2022-07

A Bad Week. Ik ga dan ook niet heel uitgebreid over allemaal trainingen schrijven, want het was gewoon niet veel soeps. Het zit tussen trainer en trainster in en ik heb last van een motivatiedip van jewelste. Het weer is somber, ik ben moe en vooral sportmoe. En dan ook nog die tijd van de maand: een slechte combi. Niet dat ik het niet overleef of allemaal trainingen ga overslaan: integendeel! Maar de zin is heel ver te zoeken en ik voel me nergens goed bij.

Maandag 14 februari. De helft volgens de training, de andere helft ‘zelf’ ?‍♀️

Totaal geen zin: onrustige werkdag met reizen en sociaal zijn. Ik ben sport-moe. Alarmfase 1. Geen zin. Toch doen. Maar ik ruil de dagen om: vandaag een uurtje en morgen anderhalf uur.

Mijn benen zijn weer helemaal bijgetrokken van het lopen, dat is het niet wat er dwars zit. Spierpijn of ‘ergens last van’ is bij mij zelden het geval. Ook nu niet. Mijn hoofd heeft geen zin (meer). En meestal dan zeker niet in binnen fietsen. Weer Watopia. Weer virtueel. Weer hetzelfde geduns met ‘binnen de hartslag’ en ‘cadans hoog houden’. Er is weinig variatie.
Het eerste half uur hield ik mij aan de training en de hartslagzones. Ik word niet moe, ik hou me de hele tijd in en ik verveel me. Het is niet leuk: ik fiets vlak, maar ik kom niet boven de 1,5watt/kg uit. De cadans ligt rond de 80, maar soms ver er onder. De intervallen stellen niks voor en ik zit aan de bovenkant van de zones en net er overheen; inhouden, kalmeren, geen inspanning. Alleen om de cadans hoog te houden soms een beetje. Mijn benen voelen niks. Dat maakt het er niet beter op. Iedereen met minder doorzettingsvermogen dan ik was afgestapt. Maar dat komt in mij niet op.


Het tweede half uur ga ik op inspanning fietsen. Active is dan hartslag 130-138. Lekker. Gewoon doortrappen, maar niet kapot gaan. Dan harder. Hartslag komt rond de 145-147. Ik voel het. In mijn benen. En ik zweet een beetje. Dan 1 minuut hard met een hartslag rond de 150- 155. Dat is doorbijten en aftellen. De rust is eens een keer welkom op ‘n hartslag rond de 126-130. Dat doe ik drie keer en dat voelt goed. ? Ik voel dat ik iets doe. Iets moet presteren. Ik wil drinken in de rust! Weg verveling. Ook al blijft alles virtueel vlak. Mijn inspanningsniveau ligt dan rond de 2.0watt/kg en in hard op 3.0.
Eindelijk het gevoel dat ik een half uurtje getraind heb.


Hoe vaak heb ik de trainer dit intussen gevraagd? Of hoe duidelijk moet dat zijn uit de gegevens dat het eerste half uurtje niks te trainen was? Geen idee of ik enorm vooruit ben gegaan in al die tijd en er sinds oktober niks gewijzigd is of dat ik de laatste weken enorm achteruit ben gegaan omdat ik zwaar onder mijn kunnen heb getraind. De nieuwe trainster is de aanstichtster van mijn ‘eigen’ half uurtje, want die vroeg of de hartslagzones goed staan. I wonder…. Ik ging er van uit dat de trainer wist wat hij deed; maar misschien was dat niet zo. Misschien was het eenzelfde foutje als bij het zwemmen. He, daar baal ik van. Streep eronder, ik ga door met een vrouwelijke trainster en heb de trainer gemaild dat ik niet meer met zijn schema’s verder train. Ik krijg uiteraard geen reactie, want de communicatie tussen ons laat erg te wensen over. Van beide kanten. Ik omdat ik het al een tijd geleden opgegeven heb (waarschijnlijk al toen hij mij ‘hilarisch’ vond) en vanuit hem is er geen interesse whatsoever.

De training is groen. ✔️ ik krijg zin om een nieuwe ftptest te doen. Mooie meting. Dan weet ik of ik vooruit ben gegaan en of de hartslagzones kloppen op de fiets.
Al met al 250ml vocht verloren. In t laatste half uur. Want ik weeg tegenwoordig voor en na de training.

Dinsdag 15 februari.? en weer ?‍♀️ , maar zonder spirit

De trainster leest mee in Garmin en pakt onmiddellijk het probleem op: sportmoe is een red flag waarvoor ik haar gewaarschuwd heb. Zelfs als ze over een paar weken nog maar de helft doet, is onze communicatie nu al beter dan ik ooit eerder heb meegemaakt! Ze raadt me aan te wandelen en een training over te slaan. Die wandeling vind ik een topidee, overslaan kan ik niet. Ik ga ‘s middags lekker alleen wandelen. HEERLIJK. Wat moet ik anders met mijn tijd?

De trainer mailt me dat hij de opzegging ontvangen heeft en even later appt de trainster me dat ze snapt hoe onmogelijk overslaan is voor gedreven triatleten die alleen maar groene trainingen moeten halen in Training Peaks. De wandeling voelt als een moment om alles op een rijtje te zetten. Dat is niet makkelijk, maar het voelt goed. Ik app met Joyce. Het druppelt wat, maar dat maakt me niet uit. Ik verwonder me. Over het beeld, over de tuinmannen, over de zwanen. Bij wandelen hoeft het niet snel-tempo-hartslag. De hartjesballon waait voor me uit. Mooi. Ik haal brood bij de winkel. Als ik thuiskom begint het hard te regenen.

Toch ga ik ‘s avonds nog fietsen. Onder het mom van: ook al heb je geen zin, probeer het! Het werkte niet. Ik kreeg geen zin; er zat geen energie in de benen om de virtuele mountainbike een virtuele berg op te duwen; er was geen spirit te vinden op de Spirit Forest Route en een hogere hartslag in de tempoblokjes kwam er ook niet uit.

Wel een boel Engelse woordjes geleerd met het kind en 1 HELE GROTE overwinning gehaald: na een uur van de fiets afgestapt en de anderhalf uur niet vol gemaakt. De eerste training in een half jaar tijd die ik NIET volmaak omdat het niet goed voelt!! Nog niet eens doorgebuffeld tot de training groen was. Wat niet kan, dat lukt dan niet. Dat accepteren is een grotere overwinning dan de training afmaken.

Zelfs de trainer reageert nu dat ik ook wel eens een training mag overslaan. Maar weet je: hardlopen vind ik te leuk om over te slaan, met zwemmen heb ik elke slag nodig en fietsen… tja, dat ben ik gewend met tegenzin te doen. Hoezo overslaan? Dan zet je het toch niet in het schema? Doelloos trainingen in een schema zetten is niet het werk van een trainer dunkt me. Dan moet ie dat weghalen of weglaten. Ergens voel ik me nog verder van huis: nu heb ik 2 trainers, Manuel, Joyce en 2 mannen thuis die allemaal tegen me zeggen: doe dan eens een keer niks. En ik kan dat niet, niks.

16 februari Zwemmen ?‍♀️

Tussen de middag wandelen vind ik heerlijk. Samen met Rob bijkletsen. Om half 6 echter, lig ik weer in het water. Ik ben toch bij het zwembad, voor Vincent en ik heb maar 3 kwartier want dan moet ik door naar de sportdietist. Zin ontbreekt voor alles. Behalve op de bank liggen en snoepjes schuiven. Maar ook dat vind ik na 3 minuten al saai. Alles is saai. Alles. Maar goed: ik ga naar baan 3, dat is minder vermoeiend dan voorop moeten zwemmen. Achterop. Eerst 150m inzwemmen met achtje, dan 150m bijleggen half zonder achtje. Het gaat een stuk beter!

Dan als een-a-laatste in de baan 50 bijleggen (zij doen vlinder) 50 rug (he dat kan ik!) 75 school, 100bc (he anderen: hou op met dat achtje) en dat twee keer. Verschillen in de baan zijn groot, maar ik heb drag mee. Dan 6×100 eerste halve baan benen en afzet. Eerst achter W maar die stopte na 2 of 3 keer. En toen deed ik met achtje en 1 keer 50m minder. Daarna zwom ik 50m bijleggen uit en door naar de dietist. Baan 3 is echt relaxter! Blij dat ik gegaan ben. Het was niet zinloos.

17 februari ROOD

Een dag op kantoor. Een lange dag. Buiten schijnt de zon. Ik ben bezig met de klantendag. We hebben een meeting. Ik luister, maar in mijn hoofd zit geen animo. We eten gezellig samen chinees. Ik mag en ga vandaag de training overslaan. Dat is moeilijk voor mij. Nu is er niks waarvoor ik naar huis hoef. Niks waar ik me voor in moet spannen. Er is niks om naar uit te kijken. Een training overslaan… Dan wordt ie rood in training peaks. Ik werk sinds juni 2020 weer volop met training peaks. In al die tijd was er 1 week met 2 rode trainingen: toen was zwemmen niet mogelijk. 11 juli 2020. Dat was de laatste rode training. Sinds die tijd zijn alle trainingen groen (keurig binnen de tijd) of geel (vaak net over de tijd heen en maximaal 3 keer net te kort) of oranje (ver over de tijd heen, nooit er onder). Vandaag wordt de looptraining ook rood. Dat kost mij meer moeite en energie dan toch maar een stukje gaan hardlopen.

Gelukkig werkt de trainster straks niet meer met training peaks. Geen kleurtjes meer. Geen druk. Geen ‘moeten’. En morgen kunnen we in verband met het weer en de tijd ook al niet naar het bos. Het is een moeilijke dag voor mij. Het eerste wat ik doe als ik thuis kom, is Rob meenemen voor een wandeling rond de wijk. Ik moet frisse lucht hebben! En de rode ring van de Apple Watch moet ik toch halen. Ik ben meer van blauw. Rood is zo niet mijn kleur!

18 februari Lopen in Almere met Joyce en wind ? om de hoofden leeg te waaien

Vanwege het weer en de onrust (bij Joyce, maar ook bij mij) was Almere een prima optie. Ik kan niet zo goed denken over de route of wat ik wil. Na 4 dagen niet hardlopen, ben ik onblij. Lopen is mijn verslaving. Ik ben nu bang dat ik niet meer weet hoe het moet!
Het zou gaan regenen, maar dat viel mee. Het zou gaan waaien, maar dat viel (mij) ook best mee. Ik ging aan het kletsen, dan hoeft Joyce alleen maar te luisteren. Ik heb genoeg te mokken (school, alle kennissen, alle trainingsperikelen). We waren zo in Nobelhorst en over de brug.

Daar viel de wind echt weg, zo langs het water. De kilometers gingen redelijk vanzelf, maar ik vind onder mijn tempo lopen ook niet altijd gemakkelijk. En te merken dat Joyce het naast mij wel moeilijk heeft, vind ik helemaal niet gemakkelijk. We stopten/aten pas bij Haven na 7km. Deed me even goed. Dan door naar het Oor. Ik had een dikke zin-dip, maar doorlopen helpt dan. Niet nadenken: doorlopen!

Toen langs het Weerwater; is toch apart mooi. De zin kwam terug. We zagen weinig andere lopers. En dan een stukje wandelen in de stad. Joyce was een stuk vermoeider dan ik, maar dat heb je met een zwaar hoofd. Dat sleept traag mee. Langs de Esplanade lopen en ik bedacht de nieuwe brug als doel.

Dan langs het Weerwater met dikke wind, ik was in mijn nopjes en vergat alle voeding! Wind tegen, werken, vechten, even jezelf tegenkomen: ik geniet daar enorm van. Op de brug echt genoten van het feit dat ik daar vaker onderdoor heb gezwommen dan overheen heb gelopen -dit is de eerste keer lopend! Wonderlijk.

Dan door de wijk. Joyce had het zwaarder en ik makkelijker. Langs Vincents school. Het was gek dat mijn hartslag onwijs flipperde tussen te hoog en te laag. Ik trok me er niks van aan. Langs de woonboten en toen deed ik nog sprints. Ik had 18km in mijn hoofd en dat werden het er dus ook. Niet moe van, wel vermoeid. Ik kon het nog, hardlopen.

19 februari. Fietsbellen ? ? / ?

Een nieuw record: Ik ben nog geen vijf minuten aan het fietsen en ik ben het al helemaal zat! Dan moet ik nog 130 minuten… Hoe dan?! Dadelijk kan ik mijn zus bellen. Zij zit niet op de fiets, maar bellen kan ze wel. Ik doe saai het rondje Reverse Eight in Watopia. De hartslag laat ik totaal voor wat ie is. Een beetje leuk mag ik het best maken voor mezelf. De cadans en de intervallen laat ik ook links liggen. Ik trap gewoon. En we kletsen. Over Corona. In hun huis. Over schoolgaande kinderen. In mijn huis. Het regent in Watopia! Buiten schijnt de zon, maar ik fiets in de regen. Volgens mijn zus mag ik niet klagen, want ik word niet nat.

Soms drink ik wat. Soms klim ik wat. Soms versnel ik wat. Soms is de cadans wat hoger. Er komen intervallen voorbij, maar ik zie ze nauwelijks. Er komt een pakje binnen bij mijn zus. Het onweert in Watopia. Ik tel de kilometers: 27 in het eerste uur. Dan kom ik er een beetje in. We bellen lekker verder. Nog een keer hetzelfde rondje. Ik neem een paar PRs mee op wat sprintjes. Met nog een half uurtje te gaan, zijn mijn zus en ik uitgekletst. De laatste kilometers doe ik wel alleen. Ik wil en maak de 60 kilometer vol. En 500 hoogtemeters. En 2 uur en een kwartier lekker net niet.

‘s Middags ga ik zwemmen. In het uurtje van de kids. Ik weet zelf even geen training en ik heb geen zin in bijleggen. Ik wilde liever niet zelf iets verzinnen, maar het scheelt gewoon een uur als ik al om 4 uur ga. Er zijn 2 andere volwassenen in de baan en in totaal 5 kinderen en 3 zwemtrainers. Ik begin gewoon te zwemmen met pullboy. Na een paar honderd meter denk ik: het gaat goed, ik ga 1000m zwemmen. Zie wel hoe het lukt. Het gaat prima: ‘k heb het ademmoment, ik kan 1 op 4 ademen en ik kan doorzwemmen. Baan na baan na baan. Ik voel me vandaag niet zo sterk en goed als “alle” anderen. Ik ben niet snel of goed of sterk of een uitblinker. Maar ondertussen zwem ik de kilometer met een pullboy als hulpmiddel wel in 21 minuten! Voor mij is dat lekker snel. Ik heb 50m teveel gedaan, dus eigenlijk was ik na 20,5 minuten al klaar.

Ik klets even met de andere man in de baan die zichzelf ook niet snel vind. Omdat ik geen opschepper ben, zeg ik niks, maar ik ben degene die 6 jaar geleden nog niet eens dácht aan zwemmen of een borstcrawl. No way. En al helemaal niet aan het zwemmen van 1000m zonder hulpmiddelen. En nu ga ik het proberen. Ik blijf kalm zwemmen en let op mijn hoofd wat niet te ver uit het water mag. Ik hou mijn horloge in de gaten voor de afstand. Al met al doe ik er 22 minuten en 10 seconden over. Dat is voor mij een toptijd. Zonder achtje! Dat ik het kan is al tof, maar dat ik nu net zo snel ben als vroeger met alle hulpmiddelen is echt vooruitgang. Dat wilde ik weten van mezelf. Dan moet ik even denken wat ik nog wil. Ik bedenk 1 op 3 ademhalen. Normaliter doe ik 1 op 2 of 1 op 4 aan de rechterkant. Standaard. Maar nu moet ik dus links en rechts proberen. Eerst doe ik 100m zonder pullboy. Maar dat is een enorme energieverslindende bezigheid. Ik pak de pullboy erbij. Het ritme verandert totaal en ik merk nu onmiddellijk als ik op het verkeerde moment ademhaal! De slagen worden een stuk langer. Ik doe nog 400 meter. Heb ik in totaal 2500 meter gezwommen. Leuk hoor.

We moesten nog iets halen in de stad. Got, wat liepen Vincent en ik hard! We waren net op tijd voor de winkel sloot. 9:40 liepen we gemiddeld. Het telt bijna als hardlopen. Het begon hard te regenen toen we terugliepen.

20 februari – Regen, wind en rennen met Vincent. ? ? ?‍♀️ ?‍♂️

En de regen houdt niet meer op. Het is somber, saai en neerslachtig in Nederland. Ik ben jaloers op iedereen die op een zonnig eiland zit en lekker kan trainen buiten. Of iedereen die leuk in de sneeuw zit en vrij heeft. Ik voel me somber, saai en neerslachtig, al gaat het wel iets beter dan aan het begin van de week. Ik ‘moet’ zoveel: bloggen-strijken-schoonmaken-boekuitlezen-organiseren-pianospelen-administratiebijwerken-opruimen-naardewinkel-enwatalnietmeer. Om 12 uur stond Vincent beneden om te gaan lopen, maar ik was naar de winkel toe. Dus we gingen gelijk maar om half 1. Het leek een beetje droog. Korte mouwen, regenjas, fijne schoenen. We liepen eerst wind mee, maar zone 1 bleef het niet. Bij een tempo van 5:40 liep ik lekker in zone 2. Op het omslagpunt natuurlijk. Het liep prima. Met wind in de rug dus. Maar ik wilde niet onverhard gaan stampen.

Toen wind van opzij. Dat werd al wat stiller tussen ons. Maar ik vind dat lekker! Afzien, doorbikkelen, voelen dat je er voor moet werken, je best doen, tempo vasthouden en vechten tegen elementen. Stiekem vind ik dat beter dan zon, bergaf, hitte, stralende blauwe lucht en knisperende ski-kou. Vincent is het pertinent oneens met me. Zeker als het dan ook nog begint te regenen, wat aanvoelt als hagel in je gezicht. Ik loop gewoon door in zone 2. We hebben maar een klein stukje echt hard wind tegen. Big smile bij mij, Vincent trekt zijn capuchon nog iets meer aan en roept: “doen alsof dit leuk is!”

Hij gaat rechtstreeks naar huis, ik loop nog om de wijk heen, want ik heb tijd genoeg en ik mag nog sprints doen. In mijn eentje ga ik net zone 2 ook uit, maar het tempo blijft hoog liggen. Voor mijn doen. Niet stoppen, niet denken, mijn eigen stappen nemen, doen wat ik kan. De sprintjes volgen wind-tegen. Eigenlijk nog leuker, stiekempjes. Maar de laatste keer ik om en doe ik wind mee. Het scheelt wel. Eigenlijk is 20 seconden hard en een minuut dribbelen inmiddels ook achterhaald. Ik maak de 8,3 kilometer vol.

Iemand op een zonnig eiland heeft dat gisteren gepost als run. Ik was ietsje sneller gemiddeld en mijn hartslag was aanzienlijk veel lager, terwijl wij redelijk dezelfde zones hebben. Ik had geen zon, geen pauze, niks bergaf en vooral wind tegen en regen in plaats van parasols, easy going, fotomomenten en boulevards. Als ik binnen zit en lekker warm heb gedoucht (voordeel was dat Vincent al klaar was!) vervloek ik de somberheid buiten weer, terwijl ik heel veel strijkwerk heb. (alias krachttraining)

Een rustige week. Weinig uitdaging. De uitdaging zat ‘m vooral in het niet – doen. In het afwegen. Alles was wat dubbel: ik wilde niet en deed wel, ik trainde niet, maar leerde wel en ik ga niet vooruit en toch ook weer wat harder dan normaal, de trainer die niet sterk reageert en een trainster die scherp is, ik liep te weinig en fietste teveel, het was saai en het stormde.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2022 – 6

7 februari. Mechanical Failure met de Tacx ???

We eten vroeg, zodat ik kan gaan fietsen om kwart over 6 en ik kan dan om 8 uur weer bij mijn afspraak zijn. Ik ga een uurtje intervallen trappen. Vlakke route. Oei, de benen vinden er iets van, het tempo blijft wat achter, maar de cadans is mooi en ik ga dit gewoon dó´én. Zo simpel is het. Geen afleiding, geen muziek: minfietsen, 10 minuten warmdraaien en dan 3 keer 2 minuten hard, 1 minuut heel hard en 2 minuten hoge cadans in de rust. Schakelfeestje.

Als die benen eenmaal op stoom zijn, doen ze wel mee. En dan weer tien minuten rondjes draaien. En daar ergens gaat het mis. De verbinding met de Tacx valt weg. Dan sta je stil in Zwift. Hoe hard je ook trapt. Soms komt het terug. En nu ook. Eventjes. Dan sta ik weer stil. Ik trap de training zelf gewoon door. In Zwift sta ik stil te dromen. Bah.

Ik hou de training op het horloge aan, die is op hartslag en dat werkt nog. Tempo en cadans niet meer. Ik start Zwift opnieuw op en daar kan ik wel weer verbinding maken met de Tacx. Ga ik nog een rondje in Richmond. Doe ik daar nog een keer de intervallen met minuten hard en harder. Helaas zitten de heuveltjes op de verkeerde plek: de stijging in de rust en de afdalingen in de snelle blokjes. Ach wat, ik maak het nu gewoon af. Het is maar data.

Of ik er even bij stil wil staan dat ik dit gewoon weer kan. Mijn benen kunnen dit, het duurvermogen op orde, het doorzettingsvermogen op peil, de energie in balans. Alleen verder voelt alles een beetje grijzig en mistig. Da’s effe jammer, maar hopelijk één dezer dagen weer voorbij. Uur training is om en ik spring van de fiets de douche in en wandel dan naar de afspraak. Toch even buiten geweest!

8 februari – Vanuit het werk hardlopen ?‍♀️ én weer fietsen ?‍♀️

De collega die de telefoon mee opneemt is met vakantie, de andere collega ziek en er is veel werk te doen op kantoor. De andere collega die ook hardloopt is net weer een beetje klaar met de blessure en loopt weer twee keer per week. En dan vertel ik: 3 uur fietsen en 3 uur lopen in het weekend en een uurtje zwemmen en nog een klein uurtje hardlopen; dat is de planning en was de realiteit van vorige week. Voor mij misschien ‘normaal’, maar een vriendin wijst me er fijntjes op dat de echte wereld anders in elkaar zit!

Om 3 uur ga ik hardlopen. De telefoon zal wel niet meer overgaan hoop ik. Korte mouwen aan, want het is 12 graden en ik kan een rondje om het Kromslootpark lopen. Het begin is goed te doen met blote armen, maar na 2 kilometer weet ik wat vergeten ben: wind. En dat maakt het koel. Het is wel mooi: schaapjes en ik mag lekker rustig lopen.

Ik let op de ademhaling (dé manier om de hartslag omlaag te krijgen!) en het ritme, zowel van mijn eigen voeten als van alles om me heen. Het constante geruis van de snelweg en ook de vogeltjes. Dan draai ik de dijk op.

Wind mee is fijn en de hartslagzone is redelijk vol te houden. Niet easy, want ik wil liever sneller, maar dan gaat mijn hart ook harder en dat is niet de bedoeling. Ik maak foto’s en loop zoveel mogelijk te genieten van de vrijheid en dat ik kan lopen. Ook al had ik beter voor lange mouwen kunnen kiezen. Ik draai de weg op.

Dat ik zomaar 5 kilometer binnen een half uurtje kan lopen. En dan… geloof het of niet- er belt een klant! Ik neem netjes op, hopelijk zonder te hijgen. “Ik stuur je de gegevens zo op, maar ik zit nu even niet op mijn plek”, hihi. Hij moest eens weten….
Ik pak de draad weer op en weet dat ik dadelijk sprintjes moet gaan lopen. Mij om het even, doe ik ook. ‘t Sprintje valt natuurlijk precies gelijk met het viaduct en omhoog lopen. Ik zie een andere hardloper met korte mouwen én korte broek! (volgens mij ken ik hem) Het valt me even iets zwaarder omdat ik naar het toilet moet en er een kramp door mijn buik trekt. Mijn hartslag schiet meteen omhoog tot over de top! Maar het trekt weg en ik haal weer rustig adem. Na precies 8 kilometer sta ik weer bij het kantoor. Gauw een trui aan doen en de mail versturen!

Een paar uur later zit ik weer in de virtuele wereld van Zwift. Ik moet anderhalf uur fietsen. Dat combineert zich prima met Duitse woordjes leren samen met de puber. Het gaat over schmerzen und krank sein und unfall untsoweiter.

Hij leert de woorden aan mij, zodat hij ze ziet. Ik ga de berg over. Niet snel. Lage hartslagzone. Zo hoog mogelijke cadans. Maar vooral nergens druk om maken. Dan fietst iedereen me maar voorbij. Mijn buien zijn de laatste dagen wel erg onvoorspelbaar: het ene moment lopen we te grappen om Duits en even later ben ik extreem sacherijnig of depri. Ik ga ook nog naar de Radiotoren op mijn fiets. Hoogtemeters scoren.

En daarna hard naar beneden fietsen. Het Duits is dan wel klaar. Ik fiets de route vol en de tijd haal ik met gemak. Geen snelheid, betrekkelijk weinig moeite.

9 februari 2022 – Een soort van rustdag ? met enkel zwemmen! ?‍♀️

Ik wandel wel tussen de middag, maar verder is het een dag met ‘slechts’ een uurtje sport. Ik heb ook niet zoveel zin. Behalve de stemmingswisselingen, slaap ik ook niet meer zo best. Dus ik ga me niet inspannen in baan 3 en ik ga lekker in baan 2 meezwemmen. Dat is een misrekening! Dan sturen ze mij voorop, wat ik makkelijk kan, maar dat is ook weer zwaarder. Ik kan in niemands benen hangen en moet zelf het tempo bepalen. Ik zet mijn horloge stil, dat doen anderen ook en dat gaat een stuk harder dan! We doen eerst Arme Benen Arme Benen. ? En dan 4 keer 100 elke 25 meter sneller: dat doe ik met bijleggen dus. Ik neem mijn achtje er zelf zo nu en dan ook maar bij. We doen nog iets met rug en school. En nog 8 keer honderd meter met elke 2:30 vertrekken. Hoe reken ik dat nu weer?! Ohja, met laps en ik doe afwisselend met en zonder achtje. Ik vind opeens heel goed het adempunt (net iets eerder) en het zwemmen zelf wordt soepeler, maar ik moet nu wel meer concentratie opbrengen. En dan word ik moe. Vermoeid. Dan gaat mijn bui helemaal de mist in. Alle vertrouwen zinkt naar de bodem. Gelukkig blijf ik zelf nog net drijven. Uiteindelijk weet ik niet precies hoe snel ik zwom en of ik het horloge wel elke keer heb aangezet. Ik ben blij dat ik naar huis kan. Niks rustigs aan deze zwemtraining!

10 februari – een zelfstandig bedachte piramideloop ?

De werkdag is druk en onrustig, mijn hoofd is vol en onrustig en het leven is op dit moment wat chaotisch en onrustig. Ik heb dan geen zin in baantraining met veel mensen in het donker. Ik wil in het licht lopen en op mezelf. Dus ik vertrek om half 5. Geen idee waarheen en wat ik moet doen qua training! In de eerste kilometer voel ik alles na: het voelt goed. Lage hartslag, benen zijn oké en hoofd doet wel weer mee. Ik bedenk meteen mijn eigen training: elke kilometer iets harder, maar dat dan maar 3 keer. De eerste kilometer hou ik in, voor wat speling. 6:15. Mooie bankerlap. Ik ga de Evenaar langs. Ook druk en onrustig met verkeer en mensen helaas. Accepteren en accelereren. Ik kom op 5:50. Nu een kilometer lekker doorlopen! Grote passen, vooruit kijken, rechte rug. Warmpel: net boven de 5 minuten. En nu ga ik in 2 kilometerstappen weer terug. Dus ik moet proberen kilometer 4 rond de 5:50 te lopen. Dat is zo mogelijk nog moeilijker dan versnellen! De brug helpt een beetje, maar niet genoeg.

5:40. En dan moet ik nog trager gaan. Terug naar 6 minuten. Ik loop op de rechte Trekweg en heb wind mee. Ik doe mijn best, maar boven de 6 minuten red ik niet. Ik loop de 5 kilometer zomaar weg binnen 29 minuten. De hartslag is laag. Dan mag ik weer versnellen. Ik ga terug naar 5:30/5:40. Probeer het goed aan te voelen en ik probeer ook op 600m een check uit te voeren. Weer net iets te hard. Lange rechte weg he en wind mee!

Ik ga de volgende laatste snelle kilometer proberen om onder de 5 minuten te lopen. Natuurlijk is dat precies bij het andere viaduct ? maar goed: niks aan te doen, het gaat omhoog en ook weer omlaag! Ik doe mijn stinkende best, ik kijk niet naar het horloge. Ik trek de kilometer er echt doorheen op mijn best. Vier vijf en veertig. 4:45. Dat is voor mij onwijs goed. Ik heb het er warm van.

En dan naar huis toe. Weer rustiger. Ik ben opeens blij met een “sloom” tempo van 5:40. Ik maak nog een ommetje voor de laatste uitloopkilometer. De zon gaat in prachtige kleuren onder. De uitloopkilometer bevat nog lantaarnpalen-sprintjes: die haal ik nog ergens vandaan. Dat zal uit het potje “voldaan” zijn, want ik ben blij met deze training! Lekker zelf bedacht, zelf uitgevoerd en naar eigen tevredenheid ook nog eens! Lopen is weer leuk.

10 februari. Trail met Joyce – 2 keer Heidezicht – hoe 10+14 beter is dan 25

We moeten nog 2 routes doen voor de Triple Trail Marathon vanaf Heidezicht. De route van 10 kilometer en de route van 14 kilometer. Eigenlijk willen we die gewoon in 1 keer doen. Mijn voorkeur heeft het om eerst de 14 te doen, zodat we kunnen stoppen als het niet lekker loopt. Joyce maakt er 1 route van en die begint per ongeluk met de 10 kilometer. Geen man/vrouw overboord, je kunt in Garmin de route omgekeerd volgen. Nou, dat is dus niet helemaal waar… Garmin maakt van een aantal wandelpaden die netjes in de route staan, gewoon rechte lijnen! En daar slinger je dan omheen: van de koers af, op de koers, van de koers af. En ondertussen krijg ik ook nog meldingen van een hartslagbeperking. De eerste kilometers zijn voer voor irritatie! Maar dan leg ik me erbij neer. Leuk gezelschap, lekker weer, prima tempo en ik voel me helemaal goed. Gewoon accepteren en zelf de paden om de rechte lijn zoeken en tussen de modder door. Later in de loop is er ergens een moment dat ik klaar ben met om de modder heen manoeuvreren. Dan ga ik er dwars doorheen!

Er zijn wel herkenningspunten. En vooral veel modder. En we kletsen ons suf. Ik natuurlijk, want ik heb genoeg te roddelen en genoeg zaken om iets van te vinden! Dat reageert lekker af. Ik zit al snel op de 5 kilometer.

Iets anders: ik moet vooral veel drinken. Ik heb vooraf al een groot deel van de bidon met water opgemaakt en nu moet de drinkzak leeg. Op 5 kilometer neem ik een gel en deze keer valt het prima. Gelukkig maar! We hebben een lekker zonnetje en prima temperatuur. Soms ergens wat veel koele wind. Het is dwalen en in het moment blijven en kilometers rijgen. Heel simpel. Lekker laag tempo. Opeens zijn we al bij de Sijsjesberg.

Eerst 14 kilometer is compleet overzichtelijk. Die kan je aftellen en dan zijn we weer bij de auto. Nadeel van in het moment zijn is dat er weinig echt blijft hangen.

Heide, bos, modder, nog meer bos en soms een stukje teruglopen, wilde koeien op de route en best veel andere mensen. We komen bij de volgende berg.

Het is 25 kilometer naar Amsterdam. Dat kunnen we dus hardlopen. Joyce heeft het minder gemakkelijk dan ik het heb, maar het is ook wel eens zwaarder geweest voor haar heb ik het idee. We lopen de natuurbrug weer terug op. Ik neem mini-marsjes en ik drink veel! Goed he. We komen bij Het Bankje. Hier moeten we altijd even zitten. Samen met “Heb het Leven Lief” – Hanneke.

Dan terug over de hei naar de auto. Het gaat me belachelijk gemakkelijk af eigenlijk. Ik kan versnellen en loop erg te genieten van alles. Wat mij betreft komen de extra tien kilometer er ook! Joyce gaat haar colaatje drinken en ik drink het water uit de bidon op.

Dan blijkt dat we iets geks hebben gedaan met de route. Ergens zijn we al overgegaan op de tien kilometer route. We volgen de hei dus weer omgekeerd. Ah joh, het gaat om de kilometers en dat we hier kunnen lopen en andersom ziet het er net weer anders uit!

Met nog 8 kilometer te gaan trekt er een kramp door mijn buik. Aj, dan is het nog best lang… Maar het zet niet door. We voeren nu iets meer wandelmoment in. Niet denken aan hoe ver we nog moeten, maar in het moment blijven. Ik ben degene die de tijd volpraat. Joyce mag straks in de wandelkilometer! Maar eerst die halve marathon bij elkaar schrapen. Mijn Apple Watch laat ik altijd doorlopen. Ook als we op het bankje zitten of bij de auto staan. Uiteindelijk halen we de halve trailmarathon in 2 uur en 50 minuten. Er waren tijden (in de waterleidingduinen) dat we echt onwijs ons best moesten doen om binnen 3 uur te komen! Ik eet nog wat minimarsjes en dan is het water op!

We moesten weer ergens terugsteken voor de route, maar het ging al met al nog behoorlijk goed! We wandelen een kilometer zodat Joyce kan vertellen. Mij deert het niet, want met het zonnetje erbij krijgen we het toch niet koud. En ik loop te genieten. Dan de hei weer op voor het laatste stukje.

Ik kon nog rustig verder draven en proberen door te laten dringen dat ik dit moeiteloos volbreng. Nog net niet in huppelpas, maar het lijkt er wel op. na afloop halen we een welverdiende chocomelk of chai dinges bij Heidezicht. Ik heb 25 kilometer trail hardgelopen en de schade die ik daarvan heb is – NIHIL. Een heel klein beetje vermoeid misschien. Maar veel meer tevreden.

11 februari. De Alp du Zwift en zwemmen

Om kwart voor tien zit ik weer op de Tacx-fietsen. Buiten is het koud, maar ik start op de vulkaan vanmorgen. Van daaruit fiets ik tot in de sneeuw boven op de Alp du Zwift. De Alp du Zwift is een exacte kopie van de Alpe d’Huez in Frankrijk qua aantal haarspeldbochten en stijgingspercentages. Ik moet vandaag voldoende vocht tot me nemen. Ik heb twee bidons klaarstaan en ik weeg me voor ik op de fiets stap. Ik drink alleen maar, dus ik kan naderhand meten hoeveel vocht ik kwijtgeraakt ben. Vandaag staat er 2 uur en 3 kwartier fietsen op het schema. Gelukkig ga ik niet “alleen” fietsen. Ik bel met mijn zusje die zo’n 150 kilometer zuidelijker ook op een hometrainer aan het fietsen is. Kunnen we even bijkletsen!

Die berg op gaat traag. Ik bedoel: de eerste 10 van de 25 kilometer doe ik in een half uurtje en dan heb ik nog 2 uur de tijd om 15 kilometer af te leggen. Hoge cadans houden en vooral blijven zitten op de fiets. Het is echt een zegen dat mijn benen niet kunnen denken!

Na een dik uur stapt mijn zus van haar fiets af en leggen we de telefoon op. Dan komt Vincent naast me zitten met zijn Engelse woordjes. Hij gaat mij alle woordjes leren. De intervallen laat ik op de Alp d’Zwift achterwege. Ik ploeter gewoon door naar boven.

Ik denk dat we wel zo’n 100 Engelse woorden kunnen leren en dan doe ik de laatste 2 kilometer met nog ruim 100 hoogtemeters erin, zelf. Rob komt even kletsen en vertellen over de vorderingen met DI2 in mijn tijdritfiets. Die tijdritfiets staat nu heel naakt in delen boven te wachten tot Rob er kabeltjes in stopt, waardoor ik nog veel gemakkelijker kan schakelen en fietsen.

Ik kom boven! Binnen 2 uur vanaf de voet van de berg. Geen geweldige prestatie, maar ik vind het stoer dat ik het weer heb gehaald! Ik race nog heel hard naar beneden zonder de remmen voor de virtuele bochten.

Ik maak bijna 3 uur op de Tacx vol en daar heb ik dan 40 kilometer in afgelegd. Maar wel twaalfhonderd (1200) hoogtemeters! De bidons zijn allebei leeg. Ik stap weer op de weegschaal. Wat denk je? Er is geen gram af. Ben ik nu geslaagd? Ik ben in elk geval wel vermoeid.

Ik lig even lekker een paar uurtjes niks te doen. Engelse woordjes herhalen en snoepjes schuiven op de bank. Er ontwikkelt zich geen enkele zin in zwemmen.

Maar toch ga ik – totaal zinloos. Voor mijn gevoel op alle vlakken, maar voornamelijk letterlijk. Ik ga in het uurtje van de kinderen waarin een baan voor de volwassenen vrij is. Er zwemt nog een stel. Ik ga me niet al teveel inspannen en ik heb eigenlijk geen idee. Vooral met achtje wil ik zwemmen, om mijn benen te vriend te houden. Ik begin met 150 meter met achtje: 50 meter normaal, 50 meter bijleggen, 50 meter normaal. En dan 150m hetzelfde zonder achtje. En dan weer met achtje. En zonder achtje. Met achtje. Zonder achtje. Met. Zonder. Tot ik 1200m gezwommen heb. Dan ben ik klaar met bijleggen. Ik let er ook op dat ik mijn hoofd niet teveel uit het water haal. Dat kan eigenlijk best als je maar op het goede moment adem haalt. En ik maak lange slagen. Ik heb minder slagen nodig om aan de overkant te komen. Da’s best opvallend. Ik ga met achtje 500m zwemmen. Dat gaat best lekker eigenlijk. En dan ga ik nog 300m zonder achtje zwemmen. Ook dat gaat. Ik hoef niet eens zoveel uit te ademen om 1 op 4 te kunnen ademhalen. Eerst de stabiele ligging maar eens echt onder de knie krijgen. Ik doe nog 100m schoolslag en dan heb ik netjes 50 minuten gezwommen.

Thuis vraag ik Rob of hij mee gaat wandelen in de hoop dat hij nee zegt. Helaas zegt ie ja en het is goed voor hem en ik vind het ook fijn om buiten te zijn. Wandelen we nog 3 kilometer een blokje om de wijk heen. Mijn eigen trage triatlon van vandaag: omhoog fietsen, trainingszwemmen en wandelen.

13 februari – een tempoloopje om de week af te sluiten

Vandaag is na 29 dagen eindelijk het tij weer gekeerd. Dat geeft weer wat rust. In de middag staat nog een tempoloopje op de planning. Vincent gaat mee, want die moet ook 3 kwartier, maar dan in zone 1. Dat betekent dat we de eerste 5 minuten samen kunnen lopen. Als ik inhobbel met eindelijk een werkende hartslagmeter. Als ik doorga naar zone 2 zit ik al lekker rond de 5:40 en dat redt Vincent niet meer in zone 1. We zijn allebei braaf, we pakken de standaard route, dus ik ga voor hem uit. Aparte gewaarwording. Wetend dat hij sneller is, loop ik toch harder op dit moment!

Langs de kassen ga ik al versnellen. 3 Minuten lang zone 4. Ik heb het al snel warm en ik buffel door. Tempo ligt boven de 12 kilometer per uur. Na 3 minuten moet ik boven wedstrijdhartslag gaan lopen. Gelukkig maar 1 minuut. Ik haal de hartslag niet, maar mijn benen maken flinke passen en ik zit echt aan de bovenkant van mijn ‘kunnen’! 4:30. Ikke 🙂 De rust wandel ik echt! Ik moet dit 3 keer doen. De tweede keer is het zwaarste gek genoeg. Mijn hartslag gaat nu wel degelijk omhoog. Ik mis weer de schapen. Drie minuten lang ben ik alleen maar bezig met keihard lopen. En dan een minuut zo hard lopen als ik kan. Of ietsje harder. Pfoei. Ik wandel net het fietspad op naar links en ik keer om. Ga ik even Vincent tegemoet. Nog 3 minuten wind mee buffelen.

Ik voel nu wel alles trekken, pijn in mijn benen, verzuring en verhoogde ademhaling en de grens van de hartslag. Vincent loopt te chillen en verveelt zich en heeft tijd om me te filmen. Na 150 tellen keer ik om en haal ik hem nog een keer in. Dan nog een hele zware minuut op het fietspad zo hard lopen als ik nog kan. Onwijs aftellen. Vincent wandelt een minuut mee. Hij maakt een vlog onderweg, zo erg verveelt hij zich in zone 1!

Hij grapt en grolt en stuitert en ik loop te puffen en bij te komen. Maar nog altijd net iets te hard voor zijn zone 1. Ik mag tien minuten in zone 2. Die zijn wel langzamer dan net, dat wel.

Vincent roept iedereen gedag. Mijn benen protesteren nu eens een keer. Ze vinden mij echt niet meer leuk! Vincent kiest zelfs nog een stukje bosbeleving uit. De 3 kwartier zitten er op voor ons beide. Mogen we eindelijk lekker lopen. Ik stuur Vincent er nog een paar keer op uit om te kijken waar zijn hartslagzones zo’n beetje liggen, want ik heb het idee dat het echt te laag is ingeschaald. Zijn hartslagmeter valt uit tot 2 keer toe op het moment dat hij voluit gaat. Loopt het mannetje 2:50 in de sprint! Met een paar rondjes om het huis loop ik tien kilometer vol binnen 59 minuten. Jo.

De afgelopen week heb ik ruim 50 kilometer hardgelopen. En bijna 100 kilometer gefietst. Ik heb alles bij elkaar zowat 16 uur gesport. Als ik de drie basissporten tel zit ik op een aanzienlijke 13 uur. Dat is helemaal niet slecht!

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2022-05

31 januari 2022 – Fietsen ?‍♀️ – laten we het maar kort houden!

Hoewel het 1 uur en 3 kwartier fietsen was, toch maar een kort verslagje. Weer een matig ritje. Het was saai. Geen muziek, geen afleiding. Gedoe met de hartslagmeter.

Maar ik heb het gedaan! Ik ben de vulkaan op gesukkeld en ik heb iets interval-achtigs gedaan. En dat terwijl ik na een kwartier al begon met aftellen! 90 minuten later pas afstappen heet volharding. Of ik dat ook nog moet trainen weet ik niet. Dat gedeelte beheers ik. Soms iets te goed.

1 februari 2022 – JUBILEUM 10 jaar ?

van de eerste hardloopstappen naar een triatleet

1 februari 2012

Ik stap voorzichtig naar buiten op sport-achtige schoenen met een katoenen sportbroek aan. Evt Gruyaert op de koptelefoon. “We starten met lopen, een minuut”. Ik wandelde de eerste minuut. Een opzwepend muziekje erbij. En toen zei Evy: “Goe gedaan, uw eerste hardloopminuut zit er al op!” Oke, misschien had ik toen al moeten weten dat ik niet sterk ben met schema’s… Er volgden twee minuutjes hardlopen met 2 minuten wandelen tussendoor. “Stap stevig door” zei Evy tussen de muziek door. Na 20 minuten was ik weer thuis. Moe, maar o zo tevreden! De rest van de trainingen werd ingepland: hardlopen leek me wel leuk. Geen idee van tijd of hoe ver ik gekomen was.

1 februari 2022

Ik stap naar buiten na het infietsen op de Tacx op hardloopschoenen met een mooie lycra sportbroek aan. Evt Gruyaert op de koptelefoon. “We starten met lopen, een minuut”. Ik begon te rennen. Het horloge moest nog aan. Mijn eigen playlist kan erbij. En toen zei Evy: “Goe gedaan, uw eerste hardloopminuut zit er al op!” De training zette ik toen pas aan, de eerste 20 minuten zal ik Evy volgen. Er volgden twee minuutjes hardlopen waarin ik moeiteloos versnelde met 2 minuten wandelen tussendoor. Die sloeg ik soms over omdat het te koud was met de wind. “Stap stevig door” zei Evy tussen mijn muziek door.

Na 20 minuten was ik in de Oostvaardersplassen. Met mijn eigen liedje op. Volkomen gelukkig en trots. O zo tevreden! Wat ben ik in 10 jaar tijd ver gekomen. Doorontwikkeld. Hier loopt bijna iemand anders dan in 2012. Hier loopt 1 brok kracht en energie: die minuutjes zijn uren geworden. De starter is een triatleet geworden. De rest van de training volgt met wind mee door het bos. Alleen maar genieten. Rust, kalmte, hartslag op orde, tempo hoog.

Eerst ging ik fietsen. Een uurtje maar. Hoe had ik ooit-ooit-ooit kunnen bedenken toen ik 10 jaar geleden begon met hardloopminuutjes dat ik op deze dag een koppeltraining zou uitvoeren? Ik kon het simpelweg niet voorstellen omdat ik het hele begrip koppeltraining niet eens kende. Er was geen enkel voorstellingsvermogen wat me daar tien jaar geleden op had kunnen voorbereiden. Niets.


Het fietsen viel niet mee. De benen waren zwaar. Vincent kwam weer aan met de Franse woordjes. In Londen. Ik moest intervallen doen. Ze vielen me zwaar. De hartslag was dan weer te hoog, dan weer te laag en het inspanningsniveau was groot. Ergens was dat eens een keer fijn, aan de andere kant: waar komt deze afmattende training opeens vandaan?
Het is maar een uurtje. Dan mag ik hardlopen.

Bijzondere loop. Nadat Evy had geconstateerd dat de training er op zat en ik 9 kilometer per uur had gelopen, ging ik ‘netjes’ door op de basistraining van vandaag. Nog eens 25 minuten extra. Het voelde echt heerlijk om een training in de training te doen; dat geeft wat autonomie. En dat had ik nodig vandaag. Dit hardlopen was van mij. Mijn lievelingsmuziek, mijn lievelingsgebied, mijn hartslagzone, mijn tempo, mijn gevoel, mijn moment, mijn feestje. Alles en echt alles klopte. De vrijheid die dat geeft is onvoorstelbaar. Dan word je niet moe. Dan zie je alles. Dan is het alleen maar kracht en energie. Puur. Puur genieten. En trots dat ik in 10 jaar zoveel heb bereikt. Van hardloopminuutjes naar triatleet.

Tegen de wind in is voor mij ook genieten. Dat vind ik leuk, als het niet meer makkelijk is. De sprintjes heb ik lekker aangezet. Ik maakte me nergens meer druk om: deze training was toch al apart. Met veel foto’s. Beelden die niet kunnen vastleggen wat ik voel. Ik maak 8 kilometer vol. Want dat is nu geen enkele moeite meer. Tien jaar.

2 februari – Zwemtraining in de training met ALLEZ

In de auto leren Vincent en ik het werkwoord aller in het Frans: je vais zwemmen, tu va zwemmen, nous allons zwemmen…. Het maakte me melig. Ik ben erg springerig en ongeconcentreerd vandaag. Dag 18. Die is altijd vreselijk. Ik ga toch maar weer in baan 3. We zien wel. Je vais verdrinken. Ils vont met hun achtjes en flippers maar voor me uit. Je vais bijleggen. Er is een invaltrainer. Ik kan niet onthouden wat we moeten doen.

Wat een geklooi! Ik lag maar te proberen en te oefenen in het water. Met achtje te simpel, zonder achtje te langzaam. Zoeken naar het adempunt. Rommelig. Zo voel ik me ook. De invaltrainer zei iets over alle hulpmiddelen en ik moet mijn hoofd minder uit het water halen. Niet mee bezig, maar dat kwam er kattiger uit dan ik bedoelde. Dat komt als ik stabiel lig wel.

Ik heb echt getráínd. Inzwemmen met bijleggen, techniek met bijleggen en intussen franse werkwoord gaan herhalen en afgeleid zijn en maar wat doen. Ik moest om mezelf lachen en ik wilde verzuipen en ik ergerde me en ik lag dubbel onder water en ik was onrustig en ineens weer supergeconcentreerd. Echt dag-18 gedrag.

Grappige opmerking krijg ik erbij!

Ik was echt aan het flipperen en aan het flippen. Voel me zelf erg rommelig: boos en blij tegelijk. Dom en wijs tegelijk. Krachtig en sloom tegelijk. Bang en verzekerd tegelijk. Ik leer dit nooit en kijk eens hoeveel beter al tegelijk. Trots hoe ik dit doe en geirriteerd hoe het zou moeten tegelijk. Lachend en huilend tegelijk. Maar goed: ik verzoop niet, ik trainde, ik zwom en ik heb de franse vervoeging van aller geleerd.

3 februari – Baantraining weer een keer – respect en beslissen

? Naar de baan gaan vind ik spannend. Wat als ik de langzaamste ben? Waarom weer op hoge snelheid inlopen? Wat als het me niet lukt vandaag? Wat als er niemand is die leuk is? Wat als ik de enige vrouw ben? Een paar zaken worden voor de training begint al weggenomen: ik ben niet de langzaamste, noch de enige vrouw. Ik moet bedenken wat ik wil doen de komende maanden. Aan wedstrijden en zo.

? Inlopen gaat inderdaad weer redelijk snel. Ik klets. Er ligt 1 iemand ver achter. Ik ga met de meneer meelopen.

✊ Deze man heeft in november een hartaanval gehad. Dotteren, stent: de hele mikmak. En nu loopt hij. Vol bètablokkers. Zijn eigen tempo. Ik heb niet genoeg woorden om duidelijk te maken dat ik voor deze man GROOT RESPECT heb. Hij kan de training en het inlopen overslaan. Maar hier is hij: achteraan. Hij leeft nog. En hij loopt. Diepe buiging.

?‍♀️ Een keuzemenu voor de kerntraining. Ik pak er 10 keer 400 meter uit: 200 meter lekker tempo, 200 meter hard. En 100 meter rust met 50 meter wandelen en 50 meter dribbelen. Iedereen gaat zijn/haar eigen ding doen en dat is fijn. Ik hoef niemand bij te houden, alleen mezelf.

? Hoe tel ik tien keer? 400 lukt wel: dat is 1 baantje, maar tien keer… En dan met 100 meter extra. War kom ik dan uit… Ik ga mijn horloge aan het lappen op 4 kilometer na de eerste keer! Dus als ik bij 14 ben, ben ik klaar. ?

? Ik doe gewoon mijn eigen ding. Hard is maar iets harder. Rondjes zijn best megasaai! Ik klets even met J, maar zijn hard is iets harder.

? Dan beslis ik dat ik triatlon Zandvoort niet ga doen. Ik ben verstandig en doe een week na de hele triatlon niet weer een korte triatlon. Hoe leuk ik Zandvoort ook vind. Ik word er verdrietig van.

? En dan, na een keer of 6/7 sluipt er wat vermoeidheid in en slaat mijn stemming helemaal om. Ik kan wel huilen van ellende. Niks te merken aan tempo of de opdracht, maar gewoon opeens depri. Omdat ik besluit Zandvoort over te slaan? Toch loop ik door. Nog maar een paar keer.

? Klaar! Ik heb netjes 10 keer 400 gedaan en ik heb het horloge stilgezet toen we uitleg kregen of wandelden. Dus ik heb nog een beetje tijd over en ik heb hard gelopen! Ik maak de 10 kilometer vol in iets van 55 minuten. 5:30 gemiddeld. Een hele goede trainingsprikkel.

4 februari – Lang fietsen in Watopia

Ik wilde de London halve PRL doen, maar die was nog niet open zo vroeg. Dus Watopia de Big Foot Hills route maar opgepakt. Niet gelet op het tempo, maar op de cadans. Verder niet echt ergens op gelet, behalve op de omgeving! Muziekje aan na een kilometer of wat. Ze zouden bellen, mijn zus en een vriendin, maar niemand gehoord. Druk, vergeten en laat op waren de excuses.

Rustig infietsen op de vlakte en dan de heuveltjes door. Toen kwam ik er langzaam in. Daarna richting de vulkaan. Ondertussen appen en kletsen met Rob die de bidon moest bijvullen!! Toen de intervallen rondom de vulkaan.

Ik bezit weer eens even het snelle shirtje! Verder loopt de app een paar keer vast. Ik fiets gewoon door en door. Snelheid zat er niet zo in vandaag, maar ergernis ontbrak gelukkig ook. Soort berusting. Intervallen ook netjes op de cadans gelet. En dan nog een uur uitfietsen. Nou, dan ben ik zelfs warmgedraaid! Het regent in Zwift.

Andere muziek. De route opgezocht en nog een keer de heuveltjes door. Ik was echt veel aan het kijken in Zwift en in het moment. Nog een heuveltje over. Ik telde de kilometertjes af: die route moet en zal er komen!

Nog een keer de bidon bijvullen!!!!!! Vincent kwam het doen. Ik heb ook 3 marsjes gevreten. En uiteindelijk nog iets langer blijven zitten en de route voltooid met nog een paar PR’s op de koop toe! ha! Ik kan het best, al die uren tacxen.

5 februari – Lopen met SG van Station ? to Station ? & uitzwemmen ?‍♀️

8:20 In de trein op een zaterdagochtend. Nieuwe schoenen aan. Tenminste: het derde paar – van dezelfde. Deze zijn weer wit 🙂

8:39 SG komt de trein ook in. We gaan samen trainen voor haar marathon Rotterdam. We starten vandaag in Amsterdam en lopen terug naar Almere. Alles verhard.

8:55 Appje met succeswensen uit onverwacht prettige hoek

8:58 Stapt de trainer zomaar ook uit! Hij gaat een andere sport doen met zijn kind. Het contact was zo vluchtig dat SG hem niet eens heeft gezien.

9:01 Van start met hardlopen en kletsen en de weg zoeken, maar Science Park af lopen, dat weet ik intussen. We beginnen meteen met bijpraten en nemen alle roddels door. Ik ben blij dat mijn vermoedens lijken te kloppen. En ik ben blij met SG’s adviezen. De hartslag is te hoog, maar ik ga er vandaag niet veel om geven.

9:13 Op de Nesciobrug. Ik heb mijn besluiten al genomen. Het gaat me goed af, het lopen. Lekker makkelijk. De schoenen zitten prima. Het is hartstikke rustig in het Diemerpark. Heerlijk!

9:24 De zon komt erdoor. Supermooi.

9:35 Langs de ‘bunker’. Het tempo ligt heel vlak rond de 6:20. Ik mag al naar een andere hartslagzone.

9:40 Korte stop om wat te eten en achter te laten. Achter de krachtcentrale. De gel krijg ik niet lekker weg. Aj.

9:50 De zon schijnt volop. De wind in de rug. En genoeg te kletsen. Mijn darmen krijgen de gel ook niet lekker weg. Ajaj. Prachtig uitzicht op Pampus. Het fietspad is stil en leeg.

9:53 Langs het water richting Muiden. Ik doe een stop om iets achter te laten, maar het valt mee. Geen nare reacties verder. Ook geen gels meer.

9:56 We kletsen over vrouwendingen. Het Muiderslot komt in beeld. En Muiden al! In Muiden zien we een echte SRV-wagen. Een melkauto. Inclusief belletje dat hij er is. Dorp!

10:04 De sluisjes bij Muiden. SG loopt lekker door. Gestaag en strak. Heerlijk! Mijn buik is gekalmeerd.

10:10 Uitzicht op het Muiderslot in de zon. We kletsen over de triatlonverenigingen. Mijn hartslag is soms zelfs even te laag! We zijn al een eind op weg en het gaat nog goed.

10:16 Korte stop bij het dijkhuis. Ik neem een marsje. Hopelijk valt dat beter. Tot nog toe kan ik de stukken prima verdelen. Elke keer een punt om naar uit te kijken. Ik heb het echt naar mijn zin!

10:32 Ongeveer op de helft? Zouden het dertig kilometer worden? Bij het kerkje van Muiderberg, waar je niet mag fietsen.

10:40 Muiderberg is ook redelijk stil nog. Het andere pad op, waar je nu ook niet meer kunt fietsen eigenlijk. SG fietst daar nooit, ik ben ongehoorzamer! Ik flipper een beetje qua mood: het ene moment mopperig (vind je niks leuk dan, vraagt SG) en even later is het weer supermakkelijk langs de huisjes en weer twee minuten later loop ik te denken dat ik het ook best zwaar heb. De mars valt verder goed gelukkig.

10:47 De brug op. Aha. Afzien. Dat zat me blijkbaar even dwars. De brug is niet leuk. Druk, onrustig, we zijn al een eind op weg en dan omhoog lopen. Herrie van auto’s. Veel fietsers om ons heen. Ik vertel van de baantraining. Kan me niet schelen of SG me kan horen, ik klets me er doorheen.

10:59 We gaan via het Kromslootpark! Altijd een beter idee dan het Spoorbaanpad. Nog even een marsje eten. Lopend. Een andere mevrouw loopt met ons mee en SG vertelt dat ze traint voor de marathon.

11:16 Halve Marathon gedaan! Ik vind het een keurige tijd voor een training. Zonder de stopjes 2:17. Ik merk dat SG wat vermoeid raakt. Ze kletst niet meer zo, maar ze is nog wel helder. Ik ben een beetje in de war omdat ik de weg nu niet meer precies weet.

11:25 Ik vertel van mijn werk en mijn collega’s. We zijn toch vlak in de buurt. Net kwamen we JdW tegen: samen komen we op zijn naam. SG gaat niet meer wandelen of stoppen, dan komt ze niet meer op gang.

11:27 We lopen Literatuurwijk in. Over de Annie MG Schmidtweg. Ik heb geen idee waar ik blijf voor een heel stuk. SG kan nog wel wat vertellen. Zelf gaat het mij nog best goed! Dat valt me mee. Opeens weet ik weer waar ik ben! Ik snap de verbindingen van Literatuurwijk. Het is voor mij nog 10 kilometer naar huis vanaf hier. Maar wij gaan naar Muziekwijk.

11:30 Heugelijk moment: ik mag SG een winegum geven! Ze kan nog een beetje suiker gebruiken voor het laatste stukje en de gel heeft geen voorkeur. Ha! Ze hebben mij bij de Frysman tot eten gemaand en gedwongen en nu mag ik dat terugdoen 😀 Ik neem een gel. Kan nu niet meer verkeerd vallen.

11:40 Het einde van de tocht nadert. We zijn te vroeg bij Station Muziekwijk. Ik was doorgegaan tot Stad, maar SG’s auto staat bij Muziekwijk. Had ik de hele tijd het idee dat ze op de fiets was! Zij benadert trainingen anders: 3 uur is 3 uur. Geen marges, geen kleurtjes: 3 uur lopen.

11:43 Het Muzenpark op en neer. Ik krijg het voor elkaar, SG is over haar langste afstand ooit heen. Soms speelt haar rechtervoet wat op, maar het trekt elke keer weer weg. We slingeren op en neer door het Muzenpark. Sneeuwklokjes! Ik ben nog niet kapot, maar ook niet meer superhelder. Ik vraag of SG naar de fysio gaat en doe er even over om haar antwoord ‘deze fysio weet het zelf heel goed aan te pakken!’ te interpreteren. De afspraak is: 3 uur of 28 kilometer volmaken.

11:54 Ik ga de intervallen lopen. Versnellen. Uitdaging! Ik ga ‘m aan. In plaats van de 20 seconden pak ik 3 keer de minuut om te versnellen. 60 Seconden aftellen en zo hard gaan als ik nog kan. Lekkerrrrrrrr. We lopen terug naar het Station Muziekwijk.

12:04 3 Uur. Stop het horloge! Precies. Zonder de stops van 4 minuten alles bij elkaar. Het is de moeite nauwelijks, die stopjes. 28,3 kilometer. 6:21 gemiddeld. We wandelen uit. Ik neem dadelijk de trein. Rob hoeft me niet halen, die mag een frikandellenbroodje voor me maken.

12:25 In de trein orden ik mijn foto’s. Ik ben wat vermoeid, maar ik heb dan ook slecht geslapen. Over het algemeen voel ik me gewoon supergoed! Trots op SG. En een beetje trots op mezelf, dat ik zomaar mee kan lopen. Maar meer trots op haar. Mijn benen voelen het asfalt wel. Zomaar 28 kilometers. Met Joyce of als ik alleen was, had ik er 1,7 bij gelopen tot de 30. En dan was de training ook groen geweest. Nu heb ik een keer iets anders gedaan! Thuis eerst naar de WC (toch de gel die lastig doet) en dan eten. En zitten. En afspoelen.

15:54 Het zwembad in Almere Stad. Er zijn hooguit 6 kinderen. 4 Begeleiders. 1 Trainer voor het volgende uur. Die denkt dat ik niet mee mag zwemmen, want volwassenen mogen pas om 5 uur. Dat is al een jaar anders. Ik mag en ik ga.

16:05 Inzwemmen: ik mag met achtje en ik heb geen haast. Ik doe ook zonder achtje. Mijn benen vinden het gek genoeg prima, als ik me maar niet haast. Ik let goed op hoe ik zwem. Schoolslag en rugslag doe ik ook. 400m Inzwemmen.

16:22 5 Keer 300 meter. De bidon staat er om af te tellen. 100 meter bijleggen. 100 meter bijleggen met achtje. 100 meter hele slag. Opletten dat het hoofd niet te ver uit het water komt. Doorhaal oefenen. En het ademmoment erin rammen. Geen snelheid, boeit niet.
16:42 Na de derde keer wordt het vervelend, dat bijleggen. Volharding. Ik blijf bijleggen en opletten op het hoofd en alles. Ook als het horloge niet netjes telt. Ook als mijn benen protesteren. Ik doe mijn eigen dingen hier. Ik train ontzettend hard. Alsof ik niet al 28 kilometer gelopen heb.
16:50 Ik doe nog 100m met achtje op snelheid in combinatie met techniek en met vermoeidheid. En voldoening.
16:57 Ik ben blij en echt doodmoe als het uur er op zit. Echt moe. Komt vast door de korte nacht van nog geen 6 uur ? Het horloge is op 1950 meter blijven steken. Het moeten er 2000 zijn, maar het maakt me niet uit. Ik heb echt goed getraind vandaag!

20:17 Krachttraining. Een simpele voor buik, billen en (arme) benen. Ik doe goed mee, op 1 oefening voor de benen na. Die willen niet meer. De derde dag al achter elkaar dat ik krachttraining doe. Mijn eigen persoonlijke uitdaginkje!
20:34 Onder de warme douche. Nu doen mijn benen én mijn armen pijn. En ik ben moe. En vermoeid. En toch… ik moet me inhouden om niet ook even te gaan fietsen… Mijn hoofd wil en Rob en Vincent blijven vragen, maar mijn benen zijn er klaar mee. Het hoeft ook nergens voor.

6 februari – Piramideloop – wie bedenkt dit?!

Ik vond het wel raar, weer een looptraining na de 28km van gisteren, maar goed. Ik doe het natuurlijk toch. Het staat op het schema. En dat zal wel goed zijn. Om mezelf te testen doe ik het en om te kijken wat dat doet met de data en met mij. Ik voel me wel prima en ook mijn benen zijn dik in orde. De data geeft echter een dikke min aan. En het is tamelijk opvallend dat ik me goed voel in deze periode met net iets te weinig nachtrust.

‘s Ochends zo’n onwijze regen: ik wacht wel even hoor. Het waait en stormt. Als ik ga is het droog. Ik weet waar de wind vandaan komt en kies ervoor deze mee te nemen in het begin in de lage zones. Dan kan ik straks eerder stoppen als ik wind tegen heb en de training er op zit.
Ik ga me houden aan de hartslagzones, dat lijkt me verstandig na gisteren. Elke 5 minuten wisselen: dat is een soort van piramide. Al binnen een kilometer merk ik dat mijn benen dit gewoon weer kunnen. Ze trekken nauwelijks, protesteren niet en doen geen pijn. Lekker in de zones blijven lukt ook en door de meewind valt het tempo nog mee- dat is ook lekker. Ik voel me prima!

Langs de Vaart heb ik lekker wind mee. Dan ga ik na 20 minuten aan het versnellen. Ja, dat is doorbijten. Ja, dat gaat me prima af. Ja, het tempo kan omhoog. Kwestie van grote stappen nemen en vooruit kijken. Diep ademhalen en tellen. Niet kijken hoe hard ik ga en gewoon genieten dat deze inspanning lukt. Achteraf net geen 5 minuten op de kilometer. Een seconde te lang. Maar de zon piept tussen de wolken en lacht me toe. Dat helpt.

In de volgende zone komt het zonnetje echt door! Mooie kleuren alom. Dan moet ik nog een keer versnellen zo blijkt. Ik doe het ook weer, maar dan tegen de wind in en het viaduct op! Pfoe, dat voel ik aan alle kanten wel zo’n beetje. Die zon maakt het een stuk lichter op deze dag. En het feit dat me dit gewoon lúkt! Wowsers. Ik ben zelf vast het meest verbaasd. Deze gaat iets langzamer als de vorige bij dezelfde hartslagzone, maar dat is de wind tegen denk ik.

Ik dribbel tegen de wind in op de Evenaar naar huis en geniet daar ook van. Op het laatst doe ik nog lantaarnpaal sprintjes. Vrijwillig. Right. Om sterker te worden. Oké dan. Omdat het kan. Omdat ik het kan!

Was deze training goed? Ik vind het een raar geplaatste training, maar het pakte goed uit: ik voel me er sterker door en ben blij dat ik dit weer zomaar kan doen na gisteren! Ik voel me energieker nu dan toen ik weinig mocht hardlopen. Al is dit blessuregevoeliger, ik word er een stuk blijer van; van het randje, de grens en de net iets te grote uitdaging! Meer dan 50km hardgelopen deze week. En fietsen 100 kilometer plus. En zwemmen twee keer. En krachttraining. Ik ben op de goede weg. Nu nog goede begeleiding en ik kan weer vliegen vol vertrouwen! ?
Mijn benen smeer ik in met lotion, die moet ik even te vriend houden. Maar als ze aangeven dat ze liever chocolade paaseitjes hebben, wie ben ik dan om niet te luisteren…. 😉

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2022-4

Maandag 24 januari. Door Watopia Trappen ?‍♀️

We gaan de fiets binnen weer op! Ik wilde de Tacx app aansluiten, maar die wil niet bij mij. Alles is goed aangesloten, maar ik kom zelfs virtueel niet van mijn plek af! Dan maar weer terug naar Zwift. Muziekje aan en een andere fiets kiezen. Even de racefiets weer pakken, misschien helpt dat. Helaas niet. Want er staat ergens iets aan of uit, waardoor ik de heuveltjes niet meer ‘voel’. Ik zie het alleen maar terug in een megalaag tempo. Irritant. Inmiddels ben ik een beetje afgestompt qua fietsen en doe ik het ermee. Ik kies dadelijk de route wel zonder heuveltjes voor de intervallen.

Mijn belangrijkste opdracht voor vandaag is het om de bidon leeg te drinken! Dat zou pas echt een overwinning zijn. En zo rij ik even later over de prairies. Ik moet 3 minuten hard en 2 minuten rustig, maar dan op hoge cadans. Dan valt het tempo me wel een beetje mee. He, ik ben een vrouw! En als je kijkt, dan is dat slechts 10% van alle fietsers, gek genoeg. Hup Anke, drinken maar weer.

Ik hou me niet heel precies aan de intervallen. Ergens mis ik de rust omdat ik lekker snel wil doorfietsen. Ergens verbeter ik mijn sprint zo enorm dat ik ook lekker 4 watt/kg trek! Heb ik het ook warm en ben ik ook een keer blij met 2 minuten rust daarna. Ik fiets op en neer over de vlakte. Ineens heb ik van het slechte klimmetje aan het begin het shirtje gewonnen!

Dan ben je de snelste op een stuk van de route. Waarschijnlijk was ik even de enige 🙂 Daar moet op gedronken worden! Ik ga de uitfietszone ook nog even te buiten om nog een PR te zetten nu ik warmgedraaid ben.

Al met al fiets ik keurig de anderhalf uur weer vol en maak ik er ook 40 kilometer van. En! DE BIDON IS LEEG. Mission accomplished.

25 januari. Intervallen fietsen. Vooruitgang en achteruitgang. ??

Het is maar een uurtje. Het zijn maar intervallen. Ik zal eens kijken of het me echt steeds makkelijker af gaat. Vlakte maar weer op. Geen muziek. Geen afleiding. Concentreren op het fietsen. 5 Minuutjes op de laagste hartslag. Ik accepteer alles vandaag. Nog steeds geen berg-gevoel, maar ach- er zijn ook weinig hoogtemeters te scoren vandaag.

Dan 10 minuten lekkere hartslagzone. Ik schakel mee en stem de cadans en de hartslag op elkaar af. Als ik iets harder mag, als het weer rustiger gaat. Ik stuur bij en zo nu en dan drink ik ook nog eens wat. Het is 2 minuten iets harder, 1 minuut lekker hard (die minuut gaat het snelste) en 2 minuten heel rustig, wat vaak net niet lukt of alleen de laatste 20 seconden.

Dan weer 10 minuten neutraal fietsen en dat bevalt me ook prima. Wat ik doe onderweg of denk of zie, zou ik niet meer weten. De tijd gaat gewoon voorbij. Balancerend tussen de cadans en de hartslag. Wacht eens even…. Een paar weken/ maanden geleden was dat een crime. Ik kreeg de hartslag niet laag en de cadans niet hoog en de combinatie daar tussen leidde nogal tot veel ergernis. Nu lukt dat gewoon. De cadans boven de 80 houden en de hartslag binnen de perken. Vooruitgang heet dat.

Ik doe het hele riedeltje met sneller, snelst, heel rustig nog 3 keer. Simpelweg. Kost niet teveel moeite. Kost niet ongelooflijk veel inspanning. Lukt me gewoonweg. En dat is meteen het grote nadeel van de vooruitgang: de uitdaging vervalt. En ik leef blijkbaar beter op de rand van de uitdaging. In het uitfietsen heb ik nog wel even wat moeite om weer in de laagste zones uit te komen, maar al met al valt ook het tempo van 26,4km per uur best mee. Omdat ik daar geen moeite voor heb hoeven doen.

Meteen na het fietsen doe ik een krachttraining. Ook dat kost me geen moeite meer. In het begin vond ik dat allemaal ongewoon zwaar, maar vooral de buikspieroefeningen gaan me nu heel gemakkelijk af. Sterker nog: ik wissel de krachttraining niet eens meer in voor strijken! Mijn benen vinden hun oefening minder prettig, dus die versoepel ik wat. Planken gaat zelfs met een boosterprik, zonder problemen voor me. Nadeel van het feit dat het simpelweg easy is: ik voel geen enkele drang om ook maar een beetje extra te doen. Ik ga naar de therapie en dat helpt me helemaal tot rust te komen. Een paar leuke, fijne en grappige berichten helpen me ook.

26 januari – Een baantje ?‍♀️ opgeschoven! ?

Ik controleer of Vincent een mondkapje, handdoek en zijn telefoon bij zich heeft als we in de auto zitten om er dan achter te komen, dat mijn telefoon nog op tafel ligt! We zijn dus net op tijd. Gelukkig is het rode badpakje al aan. En de rode badmuts snel op. En de rode slippers snel uit. Ik waarschuw trainster DR dat ik veel ga bijleggen en ze belooft me dat dat in de training zit. Baan 2 (of hier baan 5) stroomt vol. Baan 3 (of hier baan 4) is aardig leeg. En ik weet wat ik kan. Dus ik ga moeiteloos naar baan 3. Ik schuif zomaar met een licht hart een baantje door! Moeiteloos. Kan ik. Geen gezanik met achtje, ik kan steeds iets beter zwemmen.

Eerst even zelf bijleggen. Ik heb ‘m door! Ademen op het meest stabiele moment is een gewoonte geworden. Ik lig met een brede grijns in het water. Echt waar, als ik kon huppelen in het water, dan had ik dat gedaan! De baan zit vol dames met achtjes, paddels en flippers. Samen met DH ben ik zowat de enige zonder hulpmiddelen! We gaan arm links, arm rechts en beide armen doen. Mijn horloge raakt van slag, maar ik niet. Misschien ga ik niet allersnelst, maar ik ben ook niet de langzaamste! We moeten ook 6 keer 50m doen: rug, school en borstcrawl; 1 serie gewoon en 1 serie alleen armen. Ik denk als ik de rugslag doe aan de core. Die is zeer zeker versterkt bij mij! Door er alleen maar aan te denken is het krachtcentrum al actiever. Alleen armen is een enorme krachttoer. Daarna gaan we 100m armen zwemmen, waarvan 25m bijleggen. Ik ga voorop, want dit kan ik. Ik kan zelfs met achtje 1 op 4 ademhalen in alle rust en kalmte als ik op de uitademing let.

Ik spiek in de banen naast me en ook daar: allemaal hulpmiddelen. Grappig genoeg worden in de langzaamste baan nog de minste hulpmiddelen gebruikt! Er is wat gekibbel in de baan over de pauzes, maar de tempoverschillen zijn lekker groot, zodat je elkaar niet in de weg zwemt. Of ik stoor me vandaag nergens aan, dat kan ook. 1 Van de anderen haalt me in, vind dat ik te langzaam ga. Mij best. Ik train hier en ik heb er grote lol in dat ik mijn eigen training in de training kan doen. En dat ik al lang niet meer kapot ga van het zwemmen. Een baantje verder. We doen ook nog 100m, 150m en 200m rustig met 50 armen tussendoor als rust. Na de 150m ben ik echt vermoeid. Ik pak voor de 200m mijn achtje erbij, maar na 100m voelt het teveel als valsspelen en mik ik ‘m weer aan de kant.

Het is vooral dat gemakkelijke, het lichte en het plezier dat ik heb vandaag wat het zwemmen leuk maakt vanavond. Na het zwemmen klets ik nog verder. Nooit gedacht dat er enig moment in mijn leven zou komen, dat ik zwemmen bij TVA bestempel als ‘gezellig’. Van het zwemmen heb ik meer spierpijn in mijn armen dan van de boosterprik! Misschien zat de ‘zwemmen-upgrade’ in mijn boosterprik ? ?

27 januari Duoloop op mijn tempo ?‍♀️ ?‍♂️ en zijn route ?

Als ik van het kantoor naar huis rij na een behoorlijk onverwacht (tevreden) volle dag zie ik dat het eigenlijk nog net niet helemaal donker is. Goed idee om maar meteen te gaan hardlopen. Het enige waar Vincent even over valt is dat hij een route moet bedenken! Even over half 6 staan we buiten om het donker tegemoet te lopen. Het is niet koud, de schemering zet in als wij aanzetten en we kletsen onderweg. Over onze werk- en schooldag. Mijn hartslag schiet niet de lucht in en het tempo is prima te behappen. Het loopt makkelijk! We gaan over het mooie-meisjespad naar het sluisje en dan langs de Vaart. Daar hebben we wind mee en is het tempo super 10 kilometer per uur in zone 1! Vincent maakt zich zorgen of de route niet te lang is, maar ik weet zeker van niet. We gaan door het Kotterbos en ik mag in zone 2 gaan lopen. Heerlijk. Het is een beetje donker en er is niemand behalve wij. Een paars en een groen lampje. Ik geniet van het gemak waarmee dit gaat. Zoals het hoort te gaan. We maken een foto van het verdwijnende licht.

Ik weet dat de route precies goed gaat zijn. Als we de brug over gaan het Kotterbos uit lijkt het pas echt donker. Ik moet nog sprints doen en de eerste keer rent Vincent me er uit. Maar dat is nog niet zo best voor hem na een flink ziekbed vorige week. We wandelen tussen de 3 sprints in. We dubbelen en kruisen ons eigen pad niet. Precies 8 kilometer, 48 minuten (dat past ook in Vincents opdracht) en keurig 6:03 gemiddeld op de kilometer. En het kost geen erger-energie.

28 januari Trail loop rondom Lage Vuursche met ☀️ en leuk gezelschap

Het is toch altijd een beetje spannend als er iemand anders met Joyce en mij meegaat… Ik vraag me dan van tevoren af of het wel zo’n goed idee was om een man mee te vragen die gemiddeld toch wat harder loopt en het is de vraag of hij mee kan praten of tegen ons gekwebbel kan. We zijn netjes om half 11 in de Kuil van Drakesteyn en HB, die met ons mee zal lopen is er ook. Rugzakje op en hoppa – gaan! Op zoek naar het begin van de route. Ik ken ook deze route wel aardig. Hier hebben we paddestoelen gekeken met Vincent en hier liep ik met een andere groep ooit: ik kom ook hier redelijk vaak. Na een kilometer staan we op een stukje mooie heide en ik wil een foto maken. Telefoon vergeten! Ligt nog in de auto. Het is deze week wat, al voor de derde keer op pad zonder telefoon. Ophalen of niet? Ik denk dat ik zonder telefoon kan en we lopen door. Maar ik twijfel toch. Als mijn telefoon open en bloot in de auto ligt is dat niet zo tof. HB en Joyce kletsen en ik bedenk dat ik mijn ‘lifeline’ toch echt nodig heb. Ik zal vanuit Lage Vuursche teruglopen naar de parkeerplaats. Joyce wacht, HB gaat met me mee. Ik loop vandaag gemakkelijker dan dat ik kwebbel merk ik! Dat eerste fact is vooral erg, erg prettig. Ik vind het een onwijs stoer idee dat ik ‘zomaar’ 2 kilometer om kan lopen en het tempo kan ook ietsje omhoog, zodat Joyce niet zo lang hoeft te wachten. Dat zoiets lukt, geeft een gevoel van macht en kracht.

De zon komt er doorheen en ik merk dat ik volop aan het genieten sla, hoe bekend de weg ook is en hoe weinig ik eigenlijk ook te vertellen heb. Al valt dat ook mee als het over voeding gaat. Een klein kwartiertje kost het voor we met telefoon (die best goed verstopt lag) weer in Lage Vuursche staan bij Joyce. Met z’n drietjes gaan we weer verder. De zon komt er doorheen. Dat maakt het helemaal af. We lopen tussen het wuivende gras. Prachtig.

Ik ga even lekker verder, niet dat ik haast heb, maar even mijn eigen beleving op dit stukje. Niet dat ze ver achter me zitten hoor! En ik vind het ook niet erg om weer rustiger te lopen. Maar na alle ellende met lopen in januari is dit echt een verademing dat het gewoon lekker loopt. De hartslag is soms best iets hoger, maar dat kan ik accepteren. Trail kost nu eenmaal meer kracht dan asfalt. We lopen een stukje verkeerd en een beetje om, maar met mijn kaartje en de route komt het wel weer goed.

Een zeldzame foto waar Joyce en ik samen ten voeten uit op staan!

De zon is een blijvertje. Het is niks koud en ik heb precies de goede kleding aan. De modder valt ook mee en eigenlijk valt alles mee. Op 6 kilometer neem ik de eerste gel. We komen even later bij de Wolfsdreuvik. Zo geweldig als het de eerste keer was, zo gewoontjes wordt het nu.

Maar we staan toch even stil bij deze grappige folly. Ik blijf het een fantastische bouwvorm vinden. En weer verder met het ommetje langs het hek. Als we op het glooiende smalle pad komen, gaan Joyce en HB kletsen over hun sportverleden. Ik vind het te confronterend om te luisteren, want ik heb dat eigenlijk niet. Of misschien wel enorm met mijn nog net geen tien jaar, maar ik wil even alleen lopen. Ik zet aan. En het is echt supergaaf dat me dat gewoon moeiteloos lukt. Ik loop helemaal alleen vooruit te dromen en onwijs van het bos te genieten. Even helemaal tot rust komen. Runners high, maar dan met het volle verstand erbij. Ik wacht ze op en neem nog een gel.

Ik ben totaal kwijt waar we zitten, hoe ver we zijn, hoe lang we weg zijn of hoe het gaat. Dat is een aparte ervaring, maar het meest wonderlijke is dat het me totaal niet hindert. Zo gemakkelijk in het moment ben ik in geen tijden geweest. Het is prettig dat HB zich doodeenvoudig aanpast en alles accepteert en zelf ook nog plezier heeft. Dat geeft rust.

Door de zon blijft het allemaal erg mooi en vriendelijk er uit zien. We rennen niet als gekken overal langs, maar er is een consensus dat het gaat om genieten en de omgeving en dat het tempo daar volledig aan onderhevig is. Voor Joyce ook heerlijk en die kwebbelt wel lekker door. Ik heb even een klein dipje, maar dan loopt HB weer mee te babbelen en vergeet ik dat weer. We komen op een plek waar een duidelijk bord staat: Dit is geen wandel-pad.

Tja, zo gaat dat met trailers: die maken soms een pad… Eerst zegt HB: ‘maar wij lopen toch hard’, vervolgens komt Joyce: ‘maar we wandelen ook niet’. Toch nemen we een ommetje over het brede pad. We komen weer op de route, terwijl we roddelen over een verwarrend appje wat ik krijg. Een loopje zonder onze usual suspects is ook niet compleet! Fijn om eens iemand te horen die soort van onbevooroordeeld is. Overigens blokt HB de gebruikelijke helikopter, maar die ruil ik graag in voor de zon. We komen langs de blokhutjes en tussen de rododendrons door.

Joyce doet even wat rustiger aan. Dan moet ik de sprintjes doen zie ik bij de tweede keer. Ik zet even lekker aan. En dan een beetje wandelen. Ineens zie ik mijn kans liggen: voorbij het blokhutje over de geweldige single track mag ik 20 seconden vliegen! Die 20 seconden gaan veel te snel voorbij – letterlijk en figuurlijk. Alle kracht komt even samen: voetplaatsing, snel beslissen, grote passen en echt in de natuur zijn met takken voor je neus en een slootje om doorheen te draven. Een grijns van oor tot oor. Zó voelt hardlopen, zo voel ik me: ik kan echt even vliegen en kom los van de grond! ?

Dan komen we bij het modderige Nonnetjesland. Ik vind dit altijd niet zo’n leuk stukje. Niet dat ik me vandaag werkelijk ergens druk om maak, maar dit stukje bevalt me gewoon niet zo. Ik ben al aan het uitlopen, de opdracht zit erop. Ik klets met HB terwijl Joyce haar eigen tempo houdt.

Ik balanceer een beetje tussen stilte, laat me met rust, zo snel mogelijk verder lopen, eind-vermoeidheid, vriendelijk blijven en aftel-stress. We wandelen ook een stuk, maar ik kan nog prima hardlopen. Dat is zo fijn! Het gevecht is echt voorbij. Tussen de koeien door wil ik even rennen en dat is nog leuk en dan vind ik het klaar. Nog minder dan een kilometer, dus een halve marathon wordt het niet. Niet binnen 2,5 uur. Vind ik dat erg? Eigenlijk niet. Brede paden. We zijn weer bij de Kuil en ik loop 20 kilometer vol.

In het zonnetje staan we nog lang na te kletsen. Tenminste, Joyce en HB. Ik heb niet zoveel kennis, sportprestaties of woorden meer als zij hebben. Gelukkig ben ik een goede en dankbare luisteraar en heb ik chocomelk meegenomen! Ik heb genoten van het lopen en dat voelt weer helemaal goed. De hele loop gaf een gemiddelde hartslag van 138, net niet meer zone 1 (die loopt tot 137) en dat is echt perfect voor deze omstandigheden; de ondergrond en het tempo in aanmerking genomen. Een dag als vandaag zorgt voor het gevoel dat het weer goed komt en dat het ook weer ooit voorjaar zal worden.

29 januari Een dagje ouderwets uitsloven: ?‍♀️ en ??, ?‍♀️ en hard ?‍♀️

Om 10 uur vanmorgen zat ik binnen op de fiets met Zwift in Frankrijk. Voor dik twee uur. Nu hadden Vincent en ik gister al bedacht om een combi te maken met het leren van Franse woordjes. Gelukkig maar, want het fietsen was een crime. Verschrikkelijk. Er staat dus al een tijd lang iets uit of aan of wat ook, maar ik voel de hoogteverschillen niet meer. Het tempo gaat omlaag en ik kom amper vooruit. Ik moet ergens de ERG aan of uit zetten, maar ik weet niet waar! Het irriteert me onwijs. Zeker als je dan begint met 3 kilometer klimmen op tempo nul komma niks. ?

Ik had nog 1 lange route open staan in Frankrijk en het leek zo’n goed idee om die vandaag in 2,5 uur te passen. Zou moeten lukken, maar met dit tempo wat niet omhoog gaat en wat ook niet reageert niet. Vincent zoekt ook nog mee, maar ik wil de route niet nog een keer opnieuw starten. Ik ruil zelfs van fiets en Vincent fietst een paar minuutjes, waardoor de training in Zwift ongelijk loopt met de Garmin. Ik leg het allemaal terzijde en laat het voor wat het is, want Vincent moet Franse woordjes leren. En ik mag ook!

Hij vraagt ze aan mij. Zo ziet Vincent de woordjes en dekt hij ook de vertalingen af en doet zelf mee. Ik ken er best een paar, maar een aantal ook totaal niet. We herhalen ze. Tot in den treuren. Het haalt alle (negatieve) aandacht weg bij het fietsen. Ik hoef alleen maar te trappen.

De intervallen zitten mooi in 1 van de klimmetjes omhoog. Dan is er nog een beetje eer te behalen. Al met al is 63 kilometer fietsen best een opgave. Maar met de koptelefoon, het zakgeld, sparen, werkelijk en al in het Frans, vliegt de tijd bijna! Ik drink twee koppen thee, 4 slokken water, eet een halve reep en 2 mini-marsjes. Voor mij een maaltijd!

Ik maak me wel zorgen dat ik de route niet ga halen in de tijd die ik heb voor de training. Ik mag 2 uur en een kwartier fietsen met een tijdspanne van 20% verschil. Dus maximaal 2 uur en 37 minuten. Als ik nog 5 kilometer te gaan heb, komt Vincent met een onaangename verrassing als ik hem sommeer naar de route te kijken: ik moet nogmaals omhoog! De laatste 3 kilometer zijn niks makkelijk, maar afmaken zal ik de route.

Ik race nog even naar beneden zonder te trappen. Haal ik het ook binnen de tijd, omdat ik hier en daar wat van de route door Vincent heb laten rijden (5 minuten maar hoor) en de Garmin geeft voor de verandering eens meer kilometers aan dan Zwift. Ik ga in Zwift nog een level up naar niveau 27. En… ik heb ook nog eens dik 590 hoogtemeters gescoord. Ik vind de instelling, maar eigenlijk zijn mijn benen te moe om echt te merken of ik de berg nu wel voel of niet!

Als Vincent gaat zwemmen, gaan Rob en ik wandelen. Heerlijk. Even flink doorstappen. We schampen de Noorderplassen en praten bij. Het waait behoorlijk, maar ik merk het niet zo. Rob heeft het zelfs warm! Op het einde begint de tijd te dringen voor mijn zwemtraining en ik besluit dat ik ga hardlopen en Rob wandelt flink door, zodat we de autosleutel kunnen uitwisselen. Het gaat zo soepel, versnellen! Wat een kracht! Ik kan als het moet zonder enige moeite harder gaan. Zonder dure schoenen, zonder dat te merken aan de ademhaling of dat ik het warm krijg. Dat voelt oppermachtig en goed. We liepen al flink door, maar door de versnelling heb ik de 6 kilometer binnen een uur afgerond! Ik voel me echt supergoed.

Dan de zwemtraining. Ik omschrijf op Garmin: Ik heb lekker mijn eigen dingen gedaan en goed opgelet bij het zwemmen met zo vaak mogelijk bijleggen. Flinke krachtige slagen gemaakt. Middenin een stukje voor mezelf gepakt. Wel vermoeiend tot op het bot om voortdurend alert te zijn op de diepe insteek, het bijleggen, het ademmoment. (en ohja, ik heb al gefietst en ge(hard)wandeld ook)


En dit is de zwemtraining zoals ik die heb uitgevoerd:

  • Inzwemmen: bijleggen 100m, slag50m in baan 3 (maar dat is wat hoog gegrepen en waarom zou ik dit mezelf aandoen)
  • Terug naar baan 2: heup, oksel, slepen, zelf bijleggen ipv lange slag (voorop)
  • 4x125m armen voorop, dat ging lekker krachtig zeg! Dit is het enige wat ik met achtje heb gedaan. Mijn badmuts ging af, maar ik had alle tijd om die even aan de kant te leggen.
  • 100school – gelet op wat DR aanraadde en dan is school ook een krachtinspanning. Maar daar geniet ik van. Toch nog meer krachttraining doen, bedenk ik me in het water.
  • Toen zelfstandig 100m bijleggen/50slag en dat ongeveer 2x. Lastig, want net te druk in de baan (wel iets van 8 mensen!). Ik was wel bezig met mijn eigen ding en heel bewust aan het zwemmen. Dit moet ik nog leren en de rugslag sla ik even over
  • Training opgepakt bij 150m rustig, 100sneller, 50hard. Lekker achteraan.
  • 3x100m borstcrawl, laatste 25m snel. Vooraan en dan floreer ik toch! Ik werd wel moe en vermoeid intussen.
  • Zelf uitzwemmen en bijleggen in baan 1.
    Laten filmen door YZ: needs more work met het ademmoment. Tijdens het bijleggen is het oke, maar als ik dat loslaat, gaat het nog minder goed. Fijn om dat terug te zien, bedankt YZ!
    Met veel aandacht gezwommen en dat kost veel kracht en energie. Ook van de drukte weer denk ik. Ik was echt moe onder de douche. Gewoon van die ogen-dicht moeheid. Nog even nagekletst. Zo lollig dat ik daar tegenwoordig van geniet en me niet meer erger! Ik sta er veel zelfbewuster in tegenwoordig.

30 januari. Tempoloopje met ?-geduns.

Hij heeft net nieuwe loopschoenen gekregen en ik heb een tempoloop staan van 3 kwartier. Lijkt een prima combi en Vincent zegt telkens dat mijn hoge zones voor hem nog steeds zone 1 zijn. Duhhh. We informeren de buurman over een hele triatlon (die is nog aan het bijkomen vermoed ik) en lopen dan de straat uit. Het gaat meteen mis met de hartslag: door naar 165 terwijl ik heel rustig loop. Mega-mega-irritant. Ik stop de exercitie en reset de hartslagband, die blijft hangen op 160+, terwijl de Apple Watch op de pols niet hoger komt dan 70. Dat vind ik zo vervelend als ik moet lopen op hartslag en de metingen dan niet kloppen. En ik heb maar 5 minuutjes in zone 1. We starten opnieuw en het is al snel weer hopeloos, de hartslag loopt op tot 170 en gaat niet omlaag als ik wandel. Ik zet zonder pauze de hartslagband uit. Over op polsmeting. En die is dan weer (onterecht?) laag, maar ik doe het er voor! Het klopt met het gevoel. We lopen het viaduct over de Hogering over en het tempo ligt ongewoon hoog. Ik kan echter nog prima kletsen en dit lijkt inderdaad zone 2 te zijn qua gevoel. “Mama, heb je haast ofzo, zeg” roert de puber zich met zijn nieuwe zwart-gouden Ascis schoenen.

Langs de kassen ga ik lekker door. Vincent probeert zo nu en dan of de goud-zwarte schoenen ook hard kunnen en nou, daar zijn ze voor gemaakt! “Ze kunnen niet langzaam lopen, dan zitten ze minder lekker”, is het oordeel. Als we oversteken ga ik 3 minuten hard lopen. Ik zet de blik op oneindig en het tempo komt rond de 5 minuten per kilometer te liggen. Daarna moet ik 1 minuut nog veel harder op een ANT+ hartslag. Heerlijk zwaar, maar een minuut is te overzien. Jammer dat de hartslag niet hoog genoeg komt, maar de inspanning is er zeker wel naar en het tempo ook. Dan een minuut joggen. Vincent slingert om me heen; sprint soms moeiteloos voor me uit en blijft soms even hangen. “Zag je de schapen mama?”; nou, mama zag helemaal niks, want die was enkel bezig met snoeihard lopen.

En nee, dit is óók niet het moment voor Franse woordjes! Ga toch weg, zeg. Ik moet 3 keer 4 van de 5 minuten heel hard rennen. ? En dit is vóóral niet het moment om op te merken dat het tempo in zone 3 net zo hard was als daarstraks in zone 2. ? Volgende keer laat ik de goudzwarte schoenen thuis ? Natuurlijk moet ik de laatste keer sprinten het viaduct op lopen en dit is absoluut helemaal niet het juiste moment om als 15jarige hard voor me uit te lopen omhoog alsof ik stil sta en mijn best niet doe, om een foto te maken. “Maar mama, dat wilde je toch, die foto?!” ?

“Doe maar alsof je het leuk vind voor de foto!” Dan gaan we weer naar beneden en vindt de pubert op de gouden schoenen dat hij mag klagen dat hij trek heeft en dat het niet zo gemakkelijk rent. Ga toch weg kereltje! Ik loop te puffen en te zweten en hij heeft het nog steeds koud en loopt nog zowat te huppelen. “Dat zeg ik zodat jij je beter voelt hoor mama”. Jaja…

Intussen ga ik gewoon op een flink tempo door alsof ik vrijdag niet getraild heb en gisteren niet heb hoeven trappen. Er zal iets enigszins mis zijn met de hartslag, maar het is wel goed zo. We maken een wat ommetjes langs de plus en dan naar de AH. Ik ben er moe van, hij is lekker ‘buiten geweest’.

Ik loop 9 kilometer in 50 minuten vol. Een gemiddelde van 5:33 bij een hartslag van 144 gemiddeld is ook wat te gortig en niet helemaal geloofwaardig en maakt de polshartslag ook weinig betrouwbaar, maar het voelt wel lekker! We moeten nog wel een foto maken van de nieuwe schoenen. En 4 nieuwe sokken.

Jep, mama heeft het kleinste maatje! Maar deze mama sluit een lekkere sportweek af met 37 kilometertjes hardlopen (4 uurtjes), 135 kilometertjes indoor fietsen (5 uur) en 4,5 kilometer zwemmen (bijna 2 uur). Het lijkt aan alle kanten weer een heel stuk de goede kant op te gaan!

Categories: Geen categorie | Leave a comment

Protected: Een therapie om te onthouden!

This content is password protected. To view it please enter your password below:

Categories: Geen categorie | Enter your password to view comments.

2022-3

17 januari – Aan de tax van de Tacx- wat is de max?! ?‍♀️

Weer fietsen. Ik werk overdag, dus het komt bij mij aan op de avond. Ik heb een vriendin geregeld om mee te gaan bellen, maar die kan pas wat later. Eigenlijk ook niet erg, dan kan ik me eerst richten op de intervallen, de hartslag en de cadans. Inmiddels went het. Alles went blijkbaar. Zelfs saaiheid.

Het horloge, de hartslagmeter en de Tacx willen niet goed samen opstarten en ik moet de training na 5 minuten Zwift opnieuw opstarten. Dat wekt irritatie. Ik pak een simpele route in Watopia. Niet zoveel hoogtemeters. Ik mopper dat ik mijn trainingen in de iPhone niet meer kan zien en ik kan dus geen hartslagen vergelijken. Zulke dingen irriteren me als ik me verveel. Ik hou me aan de hartslagzones, ik let niet zo op de cadans, mijn beentjes draaien rond.

Na een half uur moet ik intervallen doen en ook dat doe ik braaf. In het begin vond ik het nog uitdagend – zeg een maand of twee terug, maar nu is het echt steeds hetzelfde, maar dan met meer gemak. Dat is vast verbetering, maar de uitdaging is wel ver te zoeken. Daardoor ga ik er niet écht voor.

Lekker precies 25 kilometer in een uurtje en uitfietsen over de extra vlakke weg, zodat ik nog wat kan proberen qua snelheid. Ik ga eigenlijk pas bellen met mijn vriendin als de minimale fietstijd verstreken is. Uiteindelijk maak ik de 40 kilometer vol en dat net niet binnen anderhalf uur.

Gisteren heb ik een podcast geluisterd over indoortrainen op de Tacx. De doorgewinterde fietsers hadden het over zaken waar ik me niet mee bezig hou zoals wattages en vooral veel hard fietsen. Het lijkt of ik voor buiten fietsen en voor de Tacx verschillende tijden mag aanhouden: 1 uur buiten is gelijk aan 40 minuten Tacx. Maar dan moet je gericht trainen. Ik vraag me af of ik dat doe. Wat wel heel erg schokkend was, dat ik stelselmatig veel en veel en veel te weinig hydrateer op de fiets binnen. Ik drink nooit genoeg en binnen schijnt dat nog veel belangrijker te zijn, omdat je geen rijwind hebt en meer warmte kwijt moet. Een half bidonnetje op zo’n training als vandaag is voor mij al heel wat. Kortom: ik ben van elke indoor training eigenlijk uitgedroogd en dat is niet goed. Ik ben er aan gewend, maar ik denk niet dat de trainer dat kan lezen uit Training Peaks. Ik zal proberen er zelf rekening mee te houden. Ik heb het met de cadans ook geleerd uiteindelijk.

18 januari – En weeeeeeeeeeeeeerrrrrrrrrr ?

Het is maar een uurtje. Ik heb de middag vrij, dus ik kan ‘in het daglicht’. Dit is een echte training met intervallen. En ik kan naar de Makuri Islands waar ik een leuke nieuwe route zie: Castle to Castle. Cadans, hartslag, intervallen. En weer saai.

Ik ga maar eens kijken naar de wattages. En ik zit stelselmatig helemaal aan de onderkant. Ergens aan de zijkant staat er bij elke fietser hoeveel watt per kg ze trekken en ik zit meer dan regelmatig onder de 1. Waar anderen me voorbij schieten met 2 of 2,4 of hoger. Ik word hier ook niet moe van. Ook niet van de blokjes waarin ik harder moet. En nog iets harder. Omhoog. Doe ik gewoon. Alleen de rust haal ik dan niet helemaal om de hartslag in 2 minuten zo ver te laten zakken. Ik kijk de training op het horloge en ik fiets in Zwift gewoon de route door. Mijn cadans ligt tegenwoordig rond de 80.

Die watt per kg gaan nooit echt de hoogte in bij mij. Zou dat wat zeggen over het niveau waarop ik nu train? Dat ik wel degelijk iets heb gehad aan al dat saaie fietsen en dat ik nu verbeterd ben? Mijn conditie gaat dan ook hard achteruit na de fietstrainingen, zo meldt Garmin. Dit kost me te weinig moeite. Je zou zeggen dat dat in Training Peaks af te lezen is.
In een paar van de laatste intervallen ga ik de sprintjes aan en die kosten me kracht en dat is hartstikke leuk en uitdagend. Dan gaat mijn watt/kg ook even omhoog.

Zie hierboven: ik fiets flink door (32kph) op een hoge hartslag (144 bpm) net na de sprint en een keurige cadans van 77 rpm en de ‘kracht’ die ik daarvoor nodig heb, is maar 1.4w/kg. De andere fietsers zitten daar ruim boven (of ze staan stil en gaan stoppen). Ik zou niet weten wat ik anders moest instellen. Misschien moet ik nog maar eens een FTP test doen.

Na 25 kilometer in een uur stap ik af. Ik doe ook nog braaf de krachttraining ‘s avonds. Zwemmen ga ik morgen wel doen, want ik vind 10 uur gewoon te laat en er zit nog iets anders net te dwars vandaag. Hopelijk worden we niet ziek in dit huis, maar Vincent heeft het flink te pakken, die ligt in bed.

19 januari hardlopen ?‍♀️ en zwemmen in het zwembad! ?‍♀️

Vincent is erg ziek. Hij ligt in bed. Rob volgt later in de ochtend en die gaat op de bank liggen. Ik voel me goed. Dat is lastig, want het maakt nogal onzeker. De zelftesten van Vincent zijn negatief. Tussen de middag ga ik lekker zelf hardlopen. Ik zie er enorm naar uit. Eindelijk weer een stukje lopen! Na al die rust moet het toch heerlijk zijn! Terug naar de basis. Geen gezanik met fietsen, gewoon lekker lopen. In het licht. 3 Kwartiertjes. Solo.

In de eerste kilometer gaat het al mis. Ik loop lekker totdat de hartslag opeens oploopt tot ver boven de 160. Horloge afdoen, rommelen met de hartslagmeter, andere horloge opzoeken voor de hartslag. Kost allemaal energie. Ik moet onder de 137 blijven en de lol is er binnen 6 minuten al af. Ben ik toch ziek? Zorgen maken zorgt voor een hogere hartslag. Rust zoeken. Weer te hard, dat hart! Weg plezier. Ik ga rustiger, maar het blijft weer steken op 6 minuten de kilometer. Wat ik ook doe. Zelfs als ik ga joggen. Binnen 2 kilometer is het plezier weer weg. 20 Minuten in zone 1 en de energie en de lol is weg. Ik blijf op het asfalt. Dan kan ik tenminste soort-van-hardlopen volhouden. Het is niet leuk om alleen maar bezig te zijn met de hartslag. Ik doe mijn best: kijk naar het bos, wees blij dat ik kan lopen, maar elke keer de beperkingen en de bijbehorende zorgen en onrust halen de sacherijn sneller terug dan ik het leuk kan vinden. Ik mag door naar zone 2. Dan kan ik onverhard gaan lopen! Lekker langs de plassen. Maar dan is het tempo lager en nog steeds is de hartslag te hoog. Het is hopeloos. Ik had me er zo op verheugd! Kom op, in deze zone wil ik echt iets harder kunnen dan 6:15 de kilometer. Ondertussen. Ik doe dit al maanden. Enige vooruitgang zou echt prettig zijn. Op deze manier gaat het vertrouwen en alle sportplezier er in een hoog tempo uit. Ik twijfel of dit geneuzel mij echt helpt. Ik loop ook op het asfalt nauwelijks harder. In zone 2! Ik baal er echt enorm van. Ik loop nog om in het Kotterbos en ik krijg een werktelefoontje. Kan er ook wel bij joh.

Dadelijk mag ik de 20 seconden sprints in met een minuut rust, maar ik ga het welbewust omdraaien. Even een minuut voluit gaan en 20 seconden rust. Die minuutjes zijn zwaar en vooral even lekker. Een tempo onder de 5 minuten. Met een terechte hartslag boven de 160. Wacht eens even… in november hield ik dit 5 kilometer lang vol! Ik lijk onwijs achteruit gegaan intussen. Het leuke is dat de minuten die rust zijn 4 keer voorkomen. Vier keer lekker warm worden! En dan nog een paar minuten uitlopen en daarna mag ik ‘vrij’ lopen waar ik zin in heb. Dan maar een iets hogere hartslag, maar dan loop ik wel lekker 5:30. Lekker. Voor zover dat na 3 kwartier balen nog lukt. Nee, dit ging weer voor geen meter. Wat mij betreft is dit een doodlopende weg naar Hamburg. Nu is zowel het fietsen als het lopen niet meer leuk. Omdat ik op het einde nog iets goed kon maken, loop ik 5:59 gemiddeld. Over 8 kilometers.

De middag gaat door in onzekerheid. Ik moet zelftesten halen door de regen, werken en ondertussen hopen dat ik gezond blijf. Het is een beetje wanhopig! Ik wil zo graag naar het zwembad! Maar dat kan pas verantwoord als allebei de mannen negatief testen. Dat doen ze en ik vertrek snel, weg uit de ziekenboeg. Ik blijf wel een beetje bij anderen uit de buurt. Ik ga in baan 2 zwemmen. Lekker een 25m badje. Ik begin met bijleggen. Het moet er gek uitzien, maar ik doe 100m bijleggen en 50m gewone slag. De normale borstcrawl is al voorgoed verandert. Daarna ga ik met de training meedoen. Ik zwem 4 keer 50m slepen vooraan. Slepen en half-bijleggen: aparte combi. De 4x50m steeds iets sneller zwem ik ook vooraan: 25m volledig bijleggen, 25m half bijleggen, keren, 25m nauwelijks bijleggen en 25m flinke slag. Ik geniet ervan! Er is toch nog een sport die ik leuk vind! Ik doe zelfs netjes 50 rug en 50 school mee.

Dan gaan we 10 keer 50m rustig. Ik laat iemand anders voor en ik ga 10 keer bijleggen en doorhalen. Ik haal ze elke keer in, met hun achtjes. Natuurlijk is het tempo nu ruk, maar ik span me dan ook niet in en ik train hier echt. Ik zet mijn horloge in de pauze niet uit. Dan moeten we 400m zwemmen, waarvan elke derde baan op tempo. Ik ga voorop, hoe zal ik tellen? Ik weet het al snel: 100m bijleggen, 25m bijna-bijleggen en 25m hele slag. Ideaal. HALLO – ik ben in de zwemtraining mijn eigen training aan het doen! Ik lig nu veel stabieler in het water en ik heb geen achtje nodig. Ik hoeft mijn hoofd steeds minder uit het water te halen. Nog even en ik kan onder water uitademen en weer 1 op 4 ademhalen. En dan nog iets met tempo… later. We moeten ook nog 100m rug doen, maar ik krijg een enorme golf over me heen van de andere baan en verslik me. Onprettig. Na de training ga ik even met een achtje 100m zwemmen. Dan komt het tempo in de buurt met twee minuten! Ik leg nog 100m bij en ik ga tevreden het bad uit. Ik heb in elk geval geen corona, want dan had ik niet kunnen hardlopen en zwemmen. De onzekerheid of de rest van de familie dat wel heeft en hoe we moeten reageren is (op z’n zachtst gezegd) vermoeiend.

20 januari. (on)rustdag ? ?‍♀️❓❓❓

Vincent knapt wat op, maar ik ga wel met hem naar Dronten voor een officiële coronatest. Er moet enige zekerheid komen. Werken flippert ook al van het ene gesprek in de andere vergadering en het volgende overleg en is onrustig, ik ben onrustig- want bang om ziek te worden. Normaliter kijk ik niet op van een beetje een wee gevoel van een uurtje chloorhappen, maar vandaag lijkt het gevaarlijk. Ik moet naar buiten! Tussen de middag ga ik zelf wandelen. Heerlijk. Eigen tempo. Grappig simpel klein doel. Wind. Even denk ik of ik de trainer toch maar op de hoogte zal stellen, maar ik weet niet precies waarvan. Even denk ik toch maar naar de baan te gaan vanavond, maar in afwachting van een coronatest in huis is dat misschien niet de bedoeling. Ik heb de loop voor morgen met Joyce al moeten afzeggen. Na de frisse neus kom ik blij weer thuis.

Werken, naar Dronten op en neer rijden terwijl ik digitaal een vergadering bijwoon, de was doen: alles is een beetje mistig, slepend en onzeker. Alsof de rem vol is ingetrapt en je toch vooruit wil komen. Ben ik een beetje duizelig? Ohnee! Of is het omdat ik trek heb? Spierpijn? Ohnee! Of is het omdat ik goed gezwommen heb? Nog steeds zo ongewoon zwaar ongesteld? Ohnee! Of is dit een reset omdat ik juist zo gezond ben als een vis? Ben ik moe boven aan de trap? Ohnee! Of is het omdat ik op en neer gerend ben met handen vol was? Is de rusthartslag iets hoger? Ohnee! Of is het omdat ik me erger aan deze of gene op social media? Op dit punt is zelfs niet-ziek zijn enorm vermoeiend! Ohnee!

21 januari ? Station tot Station met een ommetje dijk – solo ?‍♀️ over het asfalt

Vincents test valt negatief uit! Gewoon griep of keelontsteking anno 2022 bestaat ook nog! Ik ben er blij om. Hoef ik me niet te schamen als ik de trein pak en kan ik ook gewoon gaan lopen. Ik ga wel alleen vandaag. Even kijken waar ik zelf sta. En over het asfalt. Ik reis naar Station Muziekwijk en zal van daaraf over de dijk naar huis lopen. Nadeel: als het niet (meer) lukt, is er geen uitwijk mogelijkheid (geen bus of niks), maar Rob is genoeg opgeknapt om me in noodgevallen op te pikken.

In de trein ijk ik de hartslag van de horloges. Redelijk hoog eerlijk gezegd. Zodra ik uitstap bij Station Muziekwijk begint het koud te regenen. Ik zet alle horloges aan, rugzakje op, muziek van Kensington, de schoenen zitten ook goed, route zit in mijn hoofd – let’s go! De hartslag is binnen 3 minuten al te hoog. Veel te hoog. Het mag maximaal 137 zijn, het is 148. Let it go. Na elke kilometer piept de Garmin 3 keer en moet ik opkijken en dan niet meer. Ik moet het lopen gewoon volhouden – that’s it.

Als ik de Hogering over ben is het alweer droog en ga ik links, en maak ik een ommetje de verkeerde kant op door de zon. Ik laat het maar gaan, erger me zo min mogelijk aan de te hoge hartslag en probeer telkens tevreden te zijn dat ik hier kan lopen op de lange rechte wegen door de polder. Al snel zitten er zomaar 3 kilometer op, ik weet niet waar ze gebleven zijn. Het tempo ligt muurvast op 6:04 per kilometer. Met een hartslag van 147 wat tegenvallend, maar ik kijk naar de windmolens en de modder en probeer me niet te ergeren.

Ik ga maar langs Polderlove en Garden Kunst. En dan langzaam de dijk op. Ik ben een end van huis weg en op de fiets vind ik dit nog altijd een heel stuk, maar lopend zie ik hier veel minder tegenop. Fijn dat ik de weg weet, maar die zone 1 is echt NIKS. En het tempo is ook ruk. Blijft maar boven de 6:00. Als het iets beter was, dan was de hartslag nog te behappen, maar goed. Op de dijk gaat het ietsje beter, ik heb het warm nu de tegenwind echt wegvalt. De handschoenen zijn al een tijdlang uit en hou ik vast. Ik doe de buff ook uit en in de rugtas. Helaas verlies ik daarbij een oordopje van de koptelefoon. Merk ik kilometers verderop.

Ik neem netjes een gel en ik drink ook. Ik stop er niet voor, ik blijf hardlopen. Ik ga gewoon door en door. Na 6 kilometer ga ik toch proberen om de hartslag onder de 140 te houden, maar het lukt allemaal niet. ‘t Tempo gaat wel omlaag, maar de hartslag blijft met 145 nog steeds te hoog. Zeker voor het tempo van 6:25 wat ik intussen loop. Ik loop me dan ook weer vreselijk op te winden, wat niet helpt qua rustige hartslag. Probeer ik naast me neer te leggen. Het volgende punt is het Da Vincipad. Dat is het voordeel van de route kennen.
Na 8km ruil ik Kensington voor ‘mijn’ muziek. Loreena Mc Kennit Radio. BAM. Hartslag daalt. Ineens lukt het me onder de 140 te blijven! Rust, eigen tempo, eigen gevoel en eigen songteksten brengen me dichter bij mezelf. Dichter bij waar ik het voor doe. Reminders. Ik kom in zone 1 en soms net een beetje daar overheen, wat het horloge meteen meldt. Maar ik trek me daar niks van aan. Het tempo neemt ook af, maar dat voelt niet moeilijk meer te verkroppen. Ik loop langs de Noorderplassen en er stopt een fietser naast me om zijn banden te controleren. Hij liever dan ik… Het ziet er koud uit.

Ik kom in een soort van genieten-fase die ik heel, heel lang gemist heb. Niet soepel en vanzelf, maar voor het eerst dit jaar gloort er hoop aan de horizon. Ik maak foto’s, maar sta niet stil. Zelfs niet voor een panoramafoto! Niet stoppen, want dat hoeft nergens voor. Mijn gedachten zijn een stuk minder negatief. Door de muziek denk ik dus. Mooie testuitslag, haha!

Eenzaam is het hier, saai eigenlijk en niks koud. Ik neem weer netjes een gel bij 10km. Ik kan het wel, dat eten! Ik raak in een soort stappentrance en een dromerige fase. Lekker dagdromen, mijmeren en aan leuke dingen denken en stappen op het asfalt zetten. In het bos gaat dat gewoon minder makkelijk allemaal tegelijk. Dit loopt wel lekker de kilometers weg. Ineens is het dan 13 kilometer en ben ik bij het Bloq. Ik dacht even aan een stopmoment, maar ik kan de zandboot in de sluis ook lopend zien en het gaat prima, dus ik ren gewoon door!

Ik schrik van een fietser, zo zit ik in mijn eigen wereldje. Langs het kunstwerk. Ik heb Robs hulp niet nodig en ik denk dat als ik zo doorga, ik de halve marathon mooi ga redden. Niet zo snel als bij de Alternatieve Egmond, maar ook in een andere hartslagzone. Zo gek dat 157 toen ook 6 minuten de kilometer opleverde! Dan door naar zone 2 en dat is dan juist weer even aanzetten! Ik moet er even aan wennen dat de hartslag nu tussen de 140 en 150 moet blijven. Nieuw ritme zoeken en ‘ons’ stuk dijk nog aflopen. De wind trekt wat aan. Ik app en maak nog meer foto’s. Het aquagelletje neem ik ook netjes op 15 kilometer. Je zou er trots van worden!

Ik moet. Echt poepen. Dat is wel lastig. Waar? Even de dijk af? Ik twijfel, wil eigenlijk alles hardlopend doen, maar dit is ook onhandig. Op het 5 kilometer-van-huis punt ga ik zitten net uit de kant in een vuil, modderig moeras. Ik laat mijn boodschap achter en dat helpt. Smerig, maar het is de natuur! Hopelijk gaan nu niet alle krokodillen in de Oostvaardersplassen dood, maar ik vrees voor hun voortbestaan. 🙂 En weer verder! De mooie route is helaas toch afgesloten. Ik heb nu wind mee, ik voel me lichter en ik weet dat ik de afstand en de training kan afmaken wat me nog meer speed geeft in zone 2. De kassen langs en ik ben tot rust gekomen. Dit was het idee! Hier loop ik voor!

Ik doe de sprints ook nog en let niet op het tempo, tel alleen 20 seconden versnelling af. Het dribbelen is ook eens een keer echt dribbelen. Nog 3 kilometer voor een halve marathon. Ik heb een ander schermpje voor staan, waar de totaal-kilometers op staan en de hartslag. Niet meer het schermpje waar de hartslag moet zitten met rood en groen, wat dus maar weinig in de groene zone zit. Dat werkt bij mij niet prettig. Ik kom nu echt richting huis.

Ik hoef niet meer te letten op de hartslag en kan even doen wat nog past. Dan ligt de hartslag weer op 147 ja, maar het tempo is dan ook netjes 5:40. Vind ik heel aardig zo voor het einde. Bij Station Oostvaarders zit de halve marathon er op. Ik vind 2 uur en 11 minuten prima. En met pauze erin net geen 2 uur en 15 minuten.

De gemidddelde hartslag ligt 11 slagen lager dan bij Alternatief Egmond, en het tempo is maar iets lager! Mijn gemiddelde tempo is vandaag 6:12 en was bij Alternatief Egmond 5:59. Dit was een duurloop. Kan ik. Vinkje erbij. Maar niet met Kensington op blijkbaar. Hoe muziek mijn hartslag zo kan beïnvloeden is me een raadsel.

Een mondkapje in de AH is pas echt lastig na een halve marathon, maar ik moet nog brood halen. Eenmaal thuis merk ik aan mijn benen dat ik op asfalt heb gelopen, die zijn vermoeider dan mijn hoofd deze keer. Mijn hoofd heeft ook niet over de route na hoeven te denken. Heel voorzichtig geef ik toe dat dit de eerste leuke looptraining van 2022 was. Ik vermoed dat mijn hormonen een behoorlijke rol hebben gespeeld aan het begin van dit jaar. Die vink ik dan ook graag af!

22 januari Fietsen ?‍♀️ , bellen ? en klimmen ?‍♀️ .

Van het lopen over het asfalt voel ik de pezen (rechter achillespees) iets trekken. Dat heb ik zo lang niet gehad, dat ik ‘t al bijna vergeten was! Niets ernstigs verder. Vandaag ga ik fietsen. Ik twijfel over zwemmen. Het fietsen is wat beter voorbereid: ik ga nog een keer een berg op fietsen en zal me niet aan de hartslagzones (kunnen) houden en ik ga met mijn zusje bellen. Een reden om me niet aan de intervaltraining te houden. Sometimes it is like that. In het begin is mijn wattage nog ver onder de maat en de hartslag te hoog, maar ik laat het heel erg snel los.

Mijn benen gaan rondjes draaien, ik hou de cadans zo hoog mogelijk. met stijgingspercentages van 10% valt dat niet mee! Tot zover over het fietsen: ik klets met gemak een uur tot 5 kwartier weg met mijn zus. Over de kinderen (natuurlijk), de middelbare scholen, de seksuele intimidatie-maatschappij, corona, (schoon)ouders, familie, schoonmaken en over alle beperkingen. Gemiddeld hebben we 10 minuten per onderwerp, maar het is niet zo gelijk verdeeld! Ga maar eens tien minuten kletsen over het schoonmaken (nou kunnen wij dat prima!) Na een hele tijd ploeteren kom ik de eerste keer boven aan de berg. Halverwege de middelbare scholen zeg maar 😉

Bij het naar beneden scheuren, kan ik even een verhaal bij elkaar kletsen (over deze en gene leraar) en dan fiets ik opnieuw naar boven. Ik heb de intervallen overgeslagen, in zoverre dat ik de 3 minuten hoge hartslag makkelijk haalde en de 2 minuten rust helemaal niet. Voor ik boven ben, moet mijn zus stofzuigen. Dat belt lastig verder, dus we leggen op. Rob brengt me nog een kopje thee en Vincent komt vers uit zijn bed om een foto te maken. Hij is alweer aardig op de been. Later vandaag kan hij een stukje fietsen.

Ik ben al bijna voor de tweede keer boven en dan is de route ook klaar. De laatste minuten kan ik me bezig houden met het verbeteren van mijn eerste tijd. Hoewel het allebei geen toptijd is, toch altijd leuk als de tweede keer net iets sneller is!

De route is boven ook klaar. Ik heb nog tijd om naar beneden te racen en iets meer kilometers te maken. Kan ik even van het uitzicht genieten!

`Ik maak er 32 kilometer van in 2 uur. Met 830 hoogtemeters. Op weg naar de 50.000 hoogtemeters in Zwift voor de fiets die licht geeft. Nog ‘maar’ 4 kilometer de hoogte in!

‘s Middags ben ik ongedurig, ik heb eigenlijk nergens zin in en er staat (nog) geen zwemmen op mijn schema. Ik ga niet. Rob ziet zijn kans om samen te gaan wandelen. Even kijken of hij weer is opgeknapt. We halen melk en brood bij de winkel. Het is even lekker om zonder haast een frisse neus te halen. Ik doe nog wel een coretraining van zo’n populaire Amerikaanse dame, maar het is een leuke training. Als ik mezelf er toch eens toe kon zetten dit 5 keer per week te doen! Wie weet…

Verder moet ik een groot aantal beslissingen nemen vind ik zelf en dat maakt me altijd onrustig. Over voeding bij het sporten, over trainingen, over de sportmedische keuring. De was moet gedaan en ik mag Yatzee verliezen van Vincent als hij een half uurtje de Tacx bezet houdt. Enerzijds een hoop drukte, anderzijds is het even rustig en kalm in het weekend. Ik merk dat de trainingen weer beter aanvoelen. Als ik met mijn zus kan kletsen, is 2,5 uur fietsen in de toekomst ook te overbruggen. Als ik mezelf neerleg bij lage hartslagen, zal het met lopen ook ooit wel weer goed komen. (dat is ooit eerder gebeurd) Ik heb het sterke vermoeden dat hormonen een enorme invloed hebben, maar die staan niet in een trainingsschema!

Zondag 23 januari – Piramide loop met verrassende uitkomsten

10:00 uur: Opstaan en eten, een uur voor ik ga hardlopen moet ik klaar zijn
10:28 uur: met Vincent zijn agenda nakijken.
11:02 uur: Op de bank zitten en geen zin om te gaan hardlopen. Ik zie er als een berg tegenop. Mijn rusthartslag is al ietsje hoger. Als het nu weer niet gaat… Dan kap ik er echt mee. Ik heb een route in mijn hoofd. Maar ik moet me echt van de bank af slepen. Zoveel moed heb ik al heel erg lang niet meer hoeven verzamelen. Voor 3 kwartiertjes.

11:40 uur: Ik sta buiten, de hartslagmeter aangesloten, de grijze hardloopschoenen aan. Draal-draai-draal-GPS ontvangst. Zucht – let’s go. Dag katertje!
11:42 uur – Elke 5 minuten een andere zone. Begin maar met zone 1. Het duurt even voor de hartslag niet meer te laag is en dat is een goed teken. Ik hoor al vogels. Ik cirkel om de honden heen. Ondertussen loopt het wel lekker. In zone 1 is 6:30 wel oke. De hartslag vliegt de bocht niet uit naar 150 of hoger. Ik accepteer moeiteloos dat ik moet ‘opwarmen’. De brug over de Hogering gaat al in zone 2 gelukkig. Als ik naar beneden ga is de hartslag zelfs te laag! Als ik kijk op het overzichtsscherm van het horloge is het helder: zo hoort het tempo te zijn, zo voelt het. Ietsje harder zelfs als redelijk is omdat ik naar beneden ga, maar EINDELIJK is het gevoel op 1 lijn met tempo en hartslag. Dat is de eerste keer dit jaar! Veel dagjesmensen in dit kleine stukje bos wat nog open is. Zone 1 weer en ik pas mijn tempo en hartslag moeiteloos aan. Vind het stiekem wel lekker, dat kalme. Langs de kassen mag ik weer een zone verder en dan geniet ik gewoon van het tempo wat me lukt bij een hartslag van 144: keurig 5:40. Volledig wat ik al die tijd wel dacht te moeten halen, maar wat niet wilde lukken. Dezelfde hartslagmeters, daar ligt het zeker niet aan.
12:02 uur- Als ik overgestoken ben en langs de Rozenkweker loop, mag het ‘gas’ open en zit ik 5 minuten lang in de hoogste zone van vandaag. Het is natuurlijk niet vanzelf, ik krijg het warm en moet werken, maar dat betaalt zich ook uit! Ik ga hard. 1 Korte blik op het horloge is te grappig: waar ik een 5 verwachtte, staat een vier. Ik moet bekennen dat ik zo blij werd dat de tranen over mijn wangen liepen. Gelukkig is daar lekker niemand! Ik liep binnen 5 minuten een kilometer vol. 4:57. Dan even kalmeren op alle gebieden in een lagere zone. Even achter me kijken en een paar dingen achter me laten ook.

Het voelt als gelijk krijgen: dit moet het zijn, zo sterk ben ik. De afgelopen weken was er iets mis. Dat moet wel zo geweest zijn. Maar wat?! Was ik toch ziek en heb ik mijn collega en gezin aangestoken, maar zelf niks gemerkt? Iets mis in de voeding? Teveel rust? Stress? Hormonen? Maar ik liep wel, ik deed de trainingen allemaal braaf en ik liep zelfs een halve marathon. Het gevoel was er niet. Het gevoel dat het klopte ontbrak.

Ik mag dadelijk nog een keer kijken of de hoge hartslagzone een toevalstreffer was en deze keer moet ik de brug over. Dat red ik net binnen de hartslagzone en op het einde net niet, maar ik ga ook vaak over zone 1 of zone 2 heen, dus nu ga ik even over zone 4 heen. Wedstrijdhartslag. Ik tel. Was ik vergeten, dat ik dat deed. 5 Minuten is 300 tellen.
12:15 uur – Brug af kan ik helemaal los! Leuk. Vermoeiend, maar fijn. Zwaar, maar opgelucht. Werken, maar met energie. Loop ik een kilometer in 4:41! Er valt heel veel van me af. Ik glimlach naar de mevrouw met de hond en hoop dat ze maar denkt dat er zweetdruppels over mijn wangen lopen. ? Een zone terug doe ik ook weer zo netjes mogelijk en ik voel aan alles dat ik nu pas weer de mogelijkheid heb om het tempo aan te passen.

Ik zie meer: de vader met zijn dochtertje op de fiets, de grote honden, de zwanen, het meisje met de bril. Was dat er al die tijd; andere mensen, vogelgeluiden? Vast en zeker, maar ik heb het niet gemerkt. Ik loop rustig naar huis en kom zelfs terug in zone 1! Ook het uitlopen doe ik lekker in een lage zone. Genoeg inspanning gehad. Zonder mokken, zonder dat ik het gevoel heb een steen te moeten slepen voelt een tempo van 6:15 nu weer passend bij de hartslag onder de 138.
12:31 uur – Ik ben weer thuis en voel geen negatieve energie van een rondje hardlopen meer. Ik hoef niet op te geven gelukkig, maar ik hoop wel met de data te kunnen achterhalen of er aanwijzingen zijn die mijn gevoel bevestigen, zodat ik en de trainer eerder kunnen reageren. Nou ja, dan kan de trainer reageren, want ik ‘voel’ alleen maar iets wat ik niet kan vatten en niet kan overbrengen. Dus dan trek ik me helemaal terug.
Mijn hard en mijn hart kloppen weer.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2022-2

maandag 10 januari – De fiets weer op! ?

Tja, de fiets binnen hadden we dan ook al 2 dagen niet meer gedaan. ? En gisteren heb ik ook niet veel gedaan, dus dit zal vast onwijs belangrijk zijn. Maar de zin ontbreekt alvast. Vooral omdat er morgen ook gefietst moet worden. Eigenlijk heb ik weinig last van de halve marathon. Ik begin toch echt te denken dat de hartslagmeter geen gelijk heeft gehad. `Maar goed, laten we eens zien wat de benen vinden van anderhalf uur (!) fietsen. Ik kan gelukkig naar de Makuri Islands. En -nog gelukkiger- Vincent wil wel mee Yathzee spelen. Dat gaat helpen!

Aangezien het fietsen supersaai is, beschrijf ik het Yathzee wel. Het eerste potje was een ramp ? . De dobbelstenen deden totaal niet wat ze moesten doen. Voor mij tenminste. Vincent waren ze wel goed gezind! Ik fietste over de daken en moest me soms even concentreren op het trappen met de cadans hoog en de hartslag laag. Toch nog een beetje moeie beentjes- heel klein beetje, want na een half uur vinden ze het allemaal prima te doen. Vincent ging even iets anders doen, terwijl ik verdwaalde in Neokyo, waar ik uit wilde.

Bij de intervallen kwam Vincent terug voor een volgend potje. Vincent hielp me de stad uit. En deze keer won ik glorieus! ? Het was doorbijten qua intervallen. De cadans in de rust torenhoog houden. Rond de 90. Ik deed het rondje Flatland. Toen mijn benen gewend waren, ging het wel goed met die cadans.

Het derde potje Yathzee was zowel voor Vincent als voor mij tien keer niks. We hadden er extra veel plezier om. Er was zelfs nog tijd voor een vierde potje dobbelstenen werpen. Daarna was het een beetje bedtijd voor de puber en ik appte en fietste de tijd vol, de ronde af (ik werd tweede van de drie dames) en ik heb me weer netjes aan het schema gehouden.

11 januari – Zwemmen buiten en fietsen binnen ?‍♀️ ? ?‍♀️ ?

Ik ben op het kantoor tot ik rond half 4 alleen naar Amsterdam rij om te gaan zwemmen. Ik ga in badpak, ik ga bijleggen. Weer ‘s een serie of wat lang. Ik ben lekker op tijd en om 5 voor 4 spring ik het koude water in. Om 4 uur ben ik gewend aan de kou. Ik zwem vanaf het begin met aandacht voor het adempunt. Eerst inzwemmen in een vrijwel lege baan! Die is vast meegenomen.

Voor de kenners: dit zwom ik als warming-up: 150 bc – 25school-25bc-25rug-25bc-50benen!- 100bc -100 bca. Het tempo is er wat uit, maar dat komt vast weer ooit goed. Dan 6 keer 200m waarvan 150 bijleggen en 50 ‘gewoon’ bc. Na de tweede keer werd het al saai! Het gaat ook redelijk goed, al moet ik dan 1 op 2 ademhalen. Het werd druk in de baan. Vanaf de derde keer werd na 100m al bijna-bijleggen. Keurig blijven tellen hoeveel van de 6 keer ik al heb gedaan en blijven bijleggen.

Het is lastig voor me om te blijven denken dat het met het tempo wel ooit goed zal komen, dat ik eerst moet oefenen en trainen. In de vijfde keer ging ik onder water uitademen en bubbels maken. Dan hoeft mijn hoofd nog amper het water uit! De laatste keer daar ook mee geoefend. Uitademen onder water, inademen op het stabiele punt, kortbij doorhalen. Daarna 200m met achtje. En dat kwam qua tempo in de buurt. 100m school om af te sluiten. Het was koud, maar niet te erg. Leuk dat het licht niet aan hoefde te gaan! Ik had wel lekker gezwommen! Maar omkleden blijft kleumen.

Eenmaal thuis is het lang wachten tot de Picnic komt met ons avondeten. En ik eet weer ‘keurig’, dus ik heb vandaag de taart van de collega en de patatjes voor de lunch al afgeslagen! Sterk zijn zit ‘m niet altijd in snel zwemmen of fietsen om het hardst. En dan komt het slechte nieuws in de vorm van het cijfer voor Engels van Vincent. Mijn gevolgtrekking is razendsnel: als ik ook nog een puber moet begeleiden, heb ik te weinig tijd om te trainen voor de hele triatlon. ? Ineens zitten we allemaal in een lastige positie: Vincent staat op blijven-zitten, Rob en ik moeten tijd zoeken om hem te begeleiden. En ik moet op de late avond nog een uur gaan fietsen. Met vreselijke intervallen. En nul komma nul zin. ? Meer twijfel dan zin. Het is maar een uurtje. Van het ene tempo in het andere. Ik zorg dat de hartslagmeter ook werkt!

Ik let nauwelijks op het fietsen. Wel kies ik een vlak stuk en ik ga zo netjes mogelijk de intervallen door. Ik twijfel en ik wik en ik weeg. Als ik bijlessen moet geven, hoeveel tijd hou ik over. Woordjes leren op de Tacx. Motiveren en organiseren kost ook tijd. Wie zei ooit dat grote kinderen makkelijk zijn? Omdat je geen oppas nodig hebt zeker?! Zouden er ook drommen vaders zijn die zich dat afvragen eigenlijk?


Na zo’n drie kwartier, ergens in de vulkaan, tijdens interval X, bedenk ik dat ik gewoon de Ironman moet doen met alle trainingsuren die daarbij horen. Ik geef als moeder het voorbeeld dat je je ergens voor moet inzetten en je doelen hoog kunt leggen en dat je dan ook kunt bereiken wat je wil. Niemand garandeert me dat hij overgaat als ik een uurtje langer woordjes overhoor! Na een uur spring ik zo snel mogelijk van de fiets. Het is laat, ik ga weer met nat gedoucht haar naar bed, ik ben nog wat mopperig. Maar mijn puber pakt het op: hij zal morgen voor zichzelf wel eens even organiseren dat zijn situatie optimaal is om cijfers op te halen. Misschien heb ik hem toch iets geleerd…

Woensdag 12 januari. Eindelijk weer hardlopen! op ?

Ik hou eerder op met werken. ‘al’ om vier uur. Zodat ik in het licht nog kan hardlopen. Illusie. Het is somber, donker, saai, grijs en grauw. Zoals ik me ook voel. Ik doe dezelfde spullen aan als afgelopen zondag. Maar dan zonder de rugzak en ik wacht tot ik zeker weet dat de hartslagmeter aangesloten is op het horloge. Mijn rusthartslag is wat hoog en mijn stress ook, dus ik verwacht maar weinig van deze loop in zone 1 en 2. Als ik 10 km per uur loop in zone 3 zoals afgelopen zondag, wordt dit heel lekker rustig. ? Geen muziek mee. Niet onverhard. Het is niet koud. De straat uit gaat redelijk goed: ik loop weer tien kilometer per uur, maar dan wel in zone 1. En dat blijf ik doen. Ik begrijp er helemaal niks van! Dit voelt als zone 1, is volgens de meting zone 1 en het is niet anders dan zondag. Alleen saaier. Grijs. Geen strand. Ik blijf zelfs de brug op behoorlijk binnen de zone!

De route is wat gek en buiten de gewone rondjes, dus ik weet niet precies hoe lang het gaat zijn. Grijs gebied. Ik ga (geïnspireerd door Yvonne van Vlerken haar verhaal) stappen tellen. Dat is echter onverenigbaar met zone 1. Gek genoeg ga ik dan uit de band. Moeten we nog iets op verzinnen, maar het tellen is een leuk idee. Ik tel 1 voet. Helpt ook nog niet. Dan door naar zone 2. Ik loop tussen de kassen door. Nu heeft de hartslag weer moeite om in zone 2 te blijven! Te laag ? Ik heb het warm zelfs. Bij een hartslag van 140 loop ik stelselmatig 5:40. Waarom o waarom liep ik zondag bij een hartslag van 157 zo traag dan? Ook op het asfalt! ? Ik maak rare ommetjes. Uiteindelijk moet ik ook nog 3 sprintjes doen van 20 seconden. Ondanks de sombere omstandigheden geniet ik daar onwijs van. Ik dribbel er een minuut tussendoor. Uiteindelijk loop ik dik 8 kilometer even hard als ik de halve marathon liep. Had ik daar een gemiddelde hartslag van 155, nu is de gemiddelde hartslag 139. Dat verschil is te groot. Iets klopt er niet. Met mijn hart en mijn hard.

13 januari. Rustdag! ? Wel een stuk gewandeld langs lichtkunstwerken op het water met Rob. Samen met het beoordelingsgesprek en het doelstellingengesprek op het werk meer dan genoeg stress voor één dag!

14 januari – Voor de zesde keer ongeveer terug naar de 6 landgoederen route. ?‍♀️ ?‍♀️

Omdat Joyce en ik activiteiten in de ochtend hadden, gingen we eens een keer ‘s middags lopen. We doen mee aan de Triple Trail Marathon Uitdaging van Just Run en (hoogstwaarschijnlijk) mogen de marathon trails in delen. We gaan vandaag een deel doen wat we al (een paar keer) vaker hebben gedaan van de routes vanaf Heidezicht. Thuis ga ik al een paar keer extra naar het toilet. Ik wandel alvast ‘in’ met Rob voor de lunch. Daarna pik ik Joyce op en we rijden naar Heidezicht. Het kost me veel moeite mijn horloge in te stellen. Ik heb 1 uur en 55 de tijd. 18 Kilometer moet lukken denk ik. Misrekening. Dit is puur trail. Ik loop makkelijk, maar de hartslag blijft niet binnen zone 1. Ik blijf kletsen. Genoeg frustratie én leuke dingen te delen!

Eigenlijk blijven we de eerste 5 kilometer lopen, op een redelijk tempo. Boven op de heuvel nemen we een gelletje. Alles is een beetje saai en grijs en allemaal al een beetje bekend. Het Capitooltje, de brugjes, de landgoederen.

Toch liepen we door een prachtig mooi bos wat ik nog nooit eerder had opgemerkt! Met rechte bomen.

Toen begonnen mijn darmen te rommelen. Lastig. Ik heb ergens in het bos een plekje gezocht, maar vanaf dat moment (ergens rond de 8 kilometer al) liep het niet meer zo lekker. Ik kon nog prima blijven kletsen en blijven lopen, maar diaree kost kracht en mijn benen leverden die ongenood in. Na wat ik een hele tijd vond lijken, kwamen we bij de rododendrons. Mijn lievelingsstukje!

We maakten nog een stapje voor wat eten, maar ik had geen zin om nog een keer het bos in te moeten duiken, dus ik nam een halve reep. Daarna liepen we “het hoekje ‘om'” langs het prieeltje en met de kunstmatige heuveltjes. We zaten ‘pas’ op 12 kilometer en ik was het een beetje zat eigelijk! Dat gebeurt me niet zo vaak. Ik wist niet of ik het binnen de tijd zou halen en het werd al schemerig en daarmee koelde het af. We liepen nog door het veld heen en voor het Spanderswoud waren mijn hoofd EN mijn benen er klaar mee. Meestal zegt Joyce dan: Ank, effe, maar vandaag was het mijn beurt: ik wil wandelen en het kan me niet schelen ook! Kon Joyce lekker vertellen en kletsen en hoefde ik alleen maar te luisteren en mijn billen bij elkaar te knijpen.

Normaliter zou ik er echt geen probleem mee hebben om via de vlonders te lopen, maar ik had het koud en was onverschillig en gedemotiveerd. Ergens wilde ik het binnen de tijd wel proberen, maar ik wilde ook snel weer terug zijn. Mijn benen waren klaar: die vonden over de natuurbrug lopen niet prettig en ze bleven maar zaniken om ‘wandelen’. Mijn hoofd was niet sterk genoeg. De hartslag was nu te laag. Eenmaal op de hei begon de tijd toch te tikken en stiekem wilde ik het wel halen, maar dan moet het wel kunnen. Dat laatste ontbrak. Ik ben zelfs een beetje misselijk aan het worden. Nog ongemakkelijker.

Koud? Te veel rust gehad? Is het elastiekje niet meer gespannen genoeg? Motivatiedipje? Ik zou het niet weten! Ondertussen loop ik de hei over en komen we nog een paar koeien tegen.

Ik voel me ongeveer net zo sloom, lomp en langzaam. Maar ik wil de ronde afmaken en wel binnen 2 uur en 17,5 minuten ook! Het lukt me net. Over dik 18 kilometer. Het is wel eens gemakkelijker gegaan! Dit rondje ligt me niet zo: ik weet dat de hitte me ooit eerder dwarszat en dat ik dit ook een keer in de herfst heb gelopen toen Joyce viel. We zijn ook een keer verdwaald. Ik laat dit stukje voor wat het is, maar een zesde deel van de Triple Trail Marathon zit er op met de Zes Landgoederen Route. Thuis loop ik nog even leeg, maar zonder loopstress stabiliseren mijn benen en darmen zich. (de datum op de Sky geeft ook te denken, merk ik later op) Ik ben wel ongewoon vermoeid van dit loopje, zeker gezien de hartslag en het tempo.

15 januari De Surrey Hills in Londen, een boek en een break ?‍♀️

En daar gaan we weer… Zoals altijd start ik net iets te laat omdat het me moeite kost om mezelf de indoor fiets op te hijsen. Boek pakken, bidon vullen, proberen of de Tacx lukt en dan toch weer terug naar Zwift… De moed zit al diep in de fietsschoenen. Twee uur rondjes draaien – helpt het nou echt. Ik denk bij mezelf dat ik geen zin heb in bergen, om vervolgens de “Surrey Hills”route in Londen te selecteren die ik nog open heb staan. Ik vergeet even dat hoogtemeters, een hartslagtraining en letten op de cadans een onmogelijke combinatie zijn. Vandaag zeker. Met lood in de fietsschoenen.

Mijn boek is spannend. Ik had in bed of op de bank moeten lezen! Alle aandacht gaat naar het boek. In de laatste 45 minuten lezen gaan er nog een man of 5 dood. Ik let totaal niet op de hartslag (te hoog) en ik merk ook niet dat Vincent een foto maakt! Dan is het boek uit. En leeg ook nog eens. ? En de fietstraining is nog lang niet ten einde. Het regent in de heuvels. Ik ga maar traag omhoog eigenlijk.

Heul traag en sloom en saai. Eigenlijk ben ik totaal ongemotiveerd. Mega. Ik erger me aan het trage tempo de Hills op. En aan de intervallen, waar ik totaal geen zin in heb ik me absoluut niet toe geroepen voel. Ik zoek alles op waar ik maar een seconde over denk en ik erger me aan al die andere mensen die over de sociale kanalen roepen hoe geweldig ze bezig zijn. Ik ben niet zo lekker bezig vandaag. Of gisteren. Even naar beneden fietsen is te snel voorbij.

Daarna hark ik weer naar boven. Probeer ondertussen thuis de boel een beetje draaiend te houden met de droger en een puber die naar zijn vrienden gaat voor huiswerk. Ik speel Candy Crush. Weer een Hill over. Weer de traagste fietser hiero. Ook de enige zowat. De muziek wil niet afspelen. Ik verveel en erger me rot.

En toch… Ik stap niet af. Ik heb een nulpunt zin en een hoogtepunt irritatie bereikt, maar ik stap niet af. Ik kap er niet mee. Hoe gefrustreerd ik ook ben. Hoezeer ik me ook erger aan de fietsuren. Ik kort de training zelfs niet in tot het minimale! Blijkbaar zit er ergens heel ver weg achter de sacherijn een klein blokje ambitie verstopt die deze vreselijke route met 1000 hoogtemeters af wil maken. Hoe sloom ook. Ik haal dat niet binnen 2 uur. Die er staat voor de fietstraining. Het zijn ‘maar’ 43 kilometer en ik zit pas op 38km na 2 uur en 9 minuten. Dan ga ik eerst lunchen. Even een break!

Ik sta virtueel te chillen, terwijl ik boterhammen met strawberries eet en afkoel. Na de lunch ga ik weer verder voor de laatste 6 kilometer met 200 hoogtemeters erin. Waarom?? Dat hele kleine blokje ambitie: ik ben nu bijna klaar met deze route, voor ik weer op dit punt ben, moet ik eerst nog een keer 800 hoogtemeters ergernis aan. Nu ben ik er al mee bezig. Het is eerst ijskoud, daarna gaat het weer omhoog en dan valt het wel mee. Alleen Fox Hill nog maar. ?

Ineens gloort er een doel: ik wil sneller boven zijn dan 2 uur geleden toen ik tegelijkertijd aan het lezen was. Ik zie de tijd staan en -warempel- ik doe mijn best. Geen stomme training meer met hartslaggedoe, gewoon de route af fietsen met een opnieuw opgestarte Garmin. En als ik boven ben is de route ook klaar, dat telt lekker af!

Veel sneller! En warmpel, ik ben ook nog eens even de snelste dame van het parcours waar ik een klimmersshirtje voor krijg. Ik race nog naar beneden voor een paar kilometer extra. Ik eindig op 47,5 kilometer en ik heb 2 uur en 37 minuten gefietst. Niet bijster snel, maar… daar zitten 1000 hoogtemeters in! En dat is echt veel. Zo in de polder. Op een kille, sombere, grijze zaterdagochtend. Waarop niks leuk is.

Iemand een potje motivatie in de aanbieding? Ik bied!

16 januari – Wandelen met z’n drietjes en hardlopen solo

We gaan met z’n drieën spullen verzamelen voor de toekomstige fiets van Vincent. We rijden naar Nieuwegein (met de auto) en door naar Lunteren. Als “DIe2” doosjes binnen zijn, gaan we een stukje wandelen. Lekker naar de Veluwe bij Lunteren. Ik ben wat mopperig. Niet vervelend, maar mokkig. Er is niet veel goed. Teveel hoogteverschil, te grijs, te koud, te veel bos, te veel wind buiten het bos, te veel mensen, te weinig bankjes, geen lunch. Maar het is zo heerlijk om buiten te zijn, geen haast te hebben, niet moe te worden en in een mooie omgeving ergens rond het middelpunt van Nederland te lopen! Gezellig met een puber-met-taak en met Rob.

Over de heuvels waar ik ooit een trailrun deed toen ik nog maar weinig van trailen snapte. Op het einde krijg ik wel last van krampen in mijn buik. Om mij te verrassen; de iets hogere hartslag, de trainers-sacherijn en de prikkelbaarheid te verklaren is mijn lijf deze maand eens aanzienlijk veel te vroeg! ? Zucht. Het is niet snel goed. Dat verklaart mijn sacherijn tenminste weer.

Aan het einde van de middag rijden we naar de familie BB in Nobelhorst. Ik heb de hardloopspullen al aan om naar huis te lopen. Eerst even een warming up met een ballon en 2 kleine meisjes! Ik moet 3 kwartier lopen en elke 5 minuten een andere hartslagzone. Eigenlijk had ik in het licht willen lopen, maar het is al vroeg donker en eigenlijk de hele dag somber. Ik weet niet precies hoe ver het is naar huis, maar ik hoop dat ik de 7 kilometer red. Ik hoop ook dat ik 3 kwartier haal omdat de lunch overgeslagen is, mijn lichaam een beetje raar reageert en ik vrijdag zo slecht liep. Dan ga ik maar!

Ik loop 5 minuten warm en dat gaat wel lekker. Want ik let maar niet op het tempo. Ik let nergens op. Gewoon een beetje dom hobbelen. Dan een hogere hartslagzone. Ietsje harder, maar het houdt niet over. Ik laat stappen tellen, letten op tempo, me blind staren op de hartslag en genieten achterwege. Ik loop alleen maar een beetje, zo’n beetje te doen wat ik moet doen. Het is droog. De kou valt mee.

Langs de manege waarvan we ons afvroegen hoe ver het is. Dan weer een andere zone: ik ben het kwijt, maar ik hou me zoveel mogelijk aan de zones. Ik probeer het verschil tussen ANT en aerobic te onthouden, maar het is hopeloos. Mijn hoofd loopt nauwelijks mee. Op de Trekweg mag ik lekker even los in een hoge hartslag. Op het asfalt gaat dat heerlijk. Eindelijk even genieten. 5 Hele minuten.

De brug over en het is eigenlijk al behoorlijk donker. Het is stom dat ik geen idee heb hoe ver het allemaal is en hoe ver alles uit elkaar ligt. Daar kan ik me gewoon geen enkele voorstelling bij maken. Zal ik over het wandelpad? Daar lopen vaak zoveel honden… Maar vandaag is het leeg. Ik ga nog wat van de ene hartslagzone in de andere. Dat lukt me allemaal wel, maar het gevoel voor tempo en afstand ben ik kwijt. Uiteindelijk kom ik na dik 7 kilometer langs huis.

Ik heb nog wat minuten over en ik loop de 3 kwartier vol. Het laatste stukje zet ik nog aan tot een enorme sprint en dat gaat zonder enige moeite. met een brede grijns. Dat is leuk! De training was verder net als de dag: saai, somber, grijs, beetje donker, suf. Enerzijds zwaar vanwege het geflipper van hartslagzones waardoor ik er niet 1 keer in kom, anderszijds te licht omdat ik me -op 5 minuten na, niet echt hoefde in te spannen. Ik loop gemiddeld 6:01 over ongeveer 7,5 kilometer. Bij een hartslag van 144. Zo anders als vorige week! Toen lag de hartslag meer dan tien slagen hoger! Het voelde vandaag hetzelfde. Toen ik 5:12 (!) liep, zat de hartslag net zo hoog als vorige week op het asfalt. Vorige week liep ik toen nog steeds 6:00. Dat geeft dus echt te denken. Andere hartslagmeter?

Ik heb deze week weer keurig allemaal groene trainingen afgeleverd. Heel netjes. ? Als ik kijk naar de grafiekjes en de data voel ik me de afgelopen week iets anders: het voelt als een zesje. Net een voldoende. Ik doe wat er staat, maar het verbetert niet en ik beleef er weinig lol aan. Dat kan zomaar van een kleine voldoende naar een onvoldoende terugvallen als ik denk aan weer fiets-ellende en als ik me afvraag of ik echt beter word. Hoe het terug moet naar de zeven van -zeg- een maand geleden, weet ik zelf even niet.’t Zal wel goed komen. Als de zon zich weer laat zien en de bomen weer groen worden. Of als het echt koud is en sneeuwt. Als mijn lijf weer een beetje normaal reageert. Als ik weer een beetje zin heb.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2022-01

1 januari 2022 ? ? oliebollen ? ?

En een beetje aangeschoten begon het jaar met een stukje wandelen om het park heen, samen met Vincent. Om vuurwerk te kijken. Ik zag het bijna dubbel. En ik was blij, ik kijk uit naar een nieuw jaar. De rest van de dag hoefde ik niets meer te doen, behalve veel zitten (in de auto en bij de visite), want ik had de goede start badge binnen!

2 januari. k?training op de fiets ?‍♀️, koppeltraining??‍♀️

Ik ben te laat met het verkeerde been uit bed gestapt de weegschaal op. Kortom: de dag had beter om 11 uur voorbij kunnen zijn. Maar ik had een uurtje fietsen staan. In het kader van de actieve rustweek die nog niet om is. Een uurtje: eitje. Mar wat een ongelooflijke k?ttraining zeg. 6 minuten infietsen en toen was ik de zone al uit. Hartslag veel te hoog. Daarna moest ik 4 minuten in een nog lagere zone fietsen en het was heuvelig in Watopia. Kansloos. Dan een minuut op infietshartslag. Ook kansloos. Met een ietsiepietsie inspanning is de zone (ver) uit beeld en de hartslag te hoog. Je zou denken dat ik totaal ongezond ben. Tot slot 1 minuut op hartslag tot 130 en ook dat was het niet. En dat moest dan 8 f?cking keer! Niks, maar dan ook niks leuk aan. En de cadans hoog houden? Ik weet niet hoe hoor. Heus, ik probeerde het de tweede en derde keer. Maar toen was ik al zo sacherijnig dat ik de trainer en de hele training onwijs vervloekte. Hoezo is dit ‘hersteltraining’, wáárvan dan?! Van een rustdag! Kom op zeg!

Dan hoor ik maar (weer) niet bij het eliteteam voor wie dit allemaal easy de peasy is; l die mensen die een hoge cadans, een lage hartslag, een hoog tempo en hoogtemeters moeiteloos combineren. Anke hoort er niet bij en van de trainer hoor ik toch niks. Ik ga de communicatie ook niet openen nu. Stik er maar in. Ik krijg helemaal het zuur als ik denk aan 3 dagen achter elkaar fietsen. Motivatie is weg. Heul ver weg.

Ik beloof mezelf dat ik mag hardlopen als ik 1 serie helemaal goed doe. Ik verlaat de route en ga vlak rijden. In de zevende serie probeer ik of het uberhaupt mogelijk is. Op de vlakke prairie moet het kunnen. Met veel geduld. De achtste keer kijk ik alleen maar naar het horloge en de hartslagzone en blijf ik keurig binnen de zone (op een 75+cadans). Jippie! Ik mag me er niet bij bewegen.

Dan nog uitfietsen. Ik maak uiteindelijk 26 kilometer vol, dus het tempo valt redelijk mee. De cadans ook. Maar ik vond er geen klap aan. Echt niet. Helemaal niet leuk. Dus ik ga NU hardlopen. In fietsbroek. Stik erin.

En in korte mouwen. Het is immers 12 graden. Dat is misschien de temperatuur, maar de wind maakt het absoluut niet geschikt voor korte broek en korte mouwen. Mijn mood is toch al freezing, dus dit kan er ook nog wel bij. Zal ik de hartslag laag houden? Onder de 140? Ik heb geen zin om op te letten. Om mezelf wat vrijheid te geven om te stoppen wanneer ik wil (rustweek-actieve rust-sacherijn) ga ik om de wijk heen. Het gaat op een redelijk tempo.

Als ik niet hoef te stoppen voor honden. Of wandelaars. Dan krijg ik het koud mensen. Rot op allemaal. Kortom: de mood gaat er niet op vooruit. Ook niet in de tweede kilometer. Ook niet als ik wat harder loop. Ook niet als ik de hartslag laat voor wat ie is. Ook niet als ik een schattig klein ventje zie. Ik ben gewoon even niet zo blij.

En dan moet ik ook nog eens naar de WC. Dus ik ga de 5 kilometer niet volmaken. Ik loop door naar huis. Ik had anders makkelijk 5 kilometer binnen een half uur gelopen. Makkelijk. Daar word ik dan even wel blij van. Even. Het blijft bij 4 kilometer. Het Lego-bouwen gaat me beter af. En dan ga ik samen met Rob nog een stuk wandelen. Dat lukt ook beter en daar word ik dan weer wel blij van. Laten we hopen dat dit geen voorbode is voor de rest van het jaar, maar dat ik nu de stomste trainingen van het jaar achter de rug heb. Dan wordt het nog wel wat.

3 januari. Weer fietsen. ?‍♀️

Aan het begin van de nacht werd ik helemaal draaierig en niet lekker wakker. Ik moest spugen en ik voelde me flink beroerd. Maar niet ziek genoeg om niet thuis aan het werk te gaan, dus ook niet ziek genoeg om ‘s avonds weer binnen te gaan fietsen. Wel wisselde ik de training van morgen met de training van vandaag, zodat ik niet ook nog eens anderhalf uur hoefde te gaan trappen. Ik had totaal geen animo, ik moest me echt naar de fiets slepen.

Maar een vlak stuk gepakt. Toen bleken mijn benen er vandaag wel zin in te hebben! Ik hoefde dan ook niet op een idioot lage hartslag. Muziekje erbij, dat werkt ook.

En toen in 2-2-1 minuut rust-hard-hardst en dat 3 keer; verrassend leuk. Het duurde even voor ik het systeem doorhad (en toen was het alweer bijna voorbij). Ik kon me eventjes lekker uitleven en het was niet te lang.

Tot slot tien minuten behoorlijk normaal, al was dat dezelfde lage hartslag als gisteren. Maar nu was het goed te doen. Je snapt het toch niet. En lekker 30 kilometer in een uur gefietst bij een cadans van 79. Mooi zo. Geen last meer van mijn maag, maar dat kan ook komen omdat ik nu weer wat gezonder eet.

4 januari. En weer…. fietsen…. ?‍♀️ Maar nu de ? over.

Om de wedstrijdstress (en soms ook de trainingsspanning of prestatiedruk) te leren handelen had ik vandaag paarden-coaching! Klinkt wat apart en tja, dat was het ook! Omdat je tegen een paard (of in mijn geval een pony) niet in Nederlandse volzinnen hoeft uit te leggen wat je precies bedoelt, ligt het coachen meer op een gevoelsniveau dan op een praatsessie. Natuurlijk moet je de paardencoach wel uitleggen wat je denkt, maar die kan ook veel aflezen aan het paard. Het rondje lopen met een paard was voor mij een eye-opener en een goede les hoe ik met dingen omga en zaken benader.

Maar dat is geen sport, dus ik stapte in de avond maar weer op de Tacx. Deze keer had ik anderhalf uur, waarvan het half uur in het midden intervallen. Kon ik mooi de nieuwe route afmaken, met in gedachten dat ik van de snelheid niets mocht verwachten omdat er 600+ hoogtemeters in zitten.

Qua hartslag ging het redelijk, qua cadans behoorlijk, qua intervallen matig, qua motivatie mwah. De intervallen hou ik dan bij op het horloge, want de connecties zijn net zo suf ik als ik de laatste dagen ben.

Bergop blijft trekken. Ik appte met Joyce, luisterde muziek en telde af. Drie dagen achter elkaar fietsen is wat teveel van het goede/slechte.

Maar ik was trots dat ik de berg over kwam. Dat ik tweede was bij de vrouwen. Al is dat niet heel knap, aangezien er drie dames boven waren gekomen via die kant van de berg. Maar he: ik had een hartslagbeperking! Ik scheurde ook nog naar beneden. Dus ondanks dat de motivatie dan “mhwah” is, blijf ik toch zitten tot 38 kilometer en 726 hoogtemeters vol zijn.

5 januari. Een rustdag en de aankondiging.?

Een rustdag. Ook goed. Moet ik daar veel woorden aan vuil maken? Ik ga lekker wandelen in de lunchpauze met Rob samen. Ik werk hard. Mijn ouders komen Vincent thuisbrengen en ze blijven eten. En… ik heb nog 5 maanden. Over 5 maanden sta ik in Hamburg bij de Ironman. Een deel van mijn opdracht is om deze wedstrijd van tevoren aan te kondigen. Dus niet meer aan een handjevol mensen een maandje van tevoren vertellen dat ik een hele triatlon ga doen, maar tijdig op social media plaatsen. Deze dag leek mij wel een mooi moment!

Natuurlijk ben ik zelf aan maanden bezig en ik heb ook al aan een heleboel mensen vertelt wat ik van plan ben, maar ‘open en bloot’ op Facebook is voor mij echt op een podium gaan staan, waar ik me niet thuis voel. Ik redigeer zorgvuldig de tekst. Elke woord en elke bijvoeglijk naamwoord weeg ik. Ik ben voornamelijk blij dat ik niet alles alleen hoeft te doen. En wat voor mij inmiddels gemeengoed is (ik ga die Ironman gewoon doen), moet ik toch wennen aan het idee dat dit niet voor iedereen is weggelegd. De reacties zijn na een uur eigenlijk al overweldigend. Het past me niet zo goed. Ik hou niet van het podium en het applaus, ik kruip dadelijk weer de coulissen in en dan oefen en train ik graag verder!

Ik ben te bescheiden voor dit soort dingen. Ik hoeft geen inspiratie te zijn, geen voorbeeld, niemand hoeft te denken dat ik dit ‘gemakkelijk’ maar even doe, dat ik een kei ben of een powervrouw. Ik wil geen topper zijn of een kanjer. De ene reactie raakt me meer dan de andere. Maar ik zal elke stap zelf moeten (willen) zetten, elke meter zelf moeten trappen en al het water zelf moeten doorploegen!

6 januari Eindelijk weer ?‍♀️

Het is een drukke onrustige dag op het werk. Het één na het ander komt voorbij. Ik wil graag stoppen om 4 uur, zodat ik in het licht kan lopen. Ik stop pas om kwart over 4. En dan moet ik nog wachten tot Vincent klaar is. Als we vertrekken gaat de zon bijna onder. Dat vind ik niet leuk. Net als een paar andere dingen vandaag, die helemaal verkeerd gevallen zijn bij mij. Zone 1 is dan even lastig. Vermoeid, mopperig en met Vincent ernaast.

Gelukkig weet Vincent me wel op te vrolijken en we ruilen zo nu en dan van beoogde hartslagzone. Het gaat bij mij niet vanzelf. Dat is raar, want ik heb dagen rust gehad, mijn hele vorm is meer in de plus dan in tijden is geweest en ik heb het niet koud. Dus waarom gaat het niet gewoon vanzelf?!

We gaan langs de Oostvaardersplassen en ik mag een hartslagzone opschuiven.

Uiteindelijk is het allemaal best wel mooi en we hebben onderweg alle ruimte om te kletsen. Dat is dan wel weer lekker. Als we de plassen voorbij zijn, is het eigenlijk pas echt helemaal donker. Vincent moet sprints doen van een minuut met een minuut pauze. Ik hoeft pas de laatste paar minuten te sprinten. We volgen dezelfde route. Bij mij gaan de 20 seconden sprinten heel erg lekker. Maar ik ben ook blij dat het lopen er weer op zit. Vincent en ik hebben gemiddeld precies even hard gelopen!

7 januari 2022 – Lopen en zwemmen ?‍♀️ & ?‍♀️

Tussen de buien door. Het regende en onweerde in de ochtend en het was lastig om 3 kwartier in te passen tussen het ontbijt en lunch door. Uiteindelijk vond ik een droog moment, maar de regenjas ging aan! In het begin ging de hartslag helemaal over de rooie en ik dacht echt: ik moet nu terug naar huis, want dit is niet goed, maar toen pakte de hartslag het op gelukkig. Ik moest elke 5 minuten wisselen van hartslagzone. Dat was geen echte piramide, maar meer op en af. Dat maakte het voor mij in elk geval wat verwarrend, maar ik deed mijn uiterste best me aan de hartslagzones te houden.

Ik wilde richting de dijk, maar dat was helaas afgesloten en daar baal ik dan van. Daarna dan maar langs de Oostvaardersplassen en onverhard. Dat stuk heb ik de laatste tijd al zo vaak gedaan! Ik denk dat 80% van mijn ronde onverhard is.

In het bos, na een kilometer of 5 (binnen een half uur, dat wel) werd ik rustiger, maar toen moest ik weer harder en ik ging de brug over. Het voelde op het einde wel zwaar en zeker toen het weer langzamer moest en koud werd. Ik liep zonder muziek en solo.

Daarna kon ik snel heel even afspoelen en toen reed ik met Vincent naar Amsterdam om te gaan zwemmen. Ik ging in badpak, zodat ik goed voelde hoe het bijleggen ging. De eerste 50m waren heel koud!

Eerst inzwemmen en het brilletje goed doen. Dus de Garmin telt 600m, maar het waren er 400: 100m bc (ik let al op het ademoment!), 25school, 25 bc, 25 rug (ja echt!), 25 bc. Toen 50 benen met het achtje voor me (!!) en daarna met het achtje 150 armen.
Daarna 300m aftellen ging niet zo best: ik vergiste me in de 150 bijleggen en 50 gewoon, waardoor ik de eerste keer hoger uitkwam. Toen de tweede werd het bijleggen al wat vervelender. Dus het werd half bijleggen. Dan hou ik niet zo lang het rustmoment vast. Rustig blijven zwemmen en opletten. De derde keer telde ik eindelijk wel goed en toen lukte het ook al heel aardig. Ik moet wel terug naar 1 op 2 ademhalen.

De drukte viel wel mee. Het licht ging pas best laat aan. De ene helft van het bad was warmer dan de andere helft.
De vierde keer ging gewoon lekker met 300m en half bijleggen. De laatste keer dacht ik: met achtje en gewoon bc doen met rustig ademen en kijken of ik dan sneller ben. Nou: dat scheelt aanzienlijk! Dat geeft me de moed dat ik dit kan leren. De doorhaal is een stuk beter zo en als ik oplet hoeft ik niet meer zoveel mijn hoofd uit het water te halen.


Uiteindelijk nog 50m school en 50m bc. Daarna deed ik voor de film nog 50m, maar die telden als 100. Omkleden was ijskoud. De toiletten waren al gesloten helaas.

8 januari. Totaal geen ZIN
Ik zat op de Tacx, keek naar de klok en dacht: tien minuten en ik heb nu al totaal geen zin meer. Zal ik afstappen? Ik heb geen zin om te letten op de cadans. Geen zin om de hartslag binnen de perken te houden. Dit heeft geen zin. Ik heb al zoveel gefietst deze week, waar doe ik dit eigenlijk voor? Iedereen, maar dan ook echt iedereen, rijdt me voorbij. Mijn wattage is ruk, maar ik blijf in de hartslagzone. Gossie, al 15 minuten. Ik heb zelfs geen zin om een foto te maken. Geen zin in de Makuri Islands. Geen zin, geen motivatie, geen animo.

Toen ging ik onverhard rijden. En dan de berg op ook nog eens. Het ging helemaal niet. Muziek hielp niet. Ik voelde me alleen maar ? en ? en ? Hoe ga ik dit twee uur volhouden? Of in elk gevan 1 uur en 36 minuten om een groene training te halen. En als ik dat nou eens niet doe, als een statement? Dat ik gewoon in fiets-staking ga. Ik zie nooit iemand op de sociale schrijven: ik ben er totaal klaar mee en ik stop met sporten. Het is veelal halleluja.

Na een half uur had ik er net 10km op zitten en dacht ik: ik ga me uitschrijven voor de Ironman, ik haat fietsen! Hoeveel uur moet ik volgende week weer op die walgelijke Tacx zitten? Ik ga fietsen wisselen met hardlopen, die trainer bekijkt het maar. Dit vind ik zo NIET leuk. ? Maar uit mijn allerkleinste linkerteen kwam toch de motivatie om de route af te maken. Dus nog een keer onverhard naar boven fietsen. Op een lage hartslag en een hoge cadans. Zo hoog mogelijk en zo laag mogelijk. Ik deed een uur over 15 kilometer. Met tig hoogtemeters. Net iets sneller dan de eerste keer dat ik omhoog ploeterde.

Ik was nog steeds de tijd aan het aftellen. Toen kwamen de intervallen, die deed ik verhard. 2 Minuten eindelijk lekker doortrappen en andere mensen ook eens een keer inhalen. En dan 3 minuten op een cadans rond de 90. Dat was de eerste keer echt een ellende, maar toen viel 80 in de snelle 2 minuten opeens mee! De tweede keer 3 minuten hoge cadans was 90 al beter vol te houden. Ik moest de ‘2 minuten hoge hartslag-3 minuten hoge cadans’ 5 keer doen. En elke keer ging het ietsje beter! Dat geeft de burgerin moed. Toch maar niet uitschrijven dan.

Zit ik gewoon ook op een cadans van 90 bij een lage hartslag én bij een hoge hartslag ook! Kijk, nu léér ik iets… Nu ben ik iets aan het dóén. Nu maak ik stapjes. Dit is vooruitgang. Die 5 intervallen waren zo een leuke uitdaging.

En daarna hoef ik nog maar 6 minuten. Ik reed de ronde af en bleef in de lage hartslag ook op een cadans van 85+ rijden. Het moet niet gekker worden. Langzaam sijpelde door: de anderen fietsen als gekken, ik train. Ik deed nog een keer het eerste onverharde pad waar ik na 10 minuten al klaar mee was en nu voelde het soepeler. Blijkbaar moest ik eerst warm draaien. Dat leverde 5 minuten extra op en toen sprong ik zo snel mogelijk van de fiets. Het begrip motivatie is voor vandaag de grote afwezige.

9 januari Alternatief Egmond over het Almeerse strand – afzien ?‍♀️

Al een paar dagen zag ik tegen deze uitdaging op: 4 keer hetzelfde saaie rondje, iedereen die sneller en beter is en dan slecht weer, zand en een hartslagbeperking. De afstand ging me niet boeien, dat kan ik wel, maar dat ik ‘slechts’ 2 uur de tijd heb en dat Vincent moet wachten, dat maakte me zenuwachtig. Kortom: het ging meer een mentale opgave worden dan een fysieke uitdaging. Ik nam muziek mee van Kensington, rugzakje op, bidon voor later klaarzetten, Vincent de autosleutel geven. We vertrokken toch allemaal tegelijk. GN wilde met me meelopen, maar ik moest echt aan de hartslag vasthouden. De eerste 15 minuten hartslag zone 1. Niet boven de 137 mocht ik. Onmogelijk. Ik ging al rustig, maar iedereen rent als een gek weg en ik kan moeilijk gaan wandelen! Toch heb ik dat gedaan na anderhalve kilometer. Het tempo lag te hoog en de hartslag lag veeeeeeeel te hoog. Ook langs het strand heb ik nog een stukje gewandeld. In de eerste 3 kilometer wandelde ik al 3 keer. Dan ging de hartslag even omlaag om later door te schieten naar zone 4. Waar ik hierna niet eens op mag uitkomen. Hopeloos.

Te veel rust gehad? Of sluimert er iets in mijn gezondheid? Ik voelde me verder prima: geen last van ademhaling of benen. Toch is die hartslag een indicatie dat er iets mis is. De rusthartslag is ook ietsje hoger dan normaal- nog steeds laag, maar voor deze periode net iets hoger dan ik zou verwachten. Ik vond het moeilijk om alleen te beslissen en te bedenken of het verstandig was te blijven rennen. De muziek van Kensington bleef steken bij het eerste nummer, wat ik pas doorhad toen ik voor de zesde keer de intro hoorde geloof ik. Het zand deed me niks. De bergjes op niet, dat iedereen voor me liep niet, maar mijn eigen hartslag baarde me echt zorgen. Door naar de volgende zones. Nu lag de beperking op 157, maar 158 was eerder de norm. Of het regende weet ik niet eens. Ik had het niet koud, de handschoenen waren al uit. DM liep voor me uit en ik zette hem op de foto.

De route was wat kriskras, maar daar had ik me al niet zoveel van voorgesteld. Na het eerste rondje vroeg ik Vincent even kort mee die snoeihard 5 kilometer had gelopen en het niet fijn vond om met me mee te moeten rennen. Ik deelde dat mijn hartslag zo hoog is, maar hij had logischerwijze ook geen idee. KH was er voor DM: altijd fijn om haar te zien! Ik stond op het punt mijn coach te appen, daar had ik alle tijd voor. Ik voelde me verder namelijk echt helemaal goed. Maar ik heb het niet gedaan. Ik denk dat het weer regende op het saaie stuk, maar van het weer heb ik me echt niks aangetrokken. Toen ik weer langs de start-finish kwam, riep KH nog: ga dan wandelen, maar ik mopperde dat ik dat al deed en dat ik echt niet het hele rondje ging wandelen. Ik bedacht me dat ik moest eten! Oeps. Een gel naar binnen werken en veel drinken. Ik voelde me al snel beter. Niet sneller, maar de hartslag was binnen de perken te houden. Bedenk: die daalde drie slagen. Het strand weer op. Dan stijgt de hartslag iets, maar heb bleef nu steken op 156. Okay. Accepteren.

De kleuren buiten zijn mooi. De golfjes rustgevend. Daar is de aardige fotograaf weer. Ik luister lekker naar de muziek. De wolken zijn erg mooi. Het strand af is voor mijn hartslag het moeilijkst. Dan het asfalt weer op, even een paar passen wandelen en weer verder. Ik app Vincent dat “wten helpt” en dat ik “de 21 afmaqk”. Tja, als ik dood neerval, zal iemand me wel vinden. Ik heb me neergelegd bij het tempo van 10 kilometer per uur. Dan red ik het ook binnen de gestelde tijd.

Langs het water, de hoek om, niet kijken bij de stoplichten waar een grote waterplas ligt, onder de brug door en dan naar boven wandelen en daar is KH op d’r fiets! Eigenlijk is het mijn eigen ‘strijd’, maar goed: ze fietst een klein stukje mee en ik zet de muziek even af. Ik klaag even bij haar over de hartslag. Kijk, zo’n coach als zij moet ik nu net hebben! “Dan ga je morgen maar op de bank liggen als je moet werken”, zegt ze, “nu voel je verder prima, dus doorlopen met die hap”.

Ik kom weer langs Vincent, maar het gedeelte “eten” heeft hij niet gesnapt. Ik zie DdK wel een banaan eten en daardoor denk ik er zelf aan! Ik neem nog een gel. KH fietst mee en we kleppen over Hamburg. Ik zit ruim in de energie en kan gewoon kletsen. Dat is best gek, bedenk ik me nu achteraf. Ik drink nog maar een keer veel. KH zal dadelijk naar huis fietsen. De afleiding is even fijn geweest en vooral het o-zo bekende steuntje in de rug die haar specialiteit is. Ik heb nog een paar seconden medelijden met de toeschouwers die het wel koud hebben en ik mis Vincent daar. Is ie doorgelopen? Grappig genoeg heb ik met de rest niks. Aantekening voor mezelf: dat is echt verbazingwekkend! Trek je niks aan van de anderen, het is je eigen idee. Slechts een deel hiervan verzin ik daar ter plekke ook.

Laat ik eens genieten van het strand. Dat lukt me dan wel weer. De 2 mannen lopen weer voor me, die hebben iets geks met de route gedaan. Ik ga niet wandelen deze ronde, dan mag ik de rugzak dumpen. Misschien gaat het me ook erg helpen als ik weer wat kilo’s eraf krijg. Dat zal in elk geval in het geheel beter voelen. Vincent staat bij de fotograaf. Leuk duo. Grote knul intussen. Hij vraagt me of hij de bidon moet klaarzetten. Jep. Dadelijk even opletten met eten.

Ik ga heel rustig het strand af en maak rennend een foto van de zon en mijn schaduw.

Natuurlijk: ik kan fotograferen, appen en kletsen onderweg – het zou te makkelijk zijn geweest als de hartslag ook nog had meegewerkt. De lucht boven het water is supermooi. En weet je: binnen twee uur en 24 minuten ga ik een halve marathon lopen. Ik weet dat ik pas drie weken geleden een marathon liep. Dat heet misschien vorig jaar en was wellicht een makkie, maar hoevelen hebben dat gedaan… Bochtje om, stoplicht, natte voeten in de plas en heel rustig omhoog dribbelen. De hartslag heeft zich soort van gestabiliseerd rond de 155/156 en het tempo is zo vlak als een pannenkoek op 6 minuten de kilometer. Net over de busbaan moet ik de aqua-gel nemen. Ik drink nog wat ik uit de rugzak krijg en bereid alles voor om de tas achter te laten: telefoon pakken, tasje los; ik loop alles na, zeg Vincent gedag, zie mijn spullen staan en kijk nog even naar de tijd: die laatste ronde komt er ook.

Een andere finisher moedigt me nog even aan: ik mag lekker nog! Ik voel me beter nu, zonder balast en met de wetenschap dat ik het wel klaarspelen zal. Ik schijn niet eens de laatste te zijn. Ik tel uit dat ik voor 5 kilometer 47 minuten heb. Eitje. Ik kijk naar de fietser die zijn fiets moet dragen en naar de regenboog die ik ook fotografeer.

En naar de vliegtuigen. Op het strand geniet ik van de golfjes en ik krijg zelfs even natte voeten. Mijn hartslag ligt nog ietsje lager zelfs. Dag strand, ik kom hier voorlopig niet meer. Waar ik net nog een foto van mijn schaduw maakte begint het nu erg hard te regenen. Grote grijns. Dit vind ik fijn! Dit sterkt mij, dit kan ik, hier word ik blij van! Nog 3 kilometer en ik ben 1 uur en 48 minuten onderweg. Ik neem me voor dit rotrondje nooit meer te lopen, ik vind het stom. Ik zie veel fietsers die veel meer last van de hagelachtige regen hebben dan ik. Ik stamp bijna door de plas, zo tevreden begin ik te worden! De hartslag is gedaald naar 153/154. Apart. Ik wandel naar boven en app Vincent dat ik het laatste stukje wel zelf doe. Dan let ik nog net even op bij de busbaan gelukkig, anders was ik onder de bus gekomen. Nu stop ik een paar tellen om te overleven, gelukkig ben ik niet erg moe en nog helemaal helder. Ik schakel het horloge om naar de tijd. 2 Uur en 19,97 kilometer. Weg hartslagbeperking! Feest! Eindelijk. Voluit. Ik zet Island van Kensington hard aan (heel hard) en loop het rondje extra. Ik moet om mezelf lachen, dat ik al met toch braaf ben en netjes de suffe rondjes volg en de loopopdracht uitvoer. 1 Blik gun ik het horloge: hartslag 163, tempo 5:33. Ik zie degene die nog achter me ligt (die moet nog ver), heb nog even wind tegen en dan nog een keer het fietspad over. Ik ga de 21,1 netjes volmaken. Het laatste stukje vlieg ik er doorheen.

Midden in “Sorry” zet ik de muziek uit en ben ik er mee klaar. Ik ben blij dat ik er ben, dat de afstand klopt, maar trots ben ik niet. Ik heb het niet opgegeven en daar behalve om gezondheidsredenen ook niet aan gedacht eigenlijk. Als ik nu nog een rondje moest lopen, had ik dat qua vermoeidheid gekund. Maar ik heb ook behoefte aan chocomelk, mijn spullen en mijn “Island”. Geen sharks around please. Over de halve marathon heb ik 2 uur 6 minuten en 47 seconden gedaan. Sneller als ik had verwacht, maar minder snel dan ik had gehoopt. Weer een leuke ProSchema medaille erbij, voor mij blijft een zilveren over, want Vincent heeft de gouden voor zijn 22 minuten op de 5 kilometer.

Ik zit even alleen, maar trots zijn komt er niet aan te pas. Ik heb supernetjes 10 kilometer per uur gelopen – heel strak. Ik zeg nog even bedankt en dan komt er zelfs nog iemand binnen! Ik zeg nog dat ik de route niet eens zwaar genoeg vond en zelfs te weinig strand en dan mogen we weg. Zal ik het houden op ‘leerzaam’?

Al schrijvend/append met diverse mensen en denkend begin ik heel tevreden te raken over de halve marathon van vandaag en drijven er meer pluspuntjes naar boven dan ik daar ter plekke kon bedenken. – Ik ben in elk geval braaf: ik doe toch maar de route, al weet ik het zelf beter en ik luister stiekem toch naar de coach, waarbij ik van anderen begrijp dat niet alle coachees die les tot zich (willen/kunne) nemen – Ik kan op een hoge hartslag foto’s maken, kletsen, appen en ben weinig beïnvloedbaar door weer of ondergrond. Best sterk eigenlijk. Stel dat de hartslag-meter toch geen gelijk had en ik meer op gevoel had moeten lopen. De hartslaggegevens die uit de Apple Watch komen (die ik op mijn huid draag) zijn een stuk logischer en kloppen met mijn gevoel en hoe het ging! Die zit op 146. Apart…

Al is de Apple Watch meting wel vaak positiever dan Garmin. Gek genoeg neemt de Apple Watch dan niet de hele route op en stopt eerder dan de Garmin.

– Ik kan superstrak 1 tempo lopen. – Ik ben een meester in mezelf voor de gek houden en positief beïnvloeden. Al was dat vandaag niet erg op de voorgrond aanwezig. Misschien moet ik daar maar eens meer gebruik van maken…. – En ik ben bereid mijn eigen tekortkomingen onder ogen te zien en daar aan te werken. Een paar kilo minder, onderweg iets beter op de voeding letten, niet negatief zijn vooraf -> dat zijn wel punten om mee te nemen op weg naar Hamburg.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2021-39 Rustweek deel 2 en het jaar 2021 afsluiten.

27 December – Werken

Tja, er zijn er een paar die werken tussen kerst en oud&nieuw. Ik. Ik heb nog wat karweitjes liggen en ik krijg zelfs nog een klant aan de lijn! Wel ga ik tussen de middag wandelen met Rob. Wij stappen altijd flink door.

De kerstkransjes van chocolade zijn helaas al op.

Met recht een rustdag vind ik eigenlijk. Maar wel de ringen vol van de Apple Watch, want dat moet ik deze maand alle dagen halen. Inmiddels zit ik weer als heks op een bezemsteel en mijn bui zit in een neerwaartse spiraal. ?‍♀️

Er staat nog een krachttraining. Dus maar weer een matje pakken (goede aankoop was dat zeg) en Marloes van Optima Vita van Youtube plukken.

Ik zal het in kleine lettertjes schrijven: ik vond het leuk en ik merk echt enorme vooruitgang. Geen groene training, want dit doe ik te lang!! Het is toch een rustdag.

28 December – Te druk met werken ? en daardoor slecht lopen. ?‍♀️

Het nadeel van de mopperbuien is dat de trainer weer weinig goed kan doen. ? Deze keer word ik stikpissig ? van het feit dat hij alle training op slot ? heeft gezet. Ik kan er niet meer mee schuiven. Potdikkeme! ? En dat zonder uitleg. Ik heb een hele drukke werkdag; ik maak denk ik wel 50 projecten aan. Opletten, doorklikken en voor mij nog net te nieuw om de automatische piloot aan te zetten. Het vermoeit me ontzettend. ? En als er dan tussendoor ook nog wat laatste zaken voor klanten afgehandeld moeten worden… ? Ik wil het lopen liever verschuiven naar morgen! Maar dat kan dus niet. ? Ik heb de ringen al vol na de lunchwandeling ‘s middags en de stress. Maar goed: het is donker en ik moet. ?

Het hoeft allemaal niet snel en dat lukt me ook niet. Al na 5 minuten begin ik met aftellen: er moeten 9 kilometer vol voor de jaardoelen. Het miezert. Het is saai. Ik verveel me. Ondanks de muziek. Ik vind niks leuk. De route is stom. Alles staat me tegen. Mijn gedachten struikelen over elkaar. En zijn negatief. Ik probeer het om te buigen. Maar elke keer erger ik me weer. Aan het tempo. Het weer. De stoep. De donkerte. Dat de kilometer zo lang duurt. Na 5 kilometer denk ik dat ik maar eens ga lopen voor anderen. Voor de meiden die het zwaar hebben – met wandelen. Voor de autisten die van alles ‘moeten’. Waarop ik me weer afvraag waarom die 9 kilometer dan moeten. En ik weer loop te sippen. Denk aan de mensen met een burn out… Maar nee, ik denk aan al die andere mensen die vakantie hebben en vanmiddag in het licht konden lopen. Ik doe plichtmatig de sprintjes. En dan naar huis. 9 Kilometer komen er. In een uur. Dan maar geen groene training. Dit was ‘m nie! ?

28 December – fietsen op de Makuri Islands. ?‍♀️

Na de laatste werkdag van 2021 heb ik weer niet zoveel zin om te gaan fietsen op de Tacx. Maar goed, verschuiven kan nog niet. ? Anderhalf uur ook nog, en met intervallen. Ik ga maar naar de Makuri Islands en daar is een route die ik nog niet heb gehad van iets van 30 kilometer.

Het valt mee. Muziekje aan en trappen. Me niks van het tempo aantrekken. Het went uiteindelijk dus allemaal blijkbaar: de cadans en het tempo. De bezemsteel breekt en de heks dondert een beetje naar beneden. ? Dat is fijn, want dat maakt deze heks ?‍♀️ wat minder kattig, maar in verband met het zwemmen morgen is het toch ruk. Ondanks de krampen gaat het trappen me goed af.

Dan moet ik naar boven en ik moet intervallen doen. Dat combineert eigenlijk prima! ? Lekker 3 minuten het schompes rijden en dan 2 minuten een beetje een soort van rusten.

Grappig genoeg breek ik alle PR’s onderweg. Ongemerkt. Want ik let niet op tempo of cadans. Straks de schade maar bekijken. Ik fiets terug de ‘stad’ in. De Makuri Islands vind ik echt het leukst: lampionnen, rijstvelden, maar ook neonlichten en overal katten. Ik maak de route af.

Uiteindelijk ga ik nog een keer de tempel in de stad langs en maak ik 40 kilometer vol! En de anderhalf uur ook nog eens. De cadans ligt ongemerkt op 78 en de snelheid boven de 26 kilometer per uur. Toch lekker.

30 December. Zwemmen ?‍♀️ en fietsen ?‍♀️ . Een onsamenhangend verhaal.

Ik ben vrij, ik slaap slecht, ik heb zwemtickets voor het buitenbad in Amsterdam en dit is de eerste dag van het ‘feestje’ ?, dus ik ga toch zwemmen! Intussen ben ik bezig met honderden andere dingen: de was, een lego-auto bouwen met Vincent, het webinar over trainingsleer kijken, de nanoleafs ophangen, piano spelen. En dan naar Amsterdam rijden. Ik ben prikkelbaar en onrustig. Ik ga ook in wetsuit zwemmen. Ondanks het rode badpak lijkt me dat fijner.

Ik heb een opdracht. Eerst inzwemmen en het brilletje zit niet goed, waardoor ik heel veel inzwem, want dan denkt het horloge dat ik weer omkeer. Het is druk in het bad. Ik ga 5 keer 100 meter bijleggen en 50 meter ‘gewoon’ zwemmen dan weer 100 meter bijleggen en 50 meter ‘gewoon’ zwemmen. Dat is 300m per keer. Tempo is ruk. Maar daar schijnt iedereen in de baan last van te hebben, dus ik val niet op. Bijleggen. En dan gewoon zwemmen gaat ook sloompjes. Opletten. En nog een keer. Na de derde keer begint het ietwat te vervelen. Ik ben moe. Niet van het zwemmen speciaal. Van alles wat nog moet en niet meer hoeft en wat ik deed en nog wil doen.

Ik ga gewoon door, zin of niet. Bijleggen, gewoon, bijleggen; weer driehonderd meter. Vincent is er al weer uit, die heeft te weinig vet om warm te blijven, maar hij zwemt wel! Ik maak de hele opdracht af.

De bloemetjesbadmuts is al weg uit het bad. De mevrouw die in het midden zwemt, vertelt nog dat ze dit jaar liever 300 kilometer had gezwommen. Ik zit ‘maar’ op 160 kilometer dit jaar. Voor een jaar met ernstig gereduceerde zwemtijden vind ik dat een prestatie voor mij. Wel veel geleerd op het gebied van zwem. En ongoing trouwens. ‘s Avonds ga ik bellen. En ik kan nog fietsen. Ik heb nog 10 kilometer nodig voor een badge van Garmin. Combineert prima zeg ik. Hi Makuri Islands. Ik fiets in een groep. Ik ga hard. Ik let verder nergens op.

Tien kilometer komen er! Makkelijk zat. Makkelijker dan ik dacht. Daarna bellen en strijken: kan ook. Tot we uitgepraat zijn. Door met de webinar trainingsleer. Interessant! ? Dat ik dat afgelopen zomer overleefd heb zonder overtraind of geblesseerd te raken is echt wonderlijk. Gaaf hoeveel je uit de data kan halen. De slotjes zijn er weer af. Trouwens.

31 December – Volmaken: 2000 ?‍♀️ en 600 wandelen ?‍♀️ kilometer.

2021 is bijna om. Dat betekent dat de lijstjes, prestaties, getallen en overzichten hoogtij vieren. Zaken moeten afgesloten worden. Doelen zijn er om te halen! Ik heb er nog een paar: van de Apple Watch, van Garmin en voor mezelf. Bij de Apple Watch moet ik de rode ring (bewegen) volmaken en dan heb ik die het hele jaar gevuld! En als ik alle drie de doelen haal, heb ik ook de maandbadge binnen. Voor Garmin staat de hardloopafstand van het derde kwartaal open. 506 Kilometer lopen in 3 maanden. Nog 10 kilometer te gaan. En ik wil dit jaar 2000 kilometer lopen. Nog 16 kilometer te gaan. Fietsen is al over de top. Zwemmen is niet meer te redden. Joyce gaat mee lopen. En Vincent ook. Mijn oudejaarsrondje. Via de Ibisweg. Ik wil nog wel een halve marathon lopen, maar het hoeft niet. Zie maar hoe het gaat.

Kletsend in zone nul (Vincent) en zone 1 (ik) mag Joyce luisteren (in zone 3). We hebben het over de loopjes die we leuk, stom, zwaar, apart, grensverleggend en mooi vonden. Ik weet wat ik het beste loopmoment ever vond: de Trail de Fantomes en dan de allerlaatste 3 kilometer alleen. Langs het water. Zonnetje. Niks meer hoeven. Eigen tempo. Stilte. Rust. Volkomen in het moment. Dat was een fantastisch moment dit jaar. Afgezien van finishen in Hoorn natuurlijk!

En het moeilijkste: net na de finish in Almere. Of nee, ik bedenk pas later dat de laatste paar kilometer en het half uur na de Alternatieve Dam tot Dam loop een enorm dieptepunt waren. Daar zijn geen foto’s van gelukkig.

Op de Ibisweg hebben we wind mee en komt er zowaar een zonnetje. Mooi. Ik weet al dat het geen halve marathon gaat worden. Zestien wel – al moet ik ze op mijn kop doen. We gaan weer terug richting de Trekweg.

Dan ga ik iets harder en kan Vincent even met Joyce kletsen. Voor Joyce ligt het tempo echter wat te hoog en zij heeft al haar doelen al gered: 2021 kilometer gelopen, genoten en terugkijkend op een fantastisch jaar met een echte ultratrail erin. Ze zal met Vincent mee teruglopen. Ik ga met ze mee tot de Evenaar. Ik doe het ‘eigen’ rondje nog langs de Oostvaardersplassen.

Het is toch altijd weer even omschakelen als je alleen bent opeens na zoveel gezelligheid en afleiding. Ik loop langs het water en onverhard. In je eentje ga je tellen. Ik wel tenminste. Hoe ver nog, hoe lang nog, zal ik nog… Ik wil graag naar de dijk, maar ik weet dat het niet haalbaar is. En ik weet dat ik net te kort ga komen.

Ik prijs me nog maar eens gelukkig met de omgeving waar ik woon. De vrije lucht. Kan ik nog wegdromen? Niet echt, ik word afgeleid door hoever ik nog moet en kan. Ik loop harder alleen op een hogere hartslag. Niet te sterk, maar gewoon iets meer wat ik nog wil kunnen. Het is druk met wandelaars.

Op het uitkijkpunt maak ik een foto. Ik besluit door het bos te gaan om de 16 kilometer vol te maken. Weer een streepje zon, die alles zo mooi inkleurt! Ik ga door de modder, door het mooie bos. Na 15 kilometer bedenk ik me dat de 10 engelse mijl mijn afstand gewoon niet is. Ik vertraag en het kan me niet schelen. Ik haal het toch wel.

Dan begint het gereken pas echt. Als ik 2002 kilometer wil lopen, hoeveel moet ik dan. 2001,2? Net niet. Ik hobbel met mijn horloge in de hand om te tellen en rekenen. Ik ontdek nog een mooi pad in de buurt.

En dan via het park naar huis. Het gaan er 2002, 1 worden. Daarvoor loop ik nog een keer ‘op en neer’ en dan moet ik stoppen bij 17,9. Dat doet een beetje zeer, dat het er net geen 18 zijn, maar stoppen op 17,9 is óók een wereldprestatie voor mij!

Bingo! De cijfers van dit jaar rijzen de pan uit. Nog nooit, nooit, nooit heb ik zoveel kilometers gemaakt. 8,954.49 Kilometer. Alle activiteiten samen. Waarvan 2002,11 gerend. En 6,176.56 kilometer gefietst. Meer dan ooit tevoren. Zwemmen was ooit meer, maar toch nog een bijdrage van 165.72 kilometer. Als ik bij lopen kijk, roep ik tegen Rob dat hij nog mee zal moeten: ik zit op 596,3! Dat is onwijs meer dan ooit. Maar die 600 moeten er komen. Natuurlijk. We pakken de auto en rijden richting de dijk. Dan kan ik dat ook nog doen vandaag! We moeten omrijden vanwege de oliebollenverkoop en de rij die daar staat!

Het is heerlijk op de dijk. Klein zonnetje. Wind mee. Geweldig uitzicht. En heerlijk samen met Rob. Ik geniet er echt even van en ben alle besef van tijd kwijt. Dat is een fijne gewaarwording, want dan blijft alleen het moment over! Ik loop 3,9 kilometer. Het is een aparte dag zo…

Dan de “prestaties”. Ik ben onder de indruk van vele anderen, van hun sporturen, van alle afstanden, van de wedstrijden, van de snelheden. Ik tel het uit: ik heb 8 dagen in 2021 die LEEG zijn, waarop ik NIET gesport heb. ACHT. 357 dagen van het jaar heb ik iets sportiefs gedaan: wandelen, krachttraining, hardlopen, fietsen, zwemmen of een combinatie van dat alles. Moeiteloos. Ik heb 3 trainers gehad. Maar alle sportactiviteiten heb ik zelf moeten doen. Mijn motivatie. Mijn doorzettingsvermogen. Mijn energie.

Ook ik plaats het op Facebook. Niet om op te scheppen, maar omdat ik er ook mag zijn. Een klein plekje in de marge. Sommige reacties overweldigen me: ik, een voorbeeld ??! ik als inspiratie ??! ik, een bikkel ??! ik, prestaties?! ?

Gelukkig herinnert RW me aan de zwemtocht in de Rijn. Ohja! En daar was een loop op het Zeeuwse Strand. De Waterleidingduinen. Al die kilometers in Zwift. Giethoorn. Schokland. Schaatsen. Intervallen. Duizenden foto’s. Vuurtorens. Een spontane marathon maal twee. Afzien rond Kampen. Doorzetten. Trainerswissels. Nat worden op weg naar Zandvoort. Wandelen. Ook met de kat. Techniek: leren zwemmen. Zee. Duiken in Drenthe. Trispiration. Zwemmen in de Reigersplas. Het stokje doorgeven bij Duin. Alternatieve wedstrijden bij de Noorderplassen. Voeding. Lopen in de stromende regen bij de Challenge (dat was ook een enorm geluksmoment). De kracht van Hoorn. Lachen. Mindgames. Afscheid. Trots op Vincent zijn. Vermoeidheid. De Kemphaan. Hulp vragen en krijgen. Honderden badges. De atletiekbaan. Nieuwe mensen ontmoeten. Lopen met krampen. Een veranderend lijf. Solo dwalen. De startbaan bij Soesterberg.

Het was veel dit jaar. Naast leuk werk, fijne collega’s, mooie werkuitdagingen en marketing. Naast het opvoeden van een puber met huiswerk maken, thuisonderwijs en motiveren. En ik hoor bij Rob. En ik wil bloggen, schrijven, een Catanspel schilderen, piano spelen en lezen als tegenwicht.

Maar nu champagne ? ? en dan…. DOOR!

2022 ligt klaar.

Categories: Geen categorie | Leave a comment

2021-38 Rustweek

maandag 20 december ?

“We” doen rustig aan deze week. En volgende week trouwens ook. Actieve rust, noemt de trainer het. Ik moet zeggen: ik zie meer op tegen een week actieve rust dan tegen het lopen van een marathon zonder voorzieningen.

Meestal is de periode zo vlak voor kerst één en al onrust, dus een sportarme week (dat klinkt al beter) zou fijn moeten zijn. Ook dit jaar is het druk: werk afmaken, ineens een puber die toch weer niet naar school gaat in verband met corona en coronamaatregelen. Maar aan de andere kant: het went. Dat de zwembaden dicht zijn is wel een vette domper. Dat betekent dat rust bestaat uit fietsen (binnen) en hardlopen. En dat is nou juist geen probleem, want ik loop liever dan dat ik rust. De ringen op de Apple Watch moeten vol. De loopdoelen van het jaar moeten gehaald worden. Op maandag echter houden we het bij wandelen in de lunchpauze. En ‘s avonds een leuke krachttraining. Dag 1 was meer rust dan actief, dus dat is mooi gelukt!

Intussen heb ik de jaarchallenge van Trispiration gewonnen. Nu nog afscheid nemen van het team van JB. Dat past mij niet langer.

Dinsdag 21 december. Hardlopen tijdens de lunch ??‍♂️????‍♀️

Ik heb vorige week extra uren gemaakt en vandaag kan ik die opnemen. Dus ik heb een vrije dag en weinig sportopdrachten! Een hele slechte combinatie in mijn beleving. Dat riekt naar verveling. Gelukkig vraagt Manuel of ik mee ga hardlopen. Natuurlijk! Het is alweer 3 dagen na de marathon-in-zone1, dus ik kan weer prima lopen! Vincent gaat ook mee. Het is koud buiten. En mooi. Handschoenen aan, maar ik heb minder dan een kilometer nodig voor ze weer uit kunnen, dus echt koud is het nog lang niet! We lopen het gewone rondje. Natuurlijk kan ik weer onder de 6:00min op de kilometer lopen. ? Kunnen de heren lekker rustig aan doen en kletsen.

Het verbaast me dat het gewoon nogal moeiteloos gaat. Pas na een kilometer of 5 ging het niet meer vanzelf. Toen verzandden we in een jolig gesprek over robothonden met afweergeschut die niet over een wildrooster kunnen. Ik hoefde alleen maar te luisteren en te lopen en ze bij te houden. Oh, de hartslagbeperkingen heb ik maar links laten liggen. Achteraf viel de hartslag mee. 7 Kilometer toegevoegd aan het jaartotaal.

En dan een lege middag. Tja, als je dan toch met trainingen schuift, dan ook maar anderhalf uur op de Tacx gaan zitten nu het kan. Londen. Ik verwerk nog een werktelefoontje op de fiets. En ik luister muziek. Voor de rest ben ik voornamelijk bang voor de verveling, maar die blijft uit. Mijn benen vonden dit echter minder vanzelf gaan.

Na een half uur infietsen kregen die ‘arme’ benen ook nog een pakketje intervallen te verwerken. Gelukkig deden ze toen weer lekker mee en hadden de benen zich erbij neergelegd. Ik bestreed de verveling door spelletjes op de telefoon, liggen op de bars en luisteren naar de muziek.

En zo ging de 75 minuten voorbij en fietste ik criss-cross door Londen, me verheugend op een warme douche.

Woensdag 22 december. rustdag – bijna ?‍♀️ ?‍♂️
De hele dag op kantoor. En buiten prachtig knisperend winterweer. Ik zit binnen. Ik werk me een slag in de rondte. Krijg een mooi kerstpakket. Ben sociaal. Maar als ik thuiskom, roep ik: eerst een wandeling! Rob gaat mee. Die heeft net zo’n dag achter de rug. Ruim 2,5 kilometer. In het donker helaas. Maar dat is dan met recht een rustdag. Vind ik. Wandelen telt niet. Dat is alleen maar om de ringen van het horloge te vullen. En om tot rust te komen. Dat helpt!

Donderdag 23 december. Terug naar het buitenzwembad in Amsterdam. ?‍♀️

Alle zwembaden dicht. Ik heb er maar moeite mee! Ik moet trainen mensen en oefenen met bijleggen. Hoe kan ik nou 4 weken niet in het water liggen na de zwemanalyse ? Maar het De MirandaBad in Amsterdam is open. Ik bemachtig een kaartje voor Vincent en mezelf. Donderdagmiddag van 4 tot 5. En voor wie het niet meer weet: ja, dat water is verwarmd! Al voelt dat voor Vincent anders. Die gaat in wetsuit. Ik niet, ik ga in badpak.

Ik spring er zo snel mogelijk in. Eerst inzwemmen met schoolslag en borstcrawl en ik doe zelfs braaf 50m benen. Dit is een 50 meter bad. Dat scheelt me keren! Ik beken: de eerste 500 meter zijn erg koud.

Dan begint het bijlegfeestje: 100m bijleggen. Ademhalen als de arm stabiel voor ligt. Rustige slagen. Daarna 100m bijna bijleggen. Dus de seconde pauze gaat er dan uit. Let op het ademhalingsmoment! Dan 100m hele slag. Maar rustig en geconcentreerd op de ademhaling. Tot slot 200m met achtje. En dat dan 3 keer is mijn idee.

Het wordt donker, de sfeerverlichting gaat aan. Soms zwemt er iemand even in de weg, maar dat hoort erbij. Vincent houdt het maar een half uurtje vol. Die krijgt het niet warm. De derde keer haal ik niet helemaal, want de 3 kwartier zijn om. Achteraf had ik nog best 100m extra kunnen zwemmen. Ik heb 2100m gezwommen. En dat voor rustig aan! Het omkleden is wel erg koud. ? Maar: wel heerlijk geoefend!

Vrijdag 24 december. Matig loopje vanaf de orthodontist. ?

Vincent moet naar de beugeldokter en ik ga daar hardlopen. Ik heb erg slecht geslapen – je hebt van die nachten dat je meer uren klaarwakker ligt te wezen dan dat je slaapt. Het is somber buiten. Ik hoeft maar 35 minuutjes. Zeven keer 4 minuten rustig en 1 minuut heel rustig. Ik heb een ronde bedacht langs de Pampushout.

Moe. Ik ben moe. Vermoeid. Slechte concentratie. Loop gewoon maar. Zonder plezier. Zonder een straaltje licht. Rustig en nog rustiger. Maar niet wandelen, want dan krijg ik het te koud. Ik ben koud van binnen en van buiten.

Het pad is modderig. Ik hou de loper voor me niet bij. Geen lol. Het sappelt aan alle kanten maar wat bij elkaar. Ik heb weinig blije gedachten. Het miezert er ook nog bij. Pas na een kilometer of 4 komt er wat. Een beetje rust. Een heel klein beetje overzicht. Dan zit de training er op en het tempo viel enorm mee. Ik moet de weg terug vinden en het miezeren maakt plaats voor lichte regen. Het valt niet mee met een vermoeid hoofd, maar ik vind de auto terug. Niet om langer bij stil te staan, deze training.

25 December – Kerstloopje met Vincent ?‍♀️ ?‍♂️

De gourmet was gister al op. We lunchen met appeltaart. Verder hoeven we helemaal niks. Een heerlijke kerstdag so far. Het is prachtig weer. IJskoud, maar zonnig. Ik zou moeten fietsen, maar ik wil lopen. Na enig zeuren verzet Vincent zijn training ook maar. 3 kwartier ga ik. Basisloopje. Het is ijskoud. Vincent is ook pakezel voor mijn handschoenen. Ik ben naast de training ook verantwoordelijk voor de foto’s.

Vincent doet de route. Kotterbos. We nemen de onbekende wegen. Lekker door het (drukke) bos. We lachen veel. En dwalen. De berg over.

En dan maar langs de Oostvaardersplassen. We geven de ‘koeien’ namen.

Vincent neemt een afslag te vroeg, waardoor ik van de route-maker ook nog eens boompjes moet versnellen! Het lukt me allemaal wel om binnen zone 2 te blijven. Zone 1 daarstraks was ook zone 2. Bij het centrum is het helemaal druk met wandelaars. Ik doe 3 keer een versnelling. Het blijken er 4 te moeten zijn.

Ik loop nog een stuk om door de wijk. 9 Kilometer in 54 minuten. En 1 seconde. Maar voor een groene training in Training Peaks streep ik die ene seconde weg. Rob moet ook een frisse neus halen. Dus we wandelen langs de winkel. Als de zon weg is en de wind aantrekt, is de weg naar huis bitterkoud. Dan is de frisse neus iets té fris!

26 December – Fietsen ? in ?? & yahtzee ? en benen uitlaten ?‍♀️

Twee uur rustig fietsen. Dit is de kans om de lange route in Frankrijk te volbrengen! Een route van 61 kilometer. Dat lukt niet helemaal precies in 2 uur, maar ik 24 minuten extra. En er zit niet zoveel hoogteverschil in. Ik stap op met een kopje thee. Na een paar minuutjes komt Vincent er bij.

We gaan namelijk Yahtzee spelen! De benen draaien rondjes, net als de dobbelstenen! Ik hou me zijdelings aan de hartslagbeperking en let niet op de cadans. 2 Van de 3 spelletjes win ik. Dan gaat Vincent even weg, terwijl ik het stukje achtbaan overga en het begin van de Mont Ventoux meepak. En een heleboel M&M’s.

Ik fiets niet zo hard. Ik doe mijn best niet in de sprintjes. Ik roep Vincent voor nieuwe thee en nog 3 spelletjes. We moeten hard lachen omdat het echt hopeloos gaat met de dobbelstenen! Ik fiets intussen ruim 50 kilometer in 2 uurtjes. Om de laatste kilometertjes in 24 minuten te proppen met nog een flinke col erin, weet ik niet en het boeit me ook niet: ik ga de route toch afmaken! De col fiets ik rustig omhoog met een hoge cadans. Vincent is weg nadat hij deze keer 2 potjes heeft gewonnen.

Ik red het inderdaad niet in 2 uur en 24 minuten, waardoor ik deze rustweek meer gele trainingen dan groene! Dan is de training net niet binnen de gestelde tijd. Meestal te lang ? Ik fiets 2 en een half uur en maak 64 kilometer vol. Mag ik een nu een kerstster voor zo lang op de Tacx zitten?

‘s Middags hoeft er lekker niks! Snoepen, een spelletje en rust. Maar ik kan niet meer tegen een dag binnen. Ik moet naar buiten! Ook al vriest het, binnen is niet meer aan mij besteedt. En daarbij: er is nog een jaartotaal in het hardlopen te halen! Ik wil daglicht en ik wil alleen. Omdat er toch niks op het schema staat en ik er op vertrouw dat de trainer lekker druk is met kerst, laat ik de rustweek even voor wat ie is!

Het gaat heerlijk! De fijne schoenen aan, warme broek en 2 buffs. Ik doe gewoon wat mijn benen aangeven en ik hoeft niet op de hartslag te letten. Ik ga maar 5 kilometertjes en ze voelen helemaal als ‘van mij’. Ze gaan heerlijk. Echt heerlijk. Niks koud, niks vervelend, niks moeilijk. Gewoon adem blijven halen en het gaat vanzelf. Het gaat vanaf de tweede kilometer ook gewoon heel hard. En dat hou ik vol. De ademhaling gaat wel omhoog, maar ik heb geen muziek nodig. Heel stiekem moet ik de trainer gelijk geven: rust doet goed. Misschien is dit geen onderdeel van rust, maar het voelt zoooo lekkkkkerrr!! Ik ga een rondje om de seizoenenbuurt heen. Uiteindelijk doe ik over de 5 kilometer minder dan 27 minuten. Hoe dan?! ? Net voor het donker ben ik thuis. Koud heb ik het niet gehad. Verder maak ik in Training Peaks geen woorden vuil aan dit loopje in de rustweek. ?

Mooie rustweek was het met maar een uurtje of tien sport. ??

Categories: Geen categorie | Leave a comment