is 500 meter een behoorlijk stuk! Ik doe er best lang over, zo zonder steun van een wetsuit. Ik heb dan minder drijfvermogen. Kan Vincent langer pauzeren. Je voelt zonder wetsuit veel beter de verschillen in watertemperatuur. Nog een keer 500 meter. Ik kom precies op 1000m bij Vincent aan daar heb ik dan 25 minuten voor nodig gehad. Dat is best lang. Nou ja, ik ben geen zwemmer van nature, dus hier midden op het meer liggen is al heel wat! Misschien gaat het morgen ietsje beter, maar dat hoeft niet. We gaan richting de haven en zwemmen het laatste blokje van 500 meter. Ik ga iets lekkerder. Het is een mooi ommetje en ik zwem 1750 meter bij elkaar, maar dat laatste stuk gaat heel kalmpjes aan!

20 juli – Sprint Triatlon Bornsdorf met heel wat tegenslag!

Ik sliep niet heel erg goed: het was benauwd, ik moest een paar keer naar de WC en ik schrok nog een keer van de hoogtes en kwam niet meer goed in slaap. Mr Garmin prees me dat ik hersteld was door goed slapen; dat ding is soms echt raar. Om 8 uur opstaan en gelukkig had ik alles gister al klaargelegd.

Het spannendste was of we vandaag, op de dag van de wedstrijd nog konden inschrijven en tot hoe laat. De website was van Oost-Duitse kwaliteit: onduidelijk en de tijden spraken elkaar tegen. De buurvrouw van het huisje schrok helemaal dat wij de fietsen op de drager zetten: ze was bang dat we al weggingen! Ik dronk het bidonnetje leeg: het beloofde een warme dag te worden. Mijn knieën deden om de beurt pijn en ik voelde me stijfjes en totaal niet klaar voor het hardlopen. Ik neig nogal te vergeten dat de marathon nog geen week geleden is! We moesten aardig door het binnenland rijden en toen was de weg ook nog afgesloten en opeens leken we op het parkoers te zitten met pijlen en borden “opletten voor fietsers”. Dat beloofde niet veel goeds toen er een bordje met 8% helling stond. We parkeerden de auto even voor tienen op een veld een redelijk eindje van de start af. We gingen eerst kijken of we ons nog konden inschrijven, een eindje wandelen naar de camping, het was een beetje onoverzichtelijk allemaal met kinderen die al bezig waren (een paar). Maar we konden ons inschrijven!

Niet de Staffel, maar de Jedermann….

Ik deed het een paar keer fout ook nog met invullen, maar het lukte en we betaalden en ik had nummer 162 en Vincent nummer 163. Het water was 26,9 graden! Wetsuit was dus echt uitgesloten. Het beloofde ook warm te gaan worden. We haalden de fietsen en de spullen op. Lekker op tijd. Ik was zelfs bang dat ik me zou gaan vervelen en had mijn boek bij me. Maar niets was minder waar: mijn voorband was leeg. Niet leeg-leeg, maar 2 of 3 bar nog slechts. Rob ging weer op en neer naar de auto die 500m verderop stond om de pomp en de herstelspullen te halen. Ik at intussen de broodjes netjes op.

Hij legde er een nieuwe band op en spoot er wat spul in. En toen was de achterband ook leeg gelopen! Hoe dan?! Ik werd een beetje wanhopig en de tijd werd wel wat kort zo, maar we spoten de achterband vol. Heb ik dat ook een keer gedaan. Alles zat onder, dat was wel stom.

Toen deden de remmen het niet meer goed (genoeg). De voorrem helemaal niet en achter net aan. Rob deed een noodreparatie zodat ik in elk geval door de keuring heen zou komen en achter in elk geval goed kon remmen. De race zou starten om 12 uur en het was intussen 20 voor 12. Vincent ging zijn fiets inleveren en kwam terug om de helm vaster te zetten: ze waren nog streng ook. Ik ging om kwart voor 12 de wisselzone in en ze checkten me niet heel erg goed gelukkig. Ik moest snel een plek zoeken. Mooie wisselzone wel met houten blokjes.

De briefing was in het Duits en ik was er niet bij. Vincent ook niet. Zijn DI2 werkte niet meer, hij kon niet schakelen. Alleen het grote blad nog. Thuis in Almere hebben we alles opgeladen en dat werkt dan wekenlang. Rob kon er niks meer aan doen. Ik werkte nog een banaan naar binnen. Het was 5 voor 12 en we moesten naar het water. Ik appte Annemarie nog net en gaf Rob mijn telefoon.

Ik kon nog precies even het water voelen en aan iemand vragen in mijn knullige Duits waar we heen moesten zwemmen. Toen was het drei-zwei-eins en gaan. Op hoop van zegen!
Uiteraard zat mijn hartslag door alle spanning met de banden en de stress ergens on top en moest ik zonder wetsuit zwemmen in een massastart, al viel de massa wel mee. Maar wel mensen op schoolslag en ik met hoge ademhaling. Het ging niet echt lekker. En ik ben al geen sterke zwemmer! Dan had je ook nog een armbandje in plaats van een enkelbandje voor de tijdregistratie. Na een paar trappen vond ik wat ruimte en probeerde ik wat gecontroleerder te gaan. Dat viel niet mee. Ik zwom wel strak de goede kant op. Na het ronden van de eerste oranje boei kreeg ik de zon tegen en moest ik weer aanpassen en 1 op 3 ademhalen. Nog een boei ronden en dan weer terug. Ik was niet eens helemaal de laatste, maar mannen met schoolslag konden me bijhouden of inhalen. Ach wat: ik doe hier toch mee voor de lol, dacht ik en toen realiseerde me dat ik maar moest genieten. Het water lekker warm, weer een grens verlegd door te zwemmen zonder wetsuit en wie weet is dit wel het enige wat ik kan doen, dus laat ik maar het beste er van maken. Ik ging wat krachtiger zwemmen met 1 op 3 ademen en denken dat dit makkelijker is dan een machine op komen! Gewoon rustig kom ik er ook. Langs de gele boeien en dadelijk maar eens kijken hoe ik dat moet doen met dat chipje. Ik ging rustig het water uit en zag dat ik maar liefst 21 minuten had ‘genoten’ en dat het meer dan 750 meter was. Het bandje haal je dan langs een bord en dan is de tijd geregistreerd. Grappig systeem. Ik zag Rob en verder was het al lekker rustig. Joh, ik ga dit toch niet winnen, niet te veel willen.

De banden nog hard, Vincent was 6de of 7de en ik nam nog wat water extra mee en nam nog een slok. Ik ken het wel in de wisselzone en doe netjes alles wat ik moet doen. Rustig met die fiets de wisselzone uit en opstappen na de streep.

Oke…… In de allerzwaarste versnelling. Ik kwam nauwelijks weg. Uiteraard ging de weg een beetje omhoog. Superlastig. Zomaar 4 of 5 mensen die me inhaalden. Die zwommen dus nog trager, maar dat terzijde.

Het duurde wel een kilometertje voor ik er wat in kwam. De rem was dusdanig vast gedraaid dat het wat aanliep en dat ankertje had ik dus ook extra bij me. Maar he: ik fiets hier, heb me niet goed ingesmeerd en ik ga gewoon een beetje over dit asfalt trappen. Het ging best omhoog. Door het dorpje waar 10 mensen een aanmoezigingsfeestje hielden. Daarmee was al het publiek ook zo goed als op 🙂 k werd ingehaald door een redelijk stevige dame, terwijl ik net een beetje tempo kreeg. Ach. Het ging best een beetje vals plat omhoog. Tussen de zonnebloemen door. Het was een heen en weer parkoers, dus straks ben ik hier weer! De eerste 5km gingen in 12+ minuten, dus ik ben wel effe bezig. Toen kwam de 8% helling en weet je: ik schijn dat te kunnen. Laag verzetje, kracht op de pedalen en ik haalde de dame en 2 heren in. Ikke, uit de polder. Verder genoot ik van de bossen en dat het gewoon best stoer is om hier een triatlon te doen, zomaar in de vakantie! We kwamen nog een dorpje door en tralala ik genoot van de huisjes, het bord hoe hard je gaat (47 voor de auto achter me en 27 voor mij). ik trapte gewoon maar door wat me lukte en paste. De allersnelste mannen kwamen al terug. Ik telde ze om te kijken waar Vincent zat. Ondertussen ging ik omhoog. Gestaag, maar het ging niet echt veel harder de tweede 5 kilometer. Onder de treintunnel door en ik dacht: straks weer… Dan ga ik de goede kant op. Dan weet je hoe ver het nog is tot het volgende dorpje, Crizin en daar moet je keren, dat wist ik. Het was een end het dorp in en keren midden op de weg. Gleich Zuruck, zei ze. Ik had al een heleboel vrouwen voor me geteld, ook ouderen, dus ik liet het er maar bij en zette mijn zinnen op finishen. Er stond nog 1 man te kijken naar alle fietsers door zijn dorp. Verder wederom nul publiek! Ik was lang niet de laatste, dat was prettig. Treintunnel. Dorpje met mooie kerkje. Ik had het best naar mijn zin en dronk wat en ik at zelfs een fruit gellie! 8% naar beneden ging lekker hard en ik grijnsde breed. Haal ik net de 50 niet. Zonnebloemen. Al op 15 kilometer en het lukt wel. Nog 7 kilometer te gaan. En dan moet ik lopen. Laat ik eerst dit maar overleven. Er stond een heel erg schattig kasteelruinetje.

Ik ging het dorpje Bornsdorf in. Werd bijna blij. Het aanmoedigingspubliek weer (een paar mensen minder) en toen voelde ik het: de band loopt leeg. Dan heb je weinig tijd om na te denken: doorrijden en de velg stuk rijden? Nee, dat zeker niet. De band volpompen met dat spul? Kost teveel tijd. Ik zit op 20 kilometer. Ik stap direct na de bocht af en ga lopen. Ik moet die fiets in de wisselzone krijgen. Ze vragen nog even wat er is en ik hoef alleen maar op de band te drukken. Ik zie de borden Triatlon staan en langs de kerk laat ik nogmaals mijn band zien. Het is nog 1,5 kilometer. De dames halen me in. Tja, zo is het, ik snap het. Ik ren een stukje, maar op fietsschoentjes is dat lastig en ik moet dadelijk nog hardlopen, nu niet alles opmaken aan energie. De band ploft er nu echt af. Ik kan wel drinken en neem nog veel water. Nu merk ik het nadeel van de automatische overgangen op het horloge: Garmin weet echt niet of ik in de wisselzone zit of hoeveel kilometer ik nu heb afgelegd. Het fietscomputertje is minder strikt en die hou ik aan. Ik zal ze later wel allebei bewaren. Ik neem deze tegenslag mee. Niets aan te veranderen, wandelen. Ik moet nog een paar bochten door en er komt een meneer op zijn stadsfiets die aanbiedt om te wisselen, dat ik zijn fiets pak en hij wandelt. Hij bedoelt het echt heel lief, maar ik laat deze fiets niet achter en daarbij: ik moet dit zelf doen. Maar zo schattig. Ik kom dadelijk op het loopparkoers en kijk of ik Vincent zie. Ik kom langs de auto. Nog minder dan een kilometer. Ik ga dit gewoon echt wel doen hoor! Inmiddels ben ik vast en zeker de laatste. Ik heb de dames voorbij zien komen. Maar net als een lekke band, heb ik ook dat nog nooit meegemaakt. De achterfietser vraagt of ik het verder alleen red. Ik ben dus echt de laatste en ik ga het wel redden hoor! Hij viel inderdaad netjes niet op. Ik kijk of ik Vincent zie lopen. Als ik er bijna ben, zie ik Vincent en Rob ook. Vincent is al gefinisht. Ik heb geen idee hoe lang ik er over heb gedaan. Rob vraagt nog overbodig of de band lek is. Ik ga de wisselzone in en zet mijn fiets netjes neer. “Stap je uit?” vraagt Rob. Wat Denk Je Zelf. Ik heb die teringfiets hier naar toe gesleept en ik ga nu hardlopen ook! Ik neem de tijd om mijn sokken aan te doen. De fijne blauwe. En ik spoel mijn voeten af. De mevrouw van de wisselzone voelt nog aan mijn band, alsof ze me moet controleren ofzo! Ik voel me een beetje pissig over alles. Het ging best goed namelijk. En dan ga ik hardlopen. Wat kan er nog mis gaan joh?

Er staan sponzen en die pik gelijk mee en even verderop pak ik wat ‘wasser’ aan. En ik ren. Ik bedoel: eindelijk iets wat me makkelijk af gaat! Het is onverhard. No problemo. Er liggen matten tegen de modder en ook daar kijk ik niet van op of om. Ik ren gewoon. Voel ik ergens pijntjes? Nee, totaal niet. Stukje kiezels. De eerste kilometer zit er al op en die gaat in 5:30. Dat is prima en vooral: het gaat ook prima. Nog een stukje zaagsel gevolgd door zand: joh, dan hebben we alles maar gehad. Het is lekker in het bos. Inmiddels zou het toch bloedheet moeten zijn, maar ik heb lekker een spons vast die opgedroogd is en ik loop hard. 1 Bocht om en dan ga je het bos uit en schijnt de zon fel op de nog steeds onverharde route van zand. Geen centje pijn of moeite. Eigenlijk is dat raar, zo een weekje na de marathon, maar ik ben hartstikke blij dat er iets lukt en ik zal proberen te blijven hardlopen ook. We gaan de verharde weg op. Er staan wel 9 pijlen dat je links moet lopen, maar iedereen voor mij loopt natuurlijk rechts. Ikke niet. Brandende zon op asfalt en het tempo is nog steeds hoog. Auto’s langs, beetje aanmoediging. 1 Mevrouw zegt dat het er hartstikke goed uit ziet. Tja. I know. Je kent de rest van het verhaal niet. Ik haal mensen in, die lopen te zweten en het moeilijk te hebben. Zij zijn er vast dadelijk. Ik heb de eerste ronde al gehad en vraag aan Rob waar ik in s hemelsnaam heen moet.

Er loopt een smal stukkie langs de wisselzone. Onverhard uiteraard. Ik lever mijn spons in en pak de volgende mee die ik uitknijp. Niet op mijn rug, dat komt niet goed met de schuurplekken. Ik zet ongeveer 6 wandelstappen om het water te drinken. En dan is er dikke rust. Op de matten, in het bos. Alhoewel het stikt van de dagjesmensen en sommige kutkinderen niet begrijpen dat 6 breed met uitstekende luchtbedden het hele pad beslaat. Ik hoor ‘als die Niederlande’ en denk: mooi dat Vincent gehuldigd wordt. Mijn kansen zijn verkeken. Of ik word laatste. Ik zie iemand voor me sjokken. Ik haal je moeiteloos in ouwe meneer. Hij vraagt of de Olympik 4 rondes zijn. Ik zeg ja, maar ik hoop niet dat hij denkt dat ik dat moet doen, want dan zou ik wel heel snel zijn! Ook met waterpost gaat de derde kilometer in 5:30 of daar omtrent. En warempel: iets verderop weer iemand die er om vraagt om ingehaald te worden met zijn sjoktempo! De man met de wandelstokken zie ik denk ik voor de 5de keer intussen. De zon wordt warm op het zand en meerdere mensen wandelen. Ik heb daar echt geen enkele behoefte toe. Dat is het enige wat ik nog kan ‘scoren’: 5 kilometer hardlopen zonder wandelen. En dat is geen enkel probleem. Ook al is het nu dik boven de 30 graden. Ik heb geen enkel pijntje, niet moe, werkelijk nergens last van. Weer op het asfalt en uiteraard komen nu de snelsten van de OD al binnen (of was dat al in de vorige ronde). Ik kijk nog even of ik binnen de 2 uur kan finishen, maar wat maakt het eigenlijk uit? Ik heb een triatlon in 4 delen gedaan: stress-zwemmen, fietsen, wandelen, hardlopen. Ik ga op de finish af en juich nog wel.

Niet eens binnen de 2 uur. Die man begint me vanalles te vragen. Sodemieter op met je Duits, ik versta je niet en ik wil niet. Ich war plat. In eerste instantie baal ik er dus echt enorm van dat ik hier niks heb kunnen laten zien en hoe geweldig Vincent wel niet is. Ik baal van de lekke banden, ook al kan ik er niks aan doen. En ik baal dat er geen medaille is, vind ik gewoon jammer. De ouwe man finisht ook. Dan gaat mijn Garmin ook nog moeilijk doen en de hartslag niet downloaden en vervolgens herstarten. Ik geef ‘m aan Vincent maar de activiteit is tenminste opgeslagen. Ik wil eigenlijk best weg, maar we moeten wachten tot Vincent de derde prijs krijgt. Hij heeft heel hard gelopen en strijd geleverd en ondanks dat hij niet kon schakelen ook heel hard gefietst. Ik heb op een andere manier veel strijd geleverd en dan merk ik op dat ik gewoon 5:30 heb gelopen. En dat ik werkelijk nergens last van heb. Helemaal niks. Niet eens moe! Ik vind het wel leuk dat ik 2de ben in mijn leeftijdscategorie, ook al zijn het er maar 2.

Vincent krijgt een pot augurken en de eeuwige roem en een urkunde. Dan ben ik toch wel trots op hem, hoe hij de plaatselijke Duitse triatleten opzij heeft gezet. Ik schrijf het Annemarie en ook naar Joyce dat het wel erg veel beren waren op de weg die mijn banden lek beten. Ze wist het al van Rob. En hoera: er is ook een urkunde voor mij en mijn tweede plaats. Hartstikke leuk.

Toch een soort van medaille. Als je de tijd wegdenkt van 2 uur en 11 seconden. We pakken de spullen. Het is hier een hoog ons-kent-ons gehalte en een ongeorganiseerde gezelligheid. Rob neemt de fiets mee en ik allebei de tassen.

Bij de auto worden we nog aangesproken door een oud stel dat Vincent herkent als de prijswinnaar. Het is gek, eigenlijk heb ik vanalles goed gedaan: de voeding, de organisatie, de zenuwen. Alhoewel de zenuwen er wel waren, maar die lagen volkomen buiten mijn macht met 2 lekke banden voor de start. Rob is blij dat ik nog 20 kilometer wel heb gehaald. Het zwemmen was vooral te moeilijk voor mij denk ik. Maar ik heb de finish gehaald! Annemarie is trots op mij, want velen zouden hebben opgegeven. Ikke niet dus. Ik wil maar niet echt moe of hongerig of oververhit raken. Ik heb echt nergens last van. Misschien was dit wel mooi om aan te tonen dat ik fysiek in elk geval sterk genoeg ben om te hardlopen in de hitte en dat ik blijkbaar ook best mentaal wat kan verwerken. Daar is geen prijs voor.

Ik zet daarna wel wat berichten op Instagram en kan in het huisje meteen de was doen en alles bijwerken.

Categories: Wedstrijd | Tags: | Leave a comment

2024 – 18

15 juli – de dag na de marathon.

Ik stond twee keer op midden in de nacht om te gaan plassen. De benen waren wat stijf, maar ik kon naar de toilet wankelen. 1 opstapje. Verder sliep ik redelijk, maar om kwart over 6 was ik klaarwakker. Met honger. Ik kon opstaan, maar mijn kuiten waren stijf en mijn knieën deden pijn. Die honger was het ergste. Ik ging om kwart over 7 mijn bed uit om te gaan eten en lekker thee te gaan drinken. Het viel me mee. Ik heb geen blijvende pijntjes aan de marathon overgehouden. Geen blaren en slechts een paar schuurplekjes van de rugzak op mijn rug. Wel ben ik erg moe. In mijn hoofd. Iiteindelijk reageren er maar weinig mensen op Strava en op de Weight Watchers. Grappig genoeg herkent mijn nichtje uit Eindhoven mij daar wel! In mijn hoofd heb ik al een bericht op Insta geschreven.
Het schema voor de komende week ziet er als volgt uit:

Wat denk je zelf?! Ik ga vandaag alvast uitfietsen. Ik wilde zelfs op de stadsfiets gaan, maar die is echt te wankel. Ik ben bang voor uitklikken. Ondanks dat het oke lijkt te gaan, ben ik natuurlijk niet zo sterk vandaag. Maar het lukt. Vincent en ik gaan samen en Vincent neemt het rugzakje, zodat we langs de winkel kunnen. Ik wil namelijk heel erg graag Engelse Drop. Sinds vannacht. Fietsen, uitklikken, rondtrappen: dat is allemaal geen enkel probleem. We spelen een spelletje op de fiets en het is maar 18 kilometertjes. Tempo ligt laag. Tot zover prima. Wat wel aan het onmogelijk moeilijke grenst, is het opletten en het verwerken van de prikkels. In het dorpje met auto’s die achterop komen en mensen die oversteken. Daarna wordt het nog moeilijker met tegenliggers. Ik kan met moeite mijn ogen openhouden, nooit geweten dat dat ook zoveel energie kan kosten. Ik kan ook lastig inschatten hoe snel de tegenliggers er aan komen. Vincent gaat weer aan de buitenkant fietsen. Ik durf ook niet te drinken, daarvoor moeten we even stoppen in de haven.

Vincent heeft bedacht dat we met de fietsschoenen moeilijk door de winkel kunnen lopen. Ik doe er lang over om te bedenken dat we mijn slippers hadden moeten meenemen. Ik ben echt nog erg, erg vermoeid. Het zit niet in mijn benen, rug of fysiek: de problemen na zo’n grote wedstrijd zitten in mijn hoofd en het verwerkingsplan. Ik ben ook nog steeds niet echt trots of dat ik echt besef dat ik weer een marathon heb gelopen. Best lastig, dat intens vermoeide. Moeilijk te omschrijven ook. We halen mijn slippers en dan gaan we naar de winkel. Vincent noemt het: de Bugatti als boodschappenwagen gebruiken.

Hij blijft bij de fietsen en ik ga de winkel in. Dat is een stormvloed aan indrukken, zoeken, mensen en geluiden. Bij de kassa val ik bijna om en dan kwebbelen ze ook nog in het Duits tegen me waar het mandje heen had gemoeten. Gelukkig is het maar een heel klein stukje terugfietsen en rijdt de ‘Bugatti’ stapvoets! Het tempo zat er niet in, maar ik ben er moe-er van dan van het fietsen naar Polen. De spieren zijn wel lekker los en de afstapjes zijn al minder hoog. Ik voel mijn knieën en vooral veel spanning op de kuiten. Ik vreet een aantal Engelse Dropjes en dan is het alweer genoeg.

Rob vraagt of ik mee ga wandelen. Het is inmiddels weer dik 30 graden en warm en vermoeiend drukkend weer. Ik ga mee op de andere hardloopschoenen, die zijn het stevigst. Lopen kan ik wel, maar na 2 kilometer voelt het alsof ik een anker meesleep.

De vermoeidheid is nog steeds abnormaal, maar ik kan niet echt goed overdag in slaap vallen. Ik maak de blog af, maar de Instagram post laat lang op zich wachten. Er zijn toch zeker een paar heldendaden weer, waardoor mensen niet echt om hoeven te kijken naar ankiepankie die ergens ver weg in Duitsland de medaille voor de marathon binnen hengelt. Er lijkt maar 1 iemand te zijn die nadenkt en net iets verder doorvraagt… ik vind het heerlijk om verdere plannen te maken voor de vakantie. Tegen de avond merk ik de afstapjes al niet meer op! Fysiek zijn het alleen de knieën nog een beetje en de kuiten. Het zou mooi zijn als het vliesje in mijn hoofd nu ook nog even oplost.

Ik zoek het in de avond op en ik ontdek dat mijn hersenen ook gewoon ‘spierpijn’ hebben. Die schijnen ook een tekort aan glycogeen te kunnen hebben, een tekort aan voeding en die hersenen moeten toch blijven doorwerken en de stappen aansturen en de route blijven volgen en een beetje blijven nadenken. En daar raak ik uitgeput van. Ik ben blij dat ik het weet en dat ik pas aan het einde van de dag uit kan zoeken hoe het zit, zegt misschien wel genoeg. Slapen en suikers eten: dat heeft geholpen.

16 juli Fietsen op de tijdritfiets

Ik slaap lang en redelijk diep ook. Mijn HRV en mijn rusthartslag zijn nog niet op orde, maar ik heb eigenlijk geen last meer van de spieren. Vannacht deed het linkerbeen nog moeilijk en de kuit is wat stijf. Ik blijf lekker lang liggen in bed en sta rustig op na een boel potjes Candy Crush. Een warme douche lost eigenlijk alle pijntjes op. Mijn hoofd is ook weer tot rust gekomen en ik snap de dingen weer. Ik eet weer ‘gewoon’, maar nog wel lekker iets meer dan anders en ik zit lekker buiten nu het nog niet zo heet is. Na het middageten gaan we naar de Energiefabrik, een museum. Ik zit lekker achterin als we door het Lauzitser achterland rijden te genieten van de landschappen en de dorpjes. Na een reis van 3 kwartier rijden we live Abandoned Engineering binnen. Dat is een programma over bouwwerken en industrieel erfgoed in verval.

Er is bijna niemand in het museum. We gaan eerst naar de tentoonstellingen en die vertellen over de fabriek, de mensen die er woonden en werkten. Het is informatief en goed opgezet.

Dan gaan we naar het uitzicht. Ik kan het prima aan en maak veel foto’s.

Het vervallen en vergane erfgoed vind ik supermooi. Er spreekt een kracht uit die ooit was. En die mijnen zijn al zo enorm! Daar delven ze het bruinkool, in deze fabriek werden de briketten gemaakt. Dan moeten we een open trap op. Een ware nachtmerrie voor mij. Vincent blijft in de buurt. Ik span me in tot het uiterste, zweet peentjes en worstel me naar boven, want ik moet en zal boven komen.

Hoewel het heel moeilijk was voor me, heb ik geen seconde spijt gehad dat ik boven in de fabriek ben gestart. Het was echt, het voelde aan als een plek waar gewerkt was, waar de stof rond dwarrelde en ik heb in tijden niet zoiets moois gezien. Ik vind het kunst. Fotogenieker wordt het voor mij niet. Schoonheid.

In elk metertje, in alle teksten, op de deuren, in alle buizen, in de enorme machines en de lopende banden die stilstaan. Er ligt een ongekende schoonheid in die ik altijd alleen maar zag op de TV en nu stond ik er ineens middenin. Ik kon niet stoppen met foto’s maken. Ik heb ontzettend genoten.

We daalden af in de fabriek en elke verdieping had zijn eigen ‘lelijke’ schoonheid. Er was niemand behalve wij en gek genoeg hing er een stilte die de fabriek die ooit een enorme herrie moet zijn geweest een extra dimensie van verlatenheid.

We moesten een helm op tegen het stoten. Ik heb ademloos naar een filmpje staan kijken waarin de machines draaiden en naar de mensen. Ik kon er nauwelijks genoeg van krijgen. Wat was dat fantastisch zeg. We gingen weer naar buiten en we konden niet verder omdat er een festival werd gehouden later. Ik ging nog even kijken om een foto van het gebouw te maken en toen kwam ik bij de machinekamer.

Ik riep Rob en Vincent en we gingen nog even kijken. Ik was verbijsterd: bruine afgeleefde tegeltjes, honderden metertjes en enorme machines: het leek wel een film! Het was zo typisch, zo authentiek dat het bijna onwerkelijk was. De lichtval was adembenemend met de zon door de grote ramen.

Het is dan misschien geen sport voor deze sportblog, maar ik schrijf het toch maar hier op. Wat een prachtige ervaring! Echt even vakantie, want ik vergat alles behalve wat ik op dat moment zag.

Op de terugweg zat ik voorin en kon ik nog een keer van het landschap genieten.

Dan toch nog het sportverhaal van vandaag, want Vincent moest nog fietsen. Veertig kilometer. Ik had geen tijd meer genomen voor een route, want ik wilde ook op de tijdritfiets en dan iets rustigs aan wegen graag. Ik koos voor de bekende routes, al wilde ik de marathonroute liever ontwijken. Maar ja, dat is wel bekend, dus doen we toch maar. De hartslagmeter maar weer om, ondanks de schuurplekken… Dus we gingen weer richting het dorpje. Ik moest even wennen aan de tijdritfiets die niet zo heel goed remt. Ik weet de weg nu, dus ik gaf Vincent ook de mogelijkheid zijn eigen tempo te doen en dan kon ik dat ook doen. Ik wist waar hij me zou opwachten. Op de rotonde bij het familiepark. Ik genoot van het mooie licht en van de fiets en van de rust op de fietspaden.

In het dorpje fotografeerde ik eindelijk de kerk. We gingen wat lastig onder het tunneltje door met andere fietsers. Wij hadden geduld, maar zij gingen steeds zo fietsen dat die lastige tikkersfietsen hun voorbij konden. Langs het kanaal waren we alleen en gingen we een aantal bochten door. Ik wist dat de fietssnelweg kwam en wat is er dan mooier met de tijdritfiets dan die optimaal benutten? We spraken af op het kanaalbrugje. Weer heerlijk ieder even zijn eigen ding op de lege wegen en in het mooie licht. Ik was echt aan het genieten en zelfs ik ging hard! Vincent wachtte me iets eerder al op toen hij niet wist welke kant op. Maar we hadden nog een stuk ‘vliegen’ tegoed. Zelfs ik zat boven de 30! Dan door het bos. Het was nu nog mooier als in de ochtend. Tot een afslag vloog Vincent er ook nog een stukje vandoor. En toen kwamen we toch op het marathonparkoers. Ik liet Vincent even gaan, zodat ik alleen wat dingen kon herbeleven. Het is idioot dat we ‘pas’ 24 kilometer hadden gefietst en dat we bij de kilometeraanduidingen van 27 en 28 kilometer zaten van de marathon. Het voelde bekend en toch ook anders, zo op de fiets.

Vincent wachtte me weer op en toen ik hem. We gingen bij de parkeerplaats naar beneden omdat ik van het prachtige, geweldige mooie licht een foto wilde. De lage zon maakte er goud van.

We deden nog ieder een stukje apart tot het brugje/keerpunt. Voor mij was dat een lastig stukje omdat ik nu weet wat ik anders had moeten doen: blijven voeden. Maar ja. Goed om terug te kijken.

Toen kwamen we op het stuk waar Vincent ook had gelopen (in tegengestelde richting) en we bleven bij elkaar. Kon hij zeggen: hier wist ik dat het niet zou lukken, hier ging het weer omhoog en hier irriteerden die anderen me. Ik wilde een foto bij het typische oostduitse gebouwtje.

En toen reden we terug door Senftenberg. Langs de sporen en onder het spoor door ging nog wel, maar de wegen was lastiger met de cobblestones. Het mooie gemiddelde van 27 kilometer per uur in het eerste uur ging wel snel verloren! Vincent filmde nog een stoere auto bij het stoplicht. het licht rondom het Schloss in de doodstille stad was echt ook supermooi. Bij de haven raakten we elkaar kwijt. Vincent fietste door en ik had dat niet gezien. Dan merk ik nog dat ik nog moe ben, want ik raak dan een beetje in paniek en doe er net iets te lang over om te denken aan “zoek-mijn-vincent”. Dan rij ik door de haven in plaats van door te gaan. Maar we vonden elkaar. Het werd wat donkerder al. Vincent stopte op 40 kilometer. Ikke niet. Ik fiets alles toch? We gingen op het bankje zitten vlak bij ons. Dat bankje is altijd bezet, maar nu niet.

Nu mochten wij! Ik maakte 44km vol en kwam lachend thuis omdat de stoere buurman op de racefiets gedag tegen mij zei. 🙂 Ik ben dus weer helemaal hersteld! Eigenlijk doen mijn spieren geen enkele pijn meer. Knieën niet, stappen niet en de opstapjes zijn weer allemaal weg in het huisje. En mijn hoofd is ook weer in orde. Ik ben hartstikke trots dat ik een marathon kan lopen en ook weer zo snel kan herstellen en weer verder kan genieten en vakantie kan vieren. Laat de rest hun geweldigheid op Instagram maar tentoonspreiden in allemaal reeltjes met veel kijk-mij-teksten erbij (liefst 4 keer per dag): deze ‘slome’, oude sportster doet het lekker zelf wel!

17 juli – Een dagje naar Berlijn – wandelenwandelenwandelen

We reden naar een plaatsje onder Berlijn, nog altijd een dik uur rijden. Daar namen we de trein naar Berlijn. Ik had een lange broek aan gedaan en lekkere sokken en de Jedite hardloopschoenen om zoveel mogelijk steun te hebben. We stapten uit bij Friedrichstrasse en wandelden naar de Reichstag. Ik had mijn horloge direct op wandelen gezet. Als ik stil sta, pauzeert ‘ie vanzelf. Het was bewolkt en helemaal niet warm. Altijd even wennen, zo’n drukke stad met allemaal indrukken en mensen en geluiden. We gingen door naar de Brandenburger Tor en dat is wel echt het gevoel van Berlijn.

Daarna liepen we door het Joods monument. Ik wil dan weten ‘waarom’ en het is om het gevoel van desoriëntatie mee te geven zoals die bevolkingsgroep zich voelde. Dat kreeg ik wel mee, maar al die groepen mensen er omheen, iedereen die je tegenkomt en zich ‘onlogisch’ gedraagt, de herrie van sirenes: voor mij hoeft de marathon van Berlijn niet, veel te druk. We liepen naar Checkpoint Charlie. Rob wist de weg, want die was hier een paar maanden geleden voor zijn werk. Gelukkig maar, anders was ik verloren gelopen! We zagen Trabantjes en grijze gebouwen die echt Oost-Europa zijn en ik vond het idee hier-stond-de-muur wel tof.

Checkpoint Charlie was heel druk en onrustig. Daarom niet zo indrukwekkend. Toen liepen we naar de muur of het laatste stukje wat er van over is.

Het is een raar idee dat deze geschiedenis nog tijdens mijn leven zich heeft afgespeeld! Maar verder is Berlijn een stad zonder echte historie. Opgezet vanaf de 20ste eeuw pas, doordat er bruinkool was in het gebied waar wij zitten, opgebloeid in de roaring twenties en heel hard gevallen in de crisis. Ook door het wegvallen van de energie. Diep gezonken in de tweede wereldoorlog en vooral plat gebombardeerd. Daarna werd het pas unieke geschiedenis, doordat het werd opgedeeld op basis van ideologie. Maar dat is afgebroken en op dit moment alleen nog een levende herinnering zonder kathedraal of groot museum. Heb je dat gezien, dan ben je eigenlijk klaar in Berlijn. De zon kwam er intussen door.

We liepen naar de McDonalds in de Mall of Berlin en naar de WC daar die top is! Toen was het druk en we gingen langs een Lego winkel en daarna weer terug naar de mcDonalds. Al die stappen zijn dan ‘binnen’ en die rekent de Garmin niet mee, maar ook dan leg je dus hele stukken af. En nog een keer naar de WC en daarna gingen we de lange wandeling aan naar de Classic Remise. Langs de Potzdammer Platz naar het park. Rust. Maar mijn knieën gingen pijn doen. Vooral mijn rechterknie. Beetje stekerig. Duidelijk een gevalletje overbelasting. Logisch, maar ook lastig. Ik vond het vooral heel rottig dat ik niet de snelheid en het gemak heb met wandelen. We kwamen op de lege weg tussen het monument en de Brandenburger Tor. Beetje indrukwekkend wel, maar… dit is zoals ik het nu voor altijd ken.

Langs het monument met veel teveel trapjes die niet goed zijn voor gevoelige knieën. En dan weer door. Het was kilometerslang saai, grijs achtergebleven woonwijken.

Die Classic Remise moest het wel echt waard zijn! Ik had er hartstikke moeite mee. Ik had al tien kilometer gewandeld voor we er waren! Ik zette de Garmin even uit, want hij bleef aan en uit gaan. Later zou die zelf de wandeling ongevraagd opslaan.

De Classic Remise was het waard. De auto’s waren echt geweldig en Vincent met open mond zien rondlopen was ook fijn.

Ik vond het zelfs stoer om een Lamborghini te zien en horen! En al die andere auto’s, ik wist niet welke ik het meest gaaf vond! Ook de klassiekers waren tof, een Jaguar. Of vond ik de blauwe Lamborghini het mooiste? Of toch die Bugatti Veyron?

Zelfs ons eerste autootje, een witte Peugeot 205 Lacoste, stond daar.

En een race-auto. Het was geweldig veel. Echt: als je Berlijn zat bent, is de Classic Remise the next place to be.

Zodra ik niet meer hoefde te wandelen was de pijn weg. Dat was wel prettig. We gingen even iets drinken. Ik deed een knieband om de rechterknie. We gingen weer verder naar de Lego winkel. Dat was ook zo’n 4 kilometer en door de woonwijken en langs het water, de Spree. Mijn telefoon was vol. Dat kan ik dan net niet goed handelen. Mijn andere knie ging nu pijn doen. Door het park nam Rob me lekker mee. Het werd zelfs toch nog wat benauwd in de stad. Ik kocht een souvenirtje en toen stonden we tussen de neonlichten op wat later de Kurfurstendam bleek te zijn. Helemaal overweldigend!

We gingen nog een keer naar de Mac. Niet dat mijn maag en darmen dat nou echt leuk vonden, maar zitten met uitzicht was wel lekker. Daarna liepen we naar de trein bij Berlin Zoo. Het was intussen al tegen 8 uur en we zaten een uur in de trein.

Daarna reed Rob naar huis en tikte hij de hoogste snelheid van 227 nog even aan. Toen we eindelijk ‘thuis’ waren was het donker. Vermoeiend zeg! Al met al gaf mijn Garmin aan dat ik wel 25 kilometer had gelopen. Nou, dat voelde ik! Het zou ietsje minder kunnen zijn en het ging niet zo hard natuurlijk, maar 3 dagen na de marathon is het toch een flinke afstand! Van de sokken had ik warmtebuitjes op mijn enkels. Mijn benen doen al geen pijn meer, maar ik sliep binnen 5 minuten!

18 juli – DE OVERWINNING en een stukje hard-joggenGluck AUF

‘s Morgens had ik eigenlijk weinig last meer van mijn benen of de bultjes en al helemaal niet meer van mijn knieën. Gelukkig. Wel was ik wat mokkig. Gewoon een beetje net-niet en met het verkeerde been uit bed gestapt.
We ontbeten lekker laat en toen had ik zoiets van: laten we naar het Bergbauwerk F60 gaan. Een mijnbouwmachine voor het afgraven van de open mijnbouw. Het leek mij al moeilijk voor mij. Ik heb hoogtevrees. Een uitkijktoren met open trappen kan ik niet op. Ik kom simpelweg niet boven. Na 6 of 7 meter hoogte weigeren mijn benen dienst. Ik kan de volgende stap nauwelijks zetten, mijn ademhaling stokt en ik zweet me kapot. Fysiek kan ik natuurlijk makkelijk naar boven, maar ik ben zo bang dat ik stil val. Een mijnbouwmachine op? Dat gaat een flinke klus worden! Er zal toch wel een lift zijn en de folder belooft dat hoogtevrees geen belemmering hoeft te zijn.

Het ziet er gaaf uit en ik zie allemaal mensen lopen. Hoe erg kan het zijn? De gids is Duitstalig en wij volgen een Engelse guide op het oortje. Ik kon het allebei maar moeilijk volgen, want er waren nogal veel woorden die geen echte context hadden. De enormiteit van de machine overviel me een beetje.

Allemaal open trappen dus. Ik verstond de gids wel toen hij zei dat we het hem moesten laten weten als het teveel was. Nou maat… Maar ik wil en zal. Doe het moeilijkste wat je je kunt bedenken en je kan alles. Gluck Auf, dat is wat de mijnwerkers vroeger zeiden, toen ze onder de grond gingen voor de mijnbouw. Dan moest je hopen weer veilig boven te komen. Ook al is dit dagbouw en ga je niet meer onder de grond, de wens Gluck Auf is gebleven. Ik vind het heel toepasselijk: Veel Geluk Omhoog.

Vincent moest voor me uit en Rob achter me. Iedereen ‘rent’ naar boven en ik moet naar Vincents schoenen kijken. Alles is open roostertjes, open trappen en hoogtes. Ik kan niet om me heen kijken. Ik moet rustig adem blijven halen. Ik had Garmin op wandelen aangezet, maar het gaat te langzaam voor dat ding om te detecteren.

Ik blijf aan de binnenkant en hou me voortdurend aan beide relingen vast. Rob is blij dat hij me bij kan houden, Vincent vindt het ook spannend. Ik concentreer me op alles onder controle houden. De rest van de groep gaat ver voor ons uit, maar ik ben blij met elke stap vooruit.

Rob maakt de foto’s. Ergens zeggen ze tegen me: je staat op een verdieping hoor, maar ik ben alleen maar bezig met ‘nu’ en de volgende stap. Bijna mindfull! Ik weet niet of Vincent voor of achter me loopt. Ik moet een ritme hebben en me aan beide kanten vasthouden. Ik ben echt erg bang, maar ik hoor Rob achter me en dan is het goed. Soms hoor ik ze praten en dan denk ik: ik zie niks en moet er ook vooral niet over nadenken. Ik zag een duif als zij een sperwer onder ons bewonderen. Die duif zat net in mijn gezichtsveld. De rest van de groep is far out of sight. Dan begint het draaierige. De ademhaling is dus niet oke en ik moet iets bedenken! Ik ga hardop zeggen: stapje-stapje-stapje-stapje. En dan bij elke armbeweging. Daarmee komt er rust in de ademhaling en kan ik verder.

Ik voel me een insect. Dat is stom, maar ik ‘ben’ een insect met vier pootjes die contact moet houden met dit ding waar ik op zit. Door niet mezelf te zijn met mijn doodsangst kom ik steeds verder. Geen idee hoe lang ik al worstel en hoe ver ik nog moet. Rob heeft intussen alle audio al geluisterd en begrepen. Er steekt een zuchtje wind op. En de roosters golven opeens. insect zijn. pootje-pootje-pootje-pootje. Dan zie ik een heel stuk voor me omhoog. Leeg. Onwaarschijnlijk eng en akelig. Geen idee of Vincent me in kan halen of dat ook deed, maar ik kan zo niet vooruit kijken. Stap-stap-stap-stap. Het tempo kan nog lager, want nog hoger en hoger is een opgave. En dan een uitstekel en ik zeg: stap-ding-stap-stap. Ik vind het steeds akeliger worden! En dan komt er een open trap op extreme hoogte. HOE DAN. Ik kan al lang niet meer terug. Dan maar treetjes tellen. Vincent roept dat ik het niet zo keihard moet doen. Rob lacht zich achter mij stiekem kapot, want ik tel veel meer treden dan er in werkelijkheid zijn. Voor mijn gevoel zijn het er veertig. En dan ben ik boven.

Er is een schafthokje en daar kan ik in en staat een stoel. Ik ga zitten. Even danst alles om me heen. Ik kijk naar de hartslag maar die is laag. Heel voorzichtig stap ik ook rond. Binnen. De kindertjes maken herrie. Ze rennen zelfs rond! Ik kan best van het uitzicht genieten. Binnen. Op 75 meter hoogte. Het voelt voor mij veel hoger. Zo’n getal zegt mij niks. Dat hier mensen buiten van het uitzicht kunnen genieten en kunnen praten is een wonder voor mij.

Dan die stap naar buiten en weer naar beneden moeten gaan.

Vincent blijft achter me. En Rob daar achter. Naar beneden is niet zo erg. Ik kan een beetje om me heen kijken. Misschien went het een beetje ook? Als ik maar op 4 punten contact hou: 2 handen vast en 2 benen op dat ding. het zicht naar beneden is wel mooi door dat enorme bouwwerk heen.

Gelukkig is Rob blij en geniet hij met volle teugen. Ik kan het hem ook niet uitleggen. Dan steekt er weer een zuchtje wind op. Meteen weer bang! Ik moet iets anders verzinnen en ga tot vier tellen. Het is muziek, dit bouwsel en ik ben de noten. Dat hoeft niet hardop gelukkig. Na een paar doodenge trapjes met 11 treden (dat kan niet!!), maak ik er een wals van. Een-twee-drie-een-twee-drie. vastpakken-vastpakken-vastpakken. En elke tel is een arm. He! Dit lijkt wel zwemmen! En dat kan ik dan weer.

Ik ga ooit weer beneden komen. Een tijdlang zie ik nog een paar mensen van de groep, maar hoewel ik sneller ga (Rob blij), kunnen al die mensen toch iets wat mij niet vanzelf af gaat. Ik denk vaak: wacht maar tot je moet rennen na het fietsen, dat kan ik lekker wel! Dan doe ik 12 stappen (4×3) zonder me vast te houden. Achteraf schiet mijn hartslag op dat moment door naar 150!! Alsof het allemaal nog niet echt genoeg was. Ik kan steeds ietsje meer zien en merk de letters op. Ik zwaai naar de gids die even moet aanwijzen waar ik heen moet. Vincent en Rob zitten nog achter me. Ik vind het bijna een beetje jammer dat het voorbij is, maar ik zal zo blij zijn als ik weer vast grond onder mijn voeten heb! De rest van de groep is al lang en breed klaar. Je ziet ze toch nooit meer, zegt Rob. Het kan me niet schelen. Die mensen hebben geen idee. Hoe het voelt om een insect te zijn… hahaha. Ja, beneden kan ik weer lachen, ook al tril ik een paar minuten als een rietje. Ik wil nog weten hoeveel herrie dat ding maakte en vraag het bij de gids. het is als naast een goederentrein staan die langsrijdt. Dan was ik er nooit op gekomen!

In de winkel koop ik een magneetje. Een medaille. Voor getoonde moed en dapperheid. Ik ben er hartstikke trots op!! Rob heeft echt genoten en gekeken en foto’s gemaakt. Vincent lacht me nog weken uit: stap-stap-stap-mijn moeder is gek geworden…. In de auto ben ik doodop. Echt doodmoe eventjes. Maar we moeten naar de winkel. Even terug in organisatiestand. Ik krijg het alsnog benauwd als ik de foto’s zie.

Dit is meer wat voor mij 😉

Ik weet nu al dat ik vannacht wakker word en alsnog doodga van de angst. Ik heb mezelf bewezen dat ik niet alleen fysiek sterk ben, maar ook mentaal meer dan krachtig. Ik heb alle trucs ingezet. Iets doen wat je echt niet durft maakt je zo sterk! En ook supertrots. Zo wordt een marathon een makkie 😀 Elke keer als ik denk: dit kan ik niet, denk ik aan dat hoge open trapje waar ik ook boven ben gekomen. Dan valt alles mee.

Hardlopen weer proberen

‘s Middags in de bloedhete zon op het terras staar ik voor me uit en weet ik wat er aan schort: ik wil hardlopen. Ik heb dat gewoon nodig. Het is een verslaving. Ik heb een bloedhekel aan de uitslovers die elke dag moeten hardlopen en de ene marathon na de andere rennen, maar ergens snap ik het ook wel. Het is niet precies wat Annemarie in het schema heeft gezet, maar ik geniet van de vakantie! Ik laat Garmin een route verzinnen. In tegenstelling tot iedereen die dat zonder moeite kan binnen de week na een marathon, twijfel ik enorm of ik niet iets kan beschadigen. Vincent gaat graag met me mee. Hij doet het rondje daarna wel op zijn eigen tempo. Ik doe de nieuwe hardloopbroek aan en de compressiesokken. Voor 5 summiere kilometertjes… In de hitte. Met wandelpauzes als dat moet. Of stoppen als het teveel pijn doet.

Vincent zet meteen zijn autospotten aan, we zijn de straat amper uit. Het gaat langzaam, dat voel ik ook wel. Maar het gaat. We gaan het bos in en ik loop eventjes verkeerd bij een stuwtje. Wie had ook gedacht dat we onverhard het bos door moesten?

Er zit een raar ommetje in, maar dat moet ook zo, want de rechte weg blijkt privé terrein. Altijd met die rare routes van Garmin. We kletsen onderweg. Het gaat echt rond de 7 minuten per kilometer. Ik voel vanalles, maar niets wat echt blokking pijn doet. Het valt mee. We gaan omhoog langs de weg naar Brieske. Dat heb ik vandaag ontdekt: een tuinstad van begin 20ste eeuw voor de mijn bouwwerkers. Heel schattigjes. We zien de trein die tentoongesteld is. Het licht is gaaf.

Dan ontbreekt het pad wat Garmin heeft ingetekend. En de volgende mogelijkheid is veranderd in een bouwproject. We lopen nog verder omhoog en dan langs de lieve huisjes terug richting de route. het gaat me wat traag, maar he! ik looooooopppppp.

Vincent spot auto’s, maar bewaart ze voor straks als hij zelf rent. Iemand heeft hard Madonna aan staan: Material Girl. Het past goed, dat blijven hangen in ‘vroeger’. We nemen nog een doorsteekpad. Het is echt weer benauwd! Ik krijg het nu wel moeilijker, er zitten pas 4 kilometer op! Geen pijntjes, maar zwaar. En ik moet weer schijten. Het is nog een stuk knijpen tot het huisje en ik wist niet eens dat dat omhoog liep! uiteindelijk worden het 5,5 kilometer in 40 minuten. Tempo prut, diarree in de pot en wat licht stijf. Maar ik ben zo blij dat ik weer gelopen heb! Zo is het een echte vakantiedag. Sorry Annemarie, de helft van het schema klopt! Dat stukje vakantie vieren 😉

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2024 – 17a Lausitzer Seenland Marathon

De wekker stond om 5 uur. Naar bed gegaan bij zonsondergang (21:17), 2 keer naar de toilet gelopen en om 5 uur weer op. Ik at wit brood met appelstroop. Heerlijk. Ik zit toch erg met de voeding en besluit een paar gelletjes bij me te steken. Ja, ik was best zenuwachtig en ja, vooral vanwege dat er geen Dixies zijn. Vlak voor we gaan leeg ik nog een keer mijn darmen. Dat gaat goed. Tijdens het rijden moet ik mijn best doen de stress in bedwang te houden. De cursus komt van pas: het hoort erbij dat ik stress ervaar en ik moet mezelf voorhouden dat me het wel lukt. Ik drink een halve bidon leeg en we lopen naar de sporthal. Ik ga meteen weer naar de WC en leeg nogmaals mijn darmen. Rob vervangt de startnummerband voor de speldjes. Het is half 7 op een zondagochtend. Ze bevestigen dat er vanwege het natuurgebied geen Dixies zijn, maar dat ik de bosjes wel in kan gaan als dat nodig is.

Ik ga inlopen en ik weet het dan eigenlijk al: het is niet echt mijn ideale dag. Het voelt net iets te zwaar. Geen gemakje. Ik ga nog maar een keer naar de WC voor de zoveelste plas om 5 voor 7. En dan de muziek aan: eerst Loreena McKennitt, dan de marathon hardlooplijst. Vincent helpt me nog even met de Shockz. En dan staat het clubje marathonlopers en duo-marathonneers en halve marathon wandelaars klaar. Er was bijzondere muziek, waar ik nog even mijn muziek voor uit zette, want ik zag Vincent reageren.

Om 1 minuut over 7 vertrokken we. Het voelde beter als ik eerst dacht en ik kwam lekker op gang. De eerste kilometer ging superkeurig en exact in 5:30. Ik zag mensen die gingen duiken in het meertje. Toen gingen we omhoog. Dat was een flink stukje klimmen en ik vond het best zuur zo snel aan het begin! Maar ik was voorbereid gelukkig. We hadden de route op de fiets verkend, dus ik wist wat er ging komen. Daar was ik blij om.

Ik werd al wel wat ingehaald, maar ik doe toch mijn eigen ding. En dat was veel afvragen hoe het eigenlijk echt voelde en ging. Boven gingen we met een scherpe bocht langs het water lopen. Ik vond de fabriek best gaaf aan de rechterhand. We reden er vanmorgen langs en het is nog in bedrijf. Toen ging het weer omhoog. Ik denk dat er veel zijn die daar wat sterker in zijn dan ik… Het zonnetje is ook al best fel.

Maar het ziet er prachtig uit over het water. Ik ben nog steeds bezig met bedenken hoe het eigenlijk gaat. Gek genoeg zijn er ook mensen die me inhalen als duo. Die zijn vast ietsje na ons gestart. Dan moet ik al gaan eten. Ik duw een fruit gellie naar binnen in 4 happen en drink water. De eerste post zit pas op 5,1km; daarna zijn het er telkens veel. Ik heb dus een liter zelf mee aan water. Het gellie gaat niet zo best. Het tempo is best wel lekker en wat ik had gehoopt: rond de 5:40. Maar dan als het vlak is! Omhoog is het lager. Elke kilometer is aangegeven met een papiertje op de weg. Echt druk is het niet onderweg. Er zijn andere lopers, maar niet eens veel. De eerste 5 kilometer gaan binnen een half uur. Daar ben ik blij mee, maar ik voel ook dat het niet houdbaar is. Ik zie de helling alweer.

Die ligt in de felle zon en is echt fiks. De dames halen me voorgoed in. En ik laat het gaan. Ik ga mijn eigen pace omhoog, voel mijn eigen buik en misselijkheid. Dat is onprettig en belooft weinig goeds. Ik neem water bij de post en giet ook water over me heen. Het gaat nog even door met stijgen. Op het pad waar Vincent op de fiets opmerkte: ze wilden zeker maar de helft betalen, dat ze niet alles hoefden te asfalteren.

We gaan naar een soort uitkijkpunt en een monument. Er is daar geen WC en dat is stom. Ik moet namelijk toch alweer. De misselijkheid trekt weg. Na 7 kilometer denk ik: stik-het-tempo, het zal al wat zijn als ik dit binnen 5 uur kan afmaken. Niet meer hopen op een PR of onder de 4 uur. Loslaten en accepteren. Net als wat SK altijd zegt: constateren, accepteren en dooooor. Daar moet ik even aan wennen, dat het niet zo gemakkelijk gaat als in de afgelopen trainingen. Maar ik ga het niet opgeven! Maak dit maar leuk en uniek. Ik denk aan wat Joyce schreef: dat ik er ben met Rob en met Vincent die dadelijk gaat starten. Ik app Rob. Die schrijft: doe jij je eigen ding maar. Ik merk dat ik behoefte heb aan meer contact, maar ik laat hem Vincent maar begeleiden naar diens halve marathon. Ik maak een foto van het uitzicht met in de verte een grote mijnbouwmachine en het bordje 10% daling.

Het helpt niet echt, dat het naar beneden gaat. Ik hou de fruit gellies netjes bij. Niet omdat het leuk is, maar omdat het moet. Mijn gedachten dwalen af naar Annemarie. Toch echt een topatlete, maar een losse marathon lukt haar niet om te voltooien. Het is een meedogenloze afstand. Ik weet dat het pas begint aan het einde, maar daar ben ik nog lang niet en ik weet niet hoe het dan gaat. Als het slechter gaat als nu, blijft er (te?) weinig over! Ik doe het dan maar voor Annemarie, al had ik voor haar graag de beker meegenomen, dat wordt m nu echt niet. De medaille hou ik zelf! Al zal ik die eerst moeten ophalen. Desnoods doe ik er 5 uur over. Bij de volgende post weer twee bekertjes water. We zijn op de kruising. Een heel oost-Europees plaatje, wat ik nog steeds niet heb vastgelegd. Ik weet dat er genoeg bosjes komen.

Ik geniet van de treinen en het open terrein en de lichte glooiingen. Weer een post joh! Ik weet dat dit stuk verder is dan je zou denken en steven op de 10 kilometer af. Binnen een uur. Ik weet dat het niet vol te houden zal zijn. Maar deze heb ik toch mooi binnen! Accepteren, muziek luisteren en afmaken. De zon op het asfalt is niet mild. 11 kilometer. Ik verlaat mijn ‘veilige’ plek in het veld en duik even de bosjes in. Zware diarree. Het lucht wel op en niemand die het ziet. Nu kom ik in een ander groepje. Hoewel dat veel gezegd is, want het loopt enorm uit elkaar.

Ik doe het maar in kleine stukjes. Op naar de tunnel. Daar zit een post die zelfs sponzen heeft! De tunnel is leuk, want eigenlijk leeg en voor mij alleen.

Ik kom langs het punt waar Vincent gaat keren en de mensen die startnummers gaan checken komen er net aan. Ik vind het wat vervelend voor Vincent dat ik hem zo’n stille, saaie en best heuvelige halve marathon in de maag heb gesplitst. Hij is meer van het publiek en de drukte. Voor mij is dit prima. Het bruggetje over.

Dan een stuk wat een beetje nieuw is. Ik zie iemand al strekken en een jongen die daarstraks nog zo hard van start ging. We zijn op 14km. Een derde. Het andere meer.

Om mij heen lopen een man en vrouw samen. Ik denk dat hij haar haast en op 6 minuten de kilometer houdt. Dan komen ze netjes op 4:15 uit. Ik weet dat ik op het einde veel zal verliezen. Dan gaat het voedingstekort inslaan. Maar nu hou ik me keurig aan de fruit gellies! Ik heb ontdekt dat het heel goed werkt om hele kleine hapjes te nemen. Dan zijn het zuurtjes en kan ik ze goed verwerken. Ik heb 1 moment gemist, maar ik snap niet zo goed hoe. Ik denk dat ik een doorlooptrance zit of bij de post stond. Er zijn genoeg posten met water. Daar is ook cola voor straks. Er is ook meer te eten, zoals koekjes en pretsils, maar daar ga ik niet aan als het niet hoeft. Ik ga op naar de vreselijke 16 kilometer. We lopen wel redelijk in de schaduw. Ik hou het echtpaar een beetje bij, wel zo lekker qua tempo. Een man die nu al moest strekken, gaan we voorbij. Er loopt nog een vrouw bij met een groene rugzak. En een fietsstelletje van 2 dames. Over de parkeerplaats bij de ziekenwagen en ik wandel gewoon bij de posten en drink water. De eersten komen ons eindelijk tegemoet. Dat zijn fietsduo’s. Je ziet al de afstanden staan voor de terugweg, daar hou ik me aan vast. Als ik hier straks ben, zit ik al op 27 kilometer! Ik vraag de man van het stel een foto te maken van me.

En dan voel ik me opeens wel weer goed. Ik krijg een appje van MvdB dat ik al bijna op de helft ben. Ik ben pas op 18km. Het doet me goed hoor, een klein beetje support van buitenaf, maar ik reageer even niet. Ik hoop de halve marathon in 2:10 te redden, dan heb ik nog wat over voor de tweede helft. Ik versnel wat en dat gaat goed. Loop ik weer alleen.

Ik luister naar de muziek en ben best blij en happy en positief. Ik ga het toch afmaken! Dat wil ik en daar ben ik hier voor. Annemarie heeft me succes gewenst, maar ik app terug dat ik al op weg ben en dat het ruk gaat. Dat lucht op. Op naar de halve marathon! Mijn horloge loopt wat voor.

Eigenlijk wil ik dit aan Joyce laten weten, maar ik moet ook opletten op wie tegemoet komen lopen. De snelste vrouw ligt gewoon tweede overal. Die vliegt ofzo. Met zo weinig deelnemers moedig je elkaar maar aan. We komen langs een camping (ik weet niet precies meer op welk moment eigenlijk) en daar zitten wat mensen bij hun camper aan te moedigen. Er is daar een uitzichtpunt waar ook 2 mensen staan te kijken en klappen. Tot zover het totale publiek. Dan het kanaal. Zo grappig dat we hier straks weer terug komen ook.

Ik ga nog een stukje echt goed. Lekker tempo onder de 6 minuten per kilometer en ik kijk uit naar de andere mensen (er liggen zeker 10 vrouwen voor me) en ik voel me wel goed. Ik zie een duo die problemen heeft met de fiets. Dat is wel echt lastig, want dan kan je samen niet verder. De zon accepteer ik en het is zo vlak als ik me maar kan wensen. Ik reken naar het keerpunt toe. En dan zie ik aan de andere kant al afstanden staan die steeds dichterbij komen. Zal ik eens zien of ik laatste word!

De rest zit nog in de buurt: het echtpaar, 2 mannen met muziek (hinderlijk), het damesduo en de vrouw in het groen. Ik ga richting de 25 kilometer. Daar zit weer een post. Er liggen nog mensen achter me. Meer dan genoeg. Ook de jonge jongen die vooral over de berm loopt. Ik denk dat hij een weddenschap verloren heeft, hihi. De man met kramp loopt ook nog. Er zijn 2 langzame dames als laatsten. De fietser houdt ruim afstand van ze. De fruit gellies beginnen nu wel irritant te worden. Hoe klein de hapjes ook zijn. Het meer ligt er prima bij.

Annemarie zal wel moeten lachen dat het echt weer iets voor mij is om onderweg een uitgebreide fotoreportage te maken! We gaan het kanaal weer over en ik buffel naar de post toe. Ik haal de duodames in. Bij de post duik ik achter de auto voor een plas. De dame die gaat lopen ziet me en grinnikt. Het valt me niet helemaal goed, dat plassen. Ik moet echt gaan buffelen om naar 27 kilometer te komen. Dat vind ik eigenlijk wat vroeg al. Vincent heeft een mooie eindtijd neergezet op de halve marathon en een PR, maar niet onder de anderhalf uur. Ik voel met hem mee. Het is niks makkelijk om hier te lopen! Is het gewoon niet. Het wordt warm. De schaduw valt weg. Ik ga wat minder hard lopen en voel de strijd om naar de 30 kilometer te komen. De post en de ziekenwagen staan verder weg dan ik dacht in de felle zon. Niet zo lekker. Ik zit ook niet meer binnen de 3 uur, maar dat had ik ook niet verwacht. Nog anderhalf uur voor de laatste 12 kilometer? De man en vrouw en de herriemannen halen me in, maar die gaan uitgebreid drinken. Ik ga liever snel door. De fietsdames liggen net voor ons. Ik wist dat ze vanaf 32 kilometer zouden gaan aftellen aan bordjes. Daar loop ik naar toe.

Het vuur, het gemak en de helderheid werd minder. Dat je gaat tellen of het haalbaar is binnen 4,5 uur, maar ik wist het gewoon niet meer. Ik hoor het nummer van de Piano Man. Dat lijkt eindeloos te duren. Ik ga al die tijd maar door met hardlopen en kom op de hoek bij de ‘imbiss’. Ohja, die zat hier ook. Het is nog verder terug naar het brugje. Ik zag de Ilsetunnel in de verte al met de oranje palen.

De vrouw met groene rugzak haalde me voorgoed in. Geen probleem. Ik was klaar met de fruit gellies. Ik zag nu veel andere fietsers die op zondagmiddag in grote getalen en groepen tegemoet kwamen fietsen. We liepen langs een mooi zonnenbloemenveld.

Ergens wilde ik Rob appen dat het nog wel even ging duren. Maar ook dat kwam er niet van. Hij liep in gedachten wel de hele tijd met me mee. Ik wist dat Rob aan het wachten was en baalde dat hij langer moest wachten. Ik dacht dat er nog een post was, maar die bleek er niet te zijn. De volgende post was eigenlijk te ver weg. Hier had ik nog iets moeten nemen. Achteraf bezien had ik daar dus een gel of fruit gellie moeten nemen, maar ik heb geen buddy die me daar toe dwingt of die mijn rugzakje voor me draagt. Die het water voor me gaat pakken. Ik moet alles zelf beslissen. Allemaal mijn eigen verantwoordelijkheid. Het lijkt een beetje op triatlon dit, hoewel er veel meer mag. Ik heb een telefoon bij me en mag muziek luisteren, maar de eenzaamheid en zelfstandigheid is hoger dan bij de gemiddelde marathon. Ik vond het aftellen wel leuk, maar ik kreeg het niet op de foto. En ik dacht: 9 kilometer nog, dus dat is een uur. We kwamen weer bij de brug.

Ergens dacht ik: ik moet nu proberen rond de 4,5 uur uit te komen en ik moet blijven rennen zoveel als mogelijk is. Alles wat ik ren, in welk tempo dan ook, is meegenomen. Ik kwam weer bij de tunnel en genoot weer van het alleen in de tunnel zijn.

Daarna een felle klim en ik wandelde naar boven. Boven was de post. Met de sponzen. Ik nam cola! Gek genoeg geven die Duitsers dan weer niks om de plastic bekertjes die ze gebruiken. Met plastic handschoentjes aan. Ik probeerde even wat te zeggen, maar taalbegrip is een beetje weg. Dat kostte me wat tijd, maar ik had het even nodig. En een spons mee. Die koelt mij, mijn rug en mijn nek lekker af. En het geeft me houvast, om een spons fijn te knijpen. Ik merkte dat ik warm werd. De hartslag bleef onder controle. Nog 7 kilometer. Ik appte Joyce. Dat ik nog 7 kilometer moest doodgaan. Volgens Joyce kan ik dat. Ik wist niet meer precies hoe. De man en vrouw haalden me in. Voorgoed. Dat wist ik.

De mannen liet ik ook passeren met hun muziek herrie. Ik luisterde naar Kate Bush die Running up that Hill zong. Nog 6 kilometer staat er dan en ik denk: HOE. Er was weer een post. Ik nam nog wat cola. Ik haalde nu een paar wandelaars in van de halve marathon en een tweetal mannen die de marathon gingen uitwandelen. Ik bleef dribbelen en dacht bij elke kilometer: mooi onder de 7 minuten! Daar was ik dan blij mee. Ik kreeg last van de cola. Tja. Ik hield me een beetje vast aan de hamburger die de snackbar in Almere me heeft beloofd als ik een marathon loop. Hoe kan ik het die jongen laten weten? Dat vraag ik me dan af. Ik hoor het liedje van Touch the Sky, maar het voelt niet echt top meer. Ik wist dat een paar uur geleden al, dat het ‘mis’ zou gaan, maar nu weet ik het niet meer zo goed. Ik zat wel in het moment, maar dat was best donker, ondanks de zon en hitte. En ik werd moe. Nog maar 5 kilometer.

Mijn horloge liep verder uit de pas, want zij telden echt af van 42,2, dus de 200 meter extra en mijn horloge zat er 300 meter naast. Allemaal leuk, maar hoe weet ik dan hoe ver of hoe lang het nog werkelijk is?! Die Duitsers kenende doen ze het op de 100 meter precies. Ik appte naar Rob: nog 4 kilometer, maar ik weet niet hoe. Rob appte terug dat ik al 90% had gehad en positief moest blijven. Ik dacht alleen maar: ik moet en zal het halen. Voor Annemarie. Voor de knipkaart. Voor Joyce. Voor Vincent. Die appte ‘hup mama’. Hij had het ook erg zwaar gehad na afloop. Er was niemand meer in de wijde omtrek. Niet voor me, niet achter me. Dat vond ik niet makkelijk.

Het was wel makkelijk om even te wandelen, tot ik dacht: dribbelen gaat sneller. En dan gingen mijn beentjes weer. Nog een post. Die mevrouw kletste tegen me, maar ik had echt geen idee wat ze wilde. Tot ze me de wijn aanbood. Nee, dank je…. Ik dronk water en goot nog water over me heen. Ik wandelde soms heel eventjes en zag de stad in zicht komen. En dan is het verdikkeme nog ruim 2 kilometer! Rob stond op de rotonde.

Ik zie aan die foto’s dat de stappen kleiner worden en dat ik echt strijd. Ik ga een park in. Een onverhard pad. HOW. Of beter WIESO. Alles wat ik kan rennen is meegenomen.

Er is nog een post waar ik wazig als ik ben wat drink en koel en dan begint het grote afmaken. We lopen een stuk terug en het gaat nog maar eens een keer omhoog en dan wat we vanmorgen in kilometer 2 omhoog liepen naar beneden. Ik tel af met de bordjes en geniet niet meer van de zon of het uitzicht. Ik zie het bord ZIEL en vind dat grappig: ik weet dat het Duits is voor doel, maar ik denk dat Vincent het gelezen heeft als waar je je ziel kan inleveren. It feels like that.

Er staat een mevrouw die me aanmoedigt en het lijkt alsof ze mijn naam weet, maar dat kan een illusie zijn door de muziek en vermoeidheid heen. Naar beneden rennen is eigenlijk helemaal niet gemakkelijk! Dat trekt aan alle spieren. Ik heb gelukkig mijn lange compressiesokken aan, maar ik voel de spieren protesteren. Ik moet en zal de wandelaars inhalen. Ze prijzen me in het Duits en hij zegt ook dat mijn sokken nog langer zijn dan de zijne. Leuk en aardig, maar ik begrijp het nauwelijks. Ik zeg dankjewel in het Nederlands. De bordjes tellen per 200 meter af. Kan ik rekenen dat ik het binnen 4,5 uur ga halen. Want de tijd op mijn horloge klopt wel degelijk!

Dan zie ik Rob weer en is het nog 1 bocht. Ik kan niet stoppen met rennen meer. Hoe zacht ook. Got wat ben ik blij dat ik er ben. Tranen in mijn ogen als ik nog genoeg vocht had gehad.

Ik ga alle loopafstanden afstrepen. En binnen 4,5 uur ook. Ik kijk nog even naar de klok, juich en zie Vincent staan. Rob rende me achterna. Kon ie een keer. Ik ga juichend de finish over.

En dan ben ik op. Meestal is dat een kwestie van een paar minuten, maar nu niet. Hier met die medaille. Vincent is trots. Rob is ook heel erg trots. Het is toch een marathon. Ik ben alleen maar leeg. Geen pijn ergens, maar ik voel me vies van al het water en op-op-op. Wil ik zitten, wil ik drinken, wil ik eten. Ik heb niet zo’n goed idee. Ik app Joyce. 4 uur en 27 minuten. De marathon is binnen.

Ik app Annemarie en ik weet nog steeds niet wat ik wil of moet eigenlijk. Ik drink ijsthee en als we dan gaan zitten, begint een schreeuwerige prijsuitreiking. Ik ben aardig leeg en wil weer weg. De trapjes op. Daar ga ik zitten op de grond. Rob moet een foto maken met de medaille. Ik drink de chocomelk op.

Vincent haalt een slush en ik kom een beetje bij zinnen. We halen een urkunde in de hal en warempel: ik ben derde bij de 50+ vrouwen! Er is geen aparte prijs voor elke ‘alterklasse’ en voor mijn part zijn het er maar 3, maar het staat gaaf.

Vincent is eerste in zijn categorie! (desnoods ook enigste, maar dik de snelste) Hij was neergevallen na de finish. Ik kleed me om. Dan moet je de trap op. Ik ben nog steeds niet bij. Niet trots, niet dat ik het echt besef ofzo. Al lopen daar een paar tranen over mijn wangen. Ik versta de Duitse dames met hun bekers (voor wat dan) niet zo goed. De trappen af en dan moeten we terug naar de auto. Zo’n vierhonderdduizend treden op. Zo voelt het tenminste.

Ik heb nu wel een paar pijntjes en ben instabiel. Ik heb de compressiesokken aangehouden. In de auto eet ik wat wafels. Geen extreme honger, nog steeds niet echt blij. In het huisje zit ik even en dan ruim ik op en gaan we douchen. Dan heb ik een serie schuurplekken op mijn rug en mijn benen protesteren wel degelijk! Die ga ik voelen. De knieën (binnen- en buitenkant) en de buitenkant van de bovenbenen zijn nogal gevoelig. Was ik vorige week nog blij dat we een gelijkvloers huisje hebben, nu blijkt dat er tig drempels zijn! In de hal 1, naar de kamer 1 en drie treetjes naar de wasmachine. De was is gedaan! En alles is opgeruimd. Ik zit even buiten en maak een Instagram post.

We gaan naar de McDonalds voor de hamburger. Ik heb niet echt extreem veel eetlust, alleen zin in thee met suiker. Ik app met wat mensen die echt belangstelling hebben. MvdB appte me toen ik net de finish over was met en-en? Lief dat ze zo had meegeteld. Mama belt me! Vincent strompelt ook rond. We kunnen niet meer echt veilig gaan uitfietsen.
Om 9 uur zijn de uitslagen er. Ik ben 3de van vijf 50+vrouwen. Een goed vertegenwoordigde categorie! 11de van de in totaal 17 vrouwen. De snelste op de marathon was een vrouw die binnen 3 uur de marathon heeft gelopen. De langszaamste was ook een vrouw die ruim 5,5 uur nodig had. Ik sta op de 44ste plaats overall, van de 68 finishers in totaal. Achtenzestig! En dan waren er ook nog 17 duo’s (fietsen en rennen afwisselen), waarvan ik er 2 achter me gelaten heb. Die twee dames net; op 2 seconden. Er waren op dat parkoers dus 85 mensen bezig met de marathon. Tussen 13 kilometer en 33 kilometer was het 10 kilometer heen en terug. Ik heb alle deelnemers gezien.

https://lausitz-timing.de/2024/pdf/LSL_24_lauf_42km_gesamt.pdf

De dag heeft lang geduurd, maar ik rek ‘m met moeite tot zonsondergang, wat gelukkig om kwart over 9 al is. Omdat het kan: van zonsopgang tot zonsondergang. Soort van kan.

Categories: Wedstrijd | Tags: | Leave a comment

2024-17

1 juli – En dan is het OP
Het kan. Ineens is het op. Ballonnetje leeg.
Vannacht goed geslapen, maar kort, want om half 8 zit ik alweer in de trein voor een dag werken in Leiden. Kan ik mooi even alle social media bijwerken! De werkdag is intensief. Heel veel tickets die openspringen, veel overleggen. Wel leuk hoor! Ik ga wandelen met de collega’s door Leiden. Fysiek gaat het best wel goed eigenlijk. Even lekker een frisse neus halen! Heerlijk weer. Prima temperatuur, droog en het waait. En intussen is thuis Vincent een beetje van de leg. En Rob is ook niet thuis, die is in München voor het werk en een presentatie. Dus ik ga alleen naar huis en zal straks alleen naar de stomme bootcamp gaan. Ik had een stok achter de deur aan Vincent, maar die moet dus werken. Moet ik alleen naar die vervelende mensen. Die -net als zovelen- helemaal niet snappen wat een halve triatlon is. Het is jammer dat ik daar de knipkaart nog op moet maken. iIk heb er zelden zin in. Als ik thuis kom, blijkt er eigenlijk geen eten te zijn. Er is alleen ontbijt en ik moet over 20 minuten weer naar de bootcamp vertrekken. Ik eet de restjes op en kleed me om. Ik heb écht geen zin. En dan bedoel ik nog minder dan anders. Ik meld me af.
🫥🤯
Ik ga in sportkleren op de bank zitten en dan is het op en af en klaar. Alles doet me pijn, ik ben erg moe en ik wil alleen maar chocolade eten. Ik ben ook nog eens zo’n beetje ongesteld geworden na een maand overslaan en dat trekt ook door me heen.

Stilte. Ik wil niets meer. Dan is het blijkbaar echt klaar.
Ik sleep me nog naar de winkel en daarna moet ik strijken. Is er tenminste iets van de lijst af voor morgen. Ik neem het mee als kracht”training”. Het is namelijk een hele krachttoer om alles op te ruimen, zijn spullen te strijken, mijn spullen te strijken en weer alles op te ruimen. Het is me goed zo.
Ik heb hoofdpijn, ben moe, vermoeid en voel me slechter dan slecht. Niks powervrouws meer aan (zo noemt notabene KH me!!), geen energie meer. Blijkbaar houdt het ergens zelfs voor mij op. En dan voel ik me helemaal niet geweldig of goed of sportvrouw.
In het huis van de triatleten staan de bidons net zo leeg te zijn.

2 juli – Een duurrit van 100 minuten

Het is iets beter, maar nog steeds voel ik weinig zin en animo. Ik wil eigenlijk hardlopen, maar er staat nou eenmaal fietsen en zo’n vrije dag vult zich altijd met vanalles: kapper, organiseren met Vincent samen, fiets poetsen etc. De middag ben ik alleen en ik ga maar gewoon op de tijdritfiets met de muziek hard aan een rondje oostvaardersplassen. De wind is RUK. Letterlijk bijna. Die komt vanaf het Markermeer. Ik kies dan voor wind mee op de Knardijk. Ik begin met wind tegen en ik neem maar gelijk een ommetje. Op de dijk staat dus een dikke wind van opzij. Die is lastig. Om te liggen en om mee om te gaan. Het ergste zijn de auto’s. Ik merk overduidelijk dat die een soort kolkjes veroorzaken en daardoor draait de hele wind dan even. Achter het dijkje gaat het wel. Ik lig zoveel mogelijk. Moet er maar mee om leren gaan toch? Ik fiets zoveel mogelijk links. Er is toch geen enkele andere fietser. Dan kan ik naar buiten geblazen worden. Het gebeurt een paar keer, zeker als er een vrachtwagen de luchtstromen beinvloedt!

Ik kom 1 brommer tegen en die heeft het moeilijk omdat ze mijn richting op geblazen wordt. k zit dan al in de laatste bocht. Ik luister naar de muziek. Op de Knardijk gaat het uiteraard heerlijk! Ik moet ook hier wat extra pakken. Ik zie geen computertje voor mijn neus, bewust. Daar laat ik me dus niet door beinvloeden, want anders had ik het allemaal vast te sloom gevonden. Al had ik dat al wel door. Op de Ibisweg gaat het best lekker. Wind van de andere kant. Is ook niet mals en er staat file, dus het is druk op de weg met auto’s. Ik ga nog een stukje tegen de wind in en de stad door en dan heb ik totaal geen zin meer. De tijd zit er bijna op, ik heb 40km gered en ik vind het helemaal best. Ik heb het weer geprobeerd.

3 juli – 15’z1+50’z2 hardlooptaal voor: 15 minuten heeeeeeel erg rustig en dan 50 minuten rustig

de beentjes wilden niet echt graag, maar de hartslag bleef te laag om het ze gemakkelijk te maken. Arme beentjes🦵🏼 Dat koppie had wel zin, maar die darmen dan weer niet. En het vrouwelijke deel haakte vanmorgen al af, begon om 6 uur met krampen en toen dacht het hoofd: ik blijf thuis. Het verstand zei: op naar Leiden jij! Het verstand won (en een trein later). Even laatste overleggen met M en die lieve schat van een Je die me vraagt of het nog wel lukt. Die jongen is echt een engeltje. 👼 Met de 🚆 weer naar huis en ondertussen is de kramp weg maar staat de 🩸 kraan open. Gevuld met 🍫 en 🍟. Rob is er weer. Het leven klopt weer. Maar ik ben vermoeid. Dan is een uurtje lopen in z1/z2 aantrekkelijk. Mis! Zone 1 is een km wennen en dan heerlijk suf joggen! Maar dan z2. Ik moet er hard voor werken met de beentjes. Het tempo is dan ook hoog. 🌬️ mee. Door het begroeide Kotter🌳 tempo ⬇️ maar de 💗 iets ⬆️.

Wel supermooi 🤩 daarna weer verhard. Ik moet hier en daar wat extra. Het gemak is er af, maar alle pijntjes zijn ook weg. Ik begon met knieen, kuiten, maar vooral de vingerkramp is idioot. Ik loop achter langs en ga kalmer aan. Het begint een beetje te regenen 🌧️ heerlijk! Ik maak 10km vol in een uur. En ga door voor de elf. T worden er 1111 en het tempo valt wat tegen eigenlijk. Wel een uitvoeringsscore van 90%! ❤️

Ik moet 💩. Maar vochtmeting is het belangrijkste. Ik woog 68 voor ik ging en daarna ongeveer 76,3 en na de 🚽 nog maar 66,9. Ik heb weer overal kleine rotpijntjes: 🦶🏼 voeten, knie rechts: dat soort dingen. Het loopje was niet wat ik gehoopt had. De muziek was wel fijn.
Sommige vrouwen met vet overgewicht en een blessure lopen dit tempo ook. 😒 Dat valt me dan tegen als ik ook 5:30-jes heb zien langskomen bij mezelf. Niet getreurd: ik heb 6 uur voor een marathon. Ik gok op 4,5. Doel: sneller dan een halve triatlon. Goed idee he?! 🙄 Ik heb vakantiestress. Inpakken en weggaan naar een plek van niks. Why?! Voor de fucking marathon?! 😵‍💫

4 juli – Fietsen – 7×2’ sneller, yeahRight (oftewel: zeven keer 2 minuten harder)

na een dag zo min mogelijk losse eindjes op het werk achterlaten en een paar (heerlijke) telefoongesprekken (wie zei dat ik dat niet kon) een een bezoek aan fysio K wat eerst meer pijn oplevert na een nacht met verdachte knie pijn, was ik moe. Teveel suikers gesnoept, niet goed voor mezelf geweest en ik heb zweertjes in mijn mond. En morgen moet ik inpakken. Ineens is er dan vakantie. Ik mis Jo en Je nu al. Rob maakt mijn rem en ik ga fietsen. Muziek aan. Geen ‘je-best’ aan. Ik voel het buitenste kniebandje rechts. Maar fietsen mocht echt. Ik zie KD weer en rij via het asiel. Het is me niet veel: wind tegen, bochten en veel moeite. Op de dijk wind mee en het licht is fantastisch. Ik ga hard, maar dat geeft niet echt meer energie.

Ik kom niemand tegen. De plassen zijn erg mooi in het licht en met het water. Ik zie een zee-arend.

Dan 2 minuten versnellen als ik de Knardijk op draai met wind van opzij. Valt niet mee. Zelfs de rust niet. Ik ga door tot de sluizen. De band is lek. Doet het nog wel, maar is niet meer hard. Ik red het niet elke keer om 2 minuten te versnellen binnen de watts, maar dat lukt vrijwel nergens in de training. De vijfde tegen de wind in liggend achter de Jahe langs gaat heerlijk. Ik durf de Trekweg aan voor de laatste! Dapper tegen de wind ik. Dacht ik. De eerste auto’s verbazen me. Maar dan blijven ze komen. Doodeng. Liggen onmogelijk. Hopen dat ik net genoeg ruimte krijg. De A6 is dicht. Verdomme. Kut karren. Heel erg eng. Vooral in de bochten. Ik bid elke keer maar dat ze me zien. Ik moet door de planten. Wind tegen spelen met je leven. Met een slappe band. Ik kom zeker 100 autos tegen en kan niet snel genoeg op de brug zijn. Dan ben ik echt heel erg moe. Ik rij terug en langs de Vaart. Ik maak 40km vol en doe ongeveer de opgegeven anderhalf uur op een minuut na. Ik vind het wel best. Sneu gemiddelde weer van net geen 27,5. Kijk maar niet naar de cadans, die is nog lager. En de uitvoeringsscore is 22%. Dus niet echt hoog gescoord!!

5 juli – Op de tijdritfiets met wind mee en regen.

we moeten inpakken en op vakantie gaan, maar ik heb geen zin. Dus ga ik eerst maar fietsen. De band van de racefiets is lek, dus ik moet op de tijdritfiets. Ik zet de Mask&Mirror weer op en ga maar door de stad tegen de wind in. Het gaat maar zo-zo. Ik kan niet echt goed mijn route bepalen. Maar ik kom via de normale route langs de NPW op de dijk en stop heel kort.

Op de dijk gaat het hard! Echt hard, heelijk windkracht 4 mee. Als ik langs de OVP rij, zet ik zelfs aan en gaat het heel erg hard. Dan flitst alles als een razende voorbij. Eng en spannend en geweldig tegelijk. Het is ook hartstikke rustig en de kleuren in de lucht zijn mooi. Ik probeer tussen de parkeerplaatsen in echt het tempo hoog te houden. Alsmaar boven de 40, wow. Net niet onder de 7 minuten. Ik fiets gewoon 30km binnen een uur!

Nog even een stopje voor water. De Knardijk met zijwind is andere koek. Maar ook daar lekker rustig en prachtig licht. Het belooft niet veel goeds, maar de kleuren zijn geweldig. Ik rij door het oostvaardersveld en ook daar mooi geel en het lijkt geregend te hebben. Zou ik geluk hebben? Ik kan ook prima tegen de wind in het tempo hoog houden (geen 40 hoor). Na 40km begint het dan toch te regenen helaas. Maar het is niet anders en ik wijk er niet voor en trap gewoon door. Zitten er druppels op het vizier.

Met 43km wordt het droger en na 45km is de regen gestopt. Ik rij een stukje om om de 50km te halen en om de training van 1 uur 45 minuten precies vol te maken. Helaas moet ik nu nog een keer de fiets schoonmaken. Daar baal ik dan wel van.

6 juli – Een dag reizen en dan even een korte wandeling in Senftenberg.

Na een hele lange, vooral vermoeiende reis. Om half 9 weg. Eerst Vincent rijden 3 kwartier. Dan Rob na een korte plasstop. Ik zat achterin en daarna voorin. Toen ging ik rijden. Vincent zag weer een stoere auto hoor en we stonden te kletsen met de boys. Ik ging rijden. De auto doet veel zelf. Daarna file. Eindeloos lang file. Broodje eten. En maar wachten en schuifelen en verkeerde rijen kiezen. Anderhalf (!!) uur lang. Ik reed tot Marienburg. Benauwd en teveel airco. Weer naar de wc en toen kijken bij de grenspost. Unheimisch. Regen op de golfplaten.

Rob reed moeiteloos en ik zat achterin. Hoofdpijn en bijkomen met suikerspekken. Daarna ging ik weer rijden. Het begon te regenen en stortregenen en onder Berlijn door. Ik reed ook nog verkeerd, want afslag was afgesloten. Daarna onweer. Vincent zat ook voorin. Lachen hoor, maar vermoeiend.

Om kwart voor 7 in Senftenberg. Het regende nog net. Duits van de buurvrouw met de sleutel kan ik dan nauwelijks volgen. Alles in het huis gooien en dan naar de winkel. Moeilijk te bedenken. We aten brood. Daarna deze korte wandeling naar het water. Het was droog en qua kleur echt fantastisch!

Ik liep met moeite een half uur vol. Reizen is een vermoeiend ding. Alle wisselingen: temperatuur, omgeving, snelheid, aanpassen, doorgaan, alles een plek geven kost letterlijk en figuurlijk moeite.
En ondertussen doe ik heel trouw de oefening die ik heb opgekregen om de knieën sterker te maken. Elke dag tien minuten.

7 juli – Een verkenningstocht op de fiets en 14km hardlopen in het Lauzitser Seenland

Eerst waren er al fietsen die niet goed remden. De remmen hebben geleden van het reizen en nat worden op de snelweg, met olie-achtig water. Rob maakte wel iets. Vooral Vincents tijdritfiets is lastig en dat is de enige die hij bij zich heeft. Toen gingen we eerst lekkere warme witte broodjes lunchen. Gingen we eindelijk weg, reed ik verkeerd, was ik de route kwijt op het fiestcomputertje en moesten we omdraaien. Toen gingen we tegen de richting in, maar dan bleef de fietscomputer wel aan en roepen dat ik een ubocht moest maken zodat ik de snelheid (welke?) niet zag. We gingen door de stad. Leuk stadje hoor, maar wel onrustig met klinkertjes en fiets-wandelpaden. Het ging allemaal niet snel. We kwamen langs de industrie en ik vond het indrukwekkend. Een soort Abanadoned Egineering In real life. Vooral langs het spoor. Het was wel lekker asfalt en lekker rustig ook. Soms een paar gewone fietsers. En veel bos! Ik had geen idee waar we waren. We kwamen bij een mooi uitzicht en stopten even om een foto te maken.

Daarna gingen we door en kwamen we bij een werkelijk geweldig tunneltje! Met luchtgaten.

We gingen langs een kanaal. Heel apart en gaaf. Toen een brugje over. Ik filmde Vincent. Daarna werd het wat saaier. Niet verkeerd, niet druk (zeker niet voor een zondagmiddag), veel bos, langs het water aan de rechterhand. Overal bordjes dat het verboten gebiet is.

Heerlijk asfalt, maar wel wind tegen! We kwamen weer over een bruggetje waar het druk was. Op de meren was niemand. En maar doorfietsen.

Toen kwamen we opeens bij een uitzichtspunt. Vincent ging omhoog en ik ontdekte dat we net een heel lang stuk van de route van het hardlopen hadden verkend! Behoorlijk saai dus, maar… genoeg bosjes!! Ik hoorde Vincents schoenen omhoog gaan. Ik moest plassen. Er was een WC. Maar zo ver kom ik dan weer net niet….. Toen weer verder; het was drukker. Langs een vliegveld en toen veel geslinger en een dorp door. Niks voor mij! We reden het bos weer in en langs een soort kanaal. Achteraf is dat een eiland. Langs een druk vakantiepark en nog een uitzichttoren die we voorbij lieten gaan. Ik was echt kwijt hoe ver nog en hoe het ging. Behalve dat het erg langzaam ging met nog geen 25km/u. Ik zag op tegen het hardlopen en toen opeens zag ik het lieveheersbeestje weer die ik op de heenweg ook had gezien en ik dacht nog: die hebben ze hier allemaal, maar toen waren we alweer “thuis”! 38km. Laag gemiddelde.

Hardlopen 14km: 3 km rustig – daarna 3x 2km op marathontempo en 1 kilometer rust en 2 kilometer uitlopen.

Ik zag er tegenop. Ik ontdekte dat ik maar 2 korte hardloopbroeken heb. Ik moest alles nog klaarleggen. 7km heen, 7km terug. Water mee, 3 gelletjes. Telefoon moest opgeladen worden en mee, dus kabels zoeken. Anyway: het duurde even. Vincent had koppelloopje ook even uitgesteld. Ik ging terug richting lieveheersbeestje en maar zien hoe het gaat. Afbreken als het niet goed voelt, had Annemarie gezegd in verband met de knie. Ik moest even denken: brugje over en dan? Maar het ging soort van vanzelf goed en ik was snel in het bos. Tempo van 5:52 ofzo en dat voelde erg makkelijk. Hartslag bleef weer laag.

Ook kilometer 2 ging prima en vanzelf. Ik had de muziek aan. Kilometer 3 ging ook op een prima tempo en hartslag. Ik was al bij de uitkijktoren! Ik dacht nog: zal ik het rondje afmaken, want dat kan hierna nooit meer. Lang over nagedacht. Maar wijsheid won. Op en neer. Dan 2 kilometer op marathontempo. Wat is dat in ‘s hemelsnaam?! Hoe moet ik dat weten? Hoe hard moet ik dan gaan?! Ik had iets met de hartslag ingesteld. Ik zou blij zijn als ik een marathon in 5:55 kan lopen! Maar ik ga de hartslagzone in en doe maar wat me lukt met de benen. Het tempo ligt duidelijk hoger, de hartslag moet nog even mee. Het tempo verbaast me, is hoog. het wordt warm en ik heb dorst. Gelukkig heb ik zelf bij me.

Na de 2 kilometer jog ik en ik eet een gellie en drink een flesje leeg. Daar moet de rugzak voor af, maar dat is dan maar zo. Ik heb er 400m voor nodig en jog verder. Niet stoppen, tenzij het (ik) echt moet. 5km binnen een half uur geloof ik. Maar ik let er niet op. Ik versnel weer. Fietsers in de buurt. Ik kom bij de camping en de drukte. De fietsers zijn langzamer en zitten me op de rotonde nog een keer in de weg.

Ik keer keurig om op 7km. Stukje onverhard. Ik moet wat dieper voor het hogere tempo, maar dat lukt. Nu. Geen 42km lang. Ik eet/drink weer netjes in de ‘rust’,maar ik blijf rennen. En zo kom ik op 9km. Die tien gaan ook binnen een uur, maar dat zit in de laatste keer sneller lopen. Die zijn zwaar. Saai (wen er maar aan) en ik moet een beetje.

Het tempo is top met 2km onder de 11 minuten. Ik app met Vincent en maak wat foto’s ook. ik drink alleen maar in de laatste ‘rust’. Dan 2 km uitlopen op mijn eigen tempo. het is wel wat zwaarder, maar ik moet vooral niet aan drie keer zoveel denken … Ik moet steeds meer en app Vincent de wc vrij te houden. Dan word ik aangesproken op het bruggetje door mensen die iets zoeken vanuit hun auto, alsof ik iets zou weten hier 😳 Ik ben net klaar in de straat en wandel en knijp mijn billen bij elkaar. Het is flink veel en ik voel me eigenlijk beter dan vanmorgen! Ik eet chocolade en drink fristi. Mijn knie doet geen pijn!! Ik had de compressiesokken aan. Dit was een mooie test en ik zal blij zijn als ik dit tempo ook haal op een marathon, maar alles is goed. Mooie uitvoeringsscore, daar ben ik echt blij mee!!!!! Die ligt op 97%.

8 juli – Wandelen in een benauwde nieuwe omgeving voor de supermarkt en andere inkopen

Het wordt best wel snel warm eigenlijk! De grote flessen hadden we al gehaald op zaterdagavond, maar we komen ernstig mokken tekort (2 stuks) en theekoppen hebben ze helemaal niet. Maar de Kaufmarkt had alleen dure dingen. We moesten wel andere dingetjes hebben. De route was niet apart of mooi en het was wel warm en benauwd.

En ‘s middags zijn we weer naar het centrum gegaan, want we moesten die mokken hebben en rem-reiniger. De rem-reiniger was er wel bij een fietsenwinkel ver buiten het centrum. Niemand spreekt hier Engels, maar dit meisje wel een beetje. En toen bleek ze een Nederlandse te zijn! Het was voor haar meer schakelen dan voor ons! Maar de rem-reiniger was in de ‘baumarkt’ te verkrijgen, dus we zijn nog een stukje verder Senftenberg doorgelopen. Het was warm en niet echt leuk. Ik hou niet zo van dat benauwende en daar moet ik dan echt aan wennen. Ik heb vandaag bijna net zoveel stappen gezet als gisteren!

Het mannetje gaat van rood naar groen, meer is er in Senftenberg niet te doen!
Onthaasten.

9 juli – Een ‘eet-alle-glycogeen-op-uit-de-spieren-training” samen met Vincent die rustig moet lopen.

Midden op de dag. Het is al heet, we moeten nog lunchen. Het ideale moment voor een training?! Vast niet, maar dan kan ik vanmiddag lekker snoepen! Vincent moet 7km, ik 40 minuten. Dus ik moet hard en hij moet zacht. Zo staat het ook in onze respectievelijke schema’s. Eerst 20 minuten inlopen. Richting de haven, langs de camping, nog best veel schaduw. Tempo ligt goed en hoog en het gaat prima! We zien een eekhoorn.

Dan 5 minuten lang hard. “Een kilometer”, zegt Vincent. Voor mij is dat fors hard. Ik haal een mevrouw op de fiets in en we komen bij de haven. Ik haal het: 4:53 gemiddeld. Wow. 2 minuten dribbelen is welkom, maar dan alweer snel door naar 3 minuten harder. Nog harder? Er zijn hekjes en mensen en Vincent gaat voor me uit.

Ik zet flink aan en vind wel een soort van maximaal. Vincent maakt een foto en kan nog aanmoedigen ook: voor hem een makkie. Ik zweet me kapot en tel af. 4:43 gemiddeld. WOw. Even wat wandelen om bij de komen, een minuutje hooguit. Dan nog een keer 2 minuten. Of Vincent me op 4:30 wil hazen. Ik moet alle moeite doen om hem bij te benen, en daar zit ook de beperking: in de mijn benen. Die kunnen niet harder. Hartslag en ademhaling op orde, maar mijn benen kunnen gewoon niet meer dan dit. Ze doen geen pijn hoor, maar grotere passen of meer kracht hebben ze gewoon niet. Ook geen verzuring, maar gewoon maximaal. Ik tel af. Vicnent roept wel dat het 4:30 is, maar zijn horloge loopt op hem achter. Waarom schijnt de zon zo hard en is er als ik harder dan hard moet elke keer géén schaduw??! 4:33. WOW. Ik wandel nu echt omdat ik het nodig heb. En dan weer dribbelen en daarna 9 minuten uitlopen.

We halen de 7km in 40 minuten makkelijk. Ik moet weer eens naar de plee. Stomme darmen. 7km in 38nogwat minuten. Abnormaal. We lopen mijn 40 minuten ook vol en dan de 7,5 kilometer ook voor de deur, maar ik knijp intussen mijn billen flink bij elkaar en dat gaat ten koste van het tempo. Ik drink chocomelk en snoep veel, van de weeromstuit doen we geen lunch. Wel muffins maken. En verder doe je met 32 graden gewoon niks. Dat is namelijk veel te warm. Die gekke Garmin noemt mijn training “herstel”. Sinds wanneer is een VO2max-training herstel?! Die is bevangen door de hitte denk ik. Of 7,5 kilometer telt gewoon niet meer mee, dat kan ook hahaha. 😆

10 juli – Zwemmen in de Senftenberger See

We gingen rond het middaguur richting de Senftenberger See. Ik denk: dan hebben we het maar gehad. Het was warm en benauwd en toen we de straat uit liepen, hoorden we het rommelen. Rechtsomkeert. Vincent zei nog: het ziet wel donker daar. Weer ‘thuis’ volgde een enorme onweersbui. Even koelde het af, maar daarna weer op en toen deed ik het wetsuit vast aan en gingen we nog een keer proberen om te zwemmen. Het water was lekker. Vincent ontdekte vissen.

Het water was eerst helder, maar daarna donker. We gingen langs de gele boeien. Vincent zwemt wel harder dan ik, maar ik doe mijn best en zwem prima. We gaan naar het steigertje en van daar uit zie je iets anders verderop en daar gaan we dan heen. Ik stop telkens mijn horloge. We zwemmen naar de derde boei. Ik wil dat Vincent wat langere stukken zwemt, hij moet even in de ademhaling komen en doet wat kalmer aan. We mogen niet voorbij de boeien en zwemmen nog een keer 4 boeien verder en dan samen naar het bordje waar verboden op staat. Vincent heeft al veel meer gezwommen! We zwemmen in 1 ruk terug en Dat gaat me wel goed af. Ik heb geen haast toch? het water is lekker, ik voel me oke en ik zie Vincent (ver) voor me. Ik ga nog een keer de gele boeien langs, want Vincent staat al veilig aan de kant vissen te kijken en te filmen.

Dan nog is de 2000m bij mij niet vol en die maak ik wel vol natuurlijk! Stom op en neer langs de boeien en de andere zwemmers. het is drukker geworden. Ik deed mijn pak uit en toen ging ik met een boei en in badpak. Dan voel ik het water en temperatuur veel beter, maar ik merk dat ik veel minder sterk zwem! Ik kan het wel, maar mijn benen moeten iets meer doen en ik vind het ook wel gaaf. Nog een keer langs de boeien en naar de steiger en dan nog de 500m vol maken. Het gaat zeer veel langzamer!!

Vincent ging rennen, want die moest nog 10 kilometer en ik ging even op de fiets kijken of we de route morgen goed kunnen volgen met het computertje en met de bordjes. We kwamen elkaar natuurlijk tegen.

Ik fietste nog even door en kwam door het dorpje. So far, so good. Prima te volgen en goed te doen. Omkeren of de Senftenberger See rond? Het zag donker en donderde wat in de verte, dus toch maar omkeren.

En toen kreeg ik een appje van Rob dat het ‘echt droog zou blijven’. Het regende nog niet, maar dat kwam er duidelijk wel aan, want het werd donker en dreigend. Ik fietste heel hard door. Er kwamen ongeveer 100 Hele Grote hageldruppels naar beneden, maar het viel me mee. Zou ik het halen? Ik haalde Vincent bij en ik reed met hem mee en toen regende het.

Lastig, want ik heb deze setup morgen ook nodig! Maar Vincent ondersteunen die bij beginnend onweer in een uitkijktoren stond, was ook even nodig. Het had in Senftenberg veel harder gegoten en het viel gelukkig wel mee. Komt vast wel goed morgen. We nemen de tijd en halen Polen vast wel.

11 juli – Van Senftenberg naar Polen: 100 kilometer met Vincent fietsen

Het meeste (of eigenlijk bijna alles) heb ik bij me: 4 gevulde bidons en een rugzakje met accupacks en regenjasjes en heel veel fruit gellies en een portemonnee. Vincent heeft 1 bidon en veel gelletjes bij zich.

Ik moest alleen de route doen, want Vincents Garmin horloge kon dat niet aan. We gingen een route volgen die volgens Vincent uit een blauw etend pacmannetje bestond. Het ging goed qua route. Ik kon het prima aflezen op de fietscomputer. Het eerste stuk ging hard en gemakkelijk. Lekker hoge cadans, rust in het bos en nog bekend terrein ook. (ik was hier gister al) Afspraken maken over wie waar rijdt als we inhalen enzo. Soms heel eventjes een klein stukje verkeerd gereden, maar ook dat had ik snel door. Langs het kanaaltje.

Toch niet afsnijden en aan de andere kant om de See heen. Een fietssnelweg! Leeg, strak geasfalteerd en heerlijk te befietsen tussen bos en meer. Helemaal top!

We zagen niemand, op 2 bessenpukkende oudjes na. Wel weer even over het hardloopparkoers van zondag en het lijkt oneindig ver! Dan door een dorpje Welzow wat Abandonad Egineering in real life is! We keken onze ogen uit naar de vervallen gebouwen. Heel gaaf. We fietsen door een achterland en na 30km zitten we eindelijk op een weg waar ook auto’s ons kunnen inhalen. We komen bij de mijn en kijken uit over het enorme complex.

Ontzettend mega indrukwekkend. Het is echt enorm. Maar de route is opgeslokt door de mijnbouw, dus we moeten de weg er omheen volgen. Dat is met het fietscomputertje lastiger, want die wil je dan terug hebben naar de route waar je die verliet. We kijken nog een keer en zien een weg die voor auto’s afgesloten lijkt, maar voor fietsers niet. Dat klopt ook. We komen er aan de andere kant toch 2 auto’s op tegen! Soms is het urenlang doodstil en nu opeens zelfs 2 auto’s!

En dan even zoeken naar de route en hoe we die naar Spremberg moeten volgen. Ik verloor een bidon op het mega-hobbelige fietspad en toen moesten we er opeens af en was het onverhard en ik schakelde niet snel genoeg terug, dus ik moest lopend de berg op. Ik had even een dipje. Maar Vincent gelukkig niet!

Toen via prachtige bospaden naar “Spermaberg” zelf. Daar even zoeken, want zo’n stad is dan druk en onrustig en de route lastig te vinden. We hadden een korte irritatie en toen gingen we over een onverhard pad langs het water. Het pad was prachtig, maar niet zo geschikt voor onze fietsen en vermoeiend.

We kregen wat trek en hadden nog geen winkel gevonden. We keken bij een dorpje zonder naam en Vincent zocht de supermarkt op. Het donderde in de verte, maar dat zou volgens Rob net langs ons heen gaan.

Op en neer naar Irenes winkel. We kochten broodjes en cola met muntgeld. Toen konden we weer door met wat hernieuwde energie! Daarna een stuk saai en ook apart: velden, zonnebloemen, licht glooiend. We speelden wie-heb-ik-in-mijn-hoofd, maar Vincent wilde een blackbox doen. En dan het bos weer in. Prachtige lichtval, echt genieten. Soms stond er alleen maar een fietsbordje met een pijltje een kant op, maar intussen had ik het fietscomputertje door! Door dorpjes met duidelijk andere huizen.

Echt opvallend veel bos. We reden dan ook op de mooie routes. Er lag veel viezigheid op de weg en op sommige plekken leek het geregend te hebben. Nog een stopje voor een plas en wat eten. Bij een wolvenplek. Het is inmiddels 2 uur. We gaan langs het water en toch merk je dan iets moe-er te zijn. Net iets beter op moeten letten en uit moeten kijken. Het gaat allemaal prima, want het is nergens echt druk ofzo. We speelden blackbox en die van mij was te moeilijk. Ik lette op de omgeving en toch ook wat minder. Ik ga dan toch de kilometers aftellen. Best wat klimmetjes soms, niet hoog, maar het gaat wat omhoog en omlaag en dat merk je dan gelijk aan het tempo. En dan de rechte, drukke weg naar Bad Muskau. Niet de route meer, al was die rustiger geweest en verstandiger. En dan Polen.

We staan langs de rivier die de grens is en Duitsland is duidelijk met een grenspaal en er is zelfs een soort controle! Maar het is wel onrustig daar. Dan de brug over. VRE-SE-LIJK: kraampjes, drukte, gekriegel. Polen is een grote NEE. Geen vlag, geen bord, niks, alleen kraampjes en koopjesjagers. Bah. Door het park is beter. Op de rustige brug maken we foto’s.

Ik heb de 100km vol! Het rommelt in de verte. Dat komt wel dichterbij. Rob komt er aan en ik bel hem om wat af te spreken. We gaan naar de winkelparkeerplaats. Vincent maakt de 100km ook vol door (hard) op en neer te rijden in het Poolse park. Het gedonder wordt erger en we ontwaren een stuk of tien druppels. We zijn snel bij de parkeerplaats en nog geen 5 minuten later is Rob er ook. Moe van alle omwegen en het vreselijke weer onderweg. Overal om ons heen is het vreselijk noodweer, maar wij hebben niks gehad! Ik ben er niet heel erg moe of hongerig van. Wel wat, maar niet echt veel. Het ging gewoon lekker soepel! De bidons waren voldoende en de telefoons zijn ook niet leeg geraakt. Het gemiddelde was 24 km per uur en dat valt me mee. De cadans is net blijven steken. Maar dat is van ondergeschikt belang! We hebben veel plezier gehad samen. We rijden naar het huisje terug door enorme buien en via de snelweg. Na het douchen gaan we naar de McDonalds, dat heeft Vincent absoluut verdient!

12 juli: Fietsverkenning van het loopparcours en het laatste koppelloopje

Ik dacht: laten we maar op tijd gaan, want vanmiddag voorspellen ze slecht weer, vanaf 12 uur al. We gaan uiteraard niets hard! eerst door Senftenberg heen hobbelen. Vreselijk veel klinkertjes en dat soort ellende.

Dan bij het station langs. Het weer is goed, maar er staat een stevige wind. Ik voel ook nog de fietstocht van gisteren, gewoon iets minder energie aan alle kanten. De stukken van de tocht zijn best lang en vooral saai eigenlijk. Maar er zijn bosjes en ik ga me wel redden. Ik moet niks he. We kijken nog even bij het keerpunt voor de halve marathon. Ik ga nog 10 kilometer heen en 10 kilometer terug langs de andere See.

Ik doe maar weer een plas. Ik drink me vandaag echt ongans! Dan het stuk naar Grossraschen. We doen het niet al te logisch. Ik denk niet dat ik in heel Europa een saaiere halve marathon voor Vincent had kunnen uitzoeken! We komen bij de haven en daar zijn ze net begonnen. De man maakt een foto voor ons.

Wij fietsen verder en het is mooi, maar…. heuvelig!! Dat hadden we niet afgesproken… Het is ook op de fiets best een eindje. En hier en daar even echt klimmen. Er is een uitzichtspunt. Het zicht over de See is wel erg mooi.

En nu is het er weer doodstil. We komen weer bij het beginpunt uit en gaan weer door de stad. Nu pakken we de andere kant om de hobbels voor Vincents tijdritfiets te vermijden. Het is warm buiten en het waait dus. In de stad is het vooral druk en onrustig en krap en lastig. Ach, vandaag hoeft het tempo al helemaal niet!! We gaan nog rustiger dan gisteren 🙂

koppelloopje

Ik had een trisuit aan, dus ik kon ook echt gelijk door! Nog geen slecht weer in aantocht, maar het was wel warm. Echt warm. Vincent is al voor me uit weg. Ik ga gewoon hartstikke goed! Het tempo ligt hoog, het gaat best redelijk, maar het is erg warm en ik zweet me kapot en ik hoef natuurlijk niet hard of goed of moeilijk. Straks denken ze nog dat ik zo hard een marathon kan lopen! maar dan spelen er dus andere dingen: een rugzakje vol drinken en eten, darmen, drang en druk. Nu is het een kwartiertje en dan mag ik eten en rusten. Na 2km op tempo hou ik me in, al blijft het gewoon hard gaan. Ik maak de 3km vol en ben dan veel vocht kwijt geraakt. Ik drink het wel weer bij.

Nogmaals: dit tempo hou ik 3 of 5 kilometer vol na het fietsen, maar ab-so-luut geen 42! En zeker niet als het omhoog en omlaag gaat. Nu is het zaak op eten en vooral drinken te gaan letten. Ik voel me leeg en raar, dat al het trainingswerk gedaan is. Het zit er op voor de marathon. Meer kan ik niet doen. Dat voelt echt gek. Het voelt kaal. OP de een of andere manier wel genoeg, maar of ik het ook echt kan weet ik niet natuurlijk. Ik wil vooral niks kapot lopen, zoals ik gewoonlijk altijd wil. We halen in de namiddag de startnummers. Ik merk dat ik een beetje in mezelf keer. Maar ik heb wel zoiets van: ik heb vakantie! Al gaat huishouden met een wasmachine en eenvoud huis wat schoon moet blijven en zelf koken nooit helemaal op. Ik slaap prima en na een drukkend hete ochtend volgde een flink onweersgebied. Het trok aan ons voorbij, maar het regent wel en het koelt af. Gelukkig dat we even niet meer hoeven te sporten! Kunnen we letterlijk en figuurlijk nog even afkoelen.

Over het waarom we hier in het Lauszitser Seenland zijn en waarom we juist hier een (halve) marathon gaan lopen, heb ik een aparte blog geschreven.

13 juli is een rustdag. Veel drinken. En een stukje wandelen ofzo.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2024 – Warum: De Lausitzer Seenland Marathon

Tja, hoe komt het zo dat we hier verzeild zijn geraakt in het Lausitzer Seenland in Duitsland tussen Berlijn en Dresden in en dat ik zondag 14 juli een marathon ga lopen? Dat behoeft wellicht enige uitleg…

Het was ergens half maart toen Vincent van zijn trainer de opdracht kreeg om half juli ergens een snelle en vlakke halve marathon te lopen. Hij had net in Spa met veel hoogtemeters zijn eerste halve marathon gelopen in ruim anderhalf uur en voor de halve triatlon moest hij nog maar een keer laten zien wat hij kon. Ik ging op zoek en vond een halve marathon én een marathon in Friesland op 13 juli. Ideaal. Het eerste wat Rob zei: “dan gaan we daar met vakantie naar toe! Ik zoek een groot huis en jullie kunnen daar lopen en fietsen en zwemmen!” Hoe geweldig tof en onbetaalbaar is dat?! Ik zag het al zitten: een namiddag marathon waarbij je met de bus naar de start gaat en terugloopt. Rob zei: “je kan de Afsluitdijk af fietsen en kijk eens naar dit huisje, dat ligt aan het water.” Maar ik wilde het eerst aan mijn trainster voorleggen, want een marathon midden in het seizoen… Dat moet wel passen. Annemarie keek mee en een paar dagen later kwam ze met de ontluisterende mededeling: ‘die marathon wordt volgens mij afgelast.’ En ze had -helaas-pindakaas- gelijk! Toen begon een grote zoektocht naar een andere vlakke halve marathon in Europa, liefst met een marathon erbij. In Nederland is er in deze periode helemaal niks meer in verband met de vakantie-periode. Ik had net een nieuwe baan, dus het aantal vakantiedagen was beperkt tot 2 weken en in die tijd kan je niet naar Finland rijden. In de Duitse Alpen is ook een loopcombinatie mogelijk, maar de hoogtemeters rijzen daar de pan uit. In Frankrijk dan? Ook dat is niet vlak of juist een trail. En toen vond ik Lausitzer Seenland 100. Een multisportsevenement in het weekend van 13 en 14 juli met fietsen en hardlopen en longboarden en wandelen en allemaal op zijn Duits: met ontbijt en vrolijk opgemaakt in jaren-70 stijl.

Rob zegt: “wat maakt het uit, ik zoek een leuk vakantiehuis en we rijden naar het Lausitzer Seenland met de fietsen achterop.” En zo ging het dus. Het is niet grootschalig, niet extreem duur om mee te doen. We vinden een huis via AirBnB in het nabijgelegen Senftenberg. Als trainingslocatie is het ideaal: dit oude mijnbouwgebied wordt ingericht als (water)sportlocatie. De oude mijnen zijn omgeturnd in meren. Er zijn hypermoderne fietspaden aangelegd. Als je traint voor een halve triatlon, dan is dit een prachtig gebied!

Het Lausitzer Seenland ligt tussen Berlijn en Dresden. Het kan er natuurlijk wel heel warm worden. Het ligt op een plateau. Er is veel bruinkool afgegraven. Of er echt veel te doen is, valt te bezien, maar als liefhebbers van het programma Abandoned Egineering zal het voormalige Oost-Duitsland wel in een behoefte voorzien.

Voor sommige mensen is het niet interessant, zo’n (halve) marathon als deze op een onbekende plek. Runners World is op zoek naar mensen die écht op vakantie gaan voor een loopwedstrijd, maar daar horen wij niet bij. Ze laten nooit meer iets van zich horen op mijn reactie. En toch voel ik het als een mooie ervaring. Ik vind het bijzonder en waardeer enorm dat Rob dit voor ons doet! Voor mij lijkt het juist een ideale marathon: kleinschalig, niet idioot veel prikkels, toegankelijk en origineel. Voor mensen als Dennis, Gaby of Irene ben ik een softie die ‘slechts’ 1 marathon per jaar loopt over het asfalt en dan in een tijd waar zij niet eens voor opstaan en op een plek waar zij hun goedgevulde portemonnee niet voor open maken. Maar daar tegenover staan wel een dozijn Joyces die best zouden willen ruilen met mijn tijd, zo’n honderd Wendy’s die nooit een marathon zullen hardlopen en duizend Kevins die onderuitgezakt op de bank blijven zitten.
Er zijn veel mensen die zullen denken: dat doet die Anke ook maar weer eventjes, en zelfs Vincent heeft dat idee. MAAR ZO IS HET NIET. Ook ik train er hard voor en ben van tevoren erg zenuwachtig. Ik besef dat alles moet kloppen op die ene dag dat je dan gaat hardlopen. Een marathon is een kwestie van 27 kilometer inlopen, 10 kilometer afzien en 5 kilometer uitlopen. Ik schreeuw het niet van de daken op Instagram of op Strava. Ik vind het ontzettend dapper van mezelf dat ik een dag van tevoren aankondig dat ik een marathon ga lopen. Er is eigenlijk toch niemand die weet hoe of waarom ik dat doe; de meeste mensen zijn bezig met zichzelf en hun eigen geweldige prestaties.

Ik ga de zevende marathon lopen in mijn leven. De eerste marathon liep ik in Spijkenisse in 2013, toen ik nog geen 5 jaar aan hardlopen deed en het me (door de afgelasting van de marathon, niet door mijn schuld) niet lukte om voor mijn 40ste de koningsafstand te lopen. Ik deed er 4 uur en 47 minuten over en het koste me daarna vele uren om te bedenken dat ik zo uitgeput was omdat ik na 25km niet meer had bijgegeten. De tweede marathon liep ik in 2015. Ik trainde toen enkel op het hardlopen en in Eindhoven zette ik mijn PR neer op 4 uur en 5 minuten. Ik was toen 10 jaar jonger en heel goed getraind! Daarna werd de marathon een onderdeel van de hele triatlon. De dynamiek is dan totaal anders. De losse marathontijd telt een stuk minder mee. In 2019 deed ik in de Frysman 5 en een half uur over de marathon. Ik hield zelfs geen cola binnen en was die dag al uitgeput door het zwemmen en het fietsen. De totaaltijd telde. In de marathon die onderdeel was van de Ironman in Hamburg in 2022 had ik ook zo’n 5 en een half uur nodig. Ook daar was de voeding het breekpunt. Toch is dat de marathon waar ik het meest trots op ben, omdat het een mentale overwinning was. In december van 2022 deed ik opnieuw de marathon in Spijkenisse, net als in 2013. Ik had er 4 en een half uur voor nodig. Vorig jaar probeerde ik de marathon in de Hardman triatlon te wandelen. Ik had een blessure die hardlopen voor enige maanden onmogelijk had gemaakt. Uiteindelijk moest ik na 29 kilometer opgeven omdat ik (vanwege kou) niet meer verder kon. Daar deed ik 5 uur over.
Ik schat nu zo in dat ik tussen de 4 uur en een kwartier en 4 en een half uur nodig ga hebben om de marathon te voltooien morgen. Het ziet er uit dat ik harder kan lopen dan ooit, maar ik reken op extra tijd die ik nodig heb om bij te tanken en de bosjes in te gaan. Ik ga niet voor een PR, al zit de sub 4 uur altijd in het hoofd. Dan hoor je bij de ‘snelle vrouwen’. Ik reken me totaal niet rijk.

En zo werd een marathon tussen het triatlonprogramma in gepland. Naast het trainen voor een halve triatlon in Zeewolde, moesten er ook lange duurlopen gepland. Mijn nieuwe werk gaat hartstikke goed en ik blijf blessurevrij! Uiteraard telt de leeftijd mee, maar fysiek ben ik in orde. Door het afvallen gaat het hardlopen ook steeds beter. Het is wel even slikken als ik zie dat juni helemaal vol zit met wedstrijden en er komt natuurlijk heel veel stress kijken bij de eindexamens. Ik doorsta het. Ik pas alle trainingen in elkaar. Annemarie van Train3Sports zal wel eens gedacht hebben: hoe nu weer…… Ik heb het in elk geval meer dan eens door mijn hoofd laten schieten. Het slechte weer, maar ook de warmte benut ik om te trainen.
Ik vind een losse marathon moeilijk en zwaarder dan een halve triatlon. Een marathon is voor mij onberekenbaar. Ik zit met de voeding en vooral met mijn darmwerking. Ik mail met de organisatie en hoor dat er vanwege de natuurgebieden waar we doorheen lopen, geen Dixies zullen zijn onderweg. Daar maak ik me zorgen over. Ik moet veel fruit gellies eten en veel drinken onderweg. Gelukkig zijn er erg veel posten, zowat elke 4 kilometer. Ik heb alle tijd: de cut off tijd is 6 uur. Ik moet wel al om 7 uur ‘s morgens starten en daar hou ik niet zo van, dat vind ik wel erg vroeg. Voordeel: zondagmiddag ben ik zeer zeker klaar! Aan de andere kant: het blijft een marathon en de eerste 25-30 kilometer gaan nog wel, maar daarna begint het pas echt. En ik ken hele sterke en goede triatleten die kunnen bevestigen dat een losse marathon moeilijker is dan die in een hele triatlon! En daar maak ik me wel wat zorgen over; dat ik mezelf daar zo midden in het seizoen, in het onbekende en warme buitenland wél toe in staat acht. Die arrogantie bezit ik niet.

Het voordeel van een marathon: als dit niet lukt, zijn er meer mogelijkheden aan het einde van het seizoen. Maar ik ga er van uit dat het hoe dan ook lukt en dat ik een medaille mee kan nemen naar de snackbar in Almere voor een hamburger! Ze hebben mij een hamburger beloofd als ik een hele marathon loop. Senftenberg heeft ook een McDonalds.

Nu zijn we in het Lausitzer Seenland en de trainingsmogelijkheden zijn uitstekend, maar verder is de vakantie vooral lekker rustig. Goed wennen aan de warmte. Veel fietsen. Vincent en ik hebben de route verkend en er zijn genoeg bosjes voor mij. 🙂 Er zijn ook meer hoogteverschillen als we in Friesland hadden gehad. En het is oersaai. Strak asfalt, heen en terug en ik verwacht weinig publiek. 10 kilometer heen langs het meer en diezelfde 10 kilometer weer terug. Dat je de hele tijd kan zien hoe ver je achter ligt en op wie je voor ligt. 1 Brugje, 1 tunneltje, maar bovenal: 1 finish. En daarna hebben we nog een hele week vakantie!

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2024-16

27 juni – Intergevallig met hitte en Vincent samen.

Repeat: beste mensen: ik hou niet van de hitte. Geen tropische zon voor mij. Teveel zweten, niet op te kleden, niet aan te ontkomen. En het water warmt te snel op! Ik droomde vannacht dat ik een wedstrijd uit moest per vergissing omdat de rondjes op waren en ik werd wakker in paniek. En dacht: ik doe overmorgen een halve triatlon! Toen was de paniek echt en terecht. Ik heb niet genoeg gellies! Ik ben niet getraind voor die afstand (Annemarie ontkent) en de tijdritfiets is daar (óók) niet klaar voor!! Ik haal diep adem en ga eerst deze werkdag doorkomen. Ik ben overigens gezonder als ik in weken ben geweest. Geen pijntjes ofzo. Werken is ook al wat: mensen bellen, tickets genoeg. En in mijn hoofd zeurt: de halleve… Annemarie helpt me op weg dat me dit best lukt (ik kan zelfs op halve voeding uiteraard). Om 5 uur ontdek ik dat het water te warm is voor een wetsuit! 2km door plantjes ploeteren zonder ondersteuning! Het is 27 graden buiten en ik hou niet van warmte. Ik ga lopen met Vincent. Hij moet meer doen (12km) en wil met bidon zeulen. Ik stel dan maar hét vierkommatwee rondje voor. Ik moet eerst 30minuten kalm. Met de warmte en het paniekerige gevoel is dat dus echt rustig.

Is niet easy voor Vincent, sloffen lijkt makkelijk, maar eigen tempo is makkelijker. In km 3/4 door het bos stikt hij bijna echt door de vliegjes. Ik hark gewoon op 6:05 de kms door. Langs huis begint mijn interval: 4 keer 3 minuten rond 5:30. De eerste keer in de straat gaat nog niet best en net niet goed. Dan 2 minuten rust. Vincent gaat mee, voor hem is het allemaal ‘rustig an’. De tweede tel ik en gaan al beter. Loopt ie zo weg voor een foto.

De derde vind ik lastig, maar het tempo zit erin. Wandelmomentje en dan verhard blijven lopen. De vierde is echt doorzetten en aftellen, maar die gaat ook wat te hard. Het loopt oke, maar niet vanzelf. Ik doe een rondje om het park alleen om de training met 10 minuten uitlopen af te maken. Uitdruppelen! Toch viel het mee. Zonder zon. Zonder zorgen. Lets go

28 juni – Slecht slapen is slecht voor je en het helpt ook niet aan een goede koppeltraining

Vannacht heb ik een paar uur kunnen slapen op de bank, Rob lag zo te snurken. Dus alles doet pijn en met een halve nacht slapen voelt het niet goed. Ik wilde best, maar niks kon. Geen repen bij de Decathlon, geen voeding. Ik krijg niet genoeg eten naar binnen. Ik moest een uur fietsen en Vincent langer. Het ging ongelooflijk moeizaam. Ook op de tijdritfiets. Kreeg gewoon de benen niet rond en kwam de bochten niet door. Druk in de stad. Heb er geen vertrouwen in voor morgen. Ik ga vast finishen, maar een keer laatste worden is mij ook prima. Gelukkig weet ik dat ik kan zonder voeding haha.

en dan een kort koppelloopje. Ik heb toch een trisuit aan. Een rode. Het ging moeizaam. De eerste kilometer hard en daar moet ik diep voor graven. De tijd zit dan op 5:20 of zo. Daar heb ik wel eens gemakkelijker aan gekomen. Daarna 1,5km rustiger en dat ging nog wel.

Ik besluit niet meer te gaan zwemmen. Even een dutje doen. We zien wel morgen.

29 juni – De halve Triatlon in Zeewolde.

Weer een wedstrijd, dus weer apart beschreven! En wel HIER

En wat doe je dan in de avond? Dan ga je ook nog zwemmen in het zwembad, omdat Vincent gaat en omdat hij degene is die auto rijdt. Kan ik dus gewoon. Vincent reed en dat ging ook. Goed voor hem. Ik had nog een keer een grote boodschap thuis en me even afgespoeld en opgeruimd. Unstoppable. Zolang het kan, doe ik het maar. Ooit zal de adrenaline wel op zijn. Baan 2. Achtje. I vroeg meteen naar de wedstrijd en vond het wel stoer en apart. Ik eigenlijk ook. het is een soort van: we zien wel. 100m inzwemmen. Ik baal ENORM dat Garmin de triatlon niet heeft opgepakt. Zo kut. 400m zone 1. Ik doe maar wat. Ik vind het rustig. Dan 2x100m sneller en dat vind ik wel zwaar. Ik ga voorop natuurlijk. Weer 400m. Ik tel ze wel af. Ik krijg trek. Daarna 4x50m. Nu wordt het een beetje honger zelfs. Ongemakkelijk.

Ik krijg ook krampjes hier en daar en ik krijg het koud. Ik zwem in baan 1 100m uit en dan doe ik ook nog 100m ZONDER achtje. Omdat ik knettergek ben. Dat moet het wel zijn! Die gaan ook niet (meer) zo snel. Ik ga er eerder uit. Ben een onderbroek vergeten en de reservespullen waren natuurlijk allemaal gesneuveld. Door voor veel papat en een dikke hamburger!

IK HEB GEWOON DE HALVE TRIATLON BINNEN GEHENGELD. WAAR DAT OOIT M E G A WAS, VANDAAG GEWOON GEDAAN. MET TE WEINIG SLAPEN (2 nachten (ver) onder de 7 uur) EN MET WEINIG VOEDING (al viel dat wel mee achteraf) EN VOOR DE DERDE WEEK OP RIJ. IN DE FREAKIN’ HITTE.
OERSTERK

30 juni – uitfietsen

Ik ben toch moe en het is niet mijn dag, in niks niet. Moet nog teveel opruimen, poetsen, bijhouden en verwerken. Mijn knie doet pijn bij het opstaan. Een typsich gevalletje ‘overbelasting’, maar daar lig ik niet wakker van. Het kan ook een combi zijn tussen de vervroegde tijd van de maand en zenuwen en alles. Rob gaat op reis en ik ga fietsen op de racefiets. Nou ja, racen. Sloom is prima! Ik ben ook gewoon best moe. Ik moet nog schoenen zoeken (die van gister staan te drogen 😇) en sleutels pakken. En ik vergeet op windfinder te kijken. Dat is dom. Ik begin met veel wind tegen langs de oostvaardersplassen. En op de dijk ook. Er zit weinig kracht in. niet niks, maar ook weinig animo. Muziek hard aan.

Ik maak een foto en dan kan ik het toestel lastig terug stoppen. Ik merk dat mijn voorrem het niet doet!! Ik stuur het gras in en dat remt prima af en het is veilig, maar voor remgrage Anke een moeilijk idee. De achterrem is nog prima. Ik ga met wind mee naar huis, maar qua tempo en cadans en gevoel is het niet zoveel. Als ik afstap, is mijn knie echter blij en losgemaakt. Ik heb 15km volgemaakt en de hele maand juni elke dag iets gedaan van minstens 30 minuten. Gezondheid is een rijkdom. Ondergewaardeerde rijkdom.

Met papa en mama samen ga ik nog wandelen in het Pampushout en daarna gaan we heerlijk uit eten en maak ik alle punten op die ik met een halve triatlon heb verdiend!

De maand juni:
Een mooie 183 kilometer gelopen (oei, dat is best veel! Hoe kan dat nou?!)
Een aardige 626 kilometer gefietst. (gemiddelde snelheid een sneue 26,6)
Netjes 16 kilometer (!!) gezwommen
4 uur en 42 minuten van die stomme krachttraining en
bijna 20 kilometertjes gewandeld.
En dat voor een maand waarin het bittere ellende was. Waarin een havo-diploma (nog) niet gelukt is. Een maand vol spanning en wedstrijden. Maar ook met 2 bekers! En een hoop liefde.
Blij dat de maand om is. Slechter kan het niet worden. Juli moet beter! Ook zonder tig wedstrijden daarin.

Categories: Geen categorie | Leave a comment