2021-29

maandag 4 oktober – Lopen doe je toch met je benen?, maar ik doe ‘t met mijn hoofd ?

Bij de nieuwe trainer heb ik al geklaagd dat er niet zoveel op het schema staat, dat het allemaal wat te gemakkelijk lijkt, maar ik mag en durf en wil het niet echt aan om meer te doen. Hoe heerlijk is het dat ik ‘maar’ 35 minuten hoeft te hardlopen vandaag?! Dat kan zelfs tussen het werken en het avondeten in! Een basisloopje, zo heet het. De hartslagzones lijken wel erg goed te kloppen. Vincent gaat mee op de fiets, zodat hij rustig andere pedalen kan testen. Ik ben gekalmeerd, geen stress meer, geen onrust, het gebrek aan concentratie is weg, geen vermoeienissen, geen beperkingen (behalve die hartslag). En dat merk ik meteen! Na 3 stappen weet ik het al: volkomen ontspannen, op mijn gemak, de hartslag kan prima laag blijven, ik loop heerlijk. Lekker weer, fijne kleding. Het kan zo simpel zijn!

Het gaat zo walgelijk gemakkelijk dat het bijna eng is, maar het enige wat ik doe is er van genieten. Zonder zorgen lopen is echt veel en veel gemakkelijker. Even slaat de hartslagmeter op hol, maar die komt weer netjes bij. Ik ga onverhard lopen, terwijl Vincent op het fietspad met de pedalen oefent. Het is nog prachtig mooi ook.

Ik loop nu een zone hoger. Niet maximaal, maar dit voelt echt als “full potential power”. De training zelf heb ik niet uitvoerig bestudeerd, maar het komt wel heel goed en afwisselend over zo. Natuurlijk doen mijn benen het ‘werk’, maar geloof me: dat hoofd zo zonder zorgen is vandaag meer dan de motor van dit loopje! Mijn hoofd lacht, vereenvoudigt en beleeft dit loopje. Ik ga nog een stukje onverhard om het trapje te vermijden.

Vincent wacht me weer op op de brug. We fotograferen elkaar! Dan moet ik weer even dribbelen (de hartslag moet omlaag) en daarna heb ik nog een drietal versnellingen van 20 seconden. Ook deze tijd is prima te overzien en ik kijk naar voren om te bepalen waar ik wil uitkomen, zodat ik maximaal aanzet. Ik loop 6 kilometer vol in iets meer dan 35 minuten (zesendertig) en dat is echt top! Kom maar op met meer trainingen; dit is een goed begin!

dinsdag 5 oktober – Zwemmen als slecht vervolg met een goede afloop en binnen fietsen

Op naar het zwembad voor 3 kwartier training! Ik had een keurige training opgekregen met inzwemmen en een kern-opdracht. Het inzwemmen was heerlijk: afwisselend borstcrawl en schoolslag (even naar de andere baan) en ik heb zelfs 50 meter benen gedaan! Overwinning 1. Die zou ik zelf nooit doen. Toen de kern. Ik moest 400m zwemmen op 1:50 per 100 meter. Overwinning twee: zonder achtje of hulpmiddelen. Ik zwom echt maximaal. Ik telde netjes de 400m af. En gebruikte mijn horloge voor de interval. Overwinning 3. En toen kwam de disappointment: 2:11 per 100 meter. Doe ik zo mijn best! Korte pauze en nog een keer proberen, maar harder of beter kan ik gewoon niet zwemmen. Onder de twee minuten is voor deze zwemmer nog ver buiten het bereik. En dan ga ik me irriteren. Dit is al de zoveelste keer dat ik overschat wordt op het zwemmen! Waar ligt het aan? Zou er iets in training peaks staan omdat ik in de Rijn stroming mee had? Of zouden al die geweldig snelle zwemmers niet snappen dat er ook zwemmers zijn zoals ik (en de rest in baan 2 van TVA). Dat maakt me echt woest intussen. Ook de tweede keer haal ik de 1:50 bij lange na niet. Heus, ik probeer het! De derde keer dan maar niet meer, want het kan ook teveel zijn. Ik zwem rustiger, maar nog steeds 2:13 op de 100 meter. Voor mij is dat overwinning 4: er is zeer zeker snelheidswinst! Al zie ik die in mijn sjacherein nu even niet. Ik voel me toch niet senang hierover. Ik besluit dan maar de 2000m vol te zwemmen, want de 3 kwartier ben ik met mijn tempo al over. Heb ik die dubbelslag voor de Jaarchallenge Trispiration binnen. Ik zwem nog 400m met achtje en dat gaat maar ietsje rustiger.

Dan blijkt dat mijn roze papiertje zijn sporen in het bad achterlaat. Oeps. Ik kleed me mokkig om. Het is intussen dan ook ruimschoots lunchtijd, wat mijn humeur niet ten goede komt. Die arme trainer krijgt een flink mopperbericht te zien in TrainingPeaks!

Ik stap op de fiets en tot mijn verrassing kan ik terecht op de Makuri eilanden in Zwift! Die vind ik leuk en ik kies de langste route uit. Ik moet op de cadans letten. Dat ga ik maar doen dan het komende uur. Muziekje aan en heel veel rondjes trappen met een cadans van 80. Het is allemaal asfalt. Als ik ‘omhoog’ rij, is het tempo weg bij de lage cadans, maar ik probeer er niet naar te kijken. Ik fiets de route af en ga dan nog een rondje extra over het asfalt om 30 kilometer vol te maken. Voor de Trispiration Jaarchallenge heb ik vandaag 2000m gezwommen en 30 kilometer gefietst. Jammer dat ik geen 10 kilometer meer mag lopen, dan had ik alles op 1 dag gedaan!

Er wacht me een aangename verrassing: de trainer heeft al gereageerd op mijn tirade bij het zwemmen! Hij begint met de terugkoppeling: “Zo hier komt een hoop frustratie naar boven 🙂 Van mijn kant in ieder geval excuus…” Door deze manier van formuleren moet ik er zelfs om grinniken. Hij geeft toe een rekenfout te hebben gemaakt en dat het niet zo bedoeld was. “Ieder op zijn niveau (alhoewel ik natuurlijk wel mijn best ga doen om dat omhoog te brengen)” is zo’n onverwacht positieve toevoeging dat ik hem de rekenfout spontaan vergeef! Dit gaat er iets anders aan toe als bij de vorige trainer, die eenzelfde soort tirade op een zwemtraining terugkopte (“het stond er al hoor en jij wilde iets aanpassen” was toen het antwoord – terwijl er nog niks stond!) en pas na een week (!!) reageerde. De tien kilometer hardlopen laat ik varen vandaag: je moet het niet té bont maken (ik moet deze trainer even niet boos maken) en ik heb andere sociale verplichtingen.

6 oktober. ? Piramideloopje ? met een kanttekening ?

De hele dag jeukten mijn handen om te vragen of ik in plaats van 35 minuten een uur mocht lopen tijdens de zwemtraining van Vincent. Dan heb ik de tien kilometer voor Trispiration ook binnen. Maar ik durf het niet aan bij deze trainer.

? Dit is een rustweek. ? Maar ik voel me zo goed. ? 35 minuten is lekker kort! ? tien kilometer en klaar voor Trispiration…

Omdat ik ook nog moet foerageren ? ga ik me maar netjes houden aan de training. Het is een piramide training: elke 5 minuten in een andere hartslagzone en steeds iets hoger. Het begint simpel, maar ik voel me goed, dus ik loop lekker. In die 5 minuten word ik niet afgeleid door kilometertijden. Heerlijk. Dan iets harder voor de volgende 5 minuten. Ook goed te doen. En terug naar de lagere zone, dat is dan even aanpassen. De zon schijnt mooi.

Het is een soort Azteekse piramide met wat plateaus, want ik ga weer 5 minuten in de tweede zone lopen. De zones kloppen nu ook, een veilig idee. Ze liggen lager dan ik gewend was. Ik heb de route die we vorige week wandelden. Ik weet dat ik 5 minuten aan de bak zal moeten op de top van de piramide. Dat is inderdaad even aftellen en doorbijten, maar 5 minuten is te overzien.

En dan weer steeds iets minder hard. Ook dat valt niet mee; om weer te vertragen, maar de neppige heuveltjes in Duin en een bui maken het makkelijker. Ik ga de 6 kilometer halen en heb nog tijd genoeg om naar de Albert Heijn te wandelen. Ik ben niet kapot, ik heb genoten van de training en het was echt leuk en afwisselend. Maar die 10 kilometer zitten toch een beetje dwars. ? Net als gisteren meld ik dat eerlijk bij de trainer. En net als gister krijg ik snel een eerlijk antwoord terug: “Ik zie dat ik jou moet remmen! Rust en consistentie zijn bij mij toch wel belangrijke punten om verbetering te gaan zien.” grmbl. Het is zo jammer dat hij gelijk heeft. ? Die tien kilometer komen er echt wel deze maand. ?

7 oktober. Anke neemt een dag rust. Ik bedoel dan: hard werken, een etentje met de collega’s en slecht slapen => dan maar een andere keer fietsen als ik daglicht en tijd heb.

8 oktober ?‍♀️ voor de uitvaart en ?‍♀️ na de uitvaart op een drukke overvolle dag

Het is half 9 en ik ga zwemmen. Een tempotraining die alleen op dit onchristelijke tijdstip op deze dag past. Na het zwemmen moet ik douchen, een zwarte jurk aandoen en naar het zuiden rijden voor de uitvaart van mijn peettante. Maar eerst zwemmen! Het inzwemmen wordt een gewoonte, inclusief de 50m benen. Gek genoeg kom ik dan ook aan de andere kant en terug. Na het inzwemmen komt de Garmin 100m te kort, het gekke ding. Nog een keer op en neer zwemmen en dan positioneer ik de bidon en het achtje op 5 tegels afstand van elkaar, zodat ik tien keer kan aftellen.

Ik moet 10 keer 100m zwemmen. Vier banen. Op tempo en ik moet onthouden hoe lang ik er over doe. De eerste keer ben ik klaar na 2 minuten en 5 seconden, maar Garmin vindt het maar 50 meter. ? ding. Ik zwem nog een keer op en neer. Pauze. Bidon verzetten. Weer 100m. Ik laat de Garmin meten wat ie doet, maar ik doe 4 banen en kijk naar de tijd (weer 2:05). Enzovoort. Het is natuurlijk steeds iets zwaarder, maar de tijd blijft ongeveer gelijk. Behalve 1 keer als ik een snellere zwemmer moet voorlaten, dan is het 2:08. Ergens bedenk ik dat ik dit geneuzel met tempo niet leuk vindt, maar ja: nu ben ik hier en ik heb maar kort de tijd, dus gáán! Na 7 keer denk ik dat ik mijn benen ook maar eens kan gebruiken, dan hoeven mijn armen iets minder hard te werken. 2:03. Nog eens proberen. 2:02. De laatste keer ga ik zo hard ik kan met benen en armen en zit ik nog op 2:02. Dat geeft te denken. Ik ga uitzwemmen, want met deze tijden is de 3 kwartier nog niet vol. Ik doe hetzelfde als inzwemmen, maar dan zonder de 50m benen en alles met achtje. Het moet wel leuk blijven! En door!

Naar Eindhoven rijden, zusje oppikken, uitvaart (bedankt lieve tante voor de tijdritfiets, die ik namens jou kon aanschaffen en waar ik je alles over geschreven heb), koffietafel (die arme aangetrouwde neef heeft zelf een eigen georganiseerde kwart triatlon gedaan met zwembad en wisselpauzes en snapt niks van 8 tot 12 uur trainen in een week), paps en mams wat steunen, op hakjes lopen en dan mijn zus weer naar huis brengen.

Ik had bedacht om daar eens te gaan hardlopen. Een andere omgeving. Ik heb een route van 10 kilometer om Aquabest heen en ik heb een opdracht van 55 minuten met hartslagzones. Het is warm, ik ben onrustig, mijn hoofd loopt om (figuurlijk) en mijn benen moeten de energie absorberen. Zoiets? Kortom: ik loop te hard, mijn hart gaat veuls te hard en het fietspad is leuk met elke 100m die is aangeven tot 1200m met een paar aanmoedigingsteksten. Ik ga straks wel rustiger lopen en de juiste hartslagzone opzoeken, nu moet er eerst wat ‘uit’ gelopen worden! Ik heb geen idee waar ik blijf en volg strak de route op het horloge, wat slecht samengaat met de hartslagtraining. Over een snelweg en dan ga ik Aquabest (een natuurplas) rondlopen.

In de felle zon. Op een fietspad. Ik ga trouwens sowieso tien kilometer lopen, dat ik dat voor Trispiration voor deze maand gehad heb: binnen een week 2x2000m gezwommen, 2x30km gefietst en 2x10km hardgelopen. Intussen zit ik op een derde en begint de hartslag toch zorgelijk te worden. Tempo omlaag dan. De hartslag gaat niet mee. Stik. Ik loop nu de 5 kilometer vol. Het is hier toch ? met de zon en de herrie van een snelweg en een onbekend pad. Allemaal een slecht idee. Ik kom langs het kanaal (of beter: een kanaal) te lopen op een weg. Ook al weinig succesvol.

Ik doe mijn best om het tempo en vooral de hartslag te beperken, maar het is echt vruchteloos. En als het me lukt richting de zesde kilometer, moet ik een zone hoger gaan lopen. Het is hier niet eens mooi! Fabrieken, wegen en vrachtwagens. Ik ga zo’n beetje langs de stad en ik geef het qua hartslag op. Sorry trainert, vandaag niet. Ik zie de visvijver er van Aquabest liggen. Best mooi.

Ik red de iets hogere hartslag net; weer langs de snelweg op heet asfalt in de felle zon. Ik ga het trapje op en help een meisje met haar fiets. Tot uw dienst. Dan moet ik ook nog eens sprintjes trekken! Dat doe ik braaf, maar de onrust is compleet bij mij: hoe lang ook alweer en dan dribbelen?! Kansloos. Brug op en brug af sprint ik en de wijk sprint ik ook door en dan zijn de sprints klaar en moet ik weer terug de lagere hartslagzone in. Voor die laatste anderhalve kilometer – nee, laat nu ook maar. Ik loop de hele Franse Baan af. Het is warm, ik moet, ik heb geen zin meer en ik ga 10 kilometer niet eens halen binnen een uur! 63 Minuten of zoiets doe ik er over. Maar ik haal ze, ik maak netjes de ronde af binnen de tijd die ik er voor had en ik heb daar rond Aqua-niet-zo-Best iets van de frustratie, verdriet en onrust achtergelaten.

En dan door de file naar huis, thuis opruimen, een kind toespreken op schoolresultaten, pannenkoeken eten en Training Peaks invullen. Eindelijk. Ik zie dat de trainer binnen een kwartier heeft teruggeschreven op mijn ‘slechte’ training. Hij zat al op de verklaring te wachten! En begreep het volledig. “Ik was nieuwsgierig naar je uitleg bij deze training. Uiteraard uitleg bij deze compleet geaccepteerd. Soms moet het even uit je systeem en dan kan een hardlooptraining heel lekker zijn.” Kan ik deze trainer inlijsten in een gouden lijstje?! Na het eten komen de boodschappen en we gaan Catan spelen bij vrienden en we zijn pas tegen twaalf uur thuis. Er zijn dagen die minder gevuld zijn….

Zaterdag 9 oktober Fietsencadans ? en hartslagzones ?, maar geen tempo ?

Halverwege het fietsen word ik toch weer bokkig. Anderen gaan sneller. Allemaal. Ik haal met moeite een stadsfietser in. Ik heb het koud. De hartslag beperkt me enorm. Ik probeer uit welke cadans voordelig is, maar de fietsers voor me, die lopen steeds verder uit op mijn oude-wijventempo. Ik kan de cadans niet zien. Dat moet op gevoel. En dat heb ik niet. Ik weet niet of ik zo wel zin hou in fietsen. Ik erger me. Aan alles. Aan de zon. Aan e-bike-sukkels die niet aan de kant gaan. Aan de training. Aan de hartslagbeperking. Aan de stilte. Aan de saaiheid. Aan mezelf. Aan de trainer. Aan anderen. Aan het gebrek aan de bel. Aan de schoenen. Aan diegenen ver voor me. Aan de wind, al is die niet eens tegen. En dan moet ik naar een hogere hartslagzone net als ik omhoog moet! Zucht. Dat lukt dat weer te goed. Knardijk. Even doorfietsen en dan is het feest van hogere hartslagzone alweer voorbij. In de rust moest ik een hoge cadans aanhouden. Ook al irritant. Ik kom pelotons tegen. Mannen. Allemaal mannen die hard rijden. Dan een korte stop voor de paarden. Oké, het is een beetje mooi.

Daarna moet ik nog een keer in de hogere hartslagzone. Dan kan ik ook hard! Misschien heb ik wind mee of zou ik sacherijn mee hebben? De pauzes en de hoge cadans verpesten het dan weer gelijk. Gelukkig maar 3 keer. Dan weer terug in de hartslagzone, maar nu ben ik warm en is het warm en vind ik het wel best en dan kan ik ook wat meer op tempo fietsen! Of had ik toch wind tegen daarstraks toen ik de andere kant op ging?

Ik moet een uur en ik ga ook een uur en ik doe mijn best om het gemiddelde naar 25 te brengen, wat dan lukt tot ik de wijken weer in moet. Dan is het gemiddelde weer weg naar 24,2. g?tsiemijne. Laat eigenlijk ook maar. Ik ben niet bekoord door het fietsen, maar ik maak de 25km vol (net iets over het uur) en de ronde is daar exact op aangepast. (24,96, dus ik ga nog even heen en weer). Ik voel me aan alle kanten geïrriteerd door het fietsen. Maar goed, het paste er weer tussen en volgens de trainer mag ik nu niet meer letten op het tempo, dat moet ik voor wedstrijden bewaren en nu moet ik op de cadans focussen. Yek. Die cadans lag dan mooi eens een keer boven de 75. Maar blij maak je mij er niet mee! En wedstrijden: dat duurt nog een tijdje, dus ik zie voorlopig nog even af, al is het buitenfietsen vast snel voorbij. In de middag mag Vincent zijn benen aan het werk zetten op de run bike run. Wat een held! Heerlijk om te zien. En ik ben blij dat ik niet mee hoeft te doen. Daar word ik dan wel weer tevreden van ?

Zondag 10 oktober 2021 Een duurrit fietsen. ?‍♂️

Twee uur lang op de fiets zitten. Het is nog mooi weer, dus ik pak nog snel een keer de racefiets, nu het nog kan! Ik heb geleerd van gisteren en ik doe iets meer kleding aan. Om 11 uur ga ik. Ik moet eerst 15 hele lange trage minuten op een hele lage hartslag fietsen. Niet leuk. Ik voel me een stadsfietser en ik krijg het koud. Ik moet me de hele tijd inhouden en ik besluit maar op een hele lage cadans te gaan rijden om in de juiste hartslagzone te blijven. Rampzalig. Het is dat het al een week zo goed gaat met de trainer en dat ik niet op het tempo moet letten maar op de hartslag, maar anders zou ik het opgeven! Nog geen 23 gemiddeld kunnen rijden. Tsjonge-jonge. Als ik de dijk op fiets ga ik naar rechts richting Lelystad. Ik mag een hartslagzone hoger (gelukkig, anders was ik niet boven gekomen) en ik ga op mijn stuur liggen. De hartslagzone is nou ook nog niet je-van-het, maar liggend en traag trappend op een lage cadans gaat het eigenlijk wel. Met een muziekje op is het wel prima te doen. Ik verbaas me over het tempo. Hoe kan dat nou toch boven de 27 kilometer per uur komen te liggen? Intussen wordt de wereld steeds kleiner door de mist. Die op mijn bril slaat, waardoor het nog waziger wordt. En mooier. Ik hou wel van de kleine wereld zo!

De kou is weg. Nu ga ik over op een serie feiten en dingen die ik zie of die opvallen.

Op de Oostvaardersdijk: de bril gaat af. Het tempo kan zelfs boven de 30 uitkomen! Heel mooi, die mist boven de plassen.
De Knardijk: mist, fotografen en een politiebus. Tempo blijft gelijk. Omdat er geen wind is. Mist trekt op.

De sluizen. Weg mist en alle windmolens staan stil! Aha!

De rest van de Knardijk: Ik maak een foto van wat ik zie met de hartslag, maar dat is zo eng dat de hartslag hoger is dan ik normaliter zie als ik op de bars lig! Ik mag tot 127 gaan met de hartslag. Het tempo wat ik daar rechtsonder vaak bij zie ligt tussen 27 en 30 kilometer per uur.

Ik eet elk half uur een stukje reep! Goed he.

De rest van de Knardijk: bij het werkeiland staan mannen met honden en ik denk dat het jagers zijn. Schapen!

Dan een vervelend fietspad langs de Vaart. Een treilpad voor racefietsers: veel bladeren, goed opletten waar de oneffenheden zitten en het is meer mentaal een opgave dan qua tempo en hartslag. Vermoeiend! Maar wel erg mooi. Langs fruitbomen en het water. Opeens door het groen. En dan eindelijk de Flehiteweg en -brug. Het was veel verder dan ik dacht!

De Grote Trap 1: 5 Kilometer tot de Vogelweg. Ik heb het fietspad voor mezelf. Het is sowieso niet druk met fietsers eigenlijk. Ik moet op gaan schieten, dadelijk moet ik weer terug in de lage hartslagzone en dan gaat het tempo er weer aan!

De Grote Trap 2: DE WINDMOLENS STARTEN OP. Ik zie ze 1 voor 1 gaan draaien. En dat is pas de helft van het slechte nieuws: ze staan zo dat ik goed zie dat ik vanaf nu wind tegen heb! Dat voel ik aan alles: zwaarder, lager tempo, meer moeite.

Koe op het pad! Het laatste stukje van de Grote Trap moet ik 5 minuten in zone te-laag. Wind tegen. 22 kilometer per uur rijden.

De Ibisweg en naar huis: wind tegen, balen. Liggen helpt ook niet meer zoveel. Accepteren dat ik langzamer rij dan maar. Zonder hartslagkader is er echt niks meer aan. 50km in 2 uur heb ik makkelijk gehaald. 60 Gaan het er niet worden, want de wind heeft de zin weggeblazen. 58 Kilometer in 135 minuten ongeveer. Net geen 26 kilometer per uur gemiddeld.

De eerste week met de nieuwe trainer zit er op. Het viel niet tegen. Hij heeft me een week in het gareel gehouden (wat een wereldprestatie op zichzelf is), me van goede adviezen voorzien, snel en correct gereageerd en motivatie geboden. Qua eten is het de afgelopen week niet goed gegaan. Ik voel nu ook weer dat Corona echt voorbij is en dat het volledige sociale leven energie en tijd kost. Het is weer passen en meten en kiezen aan alle kanten! Al met al is het sportseizoen voorbij wat mij betreft. Al denk ik alvast weer vooruit…..

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2021-28

27 September – the day after…. the second one. ☝️

Slapen gaat redelijk goed. ? Ik heb een dag vrij genomen. Om bij te komen en even wat dingen af te werken. Als ik opsta, voel ik niks. ? Geen spierpijn. Geen moeite met de trap. Geen schuurplekken. Zelfs geen hoofdpijn of nog last van andere pijntjes die me vorige week nog hinderden. Mijn knieën doen niet langer moeilijk, mijn schouder roert zich niet meer. Mijn darmen gedragen zich weer normaal. Maar nog weinig rust. ? Alles moet nog zijn plekje krijgen in mijn hoofd. Ik drink thee ☕️ , werk de administratie bij en blog. Dat helpt mij om rust te krijgen. De tijd loopt een beetje door elkaar heen. Maar mijn benen lopen gewoon alsof ze gister niks hebben gedaan. Na de lunch ga ik uitfietsen. ? Ook al geen zadelpijn. Hopelijk haal ik een uurtje voor de regen. Het fietsen gaat niet zo hard. Nog iets minder hard dan anders zeg maar. Misschien komt het door de wind, who knows ? ?‍♀️. Wel erger ik me nog aan een aantal zaken die me op de fiets keer op keer achtervolgen?. Bijna klaar mee.? Ik ga bij Joyce langs. Die heb ik te lang niet gezien. ? We zijn allebei niet veranderd. ? Dat ik voor de regen thuis ben, lukt niet meer. ? Als ik naar huis fiets, ben ik zelfs net niet voor de stortbui thuis.

Welkom herfst! Ach, de fiets moest toch nog schoongemaakt. ?

En nu weer door. ? Deze week heb ik allemaal rustdagen. Dus ik kan doen wat ik wil! ?

28 September – Tranquilo Koppelen ? ?‍♀️ ?‍♀️

De concentratie laat nog te wensen over. Voor de rest gaat het weer picobello! Ik ga vandaag een stukje hardlopen, heel rustig. Ik heb nu toch geen trainer die iets kan zeggen over rustdag of niks doen, laat ik het er maar van nemen nu het nog kan! En ik kan het zeker. Dan appt MBB me dat ze ook gaat lopen voor de derde dag op rij en ik zie mijn kans schoon! Samen is altijd leuker! Er wordt iets georganiseerd met het fietsen van Vincent en zo zit ik om half 6 op de fiets op weg naar Nobelhorst. Het gaat het kalm aan, het fietsen. We kletsen meer dan dat we tempo maken. We doen nog een extra blokje en dan zet ik de fiets in de garage en doe de loopschoenen aan. Het is nog heerlijk weer ook! Ik heb een trisuit aan om te fietsen en te lopen.

We gaan in laag tempo van 7:00 per kilometer. Mijn benen doen gewoon precies wat ze moeten doen. Geen enkele moeite. Integendeel… het gaat soepel. Onwijs gemakkelijk. MBB heeft meer spierpijn van de derde dag op rij lopen dan ik! We kletsen er lekker bij. MBB is echt zo’n schat, ik zou uren met haar kunnen lopen. Lekker rondom de Kemphaan.

Vincent komt ons tegemoet. We maken de 4 kilometer vol in 28 minuten. Schoenen weer wisselen en naar huis fietsen. Ik heb ietsjepietsie meer moeite met het tempo, maar dat kan ook komen omdat het intussen tijd is voor het avondeten! Ik sport zonder enige moeite 75 minuten weg. Het is allemaal tempo van nul-komma-niks, maar ik doe dit dan ook probleemloos weer. 2 Dagen na de halve triatlon.

Woensdag 29 september Bijna een echte rustdag! ?‍♀️ ?‍♂️

Behalve dan een uur wandelen samen met Rob. Bij het zwembad. Ik ben ongelooflijk onrustig en ik kan me ontzettend slecht concentreren. Dat komt omdat de trainer mij (voor de zoveelste keer) piepelt en mij niet in zijn agenda heeft staan. Dat wekt veel irritatie bij me. Ik doe ook nog netjes aan de krachttraining! En het strijkgoed werk ik weg.

Donderdag 30 september. Hardlopen!!

De trainers stress is opgelost, de ene eruit en degene die er bij komt kan het alleen maar beter doen. Op mijn werk kan ik nog 1 dag ongeconcentreerd prutsen en dat gaat vanaf volgende week weer voor. Sorry baas, dit was niet mijn sterkste werkperiode! ‘s Avonds wil ik gaan hardlopen. Het is intussen alweer erg vroeg donker. Ik ga naar Joyce lopen om haar haar verjaardagkado alvast te geven. Rugzakje op, lampje om, lange mouwen en vooral heel rustig blijven lopen. Mijn hartslag is in het begin helemaal van slag. Tempo zit er niet in.

Foto’s maken nu het donker is, wordt ook weer een kunstzinnige bezigheid. Ik blijf gewoon wel een soort van joggen voor 4,5 kilometer. Met 7 minuten over elke kilometer. Het druppelt een beetje. Bij Joyce drink ik een glaasje water en we kwebbelen weer. Na een half uurtje ga ik weer teruglopen. Ik heb nu wind mee en ga iets harder. Het gemak waarmee ik ooit liep is echter nog lang niet terug! Op het einde moet ik nodig naar de WC (het went nog steeds niet) en ga ik wat langzamer. Ik ben er moe van, van het hardlopen van 9 kilometer in een ruim uur! Toch nog niet helemaal 100% hersteld.

Ik kijk nog even terug op september met behulp van de jaarchallenge van Trispiration:

Ik heb 2 keer 10 kilometer (plus) gedaan met hardlopen: een week voor de Challenge Almere 13km intervallen en een week na de Challenge Almere 16km alternatieve Dam tot Dam loop. Alle provincies heb ik gehad inmiddels, dus daar scoor ik niet meer extra op. Fietsend heb ik een week voor de Challenge Almere nog 100km gereden door Flevoland. Een week na de Challenge Almere ben ik vanuit Flevoland naar Utrecht gefietst om daar 35km door de nieuwe provincie Utrecht te fietsen. (Ik doe 2x30km fietsen per maand) Daarnaast heb ik 2x minimaal 2000m gezwommen. Op 2 september buiten in Almere en op 18 september mocht ik met het Team mee naar de Weerribben om Overijssel aan de lijst van zwemprovincies toe te voegen.

Tot slot heb ik in september ook 2 keer een halve triatlon gedaan (naast bovenstaande dus). Zowel in Almere de Challenge op 10 september als op 26 september de Ironman in Hoorn. Waarom 1 keer genieten als het ook dubbel kan?!

Ik heb in de maand september ruim 600km gefietst, bijna 20km gezwommen en slechts 128 kilometer gelopen. Daarnaast heb ik voor mijn werk een beursdag georganiseerd, het huishouden op orde gehouden, wat trainerstress doorgemaakt en een puber begeleid naar de volgende klas. Het derde kwartaal van 2021 sluit ik tevreden af!

Vrijdag 1 oktober. Day off of off day? ?

Rust. Dat staat er op het programma. Of eigenlijk staat er niks meer.

Ik kan in bed blijven liggen. Onmiddellijk voel ik werkelijk overal pijntjes: mijn linkerknie, mijn rechtervoet – de peesplaat, mijn schouders, lichte hoofdpijn en zware armen. Om de serie compleet te maken ben ik ook nog eens geen grammetje afgevallen en ben ik nog steeds moe, zelfs na een nacht goed slapen. Ik weet waarom ik geen rustdagen neem!


Dus in de middag ga ik naar het zwembad. Geen opdracht, geen druk. Of ik nu een half uurtje ga of meer dan een uur; het maakt niet uit. Als ik met achtje in het water spring denk ik meteen: minstens een half uur en eerder drie kwartier. Het gaat lekker. De niks-hoeft ontaard al snel in 300m inzwemmen met achtje. Niet in de snelste baan, maar tussen de anderen in die ik soms moet inhalen. Als ik zin heb. Ik ga zonder achtje zwemmen, zo lang als ik dat volhou. Ik ben nog steeds wat geagiteerd over het gedoe met de ex-trainer. Dat blijken 750 onafgebroken heerlijk meters te zijn! Daarna pak ik het achtje weer. Ik heb geen last meer van schouders, armen of knieën. Wel zit de vermoeidheid er nog.

De getallen zijn weg, maar het plakplaatje van de Ironman blijft nog even zitten…..

Ik ga de 2000m volzwemmen met 1 pauze erin, omdat het groepje voor me zwemt. Soms moet ik iemand inhalen en dan kan ik mijn eigen tempo moeiteloos verhogen; wat een power-gevoel. Na 2000m op de Garmin ga ik nog even schoolslag doen in een langzame baan, maar dat past mij niet zo goed. Doe ik toch nog een aantal banen (afgewisseld met borstcrawl). 55 Minuten. Ik voel me beter na het zwemmen. Maar nog moe. Een betere vermoeidheid, dat wel! Bij de douches word ik herkend als de snelle meid uit de baan die eerst hardloper was en triatleet werd. Ik ken die mensen niet! ‘s Avonds heb ik nog krachttraining gedaan. Mijn vermoeden met de oude trainer is helaas juist, maar nu kan ik er alleen nog maar beter van worden! Het was een hoognodige off day om alles even op zijn plek te zetten. Op voor nieuwe ON -days!

zaterdag 2 oktober – Met Joyce de slingers ? ophangen op de Trap.

Verjaardagsbestemming zou het Naardermeer zijn, maar daar is het te nat en je kunt niet terug als je eenmaal aan het rondje van minimaal 18 kilometer gestart bent. Dus die bewaren we voor een beter moment. Na de off-day van gisteren waarop Joyce een extra kaarsje heeft uitgeblazen, doen we vandaag iets kalmer aan. We maken er een feestje van met zijn tweetjes en dat doen we lekker op onze eigen manier! We gaan naar de Grote Trap, een fietspad in de polder van 8 kilometer. Midden tussen de Trap zetten we de auto’s neer. We gaan eerst de ene kant op, ik weet niet of dat omhoog is of omlaag?

Het goede nieuws: ik voel me stukken beter dan gisteren en eergisteren. Het tempo is weer een beetje terug en het lopen kost minder moeite. Het slechte nieuws is voor Joyce: die moet mee in mijn tempo én ze moet ook nog eens naar mijn gemiep luisteren! Voor haar is het een hoog tempo. Ze houdt het vijf kilometer vol. Dan staan we aan het einde van de Trap.

Tijd voor een moment van rust en stilstaan. Dat doen we tegenwoordig. Niet wandelen, maar stil staan en een gel nemen en bijkomen. We gaan terug met de belofte om rustiger te lopen. Dat lukt maar matig. Misschien omdat we wind mee hebben?

Onderweg kletsen we onafgebroken. Het zonnetje schijnt. Er zijn koeien. Er zijn ook een paar fietsers, maar echt druk kun je het niet noemen. Bij de auto terug zitten we op 10 kilometer en houden we weer een rustmoment. Joyce vindt het goed om door te gaan en de 10 engelse mijl vol te maken, maar dan met stops. Ik vind het prima!

Nog een keer koeien, recht pad, iets meer fietsers en het zonnetje. Nog meer gekwebbel. We redden mijn favoriete stukje bos. Daar sta ik graag even stil om van de windmolens te genieten! Ik voel intussen ook wat minder kracht, maar dat komt omdat het tempo niet echt hard omlaag gaat naar de zeven minuten per kilometer die we in gedachten houden.

We gaan de laatste 3 kilometer wel wat kalmer, maar het is een beetje verzamelen van kilometers. Niet alleen voor Joyce, maar mijn bovenbenen trekken ook wat. Het is goed dat we vandaag de 21 kilometer niet ‘moeten’ doen. Er zitten wat pauzes tussen. Natuurlijk lopen we de volle 10 engelse mijl en dan is het tijd voor chocomelk! Wij hebben ons eigen feestje weer gevierd met z’n tweetjes. Blijer kun je me niet maken!

Zondag 3 oktober. Dag zomer ☀️ , hallo herfst ? – dag racefiets, hallo tacx

Het regent buiten. Weer om in bed te blijven liggen. En je even gelukkig te prijzen dat het vorige week nog zulk fijn weer was. Weer om lekker op de bank te hangen. En niks te hoeven doen. Al ben ik daar erg slecht in: huishouden, huiswerk en de administratie bijwerken houden me toch wel bezig. Intussen heb ik een nieuw schema gekregen en ik mok er graag om dat ik de komende twee ‘maar’ 8 uur sport heb staan en dat het allemaal wel erg easy is, maar ik ben er ook een beetje blij om.

Natuurlijk zanik ik dat ik volgende week in Eindhoven wil lopen en de week daarna in Amsterdam, maar meneer de trainer zal mij ontslaan als ik dat doe! Dat riskeer ik niet…. Vandaag mag ik nog zelf bedenken wat ik ga doen en het wordt een ritje van 30km in Zwift op de Tacx. Dan heb ik de eerste 3 dagen van oktober alvast de helft van de opdracht voor Trispiration binnen met 2000m zwemmen, 10 (16) km hardlopen en 30km fietsen.

Terwijl ik fiets, moet ik Engels overhoren bij een puber. Het is een simpel ritje Watopia. Gewoon basiseiland en basisroute. Het is weer even wennen met de hoogtes, zelf schakelen, warmte en cadans. In niks blink ik uit vandaag.

Maar ik heb het toch weer gedaan! Het engels needs nog a little bit of attention en ik neem lekker een stukje cake.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2021 Ironman 70.3 Westfriesland

26 September ? ?‍♀️ ? ?‍♀️ ??‍♀️ ? ?

‘s Nachts om 3 uur word ik wakker en dan slaan de zenuwen toe. Is het wel verstandig om ‘zomaar’ mee te gaan doen aan weer een halve triatlon? Maak ik dan niets kapot aan mezelf, als ik koste wat kost de medaille wil ophalen? En het fietscomputertje, stel dat die niet bij de fiets is, hoe moet dat dan? Kan ik eigenlijk nog wel hardlopen, want de afgelopen week ging het niet best en dan ook nog zomaar even een halve marathon? Ik ben zo bang om de finish niet te halen of in elk geval niet zonder kleerscheuren. Er komt een steen te liggen op de plek van mijn maag. Die steen is pijnlijk zwaar. Letterlijk en figuurlijk. Ik moet weer vroeg opstaan en eten en ondertussen zit de steen me in de weg. Om wanhopig van te worden! In Almere waren er weinig zenuwen, maar nu is het weer net zo erg als vroeger! Omdat ik niet precies tot in de details ben voorbereid? Of is mijn twijfel terecht? Ik weet dat het over zal zijn als ik in het water spring, maar dat duurt nog 2 uur. Deze twee uur zijn by far het allermoeilijkste gedeelte van de dag. Als Rob flink doorrijdt, zodat ik genoeg tijd heb in de wisselzone, voel ik me diep, diep ongelukkig en onzeker. De steen zit knoervast. Ik eet twee bolletjes, dat red ik net. Als ik met Vincent Hoorn inloop, loop ik eigenlijk de hele tijd te huilen van de spanning.

Dat is even weg als ik naast mijn fiets sta in de wisselzone, het fietscomputertje vindt en de regenboog boven het terrein staat. Ik ga hoe dan ook starten, maar deze doodsangstige spanning houdt nog een half uur aan. En er is niemand die het kan verhelpen, want Rob en Vincent kunnen wel zeggen: “dit kun je best, je hebt geen haast, geniet ervan”, maar ik voel me vreselijk niet blij en niet opgewassen tegen weer een dagje sporten. Er zijn massa’s mensen die maanden trainen voor een halve marathon alleen al (en ik hoorde ook bij de groep!), laat staan dat ze dat elke twee weken doen in een halve triatlon (ook zoiets waar mensen maanden voor trainen en zeker niet een half weekje, zoals ik nu heb gedaan).


Het is megadruk met atleten in het startvak. Ik weet niet eens voor welke starttijd ik sta. Om 9 uur ben ik ongedurig. Laat mij maar los nu! Het gaat snel met het irritante Mario Kart deuntje, maar mij duurt het schaapjesgedrag te lang. Elke 5 seconden vertrekken er een paar atleten, zodat niet iedereen tegelijk in het water ligt. Dat geeft ruimte op het parcours. De tijd start met tellen vanaf het moment dat je de onderste trede verlaat. Het begint te regenen. Flink. Dat boeit me niet, mijn wetsuit kan tegen water. Ik spreek nog een Belgische en zie ook spanning bij anderen. Met alleen atleten onderling is het minder erg, misschien redde me dat in Almere ook wel. Rond tien voor half 10 sta ik al op de trapjes en zwaai ik een moment in de hoop dat Vincent me zal zien (helaas niet) en dan spring ik het water in.

Meteen is de steen weg (anders was ik gezonken denk ik) en kan ik zwemmen. Het water is een seconde of tien koud en dan zalig. Door de regen beslaat de bril al snel, maar ik pik meteen een borstcrawl op. Door de drukke haven en ik geniet vanaf dat moment onvoorwaardelijk en onafgebroken. Ik heb geen haast, ik maak brede, lange slagen en hoeft niet meer na te denken. Alleen rustig blijven en kijken waar ik heen moet. Dat is wat lastig met de beslagen bril, maar ik heb ruimte zat door de ‘druppelstart’. Ik geniet even als we door de sluis de haven verlaten. Wat een heerlijk krap en uniek uitzicht! Dit doe je maar 1 keer, zeg ik tegen mezelf.

De golven trekken al wat aan. Daarmee ook mijn vermogen om te genieten, want hoe meer het tegenzit, hoe beter ik kan zwemmen! Ik haal mensen in. Even maak ik mijn brilletje schoon en dan zie ik naar welke boei ik moet zwemmen.

Aan de kant meneer, anders ga ik om je heen. Er om heen dan maar. Als ik dit al wat zwaarder vind, dan moeten de meeste mensen om mij heen toch gek worden van deze golven? Dan gaan we buitengaats. Hogere golven! Ze komen van zij en ze doen me niks. Het is in vergelijking met de Frysman braaf. Maar toch: ‘it is quite rough out here’. Ik zou toch in meren zwemmen en niet meer in golven? After all is dit natuurlijk het Markermeer, ik moet niet zeuren. Ik zwem met een degelijke slag van boei naar boei. Zo krap mogelijk. Ook het navigeren beheers ik inmiddels tot in de finesses. Ik heb geen schoolslag nodig. De borstcrawl met breed uitslaan en diep insteken is een bron van kalmte geworden. Mijn benen gebruik ik niet, die mogen straks. En nog een gele boei. Ik vraag me niet af of ik er wel kom, ik weet namelijk dat ik dat red.

Dan bedenk ik dat ik ook wel eens met ontspannen vingers kan proberen en dat maakt de slag helemaal gecontroleerd rustig. En door naar de verre rode boei. Natuurlijk zwemmen er ook al bosjes mensen terug, maar die zijn eerder gestart. Ik voel mijn horloge de 500tjes noteren. De weg terug is nog steeds golvend en echt golven mee is het niet. Ik permitteer me een kort stopmomentje om te genieten van het zicht op Hoorn. Dat zie je niet vaak vanaf deze plek! Even oriënteren waar de boog is en dan weer heerlijk door. Als ik op deze manier alles kan afhandelen vandaag, ben ik superblij. Ik geniet ontzettend van het zwemmen en vind het jammer dat ik niet een kilometertje door mag. Dat ik me ooit zo lekker, zo veilig, zo zeker en zo vrij zou voelen in het water, had ik nooit kunnen bedenken. Op het einde begin ik een beetje mijn linkerschouder te voelen, maar mijn armen mogen dadelijk liggen op de fiets, dan is het wel weg. Ik zwem steady naar de boog en kijk even op als ik er bijna ben.

Ik zie Rob en roep en zwaai naar hem. Dan de laatste meters (jammer) en ze helpen me op een ponton met een hoge opstap en dan zwaai ik naar Rob en vertel hem dat het best zwaar was.

Dik 41 minuten! Dat is sneller als het brave Weerwater. Leuk hoor. De wandeling naar de wisselzone is ellenlang. Er is een post en ik pruts mijn wetsuit uit. Spullen pakken, in de tent de fietsschoenen aandoen en dan jog ik naar mijn fiets. Het hele voetbalveld rond, tjonge. Ik zal niet meer klagen dat Almere ver is.

Hoi fiets! We gaan een stukje rijden. Ik zet de computertjes aan en baal een paar seconden omdat alles nog nat is. Dan ben ik geen held. Nooit niet, maar nu zeker niet. Het uittypen van de deze zinnen duurt langer dan het balen. Opstappen, naar Vincent zwaaien en dan de bocht om.

En nog een bocht met piepende remmen. En nog een bocht en dan een fietspad op en Hoorn door. Het gaat goed qua snelheid, maar al dat gedraai vind ik maar matigjes. We slingeren over fietspaden en wegen Hoorn door. ZGvG haalt me al in, maar dat maakt mij niet uit. Veel mensen haalen me in, maar ik hoef alleen maar mezelf en de fiets terug te brengen. De eerste 10 kilometer zitten er wel snel op. Ik probeer er niet aan te denken dat ik er nu nog 80 moet, maar het bekruipt je toch. Het is veel slingeren en daarna veel buitengebied. Ik weet niet goed waar ik blijf en herken een paar gemeenten. Ik word veelvuldig ingehaald, maar dat kan mij niet schelen, echt niet. Ik doe mijn eigen ding en dat fietsen is het niet qua mijn ding. Ik had hier ook in Groningen of bij Amersfoort kunnen zijn: mij is het allemaal hetzelfde. Veel bebouwing, verveling, aftellen van de afstand en weinig in te spannen. De eerste post zit al voor de 30km en ik zie dat ik wel een bidon wil. Ik ben netjes aan het drinken en aan het eten volgens het schema van de challenge. Dat kan prima. Heb ik intussen ook in de vingers. Ik zie wel veel mannen die lek gereden zijn. Dat is met de herfst en de natte wegen ja. Ik zie ook leuke dingen: rare bedrijven die iets met bolletjes doen (bloembollen), kindertjes die op een stoeltje zitten voor hun huis, mooie molens. Echt bekoren kan dat fietsen me niet, en dan is 90 kilometer best lang. Ik hou mijn gemiddelde een beetje rond de 29 en dan straks zak ik wel af. Het maakt me niet uit, ik mag gemiddeld 23 rijden om binnen de tijd te finishen. Het enige wat ik hoeft te doen is zorgen dat ik wat extra heb voor noodgevallen.

Het is rustig op het parkoers. Hele stukken fiets ik zowat solo. Toch zie ik iemand die een penalty krijgt voor stayeren. Er is zelfs maar weinig jury. Of ik word door een superdure fiets ingehaald en ik denk dan: jouw zwemmen moet je uitleggen….

Ik moet plassen. Eigenlijk. Best lastig, want mijn blaas durft niet. Dan is meer drinken en eten erbij stoppen wat lastig. De eerste bidon is leeg. Ik zit op dik anderhalf uur voor de eerste helft. Nu komt de moeilijkste helft van een halve triatlon nog. Medemblik is wel even leuk. Vooral de geur rondom het stoommuseum. Daar staat DR! Leuk haar te zien. Ze wist niet dat ik meedeed, tot vanmorgen. Even wachten met plassen dan. Bij de tweede post (dik voor de 60km) gooi ik 1 bidon weg, zet de andere bidon voor en pak een bidon met water aan. Die giet ik maar over mijn kruis heen en dan snapt mijn blaas het. Ik sta een beetje en vertraag wat, maar het loopt wel leeg nu. Een passant vraagt of het goed gaat als ik weer aanzet. Ik spoel wat weg en voel me opgelucht. Het tweede uur ben ik wat laks geweest met de blokjes reep en het drinken, maar nu pak ik dat voor komend uur weer op. We gaan door Enkhuizen. Ik ben blij dat ik geplast heb, want hier staan meer mensen! Wel gezelliger. Ik ben vast niet laatste, maar snel ben ik ook niet. Ik hoop op 27,5 gemiddeld te eindigen. Al met al is dit duidelijk mijn zwakste onderdeel. Maar voor mij is dit dan ook een kwestie van doorbijten en niet kapot gaan. Ik visualiseer het finishen maar alvast in de hoop dat vandaag mee te gaan maken. We gaan door StedeBroec en dat vind ik nou een leuke, vriendelijke plek! Inmiddels tel ik de kilometers flink af. Ik had veel bedacht, maar dat ik me zo zou vervelen tijdens het fietsen, is vannacht gelukkig niet in me opgekomen. Dan had de steen vanmorgen gewonnen zeg ik.

Ik mijmer nog wel even waarom ik dit eigenlijk doe, of ik iemand of een trainer wil imponeren met deze dubbele halve triatlon, maar ik kom tot de conclusie dat ik vooral mezelf iets wil bewijzen geloof ik. Al weet ik niet precies wat dan.

Dan rijden we de dijk op. Wow! Het uitzicht is anders en ik verheug me onmiddellijk op de laatste 20 kilometer. Prachtig! Bootjes, zonnetje erbij, molentjes. Terug in gedachten naar de andere kant van het Markermeer bij de Frysman, maar dit heeft toch zijn eigen karakter. Dat de snelheid afneemt, boeit me totaal niet. Dat ik mensen inhaal is wel grappig. Er is wind tegen, maar die kan mij niet uit de genietenmodus halen nu. Daar heb ik dan 70km voor door het saaie achterland getrapt! Het gemiddelde zakt naar 27,5/27,6. Ik vind het best. Ik plas nog maar eens een paar keer. De volgende zin wil je misschien liever niet lezen, maar mijn schoenen staan vol. Ook omdat ik het water er doorheen spoel. ? Ik neem netjes de derde gel. Ik zit al 3 uur op die fiets. Het lopen zie ik tegenop, maar ach – we zijn er nu toch. En dan ben ik alweer in Hoorn! Ik zie Vincent die roept Ride On en ik lig dubbel.

Bocht, piepende remmen (sorry mensen, da’s niet alleen water…), nog een bocht en dan afstappen voor de lijn. Keurig. Ik waarschuw nog een meneer zijn helm vast te laten zitten. Ik ben nog zo helder dat ik bedenk dat ik mijn helm op mijn fiets moet laten en niet bij de stinkende fietsschoenen. Dat mag van de NTB meneer. Dan naar de tent en ik zeg het er maar hardop bij. Ik kies de korte sokken en al zittend doe ik nog een plas. Dikke sorry, dat mag echt niet he, maar het loopt nu gewoon. Ik zeg Marta nog even gedag die me twee keer heeft ingehaald op de fiets omdat ze iemand assisteerde bij het band plakken. Haar vlaggetje is Zweeds, maar haar taal Nederlands. Ik ren alvast de wisselzone uit en merk dat mijn benen dit moeiteloos accepteren. Ik voel me opgelucht. Blijkbaar kan ik nog hardlopen. We lopen een onverhard paadje over de wisselzone uit. In alle stilte. Die is voor Joyce. Dan in de schaduw en daarna komt het geweld van Hoorn. Ik loop gewoon! Rugzakje op, gels bij me, maar hardlopen is mijn tweede natuur; het gaat echt vanzelf.

Rob en Vincent zie ik en even verderop DR weer. Ik loop bijna verkeerd! Het is een raar rondje met één- en tweerichtingsverkeer en volle straatjes. Op een hoek zie ik DM en mijn heldin KH en ze schreeuwen hoe tof ze deze actie van mij vinden. Doordat zij het vanmorgen op haar Instagram heeft gezet, is het wat bekender wat ik vandaag doe.

Mijn kilometertijden liggen veel te hoog. Het voelt aan als een soepele 6:30, maar het is 50 seconden moeiteloos sneller. Ik mag op 7 minuten de kilometer gaan lopen! Het lukt me niet. Ik voel me supersterk en ga door rond de 5:40. Langs de terrassen. Het is nog druk op het parcours, nu iedereen nog bezig is met rondjes. Verwarrend allemaal, maar straks zal er rust zijn. Ik loop langs een groep meiden die opgemaakt met wijn en sigaretten luidkeels aanmoedigen met GirlPower. Ze zijn geweldig: hun wereld en mijn wereld met uitgevallen vlecht en zweethoofd kunnen niet verder uit elkaar liggen, maar we genieten allebei van wat we nu aan het doen zijn. Een meneer op de hoek support iedereen, maar ik snij niks af. Langs de haven en dan het volgende terras. Zou ik straks de route wel weten? Ik neem water op elke post. Straks pas gel. Terug door de straat. Ik hoor mijn naam van FV en CB van de NTB en voel me een beetje vereerd dat zij mij herkennen. Een brugje over en dan weer langs DR en langs Rob en Vincent.

Het gaat te hard, ik ga te hard. Dat moet straks misgaan, maar nu kan ik het tempo niet stoppen. Dan de betrekkelijke rust in achter de wisselzone. Ik krijg mijn eerste groene bandje. Langs het water. Door naar de post en de eerste 5 km. Ik neem een gel. Het gaat. Water erbij en dan wandel ik een paar passen. En door! Schaduw, krappe post, Hoorn in en Vincent en Rob weer zien en dan de goede weg op bij DR en het tempo maar vasthouden.

Ik ga gewoon blijven hardlopen zo lang als dat gaat! Door de straat waar mensen naast hun koffie zitten, over de ophaalbrug en iemand moedigt me bij naam aan, die ik niet ken. Op het terras zitten KH en die schreeuwt zo heerlijk hard!

De meiden, de meneer en dan zwaaien CB en FV me toe als ze wegfietsen. Zo leuk dat zij mijn TVApakje oppikken! Mijn buik klotst een beetje. Geen water mee. Om af te koelen alleen dan. Ik blijf hardlopen. Straatjes, bruggetjes, wandelende atleten die al rondes verder zijn. Dag DR, hoi Rob en Vincent en ik roep dat ik te hard ga. Rob zegt nog: neem de tijd! Ohja, dat kan prima.

De rust in. Ergens voel ik dat ik weer last van aandrang krijg, maar het is te doen. Nu nog. Ik krijg het tweede bandje (geel) en voel me moe als ik langs het water loop. Aj, dat is meestal niet zo best. Misschien zijn het de rustgevende golven? Ik blijf nu hardlopen tot 11km, dan kan ik die laatste 10 kilometer in alle rust doen. Ik heb 3 uur voor een halve marathon en dat moet mij dan zeker lukken. 10 Kilometer handel ik af BINNEN EEN UUR. koekoek. Hoe is het mogelijk? Degene die ik hier het allermeest mee verbaas, ben ik zelf. Gelukkig is er ook altijd dat stemmetje: je bent er nog niet… Jurylid NB fietst langs en zegt dat ik het keurig doe. Bedankt! Ik neem nog een gel, maar deze gaat kokhalzend naar binnen. Daar stoppen we dus accuut mee. Water en weer hardlopen. Schaduw, rust en beslissen hoe de laatste kilometers moeten. Nou, rustig aan. Binnen halen is het belangrijkste. Wandelmomenten inlassen. Bijtankmomenten. Ik kijk meer naar de hartslag dan naar de kilometertijd. Hoe lang ik er over heb gedaan, weet ik totaal niet. Binnen 7 uur ga ik zeker binnen zijn.

Ik zie Vincent. Ik vraag DR hoe laat het is en het is een lastige vertaalslag naar half vier. “Studio Sport begint pas om 7 uur, dat haal je wel” roept een lollige omstander. Het is beduidend rustiger nu op de route. Dat bevalt me uitstekend. Dit is het moeilijkste rondje weet ik. Ik moet. Een Dixie graag. En dan valt pas op dat het er niet zoveel zijn! Ik wandel een stukje. Kom op, roepen ze aan de kant. Ik denk: dit is de tweede halve triatlon in drie weken, het is wel goed zo! AC van B rent een stukje met me mee, de lieverd. Langs de terrassen en de meiden ren ik ook. Langs de haven zal ik nu alleen maar wandelen om van het uitzicht te genieten. Ik heb geen haast. Soms moet je even bijtanken. Als ik langs het volgende terrassengebied ren, lach ik hardop als ik bedenk dat ik zin heb om vanavond met 1 glaasje wijn stomdronken te worden! Of bier, dat is ook goed. Ik ren langs de mevrouw met de kleine baby. Die baby is geweldig klein. Ik duik de Dixie in. Geen papier natuurlijk, maar ik heb mijn eigen zakdoekjes. Het loopt er weer snel uit en ook nu lucht het op. Toch teveel koolhydraten voor mijn lichaam. Ik meld dat het papier op is en door. Weer iets soepeler nu.

Rob en Vincent en BT en AC staan daar. Naar één meneer roep ik dat dit de tweede halve triatlon is in drie weken. In de volgende ronde roept hij niks meer, maar buigt hij alleen maar voor me. Langs DR en dan op om het laatste bandje te gaan halen. De rode. De golfslag geeft rust en vermoeidheid, nog een keer over het warme asfalt. Ik weet nu dat ik het ga halen, hoe dan ook. Nog maar 1 rondje. Ik wandel onder de schaduw door. Voor Joyce. Zij heeft mij in zoveel kilometer vergezeld waarin ik getraind heb om door te gaan en door te gaan. En dan weer rennen. Dat gaat dan supergoed als je even de hartslag heb laten zakken. KH, DM, BT en AC staan nu op een andere plek. DR staat alsmaar op dezelfde plek. In het park is het rustig. Ik kan prima blijven rennen op de aanmoediging van de fietsclub van Ferry met hun spandoek ‘FERgeet niet te eten’. Er is niks te maken met mijn naam, maar ik heb hun spandoek meermaals ter harte genomen. Ik spreek 2 wandelende mannen van Kika terwijl ik doorren. In het straatje tank ik nog een keer bij door te wandelen. Over het brugje en daar is Rob.

Die moet naar het finishgebied gaan! Ik loop dit wel uit hoor! Langs de fotograaf voor de zoveelste keer blij doen. Laatste keer langs de terrassen en het rennen gaat me nu weer goed af in deze rust en met de kracht die ik voel. Wijn of thee straks, dat zou fijn zijn, bedenk ik me. Langs de meiden, langs de man waar ik weer niet afsnijd. Ik wandel even iets verder langs de haven, halen doe ik het toch wel. Heel langzaam dringt het door: ik ga twee halve triatlons doen binnen 2,5 week! De meeste vrijwilligers bedank ik, wat zij doen voor ons atleten is onbetaalbaar.

De laatste loodjes klinken leuk voor de Ironman. Ik ben nog lang niet op of leeg. De laatste keer langs de poort en over dit brugje met in de verte het finishterrein. De laatste keer het straatje door waar een man stilstaat en niet meer weet welke kant hij op moet. Eigenlijk lopen hier nu nog de helden met elk hun eigen verhaal. Misschien niet de snelsten, maar wel de grootste doorzetters. En dan loopt DR een stukje met me mee om me te zeggen hoe knap ze dit vindt. Jep. Duizend maal dank voor je support meid!

Als ik nog maar 1 kilometer hoef te lopen, breekt het. Ik moet heel hard huilen en de omstanders zijn bezorgd en roepen dat ik er bijna ben. Ja, dat weet ik… en ik kan beter nu even huilen zodat ik dadelijk lachend en juichend kan finishen. Overmand door een scala aan emoties. Wat ik hier doe is echt mijn eigen enorme overwinning. Alleen van mij. Laat mij maar even mijn tranen afvegen.

Ik loop nu richting de finish langs de mevrouw die ik deze keer links mag laten liggen, met drie gekleurde bandjes om en ik ben weer een grote blijde lach. Nog maar een klein stukje, er kan niks meer misgaan. Ik loop het terrein op en lach alleen maar.

De vrijwilliger van gister die mij en Vincent kent staat daar en daarachter Vincent die me filmt.

Ik juich vast en dan de rode loper op. Hier was het de hele dag om te doen en ik schreeuw aan één stuk door van blijdschap, dat ik twee halve triatlons kan finishen binnen 1 maand.

TvK van Trispiration vangt me op en juicht mee. Even is het wat veel, maar ik blijf staan en krijg de felbegeerde medaille waar alles om begon. Binnen de 6,5 uur (6 uur 25) zie ik staan, maar ik vind alles best. Ik loop de trap af en dan wil ik Rob en Vincent en ik ben echt dolblij, apetrots en overweldigd. Ik mag van hen even in de atletenarea blijven, maar er is geen wijn. En geen thee. En geen chocomelk. De massage is te druk en ik ben te vies. Ik haal een stom wit t-shirt (hoezo wit) en laat de medaille graveren. Ik heb geen moeite met lopen, geen moeite met bewegen en ik ben (nog) niet extreem moe. Ik haal mijn witte tas en verlaat de plek.

Mijn Trispirationmaatje ZGvG krijgt een hug, ik ben trots op haar eerste halve triatlon. Maar ik ben ook echt ongekend trots op mezelf. Dat heb ik maar heel, heel erg zelden. De nieuwe coach stuurt me binnen 5 minuten na de finish een bericht en de verwachting dat ik een fijne dag heb. Zoals het hoort! Deze man moet echt blijven.

Ik ben best moe, dat wel. Ik heb behoefte aan chocomelk. Als we weglopen, krijg ik nog even een wegtrekker en ben ik erg misselijk en draaierig opeens en moet ik even zitten. Ik moet eten, maar ik weet even niet wat. Ik ga mijn fiets ophalen en mijn spullen. De Ironmanstand is al dicht en ook op de Ironmanvillage is geen thee of chocomelk te krijgen. Steunend op mijn fiets gaan we richting de auto, die Rob ophaalt. Vincent haalt chocomelk voor me en dat helpt me.

Ik ben moe, ik ben vies, ik ben emotioneel, maar ik ben niet kapot. Ik voel me echt een Ironman. Supersterk. Ontzettend krachtig wat ik gedaan heb de afgelopen maand. Dat is voor mezelf al moeilijk te bevatten!

Het is ongelooflijk wat goed eten met je doet. De hamburger eet ik op, maar na een gewoon bord frietjes zit ik vol en dan ruim ik alles op. Ik kom moeiteloos de trap op en af.

Kracht zit niet alleen in het beheersen van 3 sporten -wat me intussen aardig afgaat- maar in het oprekken en verleggen van je eigen grenzen. Toen ik 4 jaar geleden voor het eerst een halve triatlon deed, was het ondenkbaar een week later de Dam tot Dam loop te doen. Dat deed ik twee jaar later tóch. En dit jaar deed ik niet alleen de Dam tot Dam loop, maar ook nog een extra halve triatlon. Your body can stand almost everything, it is your mind you have to convince.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2021-28 Flipperweek

maandag 20 september. – fiesten-feitsen-ftsn-ff-iets met ?

Het gaat wel weer goed. Ik moet weer fietsen. Dat is toch minder intensief dan lopen en ik vind het veel minder leuk. Als de trainer er een rustdag van had willen maken, had hij de training weg moeten strepen. Meteen uit het werk spring ik op het mijn blauwpaarse maatje en we gaan de polder in. Soort van een rondje om Nobelhorst heen. Muziekje in mijn oren en van tijd tot tijd trap ik flink door. Maar door de wijk heen met veel stopmomenten blijft het gemiddelde toch weer wat achter. Wat moest dat moet: na een uur ben ik klaar met fietsen.

dinsdag 21 september. En weeeeeeeeeerrrrrr ?‍♂️

Ja, ik ben echt blij met deze trainingen – not. Maar het staat er, dus ik doe het. Ook al stop ik met deze trainer, al ligt dat niet aan de overdaad aan fietstochten die ik moet doen- al speelt dat ook mee voor dit loopjunkie. ik ga langs bij HB die ik heel hoog heb zitten om hem zijn triatlontroffee te brengen. In ruil krijg ik een kopje thee en uitstel voor de rest van de fietstocht. Gratis krijg ik er extra energie van. Ik volg mijn neus maar weer, terwijl ik eigenlijk vanmorgen al had bedacht dat ik naar het kunstwerk van polderland wilde. Gek genoeg komt die neus daar dan toch weer langs! En over de dijk ga ik gewoon liggen en trappen. Ik ben de tijd en de dagen een beetje kwijt. Ik slaap slecht. Mijn lijf stelt het één en ander weer te lang uit en ik zit vast in mijn hoofd. Heus, het fietsen gaat wel, maar echt plezier – neu. Niet dat ik eerder stop, ook dat niet. Ik maak de anderhalf uur vol. Check. Precies even snel als gisteren! Foto’s laat ik achterwege.
Als ik thuiskom, meldt Rob dat ik niet op de startlijsten sta voor de Ironman. Ik doe de kwart daar nog komende zaterdag en Vincent doet op die dag zijn tiende triatlon. HOEZO sta ik niet op de startlijst, ik heb toch betaald (al is dat al anderhalf jaar geleden). Heb ik tegen HB nog oprecht beweerd dat ik daar geen zin in had (waarop het vreemde voorstel om over te slaan kwam), nu bleek dat ik me er toch op had verheugd, want ik was helemaal van de leg. Verward, ongerust, ongelukkig, teleurgesteld. Ik stel maar weer per mail de vraag aan Ironman hoe het kan, maar vorige keer duurde het weken voor het antwoord kwam. Ik slaap er slecht van.

Woensdag 22 september. Eindelijk weer rennen! ?‍♀️ EN… double the fun

Het antwoord van Ironman is veel sneller deze keer: ik krijg een link om me alsnog in te schrijven en ben welkom dan, op de zondag. WAT ? Dan is de HALVE triatlon, en niet de kwart, die is op zaterdag en nu ben ik helemaal van de wap tot en met en een stuiterkonijn terwijl ik moet werken en stiekem had ik al bedacht dat ik als ik deze kans zou krijgen ik er voor zou gaan en nu ligt het daar en nu weet ik het niet meer en nu voel ik me wel weer goed hoor, maar nog een halve ? WAT

Wil ik dat? Die vraag is het snelste beantwoord: JA. Ergens had ik dat al eerder besloten en werd ik er ‘gek genoeg’ voor geacht. Ook het voedingsschema zou ik zomaar nogmaals kunnen testen. Het zat al ergens in mijn achterhoofd.

Kan ik dat? Hmmmmm, dat blijft de vraag natuurlijk. Fysiek. Het is toch weer een halve marathon. En 90 kilometer fietsen. Waar ik echt dol op ben. ?, maar dat is in een wedstrijd wel anders. Dit is allemaal volkomen nieuw.

Wat vindt Rob? Ik bedoel maar: hij moet twee keer rijden naar Hoorn en wachten. Die vindt het prima, zolang ik het doe omdat ik het echt leuk vindt en voor het plezier ga en niet voor een tijd. Ohja, ik ging ooit voor iets met tijd.

Kan ik dat? Ja, een hele zondag lol hebben – dat mag het probleem niet zijn. Tenslotte was Almere een feest om te doen.

Joyce denkt met me mee (als je een halve doet voor je eigen fun, omdat het kriebelt moet je het doen), de trainer kijkt in trainingpeaks wat dat programma er van vindt en ik wik, weeg, twijfel en kijk naar mijn bankrekening. Trainingpeaks keurt het goed (dat oordeel vertrouw ik het minst), van de trainer moet ik goed voeden (dat gaat me echt lukken) en Manuel vraagt zich af waarom. Mijn collega snapt het maar net. En ik pieker, tob, denk na en prakkiseer er over. Tijdens het werk, wat ook lekker stressvol is met de beurs in het vooruitzicht. Ga het gewoon D O E N. Zegt een klein stemmetje in mijn hoofd. Een echte Ironman…

Na het werken ga ik hardlopen terwijl Vincent aan het zwemmen is. Rustig. Ik ben van mezelf al onrustig genoeg. Hartslag is de leidraad. Een lekker saai rondje om Almere Poort heen. Het gaat steeds trager. Mijn hoofd is vol. Mijn buik niet. Dus dat het zwaar loopt, ligt aan het volle hoofd. Ik maak 7 kilometer vol met een leger wordende buik en voller hoofd gevuld met twijfel. Ik begin te twijfelen of ik het wel goed begrepen heb. Misschien schreef ze verkeerd dat ik zondag welkom ben? Of is het geen refund in de link, maar een herinschrijving voor de 5150? In de auto prijst Vincent me en maakt hij er helemaal een feest van; hij heeft er voor mij nog de allermeeste zin in!
Eenmaal thuis schrijf ik me in. Rob zit erbij.
Niks vergissing. Ik betaal. Ik ga een Ironman doen. Wilde ik anderhalf jaar geleden alleen maar meedoen voor de medaille, nu doe ik mee omdat het kan. Omdat het zo vreselijk duur is, mag ik er vooral optimaal lang van genieten! Ik heb 8 uur de tijd.

Aankomende zondag doe ik de tweede halve triatlon in 1 maand.

Donderdag 23 september. Nog een keertje hardlopen ?‍♀️

Het is nog steeds erg onrustig in mij. “Heb je zin om een halve te doen?” vraagt Vincent en ik roep volmondig ja! Ik zie de uitdaging wel zitten. Als Vincent op de baan is, ga ik nog een keer hardlopen. Ik moet nog iets naar SG brengen en ik heb 35 min zone 1-2 staan, daarna 30 min zone 2-3 en nog tien minuten zone 3. Iets langer als het uur dat Vincent bezig is, dus hij is vroeg bij de baan aanwezig. Ik loop rustig naar SG. Het tempo laat te wensen over. De lucht is prachtig.

Jammer dat het alweer zo vroeg donker wordt, maar ik vind zonsondergang het prettigste tijdstip om te lopen. Ik kom weer langs de stukjes van de alternatieve Dam tot Damloop en met dit tempo twijfel ik opeens toch een beetje aan een halve marathon aanstaande zondag…

Bij SG ga ik naar het toilet (sorry, maar blijkbaar is dat tegenwoordig schering en inslag) en we kletsen even. Altijd iets te lang met die lieverd, dus ik moet snel weer terug in zone 2-3. Het is donkerder en ik geniet van het lopen, dat wel. Als ik bedenk dat ik niet weet waar de autosleutel is, gaat zone 2-3 verloren. Toch nog een stukje in zone 4… Ik krijg de hartslag van de stress niet meer laag. Niet in de tas in elk geval, die sleutel. Heb ik ‘m op de WC laten liggen? In de auto nog? Uiteindelijk blijkt dat laatste het geval te zijn. STOMSTOMSTOM. Maar onder alle spullen en de auto staat er nog. Ik heb de 75 minuten niet gehaald. Op de Trispiration groep vertel ik dat er iets is misgegaan met mijn inschrijving voor de 5150, maar wat precies laat ik in het midden… Ik moet er bij blijven lachen van JB; nou, dat doe ik heimelijk heel hard!

Vrijdag 24 september. Zwemmen ?‍♀️ en kennismaken ?

Een drukke volle dag met de pedicure, onrust in mijn hoofd die erger wordt als blijkt dat ik zaterdag al mijn triatlonspullen moet inleveren en ik begin een beetje te twijfelen omdat ik zo slecht ben voorbereid. Die arme Joyce moet alles aanhoren, bij gebrek aan een goede coach op dit moment.

Deze stuurt Joyce me toe als ik me afvraag of de 70.3 in Hoorn wel zo verstandig is.

Na de middag ga ik kennis maken met een nieuwe coach-trainer. Deze neemt niet alles voor waar aan en vraagt naar het waarom van mijn beslissing om nog een halve triatlon te gaan doen. Een simpel “omdat het kan” is deze keer niet genoeg. In het anderhalf uur dat we elkaar spreken stelt hij meer goede vragen om inzicht te verwerven in mij, dan iemand me ooit eerder heeft ontfrutseld! Gelukkig heb ik als voorbereiding net thuis mijn grootste doel op tafel gelegd en is dat waar ik een jaar tegenop heb gezien om te delen, zonder problemen ontvangen. Deze trainer-coach zal me niet alleen een schema geven, maar ook begeleiding. Hij begrijpt dat ik niet van rust hou (maar zal der niet mee akkoord gaan als ik er onderuit wil komen), dat ik me niet via Strava hoeft te profileren en dat er een leven is naast sport. Met een tevreden gevoel rij ik naar het zwembad voor een uurtje zwemmen. Ik ga met achtje 300m inzwemmen. Dan doe ik 3x 700m. In de iets minder snelle baan zonder achtje, in de snellere baan met achtje en terug naar de minder snelle baan zonder achtje. Een klein wonder: zonder achtje bevalt mij tegenwoordig beter! Ik voel mijn linkerschouder. En ik heb hoofdpijn. Ik heb last van mijn knie. Links of rechts of om de beurt. Mijn oren doen pijn. En voel ik nu niet iets in mijn kuit? Kortom: het hele scala aan zenuwachtige pijntje komt voorbij. Mijn held HB vond het geweldig om te lezen dat ik nog een halve triatlon ging doen en vond het inspirerend. Ik heb vorige week thee bij hem gehaald toen ik beweerde geen zin te hebben in de 5150.

Hij gaf mij de inspirerende tekst mee: Flight, fright, fight. Voor mij is dat de volgorde: ik heb het vliegen gehad, nu komt de angst opzetten. Vechten moet nog even wachten vrees ik…. Ik moet mijn spullen bij elkaar zoeken, de fiets prepareren en Vincent moet dat alles ook doen voor zijn grote Ironman wedstrijd morgen. Spannende tijd alsmaar.

25 September. Vincents wedstrijd – Zijn eerste Ironman.

Vroeg op, heel vroeg op. Fietsen op de drager en dan naar Hoorn rijden waar Vincent zijn spullen moet klaarzetten. Ik leef met hem mee.

Hij moet 380 meter zwemmen, 18 kilometer fietsen en 4,2 kilometer lopen. Enerzijds is het zo’n grote jongen, een flinke sportman, maar aan de andere kant nog een jongen. Hij is supertrots op de tattoo. Ik verken het terrein alvast een beetje. Hoorn is best heel leuk. Wel ver zwemmen voor mij… Vincent moet alleen het wisselterrein en het wedstrijdterrein op. Er is een clubgenoot die hem een beetje meeneemt. Wij praten met veel mensen en delen onze ervaring. Bij een stel helpen we met het opbrengen van de tattoo. Ze gaat zonder wetsuit en hij baalt als ik zeg dat hij ook mee had kunnen doen als na-inschrijving. De aardige man is hartstikke scheel. Rob helpt nog iemand die geen startnummerband heeft. Ik mis Vincent omdat hij als 1 van de eersten het water in springt. Achteraf heb ik hem toch op film staat als ik de flairs nog aan het filmen ben. Helemaal rechts duikt hij het water in.

Ik kijk nog op de steiger en loop dan terug naar de wisselzone. Het is een fikse tippel, maar Rob ziet Vincent wegrijden op de fiets. Zijn wissel kost veel tijd. We kletsen met de man van daarstraks. Zijn Luisa is de langzaamste zwemmer, onze Vincent noteert ongeveer de vierde tijd. Al snel komt de knul weer aangefietst.

Even later komt hij lopen langs. Ontzettend krachtig en sterk. Hij finisht dansend en apetrots als vierde in zijn categorie. Daar is mijn Ironman in de dop.

We spreken nog met Luisa en haar schele vriend Piet. Luiza was allerlaatste, maar ze heeft genoten. Ze liep in intervallen, want meer dan 5 minuten achter elkaar kan ze niet hardlopen. Ze zwemt in schoolslag. Luiza heeft genoten. Ze heeft zichzelf dubbel en dwars overtroffen. Tot vandaag kende ik haar niet, maar nu kletst ze ons de oren van het hoofd in haar trots en verwondering. Luisa is het voorbeeld van de genietende triatleet. Ze is geweldig sterk, wat een voorbeeld!

Dan ik. De fiets pakken, de inschrijving regelen, door een paar mensen herkend worden, wachten tot ik de fiets mag inchecken. Ik word er nerveus van. Als een van de eersten plaats ik mijn fiets. Gecontroleerd door het strenge jurylid van de NTB TN uit Almere. Ook de man bij de wisselzone kent ons en zegt me dat ik het net zo goed moet doen als mijn zoon. Ik ga hier morgen niks presteren, ik ga hier morgen finishen!

Er zijn heel veel wedstrijden dit weekend en heel veel Trispiration dames doen mee. Ik zet op Facebook wat ik ga doen. Morgen. Morgen moet ik bewijzen dat ik van een ander materiaal ben gemaakt. Dat ik knettergek ben. Fight komt er nog niet aan te pas. De fright is nog net iets te groot. Dan is het fietscomputertje zoek. Daar moet het voedingsprogramma in! Heb ik het bij de fiets gelegd? Dat soort dingen maakt me paniekerig. En alle pijntjes die zijn toegenomen stellen me ook niet gerust. ik heb te weinig kunnen drinken. Het enige wat ik ‘s avonds nog doe is yoga/krachttraining. Of pikt de kat mijn plek in?

Nog maar een keer vroeg naar bed met een paracetamol.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2021-27

13 September. Terug op de fiets. ?

Na een dag werken op kantoor voel ik me weer helemaal super. Mijn herstelvermogen is werkelijk formidabel. Serieus nergens spierpijn, niet meer dat extreem vermoeide en vooral geen idiote honger of trek zelfs. Dat is een grotere overwinning dan het PR op de halve triatlon. Fysiek ben ik ijzersterk. Mentaal is er nog winst te halen.

Er staat een fietstraining van anderhalf uur. Natuurlijk wil ik nog naar buiten toe, al wordt het alweer vroeg donker. Ik zet een muziekje op en haast me naar buiten. Het zal een race tegen de zonsondergang worden! Ik ga nog een keer de Oostvaardersplassen rond. in het gangetje kijk ik nog even naar de windrichting en besluit ik andersom te fietsen: eerst het Kotterbos door! De fiets zit meteen weer goed. Ook al geen zadelpijn. Wat ik wel voel is een bak aan energie! Ik ga al snel het Kotterbos door. De race tegen het licht motiveert me meer dan wat ook. Lekker overzichtelijk! Ik ga ongewoon hard. Er is dan ook bijna geen wind. Ik ga zó lekker! De wereld schiet aan mij en mijn fietsje voorbij.

Ik ben ook niet meer bang om te vallen, dus ik neem het niet nauw met de bochten. Gossie, had ik dit vrijdag maar gehad. Zelfs de Knardijk kan mij en mijn muziek en mijn energie niet opvreten. Er zitten veel kikkertjes. Ik begin me wel weer aan een aantal trainingstechnische zaken te ergeren, maar ik pak de energie maar om nog iets harder te fietsen naar de Oostvaardersdijk en wind mee. Een zuchtje wind is ook goed.

Het uitzicht is geweldig, want het is superhelder. Mega. Zo ver heb ik ook nog nooit kunnen kijken! Er is niemand op de fietspaden. Ook nog eens een plusje. En geen vliegjes. Ik stop alle tellertjes even voor een foto.

En dan weer door. Liggen en luisteren. En me een beetje druk maken, maar vooral niet over het huidige tempo. Ik ga nog harder. Dat moet ook, want de zon gaat best snel omlaag! Het is echt ontzettend mooi. Wat een voorrecht, zo’n achtertuintje. Ik stop nog een keer om het op beeld vast te leggen.

Mijn gemiddelde ligt nu hoger dan in de wedstrijd. Het is ook korter natuurlijk, maar ik had toch moe kunnen zijn of niet?! Langs de Oostvaardersplassen stuit ik tot twee keer toe op vertragende e-bikes met halfdove berijders. Ik rij nog helemaal terug naar de Evenaar, zodat ik ook nog eens een groene training haal. Dan wordt het wel donker. Als het had gemoeten had ik ook nog gaan hardlopen. Helaas staat het niet in het schema, want wat wil ik graag hardlopen!

14 September. Zwemmen??‍♀️ in het zwembad en rennen ?‍♀️ in de zon ☀️

Ik stop bijtijds met werken, zodat ik naar het zwembad kan. Tussen kwart over 12 en kwart over 1 kan ik een uur zwemmen. Ik koop een 12 baden kaart. Dat duurt natuurlijk een paar kostbare zwemminuten. Ik heb de snelle borstcrawlbaan voor mezelf alleen de eerste tien minuten! In de training staat dat ik 3 keer 750m moet zwemmen en daarna nog een zestal versnellinkjes. Oke. Dat is voor mij behoorlijk doormaaien! Gelukkig voel ik me super, dus het lukt me zeker om de 750jes te zwemmen. Ik tel ze zelf ongeveer af. Eerst zonder hulpmiddelen. Dat gaat me goed af. Er zijn 2 mannen bij gekomen in de baan en dat is perfect. We houden een beetje rekening met elkaar. 1 Man snapt het niet, die begint met schoolslag en is duidelijk wat trager in zijn borstcrawl. Ik heb mijn nummertattoo nog op, maar niemand die er iets over zegt. Ze krijgen de kans ook niet. Na 750m doe ik de paddels aan en neem een achtje. Ik moet even wennen en mijn armen ook, maar ik schiet het water door. Lekker! Het horloge telt een beetje raar en ik zwem 725m. ? . Dingen uit en dan heb ik nog even de tijd om met een achtje nog een keer 750m te zwemmen. De versnellingen zullen er niet meer in zitten. We delen de baan nog met zijn tweeën. Ik zie de andere man (ik ken hem wel ergens van en weet dat hij engels is) steeds later starten en mij proberen in te halen. Ik voel nu mijn armen best een beetje. Hoe fijn! Ik zwem voor mijn doen super. Dat komt omdat ik me verheug op het lopen.

Snel omkleden, een blokje reep wegwerken en de sportdrank opmaken en dan de tas in de auto en vol chloor ga ik de zon in. Ik zet het horloge te laat aan! Mijn Apple Watch start nog eerder. Potdikkeme, dat overkomt me zelden, dat ik 400m mis. Het Beatrixpark door en dan het fietspad op richting de Hogering. Ik hou de hartslag laag, maar ook de training met hartslagbeperking heeft het horloge niet opgepakt. Ik heb geen haast. En verhogingen doe ik gewoon wat kalmer aan. De zon is best heet eigenlijk. Ik zweet al het chloorwater eruit! Het is niet gemakkelijk of vanzelf, maar ik rijg gewoon de kilometertjes aan elkaar. Mijn voeten doen het, mijn hoofd vervalt niet in gemopper en dit lukt me gewoon als ik maar rustig aan blijf doen. Rond de 6:30 en hartslag onder de 140 houden. Ik luister naar de muziek. Ik stop op 5km, want dat heb ik met mezelf afgesproken, maar ik sta me in de zon af te vragen waarom eigenlijk. Ik moet wel weer drukken. Geen idee of dat nu voortaan zo blijft of dat het door de reep komt, maar ik heb zakdoekjes bij me! Het is echter beheersbaar. Ik loop op dezelfde plek als anderhalve week terug voor de halve triatlon. Maar dan in omgekeerde richting en volkomen relaxed. De grijns is nu oprecht en 10 dagen geleden verstoord door onrust en frustratie.

Het tempo gaat door de zon, de hitte en de aandrang wel iets omlaag. Ik loop de stad en de schaduw in. 9 Kilometer zullen het worden ook! Dan kom ik langs een gezondheidscentrum. Daar is een toilet! Ik sneak zonder mondkapje en druppelend naar binnen (4 stappen van de ingang) en er is papier en het lucht enorm op. Ik jog/ren weer verder. Omdat ik in het begin een stukje heb gemist, ga ik nog even door langs het Den Uijlpark en dan vind ik het na 1 uur en 1 minuut wel goed.

15 September – Rustdag – ?‍♀️ en ?️‍♀️

“Ga je mee lunchrennen?” appte Manuel. ? Rustdag… ? ? Onderzoek: is er een mogelijkheid om nee te zeggen? Nopes. Op de rustdag mag ik een half uurtje zone 0-1 hardlopen.

Dus ik waarschuw Manuel dat het echt joggen is, zeker voor hem en ik ga vers brood halen. ? Lijkt me fantastisch. Hartslagbeperking op 129. Dat is echt laag. ? Zeven minuten per kilometer. Manuel kletst me de oren van het hoofd. Ik haal brood en jog alleen weer terug. Manuel gaat op zijn eigen tempo verder, wat ik goed begrijp! ‘s Avonds doe ik nog een kwartiertje krachttraining. ?️‍♀️ Voor de rest gaat de dag op aan werken en aan de nodige trainingsstress. Soms moet je dingen opgeven, maar ik ben daar niet zo goed in. Wikken, wegen ⚖️ kiezen, delen.

16 September De fiets ? weer op.

Vincent moet een uurtje fietsen, ik moet anderhalf uur fietsen. Ik wil op de Tacx, Vincent wil op de Tacx. Maar dat kan niet tegelijk. Buiten kan wel tegelijk, maar dan moeten we bijtijds weg. Ik kom uit mijn werk, kleed me om en Vincent kleed zich ook om. We springen op de fietsjes.

We gaan de hele Ibisweg af. Richting de Knardijk. Die halen we niet helemaal, want we gaan achter de plassen langs. OEI, daar staan een boel kOEIen.

We passeren ze voorzichtig. En dan langs Haje en tussen de plassen door. We gaan na de brug-waar-ik-onderdoor-gezwommen-ben naar rechts. En dan via de Praambult terug. Het is een lekker stukje fietsen, net anders dan anders. Ik rij nog langs het Oostvaarderscentrum en fiets 1 uur en 12 minuten. Vincent gaat ietsje eerder terug en fietst netjes een uurtje. Daarna gaan we eten.

17 September – Fietsen door de provincie Utrecht met Manuel. ?‍♀️ ?‍♂️

Voor de Trispiration jaarchallenge ben ik er in gestonken: de regels worden uiteraard halverwege het jaar aangepast, omdat ik niet meer in te halen ben. Ik heb nu een categorie in mijn eentje, want niemand anders gebruikt de verdubbelaar. Ik vind er nu geen lol meer aan! In je uppie in de categorie win je, maar ik voel me de grootste verliezer. Toch wil ik nog proberen zoveel mogelijk punten te halen. En de provincie Utrecht heb ik lopend al doorkruist en ik heb er ook al gezwommen, maar nog niet gefietst! Ik moet 30 kilometer fietsen in de provincie. Nadeel is dat ik er moet komen en dat ik eerst 22km Flevoland door moet. Manuel gaat op deze windstille ochtend met me mee en zal op mijn trage tempo moeten. Ik maak maar gebruik van hem door er achter te gaan fietsen als hij zich wil uitsloven en boven de 27 kilometer per uur rijdt. En ik drink en eet. We rijden bij Eemnes de provincie Utrecht in. We gaan naar het pontje over de Eem.

Daarna fietsen we langs de Eem, die lekker slingert. We gaan onder de A1 door en ik geniet erg van het fietstochtje. Het is niet koud, maar ook totaal niet zonnig. Ik drink echt twee bidons leeg! We komen over de Hembrug.

En daarna rijden we door Soest. Manuel snapt iets beter hoe de route werkt die ik heb uitgezet, dus die gaat voorop. We komen langs Paleis Soestdijk. Daar gaat niet alleen het zonnetje aan, maar ook mijn interne overwinning-verbrander, want wat heb ik hier vaak vanuit Zeist gereden in de hoop dat ik er rustig kon fietsen! En nu doe ik het!! Bijna een andere Anke. De heuvel op is genieten en de heuvel af tot de Shell nog veel en veel meer! We rijden terug achter Eemnes langs. Dan zitten er dik 35 kilometer provincie Utrecht op. Missie geslaagd. Maar we moeten nog naar huis terug door onze eigen polder. Langs de muur van Blaricum (noord-Holland), over de Stichtse Brug en over het Vierbruggenpad. We fietsen 80 kilometer in dik 3 uur. Geen hoog tempo, maar wel een lekker tochtje gemaakt.

18 September – Zwemmen ?‍♀️ in de Weerribben met Trispiration

Met de meiden van Trispiration gingen we naar natuurgebied de Weerribben om buiten te zwemmen. Ik reed er heen door dikke mist in de Flevopolder. Dat past wel heel goed bij mijn stemming. Somber, stil, ingesloten en grijs. Voorbij Schokland breekt de zon door. Ik vind het gebied rond de IJssel wel mooi. Eindelijk ben ik er dan. Nog steeds ben ik stil en op mezelf. KG vraagt me direct of ik bijgekomen ben en -werkelijk- ik moet een minuut denken voor ik weet dat ze het over de halve triatlon heeft, ze herinnert me er aan! Die lijkt alweer ver achter me te liggen. Door voor de volgende uitdaging! Lekker zwemmen in Overijssel. In wetsuit natuurlijk.

Na veel geteut (vind ik) ga ik snel als eerste het grote water op. Heerlijk! Ik zwem even terug en dan weer vooruit. We zijn met zijn drietjes. Ik vraag of we naar de witte paal in de verte zullen gaan. Ik ga gewoon! Ik hoeft niet al te veel na te denken over de slag en al snel ligt iedereen achter me. Het gaat mij gewoon lekker. Ik ben niet van de clubjes. Nooit geweest. Ik ben van het doorgaan en doorzetten en ik heb die witte boei of paal in mijn hoofd gezet! Ik kan er prima op navigeren. De rest ligt achter me.

Ergens lig ik helemaal alleen in alle stilte op het water te genieten. Echt, superstilte en megarust. De witte paal lijkt te ver weg en daar baal ik dan van. De groep is afgebogen naar rechts. Ik ga ze toch maar tegemoet. Omdat ik anders de weg terug niet weet! Ik ga ze maar afsnijden. De zon in het water, plantjes onder me en het zwemmen gaat van een leien dakje. Ineens ontspan ik mijn vingers er ook nog bij. Fase drie van de zwemtips! Breed uitsteken en diep insteken gaat nu (meestal) vanzelf, maar het volledig ontspannen zwemmen had ik nog niet onder controle. There it is. In het begin voelt het als klauwhandjes, maar het is zó relaxed! Ik moet vaart maken en kom bij de groep net als ze een spatwater-foto maken.

Links kom ik net in beeld gezwommen!

Ja, leuk (not), maar ik wil zwemmen. Ik zit bijna op de 2000m. Ik ga met de groep mee terug. Naar de 2 bomen toe. Snel zit ik weer vooraan in de groep. Ik maak zelfs een omtrekkende beweging om de hele club heen! Om ze daarna weer soepel achter me te laten. En weer terug te gaan om iemand die wat meer alleen zwemt even te steunen. Ik zwem in JBs benen, maar ze stopt net even. Al dat gestopt en gekwebbel onderweg is niet aan mij besteed. Ik wil met mijn klauwhandjes en brede vleugelslag door! JB kan ik niet bijhouden als ze aanzet: het verschil tussen 40 jaar zwemervaring en 5 jaar zwem-geklungel van mij! Ik zwem al 2500m. Mijn omweg was groot. We stoppen een paar keer om te navigeren en dan zwemmen we nog naar de brug. Mijn horloge slaat 1 keer op hol en meet wat extra meters. JB maakt foto’s, maar ik ben te snel. Ik ga extra onder de brug door, want Overijssel is een nieuwe provincie!

Ik heb iets tussen de 3300m en 3700m gezwommen.Ik heb heerlijk gezwommen, echt zálig. Maar nu wil ik weer weg en mijn stilte in. Ik ga niet meer mee lunchen met de kletstantes. ‘s Middags ga ik met Rob wandelen als Vincent zwemt. We wandelen 7,7 kilometer weg. De oranje pijlen volgend waar ik morgen de alternatieve Dam tot Damloop moet rennen. Ik zie er als een berg tegenop, niet vanwege de afstand, maar vanwege de mensen die meedoen. Aan de ene kant ben ik er melig van, anderzijds cynisch. Het mag geen enkel probleem zijn om 10 Engelse Mijl te lopen, nu maar hopen dat ik er zin in hou!

19 September – de Alternatieve Dam tot Dam loop ?‍♀️ “dag anke” – over jezelf tegenkomen

Weer vroeg opstaan om te gaan sporten… Er is niet genoeg witbrood, dus ik neem gewoon yoghurt met muesli. Dat is niet zo best. Mijn maag is een beetje van slag en ik moet een aantal keer naar de WC. Ik ga met een rugzakje met water lopen. Enerzijds denk ik echt: het zijn maar 16 kilometer, anderzijds heb ik geen idee hoe ik die moet gaan doorkomen! Gewoon lekker kalm aan en rustig. Met mijn eigen muziekje op en genieten van de omgeving. Zo druk is het allemaal niet. Ik verval in het gebruikelijke stilzwijgen. Netjes een gel voor ik ga en ik hoef er onderweg maar 1 bij te nemen. Ik ga inderdaad gewoon lekker mijn eigen tempo doen, de rest loopt hard weg. Vincent loopt intussen 5 kilometer een ander rondje. We komen elkaar nog tegen. Ik loop heerlijk, al blijft mijn buik een beetje zeurderig pijn doen en werken mijn darmen de muesli wat langzaam weg. We gaan langs de Noorderplassen over het natuurpad. Ik kijk niet naar de tijd, ik luister naar de muziek. In het zonnetje. Dat bevalt me uitstekend. Ik tel de pijlen, maar op dit pad zonder afslagen blijf ik heel lang hangen op 13. Bij de brug krijg ik de app van Vincent met zijn tijd: onder de 20 minuten. Tsjakka!

Ik loop lachend verder. Ver voor me loopt me een man in een blauw shirtje. Ik haal hem niet in. Toen ik wel een keer spiekte naar het horloge, zag ik dat ik 28 minuten over de 5 kilometer had gedaan. Dat voelde goed. De muziek helpt me. Bij de rode ophaalbrug zit mijn favoriete fotograaf en ik kan alleen maar lachen vanaf het moment dat ik hem zie.

Hij maakt niet alleen een foto, maar complimenteert me ook met het feit dat ik hier na vorige week een triatlon weer meedoe! Dat geeft me een kilometer lang extra vleugels! Hij heeft zo gelijk, en dan weet hij nog niet eens dat ik fysiek nergens last van heb gehad de afgelopen week. Nu komt het minst leuke stuk, maar het gaat voorbij en ik ben ongeveer op de helft. Ik blijf gewoon maar lopen. Mijn benen doen het wel, maar niet optimaal en zorgeloos. Langs het pad zitten 2 vriendelijke ouders me aan te moedigen. Verderop, bij het ommetje langs het Boathouse staan ook wat supporters, maar die lopen mij eerder 2 keer in de weg dan dat ze iets bijdragen. Ineens krijg ik het wel moeilijk. 10 Kilometer binnen een uur, dat wel, en ik blijf hardlopen, maar nu is de fysieke kant drastisch aan het afnemen. Ergens dwaalt in mijn hoofd dat ik zou moeten eten, maar ik weet niet wanneer en ik wil niks en ik krijg niks weg en ik moet er niet aan denken en ik stop de gedachte snel weer weg. Ik blijf pijlen tellen en probeer te denken: bij pijl 40 ga ik eten, maar dan zijn het er twee en is de gedachte weg. We gaan de Hogering over en ik heb het zwaar. Gewoon blijven hardlopen tot 11 kilometer en dan zijn het er nog maar 5! Zo denk ik wel, maar ik voel opeens fysiek eerder het einde in zicht komen. Pijntjes in knieën en benen zijn me altijd vreemd. Een meneer die me tegemoet loopt roept vriendelijk: ‘het zijn maar 16 kilometer, zet ‘m op!’ Dat helpt een minuutje ofzo. Onder de bomen door en ik denk werkelijk over afsnijden, opgeven en uitwandelen. Ik doe het niet, maar het is echt op de grens. Op het stukje richting het Beatrixpark kom ik mezelf tegen: alle helderheid is weg, het genieten is totaal onvindbaar en ik denk alleen maar dat ik dit simpelweg niet meer aankan. Het is geen fijn weerzien met mezelf. Ik probeer te drinken, maar dat lukt niet. Wandelen ga ik niet, want ik weet zeker dat ik dan niet meer opstart. In de verste verte om me heen is niemand te bekennen. Dat vind ik niet erg. De zon is wel best sterk. Dan verval ik even helemaal en zie ik zomaar enge mensen in de bosjes zitten – die er natuurlijk bij nader inzien niet zijn! Even gaat mijn hoofd echt op hol. Een vreemde gewaarwording. Mijn lies gaat pijn doen. Ook dat nog. Ik ben compleet van slag. ? En ik zit pas op 12 kilometer! Wandelen of helder redeneren komt geen van beide in me op. Ik loop het Beatrixpark in en Rob maakt een foto. Lachen kan ik niet meer. Ik wil hem het rugzakje geven, maar dan heb ik geen telefoon meer bij me, dus dat kan niet!

Ik kijk uit naar de finish, omdat ik daar kan gaan zitten en uithuilen en liggen en dan niet meer hoef te sporten. Het idee nooit-meer-sporten spreekt me enorm aan op dit moment. Ik loop bijna blind door het Beatrixpark, wat echt een gek idee is. Ineens ben ik dan op de brug en zie ik 2 andere deelnemers, een vader en kind die een stukje hebben meegedaan. Maar de tussentijd weet ik niets meer van! En dan ga ik een ander brugje over, maar hoe ik daar gekomen ben, ben ik helemaal kwijt. Het ruikt naar herfst. Het enige wat ik met moeite doe, is pijlen blijven tellen. Dat vergt veel concentratie. Zelfs dat is helemaal niet gemakkelijk. Ik heb geloof ik filmmuziek nu. Maar er is zeer weinig heroïsch aan als je jezelf zo onaangenaam tegenkomt! Bij de berg is het op. Ik moet wandelen. Zelfs als ik de laatste 2,5 kilometer wandel, vind ik het best. Fysiek ben ik uitgeschakeld. ? Dat doet letterlijk en figuurlijk ontzettend veel pijn. Na een week doortrainen, is het nu eindelijk klaar. Mijn rechterlies doet pijn en ik ben moe tot in mijn botten. Wandelen schiet niet op en even later ben ik weer op het brugje het Beatrixpark uit. Ik app Vincent dat ik nog een kwartier nodig heb. Wandelend denk ik? Voor 2 kilometer moet dat ongeveer lukken, een kwartier. Misschien. Ik ren weer een beetje, anders duurt het zo lang voor ik kan gaan liggen! Hoe of hoe lang ik het hardlopen volhield weet ik niet, maar ik wandel en ren ook weer ergens een meisje append op de fiets bijna omver. Het kan me echt meer niet schelen hoe lang ik er nog over doe. Tijd is van enkel belang meer en heeft ook geen waarde meer voor mij op dit moment. En dan besluit ik weer te hardlopen tot de brug bij de Noorderplassen. Kleine doelen, maar het is vaag. Mijn overlevingsstrategien ben ik vergeten. De vriendelijke ouders supporten weer en vragen hoe het gaat: ik zeg ze dat ik blij ben dat het nog maar een kilometer is. Hoe ik die kilometer doorkom, weet ik op dit moment totaal niet. Het is een wonder dat ik tot 16 kan tellen! De andere jongen die met Vincent 5 kilometer liep, fietst langs op zoek naar zijn moeder. W fietst langs en roep dat ik er bijna ben, alsof ik dat zou vergeten. Ik word dadelijk ingehaald, maar heus, het kan mij niets schelen. Ik kán gewoon niet meer. Als de twee mensen me voorbij zijn, moet ik nog iets verzinnen en -hoe idioot- ik ga intervallen doen met de boompjes. 2 Bomen hard, 1 boom rustig. Het is afleiding en voor het tempo is er vast nauwelijks verschil meer, maar het gaat om de intentie. Intervallen – hoe verzin je het… Misschien toont dat nog wel het beste aan hoe slecht het gaat, als je vrijwillig intervallen gaat doen… Tot de brug hou ik vol. Dan zijn de bomen weg. Nadeel is dat ze bij de brug mij kunnen zien, dus nu moet ik ook nog eens blijven hardlopen. Ik kijk even naar de tijd en denk dan: oké, dan maar binnen de 1 uur en 40 minuten. Nog 2 minuten aftellen met die hap! Ik begin met tellen, maar ik zie enkel de finish, de mensen, mijn kind en een tunneltje naar ‘stop hier’. Tellen kan ik niet meer. Het waren 67 pijlen. Ongeveer.

Ik finish (1 uur en 39 minuten) en dan ga ik zitten op het gras. Ik denk niet dat ik hier ooit nog wegkom. Ik kan alleen maar mijn ogen dichtdoen en me ontzettend ongelukkig voelen. Ik zag de man van het voedingsschema en ik weet onmiddellijk wat er aan schort: niets gegeten en 2 slokken met veel moeite gedronken. Dan kom je inderdaad jezelf tegen. Ik stel me teleur, dat ik het nog een keer verkeerd moest doen. Ik ben verdrietig dat ik hiervan meer kapot ben dan van de halve triatlon. Ik ben boos dat ik mijn grens zo heb opgezocht fysiek. En ik ben moe. Zeer diep moe. Het is moeilijk voor me om te zeggen dat het niet goed gaat, maar ik doe het toch maar, want het is een keer zo. “Je moet een rustdag nemen – of twee”, zegt de trainer, maar ik kijk de andere kant op. “Drink wat”, zegt Vincent, maar ik heb daar de kracht niet voor. “Super dat je dit weer gedaan hebt”, zegt KH, maar ik voel me uitgeput. Ik wil gewoon even helemaal NIKS. Geen idee hoe lang ik daar zit- maar je moet toch iets he, want niks en daar blijven zitten tot het donker is of tot je doodgaat, is ook zo raar (al lijkt me dat een prima optie) Dus ik drink wat water en ik sta op (de pijntjes vallen mee, maar ze zijn er absoluut), ik zeg Vincent hoe geweldig hij is en ik klets nog even met de mensen. Ik zeg de trainer dat ik stop bij hem en hij zegt dat hij dat jammer vind. Als we naar de auto lopen, trekt er een wee door mijn buik. Dat verklaart wat! Daardoor voel ik me naast ongelukkig in het kwadraat nu ook nog eens echt ziek. Het zet door tot ik gedoucht en gegeten heb. Vandaag geen brave voeding. De buikkrampen trekken weg, maar de vermoeidheid niet snel. Wat ik voel over deze slijtageslag kan ik niet precies vatten: een mengeling van teleurstelling en deceptie en wanhoop en verdriet en frustratie dat ik blijkbaar ook niet feilloos ben en er ook aan Anke een fysieke grens zit. Da’s effe wennen. Het is even de scherven bij elkaar rapen en dan weer doorgaan!

Categories: Geen categorie | Leave a comment

Middle Distance Challenge Almere 2021

Ik begin bij de finish: Ik rende met een eindsprint zeiknat, vies en juichend de finish over, blij dat ik het weer gered had! ZGvG stond klaar met mijn medaille. Ik draaide me om, om de eindtijd te bekijken en daarna ben ik in een hoekje op de grond gaan liggen om even heel hard te huilen en te vloeken en te schreeuwen. 12 Seconden. 6 Uur en 12 seconden.

De teleurstelling maakte na twintig minuten al plaats voor trots op het nieuwe PR, want 6 uur staat toch prachtig- en de tevredenheid over de hele wedstrijd -afgezien van de paar kilometers die een Dixiestop bevatte- helemaal genieten was. Maar nu loop ik op de zaken vooruit, terug naar het begin.

Ik zag er enorm tegenop om alles ‘alleen’ te moeten doen. Rob mag het terrein niet mee op en mijn steun wil het liever zelf beleven dan naast deze zenuwpees. Ik had alles keurig klaar: de fiets en de voeding, het voedingsplan, genoeg geslapen (eerder van de week al), de route is bekend, de afleidingsideeen zijn er en ik heb genoeg getraind en zeker genoeg conditie om te blijven sporten voor 6 uur achter elkaar. Ik ging uit van dik 6 uur en daar heb ik het doorzettingsvermogen en de wilskracht ook voor.

Uiteindelijk was ik ruim op tijd klaar en stond JB (coach van Trispiration) me ontspannen bij. Ik vond de rust met alleen atleten wel fijn. Allemaal hetzelfde schuitje. Op het gras zitten en wachten. JB en de man uit Veldhoven zaten bij me tot zij (een half uur eerder) zouden gaan zwemmen. Iedereen zegt elkaar gedag en eigenlijk ben ik echt enorm relaxed. Samen met JB heb ik alle tijdsdruk eraf gehaald, ik zie wel wat het wordt. Kun je toch niet zeggen, maar wat zou 6 uur fijn zijn.. Aan de andere kant: leuk is ook echt belangrijk! De wetsuit was snel en vroeg aan en ging niet meer uit voor een wc-bezoek. Smerig wordt het toch vandaag, daar kan ik prima mee leven. Ik eet een gel en een banaan en drink het water. De vuile slippers en de bidon gaan de vuilnisbak in. De rest gaat starten en ik zit alleen op een muurtje. Te wachten. De zenuwen blijven behoorlijk uit, maar ik voel wel dat dit het zwaarste half uurtje van de dag is. Als het niet erger wordt… lach om jezelf, zei JB en dat probeer ik dan maar. Ik dring naar voren bij de gele badmutsen, waar ik eigenlijk niet thuishoor. DR, die me zou steunen staat zelf te kletsen en te doen, ik ben rustiger en stiller dan zij is. De trainer loopt langs (al zijn atleten zijn al lang gestart) en ik roep hem nog even, maar hij hoort me niet. Net deze 5 minuten had ik ‘m wel even kunnen gebruiken… Ik klets even met een meisje die haar eerste triatlon doet en nog niet zo best zwemt, maar des te beter hardloopt. Jammer dat ik haar startnummer moet onthouden. Ik zit tamelijk vooraan bij de gele badmutsen en start met 3 heren. Zelfs nu zijn de zenuwen beheersbaar. Ik zie MBB nog en ze moedigt me aan. Toch iemand en zij is zo welkom! Ik spring het water in en ga zwemmen. Direct.

Lekker koel, lekker druk en naar de boei toe. De slag is goed, de rust is compleet en ik weet wat ik ga doen. Sporten. De rest van de dag. Volgens KH: er zijn toch geen andere afspraken! De slag blijft goed, de bril zit perfect en het pak ook. Zwemmen-zwemmen-zwemmen. Ik heb het volledig onder controle. Zo simpel is het. Ik moet al die gele badmutsen inhalen. Ik hoef alleen maar mijn eigen pad te kiezen en niet meer van de omgeving te genieten, alleen van het zwemmen. Wat mag ik die man bij Tri2One coaching dankbaar zijn, dat het zwemmen de slijtageslag voorbij is. Boei om, volgende boei om en dan langs de rode skippyballen met het Challenge logo erop. Ik ga ze niet tellen. Geen zin in, ik hoef geen afleiding, ik zwem gewoon. Weer iemand voorbij, langs de volgende. Ik ontwaar de eerste grijze badmutsen al. Sukkels. Die zijn net zo in de verkeerde rij gaan staan als ik. Even stank van het bootje, maar ik laat me door niks afleiden en ga gewoon maar door en door. Natuurlijk moet je daar iets voor doen, maar het voelt helemaal niet als strijd. Ik ben benieuwd hoe lang ik er straks over heb gedaan! Ik kom bij de verre boei en zit al op een kilometer. De andere rode boeitjes, daar moet ik even naar toe. Ik haal veel grijze badmutsen in uit de heat eerder. Met alle respect: die zwemmen langer dan 40 minuten!

Ik hou prima overzicht, maar hoef niet 1 keer te kijken waar ik heen moet. Ik ben blij dat ik gister de verkenning heb gedaan, daar heb ik profijt van. Soms is het tegen de zon in met wat hele lichte golfslag zwaar, maar dan kijk ik naar de plantjes onder me en naar de andere zwemmers om me heen en ik ga gewoon door en laat me niet gek maken. De temperatuur is top. Ik zwem tegenwoordig. Alsof ik nooit anders heb gedaan. Maar tien jaar geleden was dit ondenkbaar! Het laatste stukje is toch nog eventjes zoeken, ik kies de rechterkant, maar daar is het wat druk. Er zijn nog gele badmutsen en 1 man zwemt hetzelfde tempo, maar ik raak hem kwijt. Dat laatste stukje is altijd onoverzichtelijk. Ik zou nog prima een uurtje door kunnen zwemmen! Dat verbaast me ontzettend. Ik zwem naar de boog en door de rollende start is het rustig. Ik voel mijn horloge tikken dat ik 2000m heb gezwommen. Dat is toch weer teveel, verdikkeme! Als ik de plank op ga, ben ik kalm. Ik heb er dik 42 minuten op gezwommen en dat is een beetje een teleurstelling. Het horloge meldt dat de batterij van de hartslagmeter nagekeken moet worden. Bad timing. Ik zeg DS gedag en ga de tent in.

Snel is het pak uit. Ik pak natuurlijk eerst het blauwe tasje met de loopschoenen, maar al snel zijn de fietsschoenen aan en de helm op. Niet teveel tijd verliezen hier en snel door! Ik moet weer helemaal omlopen, maar op deze schoenen lukt dat redelijk. Fiets pakken en bij het weglopen het fietscomputertje aanzetten. Ik weet het intussen wel. Bij de streep moet mijn horloge ook even omgezet en dan trappen. Er zijn hier heel veel mensen die aanmoedigen, ik kan ze nauwelijks tellen of ontwaren, maar ik hoor mijn naam vaak. Dank.

Ik lig al op het stuur voor het ziekenhuis en dan staat Rob bij het bruggetje. Ga jij maar naar huis voorlopig, ik ga een uurtje of 3 fietsen. Ik drink vast wat omdat ik er zin in heb en omdat het kan.

De stad uit gaat snel. Energie genoeg. Blijkbaar heeft iedereen dat en ik word veel ingehaald. Moet iedereen zelf weten. Ik zie jullie straks op de Gooimeerdijk-Oost over 80 kilometer.

Bij de manege staat GN en ik denk aan het moment dat ze me meenam het buitenwater in. Ik denk aan hoe ik hier 30km liep met KH en achter de boom moest zitten. En dan is het los: dit is mijn trainingsgrond. Ik heb hier gefietst, gelopen, gezwommen en liggend op de fiets komt het allemaal langs. De tijdrit richting Almere Haven, hoe ik door de havenkom moest wandelen van de week en ik kom langs het surfstrandje waar ik op de plantjes heb gezwommen met KH. Ondertussen moet je over kloterige klinkertjes in de havenkom en mag je pas laat de weg op. Omdat er een dreef niet afgesloten kon worden voor de halve triatlon, rijden we een andere route die vlak langs mijn werk komt. De herinneringen schakelen zich aaneen: waar ik 3 kilometer op mijn hardst liep, het Kromslootpark waar ik een crosscup liep op mijn verjaardag en de berg van het mountainbiken. Dan kom ik bijna langs mijn werk, over het fietspad waar ik een paar dagen geleden wandelde en ik denk aan mijn collega’s. Ik ben voor hun veel te snel voorbij vermoed ik, maar ik heb geen idee hoe laat het is. Het is er rustig. De Transistorweg over en dan een bochtje onder de weg door. Hier heb ik zelden gefietst en vaker gerend. In intervallen en andersinds puffend.

Foto van een ander moment (eerder)

Ik eet netjes de blokjes en drink zoveel mogelijk. Dan het lange pad langs Almere Poort. Er zitten mensen met koffie of ze kijken vanuit de tuin toe. Hier liep ik zware intervallen in de regen. Nu is het licht bewolkt en ideaal. Het stukje waar ik fietste bij de NPW triatlon en ik lach, want toen wist ik blijkbaar al dat ik hier moest drinken! Ik zie meneer Westenberg, die is er altijd en overal en ik vind hem geweldig. We kennen elkaar intussen! Even mag niemand me inhalen en zet ik aan. De rotonde hoef ik niet over. Langs het kunstwerk, waarachter een prachtige trail ligt van PL. Dat bedoel ik dus: overal is iets, overal heb ik gesport hier. Trip down Memory Lane. Ik denk nog maar een keer terug aan de wijze woorden van de trainer: laat je niet gek maken. Daar heb ik wel een talent voor, maar vandaag doe ik dat dus lekker niet!

De Oostvaardersdijk op. Hier even niet mijmeren over hoe vaak ik hier al heb gefietst, maar genieten dat je op de weg mag fietsen. Het inhalen is een beetje voorbij, al scheurt er soms opeens een superdure fiets langs waarvan ik denk: ‘wat heb jij dan met zwemmen gedaan? Besteed je geld aan zwemles en verkoop je dichte wiel zeg.’ Ik haal nu zo heel nu en dan ook eens iemand in. Een stevige dame die Maaike heet (die wel goed heeft gezwommen) en een mevrouw die wint met mooiste-trisuit. Langs de Noorderplassen, waar ik met Vincent een do-it-yourself-triatlon deed. En zo vaak heb gefietst, hiernaast, op het fietspad. We komen bij het Bloq. Ik heb de bidon die ik wil lozen nog niet leeg. Ik kreeg ‘m niet leeggegoten. Maar dan dump ik die straks wel, ik drink uit de bidons zelf en dat gaat prima. Ik heb ook een gel weggewerkt en we zijn al op een derde. Van het fietsen dan he. Mijn gemiddelde gaat flink omhoog.

Ik kijk naar de boten en ik geniet tot in mijn tenen van het fietsen op de weg. Het ziet er toch anders uit zo! We komen langs huis en ik denk: ik kan naar huis fietsen en me afmelden. Klaar. Het is geen echte optie omdat ik dat wil, maar omdat het kan. Net als bij het zwemmen, is ook het fietsen geen extreem grote moeite. Geen afzien, geen beroep op wilskracht of doorzettingsvermogen. Ik wil het gemiddelde naar 32 brengen, maar dat is dan ook het enige doel. Ik denk aan de keren dat ik hier wel heb afgezien op de fiets. Of lopend met Joyce in het rondje Oostvaardersplassen wat uitdraaide op een marathon. Aan de hagel en de wind tegen. Ik kom iemand tegen van de TVA, een man, die echt harder moet fietsen. Ik spreek hem even aan, maar hij is met een lekke band vertrokken en heeft die vanuit de wisselzone moeten vervangen. Ik wens hem veel succes. Zulke mensen zijn stoer, gewoon sterk om zo te fietsen!

De zeilboot ligt er en er wordt een woonboot versleept. We gaan zo de Knardijk op. Er zitten al 40km op joh! De Knardijk is zoals de verwachten was andere koek dan de Oostvaardersdijk gezien de wind. Van rechts opzij. Slikken, liggen en doortrappen. Dit is mijn comfortzone. Hier staat altijd wind. Hier waar ik liep met de Almeerse dames en waar ik met Vincent op zijn eerste racefietsje heen ging voor een ijsje. Dadelijk op de Praamweg zullen we wind tegen hebben. Ik voel de wind draaien en weet dat de Doddaarsweg ook helemaal tegen zal zijn. Het is lang niet zo druk als eerdere jaren, doordat er gewoon minder deelnemers zijn en de rollende start. De paarden zijn er niet. Ik denk weer terug aan toen ik hier met Joyce de grote modderpoelen door moest. Dan langs de Praambult lekker over de weg. Hier hebben we ook ooit om de plassen heen gerend, Joyce en ik en ik zwom in dat lekkere water. Ik knijp toch zo goed en kwaad als lukt de bidon leeg, dan kan ik die dadelijk dumpen. Dan heb ik plek voor de volgende bidon. Ik drink en eet goed, echt waar. En elke keer als ik dat heb gedaan, voel ik daarna meer kracht. Door het fietscomputertje hoef ik er niet op te letten. Ik hoef geen bidon dit jaar, want die is gewoon van Powerbar en geel. Geen speciale voor de triatlon helaas. Geeft ook weer rust. Ook hier kan ik snel thuis zijn, maar ik doe het toch maar niet. Ik ben over de helft, laat ik de medaille ophalen. We draaien de Doddaarsweg op en dan begint het spel. Ik haal een dame in en Ruben. Ik fiets een heel stuk alleen. Omdat ik hier alleen maar fiets bij de triatlon liggen er weinig herinneringen omheen. Ik zing maar wat. Het is toch niet druk om me heen. Van Clannad, Journey is at an end. Ik ken helaas niet zoveel tekst. Het klinkt best goed vind ik zelf, hahah! Ik bedenk dat ik misschien ook maar gewoon moet stoppen met triatlonnen End of the Journey. Dan hou ik bergen tijd en energie over. Ik rij langs de kippenfarm vol uitloopkippen. Ze stinken. Ik kijk naar de windmolens die steeds verder af komen en ik kijk uit naar de tussenweg richting de Grote Trap, al is de wind daar weer erger. Ik weet honderd procent zeker dat de wind aantrekt en draait! Zo goed ken ik het hier. De tussenweg (ik ben de naam even kwijt) gaat ‘op’ aan drinken en eten. Ik ben al twee uur bezig en het gemiddelde tempo is onder de 30 komen te liggen. Dat is me nou jammer zeg. En dat is een contstatering. Ik maak me niet druk. “Laat je niet gek maken”. Er staat een ziekenwagen waar een fiets en dus ook een iemand in ligt, dat vind ik even moeilijk. Dan denk ik wel: ik fiets hier dus nog, wat zal ik me druk maken over wind en tempo! We hebben nog een klein stukje wind mee en ik haal Cissy in. We mopperen even op de wind en dan ga ik de brug over. Ik ken het zo goed! Hier moet ik nog een keer met Vincent naar toe fietsen en dan een foto maken door het schilderij. Hier fiets ik niet zo vaak, want het is een lastige uithoek, maar laatst was ik hier toch met Manuel. In het bos ruikt het al naar de herfst. De brug af en dan staan de paarden op het fietspad. Zeker een stuk of tien met veulens erbij. Verdulleme! Ik dacht dat ze zouden weghalen? Iemand achter me roept KST-KST, maar die beesten wijken niet. We zijn zeker met zijn drieën en ik moet afstappen en er door het zand langsaf lopen. Kost tempo, zeker. Maar het is ook mooi ergens. Niet voor in de wedstrijd, maar dit is ook Flevoland. Ruben fietst weer achter me en haalt me nu net in. We fietsen bij elkaar en hij geeft me een compliment dat ik zo goed fiets. Hij toch ook? Bij de scherpe bochten staat dan weer niemand. Pas verderop bij de brug en ik roep dat er paarden staan. Het antwoord is dat het nou eenmaal wilde paarden zijn. De Winkelweg op. Ik rij nog steeds met Ruben op. Vlak voor de post wandelt een fietser die gaat uitstappen. Ruben spreekt hem even aan, superaardig. De post ga ik ook weer voorbij, ik heb alles zelf supergoed geregeld. Dadelijk weer een brokje energie nemen en dan haal ik Ruben weer in en dan kom ik tegen de wind in uit. Ik begin zelfs een beetje zat te krijgen van de wind. Dit is absoluut geen windkracht 2. Zeker niet! Mijn tempo is verder weggezakt rond de 29,5, maar het zij zo. Jammer van de 6 uur, maar helaas. Gek genoeg flipper ik nu naar de gedachte dat ik volgend voorjaar misschien ook wel ergens een hele triatlon kan doen, waar er minder wind staat. Omdat ik dat qua conditie wel kan redden en ik nu maar een klein beetje van het doorzettingsvermogen aan het aanspreken ben.

Foto van een ander moment (veel eerder)

Het volgende hoogtepuntje dient zich aan: rijden op de weg die richting de Eemhof gaat. Ruben blijft achter me hangen. Hij doet maar. Ik weet dat ik dadelijk de laatste gel moet opmaken. En nog iets meer drinken. Ik neem ook nog een stukje reep. Het gaat echt goed met die voeding! We gaan onder de brug door en Ruben zegt bijna naast me: je gaat er zo weer vandoor, maar wat rij jij goed Anke. Ik geef hem gelijk: voor wat betreft dat er vandoor gaan. Want erg sterk en snel heb ik niet gefietst. Maar hier op de Gooimeerdijk-Oost is het Anke-tijd! Ik ga mensen aan het inhalen en ik voel de wind amper meer. Ik tel heus kilometers af, maar er komt weer wat tempo in. Eigenlijk moet ik nog plassen. Maar nu eerst genieten hier! En nog even terugdenken aan het moment dat ik hier met Vincent fietste op weg naar Veldhoven en de keren dat ik in het Cirkelbos liep. Dat doet me denken aan het boek wat ik nu lees. Wat ik ook had kunnen uitlezen nu. Maar nee, ik fiets hier en dat maakt me gelukkig! Net als eerder op het parcours druppelt het een heel klein beetje, maar het mag geen naam hebben. Nee, ik ben echt blij met het weer! Het bankje sla ik over. Bij de manege laat ik alles even lopen. Ik heb nog veel water en spoel wat weg. Net als bij het zwemmen, ga ik ook nu het beoogde tijdsdoel niet halen qua fietsen. Ik zet nog hard aan op weg terug naar het drukke centrum. Ik neem ook nog een brokje reep. Die is nu op. Hartstikke netjes! Natuurlijk is het loopparcours al vol, maar wat wil je met zwemmers die een dik half uur eerder starten! Ik zwaai even naar MB die met de camera klaar staat voor het loopparcours. Al ga ik lekker 6:30 lopen, ik maak het nu af ook. Dan de drukte voor de wisselzone. Ik zie Rob en de trainer en de meiden van Trispiration en die geweldige Westenberg is hier ook alweer! Heeft hij een tweelingbroer ofzo? De wisselzone in en ik voel me nog steeds prima. Rob filmt.

Dat ik toch een beetje moe ben, blijkt uit het feit dat ik even moet kijken waar mijn fiets ook weer heen moest. Helm ophouden en naar de wisseltent terug. Ik trek snel de sokken aan en pak de rugzak waar de gels in zitten. Ik prop ze terug en dan kan ik gaan lopen. Het meisje bij de ingang zegt me nog even mijn nummer te draaien, want ze zijn streng en ik ga een halve marathon lopen. Slechts 20 seconden vraag ik me af hoe, maar dit kan ik en mijn voeten en benen weten precies wat ze mogen doen. De arena door vol herrie en onrust.

Ik zie RZ van de TVA met een ander aardig maatje en ik hoor mijn naam wel her en der, maar dit is voor mij ietsje te. Andere meid van Trispiration en bij het hotel zit KH geloof ik en ik weet niet meer of Manuel er ook is. Dan de rust in alsjeblieft. Ik moet na een kwartier een gel nemen en die tijd zal ik zelf in de gaten moeten houden. De eerste post ben ik al veel eerder voorbij. Zo rustig als het was bij het fietsen, zo druk is het nu. Met lopers en met toeschouwers.

Ik pak wel water aan bij de post en drink een beetje en koel mezelf af. Mijn looptijden liggen boven verwachting hoog. Ik ga dit niet volhouden, maar het voelt onwaarschijnlijk soepel. Ik maak kleine stapjes die me totaal niet vermoeien. Jammer dat ik een beetje het gevoel heb dat ik moet drukken. Negeren. We lopen langs de Fantasie en dan over het brugje en langs View. Ik trek me er allemaal weinig van aan. Laat me ook nu niet gek maken door tempo’s van anderen. Ieder zijn of haar eigen ding. Ieder zijn of haar rondje. De eerste gel gaat al moeizaam naar binnen. Ik gooi het plakding weg bij de post en drink wat water. En over me heen. Ik stop niet, want ik heb een lekker ritme. Het voelt als 6:30, maar het ligt veel hoger. Boeie. Na drie of vier kilometer kijk ik niet eens meer. Het zijn drie rondjes die ik moet lopen en daarmee zie ik het wel. Dan over de in aanbouw zijnde Floriade. Onrustig vanwege de werklieden en de bouwwerkzaamheden. Ik let er niet zo goed op. Het gaat wel licht omhoog. Stukje over het zand en dan omlaag naar de volgende post. Ik vind het looprondje niet zo heel interessant. Het is hier wel even lekker stil en rustig. Bijna verval ik in de gedachte hoe ver ik nog moet, maar die stop ik snel weg. Ik hou het ritme vast en neem wat water mee. Ik loop 5 kilometer met gemak binnen een half uur. En dan langs de flats. Ik zie MB en moet om haar lachen als ze weer verkondigt dat het goed gaat. Ze weet hoe een hekel ik er aan heb, maar ik besef dat het er goed uitziet, hoe ik me zelf ook voel.

En door! Langs de fotograaf, lachend en later zie ik mijn favoriete fotograaf die ik echt waardeer. Net als de masseur iemand die er steevast is en die je kent van evenementen. Ik zet een paar stappen om te drinken bij de post. Misschien helpt het. Ik moet nog steeds een beetje drukken. Maar niet echt veel. Naast de kant staan YZ en haar man MZ samen met AA en haar hondje. Je bent mooi zelfvoorzienend, roept MZ. Ik vind het fijn dat zij er staan, ze zijn zo lief! Ziet er goed uit, hoor ik YZ roepen. Ik heb van haar de chip gekregen vanmorgen, dus ze zijn hier al de hele dag. En dan verder onder de hoogspanningsmast door en naar de Red Bull boog. Ziekenhuisbrugje over en ik blijf gewoon maar hardlopen. Rondje 1 is bijna klaar. Ik zie de man van het voedingsschema en dat gaat maar zo-zo, roep ik hem toe, maar ik weet niet of het duidelijk is. Vlak voor de echte drukte haal ik Ruben bij.

Hij herkent me meteen en vraagt of ik dit tempo kan volhouden. Ik zeg hem dat ik vermoed van niet en hij zal opnieuw bij me blijven. Hij spreekt nogmaals de waardering uit en ik zeg hem dat hij hetzelfde presteert! Hij heeft net als ik ook in geel gezwommen in ongeveer dezelfde tijd. We lopen samen door de herrie en ik werk nog een gel weg. Ik probeer te drinken en zie de snelste dames gehuldigd worden. Ik zie de Trispiration-meiden en dan naar het hotel. KH loopt met me mee en moedigt me aan op slippers.

Vincent duwt me nog een gel in de handen, maar die heb ik niet echt nodig. Integendeel. Dan weer de rust in samen met Ruben. De gel doet zijn werk en ik blijf rennen. De volgende post voorbij en er vallen een paar verfrissende druppels. Ik ga de 10 km nu maar binnen een uur erdoor drukken. Al is drukken niet een term die mij op dit moment bevalt. C staat daar en vraagt of het goed gaat. Mwah, roep ik. Volhouden, geeft hij me mee. Omdat jij het zegt gast… Het is al minder druk op het parcours. Weer dat stomme woord met drukken erin wat in relatie tot mijn darmen niet goed valt. Net als vaker vandaag laat ik me niet gek maken door anderen. Iedereen moet maar doen wat ‘ie kan en ik weet niet wie in welk rondje zit. MC roept tegen me dat het goed gaat, ik kijk om en zeg dat ik dat zelf bepaal en dat het tegenvalt. Ik heb MC hoog zitten en hoop dat hij me begrijpt. Ergens is Ruben afgehaakt. Ik loop RH-V voorbij die wandelt. Lastig, want deze gast is zoveel sneller en sterker dan ik. Ik moedig hem aan, maar hij heeft veel kramp. Jij loopt goed door, zegt hij. Ik besluit ter plekke dat ik hem aardiger moet vinden. Ik kom weer langs de bouwwerkzaamheden van de Floriade. Nu gaan de werklieden naar huis en is het nog onrustiger. Zij hebben maling aan die rare renners op hun terrein. Ik vind de stoep stom. Omhoog. Zand over. Omlaag. Ik krijg nu echt wat last van de aandrang. Maar ik moet weer een gel. Ik loop 10 kilometer in 57 minuten. Ik blijf doorlopen tot ik er 11 verzameld heb. Zeker. De gel gaat kokhalzend naar binnen. Dit werkt niet. Beetje drinken, water over me heen en dan weer door. 11 Kilometer loop ik vol, maar het tempo gaat omlaag omdat ik me niet goed voel. Eerder ziekig en misselijk dan vermoeid. Langs de flats weer aanmoediging van MB en twee lieve kleine meisjes die tegen iedereen roepen dat het nog maar een klein stukje is. Schatjes.

Ik loop MD voorbij. Hij is mijn held. Hij heeft hartklachten en ik hoor hem nog zeggen: voor mij nooit meer een triatlon. En hier loopt hij dan! Tempo is niet altijd belangrijk. Ik roep hem toe dat hij een groot hart heeft. Helden zijn er in formaten en MD is groot voor mij! Ik vergeet mijn eigen problemen eventjes. Ik moet inmiddels echt mijn darmen legen en ik ga doorlopen naar de Dixie. Voor die tijd stop ik niet, want ik wil daar zo snel mogelijk zijn. Kilometer 11, 12 en 13 zijn niet leuk. Ik voel me misselijk en niet goed. Het genieten is opeens ver weg en ik moet nog een rondje, maar weet even niet hoe en of dat wel lukt. Mijn vingers tintelen en dat is een slecht teken. Ik voel koude rillingen. Voedingsplan mislukt op dit moment. Dag fotograaf, bruggetje over en ik schiet de Dixie in. Het is er al uitgestroomd voor ik ontdek dat er geen papier is. Ik vis een plastic zakje uit de rugtas. Blijf ik hier zitten? Nee, toch maar niet. Pak aanwurmen, ik krijg m niet dicht (jammer dan) ik ga even onder het water staan, maar smerig is het nu toch al en ik gooi water over mijn reet. En door. MZ en YZ staan er nog.

Plan B: dadelijk gaat de rugzak weg en maak ik de laatste ronde af. Vanaf nu geen voeding meer. Cola misschien, maar ik kan prima zonder eten. Als ik de arena weer in ga voel ik me smerig en niet zo best.

De aanmoediging gaat een beetje voorbij aan me. Maar ik maak het nu hoe dan ook af! Ik haal een paar mensen nog maar een keer in. Dan geef ik Vincent de rugzak en ik roep ‘m dat ik alles heb uitgekotst. Zo voelt het ook wel een beetje.

Bevrijd van de rugzak en vooral van de druk om te eten pak ik de draad weer op. Zo gaat ie goed! Ik hoor de mensen zingen van ‘een foto van jouw’ en ik merk de omgeving nu op. Heerlijk rustig en wie loop ik daar bij de post weer tegen het lijf? Vriend Ruben. Mijn tempo en energie zijn omhoog geschoten. Hij loopt mee en het is zijn eerste halve triatlon die toch flink zwaarder is dan een kwart, zo kletsen we. We spreken af dat we ieder ons eigen ding mogen doen, maar we trekken ons nu even aan elkaar op. Mijn tempo ligt weer rond de 5:40 en het voelt goed. Voorbij de post van vader K lopen we nog te kletsen en dan het bouwterrein op. Daar begint het te regenen. Wat zeg ik: gieten! Een stortbui van jewelste. Een regengordijn. Ik trek me even op aan Ruben, maar ik ga door. Ik vind dit geweldig. Echt gaaf. Afzien, doorstampen en helemaal nat worden zonder eten – welkom to my world. Dit is heerlijk bekend. Het potje doorzettingsvermogen en wilskracht kan vol open. Vlak voor de modder is het even droog. Ik ben schoongespoeld. In de modder begint het weer met dikke druppels. Ik haal een vrouw in en zeg haar dat dit veel zuurstof geeft in de lucht. Ze is het met me eens. Ruben meld dat hij afhaakt en dat snap ik. Tot de finish, zeg ik. Mijn tempo is moordend hoog. Ik schakel om naar de eindtijd. Fuck. Het gaat er om spannen met die zes uur. Ik bedank de mensen op de post dat ze gebleven zijn met de regen, zij bedanken mij. Er is nog een groep blijven staan die aanmoedigt en ook die bedank ik. 18 kilometer. Dat heb ik hier ooit eerder gehad en toen ging het pas om de eindtijd. Langs de flats is het stil geworden. Heerlijk. Veel mensen wandelen een stukje. Ik doe dat ook heel even, want ik weet dat je daar meer van bijkomt dan van pushen. Dan staat MZ daar. Hij is voor mij gebleven. Wat een ontzettend toffe peer. Ik tel tot mijn PR van 6 uur en drie minuten, daar zal ik nu onder komen ook! Zou het de volle 21 kilometer zijn? Dan haal ik het kielekiele. En hoeveel heb ik over? Qua tijd en vooral qua energie? Ik moet nog een keer een klein stukje wandelen. Als ik bij de ziekenhuisbrug ben, ga ik door tot het einde. Daar staan Vincent en Manuel! Ik roep ze toe dat het me weer net niet zal lukken, want ik zie de klok op 5:57 staan.

En dan gaat het vuur aan. Ik zet aan en stamp door de plas, voor mij had de plank niet gehoeven die ze -zo delen ze luidkeels mee- hebben neergelegd, maar bedankt. Ik heb een missie en ik weet niet waar ik de versnelling vandaan haal, maar hij is er en het gaat ook nog! Grote stappen. Ik ga zeiknat, vies en juichend de finish over, blij dat ik het weer gered heb.

ZGvG staat klaar met mijn medaille. Ik draai me om, om de eindtijd te bekijken en dan is er die 12 Seconden teleurstelling. 6 Uur en 12 seconden.

Na even vloeken en huilen sta ik op en krijg ik mijn welverdiende medaille. Voor een heel waardig PR. Als ik MBB zie, moet ik weer sniffen en iedereen verzekert me dat 6 uur echt goed is en ik ben het daar ook heel snel mee eens. Ik kijk naar Rob die de hele dag gebleven is en dan komt Ruben binnen. We maken een foto.

Ik heb waardering voor hem. Net als voor MD die 5:59:59 heeft gedaan. Met zijn hartklachten. En voor iedereen die gefinisht is, ben ik blij. Maar zelf ben ik echt supertrots dat ik van de 6 uur zeker 5 uur en 40 minuten heel, heel veel plezier heb gehad. Ik lach op bijna alle foto’s. Ik heb nergens trek in. Even zit ik binnen alleen op het trapje om de 12 seconden te verwerken en dan is het goed zoals het is. Ik hoef alleen maar 3 glazen chocomelk. Ik klets met JB en met de vrijwilligsters MS en de vrouw van JvdK. Ze moeten net als ik intussen lachen om de 12 seconden. Ik laat de medaille graveren en ga douchen. Net als de rest van de dag laat ik me ook nu niet gek maken en ga ik weer de vieze natte schoenen in. Ik heb het vandaag niet gemaximaliseerd, de grenzen van het afzien heb ik al lang geleden verlegd. Als ik met mijn finishersshirt het gebouw verlaat, spreek ik de race director aan dat het een geweldige dag was. Hij vond dit event net zo belangrijk als zondag en ik vraag hem nog voor zondag de wind iets terug te draaien. De rest is zo goed georganiseerd! Bij het weglopen zie ik de coach nog even en dan komt Rob naar de ingang om een tas over te nemen. De trek ontbreekt me totaal. Ik ben vermoeid, maar niet kapot. Ik haal de tassen en spreek WF even die het een zware editie vond. Hij is altijd zo snel en goed, en hij racet hier voor de zoveelste keer, dus zijn mening telt voor me. Ik geef Rob de tassen over het hek om de wisselzone heen en knip mijn nummer af als aandenken.

Dan slaat er wat vermoeidheid toe. Ik neem de fiets mee en in de auto baal ik nog één keer van de tijd ? . Dat is de laatste keer dat ik dat doe. Ik eet ‘s avonds alleen maar een bordje pap. Niet omdat ik misselijk ben, maar ik heb gewoon geen trek. Ik lig drie uur op de bank en dan ben ik zo opgeknapt dat ik alles kan opruimen. Voor mij is drie uur bijkomen lang. Ik ga op tijd naar bed, maar we liggen nog tot half twaalf de belevenissen van de dag door te nemen, Rob en ik.

De Day After. 11 September 2011. uit?‍♀️ en ??? vogels kijken

Ik word wakker met hoofdpijn. De nacht was wat onrustig, maar niet slecht. Ik loop naar de WC en als ik daar ben denk ik: waar is de spierpijn? Waar is überhaupt iets van last? Ik kruip nog even terug in bed en lees mijn boek. Om 10 uur sta ik toch maar op. Misschien geeft de trap last? Ook niet. Ik heb nog steeds opvallend weinig honger. Ik heb een boterham met hagelslag verdiend. Ik loop naar de wasmachine. Na een wedstrijd is dat toch een test voor mij: als ik boven kom en moe ben, is er nog wel iets. Maar ik loop moeiteloos omhoog en omlaag. Voel niks. Verbijstering. Heb ik andere klachten na de paracetamol tegen de hoofdpijn? Nou eentje: dat ik geen klachten heb.

Hierom gebruik ik Strava niet, want 5:30 gemiddeld heb ik niet gered hoor! De Dixiestop telt dan niet mee. Ik heb keurig in 5:57 gelopen. Van start tot einde.

Ik schrijf wat, socialize rond en drink thee. Bij het schrijven van de blog en het bekijken van de foto’s ontdek ik dat ik heel veel genoten heb en veel gelachen. Misschien is het jammer dat ik niet meer ‘stuk’ kan gaan en dat de grenzen niet meer opgezocht worden, maar het was wel erg leuk zo! Naar de winkel lopen is ook niet moeilijk. Alleen het gebrek aan eetlust is opvallend. Na de buitjes ga ik fietsen met Vincent. Lekker rustig! We gaan langs de Noorderplassen en deze keer gaan we letterlijk vogels kijken! We stoppen bij elke vogelhut. Op 1 na, want die zijn jongens in de fik aan het steken.

We gieren het uit over de wilde grijze purperen knobbel zwaan. En de loopbandfiets. We lachen om onszelf en over het zoeken van nieuwe hobby’s. Het tempo is echt traag en rustig. Weet je hoeveel vogelkijkplekken er zijn? En die mensen die zich opwinden over een ijsvogeltje. Als het geen triatlon meer is, zal ik geen beste vogelspotter worden. Vincent en ik spotten wat af. In de zin van ‘voor de gek houden’. Over spotvogels gesproken….

We gaan over de dijk met de wind mee. Ook daar houden we niet op met lachen over de blauwe bananenfiets en de zien we de gekste vogels vliegen! Ik ben blij dat ik ook zonder moeite kan fietsen. Geeneens zadelpijn. Er is een fietstocht bezig en ik lach omdat wij gister wel over de dijkweg zelf mochten en zij op het fietspad blijven. Ze halen ons keurig in. Vincent blijft me plagen met de mogelijkheid om te stoppen op elke plek waar we vogels zouden kunnen kijken. Ik ben blij dat ik eindelijk trek krijg. We fietsen 25 km in een kleine 70 minuten. Helaas zullen we verder moeten zoeken naar een andere hobby, want voor vogelspotter zijn we ongeschikt bevonden. En dan eet ik een paar zelfgebakken muffins, een bakje M&Ms en ‘s avonds een groot bord diner. Morgen eet ik weer gewoon en is alles weer normaal met mij. Dan staat de dag in het teken van de hele triatlon van de andere geweldenaren. Ik noem het een rustdag. Ik heb totaal nergens last van en moedig aan. We fietsen naar de dijk en ik loop rond in het centrum. Mijn rusthartslag is nog iets verhoogd, maar ik voel me echt weer helemaal hersteld. ‘s Avonds ‘in’ ik mijn hamburger! En dan is het triatlonweekend gedaan.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2021-26

1 September – Weer een rustdag! Het loopt de spuigaten uit! Dus ik ga maar een stukje wandelen tussen de middag en na het werken.

2 September – ?‍♀️ in het Weerwater ?

Het was een grote groep die kwam zwemmen in het Weerwater. Welz o’n 15 mannen en vrouwen. De meesten doen volgende week een triatlon en dit is hun laatste zwemrondje. Ook met de vroeg invallende duisternis. Voor mij is het een soort meetmomentje, want ik ben eigenlijk in baan 2 blijven steken en ik ben benieuwd of ik intussen beter ben gaan zwemmen. Ik weet wat deze mensen kunnen en hoe zij ervoor staan. Ik weet wie snel zijn en wie mijn tempo zwommen vorig jaar. Maar haast ga ik niet maken! Hooguit om weer op tijd te zijn zodat Rob en Vincent niet te lang hoeven te wachten om me op te halen.

Soms heb je van die dagen: dan ga je in het water liggen en dan ga je zwemmen en dan lukt het. Ik zwem breed en ik denk erbij aan het uitslaan van de vleugels. Het water is helder en ik zie dat ik ook dieper insteek. Mijn brilletje doet wel even vervelend. Er komt water in en ik stop om het ding goed te doen. Geen haast! Dan zoek ik een paar benen uit om in te gaan hangen. Ik maak het mezelf zo gemakkelijk mogelijk! Dan hoeft ik niet te navigeren en ik spaar energie uit, want vlak achter iemand is er stroming mee. Ik zwem achter een gele boei die uit mijn baan komt (HB), maar eigenlijk zwem ik sneller. Dus ik ga voorbij. Ik zoek een andere gele boei uit, maar weet niet bij wie die hoort. Deze zwemmer kijkt even om en zwemt er dan te hard vandoor. Plan mislukt! Maar ik hoeft niet te navigeren, want ik kan de boei op afstand volgen. We zwemmen naar de andere kant, naar de boeien. Daar wacht het clubje en hé, ik ben absoluut niet meer de laatste. Ik krijg het wel snel koud, net als GN en we zetten als eersten weer aan als iedereen er is. Door naar de bosjes. Hier ben ik nog nooit geweest en ik lig nu met gemak in iemands benen. Rommelig. Een groepje gaat terug en ik ga mee om de 3km vol te maken. Onbedoeld eigenlijk, maar ik vind een paar benen die ik heel goed kan volgen! Daarmee spaar ik uit en ik hoeft niet tegen de zon in te kijken. Ik merk dat anderen ook moeten navigeren en kijken en daar rust voor nemen. Door het uitsparen van energie, kan ik later de persoon inhalen (die zwemt een paar banen verder!) en kom ik weer bij lange na niet als laatste bij de boei aan. Het water stinkt en GN en ik gaan weer als eerste weg, terug naar de vorige boei. Ik zwem even alleen, zodat ik zelf moet navigeren en dat ook nog even meepak. Ik word wel ingehaald, maar er zitten ook echt hele snelle zwemmers tussen! Nu komt mijn grote voordeel opzetten: mijn conditie houdt ook op de lange afstand het tempo vast. Ook zwemmend tegenwoordig. Bij de boei komen we nog even samen, maar ik wil terug nu. Ik ga in 1 ruk terugzwemmen. Het gaat superlekker. De snelle zwemmers voor me uit en ik maai gewoon door en door. Het gaat heel goed, ook al lijkt het lang. Het wordt alweer donker langzaam aan. 4 Hele snelle baan 6 zwemmers gaan (ruim) voor mij het water uit. En dan ik. De rest komt achter me. Ruim achter me. Iedereen van baan 2. Ik ben tevreden. Ik zie en voel en merk dat ik vooruit ben gegaan. Een topzwemmer word ik niet meer, maar kapot van 3000m zwemmen ga ik al helemaal niet meer! Rob en Vincent komen me net halen als ik mijn handdoekomkleedpak aan heb. De kou valt nu mee.

3 September – Nog maar een keer 100km fietsen ?‍♀️ en voeden?

Ik ga het rondje Challenge nog een keer rijden. Met 4 bidons op de fiets en een tasje vol met blokjes sportreep en gels. Ik rij met Rob mee die in het centrum moet zijn en kan zo starten op de Esplanade, vanuit de ‘persoonlijke’ wisselzone, de auto.

Ze zijn al bezig met opbouwen en dan rij ik richting Almere Haven. Niet zoveel haast vandaag (maar dat heb ik eigenlijk nooit geloof ik) en geen muziek of afleiding. Elke 12 minuten drinken. In Almere Haven moet ik wandelend over het terras, want de weg wordt gerepareerd. Ik ga best lekker, want ik heb wind mee. Dat is slecht nieuws voor de dijk straks. Ik eet elk half uur een blokje van de reep. En ik drink. Ik kom op de Oostvaardersdijk en dan heb ik wind tegen. Het tempo daalt drastisch. Dit is pas windkracht 2! Maar langs het Markermeer is dat altijd meer. Verveling ligt op de loer en ik ga piekeren. Mijn trainer heeft een extreem stomme training geplaatst op mijn verzoek. Hij gaat daar helemaal mee de mist in, want hij laat me een dag voor de halve trainen boven mijn wedstrijdtempo zwemmen. Hij had moeten zeggen: nee, je moet rusten. Het gaat me tegenstaan. Het fietsen tegen de wind in op tempo nul, het hele getrain en het schema nog meer, want als ie dit niet begrepen heeft, wat dan wel?! En hoe doen al die andere geweldenaren dat toch om zo tegen de wind in tegen de 30km per uur te fietsen? Ik zak echt terug naar 25. Op de Knardijk heb ik weinig zin meer. Ik eet netjes en ik eet zelfs de gel na een uur, samen met een blokje reep en drinken. Ik drink echt veel! De eerste bidon is binnen een uur leeg. Ik kan al fietsend wisselen. Straks op de Ibisweg doe ik een grote wissel met de bidons achter. En even de spullen in het plastic zakje doen. Misschien moet ik dat minuutje ook maar nemen in de triatlon. Ik pauzeer even op de kruising met de Doddaarsweg.

Volgende week kan ik windmolens gaan tellen. In de verte zie ik hoe een cabine op een enorme windmolen wordt gehesen. Het is druk op de Doddaarsweg met vrachtauto’s en tractoren. Ik heb zo goed als wind mee vanaf nu. Kan mijn tempo ook een beetje omhoog. Ik hou wel energie aan de ene kant door de goede voeding, maar aan de andere kant word ik een beetje wanhopig omdat de triatlon al over een week is en ik verre van klaar ben voor de uitdaging. Zeker niet als er druk op komt te liggen! Hoe moet ik in ‘s hemelsnaam volgende week 30km per uur rijden? Of nog harder bij voorkeur? Op de Winkelweg heb ik de wind mee. Dat maakt de Winkelweg een heel stuk minder saai en langdradig. Mijn tempo gaat omhoog, maar de cadans niet en de zin en energie ook niet. Ik rij niet over de verboden wegen en ga een stukje om naar de brug toe. Dan ben ik weer op de dijk richting Almere Haven. Weer heb ik wind mee. In mijn hoofd heb ik dat al lang niet meer. Is het echt zinvol om een week voor de triatlon nog 100km te rijden eigenlijk? Het rondje is maar 93 kilometer en dan moet ik nog naar huis. Ik weet dat een triatlon afhangt van de dag waarop je die doet. Ik weet wat ik zou willen: binnen 6 uur, maar of dat haalbaar is weet ik pas op de dag zelf. Lastig. Mijn gemiddelde tempo komt boven de 26 te liggen, op 26,3. Toen ik de trainer zei dat ik dit rondje wilde rijden, maar dat me dat niet in 3 uur ging lukken, hebben we er 3,5 uur van gemaakt. Dat red ik net niet. En volgende week moet ik nog minstens een kwartier sneller zijn! Dan zijn er weliswaar geen opstoppingen meer, maar hoe ik dat moet doen is me op dit moment een raadsel. De Esplanade is nu afgesloten.

Ik fiets naar huis door de stad. Nog altijd ga ik een stuk sneller dan de gemiddelde fietser, maar het drukke verkeer en de vele bochten remmen het tempo af. Als ik thuiskom, zitten er 101 kilometers op met een gemiddelde van 26,1. Ik ga lunchen in plaats van hardlopen eraan vast koppelen. Ik kijk de training na en het staat er echt 2 keer: of ik ontspannen en heel rustig het zwemrondje van de challenge in 40 minuten wil zwemmen. Als training. Ik zal blij zijn als ik dat in de wedstrijd voor elkaar krijg. Als ik iets haat is het overschat te worden en verwachtingen te scheppen.

4 September Hardlopen ?‍♀️ zonder vertrouwen

Door de ondoordachte training op wat een rustdag had moeten blijven, komt voor mij de nadruk te liggen op tijden en snelheid en verwachtingen en dat trekt bij mij alle plezier weg. Mijn vooroordelen zie ik bevestigt en het zelfvertrouwen is ernstig aangetast, terwijl ik dat al niet eens zoveel bezit! Ik wil blijven liggen op de bank en niks meer hoeven behalve wat onkruid wieden. Vincent gaat zwemmen en ik moet 50 minuutjes hardlopen. Dus dat ga ik daar maar doen, bij het zwembad. Het is zonnig intussen en warm. De andere geweldenaren gaan ook hardlopen.

Ik mis de kwalificatie van de F1, maar ik houd het een beetje op de telefoon in de gaten. In zone 1 lopen. Dat doe ik al weken. Het voelt zinloos om dit nu nog weer te doen. Ik word er niet sneller van en ik ben al traag en dik en langzaam. Ik loop langs de hockeyvelden en ga een fietspad op in onbekende richting. Ik loop door het park van Muziekwijk. Behalve mijn hoofd, doen mijn benen het redelijk. Ik moet dadelijk versnellen. Natuurlijk net voor ik een brug op ga die ik-weet-niet-waar uitkomt. Ik heb een gel bij me die ik ergens verlies en waar ik even voor terug moet. Ik kom in een natuurgebied en vind het leuk lopen. Maar genieten is er niet meer bij.

Zelfs in de hogere zones is het tempo ver te zoeken. Net als de animo. Ik tel de 5 minuten af. Dan kijk ik op mijn telefoon en zie ik dat Max Verstappen op pole position staat. Ik wil de gel graag nemen, maar nu zie ik geen prullenbak meer! Daarstraks stond het vol.

Ik loop langs Muziekwijk. Er zit totaal geen kracht of energie meer in mij. In zone 1 is het tempo nu helemaal weg. Dringt zich weer de vraag op: hoe moet ik volgende week 21,1 kilometer lopen? Ik mag nog een keer versnellen en tel weer. De gel laat ik maar zitten. Dan ga ik het park nog door en moet ik 50 minuten volmaken. Ik doe er iets langer over en haal 8 kilometer. De anderen zijn al terug. Ik voel me totaal misplaatst en het lukt me niet tevreden te zijn dat ik zomaar 8 kilometer kan lopen.

Zondag 5 September – ?‍♀️ intervallen in de zon ☀️

Daar gaan we weer… Tegen 12en loop ik de zon in. Met zwaar gemoed. Ik slaap super, ik eet hartstikke netjes, ik heb voor anderhalf uur 3 gels bij me, maar de animo is in een heel ver hoekje gedeponeerd. Hoeveel zin heeft dit nog? Ik jog me door zone 1 heen in een tempo van lik-me-vestje. Tegen de 7 minuten. Je zou toch mogen denken dat ik al die tijd wel wat meer heb gewonnen in de lage zones, maar nee… Ik loop richting de Oostvaardersdijk. Er zijn veel fietsers onderweg met dit mooie weer. Dan moet ik 4 minuten versnellen naar zone 2-3. Ook die zones liggen stiekem wat hoger. Ik ga inderdaad iets sneller, maar net onder 6 minuten is ook geen toptempo. Ik tel het letterlijk af. En dit moet dan 8 keer. Ik haal 700 meter. Nou, wow. De twee minuten tussen de intervallen wandel ik. Ik neem netjes een gel en drink wat. Na 3 keer laat ik het tellen maar los. Dan loop ik ietsje meer als het lekker gaat en zit ik op 730 meter. Misschien is dat de gel of laat ik het langzaam los, ik weet het niet. Echt, mijn motivatie en mijn zelfvertrouwen om maar eens lekker aan een halve triatlon te starten is in de zon weggesmolten. Of ik nu harder moet rennen of zachter of ik moet wandelen; ik doe het alleen nog maar plichtmatig. Ik loop de dijk op en maak een foto in de wandelpauze.

Tot ik na de vijfde keer wind tegen krijg en in de schaduw loop. Ik begin te denken dat ik eens moet proberen om 750 meter te halen in 4 minuten. De zesde keer moet ik gewoon eens een beetje aanzetten. Dat ik ergens wat uitdaging vandaan haal, helpt me. Nu is het maakt-allemaal-niet-uit-gevoel even weg. Ik tel wel, maar dat laat ik ook los. De stappen iets krachtiger maken en vooruit kijken. En dan, na 750 meter in 4 minuten, lach ik weer eens een keer tijdens een training. Dat was even weg!

Even vasthouden en ook de zevende keer wil ik net voor de brug afgerond hebben en proberen om nogmaals de 750m te halen. Yes, dat lukt, al moet ik wel even inhouden omdat ik in zone 4 terechtkom. Nu mag ik de laatste keer laten voor wat het is en is 700m ook prima. Ik ga de brug af en de felle zon door en de fietsers ontwijkend de volgende brug op. Tot mijn verbazing loop ik nu ook 750m. Dan zit de training er wel zo’n beetje op, maar ik moet nog 22 minuten uitlopen in die vreselijke zone 1. Terug naar tempo dikke-stront. Ik loop een stuk om zodat ik de anderhalf uur vol zou kunnen maken, maar na 1 uur en 25 minuten ben ik thuis. Hoe weinig animo ik nog heb, blijkt wel uit het feit dat ik het daarbij laat. 13 Kilometer. Een klein beetje tevreden, maar nog verre van hoopvol gestemd. Ik kan lekker op de bank naar de F1 in Zandvoort kijken vanmiddag! Trainer appt of ik de rust wil pakken de komende dagen. Gek genoeg heeft hij dat zelf vakkundig om zeep geholpen, dus geloofwaardig kan ik dat niet maken. Op conditie rond ik met gemak een halve triatlon af, maar of dat genoeg is?

Maandag 6 september – Rustig fietsen is leuker, maar niet eens trager – inclusief ?

Voor de laatste keer heeft Vincent fietstraining. Het wordt te vroeg donker. Ik ga nog 1 keer mee en doe mijn eigen rondje wel. Waarheen of hoe, geen idee. Ik ben nog steeds niet behept met vertrouwen, maar ach… Ik ga de dijk maar over. Vincent fietst met 2 andere jongens en ze gaan ijs halen. Ik neem de weg door de Noorderplassen. Het is mooi en ik rij goed. Grappig, er hoeft niks – geen intervallen, geen tempo, niks- en dat gaat me beter af dan welke druk ook. De jongens zijn niet eens zoveel sneller dan ik met hun jonge benen. Op de dijk ga ik liggen en drinken en haal ik ze zelfs moeiteloos in!

Ik doe 5km op tempo en maak dan een foto van de mannen. Er is nauwelijks wind. Daar kan ik wel mee leven. Ik fiets een stuk achter ze tot in Almere Haven. Zij gaan ijs halen en ik wil alleen maar rust. Ik rij naar een bankje EN GA DAAR ZITTEN.

Ik geniet van de zon en de kleuren en hoe mooi het is. Dít is de reden waarom ik fiets. Geen tijdsdruk, geen ge-moet-dit-of-dat, gewoon even stil kunnen zitten en kunnen kijken. Niet dat ik er goed in ben, want ik hou het precies 7 minuten vol, maar het is erg lekker! Dan fiets ik iets rustiger voor mijn gevoel, maar al snel komt er toch weer een tempo in dat even hard gaat als vrijdag. Meer zit er denk ik gewoon niet in bij de triatlon, ik zal het fietsen moeten doen op conditie. Dat zie ik het minst zitten. Er is een nieuwe brug bij het SEC en ik ga langs de Vaart nog even op tempo. Mijn bril is af omdat het donker word en ik zie het dan echt een stuk slechter. Bij de atletiekbaan moet ik kostbare minuten wachten in het licht. We fietsen snel naar huis en ik haal nog net een groene training en 46 kilometer fietsen.

Dinsdag 7 september. – Lopen en zwemmen.

Ik werk een halve dag. De wanhoop en boosheid heeft plaatsgemaakt voor onrust. Ik heb alles voor elkaar en toch voel ik me erg onzeker enerzijds en berustend anderzijds. Ik zou moeten zwemmen vandaag, maar ik krijg het niet geregeld. Dan pak ik het lopen van morgen maar en dan ga ik dat vanmiddag doen met Vincent. Ik moet 3 kwartier heel rustig. Vincent iets minder. We gaan zijn rondje voor de Challenge lopen. Hij komt op de fiets vanaf school, ik neem zijn spullen mee met de auto. Het is spannend om bij de Esplande te zijn en zien hoe het vorm krijgt. Mijn onrust wijkt er absoluut niet door!

We lopen heel rustig. Het is bloedheet. Ik vind er geen hol aan. We stoppen voor een fotootje en waterpauze. Voor Vincent is het goed om dit alvast te lopen. We kletsen onderweg de hele tijd. Vincent zou op me wachten tot ik klaar was met zwemmen, maar ik ben de boei vergeten. Dus het blijft bij dit lopen. Op en neer. Er zijn grappige mensen die zeggen: “het is zondag pas hoor” en er zijn veel fietsers. Mijn onrust wordt versterkt. We kijken bij het water.

En dan moeten we de hele parkeerplaats weer over en de fiets halen. Ze zwaaien nog naar ons in onze trisuits vanaf het feestterrein. Ik bedenk in de auto op weg naar huis dat ik ook binnen kan zwemmen! Ik kan best eens een zwembad opzoeken, want buiten is het te vroeg donker en ik heb niemand gevonden die meegaat. Maar ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om de training over te slaan. Het lukt me gewoon niet. Er staat een half uurtje zwemmen en ik moet en zal een half uurtje zwemmen. Dat is mijn grootste onvermogen: iets niet doen. Ik kán het gewoon niet!

Zo lig ik om 8 uur in het zwembad. Ik ben vergeten om mijn achtje te pakken. Maar ik hoeft maar een half uurtje. Ik zal eens kijken hoe ver ik zonder achtje kom. Verbazingwekkend genoeg is dat heel ver. Ik zwem nu als vanzelf met een brede en diepe insteek. Ik zeg niet dat het vanzelf gaat, maar het gaat gewoon supergoed. Ik tel de 500m af. Het horloge telt er maar 450. Ik ga nog een keer 550 zwemmen dan maar. Intussen wordt het drukker in de baan. Het snelle meisje is een baan opgeschoven. Ik red me prima. Soms iemand inhalen en dat is goed voor me. Ik zou bij de TVA echt een baantje verder kunnen! En dat zonder achtje!! Nu telt het horloge gek genoeg zelfs maar 525m. Mij om het even. Ik sta een half minuutje en dan nog een keer. Niet meer zo hard en niet proberen me te ergeren aan de man die elke keer in schoolslag vlak voor me vertrekt. Ik hou de tijd in de gaten en verder geniet ik van het zwemmen. Na nog een blok zit ik op 1500 meter in 32 minuten. Dat was het dan. Al het chloor doet me geen goed. Intussen hebben ze de tijd van het proefzwemmen gewijzigd en nu zit ik met een onmogelijk logistieke puzzel op de donderdag. Naast wanhoop, boosheid en onrust voel ik nu ook frustratie. Ik slaap slecht.

8 September. Een Rustdag. Ja echt!

Slecht slapen maakt het nog onrustiger, nog gefrustreerder, nog minder geconcentreerd. Sorry baas…. Dan krijg ik ook nog een bericht over de jaarchallenge van Trispiration waar ik mega-kwaad van word, omdat de regels weer anders worden! Daar kan ik niet tegen. En ik moet de nieuwsbrief afmaken en een map klaarleggen. Intussen ontdek ik ook dat het fietsrondje voor de halve triatlon veranderd is. Ik heb dat maandag bij de wandeling niet goed opgemerkt, maar de borden stonden al vlak bij mijn werk.

Ik probeer me vast te houden aan het voordeel dat het zo 2 kilometer korter is, maar de grote hoeveelheid extra bochten en de verminderde doorstroming is me een doorn in het oog. Tussen de middag wandel ik met een collega van HR die zelf aan hardlopen doet en zichzelf behoorlijk fanatiek vind. Ik vertel haar dat je bij een halve triatlon 6 uur achter elkaar sport. Dat je pas op het laatst een halve marathon loopt. Even stap ik uit de wereld waarin het doodnormaal is om hele triatlons te doen vanuit je rolstoel en een halve ‘maar’ het halfje is. Even zie ik de andere kant van de gewone mensen: dat 90 kilometer fietsen al veel is. Ik verkeer meer in de wereld waarin 10 uur sporten in een week aan de krappe kant is en in een wereld waarin 2 hele triatlons in een maand gemeengoed zijn. Ik kan erg slecht tegen die wereld, waar ik me veel te klein voor voel.

Het fietspad ligt er mooi bij en ik vind het wel leuk dat ik zo vlak langs mijn werk fiets eigenlijk. Ik probeer me vast te houden aan de kortere route, maar de onrust laat me niet los.

8 September – Rondje Challenge Proefzwemmen. ?‍♀️ – een slechte beurt van de trainer ? en lekker zwemmen van anke ?

Deze training was de minst geslaagde actie van de trainer tot nog toe. Er stond een rustdag, toen zei ik dat ik wilde proefzwemmen (het Rondje Challenge) en toen plaatste hij dat voor 40 minuten op het plan. Gek geworden! Stel dat dat morgen lukt, dat zou fijn zijn. Maar rustig en ontspannen als training op een onrustige dag met Vincents challenge? Wat een stom plan! Daarom was ik eerder deze week aan alle kanten het vertrouwen kwijt. In trainingsschema’s, in mezelf, in de uitvoering van een wedstrijd en alles. Ik bedoel maar: zou ik de training kunnen overslaan? Dat is nog ondenkbaarder. Ik heb op deze dag wel vrij, maar dat is voor Vincents wedstrijd. Hij wordt sterk vierde met een geweldig looponderdeel en een trap in zijn maag bij het zwemmen die hem kostbare tijd kost en waardoor hij met een gekneusde buikwand loopt. Het is warm, onrustig en ik kom niet meer dichtbij op het terrein. We lunchen thuis en ik drink me ongans. Dan gaan Vincent en ik weer terug om mij in te schrijven en voor het zwemrondje. Ik haal de spullen op en kies toch maar voor het 40+minuten zwemmen. Ik heb toch mijn eigen chip.

Dan doe ik de oude wetsuit aan en zie ik HB lopen. Die zwemt mijn tempo wel ongeveer. Hij gaat zondag de hele doen. We gaan samen het water in en de temperatuur is oke. Gewoon maar zwemmen van boei naar boei. Het ging lekker. Simpelweg gemakkelijk. Dat moest ook toch? Vanzelf gaat het toch nooit. Mijn brilletje beslaat en die veeg ik even schoon. Bij de boeien wachtte ik op HB (!). Vooral recht langs de rode skippyballen is goed om een keer te doen. Ik tel ze morgen wel! Dan hou ik ze ook in de buurt. Bij de tweede boei stop ik weer en maak ik een heel kletspraatje met de leuke man in de kano. Hij vind het zo leuk dat wij dit doen! En ik ben blij met mensen zoals hij. Dan ga ik wat rustiger zwemmen voor mijn gevoel, gewoon wat langere slagen maken. Ik let goed op waar ik heen moet zwemmen en me op moet richten. Morgen heb ik golfbekertjes voor me. Bij de laatste boei wacht ik weer even op HB. Het verbaast me best wel eigenlijk. Maar het is lekker. Mijn slag is breed en diep tegenwoordig. Op het einde heb ik nog maar een keer echt goed gekeken, dat ik door moet naar de laatste Redbull boei en dan pas terug. Dat kost me nu wat tijd en een paar keer goed kijken, maar dat geeft voor morgen rust. 43 Minuten is niet verkeerd toch? Zit binnen de range die de training groen maakt en ik voel me er beter door. De onrust is er nog steeds, maar ook een soort berusting. Ik doe morgen wat lukt. Ik heb dit al vaker gedaan. Zal morgen ook wel lukken. Het moeilijkste is het om de tijdsgrens los te laten.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2021-25

Woensdag 18 augustus – Een dagje rust – need I say more?

Donderdag 19 augustus – Fietsen ?‍♂️ op de tacx met een ?

Fietsen. Buiten is het vroeg donker, dus ik ga op de Tacx. Kan ik ondertussen lezen! Ik dacht in Japan te gaan, maar er ontbreekt nog een route in New York. Die ga ik inlossen vandaag. Trappen maar!

Ajajajaj – ik was iets vergeten! Omhoog rijden. Dat doe ik al maanden niet meer, want de viaducten in de polder tellen niet. Nee, dit…. Lage versnelling en maar rondjes maken! En New York met die glazen panelen was helemaal niet makkelijk!

Ik lees rustig verder terwijl ik maar rondjes blijf draaien. Op de route hoeft ik niet letten, ook niet op verkeersregels of andere fietsers. Er zit ook wel iets relaxtst aan de binnenfietsen! Je kunt eindeloos doorgaan zo. Rob haalt en brengt Vincent naar de baantraining.

Veel fiets ik niet, maar de ronde maak ik vol. Dan doe ik het nog een keer om de tijd vol te maken. Ik zit zo in mijn boek, dat ik mis dat ik nog een keer omhoog moet. Anders had ik een andere afslag gekozen. Ik maak 25 kilometer vol.

Vrijdag 20 augustus – Een segment scoren ? en zwemmen ?‍♀️

Voor de Bingokaart van Trispiration is er 1 vakje dat bij mij maar open blijft staan: scoor een segment in Strava. Een segment is een stukje van een pad of route waar je het snelste in kan zijn. Dat kan fietsend of lopend gehaald worden, net waar het segment voor gemaakt is.

Ik zet weinig op Strava. En die segmenten zijn helemaal niks voor mij! En hier in de buurt zijn een paar snelle dames die harder lopen en fietsen dan ik. Dus ik moet iets verzinnen… Al telt ‘een poging tot’ ook. De oplossing heet Vincent. En een fietssegment in de buurt. En stayeren. Vincent moet kijken of zijn bidon nog bij de atletiekbaan ligt. Maar eerst proberen het segment te halen! Daarvoor moeten we harder dan 32 fietsen. En dat lukt! Door naar de atletiekbaan. De bidon zien we niet. We fietsen weer terug. Laten we nog een poging doen op het segment, zeg ik tegen Vincent. We wisselen van fiets en horloge en laten mensen voor, zodat we genoeg ruimte hebben. Maar we halen ze toch in. Nog even doorpushen. Maar Vincent wil nog een keer omdraaien en nog een keer proberen. Zo gezegd, zo gedaan. En dan weer naar huis. Maar dat ik de snelste ben op het segment zie ik niet! Dat zit achter een soort slot. Potdikkie. Poging gelukt, maar niet zichtbaar. Ik heb de bingokaart wel vol! Ik snap het niet met die segmenten en Strava, dat is duidelijk. Als ik nog een keer kijk, blijkt dat segmenten ook een richting hebben. En dat was die keer dat er mensen in de weg reden. Dan heb ik het segment gescoord!

‘s Avonds gaan Vincent en ik zwemmen in de Noorderplassen. Even kijken voor de triatlon voor maandagavond. Ik ga in wetsuit en moet langer zwemmen dan Vincent; hij moet daarna nog hardlopen. Ik zeg hem dat hij ook moet trainen met zijn wetsuit aan om het uitdoen te oefenen. Mokkend doet hij m aan.

Tot we bij het water staan. Dan is het mopperen vooral gericht op het ijskoude water! Het is echt niet warm en moeilijk om er in te springen. Vincent kan dat al helemaal niet. We zwemmen samen naar de boei. Ik zwem voor Vincent uit, die echt moeite heeft met de kou.

We gaan naar de volgende boei iets verderop. Ik heb minder last van de kou. Ik zwem een beetje op en neer. Mijn GPS is compleet van slag. Compleet. Ik zwem door huizen heen en haal tempo’s die niet mogelijk zijn. Lachen! We pakken nog een boei mee en dan gaan we weer terug voor Vincent. Hij ziet op tegen het lopen, want hij is flink afgekoeld.

Ik blijf zelf in de buurt zwemmen van boei naar boei. Het gaat lekker en volgens mijn horloge gaat het super! Ik doe alle boeien nog een keer. Kan ik goed kijken waar ik heen moet zwemmen straks! Ik zwem een uur vol.

Zaterdag 21 augustus – Naar Veldhoven fietsen met Vincent. (volgt)

Zondag 22 augustus – Zwaar hardlopen. ? ? ?

Op het schema staat hardlopen. En dat doe ik dan dus. Ook al heb ik niet zoveel trek. Ik wil om de een of andere reden 12 kilometer lopen. Of eigenlijk weet ik niet of ik wil lopen… Ik ga eerst het doodgewone rondje om de plas doen van 7 kilometer en dan drink ik thuis wat en dan doe ik nog een ronde van 5km om de wijk heen. Tempo zone 1. Wat helemaal geen probleem is! Over de Evenaar, richting de brug. Gewoon. Het gaat. Het gaat gewoon! Rustig de brug over en dan hobbel ik verder. Het is heet. Ik ga onverhard. Ook rustig. Ik heb berekend dat ik tot 7 minuten op de kilometer mag gaan en de eerste kilometers gingen lekker. Maar ergens voorbij kilometer 4 is het lekker weg.

Er wordt muziek gemaakt bij het centrum buiten, vioolmuziek. Er vallen wat druppels. Ik ga niet meer zo hard en ik ga ook alleen nog maar door. Het helpt dat ik alleen maar tot thuis hoeft. De regen is weg. De hitte blijft achter. Doorhobbelen tot thuis. Ik hoeft niet eens om me heen te kijken, want ik ken hier alles. Ik ga niet door het park, ik wil de sportdrank thuis! Ik loop de 7 kilometer nog niet eens vol. Thuis ga ik drinken en even stoppen. Het is niet gemakkelijk om weer te gaan. Ik ga het rondje niet nog een keer doen. Gewoon om de wijk heen, zodat ik terug kan als het genoeg is. En daar ga ik weer! Het gaat moeizaam. Zwaar. Heel stroperig. De hartslag neemt een loopje met me. Die wordt niet meer hoog. Het tempo ook niet. Mijn benen willen niet. Dat ken ik eigenlijk niet, maar ze willen niet meer. Ze doen het nog wel, maar zonder het me makkelijk te maken. oké, dit potje kan ook nog wel leeg. Ergens achter in de week krijg ik een steek. Kan er kramp zijn in een longadertje? Het voelt als kramp links in de borstkas. Ik blijf hardlopen en de ademhaling en de hartslag blijven volledig laag. Als het mijn hart zou zijn, zou ik nu niet doorjoggen. Het gaat liggen en ik ga verder achterlangs. Helemaal om. Helder ben ik niet meer, maar stoppen met joggen doe ik niet, ik ben altijd nog sneller dan de wandelaars. Ik ga helemaal om, want ik wil de 10 kilometer volmaken.

Vandaag gaat het voor geen meter. Alles is zwaar. Ik maak tien kilometer vol binnen 70 minuten. Ik ben nog niet thuis. Ik ga wandelen tot de hartslag te laag is en dan ren ik weer. Tot de hartslag weer wat hoger is, maar het blijft met moeite zone 1, vanwege dat het laag is. Een kilometer wandelen en joggen afwisselen, wat zou dat opleveren? Nou, dat ik boven de 7 minuten per kilometer uitkom. De twaalfde kilometer is nog gekker: de hartslag is onmiddellijk laag als ik ga wandelen en al joggend blijft het maar net boven de 120. Ik ga langs Manuels huis. Het regent inmiddels weer, dus ik laat de krant liggen. Ik accepteer dat hier de grens ligt van mijn kracht. Eigenlijk is er geen 20% extra meer. Ik ben helemaal op en leeg. Wonderlijk waar dat dat ook kan. Maar die twaalf kilometer schrijf ik bij en nog in 7:00 per kilometer ook!

Maandag 23 augustus – NPW triatlon op herhaling ?‍♀️ ? ?‍♀️

Eigenlijk was ik gewoon erg moe. Halve dag werken, therapie waar ik rondtolde en weer contact maakte met de voeten. En dan zou ik eigenlijk rust moeten pakken, maar ik ben rusteloos. De NPW is een kleinschalige triatlon die ik in juni ook al deed. Een sprint. In gezelschap wat ver boven mijn drempel ligt. Deze keer de NPW triatlon zou ik niet voluit gaan doen. Dat had ik wel gewild, maar het lukt gewoon niet. ik moet het voor mezelf doen. Ik ga gewoon voor het halen van de finish. Dat is voor mij wel zo -soort van- relaxed. Op tijd eten, alle rotzooi weer verzamelen. Ik had geen zin. Totaal geen greintje zin. ‘Dan doe je het toch niet’, zegt MBB die voor het eerst sinds jaren ook weer meedoet aan een wedstrijdje. Eerlijk gezegd komt dat niet echt serieus in me op. Fiets plaatsen, sportdrank mee (vorige keer miste ik dat op de fiets), wetsuit aan. Allemaal zonder zin. Hoe lief, Vincent krijgt alsnog een beker voor het finishen van Duin! Weliswaar van een andere organisatie, maar toch: wat is hij er blij mee en ik ben weer trots op hem.

We lopen naar het water. Er zijn zo’n 40 mensen en met de meesten heb ik niets of helemaal niks. Een stuk of 4 die ik alles gun, die wel. Ik doe de crockjes uit en spring het water in. Ik moet namelijk nogal nodig! Het water valt mee. Paar slagen, brilletje zit goed, pak redelijk. En dan mogen we starten. Ik doe wederom gewoon mijn eigen ding. Voor de verandering heb ik eens wat meer andere zwemmers om me heen. Ik ben blij dat ik weet waar ik heen moet zwemmen (de boom) en ik haal wat mensen in geloof ik. Ik doe maar wat. Technisch zwemmen is er vandaag niet bij. Op de insteek letten en diep insteken volgens mij ook niet. Ik zwem gewoon door, dat is alles. Maaien door zwaar water, zal MBB het later noemen.

Ik ga ruim om de boei heen en dan terug heb je recht de zon in je gezicht. Mega-lastig. Je ziet dus niks. Ik ga maar in iemands benen hangen. Hopelijk weet die een beetje waarheen! Mijn brilletje beslaat weer. Ik stop heel even, maak het brilletje schoon, ik kijk en zoek een ander paar benen. Het is eigenlijk snel voorbij en dan ben ik bij het trapje. 500m Zijn vol voelde ik aan het horloge. We gaan snel na elkaar de steiger op. Boven zie ik dat mijn tijd rond de 11 minuten ligt. Wat geweldig is. Ik hobbel de steiger over en probeer het pak uit te trekken.

Dat gaat niet gesmeerd, omdat ik de babyolie ook vergeten was en ik over twee horloges heen moet. De steiger is goed te belopen, niet glad, maar de steentjes zijn minder. Die doen pijn aan mijn voeten. Snel door naar de fiets. Ik zie mensen die al weg zijn, maar de laatste zwemmer ben ik bij lange na niet! 1 Van de dames die ik niet zo mag, zie ik achter me als ik de fietsschoenen al aan heb. Ik heb zoveel zin om te fietsen dat ik zo snel mogelijk wil beginnen, hahaha. Nee, ik stap gewoon te vroeg op voor de streep en ik schaam me diep. Ik krijg een waarschuwing, zo roept de fietsbewaker H. En dan ga ik fietsen. Elke keer denk ik bij mezelf: niets opblazen, doen wat je wil en geniet er maar van. We hebben eerst wind mee. Jakkes, dat is straks tegen op het einde. Ik doe gewoon mijn ding en het duurt een tijdje voor ik ga liggen. Het is niet zo druk op het parkoers. Met andere woorden: niemand om in te halen en daar heb ik ook geen zin in. Ik word zelf ingehaald en ik kan ook iemand inhalen als we wind mee hebben. Vlak voor we wind tegen krijgen, neem ik een slok en ik scheld hardop: het is gewoon water en geen sportdrank! Niks aan te doen. Ik heb wind tegen. Liggen en trappen. Op de kruising is een shovel bezig. Ik kan er langs, maar Vincent komt van de andere kant en moet wachten. Beroerde timing van die hardwerkende shovel-bestuurder, maar niks aan te veranderen. En door over de rotonde. ZGvG haalt me in. Mag ze hoor, ik vind het prima. Ik probeer elke keer te denken: hoeft niks, doe het voor de lol, geniet. Ik moet onder een ijzeren plaat van de shovel door. Ieks. Er staan 2 mannen te supporter. Leuk, hier zo in het nergens. Dan wind tegen. Kijk, dat doe ik voor de lol! Liggen en stoempen. Dat kan ik blijkbaar, want ik haal ZGvG weer in.

Er komen al mensen tegemoet. Ik zie Rob staan en dan moet ik de parkeerplaats over. ZGvG zit vlak achter me, na de wisselplek haalt ze me in. Ze doet maar.

Ik voel dat mijn energie ernstig afneemt, dus ik ga niet meer voluit met de wind mee. Ik ga gewoon. Ik heb geen zin meer. Ik moet nog lopen, dus dit is een rondje afmaken wat er nog aan zit. Is dat weinig, dan is dat maar zo. Op de lastige hobbelige weg kom ik een hardloper tegen die flink doorloopt met zijn lange benen. En intussen roept hij ook nog tegen me: “Ga in het midden rijden en keihard doortrappen!” Wat een klassebak zeg. Op hetzelfde punt drink ik weer. Water. Even tegen de wind in en ik zie dat MBB nog voor me zit. Ze heeft echt hard gezwommen zeg! Ik kan haar niet meer inhalen en GN ook niet. Gewoon concentreren op mezelf en ik moet dit energieloze fietsrondje maar afmaken. Elke keer denk ik erbij: probeer er van te genieten en lach. Rotonde en weer terug. Ik moet ook heel langzaam langs de shovel deze keer. Vind ik echt niet erg. Ik lig niet laatste. De mevrouw met de superfiets ligt nog achter me. Tegen de wind in voor de laatste keer voel ik echt dat mijn energiepeil wat laag is. Ik word er ook nog eens misselijk bij omdat ik al de hele dag draaierig ben, want mijn voeten en mijn hoofd sluiten nog niet helemaal bij elkaar aan.

Ik ben ontzettend blij dat de wisselplek nu rustig is. Ik stap netjes af en kijk even waar de fiets moet hangen. H pakt ‘m aan en zorgt dat ‘ie beter komt te staan terwijl ik hardloopschoenen aandoe. En ik neem een gel met het water van mijn fiets. Zonder er verder over na te denken ga ik hardlopen. Pas voorbij de finishlijn verbaast me dat, dat ik liever loop. Het loopt prima. Saai, maar prima. Ik ga ‘m ook nu niet opblazen. Als ik op mijn horloge kijk, schrik ik van de tijd. Ik kan dit nooit in 25 minuten lopen, dus binnen de anderhalf uur haal ik het niet meer. Ik heb niet hard genoeg gefietst daarvoor. Of niet hard genoeg willen fietsen. Maar nu lopen. De eerste kilometer zit er snel op. Nog maar 4. Ik ben niet gemaakt voor sprintwerk. Laat mij maar dieselen!

En dit rondje dan drie keer. Ach, ik ben er nu toch en ohja – ik moest er maar van genieten! Voor het donker ben ik ook wel binnen. Ik lach naar AK en de fotograaf. Ik zwaai naar AA en om me heen lopen mensen in andere rondjes. Ik doe gewoon mijn eigen ding weer. Het eerste rondje gaat wel en in de drukte wil ik snel het volgende rondje in. Vincent loopt net achter me en hij is klaar. En door! Ik weet niet meer waar de tweede kilometer zit en wie waar loopt. Ik loop alleen nog maar. In een hoog tempo. Of eigenlijk: in mijn tempo.

Het gelletje kikt er pas laat in en dan gaat het lopen meer vanzelf. “Nog een rondje” vraagt AK en ik roep van wel. Ze wacht weer, de lieve schat. Ohja, daarom is dit best leuk! Genieten maar. En blijven hardlopen. Dag AA, langs de huizen, geen idee wie waar zit. Ik zag SK tegengesteld lopen, dus hopelijk loopt ze bij MBB. Weer een kilometer erbij. Ik registreer niet meer in welk tempo ik loop. Ik denk alleen maar: nóg een rondje. In mijn hoofd komt het niet op om de laatste ronde te skippen. Als ik maar blijf rennen. Het is heel rustig. De dame van de mooie fiets loopt voor me. Ik ga harder. Ik heb fiducie met haar en zeg: gewoon maar blijven lopen, en zij zegt dat dit de laatste ronde is. Achteraf gezien snap ik haar niet en is de fiducie weg, want ze kan nooit alles hebben afgemaakt als ze achter me zat op de fiets en ik haar nu inhaal! Er lopen nog een paar mensen voor me en ik heb nog energie over. AA zegt dat het MBB niet is, dat die met iemand anders loopt en ik denk: ze loopt nog! Alledrie de rondjes. Ik ben trots op haar en dat geeft mij kracht. Ik kijk op mijn horloge. Hoe ver ben ik eigenlijk? Ik denk even te zien dat ik het nog kan halen in anderhalf uur en ik ga aftellen. De minuten. Dat tellen helpt me enorm. Ik ga rechtop lopen, krachtig en ik ben afgeleid. Ademhaling onder controle. 3 Minuten nog maar.

Ik kan nog even door en blijf tellen tot de finish. Laatste ben ik niet, eerste al helemaal niet en binnen anderhalf uur was ik ook niet binnen. Maar ik zie MBB trots staan en ik ben blij dat ik er ben. Dit was het voor vandaag. Ik heb me niet tot het uiterste ingespannen en ben 5 minuten langzamer dan de eerste keer. Onmiddellijk leg ik me daar bij neer. Ik krijg een medaille en klets met MBB. Het is wel snel koud en het wordt al donker. Ik wil snel weg. Ik klets bij de fietsen nog met H en bij zonsondergang verlaten we de Noorderplassen. Thuis eet ik een grote bak met yoghurt en meloen. Dat is nieuw voor me.

Dinsdag 24 augustus. ER-UHHHH-STSTSTST ?

Dagje op kantoor, zonder aanmerkelijke trek en zonder koekjes bij de hand, dus dat is een fijne combi. Ik ben ook niet zo vreselijk vermoeid. Ik denk dat ik ga zwemmen vanavond! Het zwembad is alleen op deze avond 2 uur open en ik moet anderhalf uur. De rest van de week kan dat niet meer. Tot ik thuis boven bij de wasmachine moet zijn… Ik sta even uit te puffen en mijn benen zijn niet blij met me! Ik sla toch maar over vandaag… Op tijd naar bed en goed slapen is verstandiger dan zwemmen.

Woensdag 25 augustus Lopen ?‍♀️ met Tempoblokjes

Ik zou weer moeten fietsen. Langzaam aan krijg ik echt de pest aan het fietsen. Want het gaat niet om een uurtje, maar om weer om 2,5 uur. Ik wil lopen! Mijn benen willen rennen! Mijn hoofd heeft keihard hardlopen nodig! Ik vraag de trainer het om te zetten, want 2,5 uur past er met geen mogelijkheid tussen nu het ‘s avonds om 9 uur weer donker is. 2 Uur ook niet trouwens. Een uur hardlopen is een goed alternatief. Met tempoblokken. Ik begin vanaf het zwembad en loop kalmpjes in. Rondje Kromslootpark, hier kom ik weer! Ik heb een muziekje aan. Na 20 minuten ga ik 5 tempoblokken doen: 5 – 10 – 15 – 10 en 5 minuten zone 3-4. De eerste 5 minuten tel ik af en dat gaat redelijk goed. Zowel het tempo als het aftellen. 2 Minuten rust.

Ik loop op de dijk intussen. En dan moet ik tien minuten hardlopen. Dat kan ik niet tellen en ik loop in de zon en ik heb het warm en ik vind het zwaar. Iemand loopt me voorbij. Ik probeer me te concentreren op de muziek en het uitzicht, maar wat is dat lastig! Waar ik wilde oversteken is het druk en de 10 minuten zijn nog niet om.

Ik pak de volgende afslag en dan zit ik op een onbekend fietspad. De 15 minuten zijn ingegaan. Ik dwaal een beetje door Almere Haven – zoals gewoonlijk. Hopelijk kom ik straks opeens ergens uit wat ik ken. De 15 minuten kan ik niet tellen, moeten niet te hard gaan en kan ik gewoon volhouden. Gek genoeg ga ik dan harder als bij 10 minuten! Ik kom langs de AH en hier ken ik het! Door naar het driehoekje en dan onder de snelweg door.

Ik mag weer even wandelen en ik realiseer me dat ik verder weg ben uitgekomen dan ik had verwacht. Dus ik moet via het industrieterrein en langs mijn werk terug. Dan lijkt het nog wel ver! 10 Minuten aanzetten. Bij mijn werk kijken, maar de tien minuten zijn nog niet om voor een foto. Die zitten net tussen het werk en het brugje in. Dat was het moeilijkste blokje.

Nu moet ik tussen de blokjes echt wandelen om even bij te komen, terwijl het daarstraks nog dribbelen was. Ik ga de laatste 5 km zo hard als ik nog kan. Niet makkelijk en ik raak de tel ook steeds kwijt! De hartslag is nu eerder te hoog dan te laag. 5 Minuten zijn snel voorbij. Het is vooral het gevoel dat je dan harder moet dan bij 15 minuten, terwijl 15 minuten me beter afgaat.

Ik ben bij de school en gaat rustig uitdribbelen. Ik maak mooi de 12 kilometer vol. Dit hardlopen past mij beter dan fietsen. Het is niet gemakkelijker, dat zeker niet, maar het geeft mij meer energie dan dat trappen. Dit begrijp ik gewoon, dit pikken mijn benen en hier snap ik de hartslagen en hoe het werkt. Dat geeft meer rust dan het ellenlange fietsen.

Vrijdag 26 augustus. ?‍♀️ De Reigersplas tot het donker ? wordt.

Ik ga weer met DR. Weer naar de Reigersplas. Weer zwemmen. Het is zo’n lieve, sterke meid! En zo eerlijk: de fietstraining past bij haar ook wel eens niet met de kinderen en het gezinsleven. Dus ze schuift ook met trainingen. We doen de wetsuits aan. Ik de oude. Door een misrekening van mij, weet ik al dat anderhalf uur redelijk onhaalbaar is. Ik dacht dat het langer licht zou zijn, maar om half 9 is het al aardig uit aan het gaan! We gaan de Reigersplas rondzwemmen.

Ik doe heel kalm aan. Bij het bootje kletsen we even. Door naar het einde van de plas. Mijn brilletje beslaat steeds. We zwemmen nu tegen de wind in. Niet dat er echte golven zijn, maar echt tempo is er ook niet. Beter zo dan omgekeerd, want dan moet je op het einde tegen de wind in. Tegen het einde van de plas weer een kort stopje. Wederom is er niemand op of om het water. De lucht kleurt prachtig met de ondergaande zon. We gaan toch weer tussen de plantjes onder de brug door! En nu gaan we een brug verder. Het tempo boeit me niet. Dit is puur genieten! Dit brugje zie je vanaf de snelweg en nu kan ik zeggen: ik ben er overheen gerend en gefietst en er onderdoor gezwommen. Gaaf toch? En weer terug. Ik vind het al wat laat worden. Dan hebben we wind mee. Dat vind ik gek genoeg minder gemakkelijk, want dan ben ik sneller afgeleid. De lucht is helemaal vuurrood. Super-supermooi. Halverwege weer een korte stop. Ik ga de anderhalf uur zeker niet halen!

We zwemmen tot de paal en ik raak in een soort van droom ofzo en ben niet langer afgeleid. Dan nog terug naar het strandje. Mijn horloge is het meest lief, die geeft bijna 2500m aan. Er zitten mensen op het strand. Ik zwem de 2500m vol. Dan wordt het toch nog snel donker eigenlijk. Maar niet voor we omgekleed zijn en de warme chocomelk hebben opgedronken! Met 1 cocosmacroon.

27 Augustus ? Wind op de dijk ?‍♀️ ?‍♀️

Ik ga hardlopen met Joyce. Eigenlijk stond er een interval, maar die laat tik varen om met Joyce te kunnen lopen die straks met vakantie gaat. Dan loop ik in mijn uppie de intervallen wel! We spreken af een rondje Lepelaarsplas te lopen vanaf de camping.

Rode ophaalbrug en dan het smalle paadje in. Joyce begint gezellig te kletsen. We pakken een tempo van 6:30 en dat bevalt mij uitstekend. Het pad is rustig en mooi. De zon schijnt. We zijn al vrij snel op de brug.

Daarna lopen we langs het water. Het is echt lekker zo! Ik heb me alleen niet ingesmeerd. Ik ben blij dat ik mijn regenjasje heb uitgedaan! Er zijn de hele dag al een paar felle buien gevallen, maar nu is het droog. En het waait hard. Als we tegen de wind in gaan lopen, begin ik te kleppen. Na 5 kilometer stopt Joyce. Ons regelmatige tempo is voor haar best redelijk. Ik voel me vandaag eindelijk weer eens beter! Ik denk dat de Trail de Fantomes nu pas geweken is. Na een gel lopen we weer verder en dan gaan we de dijk op.

WIND. Vanaf het Markermeer. Een flinke bries. Ik vind dit nu en vandaag heerlijk terwijl ik loop. Fietsend zou ik dit een ramp vinden. Maar nu waait alles lekker weg. Joyce moet er meer tegen vechten en die stopt nog een keer. Foto-moment!

Ik kan nog prima harder en verder, maar ik loop weer terug en pik haar weer op als ik ‘r even kwijt ben. Er zeilt een schip en we zien groepen met fietsers die niet wijken. Stoeren mannen. Misschien denken zij dat wel van ons! Ik wil nog door het Wilgenbos, maar Joyce gaat er eerder af.

Ze zal op me wachten, maar ik vraag haar dat niet te beloven, want dan loop ik weer met druk en dat wil ik niet. Mijn tempo gaat zonder Joyce iets omhoog. Ik realiseer me elke keer dat mij enkel lukt, omdat ik me de eerste 9km heb ingehouden. Het gaat lekker. Wel krijg ik het iets warmer. Brug over en het bos door.

Altijd zo mooi en groen. En altijd wat langer als je denkt…. Ik kom 1 iemand tegen en bij het sluisje zegt een knappe man die ik tegenkom: “Goed bezig”. Ik bedank hem en als hij de hoek om is, stop ik voor de volgende gel en een foto. Ik ga richting het schelpenpaadje en knuffel een mooie witte hond, waarvan de eigenares me verzekert dat het prima te doen is om ze wit te houden. Met een glimlach loop ik verder. De felle zon in. Dat vind ik minder fijn! Ik zie Joyce nog niet aan de andere kant. Die zon op mijn hoofd is niets voor mij en ik loop iets minder hard door dan ik zou willen nu. Ik kom bij het viaduct en neem het onverharde pad omhoog. Lopend en glijdend tussen de naaktslakken door.

In de verte zie ik nu wel een roze jasje, dus Joyce is er nog steeds! Ik zit op 12 of 13 kilometer intussen. En daar voel ik niks van! Wel warm en ik merk dat ik nog loop, maar de zwaarte die ik weken meesleepte, is weer weg en daar word ik blij van wat het nog gemakkelijker maakt! Op de brug is het hartstikke druk, wel 4 auto’s en 2 maaimachines razen langs me heen. Ik loop weer richting de camping. Nog even, nog even. Ik ga nu tegen de wind in en dat bevalt me. Tempo hoeft niet meer en het is werken en buffelen. De ideale combinatie als je het mij vraagt!

Ik maak de 15 kilometer vol. Dan ben ik bezweet. Joyce is er nog en we kletsen nog een tijdje, zodat ze hierna 2 weken met vakantie kan. Dan kletsen we over whatsapp weer verder!

28 augustus Rijntocht 5 kilometer stroomafwaarts ?‍♀️

Gister gebeurde hetgeen ik vreesde: het maandelijkse feest diende zich weer eens te vroeg aan en -het went al bijna- op het totaal verkeerde moment. Want zwemmen op de tweede dag is nooit lekker. Ik heb dan wel een wetsuit aan en een badpak, maar toch… Ik besluit ergens op de ochtend dat ik me er niks van aantrek en dat ik geen maatregelen neem. Hela, ik zwem in de zwaar vervuilde Rijn! En wie ziet dat nou? Het zal heus geen spoor geven… Het gaf me veel rust om niet te gaan klooien met rommel en alles pakte supergoed uit. Er zitten geen haaien in de Rijn die worden aangetrokken door een bloedspoor blijkbaar 😉 ?
Samen met RW reed ik naar Renkum. Zij is de beste zwemmer van ons twee, maar 5 kilometer hebben we geen van beiden ooit gezwommen in het buitenwater! Laat staan in de Rijn. Het grootste probleem was de parkeerplek vinden. Maar we waren ruim op tijd. Wandelen naar de startlocatie. Er was al een crosstriatlon bezig. We liepen tussen de paarden en de koeien door. En toen zagen we de Rijn al. Een enorm brede rivier eigenlijk. In het zonnetje.

Startnummers met badmuts en vuilniszak ophalen en dan in het pak wurmen. We hadden maar een kwartiertje voor we op de boot moesten! Tas mee, spullen achterlaten of toch de tas in de vuilniszak… Twijfel en op het laatste moment nam ik mijn tas en spullen allemaal maar mee.

We gingen de boot op. Gewoon even buiten blijven staan in het zonnetje. Tot een meneer zei: we zitten wel een half uurtje op de boot hoor. Wat? Daar hadden wij helemaal niet aan gedacht! Natuurlijk moet die boot ook 5 kilometer stroomopwaarts varen en kost dat tijd, maar wij hadden daar geen rekening mee gehouden. Maakten we onverwacht zomaar een prachtig boottochtje op de Rijn! ‘t Was erg ver. Ik kneep ‘m wel een beetje dat we dat helemaal terug moesten zwemmen. We moesten tussen de boeien en de kant. Een hoop boeien. Ga jij ze maar tellen, opperde RW.

Bij de sluizen bij Driel moesten we de boot af. Dat vond ik eng, zo’n sprong in het diepe. Ik ging vanuit zittende houding. Het water was koud! Oe, dat was echt even schrikken. Je voelde gelijk de stroming. Rob had gezegd dat het tussen de 2 en 4km per uur was. Dat zwemt zoveel gemakkelijker! Anders had ik 5 kilometer ook niet gedurfd. RW en ik gingen ieder ons eigen zwemding doen, want ik hou haar toch niet bij en alle gouden badmutsen zien er hetzelfde uit. Er waren ook mensen zonder pak. En mensen met boei. Ik ging een beetje achteraan liggen. We begonnen al heel snel tussen 2 boeien in. Fluitje ging en je mocht gaan zwemmen. Ik ging ook maar meteen. Er zwom een grote groep voor me uit. Ik moest even wennen. Maar de slag ging vanzelf! Lekker hoor, die stroming. Ik zag het niet zo goed. Het brilletje is laatst wel schoongemaakt, maar het beslaat te snel. Ik zocht benen om in te gaan liggen. Hier waren nog rode boeien van Rijkswaterstaat, maar dat snapte ik niet zo goed. Daar moest je rechts van blijven, maar niet veel mensen deden dat.

Ik heb een rondje om mezelf getekend, dat ben ik.

Ik kijk alleen links en dan is het lastig. Al snel zat ik op 500m. Ik vond het echt heel erg leuk, want ik vond het speciaal om in de Rijn te mogen zwemmen. Ik dacht de hele tijd: he pap, kijk mij hier nou zwemmen! 5 Jaar geleden had ik dit niet eens kunnen bedenken. Toen ik in het pierebadje lag te ploeteren. Nu ga ik voor 5 kilometer het buitenwater door. Je ziet maar weinig in het water. Ik moet 1 keer wat hoesten als er door de golven water binnenkomt. Er komen boten langs en die maken golven. Ik vind het alleen maar leuk en een klein beetje lastig. Al een kilometer erop zitten, het gaat echt snel, maar ik kijk niet hoe snel. We zijn al bijna onder de A50. Ook apart he, onder de snelweg door zwemmen hier. Ik probeer mijn brilletje schoon te maken, maar dan moet ik zo stil liggen. Niet dat ik hier ben om te winnen of te presteren, maar toch… Ik kijk naar de kant en naar de boot en de brug. Ik maak mijn slagen keurig ver naar buiten. En ik geniet enorm. Om de overwinning. Dat dit kan! Na de brug beginnen de skippyballen. Ik ga ze tellen. Skippyballen zijn zulke leuke dingen, want de meesten staan een gezichtje op en dan lacht er zomaar een skippybal op zijn kop naar je! Dat vind ik zalig. Ik probeer ze links te houden. De skippyballen geven me een doel en een richtpunt. Ze zijn in allerlei kleuren. Naast me zwemt iemand zonder pak. Maar dan komen er golven van een enorm vrachtschip en verlies ik de zwemmer uit het oog. Ik maak nog een keer mijn brilletje goed schoon. Hoe langer dit duurt, hoe beter. Dan zie ik iets en zie ik de skippyballen nog beter. Ik heb geen flauw idee of ik er tien of vijftig kan verwachten, maar het zoeken van de skippybal als doel, erheen zwemmen en tellen houdt me keurig bezig. Ze zijn paars en groen en roze en geel en oranje. Er zwemt iemand met een gele boei voor me, maar daar moet ik dan omheen kijken om de boei te zien, dus de gele vind ik het lastigst!

Van de telefoon van Vincent: waar is mama nu….

Er zwemmen meer mensen om me heen, maar ik heb slechts 2 keer last van een persoon. 1 Iemand zwom aan het begin al zowat over me heen. Hoe weet ik niet, want die rivier is erg breed! Ik zie de koeien aan de kant. Een uniek point-of-view. En weer een lachende skippybal! Ik zwem er een paar zowat om. Het wordt donker en het regent ook, maar ik merk er niks van. Mijn humeur is te zonnig. Ik zie het aan de mensen met paraplus langs de kant en ik zie de druppels op de skippybal. Stel toch dat je als oma in Renkum je kleinkind een skippybal hebt beloofd. Die zijn in de wijde omtrek niet meer te krijgen, want ik heb er al dik 20 bij elkaar geteld! Ergens liggen er ook 2, waarschijnlijk voor de start van de korte afstand. Ik kijk even en ik heb de 2000m gezwommen in Gelderland voor Trispiration. Niemand bij Trispiration is vandaag met mij bezig, maar ik geniet het allermeest. Ik zie de boot voor de korte afstand langsvaren, maar helaas gebeurt dat links van me en ik adem en kijk alleen rechts. Het zwemmen gaat door de stroming echt snoeihard. De 5 kilometer kan ik zo binnen 5 kwartier halen. En dat is jammer, want ik vind dit veel te leuk. Koud is het al lang niet meer. Ik zie de toren op rechts al in beeld komen. Hier is wat publiek en er wandelen mensen mee, maar ik zwem ze eruit! Ik blijf skippyballen tellen. Soms weet ik het niet zeker en dan pak het op bij wat ik denk dat het is. Skippybal 13 liet lang op zich wachten en nummer 26 was ik het even kwijt. Na een kilometer of 3 krijg ik een slag te pakken met water scheppen. Dat heb je met die oude dieseltjes zoals ik: die moeten even wennen en dan kunnen ze pas. Ik ben warmgedraaid en nu ga ik eindelijk mijn hele hand ontspannen. Laat er geen misverstand over bestaan: mijn armen voel ik wel, maar ik hou dit nog uren vol! Nu ik echt het water pak voor mijn gevoel, trek ik me nog harder vooruit. Ik hoeft nauwelijks nog rekening te houden met de ademhaling, alles gaat vanzelf. Ik heb 40 skippyballen bij elkaar verzameld! Dat is toch te gek zeg. En dan heb ik er 4 kilometer op zitten. Ik ben net een uurtje bezig! Ineens wordt mijn jubelstemming verstoort: ik ben er. Nee! Ik wil verder, langer, nog een kilometer! Maar ik zie het tentje en het ponton waar we op moeten klimmen. Het trapje op klimmen het water uit is net zo eng en moeilijk als het water in springen vanaf de boot. De zon schijnt weer. Ik ben euforisch dat ik dit heb gedaan. Wat was het fantastisch! Ik heb maar een klein uurtje gezwommen en daar ben ik samen met de afstand teleurgesteld over. De badmuts en de chip geef ik terug en ik doe snel mijn pak half uit. Dat hoeft niet, maar het lukt. En dan zie ik RW het ponton op komen. Ik pak snel mijn tas en mijn telefoon en zet haar op de foto.

Zij was op het einde wat misselijk en komt het ponton afgetold, maar met beide benen op de grond is ze snel weer bij positieven. Ik ben verbijsterd dat ik een paar minuten sneller was! Ik heb natuurlijk meer ervaring met open water zwemmen. Ze heeft naast me gezwommen bij de paarse skippybal (de vierde of de vijftiende?), maar ik heb haar niet herkend. We kleden ons om en mijn badpak vergt een sopje, maar ik ben echt blij dat ik gedaan heb. Om de overwinning op mezelf van water-angsthaas naar schepeendje. Ik heb 40 skippyballen geteld. Natuurlijk moet ik weten hoe ver ik van het werkelijke aantal af zit en ik vraag het na. Heb ik ze allemaal geteld! Ik ben trots op mezelf. Note to me: tel de gele bollen in de triatlon ook maar en blijf water scheppen!

29 augustus. Fietsen ?‍♀️ ?‍♂️?‍♂️ door weer ? en wind ? om te eten ? .

Het voedingsplan moet getest. Op de fiets moet ik elke 12 minuten (!) 100ml drinken. Ik heb uitgemeten dat dat voor mij 5 slokjes zijn. En ik heb de stukjes van de bananenreep in folie gewikkeld. Nadeel is dat het vandaag een prutdag is qua weer. Ik wil om 15:00 thuis zijn voor de F1 race, dus het moet in de ochtend. Ik moet drie uur fietsen, Vincent anderhalf en we gaan samen het eerste stuk doen om de Oostvaardersplassen. De wind is behoorlijk en komt van opzij en het regent al als we wegrijden. Dan zijn we maar meteen nat. We beginnen wind tegen, maar dat is niet zo erg. Wind vanaf het Markermeer en dan heel hard, dat is pas erg! Je ligt de hele tijd schuin op de fiets en snelheid maken is een illusie. Ik vind het hartstikke eng. Langdurig eng. En dan de bidon pakken om te drinken! Het fietscomputertje geeft geen auditief signaal, dus ik moet het nu maar even onthouden met elke 12 minuten. Een stukje reep lospeuteren is helemaal griezelig tot en met. Laten we dit alsjeblieft niet hebben op de triatlon! Dan is de ramp compleet voor mij. Vincent fietst dapper voor me uit. De reep en de sportdrank geven me welke elke keer een energieboost. Leerpunt 1: markeer 100ml, zodat ik weet hoeveel ik drink in plaats van vage slokken tellen. Ik ben al zeiknat, maar de regen voelt als hagel. Het wordt ook wel weer droog. We zien groepen andere fietsers. Kwartet van fietsers hebben we sneller dan we dachten. Voor Vincent is het ook een aanslag. Aan het einde van de dijk doen de armen en linkerhand pijn van het tegenduwen. Dan de Knardijk op. Nu hebben we wind mee en ik stuif er vandoor. In mijn roze opvallende jasje.

En weer drinken en weer drinken en weer drinken. Het is van drinkmoment naar drinkmoment. Ik heb een gel te weinig voor het eerste uur. Vincent vraagt me of ik echt wil blijven fietsen. Nou, ik was liever in bed blijven liggen, maar dit is ook trainen en als het toch rotweer is de tiende bij de triatlon, dan heb ik het nu maar vast gehad! Hij fietst naar huis en een warme douche.

Ik ga naar de Doddaarsweg en heb daar wind mee. Ik zie iemand tegen de wind in beuken, maar ik herken deze dame aan haar fiets en helm en zij kan dat wel. Ik ga liggen en neem zoveel mogelijk wind mee. En drink. En eet. En drink. Ik denk niet dat ik het hele rondje kan doen. Ik hoeft maar 3 uur en ik heb straks weer zijwind op de dijk. Het moet ook niet. Ik heb Vincent al een lege bidon meegegeven en ik ben aan de tweede bezig. Inmiddels moet ik natuurlijk plassen. Lastig. De regen is gestopt, maar door mijn bril zie ik nog steeds niks. Die staat halverwege mijn neus, oncharmant te wezen. Ik fiets langs het Horsterwold en ik zie niets of niemand anders. De Winkelweg op. Ineens 4 auto’s en een fietser en ik moet nodig plassen, maar dat hoort bij deze weg. Oefenen nog maar een keer? Helaas heb ik geen bidon water bij me. Leerpunt 2: altijd water meenemen. Ik mis een brokje eten! Potdikkie, ben ik die kwijt. Ik blijf drinken. Dit stuk is altijd saai en afzien. Tegen de wind in vind ik minder erg dan van opzij. Ik hou er een redelijk tempo in en rij 50km binnen 2 uur. Na de dijk is het gemiddelde omhoog gegaan. Daar is de diesel weer. Ik ga in elk geval niet idioot hard mijn best doen, want het blijft wel een training. Om te eten. Ik neem een gel. Leerpunt 3: zorg voor een plek waar die plakzooi weg kan. Ik doe een plas. Alles wordt er erg vies en plakkerig van. Niet dat het dat niet al was, maar toch. Ik rij wel een paar plassen door. Ik ga illegaal aan het rijden op de weg en de Gooimeerdijk-Oost op. Dan word ik ingehaald door 2 heren! Die moeten ook hetzelfde rondje doen! Ik had al bedacht bij de manege af te slaan en door de stad terug te rijden. Dan hoop ik 75km in 3 uur te redden, maar de stad is lastiger qua snelheid. Ik blijf achter de mannen hangen. Ik zie hun Frysman bidon en we kletsen even. Hein heeft dit jaar en in 2019 meegedaan. 2019 Was zwaarder, antwoord hij op mijn vraag, met mensen die zowat verdronken en veel uitvallers. Ik hou mijn mond. Ik doe voor deze mannen voor de vierde keer een halve in Almere! Zij gaan de hele doen, Hein en Micheal uit Woerden. Dit jaar was Hein bij de Frysman niet lekker op de fiets, dus de omstandigheden waren voor hem persoonlijk niet makkelijker. Dat is het precies! Ik kan wel van alles hopen en verwachten over de halve triatlon, maar hoe ik me voel en het weer; dat speelt mee. Hun tempo ligt net iets te hoog voor me. Stayeren ging wel, maar meekletsen is wat moeilijker. Ik ga toch maar af bij de manege, dan heb ik 3 kwartier voor de stad. Ik wens de heren succes en pik een hoger tempo op op het bochtige fietspad. Het is droog. Er zijn meer mensen met honden en ik herken een hardloper en ik haal fietsers in. Het gaat lekker hard. Goed voor mijn zelfvertrouwen. Ik blijf drinken en wissel de bidons bij het Weerwater. Ik scheur verder. Langs de stad valt het mee, alleen de wandelaars op het fietspad met een telefoon zijn gevaarlijk. Ik ga richting de Leeghwaterplas omdat ik niet over het Spoorbaanpad wil. En dan achter langs de atletiekbaan. Ik ga het qua tijd en qua afstand halen, maar ik plak hier geen loop-koppeltraining meer aan vast. Ik ben te nat. Op het einde begint het weer hard te regenen. Dat spoelt schoon en ik moet mijn fiets toch schoonmaken. Ik heb twee bidons leeg, 1 gel op en 3kwart reep. Nog nooit zoveel gegeten. Ik rijd 3 uur en haal 75km. Ik heb meer gereden dan de F1-autos in België, want door het slechte weer moeten zij de race staken.

Maandag 30 augustus Weer op de ? maar nu met ? en ?‍♀️ daarna

Vincent gaat naar de fietstraining en ik ga ook fietsen. We komen de groepsleider tegen en die vertelt dat ze een rondje Oostvaardersplassen gaan fietsen. Dan kan Vincent zelf naar huis komen. Ik rommel de wijk door en kan niet zo best de weg bepalen. Uiteindelijk fiets ik weer sloompjes tegen de wind in langs de Lepelaarsplas. Op de dijk ga ik naar links, richting Duin. Eerst moet ik wennen aan de zijwind, maar op een gegeven moment ga ik liggen en neem ik de wind mee. Dan gaat het lekker. Meestal durf ik dat niet, maar laat ik het ook eens proberen. Ik moet in een lage hartslag rijden en dat geef ik vandaag maar de schuld. Nu zit ik blijkbaar in een blokje hogere hartslag en ik ga me toch lekker hard!

Erg lekker. Ik scheur voorzichtig helemaal tot Duin en onder de A6 door. Dan moet ik weer rustiger. Een paar mensen fietsen me voorbij, maar ik doe rustig aan. Ik zie nu mijn horloge en hou me netjes aan de training. Dadelijk mag ik weer doorfietsen. Gek genoeg heb ik nu nauwelijks meer wind tegen. Voorbij Almere Haven ga ik weer harder en dat gaat lekker. Ook nu nog halen mensen me in, maar dat moet iedereen zelf maar weten. Ik doe straks bij de wedstrijd mijn best wel!

Ik ga bij de Shell de vaart oversteken en dan ga ik tegen de ondergaande zon in rijden langs de vaart. Ik heb denk ik wind tegen, want het gaat iets minder hard. Intussen eet ik elk half uur een brokje reep en ik drink ongeveer elke 12-15 minuten sportdrank. Ik drink denk ik niet helemaal genoeg, maar het sportcomputertje hoor ik nu wel. Ondanks dat ik lekker muziek luister. Ik rij de Vaart helemaal langs tot ik weer bij de atletiekbaan ben. Ik wil namelijk 50km in twee uur halen omdat ik ook zo lang moet fietsen. Ik red zowel de afstand als de tijd met gemak. Ik heb alleen een beetje last bij mijn kruis, dus met fietsen doe ik de komende dagen even rustig aan. Er zijn nog geen bultjes gelukkig. Het wordt alweer vroeg donker, maar ik voel me verder super en ik ga meteen hardlopen koppelen.

Gewoon even kijken wat er lukt. En dat gaat verbazend makkelijk! Ik loop vooral erg relaxed en het tempo is ook lekker hoog. Misschien went het wel om te eten 😉 Pas na een kilometer of 4 wordt het wat minder. Dan krijg ik wat last van mijn maag en maak ik een kilometer vol in intervallen. Het word dan ook donker, maar uiteraard loop ik de 5 kilometer vol! Tevreden over deze training stap ik onder de douche.

Dinsdag 31 augustus. Een rustige duurloop in een lage zone.

Vijftig minuten lopen. Het klinkt me als muziek in de oren. Deze maand heb ik echt veel te weinig hardgelopen. En dat merkt dit hardloopjunkie! Gewoon hardlopen vind ik toch nog altijd het leukste en gemakkelijkste dat er is. Ik ga een uur na het eten en een uur voor de zon helemaal onder zal zijn. Lekker langs de Oostvaardersplassen richting de dijk (al zal ik die niet helemaal halen). Heerlijk hobbelen zonder moeite en alleen de hartslag laag houden. Ik heb in de belt 2 gels meegenomen, maar geen water. Beetje jammer, maar ik zit nog vol van het avondeten. Muziek aan en lopen. Ik hoeft amper om me heen te kijken, want ik ken elke bocht. De lichtval is wel prachtig vandaag, maar ik zit in zo’n heerlijk steady hardloopritme dat ik het niet wil onderbreken om een foto te maken. Ik loop ongeveer 6:15 bij een lage hartslag. Dit zou ik urenlang kunnen volhouden. Jammer dat ik de gels niet kan nemen zo. De kilometers tikken weg. Ik ga terug langs de kassen. Ergens zou ik ook wel eens zielig en stoer willen zijn en bewonderd willen worden door jan en alleman. Ik zou wel eens iets geweldigs willen doen. Een enorme overwinning zodat iedereen even voor mij oh en ah zegt. Misschien kan ik eens heel bang zijn in het donker? Ik schrik van een geluidje in de struiken, maar bang krijg je me niet. Is het een idee om nachtblind te worden nu? Maar nee, daarvoor is het niet donker genoeg. Ik doe gewoon wat ik moet doen. Elke training opnieuw. Elke dag weer. Ik train niet idioot veel of idioot hard. Het is allemaal kleurloos ‘gewoon’. aan de andere kant: geen blessures, ik loop met gemak (ook al heb ik het nu wel warm en krijg ik genoeg van de vliegjes) en ik ben tevreden. Ook op mijn werk doe ik gewoon wat ik moet doen dat en dat wordt beloond, want mijn baas is erg tevreden over mijn inzet. Ik doe in het huishouden wat ik doen moet. Elke keer weer. Maar dat is allemaal te gewoontjes. Geen ernstige ziekte op de achtergrond, geen drama’s, geen ellende waar ik-weet-niet-hoeveel doorzettingsvermogen voor nodig is. Ik schrijf erover, maar dat is ook niet al te spectaculair. En ik loop gewoon de ene kilometer na de andere. Vanavond zeker. Misschien is het gebrek aan redenen om te klagen wel gewoon mijn grootste geluk! Ik loop niet in een hoog tempo, zelfs dat niet. Ik ben de hele saaie grijze en tevreden massa. Ik loop 9 kilometer en dan is het eindelijk wel echt donker. Ik ga even plantjes water geven en dan naar huis.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

Van thuis naar huis met Vincent

21 augustus 2021

Km0: Na enige vertraging vertrekken we rond 10 over 9 vanaf de Cornelis Matelieffstraat, Vincent en ik. Met in de rugzak onder andere pleistertjes, zoute stokjes, bandenreparatiespullen, mini-marsjes en water. De route heeft Vincent gemaakt en voor zich op het fietscomputertje. Die volgen we.

Km2: Zo zou ik nooit gereden hebben, over het Spoorbaanpad.

Km4: We fietsen langs het huis van 1 van Vincents vrienden, die zelf 4km van zijn naar ons huis al ver vind. We stoppen hem in onze rugzak. Figuurlijk. Letterlijk zouden we de ruimte missen. We maken een raar ommetje en komen langs Joyce, die we ook in de rugzak stoppen.

Km 8: We laten MBB thuis, maar nemen haar jongste dochter mee in de rugzak. Om het gebaar voor fietsen te leren. Oma uit Hilversum stoppen we er straks bij als we langskomen.

Km14: In het Cirkelbos staan 2 wielrenners die een pauze houden. Ha Anke, hoor ik, maar ik zou niet weten van wie! Een vrouw.

Km15: De brug ziet er mooi uit in de mist. Gelukkig neem ik het op met de GoPro.

Km16: Ze hangen een wiek op aan 1 van de windmolens!

Km17: Checkpoint 1 – De Stichtse Brug – bereikt. De GoPro liep niet. GRMBL. Het ziet er nogal donker uit, zouden we checkpoint 2 wel droog halen?

Km23: We stoppen mensen erbij in de rugzak die een stukje mee mogen omdat ze oké zijn. De coach gaat mee, de trailloper langs wiens werk we rijden in Eemnes en de beste vrienden van Vincent zitten er ook al bij.

Km27: Hier wilde ik altijd al fietsen!! In de bocht tussen de A1 en de A6. Vincent heeft dat met deze route geregeld! Pluspunten! En het ruikt er naar het hooi wat versgemaaid wordt. Route om te onthouden.

Km31: Deze rotonde is nu altijd gelinkt aan DR die Vincent in zijn rugzak heeft gestopt. Sorry dat hij je zwemkwaliteiten niet goed inschatte, maar verder ben je van harte welkom bij onze club!

Km34: Achter Groeneveld en voor Lage Vuursche: onverhard fietspad. Het is mooi, maar onpraktisch. Kost wat meer energie als er werkelijk in de rugzak aanwezig is. En het drukt het tempo.

Km37: Lage Vuursche, ook via een slechts halfverharde fietspad langs de enge weg. De zon schijnt inmiddels.

Km42: Een onverhard pad achter de Tango wat ik niet kende vol kuilen! Mijn bidon hobbelt eraf en die pakken we op.

Km44: We volgen een fietspad, de onverharde paden wil ik even niet meer. Een minder gezellig momentje, want Vincent is boos op zichzelf dat hij de onverharde paden heeft uitgezocht en ik ben boos op mezelf omdat ik het wist en toch liet gebeuren.

Km47: Een spoorwegovergang. Die gaan we bij elkaar kwartetten! De drempels hadden we al te snel binnen, dus die doen we niet meer.

Km49: Checkpoint 2 – Vliegbasis Soesterberg. Droog gehaald, maar de GoPro wil niet aan. Even later gelukkig wel en zo fietsen we langs de bunkers

Km50: HOOGTEPUNT: Over het breedste pad van Nederland. Superasfalt. Geschikt om te vliegen. Over de oude start-landingsbaan van Soesterberg. We genieten volop.

Km56: McDonalds Huis ter Heide. “Jullie hadden bij de Vuelta moeten zijn”, wat vind de meneer zichzelf grappig. Vincent geniet van de auto’s: Ferraris en Audi’s met nummers erachter. De frietjes ziet hij amper. Ik eet bolletjes en een smoothie. De bidon van Trispiration blijft achter in de vuilnisbak, de bidonhouder houdt het niet. De GoPro bijladen werkt tijdens het fietsen ook.

Km60: We weten dat dit moeilijk is, want de route pakt het tussen de 2 Macs niet goed. De route volgt dan niet de wegen, maar zet rechte lijnen tussen 2 punten en dan moet Vincent er zelf de weg bij zoeken. In Drenthe ging dat wel goed.

Km63: Een woordslang met eten en drinken. Wat een goed plan! Maar het gaat een beetje met horten en stoten soms. Naast ‘noten’ komt er weinig zinnigs meer met de N. Eigenlijk is het een dom idee met een altijd-hongerige puber. Het helpt niet.

Km66: We zijn in een dorp. De route is vaag. Linksom, rechtsom en weer een dorp.

Km69: Eierkoek – kaas – stroop – pindakaas – sinas- (weer een s!) split – taco – (een O, hoe dan!) – Orange juice – weer een e…..

Km72: Een ander dorp. Ik weet niet meer hoe de dorpen heten. De route zegt telkens een u-bocht te maken. Verwarrend, want waar gaat de u-bocht heen dan? Naar de route terug of naar de plek waar we de route verlieten?

Km74: Hier waren we net ook! Dit is dezelfde AH, dezelfde kerktoren! Waar we zijn weten we niet en we stoppen om op de telefoon te kijken. We zijn in Driebergen. Voor de derde keer (wat een geluk dat het geen Vierbergen heet). We gaan nu langs de grote weg naar Doorn fietsen en dan naar Langbroek. Daarna naar het pontje in Beusichem. De route kan de pot op.

Km76: Stilte. Je mag wel eigen tempo fietsen hoor mama, zegt Vincent. Stilte. Al een hele tijd onderweg en we zijn er nog lang niet. Stilte. Sorry, zegt Vincent. Vanwege de route. Maar na 15 keer ben ik ook wel klaar met sorry. Stilte. Eten willen we niet meer aan denken. Het rugzakje zit ook vol. Vincent eet winegums.

Km81: In Langbroek nog een keer kijken op de telefoon. Beusichem is nog ver weg en 2 keer het water over. Cothen moeten we aanhouden. Het is nog 9 kilometer naar het veerpont. Niks aan te veranderen.

Km83: De sluizen bij Wijk bij Duurstede. Imposant!

Km88: Een mooi weggetje onder de dijk langs.

Km89: Ineens staan we voor de veerpont! Het is er druk en onrustig. Zowel op de pont als op het water als even doorgeven dat wij vandaag wat later zijn als betalen als een foto maken…

Km95: Een lange rechte weg waar gewerkt wordt. Recht. Saai. Mega saai. Langdradig. Hier doortrappen doe je alleen maar op karakter.

Km102: Ik hoopte de MacD aan het einde van de weg te vinden, maar het was Buurmalsen. En Geldermalsen. Met de plaatselijke jeugd. En na Geldermalsen 2 slome gewone fietsers die we niet goed kunnen inhalen. Dan gaan we nog best hard!

Km106: Weer een rechte weg! We pakken nu de meer doorgaande wegen dan eerdere jaren. Wel zo makkelijk, iets minder uitdagend. De Betuwe schrijf ik af. Ik ben klaar met fruitbomen.

Km107: Ik roep: naar links! Nee, zegt Vincent, rechts. De McDonalds is rechts, we gaan niet de brug over. Hij heeft gelijk.

Km108: McDonalds 2 bij Waardenburg. Ik neem een hamburger en vergeet een Fristi. De coach heeft ons succes gewenst, wat schattig is als je bedenkt dat hij drie keer per week de honderd kilometer fietst in de helft van onze tijd. Vincent denkt erover te stoppen bij Vught. Het is nog zo ver! Ik smeer me nogmaals in. We laden op wat we aan apparaten bij ons hebben.

Km111: De brug over de Waal. Het blijft indrukwekkend en groots. En lawaaiig van de autoweg.

Km113: Ik kom het dijkje bij Zaltbommel net niet op en val net niet om. Intussen draait de sjieke meneer zich om; hij kijkt liever naar de fiets van Vincent dan naar het water. Gelijk heeft ie!

Km116: Tussen Zaltbommel en Gameren langs het water over een dijk. Ik vind het geweldig, Vincent vindt het een ommetje. En we korten nog wel in!

Km118: Gameren – Kerkwijk – terug op de route. Het is een mantraatje geworden om een stuk af te snijden. Rechte weg en de route pikt het netjes weer op. Nu volgt de route de wegen weer. Goddank.

Km122: Weer een lange saaie rechte weg. Wie wil hier nu op de camping zijn? Ik zie geen blikken symphonie-orkest, geen lange stoet, geen groene hemel hier in het Land van Maas en Waal. Zingen mag ik van Vincent achterwege laten.

Km127: De Maas over bij Hedel op de brug waar je misselijk wordt.

Km132: Toch kermis in Den Bosch! Maar dan bij de Brabant Hallen in de verte. Over de gouden brug. Den Boch is altijd een ramp om doorheen te fietsen met alle onrust in het centrum.

Km134: We laten het station links liggen! Het drukke centrum ook! Het fietspad is breed, vlak, heerlijk en leeg. Dikke pluspunten voor de route deze keer! Wat een verademing.

Km136: Den Bosch ligt zonder moeite achter ons! We krijgen er weer een beetje energie van. We zijn al in Vught. Het eerste het beste bankje is voor ons. Vincent zijn benen zijn moe, maar zijn hoofd nog niet helemaal. Hij is bang dat hij mij ophoudt, maar dat valt wel mee. Rob is nog niet onderweg, dus nog 44km fietsen is net zo aantrekkelijk als nog anderhalf uur wachten. We (vr)eten mini-Marsjes (VdB), eierkoeken (AdB) en zoute stokjes. We legen nog een bidon, want mijn andere bidonhouder is er ook mee opgehouden.

Km139: Wat een stoere jochies met vreselijke herrie op hun speaker. In the end is het bijhouden van Vincent onmogelijk, sukkels.

Km140: Vlucht uit Vught.

Km145: Weer een saaie lange weg. Deze keer in Brabant. Nederland ligt best vol saaie rechte wegen.

Km149: Haaren. Nooit van gehoord. Maar ik kom deze kant ook zelden. Ik vind Tilburg wel dichtbij liggen. Als ik op de bordjes kijk.

km151: Bingo 2 met spoorlijnen binnen! De jackpot! ? 2 Keer Bingo!

Km154: We zijn op de Kampina, een natuurgebied vol echte bossen. Veel campings en restaurants, maar dat snap ik wel. Een erg mooi stukje van de route. Pluspunten stijgen weer boven de minpunten van Driebergen uit.

Km156: Vincent vertelt en het tempo ligt mij nu eens een keer wat te hoog!

Km161: Half 7 Oirschot. Op dit tijdstip zouden we nog een keer rusten en ‘picknicken’. In een bushokje. We bellen Rob die ook onderweg is. Ik app mijn moeder dat ze nog langer moeten wachten met friet eten. We kijken op de kaart of de Wintelresedijk verhard is, maar ik vind het te twijfelachtig. We zullen de Eindhovense Dijk langs gaan.

Km163: Allebei moe. Dan worden simpele dingen lastiger: het water over en dan naar links. Maar zitten we goed? Kijken we nog een keer, mama, vraagt Vincent. De actie die daarbij hoort is lastiger uit te voeren. Stoppen, telefoon pakken en zoeken. We doen het toch maar en verzinnen hoe we de Eindhovense Dijk wel op komen.

Km166: De Eindhovense Dijk is anders dan de Oostvaardersdijk. Rottig fietspad. Punt voor Flevoland. Saai. Gelijke punten. Recht. Gelijke punten. Teveel bos en geen water. Geen wind. Eindeloos. Geen andere fietsers. Maar het grote pluspunt: Een bord met ” Pas op voor overstekende Tanks” zul je op de Oostvaardersdijk niet tegenkomen!

km168: OMLEIDING. Gevedu. Het andere fietscomputertje is gestopt tijdens het bijladen bij mee MCDonaldsen daarstraks, maar ik heb hem stug elke keer weer aangezet. “55 kilometer” meld ik blij als het apparaatje piept. Ik ben droog en grappig schijnt het.

Km170: Via de omleiding komen we op de goede brug waar we in april hebben hardgelopen. We herkennen het!

Km171: Het fietspad waar ze geen rechte lijnen konden trekken

Km 173: Langs het vliegveld. We zien de vliegtuigen en de terminal ook. Vincent vind het prachtig. Ik ben aardig moe. Mijn benen en ik – allebei.

Km175: Weet jij waar we zijn, mama? Veldhoven. Meerhoven. Maar meer kan ik er ook niet over zeggen. We volgen het grote fietspad maar.

(Vincent: mama was verdwaald!)

Km176: Daar in dat park hebben we gerend, laten we die weg nemen, dan komen we ergens uit! Bedenken we bij het stoplicht. Denken gaat wel wat minder geolied.

Km177: Zeelst! Ik herken het! Kinderkopjes, ach wat. Het is al half 8 geweest.

Km 178: Zo ver heb ik nog nooit gefietst. De Frysman was korter.

Km 178,5: Vincent mist een afslag. Hij wil mij vast aan de 180 helpen.

Km 178,9: We rijden voor langs, nee, achterom, nee, hier afslaan, nee, nu rij je de wijk om: wie wil waar heen?!

Km 179,2: Vincent is er! Mijn moeder en Rob wachten ons op. Ik moet de 180 nu volmaken!

Km 179,9: Het blokje om de huizen waar ik leerde fietsen. Nooit had iemand mij kunnen vertellen dat ik ooit-ever-eens 180 kilometer zou fietsen het paadje in.

Km 180,2: Done! De verste fietstocht ooit. 8 Uur over gefietst, 11 uur over gedaan.

Mijn vader moet de friet halen. Ik heb mijn loopschoenen de hele tijd bij me gehad. Nu gaan ze aan. Al is het maar voor heel even.

300m: oke, dit kan ik…. Pa bestelt net. Het hoeft maar voor 2 kilometertjes.

500m: Het Mariapaadje. Hier wilde ik zijn. Het leek vroeger verder weg!

700m: De nieuwe bakker. Wil iedereen uit mijn buurt blijven.

900m: Die meisjes snappen er niks van. Net zagen ze me rondjes fietsen, nu rennen.

1km: In 5:20?????? WTF.

1200m: Langs het restaurantje. Daaaaaaaaag

1300m: Het potje moet altijd helemaal leeg bij mij. Ik kritiseer anderen die niet lopen na hun geweldige fietsritten, dus ik moet het wel zelf doen!

1400m: Het is best warm eigenlijk. Geen last van gehad vandaag. Tot nu.

1600m: De kerk slaat 8 uur.

1650m: Pa is nog bij de snackbar.

1800m: Voor het huis langs

1900m: Door het paadje, langs de achterdeur. Stukje omhoog. Boe zeggen tegen de meisjes. Voor de zoveelste keer. Ze merken mij nu pas op.

2km: In ruim 11 minuten. Ik wandel nog even de straat door.

Nu moet ik patat eten en cola drinken!

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2021-24 Door voor de Duin Tri OD

Maandag 9 augustus. ? in ??

Tijdens de Trail de Fantomes hebben Vincent en ik getwijfeld: wat is zwaarder, deze trail of shoppen… Ik hou het bij shoppen. Dus wat gaan we doen op deze vrije maandag? Shoppen! In een hypermarche in België. Dat is dan wel weer leuk… En vermoeiend. Naar huis reizen en opruimen ook. Dat is genoeg voor 1 dag. Mijn bovenbeenspieren zijn op zijn best gezegd ‘gevoelig’ van de uitdaging.

Dinsdag 10 augustus. Uitlopen ?‍♀️ ☀️ ? ?

Nog steeds ‘alleen’ op het werk. Aan de telefoon ben ik de eerste opvang. Ik heb het idee dat het maandag is en ik schiet lekker op. Tussen de middag ga ik hardlopen. Heel rustig. Lekker solo. Dan kan ik mijn eigen (non-)tempo bepalen. 3 Kwartiertjes. De meest gebruikelijke route langs de Oostvaardersplassen. Het blijkt eigenlijk behoorlijk warm. De eerste kilometer gaat lekker. Ik loop prima en heerlijk rustig. De tweede kilometer gaat ook goed, maar ik laat de berg voor wat ‘ie is. De derde kilometer ga ik onverhard; dat hoort bij het rondje. Goed idee, maar nu overvallen de hitte en het terrein me wat. Ik zwak iets af, maar geniet van het mooie wijdse en vlakke terrein wat me zo bekend is. Fotootje van de paardjes en de schaduw.

Kilometer 4 laat te wensen over. In alle opzichten. Ik heb het te warm, te langzaam, te zwaar en vooral te dom om een overwoekerd en extra zwaar onverhard pad te pakken! Er is veel gras, ongelijke ondergrond en de hitte stijgt op uit de omgeving. Ik wandel zelfs maar even om de hartslag een beetje in het gareel te houden.

Beetje onhandig. Maar niet dat ik dan naar het asfalt ga. Helaas. Er is een nog zwaarder pad wat korter is. Ik hobbel gewoon verder. Op het asfalt ga ik de brug weer over. Had ik al bedacht dat ik op het warmste moment van de dag loop? Toen ik daar liep pas eigenlijk. Om een zelfs mij onbekende reden loop ik ook nog door het park terug én maak ik 7 kilometer vol. Dat past binnen de gestelde tijd en de gemiddelde tijd is ook nog eens net aan binnen de 7 minuten. Maar moe ben ik er wel van! Ik doe ‘s avonds netjes de krachttraining. En het strijken. En luisteren naar de coachcalls. Met de spierpijn had ik eigenlijk niet moeten gaan lopen, maar tijdens het lopen heb ik er geen last van. Wel tijdens traplopen. Ik denk eigenlijk altijd dat die coaches de Trail de Fantomes onderschatten, maar ik krijg hen niet aan het verstand gepeuterd dat het nou eenmaal niet zo goed past tussen de wegwedstrijden in de polder.

Woensdag 11 augustus. Fietsen rond de Plassen met zin in het afvoerputje

Ik moet fietsen. Met de nadruk op moet. En dan niet een uurtje een beetje trappen, maar 2 en een half uur. Minimaal 2 uur dus. Mijn zin ligt in het afvoerputje. En de zon gaat vroeger onder, dus ik moet ook nog eens bijtijds weg. Vincent hoeft maar een uurtje (geluksvogel) en hij gaat het eerste uur met mij mee. Langs de Noorderplas. Ik zal doorgaan langs de Oostvaarderplas. Het is heerlijk fietsweer. Windstil, niet te koud en niet te warm. Mijn zinnetje komt het putje niet uit. Helaas. Ik fiets gewoon maar. Vincent is gelukkig het zonnetje op de fiets! Ik heb weinig te kletsen en te vertellen (vandaag schoot het werk totaal niet op) en ook geen zin in een spelletje. Op de dijk gaat het tempo wat omhoog. Gek genoeg komt het niet in me op om met Vincent mee terug te fietsen. Ik blijf op de dijk tot Lelystad. Liggend op de fiets. Mijn enige gezelschap is nu nog verveling. Ik lees het boek over de Barkley Marathon en dit is niets meer of minder dan een mind-training. Je hoofd overwinnen. Daar ben ik goed in. Ik droom een beetje weg en spurt de Knardijk af. Soort van spurt dan, dat moet je ruim zien! Ik zou de 50 kilometer wel willen halen, dus het tweede uur (over de dijken) moet ik wat goedmaken van de stad. Ik zie de ondergaande zon. Als ik zin zou hebben en de omgeving nieuw zou zijn geweest, was ik echt enthousiast geworden! Maar nu effe niet. Ik stop ook niet meer voor een foto. Vandaag fiets ik door. Ik ga door het Kotterbos en dan moet ik en nog verder fietsen om 50 kilometer te halen en ik moet nog langer door om 2 uur te halen! Ik fiets om via het Oostvaarderscentrum en achter de wijk langs. De 50 kilometer haal ik binnen 2 uur zonder moeite en uiteindelijk fiets ik 53 kilometer in ruim 2 uur. Gedaan. Getraind.

Donderdag 12 augustus. Zwemmen in het Henschotermeer ?

We gaan lekker samen buiten zwemmen, Vincent en ik. Om een extra provincie te scoren voor Trispiration en omdat het een hartstikke leuke plek is, gaan we naar het Henschotermeer. Ik weet nog dat ik daar supertrots was op mijn eerste rondje! Nu ga ik een paar rondjes doen. Vincent moet zwemmen aan rennen koppelen. In een trisuit natuurlijk. Het Henschotermeer is niet diep, dus niet koud. Nou! Voor het eerst ever-ever vind IK het koud. Vincent niet, maar ik! Ik vind het water koel en moet er echt even doorheen komen. Zou dat vermoeidheid zijn? De bovenbeenspieren voel ik nog steeds, dus ik neem een achtje mee.

We gaan zwemmen. Vincent loopt meer dan dat hij zwemt. Ik doe kalm aan. Heb de tijd. Navigeren is hier mijn ding niet. Het zicht is ook niet zo best. Onder het brugje door en dan maant Vincent me opzij waar het dieper is. We zwemmen zonder boei en dat kan prima, maar onze spullen liggen nu onbeheerd. We zwemmen een stukje verder en dan onder de andere brug door. Even verderop is het zo ondiep dat je niet meer kunt zwemmen. En ik kwam er al slecht in! Van Vincent moet ik om de tassen heen lopen als we rond zijn. De kilometertijd is niet om over naar huis te schrijven. Gelukkig mag ik een uur zwemmen! Ik leg het achtje weg en ga alleen nog een rondje zwemmen, terwijl Vincent zal hardlopen. Zonder achtje vind ik tegenwoordig fijner zwemmen. Ik herhaal: liever zonder dan met achtje.

Ik ga gestaag door. Echt moe word ik er niet van, maar echt snel ga ik dan ook niet. Ik ga nu tegen de richting in. Loop over het ondiepe stukje (ritme weg) en onder de brug door kan ik weer zwemmen. De ondergaande zon is erg mooi. Ik zwem lekker en kom in een soort van ritme, al is het geen wedstrijdtempo. Gewoon slagen maken. En bedenken hoe leuk het is dat ik hier nu met minder moeite 2 rondjes zwem. Het volgende brugje is wat verder voor mijn gevoel en na de brug is het een beetje minder lekker. Ik voel vermoeidheid. Niet speciaal in mijn armen of benen of dat ik trek heb, maar algemeen wat moe. Ik doe wat vaker schoolslag. Dan de hoek om en in de verte speelt Vincent. Ik haal 2000m.

Nog een rondje gaat het zeker niet worden, maar ik wil van de brug gebruik maken om mijn zwemslag te zien. Vincent kan dat een keer filmen. Dus ik ga nog even verder. Was die brug ook zo ver weg?! Ik ga 1 op 3 ademen. Daardoor verandert de hele zwemdynamiek. Ik weet niet of dat ten goede is, maar het bevalt me wel. Vincent maakt plaatjes van de zwemmer bij ondergaande zon. Onder de brug door en dan ga ik weer terug. Dat is echt harken inmiddels.

De tassen lijken nog veel verder weg dan de brug was. Alle zin is ook verdwenen. Uiteindelijk kom ik een soort van zwemmend-wandelen na 2600m weer terug waar ik begon een dik uur eerder. Het is stil geworden en de zon gaat prachtig onder. Een vakantieplaatje!

Vrijdag 13 augustus. ? De Grote Trap op, Rondje Wold en de Grote Trap weer af. ? ?

De kat heeft verkeerd gelegen, of ik, of allebei; maar de spierpijn is aan de linkerkant toegenomen! Mijn knie doet ook pijn. En ik ga weer fietsen. Manuel gaat met me mee. Dan mag hij niet zo hard. Ik mag ook niet hard namelijk. Na 2 kilometer verzucht Manuel al dat hij alleen nooit gegaan was als hij wist dat het zo hard waaide. We gaan door het Kotterbos en dan de Grote Trap op. Of af. Maar eerst ‘op’ denk ik. Of over? ?‍♀️ We kletsen wat en trappen gewoon maar. Ik probeer op de cadans te letten maar dat helpt niet. Ik let wel goed op de voeding. Ik drink uit de bidon. Veelvuldig. Er zijn weinig andere fietsers. Dat zal door die wind komen. Volgens mij heb ik altijd wind! Aan het einde van de Grote Trap gaan we richting het Horsterwold. Over een fietspad wat voor mij nieuw is, al weet ik wel waar het uitkomt. Ik ben bijna teveel bezig met drinken op de afslag. De brug over en dan gaan we het Horsterwold in. Ik wil linksom de ronde maken. Precies hoe weet ik niet. Bos, bochten en een iets lager tempo. Ik denk dat we de 50 kilometer binnen 2 uur wel zullen halen. Ik eet een halve reep op! Ik herhaal: ik eet een reep! Jaja, het wordt nog ooit wat met dat eten onderweg. De route is een beetje gokken, maar dat vind ik net erg. Het komt vast wel goed. De zon is gaan schijnen intussen en het is -op de wind na ja- lekker weer. We komen op de Flehite weg en de Winkelweg en dan rijden we naar de stoplichten toe. Dat bevalt me wel: weinig bochten en brede weg. Volkomen duidelijk! We gaan de Grote Trap weer af. Als we daarstraks op zijn gegaan tenminste. Nu met wind tegen. Of eigenlijk van opzij. Officieel. Duidelijk merkbaar. Zelfs voor mij! Ik vind het afzien. Dat het opzij is. Van voor kan ik tegen vechten, maar de zijkant maakt het allemaal instabiel op die lichte fiets. Treetje voor treetje gaan we die Grote Trap af. Ik heb altijd gezegd dat omhoog zwaar is, maar afdalen nog veel moeilijker! Aan het einde van de Grote Trap gaan we naar links. Dan hebben we een soort rondje aan beide kanten. Recht tegen de wind in vind ik niet zo erg. Dat is kop omlaag, liggen en en hard trappen, dan ben je sneller klaar. Kop over kop. Nog 1 fietspad onder de a6 door met zijwind en weer redden we 50 kilometer binnen 2 uur. We moeten nog naar huis en rijden weer langs het Schanullekesluisje. Ik fiets keurig ruim 2 uur met een gemiddelde van 25 kilometer per uur. Nu moeten al die andere mij toch eens uitleggen hoe zij zo gruwelijk hard fietsen op dezelfde ochtend. Manuel fietst normaal ook sneller, maar nu krijgt de wind de schuld. Mijn trage tempo geeft me zo weinig vertrouwen voor de wedstrijd. Dan ligt het tempo wel hoger gelukkig. Ik doe ook nog een rondje krachttraining, maar vandaag ben ik erg moe van alles. Gewoon moe. En mijn linkerbeen is ook nog steeds moe.

Zaterdag 14 augustus “Relext” zwemmen

Samen met RW ga ik zwemmen in het open water. Dit is onze laatste kans voor we eind van deze maand aan de Rijntocht beginnen. Ik zie er een beetje tegenop, want ik weet dat rust ook belangrijk is. Maar ik moet van de trainer heel “relext” zoals hij het schrijft.

RW is toch sneller. Om 2 uur hijsen we ons in wetsuits en dan gaan we van boei naar boei. Zo zonder druk en moeite zwem ik echt heerlijk. RW heeft last van vaseline op het brilletje. Dat krijg je er nauwelijks af. Bij de boeien wachten we op elkaar. Van rode boei naar een andere rode boei en dan onder de brug door naar de volgende boei. Ik ga gewoon echt kalm. RW zwemt de grotere bogen. We gaan om het eiland heen. Er zijn veel golven. Ik kan er wel tegen, maar het tempo is ook navenant. Er zijn ook veel plantjes. We horen en zien de kermis. Het is redelijk druk met bootjes, terwijl het op het strand juist heel rustig was. Na het eiland krijgen we wind en golven mee. Echt harder gaat het niet, maar soepeler wel. Er is ook meer herrie van de kermis te horen. We blijven redelijk bij elkaar elke keer. Weer terug van boei naar boei, onder de brug door en naar de andere boei. RW zwemt meer dan ik, maar behalve dat ze ook wat meer omzwemt, is haar horloge ook minder rechtlijnig. Ik zwem 2250m bij elkaar in een krap uurtje en ik ben er tevreden mee. Dat was heel erg relaxed!

15 augustus Duin Triatlon OD ?‍♀️ ?‍♀️ ?‍♀️

Er lag geen enkele druk op (behalve misschien een trainer die ‘verras me’ had gezegd in een onbewaakt ogenblik), maar toch sliep ik niet zo best. Ik wilde me niet vastleggen op een tijd of wat ik na anderhalf vrijwel wedstrijdloos jaar in de koker heb zitten. Ik heb een nieuwe fiets (een snellere?), een andere wetsuit (kan die ook snel uit?), veel getraind (is het niet te krap op de Trail des Fantomes?), toch weer een jaartje ouder (vergeet je dan meer met wisselen?!) en ik heb een paar kilo over. Dat alles bij elkaar maakt me toch onrustig. En dan is om 7 uur opstaan voor mij wat vroeg. Alle spullen lagen al klaar en ook Vincent is klaar voor zijn debuut op de sprintafstand. Met moeite werk ik de verplichte 3 witte bollen met appelstroop weg. Insmeren, TVA-trisuit aan, nog een keer naar de WC en dan rijden we naar Duin. We parkeren de auto en het is een stukje lopen over het graspad. Rob zit met zijn teen. Die heeft een paar weken geen schoen van binnen gezien, die teen en die gekneusde teen vind veel lopen geen goed plan. Anno 2021 moet je eerst door de Corona-check heen. Vincent heeft er een t-shirt bij, dat hebben we lang geleden schijnbaar besteld! Tja, je schrijft je in voor een wedstrijd ergens in december 2020 en dan is het maar de vraag of het uitkomt als de wedstrijd eenmaal plaatsvindt… Snel stickers plakken en dan naar de wisselzone. Erg veel tijd heb ik niet, maar ik weet nog hoe het moet. Gel naar binnen, water er achteraan en dan de bidon op de fiets ; sokken liggen klaar en dan het wetsuit aan. Het valt me mee, maar het is even trekken en doen. Ik krijg nog een tip om mijn koordje onder de badmuts te doen. Ik denk dat de meneer die het tipte geen lange haren heeft, want ik heb het geprobeerd, maar mijn haar vond het minder fijn. Ik ben toch wel gespannen. Zoveel mensen in 1 startvak… Gelukkig hoeft ik niks van mezelf en weet ik inmiddels dat het afhangt van de vorm van de dag in welke tijd je gaat finishen. In tussentijd moet ik er maar (zoveel mogelijk) van genieten. Even inzwemmen en ik vind het weer niet warm, maar het water is erg lekker. Een korte briefing en dan hoppa- go! Steentjes voor me onder water. Jakkes. Ik glij uit en donder het water een beetje in.

Plekje zoeken en rustig gaan zwemmen. Dat lukt mij meestal prima. Van gele bol naar gele bol. Geen haast, maar kalmte voel ik in het water. Het zal me wat! Ik let op de insteek, haal moeiteloos 1 op 4 adem en doe mijn ding. Zo simpel is het. Ik geniet van het water en dat ik kan zwemmen. Geen paniek, geen gedoe, geen stress. Dat is winstpunt 1 van de dag. Gele bol, die meneer zwemt schoolslag, volgende gele bol. Ik laat me niet gek maken of ik laatste lig en hou mezelf vooral onder controle.

Rond de grote witte puntige boei. Even een stukje meer aan de buitenkant zwemmen om uit het gedrang te blijven en dan weer terug. Daar word ik misselijk. Dat is totaal nieuw! Geen idee waarvan, maar ik voel me kotserig. De geur van het bootje, de gel, de kleine golfslag? Geen idee, maar ook hierdoor laat ik me niet uit evenwicht halen. Ik zwem hier en met de Frysman vergeleken is dit een makkie. Ik zwem zo lang mogelijk door.

Over het zand lopen en naar Vincent zwaaien en dan snel weer gaan zwemmen om die stenen te ontwijken. Haal ik zwemmend 3 lopers in die met stenen proberen te dealen! De misselijkheid wijkt niet, maar wordt ook niet erger. Gele boei, weer die schoolzwemmer en nog meer zwemmers. Ik ben niet de laatste. Rust bewaren en denken aan de lage insteek. Het wetsuit zit prima. Ik keek net even en ik heb het eerste stuk in dik 15 minuten gezwommen. Wat zou een klein half uurtje mooi zijn! Maar het mooiste is, dat ik hier lig te genieten van de plantjes en van de rust die het zwemmen zonder druk met zich meebrengt. Ik ben al snel weer bij de grote boei en neem nu de korte route. Dan kom ik even lastig uit als we tegen de wind in gaan, die wat aangetrokken is. De golven zijn iets hoger. De schoolslagzwemmer zit me in de weg, maar ik wijk wat uit.

Na een dikke kilometer zal ik dadelijk blij zijn als het eerste deel er op zit. Het gaat iets minder hard. Jammer dat ik me niet zo lekker voel. Op het laatst bereid ik het uitkleden vast voor. Ik zie dat ik iets van 32/33 minuten heb gezwommen. Mooi. Het pak gaat in het lopen al uit – dat gaat goed.

Rob staat netjes bij mijn fiets. Pak uit en sokken aan. Liever nu dan straks voor het lopen. Ook hier in de wissel brengt niks me van mijn stuk. Alleen dat ik me nog steeds misselijk voel en niet wil eten of drinken. Fietscomputer op de fiets klikken (die zat in de schoen) en omdraaien en aanzetten in 1 moeite door en dan het hele eind de wisselzone uit lopen met de fiets. Horloge omzetten, opstappen na de gele lijn en gaan fietsen.

Eerst wind mee. Na de chicane ga ik lekker liggen en gaat het tempo omhoog. Ik heb geen idee wie in welk rondje zit. Ik kijk mensen en fietsen. Wat leuk dat ik hier weer ‘s op de weg fiets. Ik moet er van lachen. Het is zo lang geleden en ook nog zo bekend!

In het keerpunt na 5 kilometer staan mensen langs de kant en ik hoor ze zeggen: ‘kijk eens wat een mooie fiets”. Ik roep dankjewel en ga lachend het stuk terug tegen de wind in beginnen. Tempo iets omlaag en nog meer mensen kijken. Elke keer als ik ZGvG zie moet ik grijnzen. Ik dwing mezelf te drinken. Niet omdat ik me beter voel, maar het moet voor straks. Ik blijf goed kijken naar al die mensen. Ik word veel ingehaald, maar ik doe echt mijn eigen race. En als ik alles rond of boven de 30 kan houden, is dat voor mij uitstekend. De eerste 10 kilometer gaan netjes binnen 20 minuten. Met 2 keerpunten. Ik zie Rob niet, maar die zal met Vincent bezig zijn. Goed hoor, ik moet het toch zelf doen. En weer lekker wind mee pakken! Ik zit blij op de fiets, maar ik ga niet over de kop fietsen. Dat hoeft en mag niet. Als dit het is vandaag, is dit het.

Ik dwing me weer tot drinken. Op het gewone fietspad lopen meiden hard in topjes. Die zijn er voor de heren, wat krijgen wij dames? Ik peddel door en bij het tweede keerpunt word ik aangemoedigd door RH en MH. Eigenlijk moet ik hem eens vragen de fiets af te stellen. Tegen de wind in gaat nu niet meer zo soepel. Drinken! Ik doe mijn best, maar nog niet op de helft en er is even niet zoveel om naar uit te kijken. Bij het vierde keerpunt alweer ontwaar ik ook een knappe jongen voor de vrouwen, dus ik moest hier straks maar weer snel terugkomen voor ie weg is! Ik moet zo om mezelf lachen, maar het helpt me wel aan wat motivatie! En straks start Vincent hier. Ronde 3 pak ik weer op. De misselijkheid daalt ook en ik drink flink. Of ik de bidon leeg krijg weet ik niet, maar het is fijn dat ik me beter voel. Ik trek het tempo wat omhoog en het wordt al iets rustiger op het parkoers. Altijd fijn. Tegen de wind in hou ik me er aan vast, dat ik voor Vincent terug moet en dat is een goede motivatie.

Haal ik het onderste uit het kannetje? Nee, dat niet. Maar vind ik het leuk zo? Jazeker! En wat is het belangrijkste nou echt? Na de chicane zie ik een geel truitje op een rode fiets op me af komen. Het is mijn jochie van 1 meter 70. Hij rijdt vooraan! Mijn topper op kop in een race. Ik mis de knappe jongen, maar nu ben ik extra gemotiveerd door mijn eigen jongen. Rob roept me ook nog na dat hij eerste was bij het zwemmen. Mijn kerel! Ik zet nodeloos de achtervolging in en barst bijna van trots. Mijn tempo blijft daardoor lekker op peil. Ik drink nog meer, maar de bidon is niet leeg. Het is flink zonnig en de wind trekt echt aan. Nog 1 stuk terug en ik heb mijn motivatie gevonden en rij net zo hard tegen de wind in als met wind mee. Nu wil ik het fietsgedeelte graag binnen 1 uur en een kwartier afronden. Dat moet zo’n beetje lukken. Nog steeds niet als laatste.

Ik zie Vincent nog een keer als hij zijn tweede ronde in gaat en hij steekt ook zijn vuist omhoog.

Ik stap netjes van de fiets af en begin de hele lange weg terug door de drukke wisselstraat. Echt een end. Fiets weghangen, helm af, gel pakken en de schoenen zijn al aan. Ik heb geen 40km volgefietst. Wel binnen die 75 minuten. In de wisselzone zet ik het lopen vast aan, want ik wil 10 kilometer lopen voor de Garmin badge. Ik vrees dat niet te halen. Op het aanloopstuk neem ik een gel. Het zal moeten. Ik prop de plakkerige troep in het trisuit. MB fotografeert me. Mijn lievelingssupporter. Al is ze hier voor haar eigen kind.

Ik hoor mijn naam ook vanaf het dijkje van MBB, die coacht voor een ander team. Ik begin te denken dat ik de hele OD triatlon binnen 3 uur moet afronden, maar het lopen zal zwaar worden. Veel zon, midden op de dag en ik voel mijn benen. Al binnen een kilometer weet ik: dit wordt aftellen en niet stoppen met lopen tot je er bent! Heel veel zon, weinig schaduw en het is druk en onrustig. Dat ben ik niet meer gewend! Het rondje is klein. Omhoog en daar in de felle zon is de post. Ik drink al rennend 2 slokken en gooi de rest over me heen. Het is warm. Heet. Dan omlaag en daar komt de misselijkheid een beetje terug. In de wijk moeten we omhoog. Niks vergeleken bij vorige week, maar toen was er schaduw. Dan een klein stukje onverhard en dan staan ze te zeggen dat we de moeten uitkijken bij het afdalen. Haha! Waar is het touw? Een makkie voor me. En daarna het gras ook.

Het hete asfalt vind ik moeilijker. Keerpunt. En dit dan vier keer! De moed zakt me in de schoenen, maar ik ren door. De kilometertijden vallen niet tegen. Schommelen tussen 5:30 en 5:40. Ik wil het onder de 6:00 houden, maar moet zien of dat lukt. Ineens hoor ik: “Ride on, mama” Dat is wat Vincent en ik hadden afgesproken als hij me inhaalt! En daar gaat hij, in een hoog tempo. Waarschijnlijk nog steeds op kop. Ik ren verder. Zon, omhoog, water over me heen, omlaag, misselijk, zon, omhoog is al iets minder soepel, maar ik wil het tempo vasthouden. Zand, omlaag. Ik merk dat mijn spieren nog moe zijn van vorige week. Ik voel ook mijn knieën bij het afdalen. Mijn benen hebben meer moeite met lopen. Het gaat. Maar niet vanzelf. Mijn hoofd is gelukkig weer sterker en dwingt tot doorlopen. Keerpunt. En dan zie ik Vincent die tegen me roept: podium gaat me lukken! Ik denk: je ligt eerste man! Ik zit op 5km en ben blij dat ik op de helft ben. Makkelijk binnen een half uur, maar helemaal noteren in welke tijd doe ik niet. Naast de hitte komt nu de vermoeidheid opzetten. Foute boel. Nu moet ik echt winnen van mijn hoofd en van mijn benen. Die vermoeidheid duidt op een echt voedingsgebrek. Dan is het net of ik zo zou kunnen gaan liggen en slapen. Omhoog naar de post. Het water is op! Nee! De misselijkheid neemt toe. Als ik moet kotsen, doe ik dat en loop ik door, beslis ik. Ik loop het nu uit ook. Ik zie weinig bekenden langs de kant. Er staat een meneer die bij zijn vrouw op de fiets ook meldt erg misselijk te zijn. Ik ben blij dat ik niet de enige ben, maar ik loop door en wil me niet laten kennen. Niet stoppen en niet wandelen. Een mantra door de vermoeidheid, pijn en het afzien heen. Zand, omlaag en vooral niet stoppen! Nog 1 rondje. Nog 1…. 7 Kilometer. Mijn tijd gaat iets achteruit, maar nog niet boven de 6 minuten. Nog 3 kilometer dus, reken ik met moeite uit. Keren. Terug. Zon. Dikke zon. Iets meer rust. Stukje schaduw, heel even. Omhoog. Ik vraag en krijg 2 bekertjes water. Over me heen. Koelen is belangrijker dan drinken. Toch te laat. Ik zie de juf van Vincent uit groep 3 en vertel haar dat die kleine knul de rookierace heeft gewonnen. Ik kan nog wel praten, maar lopen voelt oncomfortabel. Omhoog. Dan maar iets rustiger, maar niet stoppen en dadelijk mag je naar beneden! Het zand ligt in de schaduw. De laatste keer omlaag. Rust voor me op het gras. Ik denk dat ik een betere trail loper ben dan triatleet. Misschien moet ik alleen dat gaan doen, trailen. Ik moet iets bedenken wat ik dadelijk wil eten, maar ik weet niks. Ik voel me niet lekker genoeg om aan eten te denken. Nog een klein stukje, ik hoeft niet meer te keren. Er komen me nog mensen tegemoet met een 100-nummer uit mijn serie! Die moeten nog een ronde langer. Niet stoppen met lopen. De dijk over is bloedheet. Ik vraag mensen hoe laat het is, omdat ik wil weten of het binnen 3 uur haal. Het is ‘pas’ 10 over 12. Gestart om half tien. Makkelijk binnen 3 uur, misschien wel binnen 2 uur en 3 kwartier. Ik ga inderdaad de tien kilometer niet volmaken. Jammer, maar ik zal zo blij zijn dat ik er ben, dat wat korter me niet uitmaakt en zelfs wel welkom is! Daar staan opeens mijn lievelingssupporter en mijn trailheld! Ik lach, ondanks dat ik het gewoon wel zwaar heb. Ik kan zelfs mijn duimen opsteken.

Vincent is eerste, zeggen ze, maar dat wist ik al. Ik zie de finish liggen en juich omdat ik zo blij ben dat ik er ben!

Als ik gefinisht ben zie ik eerst een uberblije Vincent en dan drink ik water. Ik draai me om en zie dat ik er iets van 2 uur en 44 minuten over heb gedaan. Mooi zo.

Ik zet mijn horloge niet uit, want ik moet die 10 kilometer nog volmaken. Dat is nog dik 700 meter die ‘k er straks bij zal moeten lopen. Blij zijn voor Vincent. Trots zijn op Vincent. De volgende binnenjuichen en winegums en spekjes eten. Blijkbaar had ik daar behoefte aan.

Ik vergeet mezelf een beetje. Ben ik blij? Ja, ik ben blij dat het gelukt is. Ben ik trots? Ja, op Vincent, niet op mij. Ben ik kapot? Nee, gek genoeg is dat snel over. Net als de misselijkheid gelukkig. Er ligt wel iemand op de brancard aan een infuus. Misschien wel die man van daarstraks. Ik spreek Vincents juf, klets en we moeten wachten op de prijsuitreiking. We halen de fietsen. Het is druk en onrustig, maar het overweldigt me niet meer. Ik ben wat afgesloten. Door alle commotie met Vincent, vergeet ik mezelf (ook) een beetje. Het is net alsof het gewoon is dat ik zomaar een kwart triatlon doe.

In de wachttijd dribbel ik de dijk langs voor de tien kilometer en dat gaat uitstekend. Ik ben meer gemaakt voor rust en mijn eigen ding dan voor een wedstrijd en prestaties. “Ga je naar huis lopen?”, vraagt MB en dat zou me lukken! Maar ik wil kletsen en wandel direct na de 10km terug. Weinig verrassende winnaars. Ik weet niet zo goed waar ik sta. Dit was het gewoon. Na de 30km trailen vorige week. Ik ben niet tot het gaatje gegaan.

Vincent staat niet op het podium. In de tweede heat van de sprinttriatlon, dus niet in de rookie-race, waren er 3 jongens onder de 23 jaar sneller. Dan legt mijn 15 jarige het af tegen iemand van 20 of 22 jaar. Hij was erg teleurgesteld. Wel gewonnen, maar geen beker. Dat snap ik wel, maar het maakt mij en Rob niet minder trots.

Uiteindelijk ben ik op mijn afstand in mijn categorie vijfde geworden. Net als Vincent in zijn categorie. We hebben vooral veel honger en we zijn door de zon (in verschillende gradaties) verkleurd! Of ik te moe ben, of te slecht gevoed heb weet ik niet, maar ik hoeft niet van de daken te schreeuwen wat ik allemaal gepresteerd heb. Mijn grootste prestatie is eigenlijk dat ik mijn kind inspireer tot grote sportdaden! Ik hoeft alleen maar het goede voorbeeld te geven. En dat heb ik gedaan vandaag.

16 augustus Uitfietsen met een theestop ☕️

Rustig een uurtje fietsen- dat kan ik! Moeiteloos! Ik voel me verder prima, geen spierpijn of ergens pijntjes. Wel wat vermoeid, maar dat is logisch. Ik ga in de avond iets naar SG brengen en dat kan prima op de fiets! Het waait hard, maar het is droog. Ik ga de stad door met wind tegen. Eigenlijk gaat het fietsen prima! Ik mis een afslagje en rij een stukje om. Na 35min ben ik in de Noorderplassen en drink ik thee bij SG. We kletsen. Tegenwoordig gaat de zo alweer vroeg onder! Ik krijg een SMSJe van Rob dat ik nog 25 minuten heb en dan spring ik op. Volgens SG kan ik best via de dijk terug, maar ik vind de wind van opzij wat akelig. Een uitdaging die ik niet uit de weg ga zal ik maar denken. 10 Minuutjes later fiets ik op de dijk. De zon gaat al onder en is prachtig.

De wind komt van links achter, dus ik kan lekker tempo maken en liggen op de fiets. Kan ik ook eens een keer hard! Als ik de afslag naar huis neem heb ik helemaal wind mee en ik vlieg langs de plassen. Dat moet ook wel, want de zonnebril is al af omdat het anders echt te donker is. Ik ben net na zonsondergang thuis en het uurtje uitfietsen kan worden afgevinkt.

Dinsdag 17 augustus. Een lunchloopje met Manuel ?‍♀️ ?‍♂️

Gek genoeg ben ik vandaag vermoeider dan gisteren! Mijn linkerknie trekt een beetje en ik ben onrustig. Ik ga aan het werk en tussen de middag ga ik hardlopen met Manuel. Ik hoeft, mag, wil en ga niet zo hard. Gewoon een soort veredeld uitlopen. Vincent gaat ergens in de buurt suppen en daar wil ik langs lopen. Achter de wijken langs. Het gaat netjes in een tempootje van 6:30, maar al snel lopen we toch weer iets harder. Mijn hartslag blijft onder de 150. Maar niet onder de 140. We lopen te kletsen. Ik kan prima lopen, mijn benen doen het gewoon. Manuel gaat zo nu en dan een stuk op zijn eigen snellere tempo. Ik hobbel gewoon door.

We lopen langs de Vaart en dan vallen er een paar druppels. Het is verfrissend. Ik zie Vincent in de verte in de kano. Ik ga gewoon netjes de drie kwartier volmaken en ik vind het wat zwaarder worden. Over het algemeen. Geen pijntjes verder, maar gewoon wat zwaarder lopen. Als Manuel nog een keer versnelt, vertraag ik juist wat, maar de hartslag gaat niet echt omlaag. Ik loop maar door en door. Uiteindelijk loop ik de 8 kilometer vol. Natuurlijk lukt dat! Er vallen steeds meer druppels. We hebben de regen aangezet denk ik.

Categories: Geen categorie | Leave a comment